Veertig bussen voor Haarlems stadsnet Crossley's na 1955 alleen nog op interlokale lijnen Chefarine „4" doet wonderen Debutantjes gaven eerlijk hun stukjes weg op het klavier Mr. A. Bruch peetvader van Nazorgpaviljoen aan Spaarne Plan voor een revaliditatie- centrum bij B. en W. ingediend INVESTERING VAN TWEE MILLIOEN Nieuw project voor „Nazorg" De heer E. P. Schuyt: „Haarlem heeft achterstand in te halen" WOENSDAG 4 NOVEMBER 1953 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSGHE COURANT 5 Korter is kleiner! Brand in atelier van lithograaf in Bentveld Burgerlijke Stand van Haarlem Eén type goedkoper Vaste verhoudingen Statistiek looft N.Z.H. Kwartettenconcours in Santpoort Schoolkinderen eren gevallenen uit verzet Werkplaats in een idyllisch oord Posthume hulde voor Nederlandse piloot C. Wijnands 25 jaar in dienst van de N.Z.H. Eervol ontslag voor kap. ter zee arts A. W. Mellema Ondanks regen en kou vele vliegers in touw De directie van de N.Z.H. bereidt de aanschaffing voor van veertig nieuwe bussen voor het Haarlemse stadsnet. De eerste bussen van deze nieuwe serie zullen in de loop van 1955 worden afgeleverd en dan de Crossley's die sinds 1947 op het stads net hebben gereden vervangen. Deze Crossley's zullen na revisie worden gebruikt op de lijn AmsterdamZandvoort. Uiteraard lean bij de aanschaffing van het nieuwe materieel rekening worden gehouden met de speciale eisen welke aan bussen voor het stadsverkeer gesteld moeten worden. In de eerste jaren na de bevrijding kon dat nog niet, omdat de keuze beperkt was en men dus gaarne genoegen nam met de voor het vervoer over langere afstanden voortreffelijk geschikte, voor stadsdiensten echter minder soepele Crossley-bussen. Eovendien heeft Haarlems burgemeester als voorzitter van de Verkeerscommissie en als Commissaris van de N.Z.H. te kennen gegeven overleg met de gemeente bij de aanschaffing van nieuwe bussen op prijs te stellen. De directie heeft dat verzoek gebillijkt en als gevolg daarvan is zij met de verkeerscommissie dezer dagen naar Utrecht en Breda geweest om een indruk te krijgen van de mogelijkheden op het gebied der stadsbussen. Hiervan kan men over tuigd zijn: de nieuwe bussen worden korter (men denkt aan 9 meter 30) en smaller (twee meter veertig). De consequentie is duidelijk: minder zit- en meer staanplaat sen, omdat het totaal aantal te vervoeren passagiers zo groot mogelijk moet zijn. Bovendien zal de underfloor-motor worden toegepast, hetgeen meer ruimte bij de instap geeft en bovendien een betere gewichtsverdeling en een vrijwel trillingvrije carrosserie. Per bus is een dikke vijftig mille nodig, de gehele investering in nieuwe bussen zal ongeveer twee millioen gulden vergen. De financiële structuur van de N.Z.H. is tegenwoordig gezond genoeg om de uitbreiding van het wagenpark uit eigen middelen te kunnen financieren. Het is een uitgemaakte zaak, dat de Crossley's voor de Haarlemse binnenstad te lang en te log zijn. Het grootste model (de 1300 en 1400-serie) reikt tot bijna elf meter lengte. Daarmee worden dan ruim zestig passagiers vervoerd, waarvan meer dan twee derde op zitplaatsen. Het kleinere model is ruim 'n meter kor ter. De breedte van beide typen bedraagt 2 meter 46. Er is bij de vervoersbedrijven weliswaar in theorie een streven om de afmetingen der bussen te standaardiseren, om de pro ductie en de revisie goedkoper te maken, in de praktijk is claar nog weinig van terecht gekomen. De afmetingen van 'n bus worden in hoge mate bepaa'-1 door haar bestemming. Zo zijn de laatste A.E.C.