Geen conflict over de
belastingvoorstellen
Het Hek van de
'sanadgeh
Agenda voor
Haarlem
BUISMAN
Leerling-journalist en zijn chef
voor Rotterdamse rechtbank
Franse Paragraaf
Prof. Romme wilde niet in het
massa-graf voor onaanvaardbare
amendementen" stappen
Verouderde koest.
Sloterdijker verdwijnt
het volgend jaar
Bunker van luchtwachtdienst
al te nauwkeurig beschreven
WOENSDAG 4 NOVEMBER 1953
3
TWEEDE KAMER
Vermoeid en
prikkelbaar?
De opheffing van de tram
Amsterdam-Zandvoort
Laagte van geest
7>tH»
Hoogte van zaken
Meesters uit Brazilië
Roofoverval mislukte
door verzet van kassier
99
Het is Dinsdag niet tot een diepgaand
verschil van mening tussen de Tweede
Kamer en de regering gekomen. Al spoedig
was de room van de melk af; prof. Romme
verklaarde namelijk, dat hij niet van plan
was „af te stappen in het massagraf", dat
de regering gedolven had voor onaanvaard
bare amendementen.
Namens de regering had minister Van de
Kieft de Kamer tevoren nog eens meege
deeld, dat voorstellen tot andere belasting
verlagingen dan van regeringswijze waren
voorgesteld, onaanvaardbaar zouden zijn.
De minister-president was toen ook nog
in de vergadering verschenen, voor het
geval er nog ernstige moeilijkheden moch
ten rijzen. Maar, zoals reeds .is gezegd, hier
van is geen sprake geweest, doordat prof.
Romme liever de huidige regeringsvoor
stellen aanvaardde, dan deze tengevolge
van een onaannemelijk verklaard amende
ment te zien mislukken.
Met denkbeeld inzake een gedeeltelijke
vrijstelling van de investeringsbelasting
was volgens minister Van de Kieft ook
onjuist, omdat een groot deel van het be
drag, waarvoor de vrijstelling zou dienen
te gelden, in sterke mate zou afvloeien
naar ondernemers, die het niet nodig heb
ben en niet, zoals prof. Romme had be
toogd, aan de kleine middenstanders ten
gc-ed zou komen.
Een door de heer Van de Wetering (CH)
aanbevolen amendement om weduwen, die
korter dan vijf jaar getrouwd geweest zijn
en geen twee kinderen hebben, uit de
,.strafklasse" der ongehuwden naar de
groep van de gehuwden over te hevelen,
noemde staatssecretaris Van den Berge in
strijd met de opzet van de wet, waarna de
Kamer het met 44 tegen 35 stemmen af
wees. (Met de P. v. d. A. en de WD stem
den vier leden van de KVP tegen).
Bij het wetsontwerp inzake fiscale voor
zieningen in het belang van de werkge
legenheid op langere termijn richtte de
heer Hof s tra (P. v. d. A.) zich met een
amendement tegen de voorgestelde af
schaffing van de speculatiewinstbelasting.
Hij kreeg echter weinig bijval. Achtereen
volgens immers gaven de heren Lucas
(KVP), Van Leeuwen (WD), Van
de Heuvel (A.R.) en de staatssecretaris
te kennen, dat het amendement geen zin
had, aangezien die belasting gemakkelijk
ontdoken kan worden. Zij zou ddn heel
weinig opbrengen en het financieel verkeer
maar belemmeren.
Eén amenderingspoging lijkt een goede
kans op slagen te hebben, namelijk die van
de heer Lucas, die een regeling wil, waar
door het verlies in een bepaald jaar te com
penseren zou zijn met winst van het jaar
te voren. De heren Van Leeuwen en Van de
Wetering gingen hiermee accoord. Ook de
heer Hofstra (P. v. d. A.) achtte het amen
dement in beginsel wel juist. Staatssecre
taris Van den Berge had wel bezwaren en
sprak van het scheppen van een gevaarlijk
automatisme. Hij liet echter de beslissing
aan de Kamer over. Daarentegen ontried
hij de aanneming van een amendement-
Van de Wetering inzake de vennootschaps
belasting.
De Kamer verwierp de communistische
motie om de loonsverhoging van 5 procent
te vervangen door een van 6 procent met
65 tegen 4 stemmen.
