Het Huis Aalsmeer, centrum van hard zaken doen èn van frisse ontspanning Waar koningen en kooplieden klanten zijn Ons kabouterorkest i«|»liNl«|^ - r- <4 s lo^nXjes van haar Dromen ZATERDAG 4 JULI 1953 4 ■Hfeit# ■M ■MM 4 Volijverige V.V.V. FEUILLETON door Dorothy Quentin, Waar is Piepje? W at er sportcentrum „Joh. v. Oldenbarnevelt" gisteravond vertrokken Examens boos. Het keek met nijdige groene ogen naar het jongetje en toen die op de loop ging, zette het hem na. Hij holde en holde en- holde, maar struikelde over het gras dat glibberig was van de regen. Hij schreeuwde en hoorde de vijf poten van het schaap vlak bij zich op de grond stampen. „Help, help," gilde hij. „Hé, jongen, wat is er?", riep iemand. „Het schaap, het schaap," riep hij en wees met'een uitgestrekte vinger naar het schaap, dat opeens verschrikt weg holde. „Dat is een heel gewoon, dom schaap. Dacht je, dat die je iets zou doen?", zei die iemand. Het jongetje wreef zijn ogen uit: die iemand was een boer in zijn Zondagse pak en dat schaap was een gewoon schaap met vier poten. „Ik heb, geloof ik, gedroomd," zei hij verlegen. „Je lag zo maar in de regen te slapen," lachte de boer. „Je zult wel koud zijn en honger hebben, kom maar gauw mee naar de boerderij." Toen het 'jongetje even later achter een stapel boterhammen zat, nam hij het besluit om nooit meer te vragen om ijs jes met tien smaken, reisjes'van een dag naar tien plaatsen en autopeds met wonderen er op. Hij begreep wat zijn vader bedoeld had: al die dingen bestaan niet, net zo min als een schaap met vijf poten bestaat! Kabouter Dikzak speelt op de grote hoorn. Poes Miauw is er in gekropen, om eens te horen, of er ook vals ge speeld wordt. Van links naar rechts: 2. 3. 5. 8. 9. 10. familielid. afkorting van stoomschip. eet je veel met Pasen. binnen. voegwoord. linnen huisje. Van boven naar beneden: 1. staat achter deze kip. 2. kookt moeder eten in. 4. Heilige. 6. Kippenloop. 7. loot. De hele Nederlandse en ook een flink deel van de buitenlandse pers meldde enige tijd geleden, dat de Sjah van Perzië ter gelegenheid van zijn huwelijk een enorme partij bloemen uit Aalsmeer had besteld. Alleen de Aalsmeerse nieuwsbladen namen dat bericht niet op. Want, redeneerden de Aalsmeerders, waar zou die Sjah z'n blommen anders vandaan moeten halen? Ziedaar een voorbeeld van de onverstoorbare gemoeds rust waarmee men in Aalsmeer dergelijke gebeurtenissen beschouwt en op de Aals meerse veilingen baart de aankoop van een indrukwekkende bloemenweelde voor een kroningsfeest even weinig opzien als een transactie over tien gloxinia's die Jan Louwers uit de Veldloopstraat aan de man zal brengen. Eén ding is zeker: wie voor het eerst een bezoek brengt aan een van de twee grote Aalsmeerse veilingen, „Bloemenlust" of de „Centrale", is voor goed genezen van het waandenkbeeld dat bloemen iets met poëzie of tedere stemmingen te maken zouden hebben. Wel met techniek en met economie, met koopmanschap en handelsrekenen. Het grootse hallencomplex, dat de bouwmeester wijlen J. F. Staal schiep, kan als de uitdrukking van allerlei zaken worden opgevat, maar niet van bloemen. Terwijl wij een rondgang maakten door de weidse ruimten van staal, beton en glas drong zich een andere vergelijking onweerstaanbaar aan ons op: die met een slachthuis. Voor de vier of vijf tribunes met gegadigde handelaren in schoonheid iolden uren achtereen, de een na de an der de lorries binnen met