fyjthdêJastéel
yiINDER
Het Huis
Uitbreiding van Schiphol verdrijft
de boer van zijn land
Jonge dirigenten voor de H.O.V.
ONZE PUZZLE
ee7i^P$Wpól
Bloemendaal
HARTENDORP
4
23%
l=sch
wjatau
2
5
J
Onteigeningskwestie in Hoofddorp behandeld
GAAT U MET VACANTIE?
Examens
Spel der vergissingen
op Schiphol
Speeltuin DVS stelde
winterwerk ten toon
Katholieke Jeugdraad
opgericht te Haarlem
Zandvoortse politie hield
schietwedstrijden
FEUILLETON
van haar Dromen
door Dorothy Quentin
ZATERDAG 25 JULI 1953
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
URANT
£>j*
Jan Robbert floot zoals hij nog nooit
gefloten had. Dat kwam omdat hij
voor het laatst op weg van school naar
huis was. De vacantie was begonnen
en alle jongens en meisjes van de zesde
klas hadden afscheid van hun school
genomen. De meesten wisten natuurlijk
precies wat ze na de grote vacantie
zouden gaan doen sommigen weer
naar school, anderen gingen hun vader
of moeder helpen.
Alleen Jan Robbert wist nog steeds
niet, wat hij zou gaan doen. O, zeker,
hij praatte er al maandenlang over,
maar hij wilde iedere dag iets anders.
Dan weer werd hij ontdekkingsreizi
ger, dan weer diepzeeduiker, een vol
gende dag wist hij heel zeker dat hij
toch maar een vliegtuig zou bouwen,
zoals er nergens op de wereld één be
stond. En de dag daarop werd hij uit
vinder van kleine fietsjes, waar je op
naar de maan kon rijden. Zijn vader en
moeder wisten werkelijk geen raad
met die jongen. Naar school wilde hij
niet meer, voor een vak leren voelde hij
niets en zijn vader helpen wou hij nog
veel minder.
En nu liep Jan Robbert naar huis en
hij floot van plezier. Want nu kon hij
eindelijk worden wat hij worden wou.
Opeens stond hij stil. Wat wóu hij eigen
lijk worden? Zijn laatste plan: om leeu
wentemmer te worden, had hij al weer
opgegeven en op het ogenblik wist hij
het werkelijk niet. Hij besloot om er
eerst maar eens een nachtje over te gaan
slapen.
De volgende morgen was hij al vroeg
op. „Heerlijk vacantie", zuchtte hij, toen
hij na het ontbijt de tuin inslenterde.
„Wat zal ik het eerste doen?" vroeg
hij zich af, want hij vond dat hij maar
dadelijk moest beginnen met al zijn
grote plannen.
„Weet je wat?" dacht hij. „Ik begin
met de maanfietsjes, daar zit de wereld
gewoon om te springen".
Hij slenterde naar de schuur en zocht
tussen een hoop oude rommel naar alles
wat hij kon gebruiken voor zijn uitvin
ding. Toen ging hij aan het werk. Al
prutsende en fluitende zag hij zichzelf al
naar de maan trappen, maar hoewel hij
de hele dag bezig bleef, was hij 's avonds
nog geen stap verder. „Morgen vind ik
het", dacht hij voor hij insliep.
Maar de volgende dag wilde hij toch
maar ontdekkingsreiziger worden en
begon hij zijn uitrusting voor een Noord
poolreis bij elkaar te scharrelen: een
bontmuts, een tentje, een paar ski's, die
hij zelf maken wilde van een paar lat
ten en nog wat rommel.
De dag daarop besloot hij liever eerst
met een vlot over de oceaan te gaan. En
dus begon hij een vlot te timmeren.
„Zou ik maar niet zelf een circus be
ginnen?" dacht hij toen. En op papier
tekende hij een ingewikkeld apparaat,
dat door de lucht moest zweven en
waaraan hij kunsten zou vertonen.
„Nu weet ik het zeker", zei hij na een
week. „Ik schrijf eerst een boek over
mezelL Dan weten de mensen op de
wereld dat ik besta. Als ik dan beroemd
ben, kan ik nog altijd wat anders doen."
Hij begon dus aan een boek.
„Nee", zei hij de tiende dag. „Dat is
het toch ook niet. Ik begin, geloof ik,
maar eens aan iets heel anders. Ik ga
een nieuw huis bouwen voor mijn vader
en moeder. Ze hebben al zo vaak gezegd,
dat dit te klein is."