Suiker en schoeisel
Hoewel de eindstemming over alle wets
ontwerpen met betrekking tot de compen
satie van de huurverhoging pas na de arti-
kelsgewijze behandeling zal worden ge
houden behoeft er niet aan te worden ge
twijfeld, dat de voorstellen tot verlaging
van de suikeraccijns en tot afschaffing van
de omzetbelasting op schoeisel en huisbrand
de eindstreep glansrijk zullen halen.
Wat de suikeraccijns betreft zal de
hoofdsom van de accijns voor geraffineer-
ADVERTENTIE
Overwerkt - of overspannen.
Uw zenuwen zijn uitgeput -
Uw weefsels verzwakt. Er is
maar één doeltreffende re
medie Kracht toevoeren met
Sanatogenl Doe iets voor Uw
gezondheid. Begin nü met
Het Zenuwtonicum
WOENSDAG 4 NOVEMBER
Frans Halsmuseum: Volksuniversiteit; An
ton Coolen, lezing uit eigen werk, 8 uur.
Cutura: Nederlandse Vereniging voor sexuele
hervorming, bijeenkomst, 8 uur; winter
sportfilmavond Lissone-Lindeman, 8 uur.
Luxor: „Aan", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Roxy:
„Hongkong", 14 jaar, 8 uur. Minerva: „Kop
pensnellers van de Amazone", 14 jaar, 8.15
uur. Lido; „Call me Madam", alle leeft., 7
en 9.15 uur. City: „Opstand in de Sing-Sing",
14 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Broadway
Rhythm", alle leeft., 7 en 9.15 u. Rembrandt:
„Ik beken", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Palace:
„Heidi", allo leeft., 7 en 9.15 uur.
DONDERDAG 5 NOVEMBER
Frans Halsmuseum: Volksuniversiteit; dr.
P. C. Visser: Indrukken uit de Sovjet-Unie,
8 uur. Rembrandttheater: Haarlemse Kunst
gemeenschap; „De bruidegom heeft haast",
9.15 uur. Grote Houtstraat 119: Plaatselijke
Raad van de Nationale Vrouwenraad; mevr.
C. H. J. H. de Vries—van Ha af ten over: Vicki
Baum, litteratuur of lectuur?, 8 uur. Luxor:
Aan", 14 jaar, 2, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Hong
kong", 14 jaar, 2.30 en 8 uur. Minerva:
„Arsenicum en oude kant", 8.15 uur. Lido:
„Call me Madam", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15
uur. City: „Opstand in de Sing-Sing". 14 jaar,
2.15, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Broadway
Rhythm", alle leeft., 2.30, 7 en 9.15 uur. Rem
brandt: „Ik beken". 18 jaar, 2. 4.15 en 7 uur.
Palace: ..Heidi", alle leeft.. 2 en 4.15 uur.
.Een man kwam uit Parijs", 18 jaar, 7 en
»J<6 uur.
de suiker worden verlaagd van 22.50 tot
19 per 100 kg. De 20 opcenten 4,50) en
de heffing van 10 procent ten behoeve van
het Landbouw-egalisatieonds zullen ver
vallen. Ook op de andere suikersoorten zal
een verlaagde accijns worden gelegd. De
subsidie op suiker door het Landbouw-
egalisatiefonds zal echter vervallen. Ten
gevolge van deze maatregelen zal de prijs
van suiker met ongeveer 9 cent per kilo
gram dalen.
Op de aanwezige voorraden zal, nu de
regering een amendement van de heer Hof
stra (P. v. d. A.) heeft overgenomen, een
restitutie van reeds betaalde accijns wor
den verleend indien het terug te betalen
bedrag tenminste 50 bedraagt. De rege
ring wilde dit bedrag aanvankelijk op 100
stellen.
De afschaffing van de omzetbelasting
op huisbrand heeft betrekking op steen
skolen, bruinkolen, briketten, cokes, turf en
olie. De heer Gortzak (CPN) deed een ver
geefse poging ook petroleum van omzet
belasting vrijgesteld te krijgen.
De afschaffing van de omzetbelasting
op schoeisel heeft betrekking op alle soor
ten schoeisel, met uitzondering van luxe
schoeisel, dat ender het weeldetarief valt.
