Het Rassenprobleem
Rotan in het middelpunt
der belangstelling
Aanlokkelijke zomerse gerechten
Drie zomer toiletjes voor de jonge garde
Weet u wel dat,
Een echte
jongedame
De bolero
DIT MAKEN WE ZELF
KERKELIJK LEVEN
INBOEDELVEILING 8/9 SEPT. 1955
ANWB wil meer fiets
paden voor bromfietsers
openstellen
Cacaofabriek procedeert
tegen dagblad De Waarheid
Nieuwe Indonesische
nota over Nieuw Guinea
ZATERDAG 29 AUGUSTUS 1953
<=V
oor
de^O
rouw
Wat liet precies is, dat de rotanmcubelen plotseling zo in het middelpunt van de
binnenhuis-architectuur heeft gebracht, is moeilijk te zeggen. Is het de lichte
kleur van het materiaal, dat zo goed past bij het moderne interieur, is het 't ge
makkelijke onderhoud van rotan, dat niet geregeld gewreven behoeft te worden
of is het slechts een kwestie van een zogenaamde rage in de meubelwereld? Hoe
het ook zij, een beetje vreemd en zeker opmerkelijk is het, dat meubilair, dat in
feite misschien het oudste ter wereld is, momenteel als het ultra-moderne in bijna
iedere woning, of het er in past of niet, een plaatsje vindt.
Daarom zijn wij eens op zoek gegaan
naar de herkomst van dit specifieke
meubilair.
En wij kwamen toen terecht in een
hoekje van Friesland, dich bij Drente,
in Noordwolde om precies te zijn.
In vroeger jaren moeten daar veel
bomen hebben gestaan de naam her
innert aan het Noorderwoud en uit
het hout van die bomen ontstond het
hoogveen, dat in de tijd van de tach
tigjarige oorlog en ook nog lang daarna
door de aldaar wonende verveners werd
gestoken, zoals dat met een vakterm
wordt genoemd.
Maar ze konden daar niet aan het
steken blijven. Eens raakte het veen op
en de Drentenaren, die nog niet eens
zo heel lang geleden in hun plaggen
hutten huisden, waren tot armoede ge
doemd. Van het resterende wilgenhout
ging de Drentenaar toen boenders en
bezems vlechten en later manden en
korven, maar ook dit bedrijf verstierf.
Tot een voortvarende Noordwolder,
dominee Edema van der Tuuk plotse
ling op het idee kwam om rieten meu
bels te gaan maken en uit die tijd da
teren de zogenaamde rand- en bok-
stoelen van wilgenteen.
Dit materiaal voor meubilair is de
voorloper geweest van de latere rotan
meubelen.
En sinds het ontdekken van het ro
tan in de tropische oerwouden, kapt de
inlander daar het. materiaal, dat in
Friesland tot stoelen en tafels wordt
verwerkt. Hij fcapt het in stukken van
4 tot 6' meter en laat deze stengels in
de schaduw langzaam drogen. Al
draaiend en buigend worden de rotan
stengels dan over een hard brok hout
getrokken net zolang totdat het materi
aal glad en glanzend is. Dan wordt het
in de volle zon nagedroogd. En tenslotte,
na een moeizame tocht, ligt het inlandse
riet in de werkplaats van 'n rietvlechter
in ons land. Veel van het riet wordt
machinaal gespleten tot het soepele ro
ta nband, terwijl met de snijmachine
uit de kern een gaaf, rond soort wordt
verkregen, het zogenaamde pitriet.
Juist door de buigzaamheid leent rotan
zichÜD ij zonder voor zuiver handwerk.
Wij zien dan hoe in zijn werkplaats
de vakman, die op de Rijksrietvlecht-
school in Noordwolde een gedegen op
leiding heeft kunnen volgen, de ver
schillende rotanstengels, die hij voor
zijn werkstuk denkt nodig te hebben,
bij elkaar zoekt. Wanneer hij bijvoor
beeld een stoel gaat maken, buigt hij
eerst de onderdelen van de romp daar
van.
„De lijnen -moeten vloeiend verlo
pen", weet de handwerksman uit te
leggen, „want rotan is en blijft een
slingerplant en scherpe hoeken zijn
daarmee niet mogelijk".
