Geen conflict over de belastingvoorstellen Het Hek van de 'sanadgeh Agenda voor Haarlem BUISMAN Leerling-journalist en zijn chef voor Rotterdamse rechtbank Franse Paragraaf Prof. Romme wilde niet in het massa-graf voor onaanvaardbare amendementen" stappen Verouderde koest. Sloterdijker verdwijnt het volgend jaar Bunker van luchtwachtdienst al te nauwkeurig beschreven WOENSDAG 4 NOVEMBER 1953 3 TWEEDE KAMER Vermoeid en prikkelbaar? De opheffing van de tram Amsterdam-Zandvoort Laagte van geest 7>tH» Hoogte van zaken Meesters uit Brazilië Roofoverval mislukte door verzet van kassier 99 Het is Dinsdag niet tot een diepgaand verschil van mening tussen de Tweede Kamer en de regering gekomen. Al spoedig was de room van de melk af; prof. Romme verklaarde namelijk, dat hij niet van plan was „af te stappen in het massagraf", dat de regering gedolven had voor onaanvaard bare amendementen. Namens de regering had minister Van de Kieft de Kamer tevoren nog eens meege deeld, dat voorstellen tot andere belasting verlagingen dan van regeringswijze waren voorgesteld, onaanvaardbaar zouden zijn. De minister-president was toen ook nog in de vergadering verschenen, voor het geval er nog ernstige moeilijkheden moch ten rijzen. Maar, zoals reeds .is gezegd, hier van is geen sprake geweest, doordat prof. Romme liever de huidige regeringsvoor stellen aanvaardde, dan deze tengevolge van een onaannemelijk verklaard amende ment te zien mislukken. Met denkbeeld inzake een gedeeltelijke vrijstelling van de investeringsbelasting was volgens minister Van de Kieft ook onjuist, omdat een groot deel van het be drag, waarvoor de vrijstelling zou dienen te gelden, in sterke mate zou afvloeien naar ondernemers, die het niet nodig heb ben en niet, zoals prof. Romme had be toogd, aan de kleine middenstanders ten gc-ed zou komen. Een door de heer Van de Wetering (CH) aanbevolen amendement om weduwen, die korter dan vijf jaar getrouwd geweest zijn en geen twee kinderen hebben, uit de ,.strafklasse" der ongehuwden naar de groep van de gehuwden over te hevelen, noemde staatssecretaris Van den Berge in strijd met de opzet van de wet, waarna de Kamer het met 44 tegen 35 stemmen af wees. (Met de P. v. d. A. en de WD stem den vier leden van de KVP tegen). Bij het wetsontwerp inzake fiscale voor zieningen in het belang van de werkge legenheid op langere termijn richtte de heer Hof s tra (P. v. d. A.) zich met een amendement tegen de voorgestelde af schaffing van de speculatiewinstbelasting. Hij kreeg echter weinig bijval. Achtereen volgens immers gaven de heren Lucas (KVP), Van Leeuwen (WD), Van de Heuvel (A.R.) en de staatssecretaris te kennen, dat het amendement geen zin had, aangezien die belasting gemakkelijk ontdoken kan worden. Zij zou ddn heel weinig opbrengen en het financieel verkeer maar belemmeren. Eén amenderingspoging lijkt een goede kans op slagen te hebben, namelijk die van de heer Lucas, die een regeling wil, waar door het verlies in een bepaald jaar te com penseren zou zijn met winst van het jaar te voren. De heren Van Leeuwen en Van de Wetering gingen hiermee accoord. Ook de heer Hofstra (P. v. d. A.) achtte het amen dement in beginsel wel juist. Staatssecre taris Van den Berge had wel bezwaren en sprak van het scheppen van een gevaarlijk automatisme. Hij liet echter de beslissing aan de Kamer over. Daarentegen ontried hij de aanneming van een amendement- Van de Wetering inzake de vennootschaps belasting. De Kamer verwierp de communistische motie om de loonsverhoging van 5 procent te vervangen door een van 6 procent met 65 tegen 4 stemmen. Suiker en schoeisel Hoewel de eindstemming