Veertig bussen voor Haarlems stadsnet
Crossley's na 1955 alleen nog op interlokale lijnen
Chefarine „4"
doet wonderen
Debutantjes gaven eerlijk hun
stukjes weg op het klavier
Mr. A. Bruch peetvader van
Nazorgpaviljoen aan Spaarne
Plan voor een revaliditatie-
centrum bij B. en W. ingediend
INVESTERING VAN TWEE MILLIOEN
Nieuw project voor „Nazorg"
De heer E. P. Schuyt: „Haarlem
heeft achterstand in te halen"
WOENSDAG 4 NOVEMBER 1953
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSGHE COURANT
5
Korter is kleiner!
Brand in atelier van
lithograaf in Bentveld
Burgerlijke Stand
van Haarlem
Eén type goedkoper
Vaste verhoudingen
Statistiek looft N.Z.H.
Kwartettenconcours
in Santpoort
Schoolkinderen eren
gevallenen uit verzet
Werkplaats in een
idyllisch oord
Posthume hulde voor
Nederlandse piloot
C. Wijnands 25 jaar in
dienst van de N.Z.H.
Eervol ontslag voor kap.
ter zee arts A. W. Mellema
Ondanks regen en kou
vele vliegers in touw
De directie van de N.Z.H. bereidt de aanschaffing voor van veertig nieuwe bussen
voor het Haarlemse stadsnet. De eerste bussen van deze nieuwe serie zullen in de
loop van 1955 worden afgeleverd en dan de Crossley's die sinds 1947 op het stads
net hebben gereden vervangen. Deze Crossley's zullen na revisie worden gebruikt op
de lijn AmsterdamZandvoort. Uiteraard lean bij de aanschaffing van het nieuwe
materieel rekening worden gehouden met de speciale eisen welke aan bussen voor
het stadsverkeer gesteld moeten worden. In de eerste jaren na de bevrijding kon dat
nog niet, omdat de keuze beperkt was en men dus gaarne genoegen nam met de
voor het vervoer over langere afstanden voortreffelijk geschikte, voor stadsdiensten
echter minder soepele Crossley-bussen. Eovendien heeft Haarlems burgemeester als
voorzitter van de Verkeerscommissie en als Commissaris van de N.Z.H. te kennen
gegeven overleg met de gemeente bij de aanschaffing van nieuwe bussen op prijs te
stellen. De directie heeft dat verzoek gebillijkt en als gevolg daarvan is zij met de
verkeerscommissie dezer dagen naar Utrecht en Breda geweest om een indruk te
krijgen van de mogelijkheden op het gebied der stadsbussen. Hiervan kan men over
tuigd zijn: de nieuwe bussen worden korter (men denkt aan 9 meter 30) en smaller
(twee meter veertig). De consequentie is duidelijk: minder zit- en meer staanplaat
sen, omdat het totaal aantal te vervoeren passagiers zo groot mogelijk moet zijn.
Bovendien zal de underfloor-motor worden toegepast, hetgeen meer ruimte bij de
instap geeft en bovendien een betere gewichtsverdeling en een vrijwel trillingvrije
carrosserie. Per bus is een dikke vijftig mille nodig, de gehele investering in nieuwe
bussen zal ongeveer twee millioen gulden vergen. De financiële structuur van de
N.Z.H. is tegenwoordig gezond genoeg om de uitbreiding van het wagenpark uit
eigen middelen te kunnen financieren.
Het is een uitgemaakte zaak, dat de
Crossley's voor de Haarlemse binnenstad
te lang en te log zijn. Het grootste model
(de 1300 en 1400-serie) reikt tot bijna elf
meter lengte. Daarmee worden dan ruim
zestig passagiers vervoerd, waarvan meer
dan twee derde op zitplaatsen.
Het kleinere model is ruim 'n meter kor
ter. De breedte van beide typen bedraagt
2 meter 46.
Er is bij de vervoersbedrijven weliswaar
in theorie een streven om de afmetingen
der bussen te standaardiseren, om de pro
ductie en de revisie goedkoper te maken,
in de praktijk is claar nog weinig van
terecht gekomen.