Om de juiste rondingen te verkrij
gen, wordt het materiaal door middel
van een gasvlam plaatselijk verhit. En
ook dit branden vereist weer vakman
schap en kennis, maar bovenal een ze
kere feeling van de juiste temperatuur.
Want wanneer de stengel niet genoeg
verhit wordt, zijn er niet de vereiste
buigingen mee mogelijk, terwijl bij een
te grote verhitting het materiaal kan
verbranden. Vroeger werd rotan ook
wel door koken of stomen zacht ge
maakt.
„Je kunt op verschillende manieren
vlechten", en bij deze verklaring wijst
onze rietvlechter op een paar vlechtge-
noten, die met het gespleten materiaal
bezig zijn aan zitting en rug van de
stoel, waarbij weer een andere methode
wordt toegepast dan voor het vervaar
digen van het „pootwerk".
Neen, als rietvlechter ben je tegen
woordig. nu alles meer „in het groot"
wordt gemaakt, niet zelf tevens de ont
werper van een meubelstuk. Daarvoor
zijn speciale ontwerpers en architecten,
die hun tekeningen maken. Maar een
goed vakman ziet met één oogopslag of
de tekening is gemaakt door iemand
met kennis van zaken, namelijk door
iemand, die volkomen bekend is met de
speciale eigenschappen en de verschil
lende mogelijkheden van het materiaal.
En wanneer er naar de mening van
de rietvlechter iets aan mankeert, zal
hij zijn idee daarover zeker niet onder
de in wording zijnde rotanstoelen of
-banken steken!
Er zo is er dan langzaam maar zeker
uit een der oudste bedrijven ter wereld
een nieuwe industrie verrezen, die in
wezen niet heeft behoeven in te boeten
aan zijn oorspronkelijke charme; de
charme namelijk van het handwerk.
J. S.
Dit. eenvoudige jurkje werd gemaakt
van flauw met nopjes bedrukte orlon. De
ideale dracht voor een nog heel jeugdige
jongedame, want de stof is gemakkelijk
te wassen, krimpt niet. en hoeft nage
noeg niet te worden gestreken. Kleine
witte knoopjes geven de lijn aan van
de puntige kraag en de manchetjes, een
leren ceintuurtje versiert de taille. Witte
sokjes en zwarte lage lakschoentjes
maken er een geslaagd „feestelijk"
geheel van.
Wat. is het een gezellig gezicht als de
groentewinkels en groentewagens weer
vol liggen met al onze fleurige zomer
groenten. In het begin joegen de prijs
kaartjes ons misschien nog wel even
wat schrik aan maar de prijzen zijn
bij de grotere aanvoer al gauw gaan
dalen en nu kunnen we er ook „dage
lijkse kost" van maken. Niet alleen om
dat ze zo lekker „vers" smaken zijn
deze groenten van belang, maar ook
omdat ze zoveel vitaminen en minera
len bevatten.
Laten we dus vooral zorgen, dat deze
door de bereiding niet verloren gaan.
't Is maar een kleine moeite de eenvou
dige regels hiervoor in acht te nemen.
Eten we de groenten rauw;, dan moeten
we zorgen, dat ze zo vers mogelijk ge
geten worden, dat ze vlug gewassen
worden en niet in het water blijven
staan en dat ze vlak voor het eten ge
sneden en klaar gemaakt worden. Voor
het koken gelden deze regels ook, maar
bovendien moeten we er dan nog op
letten, dat de groenten met zo weinig
mogelijk water opgezet worden, dat ze
zo snel en kort mogelijk gekookt wor
den. Gebruik ook zoveel mogelijk het
kookwater in soep of saus of drink het
als bouillon.
Spitskool.
1 1/4 kg. spitskool, zout, 1 dl. melk,
bloem, margarine (nootmuskaat)
De kool schoonmaken, klein snijden,
opzetten met weinig kokend water en
zout en vlug gaarkoken in een goed ge
sloten pan 20 min.). Naar verkie
zing een klontje margarine en melk
toevoegen en deze binden met wat
bloem. Bij het opdoen desgewenst een
weinig nootmuskaat over de groente
doen.
Slakropje „au jus".
Dit kg. stoof sla, zout, wat jus, mar
garine, paneermeel.
