Pioniersgeest maakte Multifilm groot Paramount Het Hek van de Dam IqjU Bij het zilveren jubileum Nieuw boek over Marie-Antoinette „naar onuitgegeven documenten" Agenda voor Haarlem L Een keur van films de perfecte Qflmerikaanse cigaret S.O.S. van Amerikaanse veehouders Status van de West in de UNO ter sprake tXUD □MD SU i WOENSDAG 28 OCTOBER 1953 N 3 I HiJrv* I v°ornaamste taak bleef Poëzieprijs Amsterdam voor Lucebert Heringa Wuthrich BLIKSEMAFLEIDERS Twee doelpunten 5 OT [711 2 II?||3] IIV '^spr Jlil a Pottenkijkers Opheffing van nood maatregelen in Tunesië Morgen is het op de dag af vijfentwintig jaar geleden, dat de statuten van de N.V. Multifilm te Haarlem koninklijk werden goedgekeurd. Het zilveren bestaansfeest kan dus officieel gevierd worden. En voor die viering is alle reden. Het Haarlemse bedrijf heeft op de Nederlandse filmproductie een belangrijke en verheugend goede invloed uitgeoefend. Het timmerde niet aan de weg. Het doet dat nog niet. Maar wie, belangstellend m de film, de verrichtingen van Multifilm in de loop der jaren heeft gevolgd, zal weten welk een uitstekend materiaal het heeft geleverd op de filmmarkt, waardoor de Haarlemse .onderneming zich in het buitenland op het stuk van de documentaire vooral een groot aanzien heeft verworven. Vertelde niet directeur J. C. Mol. dat nog in Amerika de film loopt, die hij in 1024, dus voor hij Multifilm stichtte, heeft gemaakt van het leven der microben: de bekende Anthonie van Leeuwenhoek-film, opgenomen met gebruik van de microscoop, waarmee Van Leeu wenhoek de wereld der microben ontdekte? Moll legde de grondslag voor het bedrijf, dat dank zij zijn kennis en vakmanschap, af spoedig opbloeide, crisis en malaise ten spijt. Toen het geluid zijn functie ging bekleden in de film schakelde hij onmiddellijk zijn productie daarop over. Hij vond zelf een voortreffelijk geluid systeem, dat kan wedijveren met de beste ter wereld. En als bewijs hoe Multifilm telkens de tekenen des tijds verstaat: in het Nederlands televisie-programma worden de journaals door Multifilm verzorgd, ware getuigenis hoe up to date het bedrijf vandaag de dag wel is. Oprichter en directeur Moll zal niet heb ben vermoed welk een hoge vlucht de N.V. zou nemen toen hij haar in 1924 vormde uit het „Bureau voor Wetenschappelijke Cinematografie" dat hij tot dan dreef. Hij vond steun voor zijn onderneming bij be kende figuren als Ad. Stoop, de vogelfilmer Burdet, de natuurkundige Jac. P. Thijsse, dr. H. F. Tillema, G. J. Droste, mr. P. Tide- man en de directeur der Mij. Nederland mr. C. Koning. Met een kleine staf begon hij. En al spoedig kwam de ene weten schappelijke film na de andere tot stand. Dit was het terrein, dat Moll's grote liefde had. Hij maakte de serie „Wonderen der natuur", films over bloeiende bloemen en planten-bewegingen, de zwerftochten van een waterdruppel, het bloed, het aquarium van Artis en vele andere, die hun weg naar het buitenland voorspoedig vonden. In samenwerking met de universiteiten ontstonden de medische films. Multifilm hielp de universiteiten zich op wetenschap pelijk gebied te outilleren en maakte zich zelf op den duur overbodig. Maar met dit werk leverde het bedrijf een aandeel van onschatbare waarde aan de wetenschap en de filmpjes die ik, zij het fragmentarisch, uit die periode heb gezien zijn niet alleen de vrucht van een gedegen vakkennis, maar muntten bovenal uit door de liefde waarmee zij gemaakt zijn: de eerste voor waarde voor het bereiken van het harts tochtelijk beoogde doel: klare, heldere beel den, instructief èn aesthetisch verantwoord. Want al stond de aesthetiek niet voorop zo althans wil Moll het ons doen geloven markt. De samenwerking met de UFA hield bij Hitler's machtsovername op. Com mercieel was het bedrijf niet lonend meer, wanneer men geen andere weg insloeg. Dat gebeurde. Men schakelde nu over op commerciële opdrachtfilms. Van het