De afmetingen van 'n bus worden in hoge
mate bepaa'-1 door haar bestemming. Zo
zijn de laatste A.E.C.-bussen voor het Ge
meentevervoerbedrijf van Amsterdam niet
minder dan 10,68 meter lang en 2,48 meter
breed (33 zit- en 47 staanplaatsen), doch
de bussen worden in Amsterdam dan ook
overwegend voor de buitenwijken met een
royaal stratennet gebruikt. Ook het wagen
park van de Haagse Tramwegmaatschappij
bestaat in hoofdzaak uit Kromhoutbussen
van een forse allure.
Anders staat het in Utrecht, waar men
het van het begin af in kleine bussen heeft
gezocht, wegens de bochtige en smalle
straten van het centrum.
De geringe capaciteit der bussen werd
(en wordt nog) dan gecompenseerd door
een tamelijk hoge frequentie.
Intussen is men ook in Utrecht de laat
ste jaren weer overgegaan tot bussen van
wat groter formaat. De „Leylands" waarin
de verkeerscommissie haar studiereis-in-
vestzakformaat heeft gemaakt, hadden een
capaciteit van 65 passagiers, met over
wegend staanplaatsen. De lengte bedraagt
9,50 meter en de breedte 2,40 meter.
De daarvoor in 1950 aangeschafte
D.A.F.-bussen boden 54 passagiers vervoer-
gelegenheid, hetgeen te weinig bleek te
zijn om grote „pieken" bij plotseling slecht
weer, schouwburgbezoek, aankomst van
treinen en dergelijke op te vangen.
Met dat laatste moet ook in Haarlem
terdege rekening worden gehouden, want
ook in de Spaarnestad is het vervoer
aanbod altijd afhankelijk van een groot
aantal toevalligheden.
Aan de andere kant wordt toch ook nog
een lengte van 9 meter aan de ruime
kant gevonden. Gelukkig, dat het G.E.B.R.U.
(zoals het Utrechtse gemeentebusbedrijf
wordt aangeduid) tekeningen had van de
dertig bussen (weer Leylands) welke
onlangs besteld zijn.
Daarvan variëren de afmetingen van 9,01
meter tot 9,30 meter. Die laatste grootte
schijnt voor Haarlem aangewezen.
Natuurlijk: het kan korter, eventueel ook
smaller. De Engelse fabriek Guy heeft bij-
Gisteravond om kwart voor twaalf is een
begin van brand ontstaan ten gevolge van
een lichte explosie in het atelier van de
lithograaf Aart van Dobbenburgh aan de
Duindoornweg in Bentveld. De schilder heeft
de kachel gevuld met eierkolen en vermoede
lijk verkeerd afgesteld, tengevolge waarvan
gassen zich hebben opgehoopt in de pijp, die
door een te grote spanning uit de schoorsteen
is geslagen. Hierdoor ontstond een begin van
brand, die kon worden geblust met zand door
enkele bezoekers. De schade is gering.
ADVERTENTIE
BEROEMDE GENEESMIDDELEN
IN ÉÉN TABLET
I
TEGEN PIJNEN EN GRIEP 20 TABLETTEN F 0.75
HAARLEM, 3 November 1953
ONDERTROUWD: 3 Nov., J. Mouw en J.
J. van Barneveld; B. van der Meer en J. M.
van der Heijde; B. Lubert en H. G. Snellen
berg.
GEHUWD: 3 Nov., J. H. Timmers en I. E.
Fentener van Vlissingen; F. de Groot en C.
Drijver; F. Wezenaar en W. Laninga.
BEVALLEN van een zoon: 2 Nov., T. de
Pagter—Devies; H. Tibboel—Kompier; E.
Spier—van Heerde; J. M. Gitz—van Kleef;
3 Nov., K. Binnerts—Tiechaja; J. M. Froe-
lingKoetsier; C. L. M. MoonenKoster; J.
L. Ruigrokvan Wel.
BEVALLEN van een dochter: 31 Oct., J.