-bussen voor het Ge meentevervoerbedrijf van Amsterdam niet minder dan 10,68 meter lang en 2,48 meter breed (33 zit- en 47 staanplaatsen), doch de bussen worden in Amsterdam dan ook overwegend voor de buitenwijken met een royaal stratennet gebruikt. Ook het wagen park van de Haagse Tramwegmaatschappij bestaat in hoofdzaak uit Kromhoutbussen van een forse allure. Anders staat het in Utrecht, waar men het van het begin af in kleine bussen heeft gezocht, wegens de bochtige en smalle straten van het centrum. De geringe capaciteit der bussen werd (en wordt nog) dan gecompenseerd door een tamelijk hoge frequentie. Intussen is men ook in Utrecht de laat ste jaren weer overgegaan tot bussen van wat groter formaat. De „Leylands" waarin de verkeerscommissie haar studiereis-in- vestzakformaat heeft gemaakt, hadden een capaciteit van 65 passagiers, met over wegend staanplaatsen. De lengte bedraagt 9,50 meter en de breedte 2,40 meter. De daarvoor in 1950 aangeschafte D.A.F.-bussen boden 54 passagiers vervoer- gelegenheid, hetgeen te weinig bleek te zijn om grote „pieken" bij plotseling slecht weer, schouwburgbezoek, aankomst van treinen en dergelijke op te vangen. Met dat laatste moet ook in Haarlem terdege rekening worden gehouden, want ook in de Spaarnestad is het vervoer aanbod altijd afhankelijk van een groot aantal toevalligheden. Aan de andere kant wordt toch ook nog een lengte van 9 meter aan de ruime kant gevonden. Gelukkig, dat het G.E.B.R.U. (zoals het Utrechtse gemeentebusbedrijf wordt aangeduid) tekeningen had van de dertig bussen (weer Leylands) welke onlangs besteld zijn. Daarvan variëren de afmetingen van 9,01 meter tot 9,30 meter. Die laatste grootte schijnt voor Haarlem aangewezen. Natuurlijk: het kan korter, eventueel ook smaller. De Engelse fabriek Guy heeft bij- Gisteravond om kwart voor twaalf is een begin van brand ontstaan ten gevolge van een lichte explosie in het atelier van de lithograaf Aart van Dobbenburgh aan de Duindoornweg in Bentveld. De schilder heeft de kachel gevuld met eierkolen en vermoede lijk verkeerd afgesteld, tengevolge waarvan gassen zich hebben opgehoopt in de pijp, die door een te grote spanning uit de schoorsteen is geslagen. Hierdoor ontstond een begin van brand, die kon worden geblust met zand door enkele bezoekers. De schade is gering. ADVERTENTIE BEROEMDE GENEESMIDDELEN IN ÉÉN TABLET I TEGEN PIJNEN EN GRIEP 20 TABLETTEN F 0.75 HAARLEM, 3 November 1953 ONDERTROUWD: 3 Nov., J. Mouw en J. J. van Barneveld; B. van der Meer en J. M. van der Heijde; B. Lubert en H. G. Snellen berg. GEHUWD: 3 Nov., J. H. Timmers en I. E. Fentener van Vlissingen; F. de Groot en C. Drijver; F. Wezenaar en W. Laninga. BEVALLEN van een zoon: 2 Nov., T. de Pagter—Devies; H. Tibboel—Kompier; E. Spier—van Heerde; J. M. Gitz—van Kleef; 3 Nov., K. Binnerts—Tiechaja; J. M. Froe- lingKoetsier; C. L. M. MoonenKoster; J. L. Ruigrokvan Wel. BEVALLEN van een dochter: 31 Oct., J. Kwaad—Gerritsen; 2 Nov., C. M. van Klink van Rossenberg; H. A. van der Neutvan Vessem. OVERLEDEN: 30 Oct., A. E. H. Dijkhoff— Boot, 74 j., Generaal Joubex-tstraat 1. Nov., J. G.'Wilmink, 50 j., Delistraat; W. F. H. Steevensz—Pas, 74 j., Nestorstraat; G. van koodselaar, 77 j., 2e Hoogerwoerddwarsstr. voorbeeld het „Victory"-trambuschassis op de markt gebracht, waarvan de totale lengte slechts 8,68 meter is en de breedte 2,40 meter. Deze bussen rijden in Antwer pen. Voor Haarlem lijken dat nu juist de gewenste maten, maar.... er kunnen met die Guy's dan ook slechts vijftig personen worden vervoerd, waarvan 22 op staan plaatsen. Het kan ook smaller. De Twentse Elec- trische Tramwegmaatschappij heeft voor haar stadsdienst in Hengelo enige Scania- Vabissen lopen, die 9,40 meter lang zijn, maar slechts 2,20 meter breed. De capaci teit van deze bussen bedraagt slechts 31 zit- en 16 staanplaatsen. Nu zou men kunnen zeggen, dat men in Haarlem wel twee verschillende typen kan gebi'uiken: een kleiner model voor betrek kelijk stille lijnen als 3, 4 en 6,' een groter model voor 1, 2 en 5. De directie