Den Haag over de consequenties van aanvaarding EDG-verdrag Alles hangt af van het overwicht der Hoge Autoriteit P. HARTOG Magische trap"-puzzle Mening der regering over de K.S.G. Ervaringen wekken vertrouwen in succes 7 i, Geknoei met vlees in Dordtse fabriek Instelling bedrijfschappen ZATERDAG 4 JULI 1953 8 Geen overdrachtmaar slechts opdracht van de verdedigingstaak aan siipra-nationale gemeenschap Heringa Wuthrich Haarlem Kantoormacfiinehandel Kerkelijk Nieuws AUTO-FINANCIERING 7 Noors student zag woning voor zijn hotel aan Engelse litteratuur Nieuwe orgelbespelingen De regering heeft aan de Tweede Kamer doen toekomen de Memorie van Antwoord op het Voorlopige Verslag der Kamer over het wetsontwerp tot goedkeuring van het verdrag tot oprichting van de Europese Defensiegemeenschap (E.D.G.). Wij ontlenen aan dit betoog: Opgemerkt wordt dat de aanbieding aan de parlementen van het verdrag tot op richting van de E.D.G. in alle zes deel nemende landen ongeveer gelijktijdig, na melijk omtrent de jaarwisseling 1952-1953, heeft plaatsgevonden. Ten gevolge van de verschillende proce dures van behandeling in de zes betrokken landen, kon dit niet overal gelijktijdig worden afgedaan. Ook hebben binnen lands-politieke omstandigheden in ver scheidene der deelnemende landen tot uit stel dan wel vertraging van de behande ling van het verdrag geleid. Onze eigen grondige parlementaire be handelingswijze vordert meer tijd dan in sommige andere landen voor de behande- ADVERTENT1E CÉNTRALE VERWARMING JOHNSON OLIEBRANDERS Ben je klaar voor de reis, vriend? Je koffers al gepakt? Wil je er vooral aan denken je warme onder goedjes mee te nemen? Want de man die de ramp van 1 Februari en de hittegolf van 12 Juni heeft voorspelddie man, je weet wel heeft voor Augustus een koudegolf in het vooruitzicht gesteld. Vooral de stad Grave en de Rivièra zullen getroffen worden. En men zal kunnen schaatsen van Nice naar Corsica. Zul je je wolletjes niet vergeten? Wil je niet te veel meenemen? En wil je er aan denken, dat worst, toiletpapier, sar dines, breekijzers, jus d'orange, tandpasta en vulpeninkt overal op de hele wereld, te krijgen zijn? Iedere koffer meer maakt, (met de begeerte der kruiers) de reis tien tallen guldens duurder. Dekens hoeft ook niet. Die hebben ze in het buitenland in ieder hotel. Neem voor twee weken geen twintig boeken mee. Eén is voldoende. Om in de hand te houden. Van het lezen komt toch niets. Al die Musea en gebrandschilderde ramen zijn cultuur genoeg en je krijgt er zó'n pijn in de lendenen van, dat je blij bent naar bed te kunnen gaan. Wees zo verstandig en stuur de eerste dag alle prentbriefkaarten. Dan ben je van dié obcessie af. Neem er de hele dag voor. Voor alle zestig. En vergeet je Tante Alida niet? Die is er heel erg op gesteld. Boven dien heeft ze misschien een dikkere spaar pot dan je zou verwachten. Laat je camera thuis. Kun je rustig wandelen, zonder al maar aan alle mooie plekjes en hoekjes te denken. Bovendien zijn de Are de Triomphe, de Champs Elysées, de Promenade des Anglais en het Casino al eens gefotografeerd. Die kun je zo klaar kopen. Weliswaar zonder Jeanne, maar ook zonder haar is de Toren van Pisa scheef. En bewaar je je goede, ouwe, nuchtere verstand? Die aardige, dure meneer aan de bar is net zo'n man als jij. Hij heeft ook zitten uitrekenen hoeveel hij per dag nodig zou hebben en hoe hij het veertien dagen van dat kleine beetje zou kunnen volhouden. Hij is geen aartshertog, geen millionnair en geen diplomaat. En die prachtige dame is wel prachtig maar niet erg geheimzinnig. In het Franse stadje, waar zij vandaan komt, is zij ge woon Miep-van-de-bakker. Goeie reis. Veel plezier. En rustig-an, dan breekt het lijntje niet. Wel bedankt voor je prentbriefkaart, vriend. Het ziet er mooi uit waar je zit! Echt voor een prentbriefkaart en echt voor jou, om zo maar rustig aan een stil en wijd meer te zitten dromen van hoe goed het op aarde zou kunnen zijn als