Kwaad—Gerritsen; 2 Nov., C. M. van Klink
van Rossenberg; H. A. van der Neutvan
Vessem.
OVERLEDEN: 30 Oct., A. E. H. Dijkhoff—
Boot, 74 j., Generaal Joubex-tstraat 1. Nov.,
J. G.'Wilmink, 50 j., Delistraat; W. F. H.
Steevensz—Pas, 74 j., Nestorstraat; G. van
koodselaar, 77 j., 2e Hoogerwoerddwarsstr.
voorbeeld het „Victory"-trambuschassis op
de markt gebracht, waarvan de totale
lengte slechts 8,68 meter is en de breedte
2,40 meter. Deze bussen rijden in Antwer
pen. Voor Haarlem lijken dat nu juist de
gewenste maten, maar.... er kunnen met
die Guy's dan ook slechts vijftig personen
worden vervoerd, waarvan 22 op staan
plaatsen.
Het kan ook smaller. De Twentse Elec-
trische Tramwegmaatschappij heeft voor
haar stadsdienst in Hengelo enige Scania-
Vabissen lopen, die 9,40 meter lang zijn,
maar slechts 2,20 meter breed. De capaci
teit van deze bussen bedraagt slechts 31
zit- en 16 staanplaatsen.
Nu zou men kunnen zeggen, dat men in
Haarlem wel twee verschillende typen kan
gebi'uiken: een kleiner model voor betrek
kelijk stille lijnen als 3, 4 en 6,' een groter
model voor 1, 2 en 5.
De directie van de N.Z.H. verklaarde
evenwel, dat de leverantie van veertig
bussen van hetzelfde model aanzienlijk
goedkoper zou komen wegens de door de
toepassing van standaardformaten ver
kregen besparing.
En zoals reeds betoogd, in een stad als
Haarlem moet een bus ook voldoende
speling bieden om plotseling druk vervoer
op te vangen. Dat is uiteraard ook goed
koper dan het inleggen van extra diensten.
Het is nog niet te zeggen op welk fabri
kaat motor, chassis en carrosserie de
directie der N.Z.H. haar keuze zal laten
vallen.
D? order is aantrekkelijk genoeg om tal
van ondernemingen er op te doen reflec
teren, hetgeen uiteraard op de prijs wel
van invloed zal blijken.
Uit het voorgaande zal wel duidelijk zijn
geworden dat er een min of meer vaste
verhouding bestaat tussen lengte en breed
te van een bus en het aantal reizigers dat
vervoerd kan worden.
Er kan tussen dat laatste getal en het
vervoeraanbod op een bepaalde lijn even
eens een bepaalde verhouding worden ge
constateerd. Zo komt men dan aan de fre
quentie. Maar die frequentie staat weer
onmiddellijk in verband met de lengte en
dus met de rijtijd van een verbinding. Die
twee tezamen zijn weer nodig om het aan
tal bussen dat ge
bruikt moet worden
uit te rekenen.
Wij hopen door het
aanduiden van deze
schakels in de ketting
van het vervoerbe
drijf duidelijk te heb
ben gemaakt, dat er
een directe relatie be
staat tussen die zeven
ritten voor een gul
den en die investe
ring van twee mil-
lioen, die straks door
de N.Z.H. moet wor
den gedaan. Als die
bussen te groot of te
klein, te duur of te
goedkoop worden ge
kozen, is dat te mer
ken op de exploitatie
rekening. En dus op
de tarieven. Econo
men en technici van
de N.Z.H. staan thans
voor de opgaaf om
het juiste midden te
vinden in een veel
heid van factoren.
