fyjthdêJastéel yiINDER Het Huis Uitbreiding van Schiphol verdrijft de boer van zijn land Jonge dirigenten voor de H.O.V. ONZE PUZZLE ee7i^P$Wpól Bloemendaal HARTENDORP 4 23% l=sch wjatau 2 5 J Onteigeningskwestie in Hoofddorp behandeld GAAT U MET VACANTIE? Examens Spel der vergissingen op Schiphol Speeltuin DVS stelde winterwerk ten toon Katholieke Jeugdraad opgericht te Haarlem Zandvoortse politie hield schietwedstrijden FEUILLETON van haar Dromen door Dorothy Quentin ZATERDAG 25 JULI 1953 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT URANT £>j* Jan Robbert floot zoals hij nog nooit gefloten had. Dat kwam omdat hij voor het laatst op weg van school naar huis was. De vacantie was begonnen en alle jongens en meisjes van de zesde klas hadden afscheid van hun school genomen. De meesten wisten natuurlijk precies wat ze na de grote vacantie zouden gaan doen sommigen weer naar school, anderen gingen hun vader of moeder helpen. Alleen Jan Robbert wist nog steeds niet, wat hij zou gaan doen. O, zeker, hij praatte er al maandenlang over, maar hij wilde iedere dag iets anders. Dan weer werd hij ontdekkingsreizi ger, dan weer diepzeeduiker, een vol gende dag wist hij heel zeker dat hij toch maar een vliegtuig zou bouwen, zoals er nergens op de wereld één be stond. En de dag daarop werd hij uit vinder van kleine fietsjes, waar je op naar de maan kon rijden. Zijn vader en moeder wisten werkelijk geen raad met die jongen. Naar school wilde hij niet meer, voor een vak leren voelde hij niets en zijn vader helpen wou hij nog veel minder. En nu liep Jan Robbert naar huis en hij floot van plezier. Want nu kon hij eindelijk worden wat hij worden wou. Opeens stond hij stil. Wat wóu hij eigen lijk worden? Zijn laatste plan: om leeu wentemmer te worden, had hij al weer opgegeven en op het ogenblik wist hij het werkelijk niet. Hij besloot om er eerst maar eens een nachtje over te gaan slapen. De volgende morgen was hij al vroeg op. „Heerlijk vacantie", zuchtte hij, toen hij na het ontbijt de tuin inslenterde. „Wat zal ik het eerste doen?" vroeg hij zich af, want hij vond dat hij maar dadelijk moest beginnen met al zijn grote plannen. „Weet je wat?" dacht hij. „Ik begin met de maanfietsjes, daar zit de wereld gewoon om te springen". Hij slenterde naar de schuur en zocht tussen een hoop oude rommel naar alles wat hij kon gebruiken voor zijn uitvin ding. Toen ging hij aan het werk. Al prutsende en fluitende zag hij zichzelf al naar de maan trappen, maar hoewel hij de hele dag bezig bleef, was hij 's avonds nog geen stap verder. „Morgen vind ik het", dacht hij voor hij insliep. Maar de volgende dag wilde hij toch maar ontdekkingsreiziger worden en begon hij zijn uitrusting voor een Noord poolreis bij elkaar te scharrelen: een bontmuts, een tentje, een paar ski's, die hij zelf maken wilde van een paar lat ten en nog wat rommel. De dag daarop besloot hij liever eerst met een vlot over de oceaan te gaan. En dus begon hij een vlot te timmeren. „Zou ik maar niet zelf een circus be ginnen?" dacht hij toen. En op papier tekende hij een ingewikkeld apparaat, dat door de lucht moest zweven en waaraan hij kunsten zou vertonen. „Nu weet ik het zeker", zei hij na een week. „Ik schrijf eerst een boek over mezelL Dan weten de mensen op de wereld dat ik besta. Als ik dan beroemd ben, kan ik nog altijd wat anders doen." Hij begon dus aan een boek. „Nee", zei hij de tiende dag. „Dat is het toch ook niet. Ik begin, geloof ik, maar eens aan iets heel anders. Ik ga een nieuw huis bouwen voor mijn