iedereen zo zat: iedereen op een balcon met marme lade en koffie en broodjes. Dan zou er geen communisme meer zijn. Maar er zijn twee duizend millioen mensen op aarde en daar om zijn er geen meren genoeg en geen bal kons genoeg en wie zou de broodjes moe ten bakken en de koffie moeten zetten als iedereen op het balkon op zijn ontbijt aan het meer zat te wachten? Je schrijft alleen maar: „hier zitten we zalig t.t. Willem en Dora." Dat is geen grote correspondentie. Maar ik begrijp dat ik een van de zestig prentbriefkaartenkrijgers ben en dat is al mooi genoeg: dat je aan me denkt. Aardig van je. Je krijgt er over veertien dagen een van mij. Met een kruisje bij het balkon met-marmelade waar ik zit. Als wij elkaar volgende maand weer ontmoeten, moet je me toch eens alles haarfijn vertellen: of het eten goed was, of de bedden goed waren, of de bar ge zellig was (heet de barman Willy of Johnny?), of je tientje in het Casino vruchtbaar is geweest, of 'jullie reuze leuke mensen hebt ontmoet om mee te bridgen, of er mooie andere-dan-Dora's waren (als je daar tenminste op gelet hebt, want zo ben je niet, dat weet ik wel, daar let jij nou nooit ereis op, altijd een fijn kereltje geweest, jij hè of niet soms?) En mooie wandelingen gemaakt? En wel eens tot in het holst van de nacht in de bar gebleven en pas om één uur op je bed gekomen, oude schalk? Zo ben je v/el. Of niet soms? Altijd voor een plezier tje te vinden, hè? Maar alles met mate, hè? En de zaken voor het meisje, nietwaar? Bij wijze van spreken. Hier is alles oké. Die Koning is uit Siam teruggegaan. Op Korea nog altijd homme les. Rhee obstinaat. Straatsburg alweer over. Kees geslaagd en Miep verloofd. Keurig. Zul je je verder goed amuseren, kerel? En geef je Door een kus van ons? En ben je voorzichtig, met al dat water voor je deur? Het allerbeste, tot spoedig kijks en denk je aan de ochtendgymnastiek? J« ET.TAS. ling van dergelijke wetsontwerpen formeel benodigd is. Wil de Kamer aan de gewenste gron digheid van behandeling de hand houden, dan lijkt het de regering aangewezen, dat in Nederland in deze gestadig en onaf hankelijk van het tempo van andere par lementen worde doorgewerkt. Het is juist, dat, als één van de grote landen, Frankrijk of Duitsland, het ver drag niet zouden ratificeren, ook voor Ne derland het accepteren van de huidige op zet voor de vorming van Europese strijd krachten niet langer opportuun zou zijn. Zolang echter nog geen enkele verdrags partner zich tegen ratificatie heeft uitge sproken, dient van de praemisse te worden uitgegaan, dat alle deelnemende landen zullen ratificeren. Bij herhaling is overleg gepleegd met de regeringen der Benelux-landen terzake van de E.D.G. Daarbij bleek over en weer de overtuiging te bestaan, dat de Benelux- landen zo spoedig mogelijk het E.D.G.- verdrag dienen te aanvaarden. Het moet gelukkig worden geacht, dat het mogelijk is gebleken tussen de zes regeringen overeenstemming te bereiken over de interpretatie van een aantal ar tikelen, die enerzijds tegemoet komt aan de Franse wense, anderzijds ook door de overige verdragspartners kan worden ge accepteerd. Zogenaamde geheime clausules Van het bestaan van geheime clausules is de regering niets bekend. Wel bestaan er uiteraard gegevens over de toekomstige samenstelling en sterkte van de Europese strijdkrachten, doch het is duidelijk dat deze niet voor publicatie in aanmerking komen. Afwijking van de grondwet? Er komen in het E.D.G.-verdrag bepa lingen voor, waarbij twijfel gewettigd blijft, of zij niet in strijd komen met de Grond wet, in het bijzonder met de artikelen 194 en 195 van de Grondwet, regelende de verplichte krijgsdienst in een Nederlandse zee- en landmacht. Deze bepalingen zou men zo kunnen opvatten, dat zij verbieden, een verplichte krijgsdienst in een leger van een niet-Nederlandse krijgsmacht. Hoewel betoogd zou kunnen wordene dat de op ba sis van art. 9 van het E.D.G.