De Verkeerscommissie heeft hij haar
onderzoek in Utrecht en Breda kunnen
vaststellen, dat Haarlem nog zo slecht
niet af is met zijn stadshusnet. De in
druk wordt trouwens gestaafd door de
onlangs gepubliceerde statistiek van het
vervoer over 1951. Daaruit blijkt name
lijk dat in Haarlem jaarlijks 4.447.600
buskilometers worden gepresteerd (de
derde plaats in het land, na Den Haag
en Rotterdam) voor „slechts" achttien
millioen passagiers (vijfde plaats van
het land). Maar in Utrecht werden
3.342.700 buskilometers gepresteerd voor
bijna 23 millioen passagiers. Waarbij
dan nog komt, dat die buskilometers in
Utrecht op heel wat kortere lijnen wor
den opgeleverd dan in Haarlem: men
moet in de Domstad als regel overstap
pen om van Oost naar West of van
Noord naar Zuid te komen. Het is aar
dig om hierbij op te merken, dat de
gunstigste verhouding tussen buskilo
meters en aantal passagiers op een bijr-
zondere lijn van de N.Z.H. werd be
reikt, namelijk het Keukenhoflijntje in
Lisse. Daarop werden namelijk niet
minder dan 129.700 reizigers vervoerd
bij een prestatie van maar 7700 bus
kilometers.'
Ter gelegenheid van zijn 55-jarig be
staan houdt het fanfarecorps „Wilhelmina"
te Santpoort op Zaterdag 7 en Zondag 8
November in de grote zaal van hotel Vel-
serend tegenover de Ruïne van Brederode
een kwarettenconcours, het eerste in Ne
derland naar de ox-ganisatoren menen. Ad
viseur is de dirigent Jan Groot, leden van
de jury zijn de toonkunstenaars Jos. de
Klerk uit Haarlem en E. Elsenaar uit "Voor
burg. Er zijn talrijke prijzen, onder meer
twee lauwertakken, aangeboden door de
vereniging Santpoorts Bloei.
De bedoeling van het concours is onder
meer om de muziekbeoefening ook in hui
selijke kring te bevorderen. Er dingen in
de gebruikelijke afdelingen blazers uit fan
farecorpsen en harmoniegezelschappen uit
alle delen des lands mee.
In het „Amsterdams Dagboek" van Het
Parool is de Christelijke Muloschool aan de
Dreef te Haarlem ten voorbeeld gehouden
aan de Amsterdamse scholen, wat de ver
zorging van de verzetsmonumenten aan
gaat. Het heeft de aandacht getrokken, dat
leerlingen van deze school iedere Zaterdag
verse bloemen bij het verzetsmonument
aan de Dreef leggen.
„Ik wilde wel," zo schrijft „Dagboeka
nier", „dat dit Haarlemse voorbeeld in Am
sterdam werd gevolgd. Om onze verzets
monumenten heen heerst slechts activiteit
op bepaalde gedenkdagen. Voor het overige
hebben zij geen plaats in de harten der
bevolking, nog minder in die der jeugd,
die het allemaal niet bewust heeft meege
maakt. Parijs en Londen eren hun Onbe
kende Soldaat door de hoed af te nemen.
Wie eren in Amsterdam de naamloze ge
vallenen want wie kent de namen der
gefusilleerden, behalve hun nabestaanden
en hun vrienden? door een dagelijks, of
al ware het slechts wekelijks eerbetoon?"
Hij noemt de Haarlemse school een
lichtend voorbeeld voor de Amsterdamse
scholen.
Zoals wij een maand geleden reeds be
richtten, heeft de Bond van piano- en or
gelhandelaren en -fabrikanten een wed
strijd uitgeschreven voor jeugdige pianis
ten. Zij mogen niet ouder zijn dan veertien
jaar en niet langer opleiding hebben ge
noten dan drie jaar, zo luiden de voor-
schriften. De wedstrijd is onderverdeeld
in drie fasen: vooi-selecties, plaatselijke
ronden en tenslotte een landelijke finale.