Spaar- ne verhuisde Multifilm naar het Kenau park. Het bedrijf werd uitgebreid, vele jonge cineasten kregen in Haarlem hun opleiding. Het was ook in 1935 dat de hui dige mede-directeur E. J. Verschueren aan Multifilm werd verbonden. Talrijke films liepen van stapel. De componist Koos van der Griend schreef zijn zeer persoonlijke en niet zelden fraai gerhythmeerde muziek bij de films, die in die periode werden ver vaardigd en op de Flora van 1935 was zelfs een stand aan Multifilm gewijd, waar regelmatig Flora-journaals werden ge draaid. De voorlopers van de journaals op de televisie Het was in 1939, dat Moll naar Indië ging om een kleurenfilm te maken. Toen de oorlog uitbrak kon hij niet terug. Hij ADVERTENTIE Verrast door het oog van de camera. (Uit de Multifilm-productie) zij valt in zijn werk niet te loochenen. Hoe anders het grote succes te verklaren, dat hij oogstte met zijn films over kristal len? Ze kwamen uit in de bloeitijd der avant-garde. Zonder dat Moll zich er een ogenblik rekenschap van had gegeven wer den de films door de avant-garde verklaard te behoren tot de absolute films. Zij dragen er inderdaad alle kenmerken van, al wer den ze het meer omdat Moll in het onder werp een absolute schoonheid zag, die hij op de filmband vastlegde dan omdat hij een absolute film wou maken. Hoe het ook zij: de onderscheiding is een compliment voor de man, die in eenvoud de prestaties leverde van de kunstenaar. Ik meen, dat dit bij het jubileum van zijn bedrijf nog eens gezegd moet worden. Die wetenschappelijke films bezorgden Multifilm dus een reputatie. Hun waarde is des te groter, omdat het materiaal waar mee toen gewerkt werd kwalitatief aan zienlijk minder was dan thans. Het is nu tienmaal gevoeliger. De ontdekkingen die de vertraagde opnames door Moll toegepast, opleverden, waren van groot belang. De periode, waarin Multifilm dit werk ver richtte, is meer dan een tijd van experi menteren, een tijd van pionieren geweest. Des te betreurenswaardiger dat er in de jaren '32-'35 een eind aan kwam. De geluidsfilm kwam en veroverde de stichtte „Multifilm Batavia", kwam met zovele landgenoten terecht in een Jappen kamp, maar zette in 1946 zijn werk voort en verzorgde het Indonesisch journaal, dat wij kennen als de „Wordende Wereld". In Haarlem zette Verschueren het bedrijf weer op poten en een grote productie be gon, waar de namen aan zijn verbonden van Verschueren zelf, Hei-man van der Horst („Ontluisterd land"), Allan Penning (zijn speelfilms gebaseerd op korte ver halen kunnen mijn bewondering niet weg dragen), Van der Linden en Hoving. Mul- tifilm ging zich ook toeleg- gen op de kleurenfilm. De I I li 111 echter films in opdracht. V_y Die krijgt men genoeg. En met belangstelling richt men het oog op de ontwikkeling der tele visie waarbij de film zo nauw is betrokken. Wat nu de plannen zijn, die de N.V. koestert voor de toekomst? De heer Verschueren is een beetje huiverig om die bekend te maken. Er worden er zoveel af gekondigd en men hoort er daarna niets meer van. Multifilm voelt zich echter nog jong. Haar vijfentwintig jaren vormen, om met J. C. Moll te spreken, een basis van ervaring, die de toekomst met vertrouwen tegemoet doet gaan. Een vertrouwen, dat ik volledig kan delen. P. W. FRANSE. Rechtstreekse regeringssubsidie geëist Veehouders in 30 Amerikaanse staten hebben gisteren een boodschap aan presi dent Eisenhower gezonden, waarin zij aandringen op een stelsel van rechtstreekse regeringssteun voor de prijzen der vee houderijproducten, verklarende dat het regeringsprogramma, dat tot nu toe is ge volgd om de wanhopige situatie voor de Amerikaanse veehouders te verbeteren, is mislukt, De veehouders deelden in hun bood schap mee, dat duizenden veehouders met middelgrote bedrijven slechts van de on dergang kunnen worden gered wanneer er onmiddellijk maatregelen worden getrof fen om de veehouders betere prijzen te