over alle wets ontwerpen met betrekking tot de compen satie van de huurverhoging pas na de arti- kelsgewijze behandeling zal worden ge houden behoeft er niet aan te worden ge twijfeld, dat de voorstellen tot verlaging van de suikeraccijns en tot afschaffing van de omzetbelasting op schoeisel en huisbrand de eindstreep glansrijk zullen halen. Wat de suikeraccijns betreft zal de hoofdsom van de accijns voor geraffineer- ADVERTENTIE Overwerkt - of overspannen. Uw zenuwen zijn uitgeput - Uw weefsels verzwakt. Er is maar één doeltreffende re medie Kracht toevoeren met Sanatogenl Doe iets voor Uw gezondheid. Begin nü met Het Zenuwtonicum WOENSDAG 4 NOVEMBER Frans Halsmuseum: Volksuniversiteit; An ton Coolen, lezing uit eigen werk, 8 uur. Cutura: Nederlandse Vereniging voor sexuele hervorming, bijeenkomst, 8 uur; winter sportfilmavond Lissone-Lindeman, 8 uur. Luxor: „Aan", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Hongkong", 14 jaar, 8 uur. Minerva: „Kop pensnellers van de Amazone", 14 jaar, 8.15 uur. Lido; „Call me Madam", alle leeft., 7 en 9.15 uur. City: „Opstand in de Sing-Sing", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Broadway Rhythm", alle leeft., 7 en 9.15 u. Rembrandt: „Ik beken", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Palace: „Heidi", allo leeft., 7 en 9.15 uur. DONDERDAG 5 NOVEMBER Frans Halsmuseum: Volksuniversiteit; dr. P. C. Visser: Indrukken uit de Sovjet-Unie, 8 uur. Rembrandttheater: Haarlemse Kunst gemeenschap; „De bruidegom heeft haast", 9.15 uur. Grote Houtstraat 119: Plaatselijke Raad van de Nationale Vrouwenraad; mevr. C. H. J. H. de Vries—van Ha af ten over: Vicki Baum, litteratuur of lectuur?, 8 uur. Luxor: Aan", 14 jaar, 2, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Hong kong", 14 jaar, 2.30 en 8 uur. Minerva: „Arsenicum en oude kant", 8.15 uur. Lido: „Call me Madam", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. City: „Opstand in de Sing-Sing". 14 jaar, 2.15, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Broadway Rhythm", alle leeft., 2.30, 7 en 9.15 uur. Rem brandt: „Ik beken". 18 jaar, 2. 4.15 en 7 uur. Palace: ..Heidi", alle leeft.. 2 en 4.15 uur. .Een man kwam uit Parijs", 18 jaar, 7 en »J<6 uur. de suiker worden verlaagd van 22.50 tot 19 per 100 kg. De 20 opcenten 4,50) en de heffing van 10 procent ten behoeve van het Landbouw-egalisatieonds zullen ver vallen. Ook op de andere suikersoorten zal een verlaagde accijns worden gelegd. De subsidie op suiker door het Landbouw- egalisatiefonds zal echter vervallen. Ten gevolge van deze maatregelen zal de prijs van suiker met ongeveer 9 cent per kilo gram dalen. Op de aanwezige voorraden zal, nu de regering een amendement van de heer Hof stra (P. v. d. A.) heeft overgenomen, een restitutie van reeds betaalde accijns wor den verleend indien het terug te betalen bedrag tenminste 50 bedraagt. De rege ring wilde dit bedrag aanvankelijk op 100 stellen. De afschaffing van de omzetbelasting op huisbrand heeft betrekking op steen skolen, bruinkolen, briketten, cokes, turf en olie. De heer Gortzak (CPN) deed een ver geefse poging ook petroleum van omzet belasting vrijgesteld te krijgen. De afschaffing van de omzetbelasting op schoeisel heeft betrekking op alle soor ten schoeisel, met uitzondering van luxe schoeisel, dat ender het weeldetarief valt. ADVERTENTIE Maak een einde aan dat gekuch,zuiver Uw lucht wegen van gevaarlijke ziektekiemen met de snelwerkende De locaaldienst SloterdijkSpuistraat in Amsterdam van de N.Z.H. zal met ingang van de winterdienst 1954 worden opgehe ven. Dit vormt dan de eerste faze in de op heffingsprocedure