Mode in de regen Voor alle leeftijden Het moderne jongenspakje Hollandse degelijkheid in combinatie met Franse zwier Een surprise éjb Verstopping °for:fcse Redelijke verwachtingen voor de beurzen Hoedenontwerpster in grachtenhuis DIT MAKEN WE ZELF WANDELING LANGS DE WINKELRAMEN Groenten in de winter Effecten- en Geldmarkt Dronken chauffeur reed twee mensen aan Eddy Christiani onze populairste zanger ZAïHRDAG 21 NOVEMBER 1953 <V oer de<V rouw Soms zijn we wel eens op zoek naar een bijzondere vrouwenfiguur, wier leven een bron van interessante lectuur zou kunnen bevatten. Een of andere „levens heldin". Maar we moeien steeds weer ervaren, dat we op dergelijke strooptochten zelden of nooit er in slagen zo een vrouw te vinden. Het is hiermee als met het geluk: wanneer ge er bewust op uit gaat om het te vinden, komt ge immer be drogen uit. Maar juist op een moment, waarop ge het 't minst verwacht, klopt het bij it aan, zonder dat ge er moeite voor hebt gedaan. Welnu, zo ongeveer verging het ons deze week ook. Nadat we aan de bel getrokken had den van een onzer Haarlemse grachten huizen, werd de deur geopend door de vrouw des huizes, mevrouw Peereboom- de Laire, eigenaresse van Maison „Jolie Chapeau Dame". Het was onze intentie iets meer te weten te komen van de geheimen van het hoedenontwerpen. Maar, we moe ten het tot onze schande bekennen, ook na ons bezoek aan dit hoedendorado zouden wij u nóg niet kunnen vertellen, wat precies de geheimen van dit deel van het modevak behelzen. Welke materialen horen bij elkaar? Hoe weet de ontwerpster, dat juist d i e lijn van een nieuwe hoed in harmonie is met het type, waarvoor de hoed be stemd is? Is een hoed, waarbij ver schillende materialen zijn gebruikt, te verkiezen boven de hoed van slechts één soort stof of andersom? Wij moeten u het antwoord erop schuldig blijven. Maar uit het gesprek, dat wij met „Comtesse de Laire", de Frangaise, die nu bijna dertig jaren in Holland woont, hebben gehad, hebben wij andere wijs heid geput: dat met energie en doorzet tingsvermogen welhaast alles te berei ken is in het leven. Door bittere oorlogsomstandigheden daartoe gedwongen, moest onze gast- vrouwe indertijd uit ons land wegvluch ten en jarenlang leefde zij bij haar dochter in Buenos Aires. In angstige on wetendheid omtrent het lot van haar gevangengenomen echtgenoot. Om de tijd zo goed mogelijk door te komen, zoch zij in dit verre land toen naar een bezigheid, die haar tijd in be slag kon nemen. Zij ontdekte toen, dat zij de gave bezat om creatief te werken: zij begon te tekenen, te ontwerpen en vormen en na verloop van tijd was zij de geziene eigenaresse van een toon aangevende hoedensalon in Argentinië. Het ontwerpen van hoedenmodellen voor huwelijksplechtigheden was haar liefste bezigheid. Nu moet ge weten, dat het in dit land de gewoonte is om de huwelijksplechtigheden des avonds te houden, waarbij dan alle gasten gelijk op een modeshow met hun nieuwste creaties voor de dag komen. Maar hoeveel succes zij ook met dit werk daar mocht behalen, zodra me vrouw Peereboom de gelegenheid kreeg, spoedde zij zich na de oorlog weer naar ons land terug met het vurige ver langen haar taak als echtgeno weer te mogen vervullen. Het heeft echter niet zo mogen zijn. Maar het lag niet in de aard van onze gastvrouw om bij de pakken te gaan neerzitten. Opnieuw begon zij, daartoe aange moedigd door het enthousiast onthaal van haar eigen hoedencreaties, ook voor anderen weer hoeden te ont werpen. Doch in Nederland kan men niet zo maar een zaak openen; daartoe zijn de nodige diploma's vereist. Maar ook dat leverde geen moeilijkheden op. Zonder daartoe ooit enige opleiding te hebben ontvangen, legde zij de vereiste examens voor het hoedenvak zonder enige moeite af en sindsdien mag Haarlem zich ver heugen in het bezit van een hoeden salon, waar vrouwen uit heel Nederland met een gerust hart hun hoofd ter be dekking kunnen toevertrouwen. Naast de ingeboren typisch Franse vaardigheid modelleert mevrouw Pee reboom-de Laire haar ontwerpen met zowel een grote ervaring op technisch gebied als een onbetaalbare ervaring op het gebied van mensenkennis en levenswijsheid. „Geen een vrouw hoeft met een zotte hoed te lopen. Of ze nu twintig is of tachtig", en terwijl ze dit zegt, laat ze hoedjes van velerlei makelij de revue passeren: hoedjes, waarvan het mate riaal weliswaar uit Parijs afkomstig is, maar waarvan het ontwerp is afgestemd op de