-verdrag ter beschikking te stellen troepen hun status zullen behouden en dit in wezen niet af wijkt van de terbeschikkingstelling van troepen in het kader van een bondgenoot schappelijke samenwerking als de N.A. V.O., zou b.v. artikel 11 van het militaire protocol, gehecht aan het E.D.G.-verdrag, kunnen leiden tot een wijziging van de status van de leden der ter beschikking gestelde contingenten. Op die grond meent de regering dat er aanleiding is, in dezen de procedure van artikel 63 der Grondwet te volgen. De ontwikkeling van de internationale rechtsorde in de zin van artikel 63 vordert inderdaad een dergelijke afwijking van de grondwet, zo deze aanwezig is. De regering zou geen bezwaren tegen een direct toetreden van West-Duitsland tot de N.A.V.O. hebben ingebracht. Ook zij acht de mogelijkheid aanwezig, dat een toetreden van West-Duitsland tot de E.D.G. uiteindelijk tot een opnemen van Duits land in de N.A.V.O. zal leiden. Het thans aan de orde zijnde verdrag draagt het karakter van een compromis. Inhaerent daaraan zijn de bezwaren, die door verscheidene leden naar voren wer den gebracht, en waarvan de juistheid in verschillende gevallen niet of slechts ten dele kan worden weerlegd. Tegenover deze bezwaren staan even wel ook zekere voordelen. In dit verband zou de regering met vele leden willen wijzen op de in de E.D.G. besloten moge lijkheid tot multilaterale controle. Voorts wordt gewezen op de noodzaak van een rationeel en economisch gebruik van de hulpmiddelen der deelnemende landen bij het vormen, bewapenen en uit rusten hunner strijdkrachten. Tenslotte is niet te ontkennen, dat het totstandkomen van de E.D.G. een belang rijke bijdrage zal kunnen vormen tot het ondernemen van verdere stappen in de richting van Europese integratie op ander gebied. De regering meent dat het zogenaamde Sovjet-Russische vredesoffensief voors hands nog geen enkele aanleiding geeft de militaire krachtsinspanning van Europa te verzwakken. Zij ziet juist in een sterk en paraat Europa een voorwaarde voor het slagen van iedere eventuele ernstige po ging om verbetering te brengen in de thans nog steeds voortdurende spanningen tus sen Oost en West. De aanvankelijke afzijdigheid van Ne derland heeft niet tot gevolg gehad, dat belangrijke desiderata van ons land niet tot hun recht zijn gekomen. Integendeel, de regering meent er met voldoening op te kunnen wijzen, dat juist met zeer vele verlangens van de Nederlandse regering in het verdrag rekening is gehouden. „Geen verlies van souvereiniteit" De regering is er zich van bewust dat een parlementaire controle in enigerlei vorm onontbeerlijk is. Deze zal echter in de huidige constellatie grotendeels slechts indirect kunnen worden uitgeoefend en wel door de nationale parlementen op de nationale vertegenwoordigers in de raad van ministers. De vraag of de ratificatie van het ver drag niet de facto een einde maakt aan de souvereiniteit van Nederland wil de re gering ontkennend beantwoorden. Ratifi catie van het verdrag betekent opdracht, geen overdracht van de verdedigingstaak aan een boven-nationale gemeenschap. Plet zuiver defensieve karakter der E.D.G. geeft reeds aan, in welke gevallen de strijdkrachten zullen worden aange wend, namelijk in de gevallen van aggres- sie, aangegeven in het verdrag en de verschillende overeenkomsten tot het ver lenen van wederzijde bijstand. Naar de mening van de regering zal de E.D.G. in werking kunnen treden, ook wanneer nog geen gemeenschappelijk buitenlands beleid is gevormd, aangezien voor het gebruik van de Europese troepen in elk geval een genoegzame gemeenschappelijke basis aanwezig is. Militaire aspecten Het door vele leden gevoelde bezwaar van verschil in samenstelling tussen E.D. G.