De slechte blaadjes van de sla ver
wijderen. De kropjes in hun geheel
goed schoon spoelen. Wat water met
zout aan de kook brengen en de sla-
kropjes hierin laten slinken. De sla la
ten uitlekken, overdoen in een vuur
vaste schotel en de jus er over gieten.
De schotel afmaken met paneermeel en
hier en daar een stukje margarine op
de groente leggen. Ze vervolgens in een
hete oven laten gaar worden' én er een
bruin korstje op laten komen (20 min.
a uur). De groente zo nu en dan
even met het vocht bedruipen.
Gestoofde komkommer in kerrysaus.
2 grote komkommers, een klein klontje
margarine, 20 gr. (2 eetlepels) bloem,
2 dl. melk, kerry, peterselie, zout.
De komkommer schillen, doorsnijden
en het zaad er uit halen. Ze in stukken
van 4 cm. lengte snijden.
De margarine smelten. De kerry de
stukken komkommer en wat zout toe
voegen. De groente 5 a 10 minuten
smoren en ze dan met een schuimspaan
uit het vocht nemen. De bloem aan
mengen met wat koude melk. De rest
van de melk bij net vocht voegen, dit
aan de kook brengen en binden met
de aangemengde bloem.
Wanneer in ons natte, regenrijke
landje, de zomer eindelijk is aangebro
ken, en de zon de verkilde Nederlanders
verwarmt, dan is het voor onze vrouwe
lijke landgenoten de hoogste tijd om
zich te steken in haar luchtige, dikwijls
felgekleurde hoogzomertoiletjes, waar
van zij er helaas maar zo weinige
in haar kast behoeven te hebben.
Hoewel katoen dit seizoen de grote
mode is, zullen velen bij warme dagen
eerder besluiten tot het dragen van een
koele stof als zijde, dan van katoen, die
het nadeel heeft gauw te kreuken, wat
een slordige indruk geeft, vooral wan
neer men zich zonder mantel op straat
vertoont.
Het meisje links, dacht er echter niet
zo over: zij wilde, toen zij naar een
tuinfeestje ging, dat door vrienden
werd gegeven, er „up to date" uitzien,
en hulde zich in haar nieuwe zomer -
toiletje, van Italiaanse afkomst (ont
werp Vanna - Milaan). Het is een ja
ponnetje, dat slechts bij bepaalde types
past, men moet er slank en donker voor
zijn, en zich goed kunnen bewegen, want
het jurkje is zeer opvallend, doch zij
bezat deze eigenschappen, en haar
creatie was het succes van de avond. Het
is gemaakt van katoenen popeline, met
een fel gekleurde ruit, in rood, groen,
zwart en wit, waaronder zij een stijve
raffia onderrok draagt, die de geruite
klokrok van het jurkje grappig doet uit
staan. Aan de linkerzijde is de rok op
genomen, en zonder terughouding toont
het meisje deze fel gele onderrok. Een
strak getailleerd lijfje laat zien hoe
slank zij is, en hoe wijd haar rok. Het
lijfje sluit origineel, in een knoop op de
rechterschouder, terwijl de linkerschou
der onbedekt blijkt. Het a-symmetrische
toiletje wordt gecompleteerd door een
eenvoudig geel strooien hoedje, gegar
neerd met een band van dezelfde stof
als de japon, met gele handschoenen en
met Italiaanse zwart suède pumps, met
het modieuse smalle, in een punt uit
lopende voorblad, en de slanke hak.
De middelste jongedame toont, dat zij
even verrukt is van de blouse, die zij
draagt, als wij dat zijn. Hij werd ge
maakt bij de Engelse zaak Clarmar, van
kunstzijde en Zwitserse kant, en volgens
een heel eenvoudig model. De ontwerper
liet de gebruikte materialen voor zich
zelf spreken, en het blijkt, dat hij daar
goed aan deed; er zullen veel vrouwen
zijn, die deze blouse graag zouden
willen dragen, en er zullen er maar
weinig zijn, welke hij niet zou staan.
Het meisje op de rechtse foto houdt
van een grapje. Zij garneerde haar ja
ponnetje van grijze zijden tweed, een zo
genaamd doorknoop-model, met een
hooggesloten kraagje, met een reusach
tige grote witte piqué kraag, die meer
mogelijkheden in zich bergt, dan men
op het eerste gezicht zou .denken.