ADVERTENTIE
Maak een einde aan dat
gekuch,zuiver Uw lucht
wegen van gevaarlijke
ziektekiemen met de
snelwerkende
De locaaldienst SloterdijkSpuistraat in
Amsterdam van de N.Z.H. zal met ingang
van de winterdienst 1954 worden opgehe
ven.
Dit vormt dan de eerste faze in de op
heffingsprocedure van de tramlijn Amster
damZandvoort, waarvan, zoals wij heb
ben gemeld, het gedeelte HaarlemZand
voort met ingang van de winterdienst
1955 zal verdwijnen en het traject Haar
lemAmsterdam op 1 Maart 1956.
De directeur van de N.Z.H.de heer J.
J. Jurrissen, deelde ons mee, dat de onder
handelingen met het Amsterdamse ge
meentebestuur thans zeer prettig verlopen.
In de vervoersbehoeften van Sloterdijk
zal voorlopig door een buslijn van het
Amsterdamse gemeentevervoerbedrijf wor
den voorzien.
In de loop van volgend jaar zal het eerste gedeelte van het in aanbouw zijnde koel huis van Blaauwhoeden-Vriesseveem in
gebruik worden gesteld. Het zal het koelhuis „Amerika", dat in de nacht van 10 op 11 September 1948 afbrandde, ver
vangen. Men verwacht, dat medio 1955 het gehele gebouw in gebruik zal zijn.
Onder grote belangstelling is gistermid
dag bij de rechtbank te Rotterdamde zaak
behandeld tegen twee journalisten van
„Het Rotterdamse Parool", wie ten laste
was gelegd, dal'zij in het. genoemde blad
van 12 Januari 1952 militaire geheimen
hadden gepubliceerd.
Onder de koppen Ergens in Rotter
damen Luchtwachtdienst bouwt
geheime centrale post", verscheen een ar
tikel waarin ot]der meer de volgende zin
nen voorkwamen: „in het gebouw komt
een machinekamer, die voornamelijk zal
dienen om ingeval van nood eigen energie
op te wekken" en „over het te bestrijken
gebied zijn de posten zo verdeeld, dat elk
vliegtuig beneden 4000 voet onder alle
weersomstandigheden binnen gehoor of
gezicht moet zijn".
De schrijver van het verslag, de 22-
jarige leerling-journalist L. J. E. en de
chef-redacteur van „Het Rotterdams Pa
rool" de 44-jarige L. W. S. hoorden ten
slotte gevangenisstraffen tegen zich eisen
van respectievelijk een maand voorwaar
delijk en veertien dagen, omdat zij door
deze publicatie hun boekje te buiten zou
den zijn gegaan.
E. was tenlastegelegd, dat hij zich te
Rotterdam naar het bureau van de Lucht
wachtdienst had begeven om, zonder ertoe
gerechtigd te zijn, de beschikking te krij
gen over gegevens, waarvan geheimhou
ding geboden was. Onder een subsidiair 2
sprak de dagvaarding van militaire gege
vens, in een artikel gepubliceerd, grove
schuld en subsidiair 3 van de tenlasteleg
ging zei, dat E. zonder verlof van bevoegd
gezag gegevens over een militair werk
openbaar had gemaakt. S. was tenlaste-
i gelegd dat hij zich als chef-redacteur niet
vergewist had of volledige publicatie van
het artikel geoorloofd was zonder zich te
overtuigen, dat deskundige militaire auto
riteiten tegen de inhoud geen bezwaar
hadden.
De leerling-journalist vertelde, dat hij na
een telefonisch onderhoud met de Lucht
machtvoorlichtingsdienst, naar de Lucht
wachtdienst was gegaan, waar de adjudant
hem de gevraagde inlichtingen verstrekte.
Desgevraagd is hij de volgende dag bij het
hoofd van deze dienst, kapitein C. R. A.
M. V. geweest, die, na enige verbetering te
hebbm gegeven, gezegd zou hebben, dat de
garnizoenscommandant van Rotterdam,
kolonel H. A. J. S., op grond van een or
der over het artikel zou moeten beslissen
over toestemming tot publicatie. Volgens
E. kende de kolonel de order niet er. hij
dacht dus toestemming te hebben. De ko
lonel verwees hem naar de Luchtmacht
voorlichtingsdienst, doch daar was de jour
nalist reeds geweest. De kolonel verklaar
de, dat het niet op zijn weg ligt toestem
ming te geven, omdat daarvoor naar hij
meent een voorlichtingsdienst is.