Hij besloot met het kelderraampje te
beginnen: „Van onderen op, dat is het
beste", dacht hij.
Hij keek niet op of om. Hij werkte
maar aan één stuk door. Hij zag niet
eens hoe zijn vader en moeder hoofd
schuddend naar hem stonden te kijken,
zoals ze iedere keer deden als hij aan
iets nieuws begon.
Het was een hele warme dag. Jan
Robbert veegde zijn voorhoofd af en
ging er maar eens even bij zitten.
Maar hij timmerde verder. Tussen
twee hamerslagen door hoorde hij op
eens een stem die vroeg: „Wat maak je
daar?"
Jan Robbert keek op. Naast hem stond
een man in een wonderlijk pak. Eén
broekspijp was geel, één was rood, één
mouw van zijn jas was groen, de ander
zwart. Hij droeg een schoen aan de ene
en een slof aan de andere voet en op zijn
hoofd had hij iets dat van voren een pet
leek en van achteren een hoed.
De man keek heel aandachtig naar
Jan Robberts werk, ook naar alle andere
uitvindingen die overal om hem heen
lagen.
„Zo'n man als jij zoek ik nou pre-
Weten jullie welk spreekwoord hier NOZ HCI JNfIHOS
staat? N3N10M. 3(3 H3JH3V '•DNISSOHcIO
•~*rrx
BODEM.
-•>
O
-f'Ii eragom-X,f'hcn
2'JKA.NT
Z'JKANT
'V
Ql-EUF.
DEKSEL
Je hebt hier voor
nodig: een stukje
karton van 10 x 15
centimeter voor de
bodem, een leuke
prentbriefkaart en
een stukje stevig
papier van 17 x 26
centimeter voor
het doosje. De ma
ten staan in de
tekening. Ook kun
je op de tekening
zien, hoe de spaar
pot gemaakt moet
worden. De plak
randen A zijn niet
bij de ruiten in
begrepen en zijn
allemaal 1 centi
meter breed. Lijm
het goed stevig in
elkaar en je hebt
een leuke spaar
pot.
cies", zei hij. „Heb je geen zin om bij me
te komen werken?"
„Wat doet u dan?" vroeg Jan Rob
bert beleefd, want al zag die man er een
beetje raar uit, hij was heel vriendelijk.
„Ik bouw luchtkastelen", zei de man.
Jan Robberts mond viel open van be
wondering en verbazing tegelijk. „Had
je ooit gedacht dat er zulke mensen be
stonden, die luchtkastelen kunnen bou
wen?", dacht hij.
„Waar bouwt u ze?. Mag ik ze zien?"
vroeg hij haastig.
„Kom maar mee", zei de man en hij
liep Jan Robbert vooruit. Buiten de stad,
op een groot zandveld stond hij stil. Hij
wees met een uitgestrekte arm naar de
kale vlakte. „Wat zeg je ervan?" vroeg
hij.
Jan Robbert keek naar hel zand, maar
hij kon er niets aan ontdekken.
„Het zou een erg mooi land zijn om
kastelen op te bouwen", zei hij voorzich
tig-
„Maar zie je dan niets!" riep de man.
„Zie je dan niet dat dat hele veld vol
luchtkastelen staat?"
Hij klapte in zijn handen. Uit een heel
armoedig hutje aan de rand van het veld
kwam een vrouwtje in voddekleren en
een hele troep magere kinderen.
„Wat zijn dat?" vroeg de man aan zijn
vrouw en kinderen, terwijl hij op het
land wees.
„Luchtkastelen", riepen ze in koor.
„Je hoort het, hè", zei de man trots
tegen Jan Robbert. „Ik weet zeker dat
als jij zo door gaat je nog een veel knap
pere luchtkastelenbouwer zult worden,
dan ik".
„Maar waarom gaat u er niet in wo
nen?" vroeg Jan Robbert aan 't vrouw
tje en hij keek naar het zielige huisje.
„Morgen", zei haar man. „Morgen
bouw ik een paleis voor haar met hon
derd kamers".
Het vrouwtje en de kinderen dansten
van blijdschap.
„Doet u dat echt?" vroeg Jan Robbert.
„Echt", zei de man. „Wat is echt? Je
moet erin geloven, dat is alles. Je bent
nu één keer luchtkastelenbouwer of
niet."