-divisies, en die van bondgenoten van het Noord-Atlantisch Verdrag wordt door de regering gedeeld. Het zou inderdaad uit In nevenstaande Memorie van Antwoord geeft de regering enige beschouwingen over de verhouding van het EDG-ver drag tot de grondwet. Zij betoogt, dat er bepalingen in voorkomen, waarbij twij fel gewettigd blijft of zij niet in strijd komen met de regelingen in de grond wet en meent, dat de procedure van artikel 63 der Grondwet gevolgd dient te worden, hetgeen zij bij nota van wij ziging in het ontwerp gebracht heeft. Dit artikel 63 bevat een bepaling, welke bij de jongste wijziging in de Grondwet is gebracht. Indien de ontwikkeling van de internationale rechtsorde het vor dert, kan krachtens dit artikel in een overeenkomst worden afgeweken van bepalingen van de Grondwet. In zodanig geval geschiedt de goedkeuring der overeenkomst niet dan door een uit spraak van de Staten-Generaal met twee derden der uitgebrachte stemmen in elk der kamers. militair-technisch oogpunt de voorkeur verdienen zo alle eenheden van de strijd krachten der in de N.A.V.O. verenigde sta ten van gelijke samenstelling zouden zijn. Dit ideaal is echter ook in de N.A.V.O. niet bereikt. Hoewel de huidige opbouwplannen van de Nederlandse landstrijdkrachten zijn ontworpen, zonder dat rekening is gehou den met de mogelijkheid dat Nederland zou toetreden tot de E.D.G., vormt dit toch geen beletsel voor deze toetreding. Territoriale verdediging Ingeval het eigen territoir door oorlogs handelingen binnen het operationeel ge bied komt te liggen, zullen de daar gesta- tionneerde territoriale eenheden onder de operationele bevelen worden gesteld van de betrokken N.A.V.O.-bevelhebber. Zo nodig zullen bepaalde eenheden met eenheden van andere nationaliteit worden samengevoegd. De regering onderschrijft de mening, dat het voor de continuïteit der geïnte greerde eenheden onvermijdelijk is, dat de duur van verblijf in werkelijke dienst voor eerste oefening vroeger of later wordt geünificeerd. Ten aanzien van de mobilisatie merkt de regering op, dat zolang de buitenlandse politiek der deelnemende staten afzonderlijk wordt gevoerd en niet is opgedragen aan een met beslis singsmacht bekleed supra-nationaal orgaan een beslissing over de mobi lisatie een in wezen politiek besluit voorshands formeel voorbehouden dient te blijven aan de deelnemende staten. Financiële bijdrage Naar de mening van de regering zal ieder nationaal parlement in vrijheid over de nationale bijdrage, zoals deze in de door de raad vastgestelde begroting is vervat, kunnen beslissen. Aan het voorziene stelsel van bijdragen zijn bezwaren verbonden, maar de tijd 'is nog niet rijp dit stelsel te vervangen door financiering van de E.D.G. door middel van gemeenschapsbelastingen. De regering erkent dat er inderdaad grond kan bestaan voor de vrees, dat een uniform bezoldigingssysteem mogelijk zou kunnen leiden tot een optrekken van nationale salarissen. Deze aangelegenheid blijft haar volle aandacht houden. Economische aspecten Wat de aanvaarding van dit verdrag voor de economie van het land betekent, is moeilijk te overzien. Neemt men in aanmerking, dat o.a. de totale militaire markt in de E.D.G. mak kelijker toegankelijk zal zijn voor de Nederlandse industrie, dan thans, dan meent de regering te mogen verwachten, dat het E.D.G.-verdrag voor de Neder landse economie in het algemeen gunstige aspecten inhoudt. Inschakeling bedrijfsleven De critiek volgens welke het bedrijfs leven slechts zijdelings bij de bespre kingen is betrokken geweest, is niet ge heel gerechtvaardigd. Waar de belangen van het bedrijfsleven reeds in dat stadium direct in het geding kwamen, is regelmatig contact onderhouden met de betrokken be drijfstakken. De regering geeft gaarne de verzekering, dat zij deze procedure ook in den vervolge zal voortzetten. ADVERTENTIE Schoterweg 122 - Haarlem - Tel. 12681 APDO-X TELMACHINES Aan het strand te Ostia bij Rome heeft men een soort surrealistisch bouwwerk voor duïkplanken opgetrokken. Machtige trap pen leiden naar de springplanken, die het de zwemmers mogelijk maken van flinke hoogte in het water van de Middellandse Zee te plonzen. Ned. Herv. kerk Beroepen te Bergum (toez.), (2e pred.