Haa Situatie van volkshuishouding op lange termijn geeft zorgen PAARDEN Belangrijke verhogingen strekken tot verbetering der muziekopleiding Thuiskomst Jumbo en de kleurplaat: De slangenbezweerder We maken een boekomslag Mijn hondje Tobias Onze puzzle Van 2 tot 11 October een „Deense week Ruggesteun van deviezenreserve onmisbaar, zegt minister Zijlstra Nieuw Guinea in 1954 Voor zendingen A. B.C. feuilleton ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1953 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 4 OPRECH' Avontuur van een konijn Begroting der kunstsubsidies Biljarten Om de zilveren bal AUTORIJLES bij v. d. ZEE betekent R 13 B E W IJ S OKé door Mevr. Byleveld-Gelinck Binnenplaats Stadsdoelen nu verlicht 't Was op een mooie dag in Mei des morgens om een uur of zeven. Twee paardjes stonden in de wei en wilden wel eens wat beleven! Het ene zei: „Het hek is los, daar moeten wij van profiteren!" En daarop sprak het and're ros: „Wij gaan om nimmer weer te keren!" Dus stapten zij het weiland uit en wandelden door stille dreven. Van vreugde hinnikten zij luid, zó heerlijk vonden zij het leven! Maar dat was dom, want dat misbaar riep vele mensen naar de ramen. Die zeiden toen tegen elkaar: „Kijk die twee dieren nu eens samen!" Maar dat mag vast niet van hun baas, daar moeten we iets op verzinnen. Dat is toch werkelijk dl te dwaas! Straks huppelen ze hier nog binnen!" Ze belden de politie op en vier agenten op een rijtje pakten de paarden bij hun kop en brachten ze weer naar het weitje. De klok sloeg toen juist negen uur, daar stonden ze weer in hun landje. Ze keken beide danig zuur en gaven toen elkaar een standje: „Jij maakte zo'n lawaai op straat!" zei d' een. En „Nietes, jij!" de ander. Zeg dommerds, als je nog eens gaat, hou dan je kaken op elkander! Mijn jonge hond heet Tobias, Hij is van heel bijzonder ras, met korte pootjes, lange staart en spitse oortjes, maar géén baard. Hij speelt graag met een prop papier - en heeft dan razend veel plezier - of met een grote gummibal die hij van buurmans Jantje stal! Ook gaat hij heel erg graag mee uit en keft dan met een schel geluid, Zodat de buren daad'lijk weten: „Die Tobias - die krijgt weer eten, óf - hij mag wand'len met de baas. Wat doet die klein hond weer dwaas!" Maar Tobias kan dat niets schelen, hij rent en draaft en is aan 't spelen met alles wat hij buiten vindt, en blaft heel hard naar ieder kind, wat in de hondentaal beduidt: „Zeg, zie je wel, 'k ben lekker uit!" J. E. H.-de R. Begin bij de hoofdletter H en volg de draadjes van papiertje tot papiertje. Je leest dan een spreekwoord. Dit boekomslag past om haast leuer boek. Je kunt het maken van jute en boort het om met boorband. De maat van de jute staat in de tekening. Mid den over dit stukje jute borduur je te kening A. (Elk hokje in de tekening zijn vier gaatjes in de stof). Tekening B wordt geborduurd in de twee boven hoeken. Vóór je dit doet, doe je het omslag om een boek om de plaats te be palen, waar ze moeten komen. De bloem van tekening C. borduur je in het midden van de voorkant. Ziezo, dat is klaar. En nu maar fijn lezen! Voor kinderen van vijf tot acht jaar stelde Ma ja van Heemstra de gezellige avonturen van Wippie te boek. Wippie is een konijntje. Met zijn vriendjes Brammetje Veldmuis, Langoortje Haas en Evert je Eekhoorn haalt hij allerlei stoute dierenstreken uit. „Wippie" is een boek van 86 bladzij den, dat door de firma Ploegsma in Amsterdam werd uitgegeven. R. van Starckenborgh van Straten tekende er platen bij. Trek met potlood een lijn van 1 naar 2 en zo vervolgens tot 51 en je weet, waar Jumbo zo hard tegen duwt. o 0 4: Het op' de begroting van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen voor 1954 uitgetrokken bedrag voor de afdeling kunsten, vertoont in vergelijking met het vorige paar een stijging van 1.105.765.Deze in verhouding onge twijfeld aanzienlijke