„Ja, jazei Jan Robbert en hij
dacht diep na. Zo diep dat hij niet eens
merkte hoe hij ondertussen weer op de
terugweg was. Hij schrok pas op, toen
hij bijna over iets struikelde. Over een
brok van zijn- maanfiets of van het vlot,
dat kon ook. Hij raapte het op en be
keek het eens goed.
„Eigenlijk is het nog veel gekker dan
luchtkastelen bouwen, wat ik doe", zei
hij hardop. Toen rende hij het huis in.
„Vader", riep hij al in de gang, „mag
ik alsjeblieft iets worden wat al be
staat"
Een wijze oude tovervrouw
keek in haar toverglas,
omdat ze zo graag weten wou
hoe 't met de mensen was.
„Ach" zei ze, „ach, ze lachen niet,
niet echt in elk geval.
Wat je ook op de wereld ziet,
zwartkijkers overal".
Ze nam haar mantel van fluweel,
haar puntmuts en haar staf,
toen vloog ze op haar bezemsteel
recht op de hemel af.
Daar stond, zo rond als een beschuit,
de zon, vlak boven haar.
Ze sneed er snel een stukje uit,
zonder een mes of schaar.
Ze maakte van dat stukje zon,
- ze was toen terug in 't bos -
een vlinder, die echt vliegen kon.
's Avonds liet ze die los.
Als nu de mensen somher zijn,
als iemand om iets treurt,
als iemand ruzie heeft of pijn,
let op, wat dan gebeurt.
Dan komt je weet niet waar vandaan,
ze strijkt langs je gezicht -
opeens die gouden vlinder aan
en dan wordt alles licht.
MIES BOUHUYS
OOOOCOOOOOOOOOOOOOOOOOOi
Het steeds toenemende luchtverkeer en de groei van de K.L.M. hebben de uitbrei
ding van het vliegveld Schiphol onvermijdelijk gemaakt. De luchthaven ls evenwel
geheel door boerderijen omgeven, hetgeen het duidelijk maakt, dat de eigenaars
het voor deze uitbreiding bestemde gedeelte van hun bezit moeten afstaan. Al wordt
dan ook zo veel mogelijk getracht een ieder voor dit verlies volledig schadeloos te
stclien. Het is evenwel niet alleen een kwestie, die met een nuchtere chèque van
een bepaald bedrag kan worden afgedaan. Hier komt ook de liefde van de boer tot
zijn grond in het geding; een aanhankelijkheid, gebaseerd op het werk, dat zelf of
door vorige generaties gedurende vele jaren op dit land werd verricht. Hoewel de
materiële zijde uiteraard toch een hartig woordje meespreekt.
Dit alles kwam rog eens ondubbelzinnig
vast te staan tijdens de Vrijdagochtend op
het raadhuis te Hoofddorp gehouden zit
ting, waar een commissie uit Gedeputeer
de Staten, de burgemeester der gemeente
Haarlemmermeer, mr. J. F. Jansonius,
enige deskundigen en de vertegenwoordi
ger der gemeente Amsterdam bijeen geko
men waren, om eventuele bezwaren tegen
de voorgenomen onteigening aan te horen.
De voorzitter van de Stichting voor Land
bouw, de heer Kistemaker, noemde de ont
eigening moreel funester dan de water
ramp in Februari, omdat deze gedupeer
den hun land straks weer volledig ter be
schikking krijgen, terwijl de grond om
Schiphol nu voor altijd voor de landbouw
verloren gaat. Vandaar dat hij een voor
afgaand overleg met de Stichting meer dan
wenselijk had geacht, waarna hij ten
slotte verzocht bij de bepaling der prijs
rekening te willen houden met de fiscus,
die hiervan ongetwijfeld een niet gering
aandeel zou opeisen.
De heer F. Knibbe was minder goed te
spreken over de manier van onderhande
len, die hij voor een gemeente als Am
sterdam onwaardig vond. Het was op deze
wijze een kwestie van loven en bieden ge
worden, een marchanderen ,om de grond
zo goedkoop mogelijk in handen te krij
gen. Overigens was hij er van overtuigd,
dat nu de uitbreiding eenmaal vast staat,
het voor de betrokkenen vechten tegen de
bierkaai zou zijn.