Nederlandse vrouw. En „Com tesse de Laire" ként de Nederlandse vrouw. Bijna dertig jaren is zij er mee omgegaan en heeft zij zich gelukkig met hen gevoeld. „Ik houd van dit land en ik verlang er helemaal niet naar om weer in Frankrijk te wonen. Ik voel me gelukkig als ik mijn vacantie kan doorbrengen in de heerlijke bossen op de Veluwe. En als ik maar 'n paar keer per jaar naar Parijs kan om mijn ma teriaal te kopen, dan ben ik volkomen tevreden". Het is dan ook opvallend, dat er in haar „Salon de haute Mode de Cha- peaux" de moderne, dikwijls kil-aan- doende Parijse mode-sfeer volkomen zoek is. Er heerst in haar salon een sfeer, die de Hollandse degelijkheid als hoofdmaaltijd en de Parijse zwierigheid als dessert inademt. En haar ontwerpen houden hiermee gelijkte tred. „Het type van de Hollandse vrouw vraagt nu eenmaal om soberder kleding dan de Frangaise", verklaart zij verder. „Het tengere Franse type kan over het algemeen meer hébben. Waar bijvoor beeld een glinsterende broche als het ware één geheel vormt met het hele uiterlijk van de Franse vrouw, daar kan dezelfde broche voor de Hollandse vrouw bijna smakeloos aandoen. Maar als het er op aan komt, dan is iedere vrouw een type op zich en is het eigen lijk niet helemaal geoorloofd om de scheidslijn te trekken tussen nationali teiten. Een bepaald toilet of een bepaal de hoed kan voor de een 'n mislukking zijn'en voor de ander een succes" en met deze waarheid, die onafhankelijk is van tijd en mode namen wij afscheid van onze sympathieke gastvrouw. Voor de komende St. Nicolaasfeesten of voor één of ander aardig verjaars cadeautje, is deze overtrokken kleren hanger met vakjes een practisch ideetje, wat tevens gemakkelijk te maken is. Een ieder heeft wel eens resten stof die hiervoor geschikt zijn. Het aardige van deze klerenhanger is, dat u hem als zo danig kunt blijven gebruiken, en er bovendien handschoenen, shawls e.d. in op kunt bergen. We beginnen met het maken van een patroontje, dit knippen we van dubbele stof na. We moeten natuurlijk wel even kijken of de klerenhanger die we ge bruiken werkelijk ongeveer 43 cm breed is, anders maken we het patroon iets smaller of eventueel breder. Nu scheu ren we een reep stof van 16 cm breed en 46 cm lang en stikken bovenin een zoom van 2 cm. Deze reep naaien we op de stof met de gebogen bovenkant Omdat het volgens dè Bilt in ons deson danks zo dierbaar landje zo'n tweehonderd dagen van het jaar re gent, heeft Falcon ons tot een regen-modeshow genood, om te laten zien hoe vrouwen en meisjes in modieuze en veelkleu rige regenkledij ons vaak wat druilerig straatbeeld kunnen opvrolijken. En terwijl het hemelwater langs de ruiten siepelde, hebben we geleerd dat ons meest gedragen gar derobe-stuk niet langer uniform beige behoeft te zijn. We hebben zijden mantels gezien, in chan geant effect van zwart en donkerrood, cognac en parelgrijs en zelfs donkergroen met goud. Soms met een nopje en soms met mooi stiksel op manchetten en coquet opstaand kraagje; wijd klokkend van de schou der en met bevallige raglan-mouwen. Dat wa ren de mantels voor het Mei-regentje en voor de gure' winterbuien zagen we camels en tweeds, de Ierse Do negal en de voorname en stikken 3 vakjes van 15 cm op deze stof door. Eventueel doen we hetzelfde met de andere kant, zodat we dan 6 vakjes krijgen. Nu naaien we de delen met de vakjes naar binnen dicht, laten echter de onderkant open waardoor we het geheel omkeren. Nu doen we de klerenhanger erin, het haakje steekt er, zoals we zien bovenuit, door een gaatje dat we open gelaten hebben. Nu naaien we de onderkant met de hand dicht, en we hebben een practische en tevens aardige surprise. We hangen de kleren hanger aan de kapstok of in de kast, en we behoeven nooit meer naar hand schoenen e.d. te zoeken. L. S. Harris van de ruige Schotse berg- schapen; men had er box coats van ge maakt die de allure hadden van een chic-que reismantel. Zelfs de stemmige loden mantels bleken frivoler geworden, in acht helle kleuren, omdat men er Tiroler lodenstof voor verwerkt heeft. Klassieke gabardines zijn in de mode betrokken door lijn van kraag en zakken en door de pasteltinten, waarvan vooral RAF-blauw de modekleur zal zijn. Jongenspakje van Amerikaans model met lange pantalon. Zagen in October de étalages er nog wat eentonig uit, begin November ver anderde dat als bij toverslag. De ruim ten achter de ramen werden plezante schouwtonelen, waar thans