rozen, anjers, hortensia's, salvia's, seringen, azalea's en wat al niet meer, hetzij snijbloemen, hetzij potplanten. Het kan best zijn, dat in bovenstaande vluchtige opsomming gewassen voorko men, waarvan men zegt: „Die bloeien nu toch niet", maar dat bewijst alleen maar, dat degenen die dat opmerken nog nooit in Aalsmeer zijn geweest, want daar kan alles. Er zijn duizend kwekerijen in de ge meente, maar het woord zou wellicht be ter te vervangen zijn door de omschrij ving bloemenindustrie of iets dergelijks. Het is misschien wel eens goed om deze dingen met enige nadruk te stellen, omdat het wel merKwaardig is, dat de huitenlanders blijkbaar meer inzicht in net belang van Aals neer schijnen te heb ben dan de Nederlanders. Vandaar dan ook dat tegen iedere landgenoot die het land der kassen bezoekt er zes of zeven vreemdelingen komen. Bovendien schijnen oude legendes een lang leven beschoren te zijn: in de jongste druk van de Winkler Prins kan men nog lezen dat Aalsmeer bekend is door zijn ....aardbeien. Burgemeester dr. D. H. Feereboom Voller, die niet afkerig is van 9 ip: -V y>m :f-:V f'i r - - e O de ironiserende scherts, verklaarde deze curiositeit uit het feit, dat zij in de vorige druk van Nederlands bekendste encyclo paedic ook al voorkwam Het moet gezegd worden, dat alle mis verstanden over de betekenis van Aals meer een goede kans lopen binnen afzien bare tijd te verdwijnen, dank zij de grote activiteit die de Vereniging voor Vream- delingenverkeer aan de dag legt. Bij ons bezoek werden wij tenminste voorzien van een map vol cijfers en feiten van dat kassenland. Zo vernamen wij dat de twee veilingen tezamen een oppervlakte van meer dan twintigduizend vierkante meter beslaan en dat de jaarlijkse omzetten de twintig mil- lioen reeds ver hebben overschreden. Vijftig millioen rozen, evenzoveel anjers, tien millioen takken seringen en vier mil lioen potplanten per jaar: Ziedaar enkele détails van deze omzet, die zijn weg vindt over de gehele wereld en dus ook als de- viezenbron belangrijk is. Die veilingen zijn een bezoek meer dan waard, er zijn gidsen beschikbaar die u enigermate wegwijs pogen te maken in dat wonderbaarlijke bedrijf, waar door middel van een lichtsignaal, een nerveus trillende wijzer en voor de buitenstaander volsla gen onverstaanbare machtsspreuken bloe men tegen harde duiten worden omge wisseld. Wie de illusie van de bloem als uitdrukking van schoonheid wil hervinden, kan overigens in Aalsmeer toch ook wel terecht, maar dan voert zijn weg naar de kwekerijen of naar het seringen park, door een dijk gescheiden van de glaszee. Het is, zegt Aals meers burgemeester, een weten schappelijke verzameling in een aesthetische groepering, typerend voor Aalsmeer en aantrekkelijk voor kenner en leek. Over dat seringenpark valt heel wat meer te vertellen en dat zullen we later nog doen. Het Aalsmeerse Bloemencorso, dat in 1948 bij de kroning van Koningin Juliana werd ingesteld, is in enkele jaren een ge beurtenis van formaat ge worden. Niet minder dan 28 buurt schappen zijn wekenlang in de weer, cijferen, overleg gen en zwoegen aan de praalwagens die zij opbou wen. Evenals in de bollen streek het geval is, werken de Aalsmeerders ieder jaar onder een bepaald motto, waaraan alle deelnemers hun inspiratie dienen te ontlenen. Voor dit jaar is gekozen „Juliana Regina" en het re sultaat van alle inspanning zal op 11 September te zien zijn in Aalsmeer. De vol gende dag