van de N.Z.H. verklaarde evenwel, dat de leverantie van veertig bussen van hetzelfde model aanzienlijk goedkoper zou komen wegens de door de toepassing van standaardformaten ver kregen besparing. En zoals reeds betoogd, in een stad als Haarlem moet een bus ook voldoende speling bieden om plotseling druk vervoer op te vangen. Dat is uiteraard ook goed koper dan het inleggen van extra diensten. Het is nog niet te zeggen op welk fabri kaat motor, chassis en carrosserie de directie der N.Z.H. haar keuze zal laten vallen. D? order is aantrekkelijk genoeg om tal van ondernemingen er op te doen reflec teren, hetgeen uiteraard op de prijs wel van invloed zal blijken. Uit het voorgaande zal wel duidelijk zijn geworden dat er een min of meer vaste verhouding bestaat tussen lengte en breed te van een bus en het aantal reizigers dat vervoerd kan worden. Er kan tussen dat laatste getal en het vervoeraanbod op een bepaalde lijn even eens een bepaalde verhouding worden ge constateerd. Zo komt men dan aan de fre quentie. Maar die frequentie staat weer onmiddellijk in verband met de lengte en dus met de rijtijd van een verbinding. Die twee tezamen zijn weer nodig om het aan tal bussen dat ge bruikt moet worden uit te rekenen. Wij hopen door het aanduiden van deze schakels in de ketting van het vervoerbe drijf duidelijk te heb ben gemaakt, dat er een directe relatie be staat tussen die zeven ritten voor een gul den en die investe ring van twee mil- lioen, die straks door de N.Z.H. moet wor den gedaan. Als die bussen te groot of te klein, te duur of te goedkoop worden ge kozen, is dat te mer ken op de exploitatie rekening. En dus op de tarieven. Econo men en technici van de N.Z.H. staan thans voor de opgaaf om het juiste midden te vinden in een veel heid van factoren. De Verkeerscommissie heeft hij haar onderzoek in Utrecht en Breda kunnen vaststellen, dat Haarlem nog zo slecht niet af is met zijn stadshusnet. De in druk wordt trouwens gestaafd door de onlangs gepubliceerde statistiek van het vervoer over 1951. Daaruit blijkt name lijk dat in Haarlem jaarlijks 4.447.600 buskilometers worden gepresteerd (de derde plaats in het land, na Den Haag en Rotterdam) voor „slechts" achttien millioen passagiers (vijfde plaats van het land). Maar in Utrecht werden 3.342.700 buskilometers gepresteerd voor bijna 23 millioen passagiers. Waarbij dan nog komt, dat die buskilometers in Utrecht op heel wat kortere lijnen wor den opgeleverd dan in Haarlem: men moet in de Domstad als regel overstap pen om van Oost naar West of van Noord naar Zuid te komen. Het is aar dig om hierbij op te merken, dat de gunstigste verhouding tussen buskilo meters en aantal passagiers op een bijr- zondere lijn van de N.Z.H. werd be reikt, namelijk het Keukenhoflijntje in Lisse. Daarop werden namelijk niet minder dan 129.700 reizigers vervoerd bij een prestatie van maar 7700 bus kilometers.' Ter gelegenheid van zijn 55-jarig be staan houdt het fanfarecorps „Wilhelmina" te Santpoort op Zaterdag 7 en Zondag 8 November in de grote zaal van hotel Vel- serend tegenover de Ruïne van Brederode een kwarettenconcours, het eerste in Ne derland naar de ox-ganisatoren menen. Ad viseur is de dirigent Jan Groot, leden van de jury zijn de toonkunstenaars Jos. de Klerk uit Haarlem en E. Elsenaar uit "Voor burg. Er zijn talrijke prijzen, onder meer twee lauwertakken, aangeboden door de vereniging Santpoorts Bloei. De bedoeling van het concours is onder meer om de muziekbeoefening ook in hui selijke kring te bevorderen. Er dingen in de gebruikelijke afdelingen blazers uit fan farecorpsen en harmoniegezelschappen uit alle delen des lands mee. In het „Amsterdams Dagboek" van Het Parool is de Christelijke Muloschool aan de Dreef te Haarlem ten voorbeeld gehouden aan de Amsterdamse scholen, wat de