garanderen. De in 1952 verschenen bundel gedichten „Apocrief" van Lucebert is door B. en W. van Amsterdam op advies der jury be kroond met de poëzieprijs 1953 der ge meente Amsterdam. De prijs, groot f 1000.was op voorstel van de Amsterdamse kunstraad beschik baar gesteld voor een in 1951 of 1952 in boekvorm uitgegeven bundel poëzie of een gedicht van de omvang van een poëzie bundel. In haar rapport acht de jury, be staande uit de heren Jan Engelman, Han G. Hoekstra en Gerrit Kouwenaar, de dichter Lucebert, de tot de zgn. experi mentele groepering behorende dichter, „die zich tot nu toe het meest overtuigend in dat genre poëzie heeft uitgedrukt. Hij moet beschouwd worden als een dichter lijke figuur met grote potentie, die een waardevol element aan de Nederlandse poëzie heeft toegevoegd en hij weet ge stalte te geven aan gedachten en gevoelens, die hij voortdurend in het totaal van het huidige wereldbeeld tracht te betrekken". Zweedse ontwerp-resolutie De Zweedse afgevaardigde in^ de UNO- beheerschapscommissie, Skottsberg-Ahman, heeft in de vergadering van die commissie een ontwerp-resolutie ingediend, volgens welke de Algemene Vergadering zou ver klaren. dat zij van mening is, dat de nieu we status van Suriname en de Antillen slechts op de juiste waarde geschat zou kunnen worden, nadat de onderhandelin gen tussen de afgevaardigden van deze ge bieden en die van Nederland waren be ëindigd en schriftelijk waren vastgesteld. De Zweedse ontwerp-resolutie wil ver volgens de Nederlandse regering uitnodi gen, de resultaten van deze onderhande lingen en de vastgelegde voorzieningen mede te delen. Voorts wil zij de commis sie inzake inlichtingen over niet-zelfbe- sturende gebieden uitnodigen, deze mede delingen te bestuderen met het oog op de reeds gegeven inlichtingen en rapport uit te brengen aan de Algemene Vergadering. Tevoren had de Nederlandse afgevaar digde, mr. Schurmann, nogmaals het Ne derlandse standpunt uiteengezet, waarna de vertegenwoordigers van Suriname en de Nederlandse Antillen, dr. Pos en mr. De- brot steun gaven aan zijn uiteenzetting. ADVERTENTIE PARIJS, October. Volgens de enige deskundige critiek er op die ik gelezen heb, is het kort geleden verschenen boek van André Castelot over Marie-Antoinette armer aan verrassingen dan het op grond van de toevoeging „naar onuitgegeven documenten" hoort te zijn. Het is niettemin een goed boek, dat een stuk verder komt dan de gemid,delde biografie met het reconstrueren van een persoonlijkheid. Het mag waar zijn dat biografen van deze koningin bij het onderzoek van de documenten vaak. zelf onder haar bekoring raken, Castelot heeft zich aan zo'n historische bandeloosheid niet overgeleverd. Wij zien haar beroemde onweerstaanbaarheid voortdurend tegelijk met haar misplaatstheid in de geschiedenis, en ook haar onaangename persoonlijke eigenschappen. De gang van zaken krijgt op deze manier een pijnlijke onvermijdelijk heid, die weinig steun nodig heeft van voorafgaande kennis van de afloop; men betrapt zichzelf onder het lezen van tijd tot tijd op de hoop dat de koningin en haar domme Lodewijk XVI er toch nog doorheen zullen rollen alweer niet omdat men zo op ze gesteld is geraakt, maar omdat dit soort menselijk lot te wreed is. Wij zijn geen van allen voldoende verantwoord tegenover de geschiedenis van de volgende honderdvijftig jaar, en de eerzucht om het wel te zijn is ook allerminst heilig. Haarlem Sommigen van ons hadden het er niette min beter af kunnen brengen dan Marie- Antoinette. In 1770, vlak voordat zij, veer tien jaar oud, naar Frankrijk vertrok, zei haar moeder, de keizerin Maria Theresia van Oostenrijk: „Ik zie in haar karakter veel lichtvaardigheid, gemakzucht en kop pigheid in het doorzetten van haar wil, met evenveel handigheid in het ontwijken van de verwijten die men haar zou willen maken". Zij werd overigens in Frankrijk enthousiast ontvangen, temeer omdat