zal de kleurige stoet naar Amsterdam trek ken, waar hij, zoals ieder jaar, deel uitmaakt van een sprookjesachtig bloemenspel in het Stadion. De Aalsmeerders maken van die gebeurtenis een heel feestje, dat al op 28 Augus tus begint met een kan het anders in dit dorp waar de handel zo'n ereplaats in neemt winkeliers- beurs. Op 4 en 5 September heeft te- Er was eens een jongetje, dat altijd meer wilde dan je hebben kan. Als hij een ijsje mocht kopen, wou hij er één dat tegelijk naar frambozen, citroen, banaan, sinaasappel en chocolade smaakte. Als hij met zijn vader en moe der een dagje bp reis ging, wou hij tege lijk naar Zandvoort, Amsterdam, Sche- veningen en Maastricht. En toen hij met zijn verjaardag een autoped vroeg wou hij er één met een motor en een terugtraprem en een zeil er op, waarmee je tegelijk varen en vliegen kon. „Weet je wat jij wilt?", zei zijn vader toen hij weer eens zoiets onmogelijks had gevraagd, „jij wilt een schaap met vijf poten." „Een schaap met vijf poten?" De mond van het jongetje viel open van ver bazing. Dat vond hij nog eens iets, dat moest hij zien! De hele week dacht hij na over het schaap met vijf poten. Hij kon er haast niet van slapen. En 's Zon- dagsmorgens kon hij het niet meer uit houden. Heel vroeg al stond hij op en wandel de hij door de stille straten de stad uit. Helemaal in zijn eentje liep hij tussen de weilanden door. De koeien keken hem dromerig na en het leek wel of dat paard daar ginds een beetje verbaasd was. En daar waren de schapen ook. Toen het jongetje over de sloot was ge sprongen en op ze afkwam, holden ze met stijve sprongetjes bij hem vandaan. Het jongetje liep naar het midden van de wei en ging in het gras zitten. De schapen zagen wel dat hij hun geen kwaad wilde doen en gingen rustig door met grazen. Maar hoe het jongetje ook keek en keek en hoe vaak hij ook telde, ieder schaap had vier poten. Hij wachtte en wachtteHet werd heel warm in de wei en het jongetje ging op zijn rug naar de shapen liggen kijken. Toen hij dacht dat hij het schaap met vijf poten van daag wel niet zou zien, voelde hij opeens de adem van een dier vlak boven zich. Het was een schaap. Voor hij iets zeg gen kon, begon het schaap te praten: „Je wou mij hebben, is het niet?" Vier kuikens van drie weken, van pas drie weken oud, Idie hadden me een streken, zó stout, zo stout, zo stout! Ze waren weggelopen van moeder Tok, de hen, en door het gaas gekropen van onze kippenren. Een hond hoorde ze piepen en blafte: waf, waf, waf. Die kuikentjes, die liepen! Die hond kwam op ze af. Eén duikelde in 't water, één in een diepe kuil, één stuitte op de kater, één viel in een hoop vuil. Ze piepten wat ze konden, toen kwam mijn vader net; die heeft die vier gevonden en weer in 't hok gezet. Niet eentje van hun allen loopt ooit meer uit de ren: 't is ze niet goed bevallen die reis zonder de hen. MIES BOUHUYS. vertaald uit het Engels 18) „Ik ben helemaal niet zo welopgevoed en ik dacht helemaal niet aan uw eventuele bedoelingen.... Maar het lijkt me, dat u niet goed in rekenen bent!" „Dat is inderdaad waar", gaf hij toe:. „Hoé lang zou ik niet moeten doen over de afbetaling van enkele jurken uit juf frouw Clair's zaak", zei Elsie. „Bovendien kunnen kleren me niet veel schelen, ik koop liever boeken". „Blauwkous!" Hij lachte plagend, maar enigszins ontstemd antwoordd ze snibbig: „In ieder geval zult u van mijn uiterlijk geen last hebben en ik neem aan, dat