vader en moeder. Ze hebben al zo vaak gezegd, dat dit te klein is." Hij besloot met het kelderraampje te beginnen: „Van onderen op, dat is het beste", dacht hij. Hij keek niet op of om. Hij werkte maar aan één stuk door. Hij zag niet eens hoe zijn vader en moeder hoofd schuddend naar hem stonden te kijken, zoals ze iedere keer deden als hij aan iets nieuws begon. Het was een hele warme dag. Jan Robbert veegde zijn voorhoofd af en ging er maar eens even bij zitten. Maar hij timmerde verder. Tussen twee hamerslagen door hoorde hij op eens een stem die vroeg: „Wat maak je daar?" Jan Robbert keek op. Naast hem stond een man in een wonderlijk pak. Eén broekspijp was geel, één was rood, één mouw van zijn jas was groen, de ander zwart. Hij droeg een schoen aan de ene en een slof aan de andere voet en op zijn hoofd had hij iets dat van voren een pet leek en van achteren een hoed. De man keek heel aandachtig naar Jan Robberts werk, ook naar alle andere uitvindingen die overal om hem heen lagen. „Zo'n man als jij zoek ik nou pre- Weten jullie welk spreekwoord hier NOZ HCI JNfIHOS staat? N3N10M. 3(3 H3JH3V '•DNISSOHcIO •~*rrx BODEM. -•> O -f'Ii eragom-X,f'hcn 2'JKA.NT Z'JKANT 'V Ql-EUF. DEKSEL Je hebt hier voor nodig: een stukje karton van 10 x 15 centimeter voor de bodem, een leuke prentbriefkaart en een stukje stevig papier van 17 x 26 centimeter voor het doosje. De ma ten staan in de tekening. Ook kun je op de tekening zien, hoe de spaar pot gemaakt moet worden. De plak randen A zijn niet bij de ruiten in begrepen en zijn allemaal 1 centi meter breed. Lijm het goed stevig in elkaar en je hebt een leuke spaar pot. cies", zei hij. „Heb je geen zin om bij me te komen werken?" „Wat doet u dan?" vroeg Jan Rob bert beleefd, want al zag die man er een beetje raar uit, hij was heel vriendelijk. „Ik bouw luchtkastelen", zei de man. Jan Robberts mond viel open van be wondering en verbazing tegelijk. „Had je ooit gedacht dat er zulke mensen be stonden, die luchtkastelen kunnen bou wen?", dacht hij. „Waar bouwt u ze?. Mag ik ze zien?" vroeg hij haastig. „Kom maar mee", zei de man en hij liep Jan Robbert vooruit. Buiten de stad, op een groot zandveld stond hij stil. Hij wees met een uitgestrekte arm naar de kale vlakte. „Wat zeg je ervan?" vroeg hij. Jan Robbert keek naar hel zand, maar hij kon er niets aan ontdekken. „Het zou een erg mooi land zijn om kastelen op te bouwen", zei hij voorzich tig- „Maar zie je dan niets!" riep de man. „Zie je dan niet dat dat hele veld vol luchtkastelen staat?" Hij klapte in zijn handen. Uit een heel armoedig hutje aan de rand van het veld kwam een vrouwtje in voddekleren en een hele troep magere kinderen. „Wat zijn dat?" vroeg de man aan zijn vrouw en kinderen, terwijl hij op het land wees. „Luchtkastelen", riepen ze in koor. „Je hoort het, hè", zei de man trots tegen Jan Robbert. „Ik weet zeker dat als jij zo door gaat je nog een veel knap pere luchtkastelenbouwer zult worden, dan ik". „Maar waarom gaat u er niet in wo nen?" vroeg Jan Robbert aan 't vrouw tje en hij keek naar het zielige huisje. „Morgen", zei haar man. „Morgen bouw ik een paleis voor haar met hon derd kamers". Het vrouwtje en de kinderen dansten van blijdschap. „Doet u dat echt?" vroeg Jan Robbert. „Echt", zei de man. „Wat is echt? Je moet erin geloven, dat is alles. Je bent nu één keer luchtkastelenbouwer of niet." „Ja, jazei Jan Robbert en hij dacht diep na. Zo diep dat hij niet eens merkte hoe hij ondertussen weer op de terugweg was. Hij schrok pas op, toen hij bijna over