Lo dewijk XV zich buitengewoon impopulair had gemaakt en de bevolking alle hoop op de opvolger had gesteld. In 1774, toen de oude koning stierf, was die hoop in het land nog even sterk, al had zij zich in Ver sailles veel vijanden gemaakt. Men kan aannemen dat haar karakter des te moeilijker werd, doordat zij aan haar echtgenoot weinig plezier beleefde. Lodewijk XVI had de gewoonte om zich 's morgens na een solide maaltijd op de jacht te begeven en tegen de avond suf van moeheid terug te komen. Hij gaat dan al vrij gauw alleen naar bed, en het maakt niet veel verschil als hij van deze gewoon te eens afwijkt; pas in de zomer van 1777 heeft hij de moed verzameld om een een voudige operatie (maar zonder verdoving) te ondergaan, waarna hij werkelijk als echtgenoot kan optreden. De ware Thomas, of hoe dat heet, is hij voor Marie-Antoi nette toch niet geworden, en de bevolking van Parijs bracht het ene lied na het an dere over haar betrekkingen met vermeen de minnaars op. André Castelot is over dit onderwerp discreet: hij meent met zeker heid te kunnen zeggen dat haar grote lief de voor de Zweedse graaf Axel Fersen „in het nette" is gebleven. In 1775 schreef Maria-Theresia aan haar ambassadeur in Frankrijk: „Mijn dochter loopt met grote stappen naar haar onder gang". De brieven van deze ambassadeur, Mercy, zijn een belangrijke bron van ge gevens over Marie-Antoinette, al moet er rekening mee gehouden worden dat hij al lerminst op haar gesteld was: het was zijn taak haar de goede adviezen van de kei zerin over te brengen, een onvruchtbare arbeid. Zij bleef op de meest luchthartige manier leven en gaf vooral voor kleren on waarschijnlijke bedragen uit in 1785 het equivalent van zowat 500.000 gulden. Het waren overigens niet deze uitgaven van haar die ergernis wekten bij de burger stand, maar de bedragen die de burger echtgenoten en dochters verlangden om modieus te kunnen blijven: de koningin gaf de toon aan. Daar staat tegenover dat de zijde-industrie van Lyon dadelijk pro testeerde toen zij het eenvoudiger ging doen: het was zeker haar bedoeling de Franse zijde-industrie te ruïneren ten be hoeve van de Vlaamse lakenwevers (die onder Oostenrijks bestuur stonden)! Maar het hof zelf was natuurlijk van meer invloed op haar gedrag dan de in dustrie van Lyon en niemand had daar tijd over om de politieke litteratuur „bij WOENSDAG 28 OCTOBER Vleeshal: Modeshow van C. A„ 8 en 9.30 uur. Tempeliersstraat 35: Filmavond voor emigranten, 8 uur. Lutherse Kerk: Evange lische maatschappij; ds. W. J. Manger over: „Zwaard en Kromstaf", 8 uur. Westerhout- park I a: A. G. Degcnaar over: „De ontwik keling van de mens". 8 uur. Gebouw Cullura: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia"; J. G. de Jong over: „Christenen Ongelovigen". 8 uur. Roxy: ..Actie in de stille Zuidzee", 14 jaar, 8 uur. Lido: „Dageraad der vrijheid", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. City: „Kindersmokkel", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Geheime opdracht", 14 jaar. 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Tanzende Sterne", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Palace: „De gouden poort", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Luxor: „De terugkeer van Don Camillo", alle leeft., 7 en 9.15 uur. DONDERDAG 29 OCTOBER Brinkmann: Het Humanisme, door W. F. Happé: De taak van het Hum. Verbond, door mr. H. B. J. Waslanden 8 uur. Grote Houtstraat 119: Tentoonstelling J. Q. van Regteren Altena, 10—12.30 en 25 uur. Roxy: „Actie in de stille Zuidzee", 14 jaar, 2.30 en 8 uur. Lido: „Dageraad der vrijheid 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Minerva: „De vrouw met het geschonden gelaat 18 jaar, 8.15 uur. City: „Kindersmokkel", 18 jaar, 2.15, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Geheime op dracht", 14 jaar. 2.30, 7 en 9.15 uur Rem brandt: „Tanzende Sterne", alle leeft., 