van de tramlijn Amster damZandvoort, waarvan, zoals wij heb ben gemeld, het gedeelte HaarlemZand voort met ingang van de winterdienst 1955 zal verdwijnen en het traject Haar lemAmsterdam op 1 Maart 1956. De directeur van de N.Z.H.de heer J. J. Jurrissen, deelde ons mee, dat de onder handelingen met het Amsterdamse ge meentebestuur thans zeer prettig verlopen. In de vervoersbehoeften van Sloterdijk zal voorlopig door een buslijn van het Amsterdamse gemeentevervoerbedrijf wor den voorzien. In de loop van volgend jaar zal het eerste gedeelte van het in aanbouw zijnde koel huis van Blaauwhoeden-Vriesseveem in gebruik worden gesteld. Het zal het koelhuis „Amerika", dat in de nacht van 10 op 11 September 1948 afbrandde, ver vangen. Men verwacht, dat medio 1955 het gehele gebouw in gebruik zal zijn. Onder grote belangstelling is gistermid dag bij de rechtbank te Rotterdamde zaak behandeld tegen twee journalisten van „Het Rotterdamse Parool", wie ten laste was gelegd, dal'zij in het. genoemde blad van 12 Januari 1952 militaire geheimen hadden gepubliceerd. Onder de koppen Ergens in Rotter damen Luchtwachtdienst bouwt geheime centrale post", verscheen een ar tikel waarin ot]der meer de volgende zin nen voorkwamen: „in het gebouw komt een machinekamer, die voornamelijk zal dienen om ingeval van nood eigen energie op te wekken" en „over het te bestrijken gebied zijn de posten zo verdeeld, dat elk vliegtuig beneden 4000 voet onder alle weersomstandigheden binnen gehoor of gezicht moet zijn". De schrijver van het verslag, de 22- jarige leerling-journalist L. J. E. en de chef-redacteur van „Het Rotterdams Pa rool" de 44-jarige L. W. S. hoorden ten slotte gevangenisstraffen tegen zich eisen van respectievelijk een maand voorwaar delijk en veertien dagen, omdat zij door deze publicatie hun boekje te buiten zou den zijn gegaan. E. was tenlastegelegd, dat hij zich te Rotterdam naar het bureau van de Lucht wachtdienst had begeven om, zonder ertoe gerechtigd te zijn, de beschikking te krij gen over gegevens, waarvan geheimhou ding geboden was. Onder een subsidiair 2 sprak de dagvaarding van militaire gege vens, in een artikel gepubliceerd, grove schuld en subsidiair 3 van de tenlasteleg ging zei, dat E. zonder verlof van bevoegd gezag gegevens over een militair werk openbaar had gemaakt. S. was tenlaste- i gelegd dat hij zich als chef-redacteur niet vergewist had of volledige publicatie van het artikel geoorloofd was zonder zich te overtuigen, dat deskundige militaire auto riteiten tegen de inhoud geen bezwaar hadden. De leerling-journalist vertelde, dat hij na een telefonisch onderhoud met de Lucht machtvoorlichtingsdienst, naar de Lucht wachtdienst was gegaan, waar de adjudant hem de gevraagde inlichtingen verstrekte. Desgevraagd is hij de volgende dag bij het hoofd van deze dienst, kapitein C. R. A. M. V. geweest, die, na enige verbetering te hebbm gegeven, gezegd zou hebben, dat de garnizoenscommandant van Rotterdam, kolonel H. A. J. S., op grond van een or der over het artikel zou moeten beslissen over toestemming tot publicatie. Volgens E. kende de kolonel de order niet er. hij dacht dus toestemming te hebben. De ko lonel verwees hem naar de Luchtmacht voorlichtingsdienst, doch daar was de jour nalist reeds geweest. De kolonel verklaar de, dat het niet op zijn weg ligt toestem ming te geven, omdat daarvoor naar hij meent een voorlichtingsdienst is. De officier vroeg aanhouding van de zaak om door deskundigen te laten uit maken wat geheim of niet geheim is, doch na raadkamer deelde de president mede, dat het verzoek werd afgewezen en er geen termen aanwezig waren