iets struikelde. Over een brok van zijn- maanfiets of van het vlot, dat kon ook. Hij raapte het op en be keek het eens goed. „Eigenlijk is het nog veel gekker dan luchtkastelen bouwen, wat ik doe", zei hij hardop. Toen rende hij het huis in. „Vader", riep hij al in de gang, „mag ik alsjeblieft iets worden wat al be staat" Een wijze oude tovervrouw keek in haar toverglas, omdat ze zo graag weten wou hoe 't met de mensen was. „Ach" zei ze, „ach, ze lachen niet, niet echt in elk geval. Wat je ook op de wereld ziet, zwartkijkers overal". Ze nam haar mantel van fluweel, haar puntmuts en haar staf, toen vloog ze op haar bezemsteel recht op de hemel af. Daar stond, zo rond als een beschuit, de zon, vlak boven haar. Ze sneed er snel een stukje uit, zonder een mes of schaar. Ze maakte van dat stukje zon, - ze was toen terug in 't bos - een vlinder, die echt vliegen kon. 's Avonds liet ze die los. Als nu de mensen somher zijn, als iemand om iets treurt, als iemand ruzie heeft of pijn, let op, wat dan gebeurt. Dan komt je weet niet waar vandaan, ze strijkt langs je gezicht - opeens die gouden vlinder aan en dan wordt alles licht. MIES BOUHUYS OOOOCOOOOOOOOOOOOOOOOOOi Het steeds toenemende luchtverkeer en de groei van de K.L.M. hebben de uitbrei ding van het vliegveld Schiphol onvermijdelijk gemaakt. De luchthaven ls evenwel geheel door boerderijen omgeven, hetgeen het duidelijk maakt, dat de eigenaars het voor deze uitbreiding bestemde gedeelte van hun bezit moeten afstaan. Al wordt dan ook zo veel mogelijk getracht een ieder voor dit verlies volledig schadeloos te stclien. Het is evenwel niet alleen een kwestie, die met een nuchtere chèque van een bepaald bedrag kan worden afgedaan. Hier komt ook de liefde van de boer tot zijn grond in het geding; een aanhankelijkheid, gebaseerd op het werk, dat zelf of door vorige generaties gedurende vele jaren op dit land werd verricht. Hoewel de materiële zijde uiteraard toch een hartig woordje meespreekt. Dit alles kwam rog eens ondubbelzinnig vast te staan tijdens de Vrijdagochtend op het raadhuis te Hoofddorp gehouden zit ting, waar een commissie uit Gedeputeer de Staten, de burgemeester der gemeente Haarlemmermeer, mr. J. F. Jansonius, enige deskundigen en de vertegenwoordi ger der gemeente Amsterdam bijeen geko men waren, om eventuele bezwaren tegen de voorgenomen onteigening aan te horen. De voorzitter van de Stichting voor Land bouw, de heer Kistemaker, noemde de ont eigening moreel funester dan de water ramp in Februari, omdat deze gedupeer den hun land straks weer volledig ter be schikking krijgen, terwijl de grond om Schiphol nu voor altijd voor de landbouw verloren gaat. Vandaar dat hij een voor afgaand overleg met de Stichting meer dan wenselijk had geacht, waarna hij ten slotte verzocht bij de bepaling der prijs rekening te willen houden met de fiscus, die hiervan ongetwijfeld een niet gering aandeel zou opeisen. De heer F. Knibbe was minder goed te spreken over de manier van onderhande len, die hij voor een gemeente als Am sterdam onwaardig vond. Het was op deze wijze een kwestie van loven en bieden ge worden, een marchanderen ,om de grond zo goedkoop mogelijk in handen te krij gen. Overigens was hij er van overtuigd, dat nu de uitbreiding eenmaal vast staat, het voor de betrokkenen vechten tegen de bierkaai zou zijn. Doodvonnis De heer Filius, een anjerkweker, zou 5000 meter kas moeten afstaan, hetgeen volgens hem het doodvonnis voor zijn be drijf betekende, wat hem in de loop der jaren bijzonder lief geworden is. Ook