De officier vroeg aanhouding van de
zaak om door deskundigen te laten uit
maken wat geheim of niet geheim is, doch
na raadkamer deelde de president mede,
dat het verzoek werd afgewezen en er geen
termen aanwezig waren om de zaak verder
uit te stellen.
Verder bleek ter terechtzitting, dat de
adjudant krijgstuchtclijk was gestraft, niet
omdat hij de gegevens verstrekte, doch
omdat hij niet de hiërarchieke weg had
bewandeld. „Er bestaat geen censuur in
Nederland, het kan misschien legerrecht
zijn", antwoordde de raadsman, mr. H. de
Bie Jr., op een opmerking van kapitein V.,
die zei, dat de taak van de voorlichtings
dienst was het artikel te controleren.
De chef-redacteur S. ontkende schuldig
te zijn. Gegevens van alle geschreven ar
tikelen verifiëren zou hem onmogelijk zijn.
De officier van Justitie merkte op, dat
naar zijn persoonlijke mening E. de feiten
niet opzettelijk had gepleegd, doch dat hij
in een affaire verzeild is geraakt, die hij
niet aankon.
„E. heeft niet tegen de staat gepubli
ceerd", vervolgde de officier, „doch het
artikel uit eigen eerzucht doorgedreven."
Als verzachtende omstandigheid zag hij
„E.'s jeugd en de mensen, die achter hem
drukten".
Oude koek
Voor E. trad mr. H. de Bie Jr. als ver
dediger op. S. Wilde refereren aan het
oordeeel van de rechtbank. „De officier
weet evengoed als ik, dat het allemaal
oude koek was, dat in het artikel stond",
zo vervolgde pleiter, die meeende, dat het
eerste tenlastegelegde nietig moet worden
verklaard. Er is niet bewezen, dat E. het
oogmerk had geheimen te vergaren, toen
hij naar de Luchtwachtdienst ging. Uit
horen noemde pleiter een „tendentieuze
uitdrukking". Mr. De Bie ging uitvoerig
na, dat de gepubliceerde gegevens „her
haaldelijk en -veelvuldig gepubliceerd wa
ren, toen men propaganda moest maken".
In November 1952 beschreef het tijd
schrift Bescherming Bevolking „De Vierde
Macht" over het lichtaggregaat in derge
lijke bunkers. De folder „Het Korps Lucht
wachtdienst heeft u nodig", schreef, dat
dit korps de taak heeft, te zorgen dat geen
enkel vliegtuig zich onopgemerkt boven
Nederlands grondgebied kan bewegen. Het
blad van Steun Wettig Gezag, „De Vrij
heid", schreef in Januari 1952 volgens plei
ter „een groot geheim artikel" over de
Luchtwachtdienst. Op 26 September 1952
gaf het damesweekblad „Libelle" onder de
titel „Vrouwen met sterren" een reportage,
waarbij een foto werd afgedrukt, die ka
pitein V. te gevaarlijk had gevonden om
aan E. te geven. Dezelfde foto stond in
het boekje „De Milva, iets voor u", oplage
50.000 stuks.
De gehele zaak kwam volgens mr. De
Bie aan het rollen door kapitein V., die
„om de een of andere reden zijn hoofd was
kwijtgeraakt".
Ten aanzien van de punten een en twee
van de dagvaarding concludeerde hij ten
slotte vrijspraak en wat punt drie betreft,
meende hij. dat de rechtbank zich onbe
voegd moet verklaren.
De uitspraak werd bepaald op 17 No
vember.
Voor ons bestaat er maar één groter
genoegen dan reizen en dat is het niet
reizen. Ons bezwaar strekt zich niet in
de eerste plaats uit tot de wijze van
vervoer, want daarin weten wij ons
met een beetje goede wil altijd nog wel
te schikken. Een aardige bezigheid in de
trein is bij voorbeeld het tellen van de
koeien in de weide hetgeen volgens een
anecdotische waarneming zelfs bij de
razendste snelheden kan geschieden, als
men eenvoudig het aantal poten be
rekent en dat door vier deelt. En in de
Amsterdamse tram heeft men trouwens
al zijn kracht en aandacht nodig om zich
staande te houden.