verhoging (ongeveer 22%) is noodzakelijk gebleken om onze grote culturele instellingen, zoals de opera, de orkesten en de toneelgezelschappen, in staat te stellen hun werkzaamheden op verantwoorde wijze voort te zetten en de opleiding van en steun aan kunstenaars te verbeteren. Voorts moest men voor de noodzakelijke uitbreiding der geografische en sociale cultuurspreiding gelden ter be schikking hebben. De minister is van oordeel, dat het sub sidiebeleid in de sector der kunsten in de laatste jaren zodanig is gevoerd, dat bij aanvaarding van het wetsontwerp ge sproken kan worden van een zekere af ronding der overheidsbemoeiingen met de kunst. Hij wil hiermede allerminst ont kennen, dat voor verscheidene posten van deze afdeling een verhoging zeer wense lijk en in de komende jaren wellicht nood zakelijk zal zijn. Maar wel meent de mi nister, dat thans een vrij volledig beeld is gegeven van de verschillende terreinen van kunstbeoefening en cultuurspreiding, waarop de rijksoverheid een taak heeft te vervullen. Het zal daarom zaak zijn deze taak in de komende jaren te consolideren en voor de juiste uitoefening daarvan, voor zover mogelijk, wettelijke regels vast te leg gen. Een eerste stap daartoe ziet de minis ter in het totstandkomen van een wet op de Raad voor de kunst, waarvoor binnen kort een ontwerp aan de Staten Generaal zal worden aangeboden. Bij het Amsterdams Conservatorium moet gesproken worden van een financieel zeer onbevredigende toestand. De salaris sen van de leraren zijn onvoldoende. De schoolgelden zijn dermate hoog, dat de mogelijkheid tot verlaging dient te worden geopend. Met het gemeentebestuur van Amsterdam en het provinciaal bestuur van Noordholland wordt overleg gepleegd om aan deze noodtoestand een einde te maken. Het aandeel van het rijk in de kosten van de gewenste salarisverhoging zal ge steld moeten worden op ongeveer 30.000. Er blijkt een ontstellend tekort aan com petente krachten te bestaan, indien in de gesubsidieerde symphonie-orkesten vaca tures vervuld moeten worden. Wat de Opera betreft is er behoefte aan grondig opgeleide zangers en zangeressen. De mi nister acht het daarom van het grootste belang, dat de opleiding tot orkestmusicus of operazanger wordt gestimuleerd. Een van de middelen daartoe is het toekennen van studiebeurzen op ruimere schaal. Daar om is voorgesteld het bedrag van 30.000 met 10.000 te verhogen. Toneel en opera De Nederlandse Opera heeft een zodanig artistiek peil bereikt, dat aan het orkest dezer instelling dezelfde eisen worden ge steld als aan de grote gesubsidieerde sym- phonieorkesten. De minister acht het daar om redelijk, dat de salarissen van de leden van dit orkest worden gébracht op het peil van de salarissen van dff leden van bedoelde symphonie-orkesten. Van 2 tot 11 October zal in ons land voor de eerste keer een „Deense week" worden gehouden. De bedoeling is door middel van concerten door Deense musici, uitzending van deze concerten via de radio, alsmede een klankbeeld, exposities en verspreiding van brochures over Denemarken aan 2500 scholen, de belangstelling van het Neder landse voor het Deense volk te stimuleren. De Deense week staat onder bescherm heerschap van onze beide ministers van Buitenlandse Zaken en de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. In het Stedelijk Museum te Amsterdam wordt op Zaterdagmiddag 3 October een tentoonstelling van moderne Deense schil derkunst en experimentele grafiek ge opend. In een zaal van de Haagse Kunst kring wordt een expositie van Deense teke ningen gehouden. In het Groothandelsge bouw te Rotterdam komt een tentoonstel ling, gewijd aan Deense architectuur. Het symphonie-orkest van de Deense radio-omroep zal op Zaterdagavond 3 en op Zondagmiddag 4 October, met als solist de pianist-componist Herman D. Koppel, in het Concertgebouw te Amsterdam con certeren. Er wordt op ieder concert een Deens