Doodvonnis
De heer Filius, een anjerkweker, zou
5000 meter kas moeten afstaan, hetgeen
volgens hem het doodvonnis voor zijn be
drijf betekende, wat hem in de loop der
jaren bijzonder lief geworden is. Ook was
er bij de onderhandelingen te weinig reke
ning gehouden met de speciale eisen, welke
de anjercultuur nu eenmaal stelt. Boer
Rozendaal ging het verlies van zijn grond
niet minder aan het hart; van de tien hec
taren rest hem straks nog slechts 2 Vi hec
taren), die bovendien uit de lichtste grond
bestaat. Hij vroeg compensatie door voor
rang bij de uitgifte van een boerder'j in de
Noord-Oostpolder.
Boer Molenaar betreurde het. dat bij het
vaststellen der grondprijzen geen vaste
normen in acht werden genomen. Wanneer
men toevallig in de jaren, die als gemid
delde gelden een minder goede opbrengst
heeft behaald, wordt ook de uitkering
automatisch lager, hetgeen op deze wijze
een herhaling van de verliespost beté
kent.
Uit de beantwoording der verschillende
sprekers door de voorzitter bleek, dat de
commissie op dit ogenblik nog geen enkele
definitieve toezegging kon verlenen, daar
de oplossing der gestelde px-oblemen van
verscheidene factoren afhankelijk is. Wel
Wij verzoeken onze weekabonnés. die
met vacantie gaan het abonnements
geld vooruit aan de bezorger te vol
doen.
DE ADMINISTRATIE
Op 24 Juli behaalden te Haarlem het
Mulo-diploma A: E. Kruithof, A. J. Maar-
tense, beiden IJmuiden; E. A. Nieuwdorp,
Hoofddorp: C. de Rooy, Hoofddorp; W.
Doornenbal, Beverwijk; M. v. d. Spek, E.
Nieuwenhuis, beiden Lisse; J. v. Andel,
Aalsmeer; M. A. Boogaard, E. Boom, beiden
Nieuw Vennep; W. H. Arends, G. Duijzer,
beiden Velsen; T. Leensvaar, Haarlem J. C.
Hofman, Zandvoort; M. W. Claij, Haarlem
mermeer; M. Serphas, J. F. E. Struijf, Heem
stede; G. C. W. Obbes, G. Wageman, beiden
Haarlem; E. v. d. Zant, Bloemendaal.
Voor de hoofdakte-examens slaagden op
23 Juli in Haarlem de heren: W. H. Arends
te Santpoort; H. Bleijendaal te Oudorp; W. K.
Nijboer te Hoorn; B. J. Scharp te Broek op
Langendijk en de dames: M. A. M. Cosse
te Heemstede; G. J. v. Doesburg te Amstel
veen; W. Schmidt te Amsterdam en M. M.
v. Vliet te Alkmaar.
Voor afdeling B de heren: J. P. J. Kil te
Den Helder; K. Kramer te Amsterdam en
de dames: J. M. Kersten te Haarlem en M.
A. M. Pols te Amsterdam.
ZONDAGSDIENST APOTHEKEN
Bosch en Vaart-Apotheek, Bos en Vaart
straat 26, telefoon 13290.
Centraal Apotheek, v.h. Florijn, Grote
Houtstraat 78, telefoon 10500—10502.
H. Remmers Zoon, Kruisstraat 6, tele
foon 10354.
Noorder-Apotheek, Jan Gijzenkade 181,
telefoon 23821.
meende te mogen verklaren, dat er met
de aangevoerde bezwaren en wensen zo
veel mogelijk rekening zal worden gehou
den. Van elke spreker werd dan ook een
kort resumé op schrift gesteld en door
hem ondertekend, welke stukken weer na
der in behandeling zullen worden geno
men. Met deze handeling was de zitting
tevens ten einde.
Half and half
Een „Ware Jakobs" product
„Chaplin" stond er op de passagierslijst
van de KLM-machine, die gisteravond om
half elf op Schiphol zou aankomen. Op in
formaties in Londen werd gezegd, dat het
de filmster Chaplin met zijn vrouw en
moeder betrof. Het gevolg was dat talrijke
journalisten en fotografen naar Schiphol
kwamen. Ondanks het late avonduur ver
zamelden zich boven op het balcon van het
restaurant vele nieuwsgierigen. Er was een
ontvangst-deputatie samengesteld uit di
verse mannelijke en vrouwelijke vertegen
woordigers van de NOVA-film. Toen het
KLM-toestel landde, renden vele officials
zenuwachtig heen en weer en er ontstond
een gedrang.