was er bij de onderhandelingen te weinig reke ning gehouden met de speciale eisen, welke de anjercultuur nu eenmaal stelt. Boer Rozendaal ging het verlies van zijn grond niet minder aan het hart; van de tien hec taren rest hem straks nog slechts 2 Vi hec taren), die bovendien uit de lichtste grond bestaat. Hij vroeg compensatie door voor rang bij de uitgifte van een boerder'j in de Noord-Oostpolder. Boer Molenaar betreurde het. dat bij het vaststellen der grondprijzen geen vaste normen in acht werden genomen. Wanneer men toevallig in de jaren, die als gemid delde gelden een minder goede opbrengst heeft behaald, wordt ook de uitkering automatisch lager, hetgeen op deze wijze een herhaling van de verliespost beté kent. Uit de beantwoording der verschillende sprekers door de voorzitter bleek, dat de commissie op dit ogenblik nog geen enkele definitieve toezegging kon verlenen, daar de oplossing der gestelde px-oblemen van verscheidene factoren afhankelijk is. Wel Wij verzoeken onze weekabonnés. die met vacantie gaan het abonnements geld vooruit aan de bezorger te vol doen. DE ADMINISTRATIE Op 24 Juli behaalden te Haarlem het Mulo-diploma A: E. Kruithof, A. J. Maar- tense, beiden IJmuiden; E. A. Nieuwdorp, Hoofddorp: C. de Rooy, Hoofddorp; W. Doornenbal, Beverwijk; M. v. d. Spek, E. Nieuwenhuis, beiden Lisse; J. v. Andel, Aalsmeer; M. A. Boogaard, E. Boom, beiden Nieuw Vennep; W. H. Arends, G. Duijzer, beiden Velsen; T. Leensvaar, Haarlem J. C. Hofman, Zandvoort; M. W. Claij, Haarlem mermeer; M. Serphas, J. F. E. Struijf, Heem stede; G. C. W. Obbes, G. Wageman, beiden Haarlem; E. v. d. Zant, Bloemendaal. Voor de hoofdakte-examens slaagden op 23 Juli in Haarlem de heren: W. H. Arends te Santpoort; H. Bleijendaal te Oudorp; W. K. Nijboer te Hoorn; B. J. Scharp te Broek op Langendijk en de dames: M. A. M. Cosse te Heemstede; G. J. v. Doesburg te Amstel veen; W. Schmidt te Amsterdam en M. M. v. Vliet te Alkmaar. Voor afdeling B de heren: J. P. J. Kil te Den Helder; K. Kramer te Amsterdam en de dames: J. M. Kersten te Haarlem en M. A. M. Pols te Amsterdam. ZONDAGSDIENST APOTHEKEN Bosch en Vaart-Apotheek, Bos en Vaart straat 26, telefoon 13290. Centraal Apotheek, v.h. Florijn, Grote Houtstraat 78, telefoon 10500—10502. H. Remmers Zoon, Kruisstraat 6, tele foon 10354. Noorder-Apotheek, Jan Gijzenkade 181, telefoon 23821. meende te mogen verklaren, dat er met de aangevoerde bezwaren en wensen zo veel mogelijk rekening zal worden gehou den. Van elke spreker werd dan ook een kort resumé op schrift gesteld en door hem ondertekend, welke stukken weer na der in behandeling zullen worden geno men. Met deze handeling was de zitting tevens ten einde. Half and half Een „Ware Jakobs" product „Chaplin" stond er op de passagierslijst van de KLM-machine, die gisteravond om half elf op Schiphol zou aankomen. Op in formaties in Londen werd gezegd, dat het de filmster Chaplin met zijn vrouw en moeder betrof. Het gevolg was dat talrijke journalisten en fotografen naar Schiphol kwamen. Ondanks het late avonduur ver zamelden zich boven op het balcon van het restaurant vele nieuwsgierigen. Er was een ontvangst-deputatie samengesteld uit di verse mannelijke en vrouwelijke vertegen woordigers van de NOVA-film. Toen het KLM-toestel landde, renden vele officials zenuwachtig heen en weer en er ontstond een gedrang. John Chaplin, een 23-jarige toneeltim merman uit Londen had zich op zijn huwe lijksreis bij zijn aankomst in Nederland beslist geen grootser ontvangst kunnen denken. Hij was het