Allereerst worden de deelnemers getest
in een voorselectie. Uit het totaal aantal
deelnemers kiest de jury een paar kinde
ren, die op de plaatselijke ronde mogen
trachten in aanmerking te komen voor de
landelijke ronde, die in Utrecht zal wor
den gehouden. Degenen, die daarheen
mogen gaan om hun kunnen op het toet
senbord te demonstreren, worden opge
wacht door vijf erkende Nederlandse mu
sici, welke de jury vormen bij de laatste
stoot naar de prijzen: waardebonnen voor
het nemen van pianolessen of boeken op
muziekgebied. Echter worden niet alleen
zij beloond. Ook de kleinste dilettantjes,
die het niet verder wisten te brengen dan
de plaatselijke ronde, kunnen' verzekerd
zijn van een waardebon voor muziekboe
ken. De wedstrijd werd uitgeschreven voor
de steden Amsterdam, Alkmaar, Arnhem,
Breda, Leiden, Enschede, Den Haag, Rot-
tei-dam, Hilversum en Haarlem.
In Amsterdam succes
In Amsterdam hebben de voorronden al
plaats gehad. En het enthousiasme bij de
kinderen is verbluffend gebleken. Toen het
aantal inschrijvingen was gestegen tot
negenhonderd hebben de organisatoren ge
zegd: stop. Dank zij de samenwerking tus-
seh vijf muziekzaken heeft men de jeug-r
digen in één week kunnen afwerken. Iede
re avond twee uur geluisterd, gekeken en
gezegd: wacht even, hier schuilt meester
schap.
In Haarlem hebben twee van de vijf
voorronden ook al plaats gehad en wel in
de muziekhandel G. A. Goldschmeding op
de Grote Markt.
De heer Goldschmeding heeft het aantal
inschrijvingen tot honderd laten komen.
Van al deze candidaten zijn leeftijd en bij
zonderheden over de opleiding genoteerd
ten behoeve van de muziekcriticus P.
Zwaanswijk, die in eerste instantie de be-
ooi-deling geeft. Als de honderd jonge pia
nisten allen op het matje zijn geweest, zal
uit deze lijst een selectie moeten worden
gedaan voor de plaatselijke ronde op 1
December in het gebouw St. Bavo, waarbij
de jury zal bestaan uit mejuffrouw B. Da-
velaar en de heren P. Zwaanswijk en J.
Laarveld.
Terwijl gisteren de deuren van de Na
zorg-werkinrichting aan de Botermarkt ge
opend werden voor belangstellenden en
v,ele Haarlemmers daarbinnen een kijkje
gingen nemen naar het veelzijdige werk,
dat daar verricht wordt, heeft in de rus
tige, schilderachtige omgeving aan de over
zijde van het Spaarne, aan de Zuid-Schalk-
wijkerweg, het nieuwe, vorig jaar in ge
bruik genomen paviljoen van de Nazorg
zijn naam gekregen.
Aan de voorkant van dit ruime, frisse
gebouw is een bordje bevestigd, dat de
naam draagt van de wethouder die eens
de eerste stoot gaf voor het nazorgwerk in
Haarlem, mr. A. Bruch. Hijzelf en zijn
echtgenote maakten naar aanleiding van
deze naamgeving aan het paviljoen door
het gemeentebestuur een rondgang door
de riëtmattenmakerij en de ruige matten-
afdeling, in gezelschap van het hoofd van
de Nazorg, de heer E. P. Schuyt.
Wat men heeft gezocht, de rustige af
zondering van de drukte en de haast van
de stad, is hier in het Mr. A. Bruchpavil-
joen prachtig verwezenlijkt, evenals
trouwens in het even Noordelijker liggend
tuinbedrijf, het Sake van der Wallpavil-
joen. In het Mr. A. Bruchpaviljoen wordt
jaarlijks een flinke hoeveelheid riet, aan
gevoerd uit de Biesbos en de Krimpener-
waard, tot tuindersmatten en vloermatten
verwerkt, en omdat de zwakzinnigen, die
er dagelijks aan de arbeid zijn, er een
precisiewerk van maken is de kwaliteit
van de afgeleverde producten moeilijk te
overtreffen. Dit vertelde de werkmeester
in dit paviljoen, de heer H. J. Kenselaar,
die het gezelschap het vredige domein van
de Nazorg liet zien, behalve de werk
plaatsen ook de wasgelegenheid en het
gezellige eetzaaltje, waarin een radio de
lunch opluistert.
