Brederodeduin, Clarastichting en Eykengaerde hebben elk eigen historie, sfeer en karakter Dividenden en tantièmes geen arbeidsloos inkomen Proces-verbaal factor van betekenis in verhouding politie-weggebruiker Bij Ouwerkerk ligt al een drempel voor de caissons Drie sanatoria in Haarlems omgeving f Effecten- en [^Geldmarkt Verwoede strijd met de tijd bij 175 meter breed stroomgat ZATERDAG 24 OCTOBER 1953 7 Japan lid van de G.A.T.T. Mooi gebouw Weldoeners Kurende woelwaters Noodoplossing Arbeidstherapie en ontspanning Minister Erhard komt in ons land spreken „Géén Zweeds vliegtuig in Israel neergehaald" Elfde Wegverkeersdag Speciale verkeersrechtspraak niet gewenst geacht Ander mens Alcohol V erkeerskamers Geen onderscheid Degenen die bekend zijn met de Camera Obscura zullen zich herinneren, dat Hilde- brand zich door het bezoek van zijn verre neef Nurks de kans op een wandeltocht door Kennemerland zag ontgaan, waarvan een van de attracties het zoeken van wijn gaardslakken op de Blauwe Trappen zou zijn. Wanneer men nu aan een Haarlemmer zou vragen waar de Blauwe Trappen zijn, dan zou hij negenennegentig tegen één het antwoord schuldig blijven. Maar wanneer men hem vraagt waar het sanatorium „Brederodeduin" staat, dan zal hij dat altijd wel kunnen uitduiden. Toen de lighallen in 1927 in de door mejuffrouw Van Wickevoort Crommelin en de Erven Van der Vliet geschonken duinvallei geopend werden, noemde men het terrein nog wel eens de Blauwe Trappen en de longarts van het Haarlemse Consultatiebureau, de heer S. J. van Slooten, wist ons te vertellen dat er bij overlevering een mooie juffrouw op de bovenste trede heeft gezeten om de schippers op zee op Loreleyse wijze in het verderf te storten. Japan is Vrijdag toegelaten als „verbon den lid" (associatie member) van de or ganisatie der algemene overeenkomst voor tarieven en handel (G.A.A.T.) te Genève. De stemverhouding was 26 voor, geen tegen en 7 onthoudingen. De landen, die zich van stemming onthielden, waren Australië, Engeland, Birma, Tsjecho-Slowa- kije, Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika en Zuid- Rhodesia. Voordat „Brederodeduin" in die roman tische omgeving werd geopend, had de Haarlemse Vereniging voor de tuberculose bestrijding al twintig jaar op het gebied van de verpleging gepionnierd. Direct na de oprichting besloot men reeds tot de opening van een lighal in de tuin van het gebouw, waarin tegenwoordig de Keuringsdienst is gevestigd. Veel pleizier heeft de Vereniging van dat initiatief niet gehad, want de buren zagen in hun geestesoog' de tuberkelbacillen al over de schutting vliegen en maakten zo'n deining dat het bestuur om de goodwill voor zijn werk niet te verspelen besloot te verhuizen. Men vond toen een stuk grond in Scho ten bij de Jan Gijzenbrug, waar tot 1924/25 een dagverblijf werd geëxploiteerd. Maar de stad groeide en bovendien kwam men tot het inzicht dat dagverpleging niet meer toereikend was. Toen het gemeentebestuur van Schoten bovendien niet bereid was een bouwvergunning voor een wat groter com plex af te staan, ging men propaganda maken voor het verkrijgen van een eigen terrein. De oud-administrateur M. van Waard, die een dergenen was die dit werk met veel geestdrift deden, kon tenslotte in het jaarverslag over 1925 verheugd mel ding maken van de schenking van vier hectaren duinterrein. Het gebouw voor „Brederodeduin", zeer deskundig door architect H. Korringa ont worpen, treft nu nog door zijn royale opzet en degelijke structuur. Bij de inrichting is men er kennelijk van uitgegaan, dat iedere gedachte aan een „gestichtssfeer" uitge bannen moest zijn, hetgeen voor een aan zienlijk deel is gelukt. De beide