om de zaak verder uit te stellen. Verder bleek ter terechtzitting, dat de adjudant krijgstuchtclijk was gestraft, niet omdat hij de gegevens verstrekte, doch omdat hij niet de hiërarchieke weg had bewandeld. „Er bestaat geen censuur in Nederland, het kan misschien legerrecht zijn", antwoordde de raadsman, mr. H. de Bie Jr., op een opmerking van kapitein V., die zei, dat de taak van de voorlichtings dienst was het artikel te controleren. De chef-redacteur S. ontkende schuldig te zijn. Gegevens van alle geschreven ar tikelen verifiëren zou hem onmogelijk zijn. De officier van Justitie merkte op, dat naar zijn persoonlijke mening E. de feiten niet opzettelijk had gepleegd, doch dat hij in een affaire verzeild is geraakt, die hij niet aankon. „E. heeft niet tegen de staat gepubli ceerd", vervolgde de officier, „doch het artikel uit eigen eerzucht doorgedreven." Als verzachtende omstandigheid zag hij „E.'s jeugd en de mensen, die achter hem drukten". Oude koek Voor E. trad mr. H. de Bie Jr. als ver dediger op. S. Wilde refereren aan het oordeeel van de rechtbank. „De officier weet evengoed als ik, dat het allemaal oude koek was, dat in het artikel stond", zo vervolgde pleiter, die meeende, dat het eerste tenlastegelegde nietig moet worden verklaard. Er is niet bewezen, dat E. het oogmerk had geheimen te vergaren, toen hij naar de Luchtwachtdienst ging. Uit horen noemde pleiter een „tendentieuze uitdrukking". Mr. De Bie ging uitvoerig na, dat de gepubliceerde gegevens „her haaldelijk en -veelvuldig gepubliceerd wa ren, toen men propaganda moest maken". In November 1952 beschreef het tijd schrift Bescherming Bevolking „De Vierde Macht" over het lichtaggregaat in derge lijke bunkers. De folder „Het Korps Lucht wachtdienst heeft u nodig", schreef, dat dit korps de taak heeft, te zorgen dat geen enkel vliegtuig zich onopgemerkt boven Nederlands grondgebied kan bewegen. Het blad van Steun Wettig Gezag, „De Vrij heid", schreef in Januari 1952 volgens plei ter „een groot geheim artikel" over de Luchtwachtdienst. Op 26 September 1952 gaf het damesweekblad „Libelle" onder de titel „Vrouwen met sterren" een reportage, waarbij een foto werd afgedrukt, die ka pitein V. te gevaarlijk had gevonden om aan E. te geven. Dezelfde foto stond in het boekje „De Milva, iets voor u", oplage 50.000 stuks. De gehele zaak kwam volgens mr. De Bie aan het rollen door kapitein V., die „om de een of andere reden zijn hoofd was kwijtgeraakt". Ten aanzien van de punten een en twee van de dagvaarding concludeerde hij ten slotte vrijspraak en wat punt drie betreft, meende hij. dat de rechtbank zich onbe voegd moet verklaren. De uitspraak werd bepaald op 17 No vember. Voor ons bestaat er maar één groter genoegen dan reizen en dat is het niet reizen. Ons bezwaar strekt zich niet in de eerste plaats uit tot de wijze van vervoer, want daarin weten wij ons met een beetje goede wil altijd nog wel te schikken. Een aardige bezigheid in de trein is bij voorbeeld het tellen van de koeien in de weide hetgeen volgens een anecdotische waarneming zelfs bij de razendste snelheden kan geschieden, als men eenvoudig het aantal poten be rekent en dat door vier deelt. En in de Amsterdamse tram heeft men trouwens al zijn kracht en aandacht nodig om zich staande te houden. Nee, onze bezwaren tegen het reizen worden voornamelijk veroorzaakt door onze medepassagiers. Om de een of an dere onnaspeurlijke reden zijn dat na melijk altijd mensen met hoeden, die ons irriteren. Of met gesprekken, die als een waggelende tol voortdurend rond het punt van uitgang blijven cirkelen en tenslotte nergens op uitdraaien. Het