Het Huis
Aalsmeer, centrum van hard zaken doen
èn van frisse ontspanning
Waar koningen en kooplieden klanten zijn
Ons kabouterorkest
i«|»liNl«|^ - r-
<4 s
lo^nXjes
van haar Dromen
ZATERDAG 4 JULI 1953
4
■Hfeit#
■M
■MM
4
Volijverige V.V.V.
FEUILLETON
door Dorothy Quentin,
Waar is Piepje?
W at er sportcentrum
„Joh. v. Oldenbarnevelt"
gisteravond vertrokken
Examens
boos. Het keek met nijdige groene ogen
naar het jongetje en toen die op de loop
ging, zette het hem na. Hij holde en
holde en- holde, maar struikelde over het
gras dat glibberig was van de regen. Hij
schreeuwde en hoorde de vijf poten van
het schaap vlak bij zich op de grond
stampen. „Help, help," gilde hij.
„Hé, jongen, wat is er?", riep iemand.
„Het schaap, het schaap," riep hij en
wees met'een uitgestrekte vinger naar
het schaap, dat opeens verschrikt weg
holde.
„Dat is een heel gewoon, dom schaap.
Dacht je, dat die je iets zou doen?", zei
die iemand.
Het jongetje wreef zijn ogen uit: die
iemand was een boer in zijn Zondagse
pak en dat schaap was een gewoon
schaap met vier poten.
„Ik heb, geloof ik, gedroomd," zei hij
verlegen.
„Je lag zo maar in de regen te slapen,"
lachte de boer. „Je zult wel koud zijn
en honger hebben, kom maar gauw mee
naar de boerderij."
Toen het 'jongetje even later achter
een stapel boterhammen zat, nam hij het
besluit om nooit meer te vragen om ijs
jes met tien smaken, reisjes'van een
dag naar tien plaatsen en autopeds met
wonderen er op. Hij begreep wat zijn
vader bedoeld had: al die dingen bestaan
niet, net zo min als een schaap met vijf
poten bestaat!
Kabouter Dikzak speelt op de grote
hoorn. Poes Miauw is er in gekropen,
om eens te horen, of er ook vals ge
speeld wordt.
Van links naar rechts:
2.
3.
5.
8.
9.
10.
familielid.
afkorting van stoomschip.
eet je veel met Pasen.
binnen.
voegwoord.
linnen huisje.
Van boven naar beneden:
1. staat achter deze kip.
2. kookt moeder eten in.
4. Heilige.
6. Kippenloop.
7. loot.
De hele Nederlandse en ook een flink deel van de buitenlandse pers meldde enige tijd
geleden, dat de Sjah van Perzië ter gelegenheid van zijn huwelijk een enorme partij
bloemen uit Aalsmeer had besteld. Alleen de Aalsmeerse nieuwsbladen namen dat
bericht niet op. Want, redeneerden de Aalsmeerders, waar zou die Sjah z'n blommen
anders vandaan moeten halen? Ziedaar een voorbeeld van de onverstoorbare gemoeds
rust waarmee men in Aalsmeer dergelijke gebeurtenissen beschouwt en op de Aals
meerse veilingen baart de aankoop van een indrukwekkende bloemenweelde voor
een kroningsfeest even weinig opzien als een transactie over tien gloxinia's die
Jan Louwers uit de Veldloopstraat aan de man zal brengen. Eén ding is zeker:
wie voor het eerst een bezoek brengt aan een van de twee grote Aalsmeerse veilingen,
„Bloemenlust" of de „Centrale", is voor goed genezen van het waandenkbeeld dat
bloemen iets met poëzie of tedere stemmingen te maken zouden hebben. Wel met
techniek en met economie, met koopmanschap en handelsrekenen. Het grootse
hallencomplex, dat de bouwmeester wijlen J. F. Staal schiep, kan als de uitdrukking
van allerlei zaken worden opgevat, maar niet van bloemen.
Terwijl wij een rondgang maakten door
de weidse ruimten van staal, beton en
glas drong zich een andere vergelijking
onweerstaanbaar aan ons op: die met een
slachthuis. Voor de vier of vijf tribunes
met gegadigde handelaren in schoonheid
iolden uren achtereen, de een na de an
der de lorries binnen met rozen, anjers,
hortensia's, salvia's, seringen, azalea's en
wat al niet meer, hetzij snijbloemen, hetzij
potplanten.