verblijven voor de kinderen zijn ronduit gezellig. Nu wordt de sfeer in een sanatorium in hoge mate mede bepaald door het aantal patiënten. Wat dat betreft toont „Brede rodeduin" overeenkomst met een groot ge zin. „Als een lid lijdt, lijden alle leden mee," zegt zuster Th. Moquett, die met zuster A. van der Zeeuw sedert-1927 aan „Brederodeduin" verbonden is. Beide da mes zijn niet alleen gediplomeerde enquê- trices, maar hebben ook in Zwitserse sana toria gewerkt. Verder zijn er zes verpleeg hulpen, twee kinderverzorgsters en een arbeidstherapist. Daaronder zijn er die al vele jaren aan „Brederodeduin" zijn ver bonden. Er is plaats voor 22 volwassenen en twaalf kinderen; beide groepen worden streng gescheiden. De kinderen hebben hun eigen lighal, waar de gevorderde kuurder- tjes in het zand mogen spelen, ook hun eigen eet- en recreatiezaaltje. Voor onder wijs wordt gezorgd. Op de beide kinderzalen kan men ge denkplaten aantreffen voor Johannes Hen drik Luden, wiens naam in gouden letters vermeld wordt. En met reden, want deze telg uit het be kende Overveense geslacht is weliswaar op jeugdige leeftijd aan de tuberculose ge storven, maar door zijn dood krijgen nu nog ieder jaar tientallen kinderen de kans op herstelling van t.b.c. of ivordt voorko men dat zij tot de door deze volksziekte aangetasten gaan behoren. Want mevrouw Luden, een Amerikaanse van geboorte, schonk na de dood van haar zoontje honderdduizend gulden voor het werk van „Brederodeduin" onder de kin deren. Door deze gift kunnen Haarlemse en andere kinderen gratis een kuur op „Brederodeduin" doen. Behalve de „vaste" patiënten van het huis komen tussen 1 April en 1 November vijf groepen van twaalf kinderen, die tot de bleekneuzen gerekend kunnen worden, gedurende zes weken kracht en gezondheid opdoen. Zij worden dan 's ochtends met een bus uit de stad opgehaald, de autobus van Roodt, die een bekende verschijning op het traject Grote MarktBrederodeduin is ge worden. Er zijn nog andere weldoeners, bekende en onbekende, zoals de Bond van Haar lemse Postduivenhouders, die er toe hebben bijgedragen dat in de loop der jaren „Bre derodeduin" kon uitgroeien van de primi tive lighallen van weleer tot het model- sanatorium van nu. Van de dépendances van het St. Elisa beths gasthuis ,,Eijkengaei"de" in Aerden- hout en Clarastichting in Zandvoort, ver toont het laatste de meeste overeenkomst met „Brederodeduin". Vooral door de aan wezigheid van zovele kinders en men denke niet gering over het beleid van het verplegend pei-soneel dat die woelwaters moet leren kuren maar ook door het feit, dat de Clarastichting in het begin van deze eeuw direct als kindersanatorium werd ge bouwd, toen voor een Joodse instelling. Deze heeft na de bevrijding, toen er en in dit geval helaas nog te weinig Joodse kinderen waren om er een aparte inrichting voor in stand te houden, het ge bouw verhuurd aan het St. Elisabeths gasthuis, dat het in 1949/50 heeft betrok ken voor kuursters in een gevorderd sta dium en voor kinderen, in totaal 56 patiënten. De Clarastichting is licht en ruim. ligt open voor de frisse zeewind en heeft bo vendien de beschikking over dienstver trekken van comfortabele afmetingen. Voor „Eijkengaerde" liggen de zaken anders. Deze afdeling van het Grote gast huis ontstond toen in 1944 het oude zieken huis in Haarlems binnenstad te kampen kreeg met acuut plaatsgebrek, in het bij zonder ook de t.b.c.-afdeling. De meeste ziekenhuizen hebben of hadden namelijk i een afdeling, waar die t.b.c.