werk uitgevoerd. Het stedelijk or kest van Aarhus geeft concerten te Utrecht, Leeuwarden, Arnhem, Rotterdam en Gro ningen en voorts hebben er avonden van Deense koorzang plaats in Utrecht, Hel mond en Alphen aan de Rijn. Professor L. L. Hamrnerich, hoogleraar in de Germaanse letteren te Kopenhagen houdt voor de universiteiten van Amster dam en Leiden een voordracht over het onderwerp: „Hoe komen de Nederlandse woorden in de Deense taal?". Het pro gramma omvat ook films, gymnastiek, foto's en volksdansen. Na grondige bestudering van de verschil lende voorstellen, die hem dienaangaande zijn gedaan, heeft de minister zich bereid verklaard een in de gemeente Amsterdam te vestigen nationaal ballet van rijkswege te subsidiëren. Het aandeel van het rijk in de kosten van het in stand houden daarvan dient op 60.000 te kunnen worden be paald. Voorts is het de minister gebleken, dat de subsidies, welke in het verleden aan de toneelgezelschappen werden verleend, te gering zijn geweest, zodat in de meeste gevallen het seizoen moest worden afge sloten met een ongedekt tekort. Deze te korten zijn in de loop der jaren zozeer gegroeid, dat de liquiditeitspositie dezer gezelschappen in voortdurend gevaar ver keert. De minister is van mening dat, in dien per jaar over een bedrag van 500.000 beschikt kan worden, bovengenoemde moeilijkheden te voorkomen zijn. Het is de bedoeling de Rijks-academie van Beeldende Kunsten te Amsterdam aan een reorganisatie te onderwepen, waardoor zij meer dan tot dusverre aan het doel, dat bij haar oprichting voor ogen stond, zal beantwoorden. Een strengere selectie bij de toelating en een verhoging van het al gemene geestelijke peil van de leerlingen zullen nodig zijn. Ten behoeve van de televisie is een be drag van 2.000.000 uitgetrokken, over eenkomstig de bestaande plannen, die in een afzonderlijke nota zullen worden uit eengezet. De resultaten van de biljartpartijen, ge- speeld tussen Groenendaal en Hof van Hol- land om de zilveren bal, luiden als volgt: Uitwedstrijd: Van Schijffelen50 22 31 6 0.71 Van Dijke 40 17 46 3 0.39 Toepoel40 40 46 7 0.87 Wester 70 70 34 7 2.06 Koopmans 45 50 34 6 1.17 Ketel 280 280 20 43 14- Koster 225 122 20 26 6.01 Fol 70 70 22 10 2.06 Herkmans 60 48 23 11 2.09 Wester 70 55 33 8 1.70 Van Koersel 130 130 33 19 3.94 De uitslag van de avond was 6—6. V. d. Berg 90 81 23 12 3.52 Van Wunnik 95 95 23 23 4.13 C. Jansen 90 25 16 9 - 1,56 Hoek Jr110 110 16 38 6.87 Spierenburg 40 25 45 4 0.55 Van Dam 45 45 45 5 1.— De Groot 55 55 39 6 1.44 Herkmans 60 28 39 5 0.71 Bakker 80 80 36 10 2.22 Loerakker 80 69 36 14 1.91 Spierènburg 40 40 28 6 1.42 Van Dam 45 20 28 3 0.71 De uitslag van de avond was 6—6. De vorige stand was 4123. De totaal stand is 5335 voor Groenendaal. Dinsdagavond 29 September vindt de prijs uitreiking plaats en worden de slotwed strijden gespeeld. ADVERTENTIE Telcf. 17355 In de Memorie van Toelichting op de begroting van Economische Zaken noemt minister Zijlstra de economische situatie van onze volkshuishouding op korte ter mijn bevredigend, maar op wat langere termijn bezien vertoont zij volgens hem minder gunstige aspecten. Ten eerste be reikt het peil van de investeringen (in 1952 voor 1640 millioen en in het eerste kwartaal van dit jaar 365 millioen dat is op een jaarbasis van 1450 millioen) niet het peil van 1800 millioen dat nodig is om voor de groeiende beroepsbevolking ar beidsplaatsen te scheppen en te behouden. Verder baart het verloop van de uitvoer Onderwijs en geneeskundige zorg in handen van missie en zending In de begroting voor Overzeese Rijks delen wordtvoor de gewone dienst 37.833.340 gevraagd. Dit is 21.723.760 meer dan voor verleden jaar werd toege staan. De regering stelt zich onveranderd op het standpunt, dat de souvereiniteit over Nieuw-Guinea de jure en de facto berust bij het Koninkrijk der Nederlanden. Het ligt in de bedoeling, te streven naar