John Chaplin, een 23-jarige toneeltim
merman uit Londen had zich op zijn huwe
lijksreis bij zijn aankomst in Nederland
beslist geen grootser ontvangst kunnen
denken. Hij was het namelijk en niet Char
ley Chaplin, die naar Nederland kwam. De
KLM in Londen had zich vergist. Mochten
de fotografen en journalisten al ietwat
teleurgesteld zijn geweest, die teleurstelling
duurde in elk geval niet lang.
Weg was de afzetting, weg iedere forma
liteit, John Chaplin werd bestormd met
vragen en kreeg er zeker meer te beant
woorden dan er de echte Chaplin ooit ge
steld zouden zijn.
En misschien wat meesmuilend, doch
overigens van ganser harte boden de heren
en dames vertegenwoordigers van de
NOVA-film John Chaplin, zijn vrouw en
zijn moeder de bouquetten bloemen aan,
die ten slotte voor de familie Chaplin be
stemd waren. Ook zijn Nederlandse echt
genote, de 21-jarige Jeannetle Wijkhuizen
uit de Kleine Houtstraat 114 te Haarlem,
moest talrijke vragen beantwoorden.
Het is wel opmerkelijk dat er, amper
een week na het optreden van vier candi-
daten van de cursus voor orkestleiders van
de Nederlandse Radio Unie, in de Haar
lemse Concertzaal wederom een concert
plaats had, dat door debutant-dirigenten
geleid werd. Dit keer waren het Otto Ham
burg en Henk Dul die als pas geslaagden
voor het examen van het Amsterdams Con
servatorium de gelegenheid kregen op een
zomerconcert van de H.O.V. hun kwalitei
ten voor het publiek te demonstreren.
Beiden dirigeerden zij hun programma
uit het hoofd en toonden zich ook anders
zins behoorlijk op deze avond te hebben
voorbereid: althans voor zover dit moge
lijk is. Want behalve nevens technische
paraatheid verwacht men van de dirigent
ook de geestelijke geladenheid, die hem
het overwicht moet verzekeren over het te
leiden ensemble en deze hoogst belangrijke
eigenschap hangt meestal af van de ge
nade van het ogenblik.
Otto Hamburg dirigeerde als eerste
proefstuk de Oxford-Symphonie van
Haydn. Hij begon met een precieuze Ada
gio-inleiding en gaf daarna aan het Alle
gro-tempo een vaart, die weinig rekening
hield met de mogelijkheid van een correcte
en duidelijke realisatie. De hoofdgedachte
van het Adagio werd vrij langzaam geno
men, wat helemaal niet erg is, als de span
ning maar evenredig is aan het tempo. Dit
was echter niet het geval; het bleef te
nuchter. Zijn beste resultaat bereikte de
jonge dirigent in de finale, waaraan hij
een stuwing gaf, die het orkest kon bij
houden en waarin een klaar motievenspel
in de doorwerking te waarderen was.
Het bravour van de ouverture Le Cor-
saire van Berlioz bleek de heer Hamburg
best af te gaan. Hij leidde het stuk vrij
duidelijk en met het nodige temperament.
De moeilijke kunst van het begeleiden
demonstreerde hij met wisselend geluk. Het
ging nu om het Adagio voor viool en orkest
(K.V. 261) van Mozart en de Havanaise
van Saint-Saëns welke beide nummers
Gisteravond was de kleine, maar gezel
lige expositie van hand- en slöjdwerk
welke de speeltuinvereniging „Door Vrede
Saamgebracht" in haar clubgebouw aan de
Eksterstraat ook vandaag nog lyudt, voor
het eerst te zien.
De clubjes tellen een vrij groot aantal
deelnemers, vandaar dan ook de uitge
breide collectie handwerk- en figuurzaag
producten. Honderd meisjes namen dit jaar
deel aan de handwerkcursus en ongeveer
het zelfde getal jongens aan handenarbeid.
Het is nog een heel ding om zo'n verschei
denheid van kinders rustig aan het werk
te houden, de meeste willen wel wat erg
vlug klaar zijn met het gegeven onderwerp,
zeide de voorzitter, de heer Hessels. Maar
al waren er wel haastige afwerkingspogin
gen, heel veel resultaten zagen er goed
verzorgd uit. Vooral de meisjes hadden
haar best gedaan. Schorten en theemutsen
konden wij ook hier in verscheidenheid
bewonderen; de allerkleinsten hadden
eveneens een duit in het zakje gedaan en
toonden ons wat zij presteerden op het ge
bied van poppenkleren en inktlappen
naaien.