Het kan best zijn, dat in bovenstaande
vluchtige opsomming gewassen voorko
men, waarvan men zegt: „Die bloeien nu
toch niet", maar dat bewijst alleen maar,
dat degenen die dat opmerken nog nooit
in Aalsmeer zijn geweest, want daar kan
alles.
Er zijn duizend kwekerijen in de ge
meente, maar het woord zou wellicht be
ter te vervangen zijn door de omschrij
ving bloemenindustrie of iets dergelijks.
Het is misschien wel eens goed om
deze dingen met enige nadruk te stellen,
omdat het wel merKwaardig is, dat de
huitenlanders blijkbaar meer inzicht in
net belang van Aals neer schijnen te heb
ben dan de Nederlanders. Vandaar dan
ook dat tegen iedere landgenoot die het
land der kassen bezoekt er zes of zeven
vreemdelingen komen.
Bovendien schijnen oude legendes een
lang leven beschoren te zijn: in de jongste
druk van de Winkler Prins kan men nog
lezen dat Aalsmeer bekend is door zijn
....aardbeien. Burgemeester dr. D. H.
Feereboom Voller, die niet afkerig is van
9
ip:
-V
y>m
:f-:V
f'i
r
- - e
O
de ironiserende scherts, verklaarde deze
curiositeit uit het feit, dat zij in de vorige
druk van Nederlands bekendste encyclo
paedic ook al voorkwam
Het moet gezegd worden, dat alle mis
verstanden over de betekenis van Aals
meer een goede kans lopen binnen afzien
bare tijd te verdwijnen, dank zij de grote
activiteit die de Vereniging voor Vream-
delingenverkeer aan de dag legt.
Bij ons bezoek werden wij tenminste
voorzien van een map vol cijfers en feiten
van dat kassenland.
Zo vernamen wij dat de twee veilingen
tezamen een oppervlakte van meer dan
twintigduizend vierkante meter beslaan en
dat de jaarlijkse omzetten de twintig mil-
lioen reeds ver hebben overschreden.
Vijftig millioen rozen, evenzoveel anjers,
tien millioen takken seringen en vier mil
lioen potplanten per jaar: Ziedaar enkele
détails van deze omzet, die zijn weg vindt
over de gehele wereld en dus ook als de-
viezenbron belangrijk is.
Die veilingen zijn een bezoek meer dan
waard, er zijn gidsen beschikbaar die u
enigermate wegwijs pogen te maken in dat
wonderbaarlijke bedrijf, waar door middel
van een lichtsignaal, een nerveus trillende
wijzer en voor de buitenstaander volsla
gen onverstaanbare machtsspreuken bloe
men tegen harde duiten worden omge
wisseld.
Wie de illusie van de bloem
als uitdrukking van schoonheid
wil hervinden, kan overigens in
Aalsmeer toch ook wel terecht,
maar dan voert zijn weg naar de
kwekerijen of naar het seringen
park, door een dijk gescheiden
van de glaszee. Het is, zegt Aals
meers burgemeester, een weten
schappelijke verzameling in een
aesthetische groepering, typerend
voor Aalsmeer en aantrekkelijk
voor kenner en leek.
Over dat seringenpark valt
heel wat meer te vertellen en dat
zullen we later nog doen.
Het Aalsmeerse Bloemencorso,
dat in 1948 bij de kroning van
Koningin Juliana werd ingesteld,
is in enkele jaren een ge
beurtenis van formaat ge
worden.
Niet minder dan 28 buurt
schappen zijn wekenlang in
de weer, cijferen, overleg
gen en zwoegen aan de
praalwagens die zij opbou
wen. Evenals in de bollen
streek het geval is, werken
de Aalsmeerders ieder jaar
onder een bepaald motto,
waaraan alle deelnemers
hun inspiratie dienen te
ontlenen.
Voor dit jaar is gekozen
„Juliana Regina" en het re
sultaat van alle inspanning
zal op 11 September te zien
zijn in Aalsmeer. De vol
gende dag zal de kleurige
stoet naar Amsterdam trek
ken, waar hij, zoals ieder
jaar, deel uitmaakt van een
sprookjesachtig bloemenspel
in het Stadion.