-patiënten wer den opgenomen, die moeilijk thuis ver pleegd konden worden en wier toestand bovendien opneming in een sanatorium bezwaarlijk deed zijn. Het jachthuis „Eijkengaerde" aan de Westerlaan bood in die situatie uitkomst, waarbij men bovendien het voordeel had, dat niet alleen ernstige zieken verpleegd konden worden, maar ook een aantal dat in de sanatoria, die in die dagen ook over vol waren, niet meer opgenomen konden worden. Men heeft toen uit de nood een deugd moeten maken en het door vriend en vijand uitgesloopte jachthuis zo goed mogelijk opgekalefaterd, waarbij de administrateur- econoom van het ziekenhuis, de heer Steen huis, zowel de normaalste dingen in een huis als spanjoletten en deurknoppen als de sanitaire uitrusting van heinde en verre heeft moeten meeslepen. In 1946 kon „Eijkengaerde" uitgebreid worden met twee tot één paviljoen verenigde bai-akken. In dit „pav", zoals het gebouwtje door de be woners van „Eijkengaerde" wordt ge noemd, verblijven de ongeveer veertig patiënten wier herstel aanstaande geacht kan worden. Degenen die nog niet zover zijn worden in het huis verpleegd. Uiter aard draagt „Eijkengaerde" de sporen van de improvisatie uit de tijd van zijn ont staan. Ook de directeur-geneesheer van het St. Elisabeths gasthuis verheelt dat niet. De plafondhoogte van het paviljoen is bijvoor beeld aan de lage kant en zo zijn er wel meer bedenkingen te maken. Daar staat weer tegenover dat inzonder heid de kamers van de vrouwelijke patiën ten op de eerste verdieping bijzonder ge schikt zijn voor de verpleging van die ge vallen die een rustige omgeving behoeven. Vele patiënten zullen trouwens materiële ineonveniënten op de koop toe nemen wan neer de sfeer maar goed is en de afstand tot hun woning niet te lang. Wéllfare-wèrk (van het Rode Kruis) en ontspanningsavonden vormen een belang rijk element in het leven van de sanato riumbewoners. Voor dat doel kreeg „Eykengaerde" in 1948 een barak cadeau, die nu nog goede diensten bewijst. Uit een oogpunt van recreatie en arbeidstherapie werden juist het afgelopen jaar belang rijke verbeteringen bereikt: aankoop van een filmprojectie-apparaat, meubilair voor filmvoorstellingen en een omroepinstalla tie, terwijl ook het wellfare-werk op toe ren kwam. Elk sanatorium heeft verder zijn goede geesten. Voor „Eykengaerde" dient in dit opzicht met grote waardering gewag ge maakt te worden van het werk van me vrouw L. van Cleeff-Simon en de heer P. van der Laan, door de Eykengaerders ge meenzaam als „Oom Piet" aangeduid. De laatste' fungeert al vrijwillig als factotum voor alle kleine diensten die het leven van de patiënten kunnen veraangenamen, me vrouw Van Cleeff wakkert sluimerende artistieke talenten aan en fungeert als „biechtmoeder". Intussen staat het wel vast, dat de dé pendances van het St. Elisabeths gasthuis zullen verdwijnen, indien er voor die in stelling eindelijk een nieuw complex zal verrijzen. Het ideaal van dokter P. A. Heeres is, dat er op het terrein van het nieuwe zie kenhuis een afzonderlijke sanatorium-afde ling kan worden gebouwd, die mee profi teert van de centrale voorzieningen van het St. Elisabeths gasthuis, niet alleen in huishoudelijk, maar vooral ook in medisch opzicht. Het is toekomstmuziek, maar het belang van de Haarlemse t.b.c.-patiënten eist, dal niet te lang gedraald wordt met de ver wezenlijking van deze plannen. HELI ENDOORN. -- Mevrouw A. M. C. van Boekel-de Boer schreef ons naar aan- le'ding van ons artikel in ons blad van Woensdag, dal het sanatorium in Hellen- doorn het vorige jaar nog is uitgebreid met een voortreffelijk geoutilleerde afdeling voor operatie- en observatie-patiënten en dat een samenwerkend team van Ion garis sen en andere specialismen steeds ter be schikking staat. Voorts bestreed zij, dat er bedden ieeg zouden staan. De laatste mededeling hadden wij uit min of