uw huishoudster geen aanstoot zal nemen aan de eenvoudige kleren, die ik draag". Mark streelde zwijgend de kat Orlando. Na enkele ogenblikken zei hij zacht: „Heb je gehuild? En staan er op dit moment Het jongetje keek het verbaasd aan. „Kun jij praten?", vroeg hij. „Ik kan nog veel meer dan dat," zei het schaap. „Ik ben het schaap met vijf poten." Met een schok kwam het jongetje over eind en warempel: tussen de vier poten die elk schaap heeft, zat nog een vijfde. Het was een wonderlijk gezicht, veel wonderlijker nog dan het jongetje ver wacht had. „Ga met me mee," vleide hij, „of laat mij bij jou blijven." „Het laatste," zei het schaap met vijf poten. „Kom maar, dan zal ik je laten zien, hoe ik leef." Ze gingen samen op pad. Onderweg kwamen ze een heleboel mensen en kin deren tegen/ die uit wandelen gingen. Maar weet je wat het vreemde was? Als ze de mensen tegenkwamen of inhaal den, leek het net of ze alleen dat jon getje zagen en het schaap met vijf poten niet. Gek, want het was toch juist zo'n vreemd gezicht om het te zien lopen! Het jongetje kon zijn vraag niet meer voor zich houden. „Waarom kijkt er niemand naar je?", vroeg hij. Het schaap lachte. „Ik besta immers niet," zei het. Het jongetje was zó verbaasd, dat het niet verder vroeg. Hij dacht trouwens veel meer aan zijn lege maag, want hij had honger. „Heb je niet iets voor me te eten?", vroeg hij. „Nee", zei het schaap, „ik eet nooit." Het jongetje was nog veel meer ver baasd. „Heb je dan nooit honger?", vroeg hij. „Natuurlijk niet," zei het schaap, „ik besta toch immers niet." „Word je dan ook nooit moe?", vroeg het jongetje, want hij begon zijn voeten te voelen. „Ik besté niet," zei het schaap onge duldig. Het jongetje sjokte maar weer voort. De zon was verdwenen en aan de lucht kwamen donkere wolken. Even later stroomde de regen neer. „Laten we even schuilen," riep het jongetje, „ik wordt kletsnat." „Ik niet,' zei het schaap, „want ik be sta niet." „Maar ik wel," riep het jongetje, „en ik wil schuilen." „Je hebt gevraagd om met me mee te mogen," zei het schaap met vijf poten, „nu móet je wel." Moe, hongerig en druipend van de regen strompelde het jongetje achter het schaap aan. Hij kón niet meer. „Heb je geen huis, of een stal waar je thuis hoort?",, huide hij. „Is er geen boer die je baas is?" „Welke boer wil een schaap dat niet bestaat?", grinnikte het dier. „Ze zijn verstandiger dan jij. Jij wou toch een schaap met vijf poten?" „Nee," schreeuwde hij, „nee, ik wil het niet meer, nooit meer. Schiet op, laat me met rust." Toen werd het schaap Moeder eend zoekt Piepje, het eende kuiken. Welke weg moet zij gaan om hem te vinden? weer tranen in je ogen? Ik kan zeldzaam onhandig en tactloos zijn en het wordt er door deze toestand met mijn ogen niet be ter op. Maar ik heb stellig niet de bedoe ling je te grieven, weet dat!" „Hoe merkt u, dat ik gehuild hebt", fluisterde ze beschaamd. „Ik huil haast nooit, slechts een heel enkele keer wordt 't me te machtig". Hij glimlachte. „Ik merkte het aan je stem. Mijn beste Elsie, trek je in vredes naam niets van mij aan. Er zullen nog heel wat momenten komen, dat ik je tot tranen zal orengen, maar doe vooral één ding niet: loop niet weg! Ik kan je nu een maal niet achterna lopen, zonder het risico, dat ik mijn nek breekEn denk vooral niet, dat ik het belangrijk vind, wat je aan hebt, omdat ik je voorstelde enkele jurken te kopen bij Yvonne". „Hec vervelendste vind