Nee, onze bezwaren tegen het reizen
worden voornamelijk veroorzaakt door
onze medepassagiers. Om de een of an
dere onnaspeurlijke reden zijn dat na
melijk altijd mensen met hoeden, die
ons irriteren. Of met gesprekken, die als
een waggelende tol voortdurend rond
het punt van uitgang blijven cirkelen en
tenslotte nergens op uitdraaien. Het
gekke daarbij is, hoe moeilijk men over
niets ooit uitgesproken raakt en hoe
dikwijls men precies dezelfde woorden
in steeds dezelfde volgorde kan gebrui
ken, zonder dat het iemand opvalt of
schijnt te hinderen. En tot overmaat
van ramp zijn er op de spitsuren in
openbare vervoermiddelen altijd keu
rige kantoormeneren van middelbare
leeftijd, steevast bezig zich met onbe
nulligheden uit te sloven om de atten
ties te veroveren van jongedames, die
het zich nu geamuseerd laten aanleu
nen, maar die later de echtgenoten van
net zulke in de plooi gestreken grap
jassen van een volgende generatie zul
len worden.
Blijkbaar was dat in de dagen van
onze brave Hildebrand precies eender,
want hij schreef al meer dan honderd
jaar geleden in zijn „Camera Obscura"
over de trekschuit: „De hier vertelde
grappen zijn volkomen onverdragelijk.
En dan dat afgrijselijk dikwijls herhaald
gevraag: Hoe ver zijn we al schippertje?
en het eeuwige: Dat betalen moest je
afschaffen!" Maar uit de vooruitgewor
pen schaduw van zijn toekomstige loop
baan roept hij ons tevens uit het grijze
verleden toe: „Veroordeel de passagiers
niet te lichtvaardig, zo zij tot zulk een
laagte van geest afdalen. Neem zelf een
plaats in het roefje en gij zult zien dat
gij onwillekeurig even diep kunt zin
ken. Men heeft dan behoefte om te
zeuren en te talmen over nietigheden".
Nu wilde het toeval, dat wij d'ezer
dagen versterkt werden in ons vermoe
den, dat niet alle employés van het Ge
meentelijk Vervoerbedrijf van Amster
dam zo goed thuis zijn als wij in de
meesterwerken der vaderlandse letter
kunde. Strikt genomen is dat ook niet
noodzakelijk, maar het zou toch wel
nuttig zijn om voor aankomende con
ducteurs (wagenvoerders hebben het
niet nodig, zolang het verboden blijft
tot hen het woord te richten) een be
knopte cursus in cultuurgeschiedenis te
geven, want dat komt altijd van pas bij
het systematisch onthouden der straat
namen.
Wij maakten namelijk een incident
mee, dat zich afspeelde bij de halte van
buslijn E vlak bij de gevangenis aan de
Amstelveenseweg, waaruit bleek dat de
zich daar met toezicht onledig houdende
chef in ieder geval de les van Hilde
brand niet ter harte had genomen. Mis
schien was het trouwens helemaal geen
chef. Maar wij noemen nu eenmaal
iedere functionaris met een uniformpet
zo. Men moet zijn medemensen nooit te
laag aanslaan. Hoe dat ook zij, deze chef
veroordeelde zijn passagiers wel bijzon
der lichtvaardig en nog niet eens omdat
zij tot een bepaalde laagte van geest
zouden zijn afgedaald, maar omdat zij
door een gemeentelijk plantsoentje had
den gelopen in hun haast om de bus te
halen
Toen wij daar arriveerden om ons
met een wagen van een concurrerend
bedrijf naar Bovenkerk, een plaatsje in
de nevelen rond Amsterdam, te begeven
was de ruzie al in volle gang. Volgens
de verloofden (want dat waren de over
treders) zou de chef gezegd hebben:
„Ze hadden jullie moeten doodrijden!"
Maar zelf beweerde hij te hebben uit
geroepen: „Ze hadden jullie kunnen
doodrijden!" Over dit misverstand ont
stond een levendig debat. En zo als Am
sterdammers zijn, als het om een num
mertje bekvechten gaat: er was in een
minimum van tijd een grote kring van
omstanders, die het zonder uitzondering
voor de partij in burger opnamen en
zich in diverse graden van verbittering
keerden tegen het gezag. Sommigen lie
ten er zelfs de bus voor lopen.