- plaats), H. Altena te Hindelopen. Aangenomen de benoeming tot vicaris te Harfsen, A. J. Plug, cand. te Hattem. Bedankt voor Oldebroek (toez.) J. v. Sliedregt te Ede. Geref. kerken Aangenomen naar Rotterdam, Joh. P. Boer te Zwartebroek. Examens. De classis Rotterdam heeft geëxamineerd en beroepbaar verklaard de heer L. F. A. Büttieher te Rotterdam, cand. aan de Theol. Hogeschool te Kam pen. Tweetal te Visvliet C. W. de Rui ter, cand. te Nijmegen en H. J. Lugtigheid, id. te Zwolle. Geref. kerken onderh. art. 31 K.O. Examens. Aan de Theol. Hogeschool te Kampen geslaagd voor het prop. exa men de heer K. R. Veenhof te Kampen. Doopsgez. Broederschap Beroepen te Surhuisterveen, A. Zwar tendijk, prop. te Aalsmeer, die dit beroep ook aannam. Geref. gemeenten Tweetal te Scherpenisse, M. Heerschap te Wageningen en A. E. Honkoop, cand. te 's-Gravenhage. Te Woerden, M. Blok te Rotterdam-c. en A. F. Honkoop, cand. te 's-Gravenhage. Beroepen te Meliskerke en te Tholen, A. F. Honkoop, cand. te 's-Gravenhage. Bedankt voor Dordrecht J. W. Kersten te Genemuiden. De minister van Economische Zaken heeft aan de Tweede Kamer een nota ge zonden inzake de nieuwe ontwikkelingen binnen de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. In de nota geeft de minister een beeld van de ontwikkeling van de Europese Ge meenschap voor Kolen en Staal en belicht hij voor zover mogelijk de consequenties voor Nederland. In een slotbeschouwing geeft de nota een samenvatting van de economische ge volgen van de werking van de gemeen schap, voor zover die thans kunnen wor den overzien, wordt de aandacht gevraagd voor de betekenis van de overdracht van nationale bevoegdheden aan de gemeen schap en worden enige indrukken gegeven over de wijze waarop zij tot dusver heeft gewerkt. Kolen In de overgangsbepalingen van het ver drag is voorzien, dat uit het fonds voor de prijsaanpassing, dat bestemd is de aanpas sing van de Belgische kolenmijnindustrie aan de gemeenschappelijke markt te ver gemakkelijken, extra vergoedingen kunnen worden gegeven voor die uitvoeren van Belgische kolen, die door de Hoge Autori teit noodzakelijk worden geacht voor de voorziening in de behoefte van de andere landen der gemeenschap. De extra ver goeding kan 80 bedragen van het ver schil tussen de prijs die franco plaats van bestemming moet worden betaald voor kolen uit die landen en kolen uit België. De minister heeft daarom aan de Hoge Autoriteit verzocht te bepalen, dat met ingang van 1 April aan het Nederlandse brandstoffen-egalisatiefonds 80 zal wor den vergoed van het verschil tussen de prijs, die voor Belgische kolen franco plaats van bestemming moet worden betaald en de prijs voor soortgelijke kolen, geleverd uit andere delen van de gemeenschap. Het antwoord, dat de Hoge Autoriteit op dit verzoek gegeven heeft, is naar het aan vankelijke oordeel van de minister weinig bevredigend. Hij heeft inmiddels stappen ondernomen' de Hoge Autoriteit tot een ander standpunt te brengen. Over het geheel genomen zijn de kosten van import van kolen uit de landen der gemeenschap gedaald. Zeker is dat de kolensituatie in het al gemeen ruimer wordt, waardoor de prijzen een dalende tendens zullen gaan vertonen. Een belangrijke factor in dit verband vormt ook de vraag, in hoeverre de Hoge Autoriteit in staat zal zijn de concurrentie op de gemeenschappelijke markt voor kolen te stimuleren. Staal De minister verheelt zich niet, dat blij kens de ontwikkeling in de laatstë decen nia het streven van de staalindustrieën er eerder op gericht was de vrije concurrentie door onderlinge afspraken uit te sluiten dan om deze te gebruiken. In dit licht valt ook de ongerustheid te verklaren, die in verschillende kringen, mede naar aanlei ding van de onlangs tot stand gekomen prijsafspraak met betrekking tot de export naar landen buiten de gemeenschap, tot uiting is gekomen aangaande de kartel- lisering in de staalindustrie. Mocht dit inderdaad een symptoom zijn van een algemeen streven in