Hedenmiddag van 15.0017.00 uur en
vanavond van 19.00 tot 21.00 uur heeft
men de gelegenheid het tentoongestelde te
bekijken.
met opvallend mooie en grote toon gedis
tingeerd en brillant gespeeld werden door
Jacques Holtman.
Henk Dul, de tweede dirigent van deze
avond, maakte een goede entrée met de
Derde Symphonie van Schubert, een be
minnelijk jeugdwerk, waarin de persoon
lijkheid van de componist zich reeds baan
breekt. Dul bleek het orkest goed aan de
stok te hebben. Een zwaardere opgave was
de suite van Ravel, Ma mère l'Oye, die zo
veel meer eist van het klankevenwicht en
de atmosfeer van het orchcstraal palet.
Alles in aanmerking genomen slaagde deze
proeve ook zeer bevredigend. Henk Dul
houdt het orkest goed in de hand; zijn
afslaan wijst echter nog op onwennigheid.
Het publiek reageerde hartelijk op deze
interessante demonstraties.
JOS. DE KLERK.
Te Haarlem is opgericht de Stichting
„De Katholieke Jeugdraad Haarlem",
waarin zijn vertegenwoordigd de organi
saties, die in Haarlem en omgevingMe be
langen van de Rooms-katholieke jeugd be
hartigen.
In het dagelijks bestuur hebben zitting:
mr. J. N. Meysing, voorzitter, Heussens-
straat 12, Haarlem; J. P. M. Schoenmakers
v. d. Donk, secretaresse, correspondentie
adres: Zijlweg 108, Haarlem; B. H. M.
Vehmeyer, Casper Fagellaan 1 te Heem
stede; F. W. Knape, Van der Meerstraat 14,
Haarlem; Rector D. de Wit, Koningstraat
20 te Haarlem.
Het Zandvoortse politiecorps hied ter
voortzetting van de corps-competitie onder
linge schietwedstrijden op de banen van het
circuit. Er werd geschoten in drie groepen,
pistool en geweer.
De uitslagen waren als volgt:
Groep I: 1. J. Rutgers, 86 punten; 2 P.
Verheul, 85 pnt.; 3. H. P. Huijsman, 84 pnt.
Groep II: 1. C. van Buren. 81 pnt.; 2. K.
Platje, 75 pnt.; 3. J. J. Zijp, 73 pnt.
Groep III: 1. P. Douma, 71 pnt.; 2. J. Jan
sen, 68 pnt.; 3. W. Verboom, 67 pnt.
ZONDAGSDIENST
De artsendienst van de doktoren in Bloe-
mendaal-dorp wordt van hedenmiddag twee
uur tot Maandagmorgen acht uur waargeno
men door de arts J. H. M. Egberts, Zuider
stationsweg 12.' Bloemendaal, telefoon 22261.
In hetzelfde tijdvak is de dienstdoende
wijkverpleegster, zuster G. Koops. Litslaan
45, Santpoort-station, telefoon K 2560 8881.
De Zondags-, avond- en nachtdienst van de
apotheken voor Overveen, Bloemendaal en
Santpoort-station wordt van hedenavond zes
uur tot Zaterdag 1 Augustus e.k. verzorgd
door de Elswout-apotheek, (drs. A. P. W. v.
d. Ham) Bloemendaalseweg 341, Overveen,
telefoon 16760 en de Santpoortse apotheek,
(drs. K. Zijp), Bloemendaalsestraatweg 145,
Santpoort-station, telefoon K 2560 8249.
ADVERTENTIE
De Stofzuiger Speciaalzaak
Gen. Cronjéstr. 43 Spaarne 3
Tel. 16990 Tel. 17696
Kruidbergerweg 51. Santpoort
Het speciale adres voor
STOFZUIGERS
Reparatiën en onderdelen
vertaald uit het Engels
36)
Mark sprak op verontschuldigende toon,
toen hij Elsie deze boodschap doorgaf. „Ik
ben bang, dat je morgenochtend voor dag
en dauw zult moeten vertrekken, Elsie,
tenzij je liever vandaag weggaat en ergens
onderweg in een hótelt wil overnachten.
Het is een vermoeiende tocht in deze tijd
van het jaar en bovendien koud!"