namelijk en niet Char ley Chaplin, die naar Nederland kwam. De KLM in Londen had zich vergist. Mochten de fotografen en journalisten al ietwat teleurgesteld zijn geweest, die teleurstelling duurde in elk geval niet lang. Weg was de afzetting, weg iedere forma liteit, John Chaplin werd bestormd met vragen en kreeg er zeker meer te beant woorden dan er de echte Chaplin ooit ge steld zouden zijn. En misschien wat meesmuilend, doch overigens van ganser harte boden de heren en dames vertegenwoordigers van de NOVA-film John Chaplin, zijn vrouw en zijn moeder de bouquetten bloemen aan, die ten slotte voor de familie Chaplin be stemd waren. Ook zijn Nederlandse echt genote, de 21-jarige Jeannetle Wijkhuizen uit de Kleine Houtstraat 114 te Haarlem, moest talrijke vragen beantwoorden. Het is wel opmerkelijk dat er, amper een week na het optreden van vier candi- daten van de cursus voor orkestleiders van de Nederlandse Radio Unie, in de Haar lemse Concertzaal wederom een concert plaats had, dat door debutant-dirigenten geleid werd. Dit keer waren het Otto Ham burg en Henk Dul die als pas geslaagden voor het examen van het Amsterdams Con servatorium de gelegenheid kregen op een zomerconcert van de H.O.V. hun kwalitei ten voor het publiek te demonstreren. Beiden dirigeerden zij hun programma uit het hoofd en toonden zich ook anders zins behoorlijk op deze avond te hebben voorbereid: althans voor zover dit moge lijk is. Want behalve nevens technische paraatheid verwacht men van de dirigent ook de geestelijke geladenheid, die hem het overwicht moet verzekeren over het te leiden ensemble en deze hoogst belangrijke eigenschap hangt meestal af van de ge nade van het ogenblik. Otto Hamburg dirigeerde als eerste proefstuk de Oxford-Symphonie van Haydn. Hij begon met een precieuze Ada gio-inleiding en gaf daarna aan het Alle gro-tempo een vaart, die weinig rekening hield met de mogelijkheid van een correcte en duidelijke realisatie. De hoofdgedachte van het Adagio werd vrij langzaam geno men, wat helemaal niet erg is, als de span ning maar evenredig is aan het tempo. Dit was echter niet het geval; het bleef te nuchter. Zijn beste resultaat bereikte de jonge dirigent in de finale, waaraan hij een stuwing gaf, die het orkest kon bij houden en waarin een klaar motievenspel in de doorwerking te waarderen was. Het bravour van de ouverture Le Cor- saire van Berlioz bleek de heer Hamburg best af te gaan. Hij leidde het stuk vrij duidelijk en met het nodige temperament. De moeilijke kunst van het begeleiden demonstreerde hij met wisselend geluk. Het ging nu om het Adagio voor viool en orkest (K.V. 261) van Mozart en de Havanaise van Saint-Saëns welke beide nummers Gisteravond was de kleine, maar gezel lige expositie van hand- en slöjdwerk welke de speeltuinvereniging „Door Vrede Saamgebracht" in haar clubgebouw aan de Eksterstraat ook vandaag nog lyudt, voor het eerst te zien. De clubjes tellen een vrij groot aantal deelnemers, vandaar dan ook de uitge breide collectie handwerk- en figuurzaag producten. Honderd meisjes namen dit jaar deel aan de handwerkcursus en ongeveer het zelfde getal jongens aan handenarbeid. Het is nog een heel ding om zo'n verschei denheid van kinders rustig aan het werk te houden, de meeste willen wel wat erg vlug klaar zijn met het gegeven onderwerp, zeide de voorzitter, de heer Hessels. Maar al waren er wel haastige afwerkingspogin gen, heel veel resultaten zagen er goed verzorgd uit. Vooral de meisjes hadden haar best gedaan. Schorten en theemutsen konden wij