deze richting en zou het tenslotte niet meer de Hoge Autoriteit maar de staalindustrie zün die de regels zou gaan stellen, welke de staal- markt in de deelnemende staten beheer sen, dan zou de minister aarzelt niet het uit te spreken de Europese gemeen schap voor kolen en staal een mislukking zijn geworden. Hij is evenwel overtuigd van de vaste wil van de Hoge Autoriteit om ten deze de bepalingen van het verdrag te verwezenlijken. De regering zal de ontwikkelingen in de gemeenschap nauwlettend blijven volgen en zij zal uiteraard niet aarzelen met de middelen die het verdrag haar ter be schikking stelt op te komen tegen ieder handelen of nalaten, dat in strijd is met de letter of de geest van het verdrag, of dat zonder noodzaak afbreuk doet aan de na tionale belangen. De tot dusver met de Hoge Autoriteit opgedane ervaringen ten aanzien van de uitvoering harer taken acht de minister intussen in het algemeen bemoedigend. De indruk,'dat de Hoge Autoriteit beant woordt aan de eisen, waaraan een goed bestuur moet voldoen, wettigt het ver trouwen, dat zij de gestelde taken naar behoren zal volbrengen. Dit houdt intussen niet in dat er niets meer te wensen zou zijn overgebleven. De Nederlandse regering ziet dan ook de verdere ontwikkeling van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal met vertrouwen tegemoet. ADVERTENTIE FRANS VAN DAAIEN - ASSURANTIËN IODEWIJK VAN DEYSSEUAAK 1»*/- HAARLEM Til, 24414 99 Zoals wij eigenlijk wel verwacht haddden, is het kryptogram van de vorige week de meeste lezers te gortig geweest: krijgen wij normaliter ettelijke honderden oplossingen binnen, ditmaal liep de totale oogst nog niet eens in de drie cijfers, waarvan slechts een klein percen tage geheel foutloos was. Daarom deze keer ter compensatie eens een viervoudig magisch vier kant, dat wel niemand hoofd brekens zal kosten. /O De oplossing van het kryptogram was: Hori zontaal: 1 bode, 4 doch, 7 aas (hier hebben wij ook „tal" goed gere kend), 8 tong, 10 Oder, 12 Urk, 13 dra, 14 Ida, 15 week, 17 sneu, 18 netelig, 21 beukt, 22 sabel, 25 ont leen, 28 toss, 30 Tina, 33 aha, 34 sof, 35 meel, 36 Sjef, 37 Ina, 38 naak, 39 asje. Verticaal: 1 Betuwe, 2 dunken, 3 makreel, 5 onding, 6 heraut, 9 ore, 11 Ede, 19 rem, 20 tem, 23 althans, 24 atomen, 25 ossewa, 26 nisjes, 27 saffie, 29 one, 31 noë. /O a 75 1. Toespraak. 2. Plaats in Noordholland. 3. Nevel. 4. Ondervinding. U 5. Bolvormig. 6. Kruistitel 7. Uitgaaf (Eng.). 8. Halfbloed. 9. Rivier in Duitsland. 10. Gewoon. 11. Zangstuk. 12. Opera. 13. Weg met bomen. WINNAARS VORIGE PUZZLE: 1. E. C. JanseKoevoets, Anslijnstraat 51, Haarlem 7.50. 2. T. de Graaff, Bosboom Toussaintlaan 13, Heem stede. 5. 3. C. P. v. d. Bosch, J. P. Coenstraat 6, IJmuiden. 2.50 Een Noorse student had Vrijdagavond in Groningen samen met enkele andere Noren een aardige fuif gehad. Het resultaat was, dat hij na afloop op weg naar zijn hotel de kluts en de weg kwijt raakte. Hij pas seerde een woning, waarvan een raam open stond. Denkend dat hij reeds bij zijn hotel gearriveerd was, klom hij het raam binnen en legde zich op de grond naast een bed, niet begrijpend waarom dit reeds werd beslapen. Op zeker moment schijnt hij het koud gekregen te hebben, waarom hij aan de dekens trok, die op het bed la gen. Een gil volgde, waardoor de Noor zich realiseerde dat hij verkeerd was. Hij sprong het raam uit en zette het op een lopen. De politie trof hem later in een zijstraat. Zij nam het geval nogal sportief op en bracht de Noor naar zijn hotel terug, waar hij spoedig in diepe rust verzonken lag. Zijn pijp vond zij later terug in de kamer. De Dordtse recherche is overgegaan tot de arrestatie van twee Sliedrechtenaren, beide firmanten van een vleeswarenfabriek, die gevestigd is op het terrein van de ge meentelijke slachtplaats in Dordrecht. Ook is aangehouden een Dordtenaar die be drijfsleider van deze fabriek is. Zij worden er van verdacht, voorwaardelijk goedge keurd vlees, dat bestemd was