ver zorging van de verzetsmonumenten aan gaat. Het heeft de aandacht getrokken, dat leerlingen van deze school iedere Zaterdag verse bloemen bij het verzetsmonument aan de Dreef leggen. „Ik wilde wel," zo schrijft „Dagboeka nier", „dat dit Haarlemse voorbeeld in Am sterdam werd gevolgd. Om onze verzets monumenten heen heerst slechts activiteit op bepaalde gedenkdagen. Voor het overige hebben zij geen plaats in de harten der bevolking, nog minder in die der jeugd, die het allemaal niet bewust heeft meege maakt. Parijs en Londen eren hun Onbe kende Soldaat door de hoed af te nemen. Wie eren in Amsterdam de naamloze ge vallenen want wie kent de namen der gefusilleerden, behalve hun nabestaanden en hun vrienden? door een dagelijks, of al ware het slechts wekelijks eerbetoon?" Hij noemt de Haarlemse school een lichtend voorbeeld voor de Amsterdamse scholen. Zoals wij een maand geleden reeds be richtten, heeft de Bond van piano- en or gelhandelaren en -fabrikanten een wed strijd uitgeschreven voor jeugdige pianis ten. Zij mogen niet ouder zijn dan veertien jaar en niet langer opleiding hebben ge noten dan drie jaar, zo luiden de voor- schriften. De wedstrijd is onderverdeeld in drie fasen: vooi-selecties, plaatselijke ronden en tenslotte een landelijke finale. Allereerst worden de deelnemers getest in een voorselectie. Uit het totaal aantal deelnemers kiest de jury een paar kinde ren, die op de plaatselijke ronde mogen trachten in aanmerking te komen voor de landelijke ronde, die in Utrecht zal wor den gehouden. Degenen, die daarheen mogen gaan om hun kunnen op het toet senbord te demonstreren, worden opge wacht door vijf erkende Nederlandse mu sici, welke de jury vormen bij de laatste stoot naar de prijzen: waardebonnen voor het nemen van pianolessen of boeken op muziekgebied. Echter worden niet alleen zij beloond. Ook de kleinste dilettantjes, die het niet verder wisten te brengen dan de plaatselijke ronde, kunnen' verzekerd zijn van een waardebon voor muziekboe ken. De wedstrijd werd uitgeschreven voor de steden Amsterdam, Alkmaar, Arnhem, Breda, Leiden, Enschede, Den Haag, Rot- tei-dam, Hilversum en Haarlem. In Amsterdam succes In Amsterdam hebben de voorronden al plaats gehad. En het enthousiasme bij de kinderen is verbluffend gebleken. Toen het aantal inschrijvingen was gestegen tot negenhonderd hebben de organisatoren ge zegd: stop. Dank zij de samenwerking tus- seh vijf muziekzaken heeft men de jeug-r digen in één week kunnen afwerken. Iede re avond twee uur geluisterd, gekeken en gezegd: wacht even, hier schuilt meester schap. In Haarlem hebben twee van de vijf voorronden ook al plaats gehad en wel in de muziekhandel G. A. Goldschmeding op de Grote Markt. De heer Goldschmeding heeft het aantal inschrijvingen tot honderd laten komen. Van al deze candidaten zijn leeftijd en bij zonderheden over de opleiding genoteerd ten behoeve van de muziekcriticus P. Zwaanswijk, die in eerste instantie de be- ooi-deling geeft. Als de honderd jonge pia nisten allen op het matje zijn geweest, zal uit deze lijst een selectie moeten worden gedaan voor de plaatselijke ronde op 1 December in het gebouw St. Bavo, waarbij de jury zal bestaan uit mejuffrouw B. Da- velaar en de heren P. Zwaanswijk en J. Laarveld. Terwijl gisteren de deuren van de Na zorg-werkinrichting aan de Botermarkt ge opend werden voor belangstellenden en v,ele Haarlemmers daarbinnen een kijkje gingen nemen naar het veelzijdige werk, dat daar verricht wordt, heeft in de rus tige, schilderachtige omgeving aan de over zijde van het Spaarne, aan de Zuid-Schalk- wijkerweg, het nieuwe, vorig jaar in ge bruik genomen paviljoen van de Nazorg zijn naam gekregen. Aan de voorkant van dit ruime, frisse gebouw is een bordje bevestigd, dat de naam draagt van de wethouder die eens