ik, dat juffrouw Yvonne mij niet uit kan staan", zei Elsie langzaam. Ik wil geen strijdpunt tussen u beiden worden.Juffrouw Clair vindt mij te jong en te gewoon en denkt, dat ik het werk bij u niet aan zal kunnen". Mark fronste. „Je wordt mijn secre taresse, niet die van Yvonne", zei hij met nadruk. „Dat weet ik", antwoordde Elsie, en haar stem klonk verdrietig. „Maar er moet, hoe dan ook, toch een prettige verhouding komen tussen u en juffrouw Clair en mij. En ziet u, juffrouw Clair gaf me opeens het gevoel, dat ze gelijk had. Ik behoor niet tot.... uw wereld, meneer Hilary. Ik ben niet gewend om in grote hotels te ver keren en met dure mensen om te gaan, en ik ben nog nooit in een groot, mooi bui tenhuis geweest ■Mark zweeg even. Hij vond het moeilijk de juiste woorden te vinden om dit gevoe lige jonge kind gerust te stellen. „Laat je vooral niet van de wijs bren gen, Elsie", zei hij tenslotte ernstig. „Misschien zijn we niet helemaal tact vol geweest in elk opzicht, maar bedenk, dat Yvonne zich erg zenuwachtig maakt over mijn toestand en daardoor uiterst prikkelbaar is. Ze stond direct klaar om me hierheen te brengen, omdat ik een en ander met jou recht kon zetten", voegde hij er niet geheel waarheidsgetrouw aan toe. „O", zei Elsie, terwijl ze haar best deed zich Yvonne met gevoelens van spijt voor te stellen. Opeens lachte Mark hardop. „O, Elsie, als je mijn buitenhuisje en mijn vrienden daar maar eerst ziet! Ik kan je verzekeren, dat ik me daar niet in dure kringen be weeg. Mijn vrienden zijn meest ex-RAF- piloten. Je hebt me hier werkelijk in om standigheden gezien, die niet helemaal bij me passen. Ik haét luxe hotels maar het hotel, waar ik logeer, paste nu eenmaal in Yvonne's plannen en ik geef toe, dat een modezaak, als Véronique, ieder normaal mens enigszins van zijn stuk zou brengen. Maar je moet bedenken, lieve kind, dat ik een hardwerkende schrijver ben, en zodra we op Willows zijn, gaan we aan 't werk. Annie houdt bovendien niet van wereldse fratsen". „Ik ben blij dat te horen", antwoordde Elsie. Haar stem klonk warm en ze maak te er zich een verwijt van, dat ze zo zwaartillend was geweest. „Het spijt me, dat ik me zo heb laten gaan. Sir Leo zegt altijd, dat het Snobisme van de armen nog dommer en erger is dan dat van de rij ken". „Ik ben bovendien helemaal niet rijk", merkte Mark met een glimlach op. „Wie is die bron van wijsheid, die je Sir Leo noemt?" In 't kort vertelde ze hem iets over haar oude vriend en beschermer. Ze was er zich niet van bewust, dat ze Mark hiermee een duidelijk beeld gaf van haar jeugd in het weeshuis en haar karakter. Hij was een goed luisteraar en vele dingen werden hem duidelijk. Elsie was geen modern meisje, dat roken en drinken en uitgaan belang rijk vond. Ze gaf weinig om kleren en hield van buitenleven en boeken. Haar ideaal was: schrijfster te worden Wonderlijk was 't, dat hij tegen dit meisje aan was gelopenHij glimlachte bij haar enthousiaste bescnrijving van Sir Leo. Ongetwijfeld een man van fijne smaak en grote ontwikkeling. Mark voelde zich gesterkt in zijn over tuiging, dat hij met Elsie een goede keuze had gedaan. „Ben je wel eens bij hem thuis geweest?" vroeg hij. „Nee.... er was daartoe nog geen ge legenheid", antwoordde Elsie. „Begrijpt u, Sir Leo woont in Dorset, en hij kon mij moeilijk mee naar zijn huis nemen, toen ik nog in het weeshuis was hij was regent van het weeshuis en het zou een beetje vreemd geleken