De Aalsmeerders maken
van die gebeurtenis een heel
feestje, dat al op 28 Augus
tus begint met een kan
het anders in dit
dorp waar de handel
zo'n ereplaats in
neemt winkeliers-
beurs. Op 4 en 5
September heeft te-
Er was eens een jongetje, dat altijd
meer wilde dan je hebben kan. Als hij
een ijsje mocht kopen, wou hij er één
dat tegelijk naar frambozen, citroen,
banaan, sinaasappel en chocolade
smaakte. Als hij met zijn vader en moe
der een dagje bp reis ging, wou hij tege
lijk naar Zandvoort, Amsterdam, Sche-
veningen en Maastricht.
En toen hij met zijn verjaardag een
autoped vroeg wou hij er één met een
motor en een terugtraprem en een zeil
er op, waarmee je tegelijk varen en
vliegen kon.
„Weet je wat jij wilt?", zei zijn vader
toen hij weer eens zoiets onmogelijks
had gevraagd, „jij wilt een schaap met
vijf poten."
„Een schaap met vijf poten?" De mond
van het jongetje viel open van ver
bazing. Dat vond hij nog eens iets, dat
moest hij zien! De hele week dacht hij
na over het schaap met vijf poten. Hij
kon er haast niet van slapen. En 's Zon-
dagsmorgens kon hij het niet meer uit
houden.
Heel vroeg al stond hij op en wandel
de hij door de stille straten de stad uit.
Helemaal in zijn eentje liep hij tussen
de weilanden door. De koeien keken
hem dromerig na en het leek wel of dat
paard daar ginds een beetje verbaasd
was. En daar waren de schapen ook.
Toen het jongetje over de sloot was ge
sprongen en op ze afkwam, holden ze
met stijve sprongetjes bij hem vandaan.
Het jongetje liep naar het midden van
de wei en ging in het gras zitten. De
schapen zagen wel dat hij hun geen
kwaad wilde doen en gingen rustig door
met grazen.
Maar hoe het jongetje ook keek en
keek en hoe vaak hij ook telde, ieder
schaap had vier poten. Hij wachtte en
wachtteHet werd heel warm in de
wei en het jongetje ging op zijn rug naar
de shapen liggen kijken. Toen hij dacht
dat hij het schaap met vijf poten van
daag wel niet zou zien, voelde hij opeens
de adem van een dier vlak boven zich.
Het was een schaap. Voor hij iets zeg
gen kon, begon het schaap te praten: „Je
wou mij hebben, is het niet?"
Vier kuikens van drie weken,
van pas drie weken oud,
Idie hadden me een streken,
zó stout, zo stout, zo stout!
Ze waren weggelopen
van moeder Tok, de hen,
en door het gaas gekropen
van onze kippenren.
Een hond hoorde ze piepen
en blafte: waf, waf, waf.
Die kuikentjes, die liepen!
Die hond kwam op ze af.
Eén duikelde in 't water,
één in een diepe kuil,
één stuitte op de kater,
één viel in een hoop vuil.
Ze piepten wat ze konden,
toen kwam mijn vader net;
die heeft die vier gevonden
en weer in 't hok gezet.
Niet eentje van hun allen
loopt ooit meer uit de ren:
't is ze niet goed bevallen
die reis zonder de hen.
MIES BOUHUYS.
vertaald uit het Engels
18)
„Ik ben helemaal niet zo welopgevoed en
ik dacht helemaal niet aan uw eventuele
bedoelingen.... Maar het lijkt me, dat u
niet goed in rekenen bent!"
„Dat is inderdaad waar", gaf hij toe:.
„Hoé lang zou ik niet moeten doen over
de afbetaling van enkele jurken uit juf
frouw Clair's zaak", zei Elsie. „Bovendien
kunnen kleren me niet veel schelen, ik
koop liever boeken".
„Blauwkous!" Hij lachte plagend, maar
enigszins ontstemd antwoordd ze snibbig:
„In ieder geval zult u van mijn uiterlijk
geen last hebben en ik neem aan, dat uw
huishoudster geen aanstoot zal nemen aan
de eenvoudige kleren, die ik draag".
Mark streelde zwijgend de kat Orlando.
Na enkele ogenblikken zei hij zacht: „Heb
je gehuild? En staan er op dit moment
Het jongetje keek het verbaasd aan.
„Kun jij praten?", vroeg hij.