ook hier in verscheidenheid bewonderen; de allerkleinsten hadden eveneens een duit in het zakje gedaan en toonden ons wat zij presteerden op het ge bied van poppenkleren en inktlappen naaien. Hedenmiddag van 15.0017.00 uur en vanavond van 19.00 tot 21.00 uur heeft men de gelegenheid het tentoongestelde te bekijken. met opvallend mooie en grote toon gedis tingeerd en brillant gespeeld werden door Jacques Holtman. Henk Dul, de tweede dirigent van deze avond, maakte een goede entrée met de Derde Symphonie van Schubert, een be minnelijk jeugdwerk, waarin de persoon lijkheid van de componist zich reeds baan breekt. Dul bleek het orkest goed aan de stok te hebben. Een zwaardere opgave was de suite van Ravel, Ma mère l'Oye, die zo veel meer eist van het klankevenwicht en de atmosfeer van het orchcstraal palet. Alles in aanmerking genomen slaagde deze proeve ook zeer bevredigend. Henk Dul houdt het orkest goed in de hand; zijn afslaan wijst echter nog op onwennigheid. Het publiek reageerde hartelijk op deze interessante demonstraties. JOS. DE KLERK. Te Haarlem is opgericht de Stichting „De Katholieke Jeugdraad Haarlem", waarin zijn vertegenwoordigd de organi saties, die in Haarlem en omgevingMe be langen van de Rooms-katholieke jeugd be hartigen. In het dagelijks bestuur hebben zitting: mr. J. N. Meysing, voorzitter, Heussens- straat 12, Haarlem; J. P. M. Schoenmakers v. d. Donk, secretaresse, correspondentie adres: Zijlweg 108, Haarlem; B. H. M. Vehmeyer, Casper Fagellaan 1 te Heem stede; F. W. Knape, Van der Meerstraat 14, Haarlem; Rector D. de Wit, Koningstraat 20 te Haarlem. Het Zandvoortse politiecorps hied ter voortzetting van de corps-competitie onder linge schietwedstrijden op de banen van het circuit. Er werd geschoten in drie groepen, pistool en geweer. De uitslagen waren als volgt: Groep I: 1. J. Rutgers, 86 punten; 2 P. Verheul, 85 pnt.; 3. H. P. Huijsman, 84 pnt. Groep II: 1. C. van Buren. 81 pnt.; 2. K. Platje, 75 pnt.; 3. J. J. Zijp, 73 pnt. Groep III: 1. P. Douma, 71 pnt.; 2. J. Jan sen, 68 pnt.; 3. W. Verboom, 67 pnt. ZONDAGSDIENST De artsendienst van de doktoren in Bloe- mendaal-dorp wordt van hedenmiddag twee uur tot Maandagmorgen acht uur waargeno men door de arts J. H. M. Egberts, Zuider stationsweg 12.' Bloemendaal, telefoon 22261. In hetzelfde tijdvak is de dienstdoende wijkverpleegster, zuster G. Koops. Litslaan 45, Santpoort-station, telefoon K 2560 8881. De Zondags-, avond- en nachtdienst van de apotheken voor Overveen, Bloemendaal en Santpoort-station wordt van hedenavond zes uur tot Zaterdag 1 Augustus e.k. verzorgd door de Elswout-apotheek, (drs. A. P. W. v. d. Ham) Bloemendaalseweg 341, Overveen, telefoon 16760 en de Santpoortse apotheek, (drs. K. Zijp), Bloemendaalsestraatweg 145, Santpoort-station, telefoon K 2560 8249. ADVERTENTIE De Stofzuiger Speciaalzaak Gen. Cronjéstr. 43 Spaarne 3 Tel. 16990 Tel. 17696 Kruidbergerweg 51. Santpoort Het speciale adres voor STOFZUIGERS Reparatiën en onderdelen vertaald uit het Engels 36) Mark sprak op verontschuldigende toon, toen hij Elsie deze boodschap doorgaf. „Ik ben bang, dat je morgenochtend voor dag en dauw zult moeten vertrekken, Elsie, tenzij je liever vandaag weggaat en ergens onderweg in een hótelt wil overnachten. Het is een vermoeiende tocht in deze tijd van het jaar en bovendien koud!" „Ik vind het helemaal niet erg", stelde Elsie hem gerust, ,,'t Is toch geheel volgens de afspraak, dat ik zo nu en dan juffrouw Clair in Londen zou gaan halen". En toen Mark bezorgd bleef kijken, voegde