om na steri lisatie in hun fabriek te worden verwerkt, tot worst en andere vleeswaren, in de han del te hebben gebracht in hun slagerijen te Sliedrecht en Zwijndrecht. De Dordtse politie stelt op het ogenblik een uitgebreid onderzoek in. De Sociaal-Economische Raad heeft in zijn laatste vergadering voor het zomer- recès het advies tot instelling van een be drijfschap voor het schoenherstellers-, het maatschoenmakers- en het orthopaedisch schoenmakersbedrijf goedgekeurd. Zes le den stemden tegen. Ook het advies tot instelling van een be drijfschap voor de détailhandel in sterk- alcoholische dranken en wijnen leidde tot een uitgebreide discussie. Het werd ten slotte in stemming gebracht en aangenomen met 20 tegen 14 stemmen. Zonder hoofdelijke stemming werd ten slotte goedgekeurd het advies tot instelling van een bedrijfschap voor het slagersbe- drijf. Cyril Connolly, Ideas and Places - Weidenfcld and Nicolson, Londen. „Hoe meer boeken wij lezen, hoe eerder wij zien dat de ware functie van een schrij ver is het voortbrengen van een meesterwerk, en dat geen andere taak van enige betekenis is", zo begint The Unquiet Grave, Cyril Connolly's onverdraaglijke en magnifieke boekje van gedachten en verbeeldingen. Zijn klacht over zichzelf is, dat hij het meester werk niet geleverd heeft en het ook nooit leveren zal, maar die voldoet niet als een verklaring van zijn gevoel van mislukking. Duizenden hebben het uitblijven van zo'n product lichter opgenomen, althans zijn geen Connollys geworden. Daar moet tegenover gesteld worden, dat weinigen van hen er zo na aan toe geweest zullen zijn. Beter dan Connolly, duidelijker en krachtiger en sug gestiever, kan men niet wensen te schrijven; maar in plaats van het uiteindelijke meester schap is er het beklemmende gevoel van falen, dat zich voortdurend aan de lezer meedeelt en dat het gebruik van het woord onverdraaglijk rechtvaardigd, zelfs al kan men er tenslotte toch nog wel tegen. „Our local expert in self-dislike", noemde een Engelse criticus Connolly een maand of •vat geleden voor de B.B.C. in een bespre king van Arthur Koestler's autobiografie. Koestler's „zelf-afkeer" werd toen geweten aan zijn ballingschap, die het hem onmoge lijk maakte iets in zichzelf zonder vragen te aanvaarden; zo kan men Connolly ook een balling noemen, maar geen ruimtelijke: des noods kan men zeggen dat hij uit de 18e eeuw verjaagd is, als men er bij bedenkt dat de 18e eeuw die hem na aan het hart ligt een privé-eeuw van hem is. Het is dan ook beter te zeggen dat hij verbannen is binnen zijn eigen verbeelding; aan het leven zoals het zich aan hem aanbiedt kan hij niet raken, en daar schrijft hij ook niet over. Hoe afschuwlijk moet het leven zijn van hen die niet geheel in de verbeelding leven, zegt hij ergens; alsof niet pas in de verbeelding is de vraag naar het al of niet afschuwlijke gesteld wordt. Het is onder deze omstandigheden niet verwonderlijk als Connolly in het voorwoord tot Ideas and Places dat hij zich soms heeft afgevraagd of zijn sombere beschouwingen over de positie van de litteratuur in Engeland wel enige overeenstemming vertoonden met de feitelijke situatie; en bijna roerend dat zijn boek een complete verzameling antwoor den bevat van Engelse schrijvers op een enquête inzake het zeer concrete onderwerp van hun financiële toestand en wat daaraan te doen is. Hoewel die antwoorden een trieste indruk nalaten, is de stemming ervan totaal anders dan de boze-droomatmosfeer van Connolly's eigen beschrijving. (Dylan Tho mas: Hoeveel geld een schrijver nodig heeft hangt er, zoals vanzelf spreekt, van af hoe veel hij wil kopen; Connolly: Ik heb het ge voel dat onze enquête nog maar één of twee uiterlijke symptomen aan het licht heeft ge bracht van de gecompliceerde ziekte van onze cultuur en onze tijd). Niettemin bevat Ideas and Places stukken die briljant gedacht en geschreven zijn. Het gaat niet over Connolly's persoonlijke pro blemen: de stukken zijn voor