Wanneer zij er behoefte aan heeft,
kan zij namelijk Je kraag „om
toveren' in een grote hoed. De ontwer
per van de japon en de kraag is de En
gelsman Robert Dorland, die voor de
kraag werd geïnspireerd op de grote
kragen, die de vrouwen en dochters van
de Puriteinen, die per „Mayflower" En
geland verlieten, indertijd op hun ja
ponnen droegen. Toen vormde hij de
strenge afsluiting van de ingetogen kle
ding, thans brengt hij slechts een grap
pige noot aan een pretentieloos jurkje,
en dient hij eigenlijk alleen maar ter
versiering. Het meisje, dat Dorlands
scheppingen toont is het Engelse film
sterretje Ann South.
azijn ook voor vele anere doeleinden
dan voor de voedselbereiding te ge
bruiken is?
Een schoteltje azijn in een kamer
waar pas geverfd is, doet de verflucht
sterk verminderen, eens per dag verse
azijn neerzetten is voldoende. Een klein
beetje azijn op een doekje, is een goed
reinigingsmiddel voor wit been, hierbij
is bedoeld echt been en niet plastic of
kunsthars.
Glaswerk, waar door het gebruik van
hard water doffe vlekken of randen in
'zijn gekomen kan men wegzetten met
azijn en dit na ongeveer een dag uit
spoelen en goed omspoelen met water
en daarna omwassen. Men zal zien dat
dan bijna alle witte en doffe plekken
weg zijn.
Een waterketel die een aanslag van
ketelsteen heeft kan men hef beste vul
len met azijn en water in een verhou
ding van 1 of 3, en daarna gedurende
enige uren tegen de kook aanzetten.
Spoelt men daarna de grauw geworden
inhoud uit de ketel dan zal men zien,
dat een groot deel van de kalksteen
verdwenen is zonder dat de emaille is
aangetast. Zonodig herhaalt men dit nog
enkele malen.
Hardnekkige vlekken op koperen
voorwerpen, die er met poetsen niet af
gaan kan men veelal met azijn verwij
deren, azijn moet men direct afspoelen.
De lichte vlek door de azijn ontstaan
kan men meestal gemakkelijk met het
poetsmiddel verwijderen.
Op tin en nikkel kan men heel dik
wijls met succes de vlekken verwij
deren met azijn. Bij schuren van koper
(het Indische koper behoort geschuurd
te worden) maakt men gebruik van
azijn en fijn zand hierbij spoelt men
steeds na met voldoende schoon water.
Zink en verzinkte i'oorwerpen kan
men op dezelfde manier schuren. In-
plaats van zand kan men gebruik ma
ken van Brusselse aarde. Verzinkte
voorwerpen schuurt men liefst niet al,
te dikwijls omdat er onder de zinklaag
vaak ijzer zit, dat dan bloot komt te lig
gen en gaat roesten. De aanslag op zink
vormt een beschermend laagje.
Bij bovenstaande is slechts een greep
uit de vele mogelijkheden gedaan,
waarbij azijn in de huishouding voor
andere doeleinden gebruikt kan worden
Hebt u het zonnejurkje voor uw doch
tertje al af en was ze er mee in haar
schik? Ter voltooiing van het geheel,
laten we nu het patroon van de bolero
volgen. Van de vorige maal hadden we
90 cm stof over, die leggen we dubbel
zoals de tekening dit aangeeft en gaan
even de patronen op ware grootte uit
werken. Deze worden op de stof gelegd
en alles wordt met naden uitgeknipt.
We beginnen met het in elkaar stikken
van de schouder- en zijnaden. De onder
en voorkanten kunnen met een zoompje
afgewerkt worden, de hals moet met een
schuine bies wórden afgewerkt. Nu volgt
het inzetten van de mouwen en het zon-
nepakje is klaar. L. S.
ADVERTENTIE
De schrijver van „Huidskleur-Onopge
loste problemen van het Westen", dr. Ben
J. Marais, heeft onlangs een vragenlijst
gezonden aan een aantal bekende theolo
gen in Europa en Amerika over het ras
senvraagstuk.