ze er toe: „Ik ga heel vroeg weg om in Londen nog wat tiid te hebben om boodschap pen te doen voor Kerstmis. De winkels zullen prachtig zijn". Desalniettemin voelde ze zich de vol gende dag zenuwachtig, toen ze de lange rit aanving. Dit werd niet veroorzaakt door het rijden zelf: ze hield van chauf feren en ze vond het amusant voor dag en dauw te vertrekken, terwijl Mark haar met veel omslag uitgeleide deed en Annie haar vol moederlijke zorg een groot lunchpakket mee gaf. Waar ze tegen op zag, was de terugreis in gezelschap van Yvonne. Juffrouw Clair gaf haar altijd een minder waardigheidsgevoel en ditmaal voelde ze zich bovendien nog schuldig ten opzichte van Mark's verloofde. Schuldig, omdat ze hield van de man, met wie Yvonne ging trouwen. Ze wist thans heel zeker, dat haar liefde voor Mark diep en warm en echt was en dat hieraan nooit meer iets te veranderen zou zijn, hoe hopeloos de si tuatie ook voor haar was. Ze maakte zich zelf verwijten ovei haar gevoelens, maar er was niets meer aan te doen. Ze zong, terwijl de grote wagen zich voortspoedde langs de eenzame landwegen. Liefde was iets wonderlijks, peinsde ze. Je kon 't niet helpen, dat je van een bepaald iemand ging houden, ook al wist je dat die liefde be lachelijk en hopeloos was en al had je helemaal met de bedoeling om de man van iemand anders in te palmen.... Liefde deed pijn, maar het was een soort pijn, die je koesterdeHet betekende de hemel en de hel tegelijk voor Elsie, dat Mark haar nü op elke manier zo nodig had, maar over enige lijd haar hulp en gezel schap volkomen zou kunnen missen. De dag zou aanbreken, dat hij haar voor de laatste maal haar salaris zou uitbe talen en hartelijk dank zou zeggen voor al haar geduld. Ze zou daarna een andere baan moeten zoeken. Misschien zou hij haar een door hemzelf getekend exem plaar van zijn boek geven, als het versche nen was. Elsie zuchtte. Ze zou van Willows weg moeten, zodra Mark weer kon zien. De situatie was voor haar in zeker opzicht gunstig, omdat hij haar niet kon zien want het zou onmogelijk zijn hem in de ogen te kijken, zonder haar gevoelens te verraden. Enigszins onbehagelijk vroeg ze zich af, of Yvonne er iets van zou ontdek ken vandaag Iedereen zou haar veroordelen en haar een dwaas, romantisch meisje noemen. Zo wel juffrouw Marion van het weeshuis, als juffrouw Carmichael en Sir Leo. Deze laatste zou misschien toegeeflijk glim lachen, maar hij zou haar toch zeggen, dat ze niet aan een dergelijke dwaasheid toe moest geven. Mark had haar zelf altijd gewaarschuwd, vooral geen medelijden met hem te heb ben. Maar het was niet enkel medelijden, dat ze voor hem voelde! Ze zou altijd van hem blijven houden, onverschillig of hij zijn gezichtsvermogen terug kreeg of niet. Over een paar uur zou ze Yvonne onder ogen komen en het hele weekeind m haar en Mark's gezelschap moeten doorbrengen, zonder iets te laren merken.... Ze was vast van plan hen zoveel mogelijk alleen te laten. Yvonne zou dat trouwens ook ver wachten De voorsteden van Londen zagen er grauw en vuil uit na het frisse landschap buiten, dat hier en daar bedekt was ge weest met een laagje sneeuw. De straten waren modderig en alleen de winkels met hun Kerstversieringen zagen en vrolijk en aanlokkelijk uit. Elsie hield twee keer stil om Kerstcadeautjes te kopen. Ze had de reis binnen de verwachte tijd afgelegd en ze had thans nog voldoende tijd over om even in de winkels rond te kijken. Ze kocht een sjaal in frisse kleuren voor Annie, een boek over Chinees porcelein voor Sir Leo, en