de eerste stoot gaf voor het nazorgwerk in Haarlem, mr. A. Bruch. Hijzelf en zijn echtgenote maakten naar aanleiding van deze naamgeving aan het paviljoen door het gemeentebestuur een rondgang door de riëtmattenmakerij en de ruige matten- afdeling, in gezelschap van het hoofd van de Nazorg, de heer E. P. Schuyt. Wat men heeft gezocht, de rustige af zondering van de drukte en de haast van de stad, is hier in het Mr. A. Bruchpavil- joen prachtig verwezenlijkt, evenals trouwens in het even Noordelijker liggend tuinbedrijf, het Sake van der Wallpavil- joen. In het Mr. A. Bruchpaviljoen wordt jaarlijks een flinke hoeveelheid riet, aan gevoerd uit de Biesbos en de Krimpener- waard, tot tuindersmatten en vloermatten verwerkt, en omdat de zwakzinnigen, die er dagelijks aan de arbeid zijn, er een precisiewerk van maken is de kwaliteit van de afgeleverde producten moeilijk te overtreffen. Dit vertelde de werkmeester in dit paviljoen, de heer H. J. Kenselaar, die het gezelschap het vredige domein van de Nazorg liet zien, behalve de werk plaatsen ook de wasgelegenheid en het gezellige eetzaaltje, waarin een radio de lunch opluistert. Bij het paviljoen staat een grote opslag plaats voor het riet, die ongeveer twee keer in het jaar met een scheepslading van 1400 bossen riet wordt bevoorraad. Het is sinds de Februariramp en de periode van dijk herstel daarna, die nog niet achter de rug is, een vrij dure grondstof geworden. De afzet van deze werkinrichting is verzekerd, zij kan jaarlijks weer volop voort met haar orders, die zij tegen de normale marktprij zen aflevert. Een opmerkelijk korte stadsbus: de Guy Victory, die slechts 8,68 meter lang is. Het uiterlijk van de nieuwe Haarlemse bussen zal met dit type waarschijnlijk grote over eenkomst vertonen. De foto en enkele in dit artikel genoemde détails ontleenden wij aan het tijdschrift „Nederlands Trans port" van de Nederlandse Vereniging van Transportondernemingen Sinds enige dagen hangt boven de in gang van het gebouw waar de ongehuwde Nederlandse leden van het hoofdkwartier van de geallieerde luchtstrijdkrachten Cen traal Europa (AAFCE) zijn ondergebracht, een bordje met daarop „Boaaan Barracks". Binnen, onder de foto van Koningin Juliana en Prins Bernhard hangt een plaquette, waarop men kan lezen „A. H. Boaaan, reserve eerste luitenant van de Nederlandse militaire luchtvaart, ridder vierde klasse der militaire Willemsorde, onderscheidde zich op 10 Mei 1940 door drie keer met zijn vliegtuig te starten v^p het vliegveld Schiphol, terwijl dit zwaar gebombardeerd en beschoten werd door een numeriek sterkere vijand. Op zijn laat ste vlucht sneuvelde hij in een luchtgevecht met de vijand boven de toenmalige vlieg basis Waalhaven." Gisteravond hebben we even een kijkje genomen. En waarlijk, ge had er bij moe ten zijn. Het was een lust voor het oog en een genot voor het oor. Keurig gekleed, als betrof het een gala voorstelling, brachten twintig kleine mu zikanten hun ernstig ingestudeerd stukje Hier dan die kleine Haarlemmer van zes. Hij heeft ruim drie maanden les gehad en speelde ernstig en consciëntieus een walsje uit „Kinderland" van Jacobus Ruygrók. Drie concurrenten en de muziek criticus P. Zwaanswijk zien toe hoe hij het er afbrengt. ten gehore, nadat moeder nog gauw even iets had toegefluisterd als: „Zul je om de pedaal denken" en zoon of dochter met een moedgevend duwtje de piano had gewezen. Ja, ook de ouders luisterden mee en hiel den even de adem in als Miepje de c er niet uit kon krijgen en vragend, doodstil, haar gehoor aankeek. Maar alle begin is moeilijk en de jury is vergevensgezind. Men is hier nu eens eenmaal niet in de concertzaal, waar iedere technische on volkomenheid op de zwarte lijst wordt aangetekend. De jury houdt er rekening mee, dat de handen nog maar net