het merendeel artikelen uit zijn maandtyad Horizon, dat in 1939 is opgericht en het tien jaar heeft uit gehouden. Zijn ervaringen met dit blad rechtvaardigen zijn somberheid wel eniger mate. Dat het enige litteraire tijdschrift in Engeland nooit 10.000 abonné's heeft gehad, en na de oorlog zelfs een niet al te veel lager gelegen cijfer alleen kon behalen dank zij toenemende belangstelling in Amerika, is vrij treurig; als belangwekkende bijzon derheid kan vermeld worden dat de univer siteitsstad Cambridge 12 exemplaren per nummer afnam. Deze toestand schokte Con nolly, overtuigd niet zozeer van zichzelf als van de kwaliteit van wat hij in Horizon publiceerde, alleen in zoverre dat zij hem bewees dat het slecht gesteld was met het Engels lezende publiek; van tijd tot tijd zette hij daarom zijn lezers, en nog meer zijn niet-lezers, krachtig op hun plaats. Een speciaal hard woord had hij dan voor de auteurs van afgewezen bijdragen; die schrijft hij allen bijzonder giftige gevoelens toe. Deze tirades tegen de lezers zijn lang niet slecht, maar zij worden overtroffen door de minder persoonlijke uitbarstingen over het na-oorlogse Engeland. „Londen, nu de groot ste. verdrietigste en vieste der grote steden met zijn kilometers ongeschilderde half- bewoonde huizen, zijn vleesloze restaurants, zijn bierloze café's, zijn dandies in bal lingschap, zijn antiek in Amerikaonder een voortdurend lage wolkenlucht, grauw als een pannedeksel." In enige gevallen ko men uit zulke stemmingen uitvoerige fan tasieën voort, zoals het verhaal van een denk beeldige jonge Amerikaanse auteur die voor het eerst in Londen komt, en een droom over een Amerikaanse millionnair die zich het lot van de litteraire critici gaat aantrekken. In het eerste van deze twee stukken wordt het feit dat bijna alle Engelse auteurs tegen woordig uitgevers of redacteuren zijn vervat in het merkwaardige beeld „De koe bedient in de melkwinkel". Intussen is het boek niet geheel op deze manier gevuld. Er is een aantal beknopte reisverslagen, waarvan vooral dat over Amerika zo al geen meesterwerk, dan toch een meesterlijk stuk proza is. Er zijn ver der een paar critische artikelen, een over het surrealisme en een over het elegische temperament, die Connolly op zijn allerbest laten lezen, enthousiast en kristalhelder, op het terrein waar hij, anders dan in het Britse openbare leven, een dominerende figuur is. Deze stukken zouden in een met meer litte rair purisme samengestelde- bundel horen te staan, als het niet was dat Ideas and Places zoals het nu is juist een goede indruk geeft van Connolly in zijn Horizon-tijd; het zou jammer zijn als men hier niet kon zien uit naam waarvan hij eigenlijk critiseert, en hoeveel recht van spreken hij wel heeft. Het boek is niet geschikt voor hen die alles wat gedrukt staat letterlijk opvatten, en die na lezing het leven niet langer de inspanning waard zullen achten; voor anderen wordt een lichte besmetting meer dan ongedaan ge maakt. S. M. ADVERTENTIE Uitslag prijsvraag Nutricia-Koffiemelk (Flora-tentoonstelling) Antwoord 1; Het aantal flesjes Is 704 Antwoord 2: Het vetgehalte van Nutricia-Koffiemelk is 10o/0 Hoofdprijswinnares: Mej. L. M. v. d. Wei Kerkstraat 5 Strijen Aan deze, alsmede aan alle overige prijswinnaars zijn de prijzen inmiddels toegezonden. Ook de volgende week hebben er bespe lingen plaats op het Flentrop-orgel in de Brouwerskapel van de Grote Kerk. Een bij zonder programma werken van de Ame rikaanse componisten Seth Bingham, Ri chard Donovan, Philip James, Walther Piston, Edmund Haines en Leo Sowerby kan men op Dinsdagmiddag 7 Juli be luisteren. Het wordt uitgevoerd door Will Abraham, stadsorganist te 's-Gravenhage. Maandagmiddag vertolkt W. van der Born uit Renkum composities van Swee- linck, Buxtehude, Bach, Bijster en anderen. Op Woensdag 8 Juli kan men luisteren naar de Heemsteedse organist A. G. M. Nelissea,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1953 | | pagina 10