meer officiële bron, doch wij aan vaarden de constatering van mevrouw Van Boekei gaarne. De door haar gesignaleerde uitbreiding was ons bekend, doch die komt juist voort uit de behoefte om niet in het nadeel te geraken tegenover sanatoria welke wel met een ziekenhuis zijn gelieerd en dus over de outillage daarvan kunnen be schikken. Hetgeen wij juist wilden be togen. De Clarastichting in Zandvoort. Op de jongste vergadering van het Ver bond van Nederlandse werkgevers heeft de heer Twijnstra als zijn mening uitge sproken dat in 't economisch leven in Ne derland een evenwichtstoestand op hoog niveau is ingetreden. Hij doelde hiermede ongetwijfeld op de nog altijd gunstige po sitie van onze betalingsbalans, welke voor een goed deel te danken is aan het hoge en voor ons land abnormale dekkingsper centage van de handelsbalans, waarvan de export zo ongeveer tegen de import op weegt. Ook de z.g. dienstenbalans ziet ei vermoedelijk niet slecht uit, ook al zullen de opbrengsten van het scheepvaartver keer bij die van het vorig jaar ten achter blijven, omdat vooral de wilde vaart en de tankvaart door de daling op de vrach- tenmarkt worden getroffen. Een even wichtstoestand kan ook worden afgeleid uit de vermindering van het aantal werk lozen in ons land, dat in Januari van dit jaar nog 145.350 bedroeg en in Augustus nog slechts 60.700 en dat weliswaar voor een deel, maar toch niet uitsluitend aan de overheidswerken moet worden toege schreven. In hoeverre de overheidswerken tot de bestrijding van de werkloosheid bijdragen valt niet precies te zeggen, omdat ze uiter aard op het gehele bedrijfsleven van in vloed zijn, hetgeen wel in zeer sterke mate voor de defensie-opdrachten en de woning bouw geldt. Maar een feit is dat wanneer men de gedétailleerde cijfers van de in dustriële bedrijvigheid in ons land beziet, over nagenoeg de gehele linie van een stij gende dagproductie kan worden gespro ken. Op de voorgrond staat de verhoogde „Europese integratie De West-Duitse minister van Economi sche Zaken, dr. Ludwig Erhard, heeft een uitnodiging aanvaard van de Nederlandse organisatie der Internationale Kamer van Koophandel om in ons land te komen spreken. Op Zaterdagochtend 7 November zal hij voor leden der Kamer en genodig den in de aula van het Instituut voor de Tropen te Amsterdam het woord voeren over: „Europese integratie en het stand punt van Duitsland". Zweedse ambassade in Parijs slachtoffer van mystificatie De Zweedse ambassade in Parijs heeft gisteren verklaard dat volgens een mede deling van de Zweedse consul in Beiroet boven de grens tussen Israel en Syrië een Zweeds lijn-vliegtuig door Israëlische jagers zou zijn neergeschoten en dat de 35 inzit tenden van het Ïijnvliegtuig daarbij om het leven gekomen waren. Korte tijd later heeft de genoemde am bassade het bericht echter weer „ingetrok- verkeerd begrepen telegram uit Stock holm". De ambassade was in de veronderstelling dat het hierin door het Zweedse ministerie van Buitenlandse Zaken aangehaalde be richt afkomstig was van de consul in Bei roet, doch later bleek dat het afkomstig was van een buitenlands persbureau. Reuter meent dat het twee dagen geleden boven Syrië neergestorte Zweedse vlieg tuig (beide inzittenden kwamen hierbij om het leven) de aanleiding is geweest tot de geruchten, volgens welke Israëlische jagers een Zweeds Ïijnvliegtuig omlaag hadden geschoten. „De politie, die de strijd tegen de verkeersonveiligheid aanbindt, is niet in staat deze met succes te voeren indien zij hierbij niet op de volle steun van de weggebruiker kan rekenen. Er dient meer vrijwillige wegdiscipline te komen, gezien ook het grote be lang dat op het spel staat en dat