De vragenlijst werd o.a. gezonden aan:
prof. J. H. Bavinck, dr. H. Berkhof, prof.
Berkelbach v. d. Sprenkel, dr. G. Brillen-
burg Wurth, prof. Karl Barth, prof. Emil
Brunner en de inmiddels overleden dr.
Karl Hartenstein. De volgende vragen
werden gesteld en beantwoord:
1. „Zijt gij van mening dat in de bijbel
een „volkskerk" (in de ethonologische d.t.
volkenkundige zin) wordt aanbevolen,
toegestaan of verboden?" Dr. Brillenburg
Wurlh, prof. Brunner cn prof. Barth ant
woordden: „verboden". Prof. Vischer
schrijft: „Indien de vorm van de kerk in
de verschillende landen verschilt, al naar
de verschillen in taal, zeden en andere
karakteristieke eigenschappen, kan men
niet zeggen, dat dit in de Bijbel verboden
is. Doch de Bijbel staat dit alleen toe wan
neer de nationale of regionale kerk open
staat voor alle Christenen van ander type
of afkomst".
2. „Meent gij, dat de Bijbel een politiek
van gedwongen rassenscheiding binnen de
Christelijke kerk rechtvaardigt of daar
voor ruimte laat?" Het antwoord was al
gemeen „neen". Dr. H. Berkhof voegde er
aan toe: „dit is zonde". Prof. Berkelbach
v. d. Sprenkel zei: „De Bijbel geeft een
duidelijke veroordeling van de rassen
scheiding. Een „blanke kerk" of een
„blanke gemeente" die bidt: Kom Heer
Jezus, moet wel bedenken dat Jezus zelf
tot een ander ras behoorde en dat Hij,
voor zover ik weet, zijn huidskleur niet
veranderd heeft voor de hemelvaart".
3. „Een politiek van gedwongen rassen
scheiding binnen de Chr. kerk kan ge
rechtvaardigd zijn op grond daarvan, dat
God verschillende rassen en volken ge
wild heeft. Daarom is rassenscheiding, om
op deze wijze de rassen in stand te hou
den, niet slechts toelaatbaar maar zelfs een
Christelijke plicht. Zijt gij het met deze
stelling eens?" Prof. Barth antwoordt:
„Neen, Nazi theologie!" en prof. Brunner
toont aan, dat het rassenprobleem een
modern begrip is, dat niet in de Bijbel te
vinden is.
Dr. Bavinck zegt: „Neen, ik ben het met
deze stelling niet eens, hoewel ik gevoel,
dat de Bijbel ons niet leert de verschillen
tussen rassen en volkeren teniet te doen.
Maar het is één Stad en één Kerk".
4. „Alle rassenvermenging is tegen de
wil en de instellingen Gods. Onderschrijft
ge dit inzicht?"
Hierop antwoordde dr. Brillenburg
Wurth: „Dit gaat volgens mijn mening te
ver. God heeft alle dingen zo geordend,
dat er plaats is voor gelijkheid en onge
lijkheid". Prof. Franz Leenhardt (Genève)
schrijft: „Rassenvermenging is alleen te
gen Gods wil wanneer het ten gevolge
heeft, dat daardoor schade wordt toege
bracht aan de lichamelijke en geestelijke
gezondheid, zoals bevestigd wordt door
eerlijke en kundige waarnemers (zoals dit
ADVERTENTIE
Verkooplokaal NOTARISHUIS
Dir. W. N. WQLTERINK
Bilderdijkstraat bij de Zijlweg
Haarlem - Tel. (K 2500) 11928
Inzendingen van huisraad worden dagelijks
aangenomen. Eigen afhaaldienst
Sinds 1 Augustus bij het in werking
treden van de jongste wijzigingen in het
Wegenverkeersreglement is het brom
fietsers verboden met ingeschakelde hulp
motor gebruik te maken van de met
het zwarte bordje aangeduide plattelands
rijwielpaden, tenzij van dit verbod onthef
fing is verleend door middel van een aan
gebracht blauw bordje met witte letters
„Rijwielen met hulpmotor toegestaan".