een oc taaf kunnen overspannen en luistert naar de voordracht, die eerlijk is en mogelijk talent verraadt. Eerlijk spel Hier past slechts waardering voor de moed van het meisje, dat zich op deze avond iets vertilde aan een romance van Beethoven. En men neemt glimlachend zijn petje af voor een knaapje van zes, dat vlot na drie maanden les zomaar een walsje van Ruygrok uit zijn onvolwassen vingers liet komen. Hier schudt men niet ontken nend het hoofd als een fijngebouwd menuet van Haydn met wat overmatig pedaalge- bruik rechttoe- recht-aan naar het einde wordt gespeeld, want er is tenminste iets geprobeerd. Hoe de jury over dit alles denkt zal blij ken op 1 December. Wij spreken alleen nog waardering uit voor het initiatief van de organisatoren en de wijze waarop zij deze wedstrijd aanpakken. Een plan voor een Centrale Arbeidsin- richting voor minder validen aan de Schalkwijkerweg tussen' de twee pavil joens, die daar liggen is door het hoofd van de Nazorg, de heer E. P. Schuyt, bij het college van B. en W. ingediend. Het behelst de bouw van vijf paviljoens, een internaat en een administratiegebouw, in étappes uit te voeren, waar minder validen aangepast worden aan de maatschappij. Dit revaliditatiecentrum zal vijf hectaren be slaan en gebouwd worden op grond, die reeds door de gemeente aan de Nazorg is overgedragen. De totale kosten van het project worden geraamd op 1.600.000 gul den. Deze plannen, die door Openbare Werken reeds in een maquettevorm zijn geconcreti- E. P. Schuyt seerd zijn een uitvloeisel van een rapport van de nazorg in Haarlem, waarin op de noodzakelijkheid van een dergelijke ar- beidsinrichting is gewezen. De heer Schuyt gaf daarin een uitvoerige berekening van het aantal minder validen dat voor zulk een centrum in aanmerking komt. Hun aantal bedraagt ongeveer tweehonderd, een cijfer dat gebaseerd is op gegevens van het Gewestelijk Arbeidsbureau, Gemeentelijke dienst van Sociale Zaken, de Nazorg zelf en de Gemeentelijke Gezondheidsdienst. Haarlem, dat met de permanente werk inrichtingen voor minder validen in ons land bovenaan staat, heeft wat betreft de „beschutte werkplaatsen" voor aanpassing van verpleegden of debielen aan de maat schappij merkwaardig genoeg een achter stand bij vele andere plaatsen in ons land. Het is een voorziening, die zij het mis schien aanvankelijk met een paviljoen voor veertig mensen dringend nodig blijkt te zijn. De weg terug Er zijn jaarlijks in de provinciale in richtingen weer tientallen, die met proef verlof. worden gezonden, maar die hun weg in de maatschappij, waarvan zij ver vreemd zijn, niet kunnen vinden en terug keren naar de verpleeginrichting, gedoemd om daar tot hun dood te blijven, zo ver telde de heer Schuyt. „Wanneer we nu deze beschutte werkplaats hebben, dan kan ik zeggen: geef mij die mensen; wij zullen ze bij ons laten werken en dan kunnen zij daarna met proefverlof worden gezonden." Om de aanpassing te bevorderen zal dit revaliditeitscentrum een weerspiegeling zijn van de normale samenleving: de men sen vallen onder de gewone arbeidsvoor waarden en sociale voorzieningen. Boven dien zal het werk op een veel hoger peil staan dan in de permanente werkinrichtin gen het geval kan zijn, zoals sorteerwerk en reparaties voor grote instellingen als de Centrale Werkplaats, de P.T.T. en de N.V. Hin, timmer- en schilderwerk (onder meer voor de gemeentelijke diensten en bedrij ven), schoenreparaties, een boekbinderij, een cartonnage-afdeling kortom allerlei werkzaamheden, waarin de minder validen een scholing krijgen voor een beroep. Niet alleen voor overgang van tijdelijk verpleegden van inrichtingen naar de maatschappij, maar ook voor andere cate gorieën zal deze „beschutte werkplaats" een uitkomst betekenen. Daar zijn bijvoorbeeld de debielen, die van de B.L.O.