zo triest tot uitir.g komt in het jaarlijkse dodencijfer van het verkeer: duizend slachtoffers per jaar. De opleiding der politie zal er voorts meer dan thans op gericht moeten worden de verstandhouding politie-publiek te ver beteren". Aldus de hoofdcommissaris van politie van Rotterdam, de heer H. M. C. A. Staal, in zijn geestig referaat over de politie en de weggebruiker op de elfde weg verkeersdag van de K.N.A.C. Statistisch is gebleken, dat bij strenge handhaving het aantal verkeersongevallen in belangrijke mate (wel tot 40 procent) vermindert. Een en ander dient echter met tact te geschieden. Gedurende de laatste jaren is in de verhouding van de politie tot het publiek een verandering ten goede gekomen. Met betrekking tot de verhouding van de politie tot de weggebruiker merkte de heer Staal op dat het proces-verbaal hier bij een factor van betekenis is. Het is hier bij niet zo, dat als tot het opmaken van een proces-verbaal wordt overgegaan, de ver balisant zeker snel promotie wil maken. ken" en gezegd dat „alles berustte op een vMaar evenmin is het juist, dat het aantal der door hem opgemaakte processen-ver baal geheel los van die bevordering staat. Het proces-verbaal is als het ware het werkstuk waaruit de arbeidsprestatie van de dienstdoende agent zal kunnen blijken. Een teveel zal echter worden aangemerkt als een uiting van verkeerde activiteit, vitterij ten nadele van de weggebruiker. Een tekort aan processen-verbaal wijst er op dat de agent ook ernstige overtredingen afdoet met een waarschuwend woord. Hij laat zijn menselijke gevoelens bijvoorbeeld tegenover minder bedeelden voor wie een geldstraf zwaar zal zijn, ten onrechte de overhand krijgen. Begunstigd door het uitzonderlijk kalme najaarsweer maakt het dijkherstel bij Ouwerkerk uitstekende vorderingen. Vol gende week zal de laatste hand ivorden gelegd aan de bezinking. Men zal dan het opgestelde bezinkingsprogramma van 100.000 vierkante meter hebben afgewerkt en dit wordt voldoende geacht als drempel voor de caissons en de onmiddellijke om geving van het sluitgat. Op deze drempel van zinkstukken is men tevens reeds en kele weken aan de gang met het storten van steen. Dit gebeurt over een opper vlakte van ruim 70.000 vierkante meter waarop een laag stortsteen van variabele hoogte, namelijk van drie tot vijf meter wordt aangebracht. Hiervoor is een totale hoeveelheid van niet minder dan 120.000 ton steen nodig. Op deze stenen onder grond zullen de afsluitcaissons worden ge plaatst. Het ligt in de bedoeling, dat omstreeks 1 November de eerste caisson op zijn plaats wordt gezet, namelijk aan de Westelijke oever van het sluitgat in de Oude Zeedijk. Deze Phoenix-caisson komt haaks op de dijk te staan en zal ajs het ware een land- hoofd vormen voor de drie andere reuzen- caissons, welke in de lengte zullen worden gezet, als afsluiting van het dan nog plus minus 175 meter brede stroomgat. De plaatsing van deze drie caissons zal waar schijnlijk over ongeveer een week na het eereed komen van het landhoofd gebeuren. Een nauwkeurige datum kan hiervoor nog niet worden genoemd, omdat dit ten nauw ste samenhangt met de weersomstandig heden. Wel is bekend, dat de plaatsing van de drie afsluitcaissons over twee dagen zal worden verdeeld. Men heeft hiervoor een tijdvak van 36 achtereenvolgende uren no dig, waaiwan alle hiervoor in aanmerking komende kenteringen zullen worden benut. Gedurende deze dagen zullen de hier bij het object betrokken arbeiders onafgebro ken in touw zijn en zal alles op alles moe ten worden gezet, om een gunstige beslis sing te forceren. Drie van de vier reuzencaissons, welke afmetingen hebben van 63 bij 19 bij 18 meter, worden