„Ik vind het helemaal niet erg", stelde
Elsie hem gerust, ,,'t Is toch geheel volgens
de afspraak, dat ik zo nu en dan juffrouw
Clair in Londen zou gaan halen". En toen
Mark bezorgd bleef kijken, voegde ze er
toe: „Ik ga heel vroeg weg om in Londen
nog wat tiid te hebben om boodschap
pen te doen voor Kerstmis. De winkels
zullen prachtig zijn".
Desalniettemin voelde ze zich de vol
gende dag zenuwachtig, toen ze de lange
rit aanving. Dit werd niet veroorzaakt
door het rijden zelf: ze hield van chauf
feren en ze vond het amusant voor dag
en dauw te vertrekken, terwijl Mark haar
met veel omslag uitgeleide deed en Annie
haar vol moederlijke zorg een groot
lunchpakket mee gaf. Waar ze tegen op zag,
was de terugreis in gezelschap van Yvonne.
Juffrouw Clair gaf haar altijd een minder
waardigheidsgevoel en ditmaal voelde ze
zich bovendien nog schuldig ten opzichte
van Mark's verloofde. Schuldig, omdat ze
hield van de man, met wie Yvonne ging
trouwen. Ze wist thans heel zeker, dat
haar liefde voor Mark diep en warm en
echt was en dat hieraan nooit meer iets te
veranderen zou zijn, hoe hopeloos de si
tuatie ook voor haar was. Ze maakte zich
zelf verwijten ovei haar gevoelens, maar
er was niets meer aan te doen. Ze zong,
terwijl de grote wagen zich voortspoedde
langs de eenzame landwegen. Liefde was
iets wonderlijks, peinsde ze. Je kon 't niet
helpen, dat je van een bepaald iemand ging
houden, ook al wist je dat die liefde be
lachelijk en hopeloos was en al had je
helemaal met de bedoeling om de man van
iemand anders in te palmen.... Liefde
deed pijn, maar het was een soort pijn,
die je koesterdeHet betekende de
hemel en de hel tegelijk voor Elsie, dat
Mark haar nü op elke manier zo nodig had,
maar over enige lijd haar hulp en gezel
schap volkomen zou kunnen missen.
De dag zou aanbreken, dat hij haar voor
de laatste maal haar salaris zou uitbe
talen en hartelijk dank zou zeggen voor
al haar geduld. Ze zou daarna een andere
baan moeten zoeken. Misschien zou hij
haar een door hemzelf getekend exem
plaar van zijn boek geven, als het versche
nen was.
Elsie zuchtte. Ze zou van Willows weg
moeten, zodra Mark weer kon zien. De
situatie was voor haar in zeker opzicht
gunstig, omdat hij haar niet kon zien
want het zou onmogelijk zijn hem in de
ogen te kijken, zonder haar gevoelens te
verraden. Enigszins onbehagelijk vroeg ze
zich af, of Yvonne er iets van zou ontdek
ken vandaag
Iedereen zou haar veroordelen en haar
een dwaas, romantisch meisje noemen. Zo
wel juffrouw Marion van het weeshuis,
als juffrouw Carmichael en Sir Leo. Deze
laatste zou misschien toegeeflijk glim
lachen, maar hij zou haar toch zeggen, dat
ze niet aan een dergelijke dwaasheid toe
moest geven.
Mark had haar zelf altijd gewaarschuwd,
vooral geen medelijden met hem te heb
ben. Maar het was niet enkel medelijden,
dat ze voor hem voelde! Ze zou altijd van
hem blijven houden, onverschillig of hij
zijn gezichtsvermogen terug kreeg of niet.
Over een paar uur zou ze Yvonne onder
ogen komen en het hele weekeind m haar
en Mark's gezelschap moeten doorbrengen,
zonder iets te laren merken.... Ze was
vast van plan hen zoveel mogelijk alleen
te laten. Yvonne zou dat trouwens ook ver
wachten
De voorsteden van Londen zagen er
grauw en vuil uit na het frisse landschap
buiten, dat hier en daar bedekt was ge
weest met een laagje sneeuw. De straten
waren modderig en alleen de winkels met
hun Kerstversieringen zagen en vrolijk
en aanlokkelijk uit. Elsie hield twee keer
stil om Kerstcadeautjes te kopen. Ze had
de reis binnen de verwachte tijd afgelegd
en ze had thans nog voldoende tijd over
om even in de winkels rond te kijken. Ze
kocht een sjaal in frisse kleuren voor
Annie, een boek over Chinees porcelein
voor Sir Leo, en zakdoekje voor juffrouw
Marion en juffrouw Carmichael. Elsie had
zich nog nooit zó rijk gevoeld. Ze had twee
maanden salaris in haar tas en ze behoefde
niet voor erg veel mensen cadeautjes te
kopen. Ze voelde zich een millionnaire en
koos haar cadeautjes met veel zorg uit.