De A.N.W.B., die zich reeds eerder te
gen deze afsluitingen van dit zeer om
vangrijke rijwielpadennet had uitgespro
ken, heeft zich thans tot de colleges van
Gedeputeerde Staten van alle provincies
gewend. De bond heeft er de aandacht op
gevestigd dat deze paden niet alleen op
uitnemende wijze voorzien in de toeristi
sche en sociale behoeften, daar zij zeer
belangrijke recreatiegebieden ontsluiten,
maar gaandeweg tevens een belangrijk
„woon- en werkvex-keer" per rijwiel en in
het verleden ook per bromfiets tot zich
hebben getrokken.
Een deel van dit rijwielpadennet is tot
stand gebracht door een aantal tot dat
doel gestichte rijwielpadenverenigingen,
die hiervoor provinciale en gemeentelijke
subsidies ontvangen, het overige deel res
sorteert onder provincies, gemeenten, wa
terschappen en polderbesturen.
De A.N.W.B. is van oordeel, dat van dit
totale net, dat naar schatting ruim 8000
km. rijwielpad omvat, slechts 800 km. in
aanmex-king komt om afgesloten te blijven
voor bromfietsers. De overige 7200 kilo
meter rijwielpad vervult echter een zo
danig belangrijke toeristische en sociale
functie, dat deze paden stellig niet aan
het bromfietsverkeer onttrokken mogen
worden. De vei-plichting tot het rijden
met uitgeschakelde hulpmotor, zo zegt de
A.N.W.B., staat vrijwel gelijk met een
volledige afsluiting van de desbetreffende
paden.
De bond acht het, ook met het oog op
de vei'keersveiligheid, van het grootste be
lang voor de bromfietsers, dat zij gebruik
mogen maken van de plattelandsrijwiel
paden en verzoekt daarom de diverse col
leges van Gedeputeerde Staten, zo spoedig
mogelijk na te gaan, welke van deze pa
den in aanmerking komen om te worden
aangeduid met het nieuwe bordje „rij
wielen met hulpmotor toegestaan" en te
bevorderen, dat deze aanduidingen met
spoed worden aangebracht.
ook geldt voor het probleem van de bloech
verwantschap)".
De onlangs overleden dr. Karl Harten
stein heeft in zijn antwoord alle vragen
samengevat. Hij schreef o.a.: „Er bestaat
voor de Christen geen mogelijkheid voor
een gedwongen i-assenscheiding binnen de
C'hr. kerk. Doch in Christus zijn allen één
en wij moeten nooit probeiren velschillen
de kerken te stichten, vooral niet in het
zelfde gebied. Dit is de meest belangrijke
ervaring uit de tijd van het Derde Rijk
en van onze Duitse zendingsgeschiede
nis. Waar wij probeerden dit te doen faal
den wij, ja wat meer is, hebben wij gezon
digd. Wij moeten daaraan vasthouden, dat
er voor het aangezicht van Chi-istus geen
rassenverschil is. Er is slechts één kudde
van Christus, één Koninkrijk Gods, één
hei'der, één koning. Dat duidt op de diep
ste betekenis van de eenheid van de kerk,
dat God zelf ook onderscheid maakt tussen
de volken en rassen maar niet met abso
lute, doch met beslist relatieve nadruk".
De Noorse kerk herdenkt
800-jarig bestaan
Het is dit jaar 800 jaar geleden, dat de
Noorse kerk haar organisatievoi'm kreeg
met een aartsbisschopszetel in Drontheim.
Kerkelijke leiders uit vele landen zijn naar
Drontheim gekomen om dit gedenkfeest te
vieren. Ook de gehele Noorse koninklijke
familie was aanwezig.
Het Christendom in Noorwegen is intus
sen veel ouder dan 800 jaar. De eerste po
gingen tot kerstening werden gedaan door
Noorse koningen, die het Christendom
leerden kennen op hun Vikingstochten
naar Engeland, tegen het einde van de 10e
eeuw. Door bedreiging en geweld, mede
met invloed van Engelse pi'edikers, brach
ten de koningen de Noren er toe het
Clu'istendom aan te nemen. In de loop van
de 11e eeuw volgde een snelle groei: vele
kerken werden gebouwd, en het land
ki-eeg priesters en bisschoppen.