„Ik kan nog veel meer dan dat," zei
het schaap. „Ik ben het schaap met vijf
poten."
Met een schok kwam het jongetje over
eind en warempel: tussen de vier poten
die elk schaap heeft, zat nog een vijfde.
Het was een wonderlijk gezicht, veel
wonderlijker nog dan het jongetje ver
wacht had.
„Ga met me mee," vleide hij, „of laat
mij bij jou blijven."
„Het laatste," zei het schaap met vijf
poten. „Kom maar, dan zal ik je laten
zien, hoe ik leef."
Ze gingen samen op pad. Onderweg
kwamen ze een heleboel mensen en kin
deren tegen/ die uit wandelen gingen.
Maar weet je wat het vreemde was? Als
ze de mensen tegenkwamen of inhaal
den, leek het net of ze alleen dat jon
getje zagen en het schaap met vijf poten
niet. Gek, want het was toch juist zo'n
vreemd gezicht om het te zien lopen! Het
jongetje kon zijn vraag niet meer voor
zich houden.
„Waarom kijkt er niemand naar je?",
vroeg hij. Het schaap lachte.
„Ik besta immers niet," zei het. Het
jongetje was zó verbaasd, dat het niet
verder vroeg.
Hij dacht trouwens veel meer aan zijn
lege maag, want hij had honger. „Heb
je niet iets voor me te eten?", vroeg hij.
„Nee", zei het schaap, „ik eet nooit."
Het jongetje was nog veel meer ver
baasd. „Heb je dan nooit honger?",
vroeg hij.
„Natuurlijk niet," zei het schaap, „ik
besta toch immers niet."
„Word je dan ook nooit moe?", vroeg
het jongetje, want hij begon zijn voeten
te voelen.
„Ik besté niet," zei het schaap onge
duldig. Het jongetje sjokte maar weer
voort. De zon was verdwenen en aan de
lucht kwamen donkere wolken. Even
later stroomde de regen neer. „Laten we
even schuilen," riep het jongetje, „ik
wordt kletsnat."
„Ik niet,' zei het schaap, „want ik be
sta niet."
„Maar ik wel," riep het jongetje, „en
ik wil schuilen."
„Je hebt gevraagd om met me mee te
mogen," zei het schaap met vijf poten,
„nu móet je wel."
Moe, hongerig en druipend van de
regen strompelde het jongetje achter het
schaap aan. Hij kón niet meer. „Heb je
geen huis, of een stal waar je thuis
hoort?",, huide hij. „Is er geen boer die
je baas is?"
„Welke boer wil een schaap dat niet
bestaat?", grinnikte het dier. „Ze zijn
verstandiger dan jij. Jij wou toch een
schaap met vijf poten?"
„Nee," schreeuwde hij, „nee, ik wil het
niet meer, nooit meer. Schiet op, laat
me met rust." Toen werd het schaap
Moeder eend zoekt Piepje, het eende
kuiken. Welke weg moet zij gaan om
hem te vinden?
weer tranen in je ogen? Ik kan zeldzaam
onhandig en tactloos zijn en het wordt er
door deze toestand met mijn ogen niet be
ter op. Maar ik heb stellig niet de bedoe
ling je te grieven, weet dat!"
„Hoe merkt u, dat ik gehuild hebt",
fluisterde ze beschaamd. „Ik huil haast
nooit, slechts een heel enkele keer wordt 't
me te machtig".
Hij glimlachte. „Ik merkte het aan je
stem. Mijn beste Elsie, trek je in vredes
naam niets van mij aan. Er zullen nog
heel wat momenten komen, dat ik je tot
tranen zal orengen, maar doe vooral één
ding niet: loop niet weg! Ik kan je nu een
maal niet achterna lopen, zonder het risico,
dat ik mijn nek breekEn denk vooral
niet, dat ik het belangrijk vind, wat je
aan hebt, omdat ik je voorstelde enkele
jurken te kopen bij Yvonne".
„Hec vervelendste vind ik, dat juffrouw
Yvonne mij niet uit kan staan", zei Elsie
langzaam. Ik wil geen strijdpunt tussen
u beiden worden.Juffrouw Clair vindt
mij te jong en te gewoon en denkt, dat
ik het werk bij u niet aan zal kunnen".
Mark fronste. „Je wordt mijn secre
taresse, niet die van Yvonne", zei hij met
nadruk.