Bij het paviljoen staat een grote opslag
plaats voor het riet, die ongeveer twee keer
in het jaar met een scheepslading van 1400
bossen riet wordt bevoorraad. Het is sinds
de Februariramp en de periode van dijk
herstel daarna, die nog niet achter de rug
is, een vrij dure grondstof geworden. De
afzet van deze werkinrichting is verzekerd,
zij kan jaarlijks weer volop voort met haar
orders, die zij tegen de normale marktprij
zen aflevert.
Een opmerkelijk korte stadsbus: de Guy
Victory, die slechts 8,68 meter lang is. Het
uiterlijk van de nieuwe Haarlemse bussen
zal met dit type waarschijnlijk grote over
eenkomst vertonen. De foto en enkele in
dit artikel genoemde détails ontleenden
wij aan het tijdschrift „Nederlands Trans
port" van de Nederlandse Vereniging van
Transportondernemingen
Sinds enige dagen hangt boven de in
gang van het gebouw waar de ongehuwde
Nederlandse leden van het hoofdkwartier
van de geallieerde luchtstrijdkrachten Cen
traal Europa (AAFCE) zijn ondergebracht,
een bordje met daarop „Boaaan Barracks".
Binnen, onder de foto van Koningin
Juliana en Prins Bernhard hangt een
plaquette, waarop men kan lezen „A. H.
Boaaan, reserve eerste luitenant van de
Nederlandse militaire luchtvaart, ridder
vierde klasse der militaire Willemsorde,
onderscheidde zich op 10 Mei 1940 door
drie keer met zijn vliegtuig te starten v^p
het vliegveld Schiphol, terwijl dit zwaar
gebombardeerd en beschoten werd door
een numeriek sterkere vijand. Op zijn laat
ste vlucht sneuvelde hij in een luchtgevecht
met de vijand boven de toenmalige vlieg
basis Waalhaven."
Gisteravond hebben we even een kijkje
genomen. En waarlijk, ge had er bij moe
ten zijn. Het was een lust voor het oog en
een genot voor het oor.
Keurig gekleed, als betrof het een gala
voorstelling, brachten twintig kleine mu
zikanten hun ernstig ingestudeerd stukje
Hier dan die kleine Haarlemmer van zes.
Hij heeft ruim drie maanden les gehad
en speelde ernstig en consciëntieus een
walsje uit „Kinderland" van Jacobus
Ruygrók. Drie concurrenten en de muziek
criticus P. Zwaanswijk zien toe hoe hij
het er afbrengt.
ten gehore, nadat moeder nog gauw even
iets had toegefluisterd als: „Zul je om de
pedaal denken" en zoon of dochter met een
moedgevend duwtje de piano had gewezen.
Ja, ook de ouders luisterden mee en hiel
den even de adem in als Miepje de c er
niet uit kon krijgen en vragend, doodstil,
haar gehoor aankeek. Maar alle begin is
moeilijk en de jury is vergevensgezind.
Men is hier nu eens eenmaal niet in de
concertzaal, waar iedere technische on
volkomenheid op de zwarte lijst wordt
aangetekend. De jury houdt er rekening
mee, dat de handen nog maar net een oc
taaf kunnen overspannen en luistert naar
de voordracht, die eerlijk is en mogelijk
talent verraadt.
Eerlijk spel
Hier past slechts waardering voor de
moed van het meisje, dat zich op deze
avond iets vertilde aan een romance van
Beethoven. En men neemt glimlachend zijn
petje af voor een knaapje van zes, dat vlot
na drie maanden les zomaar een walsje
van Ruygrok uit zijn onvolwassen vingers
liet komen. Hier schudt men niet ontken
nend het hoofd als een fijngebouwd menuet
van Haydn met wat overmatig pedaalge-
bruik rechttoe- recht-aan naar het einde
wordt gespeeld, want er is tenminste iets
geprobeerd.
Hoe de jury over dit alles denkt zal blij
ken op 1 December. Wij spreken alleen nog
waardering uit voor het initiatief van de
organisatoren en de wijze waarop zij deze
wedstrijd aanpakken.