-scholen komen en niet voor permanente plaatsing in de Nazorg-werk inrichtingen in aanmerking komen. Voor deze jongelui is vaak de overgang school maatschappij weer te groot: zij worden als ongeschoolden in het arbeidsproces opge nomen en blijven het, vaak met het gevolg dat zij, als zij de twintig gepasseerd zijn en in een hogere loonklasse moeten vallen, werkloos worden en verder hun leven lang steuntrekkers blijven. Verder staan er naar de heer Schuyt zeide, bij het Arbeidsbureau tientallen lichamelijk gebrekkigen en a- socialen ingeschreven, die door jarenlange ledigheid volkomen van de samenleving zijn vervreemd en hun vroegere geschikt heid voor een vak helemaal zijn kwijtge raakt. Om een verkeerde onderlinge beïnvloe ding te vermijden zullen deze categorieën waar nodig uit elkaar gehouden worden: vandaar de bouw van vijf paviljoens. In elk paviljoen voor veertig man komen twee gescheiden werkplaatsen, maar een ge meenschappelijke eetzaal. „Wanneer Haarlem ook dit revaliditatie centrum er bij heeft, dan is hier de nazorg in alle opzichten en tot in de puntjes voor elkaar," zei de heer Schuyt. Op een vraag naar de resultaten van deze centra in an dere steden, antwoordde hij: „Ik heb daar wonderen gezien" Vandaag heeft de heer C. Wijnands uit Haarlem, onderhoudsmonteur I in dienst van de N. Z. H., het feit herdacht dat hij vijf- en-twintig jaar bij dit vervoerbedrijf in dienst is. De chef van de technische dienst, de heer H. J. Kapteijn, bood hem heden morgen een geschenk in envolppe aan. Tevens ontving hij de zilveren medaille van de Ne derlandse Maatschappij voor Nijverheid en Handel. Van het jubileumfonds was er een mand met bloemen; het personeel bood een huiskamerlamp aan. Met ingang van 15 October 1953 is op zijn verzoek eervol ontslag verleend wegens lang durige dienst aan de kapitein ter zee arts A. W. Mellema. Dokter Mellema was eerst commandant van het Marinehospitaal in Overveen. Later werd hij geplaatst bij het ministerie van Marine ter beschikking van de chef geneeskundige dienst. Hij vertegen woordigde Nederland op de Rode Kruis-con- ferenties in 1948 te Stockholm, in 1949 te Genève en in 1952 te Toronto. In Mei van dit jaar heeft de heer Mellema reeds afscheid van de dienst genomen om zich als huisarts te vestigen. De vogeltrek De post aan de Zeeweg berichtte van morgen: geheel bewolkt en matige Zuid- Oostenwind. Ondanks de gestadige regen was er een sterke trek van spreeuwen. Om acht uur kwamen de eer sten langs vliegen, om halfnegen pas seerden een paar grote troepen. De ze trek zette sterk door toen de regen om negen uur af nam. Tussen acht en negen uur werden in totaal 3400 spreeuwen gezien. De vinken deden het kalm aan. Er werden er twintig waargenomen. Ook de veldleeuweriken en graspiepers waren vandaag weinig actief. De kraaien daarentegen lieten zich niet weerhouden door het slechte weer. Men zag er 350 ovexrvliegen. Aan de Boulevard in Zandvoort werd een vrij sterke trek waargenomen. Van acht tot negen uur telde men 3700 spreeuwen en 120 vinken. Voorts passeer den er twee kieviten, 330 roeken en kau wen, een aantal graspiepers en veldleeuwe riken, en een kramsvogel. In de Waarder- polder werden genoteerd, 110 vinken, 180 spreeuwen, 16 leeuweriken, zes putters, een paar graspiepers en een kneu. Bij IJmuiden werden geteld, 30 bonte kraaien, 22 scholeksters en negentig drie- teenstrandlopertjes in één troep. Maandag merkte men in de Waarderpolder, zoals gemeld, vier grasmussen op. Dit was een late waarneming. De gras mus is een nachttrekker, waarvan de hoofdtrek plaats heeft in Augustus. Tot October worden er doorgaans nog wel nakomers gezien. Hij broedt overal in Europa tot aan de poolcirkel en overwin tert in Afrika.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1953 | | pagina 7