„Dat weet ik", antwoordde Elsie, en
haar stem klonk verdrietig. „Maar er moet,
hoe dan ook, toch een prettige verhouding
komen tussen u en juffrouw Clair en mij.
En ziet u, juffrouw Clair gaf me opeens
het gevoel, dat ze gelijk had. Ik behoor
niet tot.... uw wereld, meneer Hilary. Ik
ben niet gewend om in grote hotels te ver
keren en met dure mensen om te gaan, en
ik ben nog nooit in een groot, mooi bui
tenhuis geweest
■Mark zweeg even. Hij vond het moeilijk
de juiste woorden te vinden om dit gevoe
lige jonge kind gerust te stellen.
„Laat je vooral niet van de wijs bren
gen, Elsie", zei hij tenslotte ernstig.
„Misschien zijn we niet helemaal tact
vol geweest in elk opzicht, maar bedenk,
dat Yvonne zich erg zenuwachtig maakt
over mijn toestand en daardoor uiterst
prikkelbaar is. Ze stond direct klaar om
me hierheen te brengen, omdat ik een en
ander met jou recht kon zetten", voegde
hij er niet geheel waarheidsgetrouw aan
toe.
„O", zei Elsie, terwijl ze haar best deed
zich Yvonne met gevoelens van spijt voor
te stellen.
Opeens lachte Mark hardop. „O, Elsie,
als je mijn buitenhuisje en mijn vrienden
daar maar eerst ziet! Ik kan je verzekeren,
dat ik me daar niet in dure kringen be
weeg. Mijn vrienden zijn meest ex-RAF-
piloten. Je hebt me hier werkelijk in om
standigheden gezien, die niet helemaal bij
me passen. Ik haét luxe hotels maar het
hotel, waar ik logeer, paste nu eenmaal
in Yvonne's plannen en ik geef toe,
dat een modezaak, als Véronique, ieder
normaal mens enigszins van zijn stuk zou
brengen. Maar je moet bedenken, lieve
kind, dat ik een hardwerkende schrijver
ben, en zodra we op Willows zijn, gaan
we aan 't werk. Annie houdt bovendien
niet van wereldse fratsen".
„Ik ben blij dat te horen", antwoordde
Elsie. Haar stem klonk warm en ze maak
te er zich een verwijt van, dat ze zo
zwaartillend was geweest. „Het spijt me,
dat ik me zo heb laten gaan. Sir Leo zegt
altijd, dat het Snobisme van de armen nog
dommer en erger is dan dat van de rij
ken".
„Ik ben bovendien helemaal niet rijk",
merkte Mark met een glimlach op. „Wie
is die bron van wijsheid, die je Sir Leo
noemt?"
In 't kort vertelde ze hem iets over haar
oude vriend en beschermer. Ze was er zich
niet van bewust, dat ze Mark hiermee een
duidelijk beeld gaf van haar jeugd in het
weeshuis en haar karakter. Hij was een
goed luisteraar en vele dingen werden hem
duidelijk. Elsie was geen modern meisje,
dat roken en drinken en uitgaan belang
rijk vond. Ze gaf weinig om kleren en
hield van buitenleven en boeken. Haar
ideaal was: schrijfster te worden
Wonderlijk was 't, dat hij tegen dit meisje
aan was gelopenHij glimlachte bij
haar enthousiaste bescnrijving van Sir
Leo. Ongetwijfeld een man van fijne
smaak en grote ontwikkeling.
Mark voelde zich gesterkt in zijn over
tuiging, dat hij met Elsie een goede keuze
had gedaan.
„Ben je wel eens bij hem thuis geweest?"
vroeg hij.
„Nee.... er was daartoe nog geen ge
legenheid", antwoordde Elsie. „Begrijpt u,
Sir Leo woont in Dorset, en hij kon mij
moeilijk mee naar zijn huis nemen, toen ik
nog in het weeshuis was hij was regent
van het weeshuis en het zou een beetje
vreemd geleken hebben
Mark knikte begrijpend. Hij was Sir
Leo er dankbaar voor, dat hij dit fijne, ge
voelige kind zo'n goede opvoeding gegeven
had. Hij was er stellig van overtuigd, dat
Elsie deze extra zorg ten volle waard was.