Een plan voor een Centrale Arbeidsin-
richting voor minder validen aan de
Schalkwijkerweg tussen' de twee pavil
joens, die daar liggen is door het hoofd
van de Nazorg, de heer E. P. Schuyt, bij
het college van B. en W. ingediend. Het
behelst de bouw van vijf paviljoens, een
internaat en een administratiegebouw, in
étappes uit te voeren, waar minder validen
aangepast worden aan de maatschappij. Dit
revaliditatiecentrum zal vijf hectaren be
slaan en gebouwd worden op grond, die
reeds door de gemeente aan de Nazorg is
overgedragen. De totale kosten van het
project worden geraamd op 1.600.000 gul
den.
Deze plannen, die door Openbare Werken
reeds in een maquettevorm zijn geconcreti-
E. P. Schuyt
seerd zijn een uitvloeisel van een rapport
van de nazorg in Haarlem, waarin op de
noodzakelijkheid van een dergelijke ar-
beidsinrichting is gewezen. De heer Schuyt
gaf daarin een uitvoerige berekening van
het aantal minder validen dat voor zulk
een centrum in aanmerking komt. Hun
aantal bedraagt ongeveer tweehonderd, een
cijfer dat gebaseerd is op gegevens van het
Gewestelijk Arbeidsbureau, Gemeentelijke
dienst van Sociale Zaken, de Nazorg zelf
en de Gemeentelijke Gezondheidsdienst.
Haarlem, dat met de permanente werk
inrichtingen voor minder validen in ons
land bovenaan staat, heeft wat betreft de
„beschutte werkplaatsen" voor aanpassing
van verpleegden of debielen aan de maat
schappij merkwaardig genoeg een achter
stand bij vele andere plaatsen in ons land.
Het is een voorziening, die zij het mis
schien aanvankelijk met een paviljoen voor
veertig mensen dringend nodig blijkt te
zijn.
De weg terug
Er zijn jaarlijks in de provinciale in
richtingen weer tientallen, die met proef
verlof. worden gezonden, maar die hun
weg in de maatschappij, waarvan zij ver
vreemd zijn, niet kunnen vinden en terug
keren naar de verpleeginrichting, gedoemd
om daar tot hun dood te blijven, zo ver
telde de heer Schuyt. „Wanneer we nu
deze beschutte werkplaats hebben, dan kan
ik zeggen: geef mij die mensen; wij zullen
ze bij ons laten werken en dan kunnen zij
daarna met proefverlof worden gezonden."
Om de aanpassing te bevorderen zal dit
revaliditeitscentrum een weerspiegeling
zijn van de normale samenleving: de men
sen vallen onder de gewone arbeidsvoor
waarden en sociale voorzieningen. Boven
dien zal het werk op een veel hoger peil
staan dan in de permanente werkinrichtin
gen het geval kan zijn, zoals sorteerwerk
en reparaties voor grote instellingen als de
Centrale Werkplaats, de P.T.T. en de N.V.
Hin, timmer- en schilderwerk (onder meer
voor de gemeentelijke diensten en bedrij
ven), schoenreparaties, een boekbinderij,
een cartonnage-afdeling kortom allerlei
werkzaamheden, waarin de minder validen
een scholing krijgen voor een beroep.
Niet alleen voor overgang van tijdelijk
verpleegden van inrichtingen naar de
maatschappij, maar ook voor andere cate
gorieën zal deze „beschutte werkplaats"
een uitkomst betekenen.
Daar zijn bijvoorbeeld de debielen, die
van de B.L.O.-scholen komen en niet voor
permanente plaatsing in de Nazorg-werk
inrichtingen in aanmerking komen. Voor
deze jongelui is vaak de overgang school
maatschappij weer te groot: zij worden als
ongeschoolden in het arbeidsproces opge
nomen en blijven het, vaak met het gevolg
dat zij, als zij de twintig gepasseerd zijn
en in een hogere loonklasse moeten vallen,
werkloos worden en verder hun leven lang
steuntrekkers blijven. Verder staan er naar
de heer Schuyt zeide, bij het Arbeidsbureau
tientallen lichamelijk gebrekkigen en a-
socialen ingeschreven, die door jarenlange
ledigheid volkomen van de samenleving
zijn vervreemd en hun vroegere geschikt
heid voor een vak helemaal zijn kwijtge
raakt.