thans in de vluchthaven bij Zijpe gereed gehouden, en wachten daar tot het moment, dat ze bij Ouwerkerk zullen moeten worden gebruikt. Het is niet uitgesloten, dat de eigenlijke afsluiting van het stroomgat, dus de plaatsing van de laatste caissons, midden in de nacht zal moeten gebeuren. Dan zal men dus ook voor dit werk gebruik moeten maken van de kortgeleden gereedgekomen natrium- verlichting, welke thans reeds zulke goede diensten bewijst bij het maken van zink stukken op de gaten en het storten van steen op de bezinking voor het stroomgat. Herkingen In opbouw De beide delen van de in uitvoering zijnde nieuwe zeedijk nabij de kaai te Herkingen (Goeree-Overflakkee) zijn thans met elkaar verbonden. Binnenkort zullen in de nieuwe dijk vloeddeuren wor den aangebracht. Ook de huizenbouw in Herkingen vindt voortgang. Zes Oostenrijkse woningen zijn in aanbouw; vier Zweedse woningen aan besteed, terwijl men met twintig Woning wetwoningen snel vordert. Eveneens worden vorderingen gemaakt met de rioleringswerkzaamheden in het „luindorp" van Herkingen en met de ver harding van wegen. Door al deze werken zal het dorp Herkingen een ander aanzieD krijgen. Hoofdcommissaris Staal deed zijn ge hoor meermalen lachen door de fijn- geestige wijze waarop hij het optreden van de vrouwelijke weggebruikers ka rakteriseerde. Hij meende, dat er wel verschillen be stonden tussen mannelijk en vrouwelijk weggebruik (de laatste soort kwam er overigens zeker niet het slechtste af), maar op één punt constateerde hij toch overeenkomst: dames en heren toonden gelijke belangstelling voor nylonkousen. In het algemeen moet door de politie blijk worden gegeven van kennis van zaken, van begrip voor de ernst van de verkeerstoestand, van sportiviteit en vrien delijkheid. De agent mag zijn tijd niet ver doen met het opmaken van processen-ver baal voor pietluttigheden. Op vorige wegverkeersdagen, zo zei de heer Staal, is al meer dan eens betoogd dat er blijkbaar in de mens iets verandert, zodra hij achter het stuur van een auto plaats neemt. Het is opvallend hoe weinig er soms voor nodig is om automobilisten uit hun evenwicht te brengen. Hoe vaak ziet men niet dat overigens vriendelijke mensen elkaar beledigen door woord en gebaar, om een plaatsje in een file strijden of door andere kleinigheden elkaar on aangenaam zijn. Gelukkig is het slechts een kleine groep die zich schuldig maakt aan voortdurend ergerlijk gedrag. Bij velen blijft het bij tijdelijk falen, waarvoor ook de politie begrip heeft, evengoed trouwens als voor het feit dat dagelijks mensenlevens wor den gered, doordat de goede autobestuur ders rekening houden met het onverant woordelijk gedrag van vele voetgangers, wielrijders en bromfietsers. Hierna ging spreker over op het onder werp „Alcohol bij snelverkeer". Ondanks de strenge straffen blijft het aantal ver oordelingen op hetzelfde peil. Dit aantal zou zeker veel hoger zijn, indien de politie niet preventief optrad. Het komt een enkele maal voor dat, hoewel het alcoholpercentage in het bloed er op wijst dat betrokkene zeer vermoede lijk beschonken is, hij de niet-medische proeven goed doorstaat en deswege niet veroordeeld wordt. Maar ook het omge keerde gebeurt. Iemand vertoonde alle verschijnselen van dronkenschap, maar het bloed bevatte slechts 0.55 procent alcohol. Aan het slot van zijn rede wees de heer Staal op het vrijwel onoplosbaar lijkende conflict tussen de voetgangers en het rij- verkeer. Door de toenemende intensiteit van het verkeer zal het oversteken der rijstraten door de voetganger steeds moei lijker worden en meer politiepersnoneel vragen. Na de middagpauze behandelde mr. F. P. E. Bloemarts, vice-president