4,15, 7 en 9.15 uur. ralace: „De gouden poort", 18 jaar, 2 cn 4.15 uur. „Sunset-Bou- levard", 18 jaar. 7 en 9.15 uur. Luxor: De terugkeer van Don Camillo", alle leeft., 7 w» 8.15 uur. In de dagen van Jules Verne kon men nog nu ja, in verbeelding voor een kwartje de tvereld rond. De vermaarde reis duurde toen tachtig dagen. Tegen woordig kost het bijna het dubbele be drag, doch slechts vijftig minuten. U begrijpt wel, dat wij het nu niet over de K.L.M. hebben, maar over de zoge naamde Cineac in de Reguliersbree- straat, een bioscoop met die in alle op zichten doorlopende voorstelling. Want niet alleen volgt het ene programma zonder onderbreking op het andere, dat overigens precies hetzelfde is, boven dien zijn in dit theater voortdurend de toeschouwers in beweging, op zoek naar een zitplaats. Men laat er namelijk steeds meer mensen binnen dan er stoelen zijn. Dit brengt mede, dat het uitzicht op het witte doek telkens ver stoord wordt door uit beleefdheid op- standigen, die om de vijf minuten een komende en gaande man of vrouw laten passeren. Nu is dat niet zo erg, want er wordt over het algemeen niet veel anders dan narigheid vertoond. Hier immers brengt men het nieuws uit alle hoeken en gaten van de wereld in beeld. Men ziet dus bijna van week tot week dezelfde hoofdrolspelers. Maar deze keer is er toch weer eens een debutant bij geko men, te weten de Sjors van de Russische rebellenclub, de opvolger van vadertje Stalin, de dikhoofdige Malenkow met een zwierige kurketrekkerlok boven zijn ferme ogen. Hij maakte de indruk zijn tekst zeer goed te kennen, maar dooi'dat hij een ons vreemde taal gebruikte, konden wij er niet goed achter komen of hij nu met een comedie of met een treurspel bezig was. Een dolle klucht leek het ons in ieder geval niet. Maar hoe dan ook, u zult niet van ons verwachten, dat wij op deze plaats een complete beschrijving van de deze week roulerende actualiteiten geven. Niets veroudert trouwens zo snel als het nieuws. Eeuwigheidswaarden zijn er, zo is ons altijd geleerd, slechts in de kunst te vinden. Blijkbaar weet de directie van de Cineac dit ook heel goed, want zij ruimt in ieder programma plaats in voor een tekenfilm. Weliswaar zijn wij dol op deze geanimeerde cartons en kunnen wij ons tranen lachen bij iedere loer, die onze vriend Pluto door ieder willekeurig insect met de tactische intelligentie van een Montgomery of een Abe Lenstra wordt gedraaid, maar dit keer had ons bezoek toch een andere en veel diepere reden. Wij wilden namelijk met onze eigen ogen wel eens zien of het FIFA-elftal de niet behaalde overwin- W'l ZÉS- J f! L - c ■SI l'C ning op Engeland nu eigenlijk ja of nee had verdiend. De film kan opheldering geven, zo dachten wij in onze continentale on schuld, of Mortensen zich opzettelijk liet vallen of niet. Doch helaas, vrien den, juist in die critieke laatste minuyt had de omvangrijke dame naast ons er genoeg van en besloot zij het terrein van de strijd te verlaten. Ze vroeg nog wel even pedon, toen haar hoed met een wolk van verwelkt parfum ons uit zicht verduisterde, maar daarmee werd de martelende onzekerheid niet goed ge maakt, waarin wij nog steeds verkeren. Wij hebben zelfs de pinantiekik niet, waargenomen. Toen het scherm zich namelijk weer aan ons voordeed, was "fLÜ-f) juist president Eisenhower bezig de zes tig kaarsjes van zijn verjaardagstaart met één adem uit te blazen. Wij troosten ons nu met de gedachte, dat wij vandaag of morgen het schot kunnen zien, waarmee Van Beurden, die gewoon Max heet, net als Euwe, na een depressie van dertig maanden de nationale eer heeft hersteld. En ook die geweldige uittrap van Steiger, helemaal uit Eindhoven, zouden wij niet graag willen missen, want die heeft de grond slag gelegd voor een overwinning, die toch ook een heel klein tikje de onze is. Het moet wel iets zeer bijzonders zijn geweest op die mooie Zondagmiddag in het