gekke daarbij is, hoe moeilijk men over niets ooit uitgesproken raakt en hoe dikwijls men precies dezelfde woorden in steeds dezelfde volgorde kan gebrui ken, zonder dat het iemand opvalt of schijnt te hinderen. En tot overmaat van ramp zijn er op de spitsuren in openbare vervoermiddelen altijd keu rige kantoormeneren van middelbare leeftijd, steevast bezig zich met onbe nulligheden uit te sloven om de atten ties te veroveren van jongedames, die het zich nu geamuseerd laten aanleu nen, maar die later de echtgenoten van net zulke in de plooi gestreken grap jassen van een volgende generatie zul len worden. Blijkbaar was dat in de dagen van onze brave Hildebrand precies eender, want hij schreef al meer dan honderd jaar geleden in zijn „Camera Obscura" over de trekschuit: „De hier vertelde grappen zijn volkomen onverdragelijk. En dan dat afgrijselijk dikwijls herhaald gevraag: Hoe ver zijn we al schippertje? en het eeuwige: Dat betalen moest je afschaffen!" Maar uit de vooruitgewor pen schaduw van zijn toekomstige loop baan roept hij ons tevens uit het grijze verleden toe: „Veroordeel de passagiers niet te lichtvaardig, zo zij tot zulk een laagte van geest afdalen. Neem zelf een plaats in het roefje en gij zult zien dat gij onwillekeurig even diep kunt zin ken. Men heeft dan behoefte om te zeuren en te talmen over nietigheden". Nu wilde het toeval, dat wij d'ezer dagen versterkt werden in ons vermoe den, dat niet alle employés van het Ge meentelijk Vervoerbedrijf van Amster dam zo goed thuis zijn als wij in de meesterwerken der vaderlandse letter kunde. Strikt genomen is dat ook niet noodzakelijk, maar het zou toch wel nuttig zijn om voor aankomende con ducteurs (wagenvoerders hebben het niet nodig, zolang het verboden blijft tot hen het woord te richten) een be knopte cursus in cultuurgeschiedenis te geven, want dat komt altijd van pas bij het systematisch onthouden der straat namen. Wij maakten namelijk een incident mee, dat zich afspeelde bij de halte van buslijn E vlak bij de gevangenis aan de Amstelveenseweg, waaruit bleek dat de zich daar met toezicht onledig houdende chef in ieder geval de les van Hilde brand niet ter harte had genomen. Mis schien was het trouwens helemaal geen chef. Maar wij noemen nu eenmaal iedere functionaris met een uniformpet zo. Men moet zijn medemensen nooit te laag aanslaan. Hoe dat ook zij, deze chef veroordeelde zijn passagiers wel bijzon der lichtvaardig en nog niet eens omdat zij tot een bepaalde laagte van geest zouden zijn afgedaald, maar omdat zij door een gemeentelijk plantsoentje had den gelopen in hun haast om de bus te halen Toen wij daar arriveerden om ons met een wagen van een concurrerend bedrijf naar Bovenkerk, een plaatsje in de nevelen rond Amsterdam, te begeven was de ruzie al in volle gang. Volgens de verloofden (want dat waren de over treders) zou de chef gezegd hebben: „Ze hadden jullie moeten doodrijden!" Maar zelf beweerde hij te hebben uit geroepen: „Ze hadden jullie kunnen doodrijden!" Over dit misverstand ont stond een levendig debat. En zo als Am sterdammers zijn, als het om een num mertje bekvechten gaat: er was in een minimum van tijd een grote kring van omstanders, die het zonder uitzondering voor de partij in burger opnamen en zich in diverse graden van verbittering keerden tegen het gezag. Sommigen lie ten er zelfs de bus voor lopen. Die verloofden waren om zo te zien wel aardige mensen. Hij zag er uit om vredig op visite te gaan en zij droeg 'houtjes-touwtjes-jas. Niettemin gaf hij zijn mening over het karakter van de chef kort en bondig te kennen met het woord: schoft. Daarop ontspon zich