der Rot terdamse rechtbank, de vraag of bij de rechtbanken Verkeerskamers nodig of wenselijk zijn. Onder een Verkeerskamer verstond de spreker een onderdeel van de rechtbank, bestaande uit drie leden, van wie de meerderheid regelmatig .zelf aan het motorisch wegverkeer deelneemt en dat recht doet in alle verkeerszaken. Naar de mening van de inleider verdient de instelling van Verkeerskamers geen aan beveling. Wel eist het wegverkeer een bij zondere studie, doch de daarbij zich voor doende problemen, aldus mr. Bloemarts, zijn in het algemeen geen rechtsvragen, maar vragen van beleid. Deze behoren niet in de rechtszaal beantwoord te worden, doch in de wet. Spreker achtte geen principieel onder scheid aanwezig tussen het geval dat de rechter de navigatie van een zeeschip be oordeelt zonder ooit gevaren te hebben en het geval dat de rechter de gedragingen dagproductie in de metaalindustrie, welke bij een indexcijfer van 172 in April van dit jaar, in Augustus tot 224 is opgelopen. In de bouwmaterialen ging het cijfer van 117 in Februari tot 134 in Augustus voor uit. Voorts is in de textielnijverheid de productie aanmerkelijk groter dan een jaar geleden en wanneer men kennis neemt van de tussentijdse berichten, waartoe ge lukkig een toenemend aantal ondernemin gen overgaat, blijken de resultaten van het lopende jaar tot dusver in doorsnee eer der beter dan slechter te zijn dan het vorig jaar. Opvallend zijn de cijfers, welke de AKU deze week heeft gepubliceerd en volgens welke de omzetten in het derde kwartaal f 48 millioen hebben bedragen tegen f 42 millioen in het tweede en f 44 millioen in het eerste kwartaal. Wel zijn ook de algemene kosten gestegen, maar het netto-resultaat is in het derde kwar taal toch hoger dan in de beide voorgaande perioden en over de eerste negen maan den van 1953 bedraagt de vooruitgang van de netto-resultaten voor aftrek van de be lastingen in vergelijking met dezelfde pe riode van 1952 niet minder dan 30 pet. Dit is wel een zeer bevredigende uitkomst en het is alleen maar jammer dat deze ver betering nagenoeg geheel door de fiscus zal worden opgeslokt. Het wordt wel eentonig deze onpersoon lijke Octopus telkens weer ten tonele te voeren, maar ook in de Tweede Kamer is men hem deze week weer te lijf gegaan en er kan niet genoeg op worden gehamerd dat de fiscale heffingen in allerlei vorm de thans bestaande evenwichtstoestand in ons economisch leven in ernstige mate be dreigen. Want het gaat er om de door de heer Twijnstra bedoelde evenwichtstoe stand te handhaven, ook als de overheids werken verminderen, hetgeen langzamer hand nodig zal zijn om blijvende tekorten op de staatsbegroting te voorkomen, waar over men zich thans nog geen zorgen maakt, maar die op de duur niet kunnen worden gehandhaafd zonder het thans ver kregen monetaire evenwicht in gevaar te brengen. Vandaar dat in de Kamer op ver mindering van de staatsuitgave is aange drongen, hetgeen temeer noodzakelijk is nu de concurrentie op de wereldmarkt, niet het minst van Duitse zijde, toeneemt en het volgend jaar vermoedelijk met een algemene stijging van de bedrijfskosten moet worden rekening gehouden. De heer Twijnstra heeft een simpele waarheid geaccentueerd toen hij zeide dat een ondernemer alleen zal investeren wan neer hij meent dat de opbrengst daarvan hem voldoende vergoeding zal geven voor het ingestoken kapitaal en dat het kapitaal daarvoor dan ook aanwezig moet zijn. En het gaat dus altijd weer over de kapitaal vorming, zowel bij de bedrijven als bij de particulieren, die met hun gespaarde gel den het bedrijfsleven moeten bevruchten. En hoe zeer men in deze kring voor fis cale faciliteiten gevoelig is, heeft