„Sir Leo is héél fair", voegde Elsie er
aan toe. „Hij gaf ook andere kinderen spe
ciale kansen. Zijn vrouw is al jaren ziek en
daarom nodigde hij waarschijnlijk nooit
één van ons bij hem thuis uit Bovendien
is Dorset niet bepaald in de buurt".
Van Willows is Sir Leo niét zo ver ver
wijderd, dacht Mark, maar hij zei niets.
Hij lachte en stond op. „Ik geloof, dat ik
beter kan maken dat ik wegkom, voordat
die juffrouw Brown terugkomt", zei hij
vrolijk. „Ik heb begrepen, dat ze niet ge
steld is op mannelijke bezoekers. Zou je
me terug willen rijden naar het hotel? Of
zal ik een taxi nemen en iemand anders
de wagen laten halen?"
„Natuurlijk breng ik u. Ik zal even een
mantel aan gaan doen".
Rustig en met veel meer zelfvertrouwen
dan voorheen reed Elsie Mark naar zijn
hotel terug. Toen ze voor het hotel stil
hielden, zei Mark: „Hartelijk bedankt. Wat
denk je, zou je Maandag a.s. mee naar
Devon kunnen rijden?"
„Ja.... natuurlijk", antwoordde Elsie,
vens het Jeugdcorso plaats, waarin de
Aalsmeerse jongeren kunnen tonen dat zij
reeds de voetsporen der ouderen drukken.
Intussen zouden wii schromelijk te kort
schieten indien wij een niet minder be
langrijk facet van Aalsmeer onvermeld
lieten, en zeker in deze warme dagen:
namelijk dat van watersportcentrum.
Heeft men een uurtje over, men wandele
lsngs de Westeinderplassen tot Kudel-
staart, waar de heer Kersken u gaarne zal
ontvangen in zijn rustieke Jachthaven.
Men kan ook een tochtje met een rond
vaartboot maken over Grote en Kleine
Foei, langs de romantische kreekjes en
het wuivend riet. De gids zal u dan on
getwijfeld met gerechtvaardigde trots ver
tellen, dat de Grote Poel het mooiste wed
strijdwater van Nederland bevat, zes kilo
meter lang.
En hij heeft nog gelijk ook. Want waar
om zouden er anders ieder jaar tweedui
zend watersportenthousiasten naar Aals
meer komen?
Na reparatie in recordtijd door
Alachinefabriek „IJmuiden"
Nagewuifd door honderden toeschou
wers op de Kanaaldijk en later bij de
Noordersluis is de Johan van Oldenbarne-
velt van de Maatschappij Nederland, die
gistermorgen moest terugkex-en wegens
een defect aan de vriesinstallatie, op weg
naar Nieuw Zeeland gisteravond om elf
uur vertrokken. Uit het gehele land -er
waren wagens uit Zeeland en Groningen
kwamen de familieleden van de 1440
emigranten naar de Kanaaldijk om elkaar
nog even te zien en gedag te zwaaien.
Ook 's avonds was het daar een gezellige
drukte, waardoor verschillende ijsventers
heel wat te doen kregen. Hoewel velen
hebben getracht aan boord te komen, is
dit niemand gelukt. De douane bleef on
verbiddelijk en liet alleen het personeel
van de Machinefabriek IJmuiden, dat be
last was met de reparatie, toe.
De reparatiewerkzaamheden hebben
vooral zo'n vlot verloop gehad doordat de
werkboot van de machinefabriek het
scheepie met de gele kajuit en het woord
„Repairs" op de boeg een mobilofoon
aan boord had. Instructies en opdrachten
konden dus van de werkboot, die naast de
Johan van Olclenbarnevelt lag, direct wor
den doorgegeven naar de machinefabriek,
waar druk werd gewerkt. Gelukkig heeft
men geen tegenslag ondex-vonden, zodat
het werk in recordtijd twaalf uur
gei-eed is gekomen. Om vijf voor tien gis
teravond ging het personeel van de ma
chinefabriek dat ongetwijfeld een pluim
vex-dient van boord. Om kwart voor elf
waren de ti-ossen los en namen twee sle
pers van rederij Goedkoop de „Johan van
Oldenbarnevell" mee naar de sluis.