Na lange besprekingen met de Paus
kreeg de Noorse kerk haar organisatie
vorm met een aartsbisschop en bisdom
men. De koning verloor zijn gezag over
het kerkelijk leven en moest grote sommen
betalen zowel aan de kerk als zegelrecht
aan de Paus. De Noorse priesters waren
altijd gehuwd geweest en dit is steeds zo
gebleven.
In 1537 werd de Lutherse Hervorming
dooi'gcvoerd en momenteel is 96 pet. in de
Lutherse kerk gedoopt. De R.-K. kerk ver
dween bij de Reformatie geheel en eerst
in de voi'ige eeuw wei"d er weer een R.-K.
gemeente in Noorwegen gesticht. Het aan
tal R.-K. bedraagt er thans slechts enkele
duizenden.
Voor de president van de Amsterdarrlse
rechtbank zijn de pleidooien gehouden in
het kort geding, door N.V. Korff en Co's
cacao- en chocoladefabrieken te Amster
dam aanhangig gemaakt tegen het dag
blad De Waarheid. Eiseres had verlangd,
dat het blad verboden zou worden soort
gelijke artikelen te pubiliceren als in de
editie van 13 Augustus was geschied, en
een dwangsom tegen het niet terugnemen
van verwijten, als zou de N.V. haar perso
neel lager belonen en op ongunstiger voor
waarden laten werken dan andere werk
gevers in dezelfde industrie of dan aan de
N.V. veroorloofd is.
Pleitende voor De Waarheid betoogde
mr. L. Mok dat het gewraakte artikel geen
onwaarheden had bevat. De loonregeling
acht De Waai-heid onjuist. Pleiter achtte
het niet de taak van de rechter uit te ma
ken of een weekloon van 43 te hoog dan
wel te laag is, noch de vrije meningsuiting
te beperken, voorzover die op oirbare toon
werd gesteld. Mr. Mok meende, dat in een
aansporing tot de arbeiders, binnen hun
organisatie loonsverhoging te bespreken,
geen opzet tot belediging kan worden ge
vonden, noch dat onrust zou zijn verwekt
of schade zou zijn toegebracht.
Namens de N.V. Korff en Co's Cacao- en
Chocoladefabrieken bestreed mr. E. Hel
dring dit verweer. Zijns inziens was er wel
degelijk opzet tot krenking in het geding.
„Wij leven in een maatschappij met ge
leide economie," zei mr. Heldring., „en is
het dan geoorloofd een werkgever die de
hoogst mogelijke lonen uitbetaalt als uit
buiter af te schilderen? Bij een looncon-
tróle op 12 Januari 1952 bleek, dat 18 ar
beiders bij Korff te veel verdienden. Er is
toen nog getracht de lonen van tien hun
ner te redden, maar vergeefs. Men ver
wacht," zo zei pleiter, „van De Waarheid
geen passieloze objectiviteit of oud-Franse
hoffelijkheid, maar in elk geval welvoeg
lijkheid". Het gewraakte artikel achtte hij
nodeloos krenkend.
De president zal op 31 Augustus uit
spraak doen.
Naar het A.N.P. verneemt heeft de In
donesische regering aan de Nederlandse
Hoge Commissaris in Djakarta, mr. W. F.
L. graaf van Bylandt, een nota overhan
digd, waarin de regering van de Republiek
Indonesië zich keert tegen de verklaring,
welke enige tijd geleden de Nederlandse
regei'ing over de status van Nieuw-Gui-
nea aan de Indonesische waai-nemende
Hoge Commissaris in Den Haag heeft
verstrekt. In deze verklaring werd ge
zegd, dat van Nederlandse zijde het In
donesische standpunt, dat Nieuw-Guinea
nog altijd een betwist gebied zou zijn,
wordt verworpen.
In de nota van de Indonesische regering
wordt het reeds bekende standpunt
van Indonesië ten aanzien van Nieuw-
Guinea Uiteengezet.
Van officiële zijde in Djakarta kunnen
aldus meldt Aneta geen inlichtingen
worden verkregen over berichten, volgens
welke Indonesië de kwestie Nieuw-Guinea
aan de UNO zou voorleggen. Ook bij de
Indonesische delegatie bij de UNO bleek
bij navraag niets bekend te zijn over het
voornemen de kwestie tijdens de komende
Algemene Vergadering ter sprake ta
brengen.