een versterking van de samenwerking met Australië, dat in het Australische gedeelte van Nieuw-Guinea met overeenkomstige vraagstukken te maken heeft als Nederland in Nederlands Nieuw-Guinea. Bij de ontwikkeling van de bevolking ziet de regering als een der voornaamste taken, er zorg voor te dragen, dat de aan raking van de primitieve bevolking met de moderne wereld met zo min mogelijk schokken verloopt. Bij dit proces is een belangrijke taak weggelegd voor zending en missie. De regering gaat er daarom prin cipieel van uit, dat het onderwijs aan, en waar mogelijk ook de geneeskundige zorg voor de Papoea gelegd worden in handen van missie en zending, waarbij de over heid de financiering van deze taken van in wezen overheidszorg geheel of groten deels voor haar rekening neemt. Ook zal aandacht worden besteed aan de economische weerbaarmaking van de Papoea binnen eigen milieu, zowel als in groter verband. Van het op de begroting als subsidie voor Nieuw-Guinea uitgetrokken bedrag van 33.500.000 is 23.500.000 bedoeld als dek king van het nadelig saldo van de gewone dienst van de begroting van Nieuw-Guinea en 10.000.000 om het tekort van de ka- pitaalsdienst te kunnen opvangen. ADVERTENTIE eroot of klein is BESTELDIENST ABC niet te evenaren BARREVOETESTRAAT 2 - HAARLEM Tel. 18428 na 6 uur 14810 - 14155 37) Het was een lange, uitvoerige telefoon. Een telefoon van enige malen drie minu ten, waarbij zijn potlood over het papier vloog en zijn gezicht zich steeds meer ver strakte in een intense concentratie. Een belangrijke telefoon. Het eindigde met een: „Nu Schuilenberg, dan zal ik hem meteen op transport naar je toe sturen. Niet te danken", en een korte klik op de haak. Dan bleef de politieman enige ogenblikken voor zich uitzien en glimlachte in zichzelf. Het werd langzamerhand een soort fatali teit: er was al wéér een kaartenhuis in elkaar gevallen! Vijf minuten later stond de ingenieur James Delmonte die wonder boven wonder nog steeds wakker was gebleven, weer voor hem, insolent en dédaigneus en af wachtend en op zijn qui vive. Maar inspec teur Renkevoort bleek ditmaal over min der geduld te beschikken dan de vorige keer. „Meneer Delmonte, gaat u zitten. Het zal u misschien een teleurstelling zijn dat ons charmant vraag-en-antwoorden-spel van daareven niet herhaald zal worden. U hebt alleen maar te luisteren naar wat ik u te vertellen heb en ik zal dat kort en bondig doen. U hoeft zich ook geen moeite te geven om iets te ontkennen of tegen te spreken; uw zaak wordt verder behan deld door mijn Haagse collega Schuilen- burg. U kunt dus uw bedenkingen verder voor hem bewaren. Voor het ogenblik slechts het volgende: U ging gisteravond naar Den Haag, waar u werkelijk een afspraak had met mejuf frouw Caroline Bent, een dame van zeer twijfelachtig allooi. Uw verklaringen over uw verblijf in Den Haag waren inderdaad juist: tot elf uur. Toen reed u met juffrouw Bent naar een café op de hoek van de Laan van Meerdervoort, waar u ieder aan een apart tafeltje hebt plaatsgenomen en zij spoedig contact aanknoopte met een jongmens, een technisch tekenaar waarvan u beiden wist dat hij geregeld in dat café kwam. Het contact leidde al spoedig tot een intieme kennismaking en juffrouw Bent en de jonge man gingen tenslotte naar zijn kamers, waarvan het adres aan u bei den ook bekend was. U wachtte buiten in een taxi. Om half één kwam juffrouw Bent weer naar buiten met een belangrijk ont werp van een nieuw model boortoren, waarvan u beiden ook wist dat het in bezit van genoemde jongeman moest zijn. U nam haar op in de taxi en reed gezamenlijk met haar naar een huis aan de Wassenaarse- weg, waar u het ontwerp aan een mede plichtige hebt afgegeven. U hebt samen met juffrouw Bent uw beloning geïncas seerd, die u zeer goed te pas kwam aan gezien u er financieel slecht aan toe was. Daarna hebt u juffrouw Bent ergens in de binnenstad afgezet en