Lorentzlyceum
Voor het eindexamen HBS-A aan het
Loi-entzlyceum zijn geslaagd: H. G. van Buu-
ren; J. T. ter Haar; D. van Heest; E. Lau-
werens; Chr. G. Schut; G. Stapel; F. G. Te-
kelenburg; J. J. Valkhoff; M. de Vx-ies; A.
J. Wijtsma.
Voor het eindexamen Gymn. a; W. C.
Bergisch.
De examens zijn geëindigd.
IIBS b
Aan de Hogere Burgerschool b met vijf
jarige cursus (Zijlvest 27) zijn geslaagd
voor het eindexamen: mej. J. C. van Boldrik,
mej. M. M. Breebaart v. Swaencnburgh; mej.
E. Breekland; D. H. Crum; J. F. van Emme
rik; E. C. Evers; J. Hupkens; mej. E. M.
Korver: E. R. Planteydt; B. D. Schalkwijk;
A. F. W. van den Berge; J. C. v. Delden; H.
van Gelder; D. van der Heijden; D. B. de
Mink; J. Oepkes: A. P. J. Piekhaar; F. F.
Schansman; A. Sengalrayan; H. A. Stox-k;
HBS-B 5 j. c.
Groep I: 1. J. Beverdam; A. L. Broek
huizen; H. Damen; J. Felix; L. Hamstra; W.
M. van der Koog; A. J. Kortcweg; W. A. F.
Ki-aak; H. Lohuis; J. P. de Ruig; R. A.
Toornend.
Groep II: C. Verhoef; H. E. Waisvisz; D.
de Zaayer; R. P. Smtis; L. van Veenendaal;
T. A. Weber; M. L. C. de Vries; J. C. Wal
ter; W. van der Veei\
Jac. P. Thjjsse Montessori-lyceum
Geslaagd voor het eindexamen HBS-B: de
heren G. S. van Boetzelaer; E. A. Das; J. de
Haas; R. J. van Holthe; A. Tj. G. van der
Ley; H. P. Post; P. C. H. Tirion en de dames
M. E. de Gx-aaf; II. N. L. van Riemsdijk.
MULO-diploma
Voor het MULO-diploma a zijn geslaagd:
P. H. E. Tel, T. de Haas, B. van Tongeren,
P. H. Lampink, .T. Soft, E. N. Hodde, H. G.
M. Hoogland, S. I. de Jong, G. M. H. Halder-
man, S. van Hamburg en H. van den
Bx-oecke. Voor diploma B zijn geslaagd: J. T.
Res, W. Kint, H. J. Hermens. L. de Pagter, S.
Buizert, A. I. M. de Reus, D. N. J. Vos, H.
G. Marsman, F. J. van Kampen, J. Slootweg,
O. Slootweg, A. J. van Rede, C. Wals, A.
Nijkamp, R. W. L. Brinkhorst.
die opnieuw het gevoel had, dat ze droom
de en Maandagmorgen wakker zou wor
den in de kille realiteit van juffrouw Car-
michael's klas, tussen haar medeleerlingen
met ratelende schrijfmachines.
„Dat is dan afgesproken", zei Mark.
„Het lijkt me 't beste om vroeg te ver
trekken. Zullen we zeggen: negen uur? Er
liggen kaarten in dat vakje daar. Als je
die mee wilt nemen om gedurende het
weekend de route te bestudex-en, ga dan je
gang. De weg is aangegeven met rood".
„Graag, ik zal de kaarten meenemen.
Tot Maandagmorgen dus!"
Hij legde even een hand op haar arm.
„Geen enkele twijfel meer?" vroeg hij
ernstig.
„Nee, integendeel, ik verlang naar
Maandag", antwoordde ze zacht. De glim
lach op zijn gezicht verbreedde zich en
een warm gevoel doorstroomde haar. Ze
keek hem na, toeix hij naar de draaideur
van het hotel liep. Hoe vreselijk moest hij
't vinden steeds afhankelijk te zijn van de
hulp van andere mensen! Elsie nam zich
stellig voor alles te doen om voor hem de
komende zes maanden beter te dragen te
maken. Nadat ze de auto had toevertrouwd
aan de zorgen van een hótel-bediende, liep
ze met de kaarten onder haar arm in de
richting van haar bushalte. Ze bedacht zich
echter, dat het nauwelijks de moeite waard
was om nog naar het Tehuis te gaan, aan
gezien ze om half zes een afspraak had
met juffrouw Carmichael.
(Wordt vervolgd).