Die verloofden waren om zo te zien
wel aardige mensen. Hij zag er uit om
vredig op visite te gaan en zij droeg
'houtjes-touwtjes-jas. Niettemin gaf
hij zijn mening over het karakter van
de chef kort en bondig te kennen met
het woord: schoft. Daarop ontspon zich
de volgende dialoog, die wij in enigszins
gekuiste vorm weergeven:
„Als u dat woord niet terugneemt,
komt u de bus niet in!"
„Ik neem niks terug. En jij kan mij
niets verbieden."
„Dat kan ik wel. Bovendien hebt u
niet het recht om jij tegen mij te zeggen.
Ik ben u voor u."
„Je hebt met die hele zaak niks te
maken. Als wij door een plantsoentje
willen lopen, dan kan alleen de pliesie
ons dat verbieden. Haal de pliesie maar.
Loopt jouw vrouw nooit door een plant
soentje?"
„Als mijn vrouw door een plantsoen
tje zou lopen, dat net door werklieden
van de gemeente is aangeharkt, dan zou
ik haar een flink pak op haar donder
geven."
„Zie je wel dat je een schoft bent,
vrouwebeul! Je zei ook, dat ze ons dood
moesten rijden."
„Dat heb ik niet gezegd. U komt de
bus niet in, u gaat maar lopen." De chef
had inmiddels met horizontaal gestrek
te armen op de treeplank plaats geno
men.
„Machtswellusteling. Ze hadden jou
bewaker van een concentratiekamp
moeten maken."
Op dit punt mengde zich een corpu
lente heer in de conversatie: „Op welke
grond verbiedt u eigenlijk deze mensen
mee te rijden? Hebt u daar de bevoegd
heid toe?"
„Die heb ik. Het staat in het regle
ment. Waarom vraagt u dat?"
„Omdat ik als burger wil weten waar
ik aan toe ben. Hier heerst volkomen
willekeur. U hebt waarschijnlijk slecht
gegeten."
„Natuurlijk heeftie slecht gegeten, ais
hij zijn vrouw slaat, zal zij zich niet
uitsloven om lekker voor hem te
kokén.
„Toe Jan, schei er nou mee uit. Laten
we ons in het stof werpen en meneer
op onze knieën smeken of we alsjeblieft
mee mogen." Het was het meisje dat dit
zei. Maar het maakte geen indruk. De
chef gaf de chauffeur het sein tot ver
trekken en de verloofden konden op de
volgende bus wachten.
En wij zijn maar een biertje gaan
drinken in een belendend café om onze
ervaringen te overpeinzen. Dat kostte
daar veertig cent zonder inclusief. Het
smaakte wat bitter. Nog tot Bovenkerk
hebben we erover zitten nadenken.Maar
ja, dit zijn van die conflicten, die ook
de Veiligheidsraad niet kan oplossen.
Er zijn trouwens wel meer mensen in
de wereld, die de bus hebben gemist
omdat ze door een plantsoen-je hebben
gelopen. Zelfs al was er geen chef m
de buurt.
BOEDA.
Parijs, November - - In het Musée de
l'Orangerie worden op het ogenblik zestig
schilderijen van het museum van de Bra
ziliaanse stad Sao-Paulo tentoongesteld.
Het eerstgenoemde museum staat op de
hoek van de Place de la Concorde, aan de
kant van de Seine; het is de pendant van
het Musée du Jeu de Paume, waar sinds
1947 schilderijen van de expressionistische
school vertoond worden, en dat aan de
kant van de Rue de Rivoli ligt.
Wat het Braziliaanse museum betreft,
dat heeft een merkwaardige korte, zelfs
een merkwaardig-korte geschiedenis. Ze
ven jaar geleden is men begonnen het te
bouwen, op initiatief van Assis Chateau
briand, een schatrijke Braziliaanse senator,
pers-, radio- en televisiemagnaat, die zich
in het belang van het zaken doen jaar in
jaar uit over Europa en de beide Amerika's
rept in een privé-vliegtuig, dat hem als
werkkamer dient. Toen er nog maar één
verdieping klaar was, werd het museum
al in gebruik genomen: de Franse kunst
historicus Germain Bazin, die er in die
tijd een lezing heeft gehouden, vertelt dat
hij er over een laddertje in het midden
van de betonconstructie naar toe moest
klimmen. In 1950 is het gebouw voltooid:
een wolkenkrabber waarin behalve het
museum ook een kunstacademie met vijf
tienhonderd leerlingen en een balletschool
is ondergebracht. Als er een nieuwe aan
winst van een meester is binnengekomen,
worden er in de museumruimte feestelijke
bijeenkomsten gehouden: P.-M. Bardi, de
directeur van het museum, zegt dat de uit
breiding zo snel gaat, vooral dank zij gif
ten, dat iedere twee weken de verplaats
bare panelen verzet worden om de ver
zameling zo overzichtelijk mogelijk te
houden.