Feijenoord-stadion, waar de voetbal zo beweeglijk was als een stuk zeep in de badkuip. U heeft het verslag door Aad van Leeuwen toch zeker gehoord? De goeie man huilde compleet van ont roering, toen scheidsrechter Ling het eindsignaal floot. Naar wij vernemen, komt hij in zijn sportpraatje van mor genavond nog even op deze gesmoorde snikken terug. Maandagmorgen hebben wij onmid dellijk alle in de kiosk van het Amster damse Centraal Station verkrijgbare kranten gekocht, om de reportages van de Nederlandse Leeuwen op de Rode Duivels te lezen. Het merkwaardigste staaltje van vechtlust vonden wij be schreven in de Gazet van Limburg, die dan ook een speciale verslaggever had afgevaardigd. Deze merkte namelijk op, in zijn beschouwing van de tweede helft, dat „vooral Klaasssens en Odenthal nog steeds groeiden." Nu, dat verschijnsel willen wij ook wel eens waarnemen. Van Odenthal kunnen wij het gemakke lijk controleren, want dat is een Haar lemmer, maar terwille van Klaassens zullen wij ons nogmaals naar de Cineac begeven. Wij zijn trouwens benieuwd of Steiger ook groeide. Voor hem zou dat een nadeel wezen, want er zijn in Eindhoven heel wat lampen waar hij tegen aan kan lopen. En de volgende keer moet de kleine Van Overbeeke maar eens aan de beurt komen. Het zoekplaatje van deze week brengt de nieuwste kunsthandel in beeld, die Amsterdam rijk is geworden. Vlak bij het Koningsplein, op de hoek van de Herengracht met de Beulingstraat, heeft men een oud pothuisje als zodanig inge richt. Het is trouwens min of meer een pothuisje gebleven, want er worden vooral serviezen en sieraardewerk ver kocht.. Verder vindt men er allerhande bedrukte kleedjes, die volstrekt niet somber zijn, lampen en ambachtsmeu beltjes, asbakken voor verloofden en de gebruikelijke curiosa op kunstnijver- heidsgebied. Zoals men ziet is het ge heel een nogal laag-bij-de-grondse onderneming, alsof men zeggen wilde: pottenkijkers hebben wij niet nodig. Dit vol te houden zou echter in strijd met de waarheid zijn. Laten wij hopen, dat vooral buitenlandse toeristen het een aangenaam tijdverdrijf zullen achten om zich als kurketrekkers over het plaveisel te slingeren, teneinde een blik door de ramen te werpen. Een Hol landse huisvx-ouw zou misschien in de verleiding komen om stoffer en blik te nemen, maar daar kan het glas niet tegen. Vergeet u niet er eens te gaan kijken, als u toevallig daar in de buurt bent. Het is een aardige zaak en de in spanning is goed voor de lijn. BOEDA te houden". Ook bij Castelot wordt het verhaal eentonig: schulden, favoritisme, achterklap en huilbuien over blijken van impopulariteit hoewel zij natuurlijk het staatshoofd niet is, krijgt zij veel meer schuld voor de toestand dan Lodewijk XVI, die haar in alles haar zin geeft. Dan is het plotseling 1789. Het bittere lot Zoals ik reeds opmerkte heeft André Castelot zich bij het schrijven van zijn bio grafie van Marie-Antoinette niet door de charme van de hoofdpersoon laten aflei den. Dat zijn beeld van de Franse revolutie niettemin meer dan gewoon grimmig is, komt doordat het verloop ervan alleen wordt aangegeven voor zover het direct uitwerking heeft op het bestaan van de koningin (later „de weduwe Capet"). Haar lot was volgens iedere mogelijke maatstaf bitter, temeer omdat zij het er op een wan hopige manier „naar maakte". Waarom zou de Revolutie eigenlijk niet onduidelijk en min of meer onbegrijpelijk in de ach tergrond van het verhaal mogen blijven zij begreep er zelf ook haast niets van. De manier waarop zij omsprong met de gematigde afgevaardigde Barnave, die waarschijnlijk wel enigszins onder haar bekoring was gekomen en die zich bereid had verklaard om voor een politiek herstel te werken, geeft goed aan hoe zij de zaken opvatte. Barnave had bij haar in de koets gezeten als bewaker op de terugtocht van Varennes zoals men weet ondernam de koninklijke familie in Juni 1791 een vluchtpoging