de volgende dialoog, die wij in enigszins gekuiste vorm weergeven: „Als u dat woord niet terugneemt, komt u de bus niet in!" „Ik neem niks terug. En jij kan mij niets verbieden." „Dat kan ik wel. Bovendien hebt u niet het recht om jij tegen mij te zeggen. Ik ben u voor u." „Je hebt met die hele zaak niks te maken. Als wij door een plantsoentje willen lopen, dan kan alleen de pliesie ons dat verbieden. Haal de pliesie maar. Loopt jouw vrouw nooit door een plant soentje?" „Als mijn vrouw door een plantsoen tje zou lopen, dat net door werklieden van de gemeente is aangeharkt, dan zou ik haar een flink pak op haar donder geven." „Zie je wel dat je een schoft bent, vrouwebeul! Je zei ook, dat ze ons dood moesten rijden." „Dat heb ik niet gezegd. U komt de bus niet in, u gaat maar lopen." De chef had inmiddels met horizontaal gestrek te armen op de treeplank plaats geno men. „Machtswellusteling. Ze hadden jou bewaker van een concentratiekamp moeten maken." Op dit punt mengde zich een corpu lente heer in de conversatie: „Op welke grond verbiedt u eigenlijk deze mensen mee te rijden? Hebt u daar de bevoegd heid toe?" „Die heb ik. Het staat in het regle ment. Waarom vraagt u dat?" „Omdat ik als burger wil weten waar ik aan toe ben. Hier heerst volkomen willekeur. U hebt waarschijnlijk slecht gegeten." „Natuurlijk heeftie slecht gegeten, ais hij zijn vrouw slaat, zal zij zich niet uitsloven om lekker voor hem te kokén. „Toe Jan, schei er nou mee uit. Laten we ons in het stof werpen en meneer op onze knieën smeken of we alsjeblieft mee mogen." Het was het meisje dat dit zei. Maar het maakte geen indruk. De chef gaf de chauffeur het sein tot ver trekken en de verloofden konden op de volgende bus wachten. En wij zijn maar een biertje gaan drinken in een belendend café om onze ervaringen te overpeinzen. Dat kostte daar veertig cent zonder inclusief. Het smaakte wat bitter. Nog tot Bovenkerk hebben we erover zitten nadenken.Maar ja, dit zijn van die conflicten, die ook de Veiligheidsraad niet kan oplossen. Er zijn trouwens wel meer mensen in de wereld, die de bus hebben gemist omdat ze door een plantsoen-je hebben gelopen. Zelfs al was er geen chef m de buurt. BOEDA. Parijs, November - - In het Musée de l'Orangerie worden op het ogenblik zestig schilderijen van het museum van de Bra ziliaanse stad Sao-Paulo tentoongesteld. Het eerstgenoemde museum staat op de hoek van de Place de la Concorde, aan de kant van de Seine; het is de pendant van het Musée du Jeu de Paume, waar sinds 1947 schilderijen van de expressionistische school vertoond worden, en dat aan de kant van de Rue de Rivoli ligt. Wat het Braziliaanse museum betreft, dat heeft een merkwaardige korte, zelfs een merkwaardig-korte geschiedenis. Ze ven jaar geleden is men begonnen het te bouwen, op initiatief van Assis Chateau briand, een schatrijke Braziliaanse senator, pers-, radio- en televisiemagnaat, die zich in het belang van het zaken doen jaar in jaar uit over Europa en de beide Amerika's rept in een privé-vliegtuig, dat hem als werkkamer dient. Toen er nog maar één verdieping klaar was, werd het museum al in gebruik genomen: de Franse kunst historicus Germain Bazin, die er in die tijd een lezing heeft gehouden, vertelt dat hij er over een laddertje in het midden van de betonconstructie naar toe moest klimmen. In 1950 is het gebouw voltooid: een wolkenkrabber waarin behalve het museum ook een kunstacademie met vijf tienhonderd leerlingen en een balletschool is ondergebracht. Als er een nieuwe aan winst van een meester is binnengekomen, worden er in de museumruimte feestelijke bijeenkomsten gehouden: P.