u bent met de taxi naar Amsterdam gereden,waar u inderdaad op de Westermarkt bent uitgestapt. Het was een ongelukkige samenloop van om standigheden dat u bij uw thuiskomst met uw lege actetas door mijn rechercheur werd gezien en uw Haagse alibi daardoor in duigen viel. Het was eveneens een onge lukkige samenloop van omstandigheden dat ik u er toe gebracht heb om de naam van juffrouw Bent te noemen, waardoor de zaak veel sneller is uitgekomen dan anders misschien het geval geweest zou zijn. Het is ook een ongelukkige samenloop van omstandigheden dat de bewuste taxi chauffeur op het ogenblik al met mijn col lega Schuilenburg zit te praten, waardoor ook het adres aan de Wassenaarseweg reeds bekend is. Het is helemaal een onge lukkige samenloop van omstandigheden, het is een reuze pech voor u dat u er op deze wijze ingevlogen bent en nu op trans port naar Den Haag gesteld zult worden. Alleen moet ik u met ere nageven dat u de inbraak hier in huis werkelijk niet ge pleegd hebt. Het is mij toch niet gelukt om dat te bewijzen, dat moet ik u toegeven". „Welver...." bracht James Delmonte nauwelijks uit. Hij zat daar, doodsbleek, en veegde de transpiratie van zijn voorhoofd. Zijn ogen schoten heen en weer als van een dier, dat in de val gelopen is. En ineens vloog hij op en schoot naar de deur. „Prins!" riep in specteur Renkevoort. De doortastende rechercheur beleefde enige grootse momenten, waarin zijn spe ciale capaciteiten zich ten volle konden ontplooien. Toen zat de ingenieur Delmonte weer op zijn stoel, maar nu met een eigen aardig gekleurde plek op zijn voorhoofd, een ingescheurde broekspijp en hand boeien aan zijn polsen. De rechercheur Prins telefoneerde om een politiewagen. En inspecteur Renkevoort besloot: „Nog één ding, meneer Delmonte. Een „heer" verlaat nooit een hötel zonder zijn rekening te betalen. Mijn collega Schuilen burg vertelde mij dat u vannacht vijf mille hebt verdiend. Zoudt u daarvan vijfhon derd gulden hier neer willen leggen voor juffrouw Jager, die u vijf maanden lang gratis heeft verzorgd? Ik zal het haar zelf ter hand stellen". ,,'t Pension is maar vijf-en-zeventig gul den", zei de ingenieur Delmonte. „En nog slecht ook". „Dan is de rest de fooi", zei de politie man. „Hebt u het geld bij u? Mooi. ik dank u wel. Hier hebt u een papiertje, fan kunt u zien verantwoorden tegenover mijn col lega in Den Haag. En dan wens ik u een goede reis. Mijn rechercheur Prins zal u vergezellen". Hij nam de vijf bankjes van honderd van de schrijftafel en verliet het vertrek. zorgen. De stijging van het uitvoervolume beliep in 1952 nog maar zes procent en de laatste cijfers bewijzen dat de daling zich voortzet, door toenemende weerstand tegen de verdere groei van onze uitvoer. Het is te verwachten, dat het overschot op de betalingsbalans op niet te lange ter mijn tot aanzienlijk geringere proporties zal teruglopen. Een aanwijzing in die rich ting geeft het snelle oplopen van het volume van de invoer. Deviezenreserve Op zichzelf gezien is enige aanwas van onze deviezenreserve gewenst, minister Zijlstra verheelt zich niet, dat een derge lijke verdere aanwas betekent, dat onze volkshuishouding zich bepaalde expansie mogelijkheden ontzegt. Bij de keuze van het in dezen te volgen beleid moet aan de aanwezigheid van een ruime deviezen voorraad grote betekenis worden toege kend. De huidige gunstige situatie van hoge werkgelegenheid en hoge productie wordt immers niet alleen bedreigd, indien het niet zou gelukken de uitvoer en de industriële investeringen tot een hoger niveau op te voeren, doch zij kan ook worden aange tast, indien de wereldconjunctuur onver hoopt een terugslag van betekenis zou ondergaan. In dat geval zullen de mogelijk heden om in nationaal verband conjunc tuur-stimulerende maatregelen te treffen, goeddeels afhankelijk zijn van de omvang van de dan aanwezige deviezenvoorraad. Verder bespreekt de minister de libera lisatie van het Europese handelsverkeer. Zeven O.E.E.S.