uit Parijs, voorbereid door Axel Fersen, en werd zij in het plaatsje Varennes weer gevangen genomen. De ontsnapping is maar net mislukt: als de generaal De Bouillé, die het gezelschap in Varennes had moeten opwachten en die pas arriveerde toen de terugreis begon, gewe ten had dat hij even verderop de rivier kon oversteken, waarvoor hij tot stilstand kwam, had hij hen nog makkelijk kunnen ontzetten. Maar hij wist het niet, en Barnave bleef tegenover de koningin in de koets zitten en werd ontroerd door haar en door haar zoontje, dat op de knopen van zijn uniform wees en zei: „Kijk, mama, zie je dat? Vivre libre ou mourir!" Toen zij in Parijs terug was, dacht Marie-Antoinette, dat hij de aangewezen man was om te helpen. Zij schreef hem een briefje, hij deed voorstel len, waarvoor zij belangstelling toonde, hij gaf haar goede hoop als zij zich strikt aan de vastgestelde gedragslijn zou houden maar ondertussen deed zij haar vertrouw den weten dat zij natuurlijk met de „over dreven ideeën" van de constitutie niets op had, en alleen onderhandelde om tijd te winnen. De enige hoop die zij zich verwaardigde te koesteren was die op hulp uit het bui tenland, van haar broer de keizer van Oostenrijk in het bijzonder zij kón niet anders zijn dan een kind van de tijd waar in naties beschouwd werden als de bezit tingen van vorstelijke families die eikaars belangen bevorderden, tenzij zij het na tuurlijk onderling niet konden vinden. Als zij in 1793 terechtstaat, is zij overigens wel wijs genoeg geworden om overtuigingen van dit slag voor zich te houden; zij heeft dan een soort grootste gemene deler tus sen haar ideeën en die van haar rechters gevonden, en spreekt voortdurend van „het belang van Frankrijk", waaraan zij zichzelf gewijd heeft en wil blijven wijden. Dit helpt haar weinig, het stond ook al bij voorbaat vast dat zij veroordeeld zou worden: de naam van Fouquier-Tinville, de openbare aanklager, was garant. Tegen die tijd is het medegevoel van de lezer afgestompt, de maat van de misère is al lang vol en men wil maar liefst zo gauw mogelijk van deze vuile affaire verlost worden. Er is nu niemand meer over die niet in een werkelijk of denkbeeldig koor zijn hoge opinies uitkraamt: dit is dan ook de tijd van Robespierre, en de terreur is op zijn ergst. Men vraagt zich af of Marie-Antoinette, op de hotsende kar onderweg naar het schavot, zich niet enigermate verzoend kan hebben met het vooruitzicht de wereld te verlaten, door de gedachte dat haar soort levenswijs toch voorgoed verloren was. Hébert kon wel feilloos geprofeteerd heb ben, toen hij enige maanden tevoren tegen zijn medeleden in in het Comité du Salut public zei: „Ik weet niet of er bij u nog hoop bestaat op de republiek, op de con stitutie, op het heil van uw persoon; maar ik weet wel dat als die nog bestaat, u u sterk vergistDe koningen zullen zich zelf een schade doen door te proberen ons te vernietigen, die henzelf binnen twintig jaar ten onder zal brengen. Maar daarom zullen wij niet minder ten onder gaan." De laatste woorden van Marie-Antoinette konden ook wel de laatste van hun soort zijn zij-Jrapt de beul op zijn voet en zegt: „Mijnheer, ik verontschuldig mij, ik heb het niet expres gedaan." Maar als om aan te geven dat er toch nog iets anders leefde dan het fanatisme van de revolutie, kwam onmiddellijk na haar terechtstelling de wonderlijke Maingot onder het schavot vandaan: hij was met bloed bezoedeld en hield een anjer tussen de tanden geklemd. ADVERTENTIE JERSEY VESTEN BARTELJORISSTR 24 HAARLEM TEL.20420 De Franse resident-generaal in Tunesië, Pierre Voizard, heeft de censuur opge heven, de politiebevoegdheden van de militaire aan de burgerlijke autoriteiten teruggegeven, 22 gedeporteerde nationa listen vrijgelaten en het uitgaansverbod in het gebied van Sahel in Oost-Tunesië op geheven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1953 | | pagina 5