hebben Mark knikte begrijpend. Hij was Sir Leo er dankbaar voor, dat hij dit fijne, ge voelige kind zo'n goede opvoeding gegeven had. Hij was er stellig van overtuigd, dat Elsie deze extra zorg ten volle waard was. „Sir Leo is héél fair", voegde Elsie er aan toe. „Hij gaf ook andere kinderen spe ciale kansen. Zijn vrouw is al jaren ziek en daarom nodigde hij waarschijnlijk nooit één van ons bij hem thuis uit Bovendien is Dorset niet bepaald in de buurt". Van Willows is Sir Leo niét zo ver ver wijderd, dacht Mark, maar hij zei niets. Hij lachte en stond op. „Ik geloof, dat ik beter kan maken dat ik wegkom, voordat die juffrouw Brown terugkomt", zei hij vrolijk. „Ik heb begrepen, dat ze niet ge steld is op mannelijke bezoekers. Zou je me terug willen rijden naar het hotel? Of zal ik een taxi nemen en iemand anders de wagen laten halen?" „Natuurlijk breng ik u. Ik zal even een mantel aan gaan doen". Rustig en met veel meer zelfvertrouwen dan voorheen reed Elsie Mark naar zijn hotel terug. Toen ze voor het hotel stil hielden, zei Mark: „Hartelijk bedankt. Wat denk je, zou je Maandag a.s. mee naar Devon kunnen rijden?" „Ja.... natuurlijk", antwoordde Elsie, vens het Jeugdcorso plaats, waarin de Aalsmeerse jongeren kunnen tonen dat zij reeds de voetsporen der ouderen drukken. Intussen zouden wii schromelijk te kort schieten indien wij een niet minder be langrijk facet van Aalsmeer onvermeld lieten, en zeker in deze warme dagen: namelijk dat van watersportcentrum. Heeft men een uurtje over, men wandele lsngs de Westeinderplassen tot Kudel- staart, waar de heer Kersken u gaarne zal ontvangen in zijn rustieke Jachthaven. Men kan ook een tochtje met een rond vaartboot maken over Grote en Kleine Foei, langs de romantische kreekjes en het wuivend riet. De gids zal u dan on getwijfeld met gerechtvaardigde trots ver tellen, dat de Grote Poel het mooiste wed strijdwater van Nederland bevat, zes kilo meter lang. En hij heeft nog gelijk ook. Want waar om zouden er anders ieder jaar tweedui zend watersportenthousiasten naar Aals meer komen? Na reparatie in recordtijd door Alachinefabriek „IJmuiden" Nagewuifd door honderden toeschou wers op de Kanaaldijk en later bij de Noordersluis is de Johan van Oldenbarne- velt van de Maatschappij Nederland, die gistermorgen moest terugkex-en wegens een defect aan de vriesinstallatie, op weg naar Nieuw Zeeland gisteravond om elf uur vertrokken. Uit het gehele land -er waren wagens uit Zeeland en Groningen kwamen de familieleden van de 1440 emigranten naar de Kanaaldijk om elkaar nog even te zien en gedag te zwaaien. Ook 's avonds was het daar een gezellige drukte, waardoor verschillende ijsventers heel wat te doen kregen. Hoewel velen hebben getracht aan boord te komen, is dit niemand gelukt. De douane bleef on verbiddelijk en liet alleen het personeel van de Machinefabriek IJmuiden, dat be last was met de reparatie, toe. De reparatiewerkzaamheden hebben vooral zo'n vlot verloop gehad doordat de werkboot van de machinefabriek het scheepie met de gele kajuit en het woord „Repairs" op de boeg een mobilofoon aan boord had. Instructies en opdrachten konden dus van de werkboot, die naast de Johan van Olclenbarnevelt lag, direct wor den doorgegeven naar de machinefabriek, waar druk werd gewerkt. Gelukkig heeft men geen tegenslag ondex-vonden, zodat het werk in recordtijd twaalf uur gei-eed is gekomen. Om vijf voor tien gis teravond ging het personeel