-landen hebben hun libera lisatie opgevoerd tot aanzienlijk boven het verplichte percentage van 75 procent, onder meer Nederland met 92 procent. Drie landen hebben een liberalisatiepercentage, dat ongeveer 75 procent bedraagt. Enkele andere landen echter blijven, wat de vrij making van de invoer betreft, aanmerke lijk ten achter. Het gaat hier voornamelijk om Frankrijk, dat nog steeds niet is terug gekomen op de volledige deliberalisatie, en Engeland, dat in de loop van 1953 het liberalisatiepercentage slechts tot 58 heeft weten te verhogen. Op de binnenplaats van de Stadsdoelen aan de Gasthuisstraat in Haarlem is een electrische verlichtings-installatie aange bracht. Daardoor is het mogelijk dit bin nenterrein gedurende de winteravonden te georuiken voor sportdoeleinden. In het bijzonder geldt dit voor de basketball- sport. De wintertraining van deze tak van sport, diie tot nog toe in de gymnastiek lokalen werd gehouden, welke lokalen voor deze sport van te geringe afmeting zijn, kan thans in de openlucht plaats hebben. Deze verlichting zal Maandag, 28 September a.s., des avonds om acht uur officieel in gebruik worden gesteld. Ter gelegenheid hiervan zal die avond een basketball-wedstrijd worden gespeeld tussen een vertegenwoordigend Haarlems team (heren) en het Nederlands E-tearn (heren). Het is een onloochenbaar feit dat de da den der mensen, de goede zowel als de slechte, een eigen leven leiden. Meestal onmerkbaar in het begin, omdat een daad immers spoedig vergeten wordt, maar zij leven toch voort en de goede daad brengt andere goede daden voort en de slechte daad slechte. Na een tijd duiken zij weer op, meestel onverwacht, en staat men verbijsterd over zóveel goeds of zóveel slechts; men spreekt dan van het toeval, een samenloop van omstandigheden, het noodlot of „hoe is het mogelijk!" Men is meestal niet meer in staat om de geheime oorsprong op te zoeken. En alleen de heel grooten, de kunstenaars, zieners en profe ten zijn bij machte om heel die onzienlijke wereld, de wereld van oorzaak en gevolg, te ontdekker., er de grote lijnen van te zien en er hun levensvisie aan te ontlenen. De gewone man spreekt van „kleine oorza ken, grote gevolgen" en voelt zich een hul peloos wezen, een zwevend stofje, de speelbal van een willekeurig lot. Zo was het dan op deze vroege Zondag morgen Jean de Vere, en Jean de Vere al leen, die een aanrijding veroorzaakte op de brug bij de Vlieghaven Schiphol. Hij zelf was volkomen onbewust van dit feit: kon het ook niet anders zijn omdat hij nog altijd in het huis op de Prinsengracht ver toefde, waar hij zich ter beschikking moest houden van inspecteur Renkevoort. Hij had, na het gesprek met zijn zusje voor de kachel, zich bij het raam teruggetrokken en daarna abrupt de kamer verlaten. Hij had zijn hoofd afgewend om daarna Ma rianne's gezicht niet te zien. Hij had zijn jas van de kapstok getrokken en juist zijn ene arm in de mouw laten glijden toen hij op zijn schouder werd getikt. „Meneer. De rechercheur Van Houwing, die weer zijn observatiepost op het bovenportaal had ingenomen. De Vere draaide zich met een ruk naar hem om en de politieman zag verbaasd naar zijn gezicht: bleek en vertrokken en met een smartelijke trek om de mond Hij vroeg: „Wou u uitgaan, meneer?" „Ja". „Dat zal niet gaan, meneer. Het spijt mij wel. Inspecteur Renkevoort heeft het ver boden". „Verboden? Heeft inspecteur Renkevoort het verboden? Maar hij hééft niets te ver bieden!" „Toch wel, meneer. Zolang deze zaak niet is opgelost. Ik mag niemand van zijn kamer laten". „Maar, verduiveld nog aan toe, daar heb ik toch niets mee te maken! Ik ben toch waarachtig de persoon, die bestolen is! Dat zou wat moois zijn! Ik ga uit". „Meneer, ik mag het niet toestaan". „Ik ga uit". (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1953 | | pagina 10