Om een verkeerde onderlinge beïnvloe
ding te vermijden zullen deze categorieën
waar nodig uit elkaar gehouden worden:
vandaar de bouw van vijf paviljoens. In
elk paviljoen voor veertig man komen twee
gescheiden werkplaatsen, maar een ge
meenschappelijke eetzaal.
„Wanneer Haarlem ook dit revaliditatie
centrum er bij heeft, dan is hier de nazorg
in alle opzichten en tot in de puntjes voor
elkaar," zei de heer Schuyt. Op een vraag
naar de resultaten van deze centra in an
dere steden, antwoordde hij: „Ik heb daar
wonderen gezien"
Vandaag heeft de heer C. Wijnands uit
Haarlem, onderhoudsmonteur I in dienst van
de N. Z. H., het feit herdacht dat hij vijf-
en-twintig jaar bij dit vervoerbedrijf in
dienst is. De chef van de technische dienst,
de heer H. J. Kapteijn, bood hem heden
morgen een geschenk in envolppe aan. Tevens
ontving hij de zilveren medaille van de Ne
derlandse Maatschappij voor Nijverheid en
Handel. Van het jubileumfonds was er een
mand met bloemen; het personeel bood een
huiskamerlamp aan.
Met ingang van 15 October 1953 is op zijn
verzoek eervol ontslag verleend wegens lang
durige dienst aan de kapitein ter zee arts
A. W. Mellema. Dokter Mellema was eerst
commandant van het Marinehospitaal in
Overveen. Later werd hij geplaatst bij het
ministerie van Marine ter beschikking van
de chef geneeskundige dienst. Hij vertegen
woordigde Nederland op de Rode Kruis-con-
ferenties in 1948 te Stockholm, in 1949 te
Genève en in 1952 te Toronto.
In Mei van dit jaar heeft de heer Mellema
reeds afscheid van de dienst genomen om
zich als huisarts te vestigen.
De vogeltrek
De post aan de Zeeweg berichtte van
morgen: geheel bewolkt en matige Zuid-
Oostenwind. Ondanks de gestadige regen
was er een sterke trek van spreeuwen.
Om acht uur
kwamen de eer
sten langs vliegen,
om halfnegen pas
seerden een paar
grote troepen. De
ze trek zette sterk
door toen de regen
om negen uur af
nam.
Tussen acht en negen uur werden in
totaal 3400 spreeuwen gezien. De vinken
deden het kalm aan. Er werden er twintig
waargenomen. Ook de veldleeuweriken en
graspiepers waren vandaag weinig actief.
De kraaien daarentegen lieten zich niet
weerhouden door het slechte weer. Men
zag er 350 ovexrvliegen.
Aan de Boulevard in Zandvoort werd
een vrij sterke trek waargenomen. Van
acht tot negen uur telde men 3700
spreeuwen en 120 vinken. Voorts passeer
den er twee kieviten, 330 roeken en kau
wen, een aantal graspiepers en veldleeuwe
riken, en een kramsvogel. In de Waarder-
polder werden genoteerd, 110 vinken, 180
spreeuwen, 16 leeuweriken, zes putters,
een paar graspiepers en een kneu.
Bij IJmuiden werden geteld, 30 bonte
kraaien, 22 scholeksters en negentig drie-
teenstrandlopertjes in één troep. Maandag
merkte men in de Waarderpolder, zoals
gemeld, vier grasmussen op.
Dit was een late waarneming. De gras
mus is een nachttrekker, waarvan de
hoofdtrek plaats heeft in Augustus. Tot
October worden er doorgaans nog wel
nakomers gezien. Hij broedt overal in
Europa tot aan de poolcirkel en overwin
tert in Afrika.