Het moeilijkst was natuurlijk iets voor
Mark te bedenken. Maar tenslotte vond
ze iets, dat naar beviel: een tabakspot van
Delfts blauw.
Elsie zou graag voor alle kinderen in
het weeshuis een Kerstcadeautje hebben
gekocht, maar ze wist dat dit uitgesloten
was, ook al voelde ze zich op dit moment
nog zo rijk. Ze kocht daarom enige boe
ken voor de bibliotheek van het weeshuis
en een geweldige doos chocolaatjes.
Met een aanzienlijk lichtere beurs, maar
volkomen in de juiste Kerststemming,
kwam Elsie bij de auto terug en stopte
haar inkopen zorgvuldig weg. Hierna reed
ze langzaam naar het adres, dat Mark haar
had opgegeven, om Yvonne te halen. Het
flatgebouw, waar ze zijn moest, was hyper
modern. Ze parkeerde de wagen en ging
met een kloppend hart in een zelf te be
dienen lift naar de 5de étage van het enor
me gebouw. Het was even na twaalven en
Yvonne zou zich dus niet kunnen bekla
gen, dat ze laat wasZe zou bij Mark's
verloofde lunchen en Elsie onderging deze
vriendelijkheid meer als een bevel dan als
een hartelijke invitatie
Yvonne deed zelf de deur open en haar
begroeting was met onvriendelijk. „Goed
zo, je bent prachtig op tijd, ik was al bang,
dat je opgehouden zoudt zijn door de
sneeuwval".
„Er was maar weinig sneeuw", ant
woordde Elsie, „alleen zo nu en dan een
vlaag". Ze vond Yvonne altijd beter te ver
dragen wanneer Mark er niet bij was.
„Kom binnen en doe je mantel uit. Je
zult wel bevroren zijn. Ik heb de lunch be
steld om kwart over twaalf dit is een
flat mét bediening en ik zal zelf terug
rijden, zodat de terugtocht niet ver
moeiend voor je zal zijn". Yvonne leidde
Elsie een kleine, maar kostbaar ingerichte
zitkamer binnen. De overheersende kleur
was crème en op Élsie maakte het vertrek
een koude indruk. Het enige kleurrijke was
een modern schilderij boven de schoor
steen in zó felle tinten, dat 't haast pijn
aan de ogen deed. Yvonne nam haar jas en
hoed en sjaal aan en wierp deze noncha
lant op een divan. „De badkamer is daar
door die deur", wees ze Elsie. „Je hebt
waarschijnlijk wel behoefte je even op te
knappen".
De badkamer verraste Elsie nog meer
dan de crèmekleurige zitkamer. Alles was
hier in zwart met groen gehouden en het
materiaal leek op marmer. Het glansde zo,
dat je je spiegelbeeld aan alle kanten
weerkaatst zag. Met een gevoel van ont
zag draaide Elsie de blinkende kraan open.
Op een tafeltje met zwart marmeren
blad stonden rijen flesjes en potten, met
allerhande schoonheidsmiddelen en enkele
kostbaar uitziende flacons parfum. Elsie
keek vol verbazing naar dit alles. Ze had
natuurlijk in tijdschriften over schoon
heidsmiddelen gelezen, maar ze had nooit
gedacht, dat een normale vrouw zo'n ver
zameling zou kunnen bezitten. Ze moest
echter niet vergeten, dac Yvonne Clair
géén gewone doorsnee-vrouw was. Ze was
min of meer een beroemdheid en ging
met de rijkste en belangrijkste mensen om,
terwijl ze bovendien een schoonheid was.
Elsie vroeg zich met enige bezorgdheid
af, hoe Yvonne ooit zou passen in het sim
pele leven op Willows. En ze kon zich niet
voorstellen, dat Mark het mondaine leven,
dat Yvonne leidde, prettig zou vinden.
Yvonne's leven was tè kunstmatig, tè naar
buiten schitterend entè leeg.
(Wordt vervolgd).