het re cente koersverloop op de Amsterdamse aandelenmarkt wel bewezen, dat met een aanmerkelijke stijging van de omzetten is gepaard gegaan. Terwijl bijvoorbeeld het algemeen indexcijfer van de aandelen be gin van dit jaar 138.08 bedroeg, is het thans weer tot 156.52 opgelopen, waarmee ongeveer de hoogste stand dusver voor dit jaar is bereikt. Het vooruitzicht dat de spe culatiewinstbelasting wordt opgeheven, dat de dividendstop verdwijnt en voor de mid deninkomens enige fiscale ontlasting zal worden verkregen, heeft de particuliere belegger een hart onder de riem gestoken. Maar, zoals mr. Van Leeuwen in de Twee de Kamer heeft opgemerkt, hiermee zijn we er nog niet, want zolang over een zelfde inkomen twee of drie maal belas ting moet worden betaald wanneer het be drijf sinkomsten betreft, is er geen vol doende prikkel om in de Nederlandse be drijven spaargeld te investeren. De winst van de vennootschap wordt niet alleen in eerste instantie zwaar belast, maar van wat aandeelhouders ontvangen moet op nieuw een groot deel aan de fiscus worden afgedragen, terwijl de tantiemisten boven dien commissarissenbelasting verschuldigd zijn, wat dus wil zeggen dat zij over een zelfde inkomen drie maal betalen. De mis vatting is hier dat dividenden en tantièmes als arbeidsloos inkomen worden be schouwd, hetgeen dan echter ook van alle juridische en medische adviezen zou gel den, waarvoor een honorarium in rekening wordt gebracht. Adviezen en relaties van commissarissen kunnen voor een bedrijf van de grootste betekenis zijn en waarom de beloning van in bedrijven gestoken spaargelden zwaarder moet worden belast dan bijvoorbeeld de pensioenen, valt moei lijk in te zien. Het was daarom volkomen terecht dat mr. Van Leeuwen in de Ka mer nog eens weer heeft aangedrongen op fiscale vrijstelling van het primaire divi dend, dat niet meer is dan een doorgaans zeer matige beloning van de door aandeel houders ter beschikking gestelde gelden. En nog rationeler is het vroeger door ons al eens genoemde denkbeeld van dr. F. W. C. Blom om eenvoudig de uitgekeerde di videnden af te trekken van het bedrag, waarover de vennootschapsbelasting wordt berekend. Hierover wordt immers door de aandeelhouder zijn Inkomstenbelasting be taald en op meer heeft de Staat geen recht. Het rechttrekken van de tot dusver ge volgde scheve belastingpolitiek zou onge twijfeld een nieuwe prikkel kunnen zijn tot investering van spaargelden in het bedrijfsleven, dat daaraan dringend be hoefte heeft. van een automobilist op de korrel neemt zonder ooit zelf gechauffeerd te hebben. Deze betrekkelijke „ondeskundigheid" van de rechter is volgens mr. Bloemarts een voordeel, omdat zij de rechter dwingt af stand te nemen tot het hem voorgelegd onderwerp en zich daarin van geval tot geval te verdiepen. In de derde plaats was de inleider van mening, dat in werkelijk technische vragen de voorlichting door deskundigen, hetzij tijdens het opsporings onderzoek, hetzij in een later stadium, een betere oplossing brengt en dat de wezen lijke problemen voor de rechter niet zozeer liggen op het technisch terrein als wel bij de aloude vragen van bewijs, straftoeme ting en vaststelling van schadevergoedin gen. Mr. Bloemats gaf de voorkeur er aan, dat de rechter deze problemen niet alleen te zien krijgt tegen de achtergronden van het wegverkeer, doch op een zo ruim moge lijk gebied. Onnodig oordeelde hij de in stelling van Verkeerskamers tenslotte, om dat een door hem gehouden onderzoek had uitgewezen, dat van de leden der recht banken en gerechtshoven 50 procent zelf een motorvoertuig berijdt of bereden heeft.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1953 | | pagina 7