van de ma chinefabriek dat ongetwijfeld een pluim vex-dient van boord. Om kwart voor elf waren de ti-ossen los en namen twee sle pers van rederij Goedkoop de „Johan van Oldenbarnevell" mee naar de sluis. Lorentzlyceum Voor het eindexamen HBS-A aan het Loi-entzlyceum zijn geslaagd: H. G. van Buu- ren; J. T. ter Haar; D. van Heest; E. Lau- werens; Chr. G. Schut; G. Stapel; F. G. Te- kelenburg; J. J. Valkhoff; M. de Vx-ies; A. J. Wijtsma. Voor het eindexamen Gymn. a; W. C. Bergisch. De examens zijn geëindigd. IIBS b Aan de Hogere Burgerschool b met vijf jarige cursus (Zijlvest 27) zijn geslaagd voor het eindexamen: mej. J. C. van Boldrik, mej. M. M. Breebaart v. Swaencnburgh; mej. E. Breekland; D. H. Crum; J. F. van Emme rik; E. C. Evers; J. Hupkens; mej. E. M. Korver: E. R. Planteydt; B. D. Schalkwijk; A. F. W. van den Berge; J. C. v. Delden; H. van Gelder; D. van der Heijden; D. B. de Mink; J. Oepkes: A. P. J. Piekhaar; F. F. Schansman; A. Sengalrayan; H. A. Stox-k; HBS-B 5 j. c. Groep I: 1. J. Beverdam; A. L. Broek huizen; H. Damen; J. Felix; L. Hamstra; W. M. van der Koog; A. J. Kortcweg; W. A. F. Ki-aak; H. Lohuis; J. P. de Ruig; R. A. Toornend. Groep II: C. Verhoef; H. E. Waisvisz; D. de Zaayer; R. P. Smtis; L. van Veenendaal; T. A. Weber; M. L. C. de Vries; J. C. Wal ter; W. van der Veei\ Jac. P. Thjjsse Montessori-lyceum Geslaagd voor het eindexamen HBS-B: de heren G. S. van Boetzelaer; E. A. Das; J. de Haas; R. J. van Holthe; A. Tj. G. van der Ley; H. P. Post; P. C. H. Tirion en de dames M. E. de Gx-aaf; II. N. L. van Riemsdijk. MULO-diploma Voor het MULO-diploma a zijn geslaagd: P. H. E. Tel, T. de Haas, B. van Tongeren, P. H. Lampink, .T. Soft, E. N. Hodde, H. G. M. Hoogland, S. I. de Jong, G. M. H. Halder- man, S. van Hamburg en H. van den Bx-oecke. Voor diploma B zijn geslaagd: J. T. Res, W. Kint, H. J. Hermens. L. de Pagter, S. Buizert, A. I. M. de Reus, D. N. J. Vos, H. G. Marsman, F. J. van Kampen, J. Slootweg, O. Slootweg, A. J. van Rede, C. Wals, A. Nijkamp, R. W. L. Brinkhorst. die opnieuw het gevoel had, dat ze droom de en Maandagmorgen wakker zou wor den in de kille realiteit van juffrouw Car- michael's klas, tussen haar medeleerlingen met ratelende schrijfmachines. „Dat is dan afgesproken", zei Mark. „Het lijkt me 't beste om vroeg te ver trekken. Zullen we zeggen: negen uur? Er liggen kaarten in dat vakje daar. Als je die mee wilt nemen om gedurende het weekend de route te bestudex-en, ga dan je gang. De weg is aangegeven met rood". „Graag, ik zal de kaarten meenemen. Tot Maandagmorgen dus!" Hij legde even een hand op haar arm. „Geen enkele twijfel meer?" vroeg hij ernstig. „Nee, integendeel, ik verlang naar Maandag", antwoordde ze zacht. De glim lach op zijn gezicht verbreedde zich en een warm gevoel doorstroomde haar. Ze keek hem na, toeix hij naar de draaideur van het hotel liep. Hoe vreselijk moest hij 't vinden steeds afhankelijk te zijn van de hulp van andere mensen! Elsie nam zich stellig voor alles te doen om voor hem de komende zes maanden beter te dragen te maken. Nadat ze de auto had toevertrouwd aan de zorgen van een hótel-bediende, liep ze met de kaarten onder haar arm in de richting van haar bushalte. Ze bedacht zich echter, dat het nauwelijks de moeite waard was om nog naar het Tehuis te gaan, aan gezien ze om half zes een afspraak had met juffrouw Carmichael. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1953 | | pagina 6