zakdoekje voor juffrouw Marion en juffrouw Carmichael. Elsie had zich nog nooit zó rijk gevoeld. Ze had twee maanden salaris in haar tas en ze behoefde niet voor erg veel mensen cadeautjes te kopen. Ze voelde zich een millionnaire en koos haar cadeautjes met veel zorg uit. Het moeilijkst was natuurlijk iets voor Mark te bedenken. Maar tenslotte vond ze iets, dat naar beviel: een tabakspot van Delfts blauw. Elsie zou graag voor alle kinderen in het weeshuis een Kerstcadeautje hebben gekocht, maar ze wist dat dit uitgesloten was, ook al voelde ze zich op dit moment nog zo rijk. Ze kocht daarom enige boe ken voor de bibliotheek van het weeshuis en een geweldige doos chocolaatjes. Met een aanzienlijk lichtere beurs, maar volkomen in de juiste Kerststemming, kwam Elsie bij de auto terug en stopte haar inkopen zorgvuldig weg. Hierna reed ze langzaam naar het adres, dat Mark haar had opgegeven, om Yvonne te halen. Het flatgebouw, waar ze zijn moest, was hyper modern. Ze parkeerde de wagen en ging met een kloppend hart in een zelf te be dienen lift naar de 5de étage van het enor me gebouw. Het was even na twaalven en Yvonne zou zich dus niet kunnen bekla gen, dat ze laat wasZe zou bij Mark's verloofde lunchen en Elsie onderging deze vriendelijkheid meer als een bevel dan als een hartelijke invitatie Yvonne deed zelf de deur open en haar begroeting was met onvriendelijk. „Goed zo, je bent prachtig op tijd, ik was al bang, dat je opgehouden zoudt zijn door de sneeuwval". „Er was maar weinig sneeuw", ant woordde Elsie, „alleen zo nu en dan een vlaag". Ze vond Yvonne altijd beter te ver dragen wanneer Mark er niet bij was. „Kom binnen en doe je mantel uit. Je zult wel bevroren zijn. Ik heb de lunch be steld om kwart over twaalf dit is een flat mét bediening en ik zal zelf terug rijden, zodat de terugtocht niet ver moeiend voor je zal zijn". Yvonne leidde Elsie een kleine, maar kostbaar ingerichte zitkamer binnen. De overheersende kleur was crème en op Élsie maakte het vertrek een koude indruk. Het enige kleurrijke was een modern schilderij boven de schoor steen in zó felle tinten, dat 't haast pijn aan de ogen deed. Yvonne nam haar jas en hoed en sjaal aan en wierp deze noncha lant op een divan. „De badkamer is daar door die deur", wees ze Elsie. „Je hebt waarschijnlijk wel behoefte je even op te knappen". De badkamer verraste Elsie nog meer dan de crèmekleurige zitkamer. Alles was hier in zwart met groen gehouden en het materiaal leek op marmer. Het glansde zo, dat je je spiegelbeeld aan alle kanten weerkaatst zag. Met een gevoel van ont zag draaide Elsie de blinkende kraan open. Op een tafeltje met zwart marmeren blad stonden rijen flesjes en potten, met allerhande schoonheidsmiddelen en enkele kostbaar uitziende flacons parfum. Elsie keek vol verbazing naar dit alles. Ze had natuurlijk in tijdschriften over schoon heidsmiddelen gelezen, maar ze had nooit gedacht, dat een normale vrouw zo'n ver zameling zou kunnen bezitten. Ze moest echter niet vergeten, dac Yvonne Clair géén gewone doorsnee-vrouw was. Ze was min of meer een beroemdheid en ging met de rijkste en belangrijkste mensen om, terwijl ze bovendien een schoonheid was. Elsie vroeg zich met enige bezorgdheid af, hoe Yvonne ooit zou passen in het sim pele leven op Willows. En ze kon zich niet voorstellen, dat Mark het mondaine leven, dat Yvonne leidde, prettig zou vinden. Yvonne's leven was tè kunstmatig, tè naar buiten schitterend entè leeg. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1953 | | pagina 6