-M. Bardi, de directeur van het museum, zegt dat de uit breiding zo snel gaat, vooral dank zij gif ten, dat iedere twee weken de verplaats bare panelen verzet worden om de ver zameling zo overzichtelijk mogelijk te houden. Het is dan ook een benijdenswaardige collectie, die men in deze enkele jaren heeft opgebouwd. Onder de zestig schilderijen die in Parijs hangen, zijn een Manteena, een Titiaan, twee Goya's, een Rembrandt, twee Halsen, een Gainsborough, en vooral ook veel Fransen:- Poussin. Fragonard, De- lacaroix, Cézanne, Renoir en anderen. De tentoonstellingsruimte is beperkt en de be langstelling groot: het is werkelijk druk in de Orangerie. Sommige van de kleinere schilderijen kan men daardoor haast niet te zien krijgen, tenzij na ingespannen drin gen en dan nog afgeleid doordat de par fums van twee naburige bezoeksters met elkaar vloeken: maar verder is de drukte wel orettig. er ontwikkelen zich geen per soonlijke verhoudingen tot de andere be zoekers, en men botst niet bij een enkele stap achteruit tegen een stroef meisje met een catalogus, dat zojuist de stille ruimte is komen binnensluipen. Het is overigens mijn werk niet om een verantwoord over zicht te geven van het vertoonde; alleen moet vermeld worden dat er van Frans Hals portretten zijn van Andries van der Horn en van diens vrouw Maria Pieters dochter Olycan (uit 1638-'3-9). dat de Rem brandt een vroeg zelfportret is, uit 1634 of '35 en dat er drie Van Gogh's ziin, waar onder Le Collégien. een portret van Camille Roulin, het zoontje van de postbode van AHes. Twee willekeurige herinneringen: Goya's portret ten voeten uit van Don Luis Maria de Borbon y Vallabriga, gezegd de kardi naal-infante, een bleke man met een lange dikke neus en een armzalige achterdochtige gelaatsuitdrukking, en Manet's portret van de leeuwenjager Pertuiset: een boom waar een enorme leeuw tegen aan ligt, in dé achtergrond een wit-gevlokte hemel waar hier en daar nog een stuk bos in zweeft, en op de voorgrond de leeuwen jager zelf, over ons heen ziend met een aplomp dat, des te meer door het effect van ziin hang snor, niet ernstig te nemen is. Het schil derij dat min of meer officieel als het cen trale stuk van de tentoonstelling beschouwd wordt is de Poussin: Hommage a Bacchus, in Rome geschilderd, vandaar via Engeland en New York in Sao-Paulo gekomen, en nu voor het eerst in Frankrijk vertoond. De tentoonstelling is in haar geheel een soort Hommage a la France. In de woor den van P.-M. Bardi: .het is de enige natie die ons helpt, en zij heeft het meeste begrip voor de behoeften van onze verre republieken." Zoiets vergoedt de vergissing van de Nobelprijs-commissie, die Albert Schweitzer voor een Duitser heeft uitge maakt. ADVERTENTIE Twee tot nu toe onbekende mannen, van wie er één was gewapend met een revol ver, hebben gisteravond tussen 8 en 9 uur getracht een roofoverval te plegen op de kassier van de Boerenleenbank te Nieuwe- hage bij Heerlen. De overval is dank zij het kordate optreden van de kassier, de heer P. J. Z. mislukt. De mannen drongen het in de woning van de kassier aan de Hoogstraat te Nieu- wehage gelegen kantoor van de bank bin nen en wilden de heer Z. dwingen het zich in de kas bevindende geld af te geven. In plaats van hieraan te voldoen, begon de kassier met zijn belagers een robbertje te vechten, terwijl hij om hulp riep. Hierdoor werd de moede- van de kassier gealar meerd. Ook zij begon om hulp te schreeu wen. De indringers achtten het toen gera den zonder buit het hazenpad te kiezen. De politie stelt een onderzoek in.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1953 | | pagina 5