Het is dan ook een benijdenswaardige
collectie, die men in deze enkele jaren heeft
opgebouwd. Onder de zestig schilderijen
die in Parijs hangen, zijn een Manteena,
een Titiaan, twee Goya's, een Rembrandt,
twee Halsen, een Gainsborough, en vooral
ook veel Fransen:- Poussin. Fragonard, De-
lacaroix, Cézanne, Renoir en anderen. De
tentoonstellingsruimte is beperkt en de be
langstelling groot: het is werkelijk druk
in de Orangerie. Sommige van de kleinere
schilderijen kan men daardoor haast niet te
zien krijgen, tenzij na ingespannen drin
gen en dan nog afgeleid doordat de par
fums van twee naburige bezoeksters met
elkaar vloeken: maar verder is de drukte
wel orettig. er ontwikkelen zich geen per
soonlijke verhoudingen tot de andere be
zoekers, en men botst niet bij een enkele
stap achteruit tegen een stroef meisje met
een catalogus, dat zojuist de stille ruimte
is komen binnensluipen. Het is overigens
mijn werk niet om een verantwoord over
zicht te geven van het vertoonde; alleen
moet vermeld worden dat er van Frans
Hals portretten zijn van Andries van der
Horn en van diens vrouw Maria Pieters
dochter Olycan (uit 1638-'3-9). dat de Rem
brandt een vroeg zelfportret is, uit 1634 of
'35 en dat er drie Van Gogh's ziin, waar
onder Le Collégien. een portret van Camille
Roulin, het zoontje van de postbode van
AHes.
Twee willekeurige herinneringen: Goya's
portret ten voeten uit van Don Luis Maria
de Borbon y Vallabriga, gezegd de kardi
naal-infante, een bleke man met een lange
dikke neus en een armzalige achterdochtige
gelaatsuitdrukking, en Manet's portret van
de leeuwenjager Pertuiset: een boom waar
een enorme leeuw tegen aan ligt, in dé
achtergrond een wit-gevlokte hemel waar
hier en daar nog een stuk bos in zweeft,
en op de voorgrond de leeuwen jager zelf,
over ons heen ziend met een aplomp dat,
des te meer door het effect van ziin hang
snor, niet ernstig te nemen is. Het schil
derij dat min of meer officieel als het cen
trale stuk van de tentoonstelling beschouwd
wordt is de Poussin: Hommage a Bacchus,
in Rome geschilderd, vandaar via Engeland
en New York in Sao-Paulo gekomen, en
nu voor het eerst in Frankrijk vertoond.
De tentoonstelling is in haar geheel een
soort Hommage a la France. In de woor
den van P.-M. Bardi: .het is de enige
natie die ons helpt, en zij heeft het meeste
begrip voor de behoeften van onze verre
republieken." Zoiets vergoedt de vergissing
van de Nobelprijs-commissie, die Albert
Schweitzer voor een Duitser heeft uitge
maakt.
ADVERTENTIE
Twee tot nu toe onbekende mannen, van
wie er één was gewapend met een revol
ver, hebben gisteravond tussen 8 en 9 uur
getracht een roofoverval te plegen op de
kassier van de Boerenleenbank te Nieuwe-
hage bij Heerlen. De overval is dank zij
het kordate optreden van de kassier, de
heer P. J. Z. mislukt.
De mannen drongen het in de woning
van de kassier aan de Hoogstraat te Nieu-
wehage gelegen kantoor van de bank bin
nen en wilden de heer Z. dwingen het zich
in de kas bevindende geld af te geven. In
plaats van hieraan te voldoen, begon de
kassier met zijn belagers een robbertje te
vechten, terwijl hij om hulp riep. Hierdoor
werd de moede- van de kassier gealar
meerd. Ook zij begon om hulp te schreeu
wen. De indringers achtten het toen gera
den zonder buit het hazenpad te kiezen.
De politie stelt een onderzoek in.