Sinterklaas en Zwarte Piet hun hoofdrollen op voor treffelijke wijze vertolken. Tot zes December dan komen de Kerstlicht jes en het engelenhaar. Voor de speelgoedwinkels drukken groten en kleinen hun neuzen plat. „Jó, kijk eens, die kan voor- en achteruit rijden"; „Nou ja, dat mag ook wel", zegt het vriendje wijs, „kost een bom geld". Dat was een gesprek over electrische treinen, hèt speelgoed voor onze mannen boven de tien. Wie speelgoed gaat kopen zal zich zeker eerst afvragen: wat wil het kind het liefst hebben? Wat kan ik hem geven dat bij zijn leeftijd past? De verlangens van het kind sluiten over het algemeen aan bij de ontwikkelingsstadia die het doormaakt. Vragen wij een psychia ter waar speelgoed voor dient, dan zal hij antwoorden: om de overgang van het ene ont wikkelingsstadium naar het andere ge makkelijk te ma ken. In het eerste halfjaar van zijn leven tjeheeft baby geen speelgoed no dig. Na die zes maanden hangen wij een rammelaar in de wieg, zó dat het klein tje er met de vingertjes tegen aan kan slaan. Komt het kind in de zuig- en bijt- periode dan krijgt het een bijtring zon der vei-sierseltjes, een gummi popje (zonder fluitje alstublieft), een blokje van zacht plastic en andere voorwerpen, waarmee het zonder gevaar zijn zuig en bijteigenschappen kan ontwikkelen. Weer wat later komt de knoeiperiode. Dan geven wij het iets waar het flink mee kliederen kan: bellen blazen, een waterpompje. Zodra het kind gaat lopen, wil het iets met zich meetrekken. We geven het clan een „voorttrekbeest", dat hij achter zich aan kan laten slepen en omdat het beest beweegt geeft het hem de indruk van iets levends. Behalve voorttrekbeesten zijn er karren met en zonder blokken, rammelende busjes aan een stok, wieltjes met gekleurde lapjes tussen de spaken, en nog zo veel meer. In het tweede levensjaar verlangt het kind in- en uitschuiffiguren, het wil onderzoeken hoe de dingen uit elkaar gaan en weer in elkaar te passen zijn. Hiervoor dienen de eitjes, tonnetjes, blokjes, die losgeschroefde of losgetrok ken worden en dan nog wel vijf, zes eitjes, tonnetjes en blokjes in zich ber gen. Het kind kan tijden zoet zijn met het uit en in elkaar passen. De eenvou dige legpuzzles komen nu ook van pas; de \,leesbordjes", waar gekleurde bees ten in zijn uitgezaagd en door het kind in het juiste vakje moeten worden ge duwd. Er zijn bouwtonnetjes, kleuren- stoofjes en vormenstoofies. In de stoof zitten verschillende soorten gaten en nu probeert het kind met de bijbehorende blokjes welk blokje door een bepaald gaatje geduwd kan worden. Of wij geven de jeugdige spruit een schroef- staaf waar gekleurde blokjes op elkaar geschroefd worden. En dan de blokken dozen. Al deze dingen blijven de hele kleuterleeftijd mooi. Is het kind in de aggressieve, in de lawaaiperiode dan geven wij het iets wat veel geluid maakt,: „Hamertje Tik" bijv.: met een houten hamertje slaat de dreu mes op ronde houten staafjes die in een blok met gaten geklemd zitten. Zijn de staafjes naar de andere kant getimmerd, dan kan hij ze weer terugslaan. Zinloos? Helemaal niet. Het kind maakt verruk kelijk hard lawaai, laat iedereen horen dat hij er bij hoort en hij zal kraaien van plezier. Óok met trommels en xylo foons kan het geluid oorverdovend zijn. In de speelgoedzaak, waar ik een hele tijd heb rondgekeken en genoten, voelde ik me weer kind. Met voorzichtige vingers heb ik de begeerlijkste dingen opgepakt en ik bespeurde weer dezelfde kinderlijke jalouzie uit de tijd toen mijn jongste zusje een pop kreeg met echte slaapoogjes en haar. De vriendelijke loplast te noemen, gekleurde staafjes boetseerwas waar geen water bij te pas komt. Er zijn zachte donzige dingetjes bij, daarmee kan het geschapen beest een wuivende staart krijgen en de trein een gekleurde rookpluim. De was geeft niet af en bevat geen vergiftige bestand delen. Dit soort speelgoed is voortreffe lijk om eigen initiatief te ontplooien en fantasie te ontwikkelen. Er zullen niet veel ouders geneigd zijn oorlogsspeelgoed voor hun kinderen te kopen. Gelukkig niet. Met het constructief speelgoed kun nen wij beginnen bij kinderen van vijf jaar. Heeft het kind de schoolleeftijd bereikt dan krijgt het belangstelling voor het intellectuele constructieve speelgoed: bouwdozen, huizen-bouwdo zen, stenen bouwdozen en metseldozen en voor de groteren de Meccanodozen, electrische treinen, enzovoort. Nu heb ik nog niet eens de knikkerspelen opge noemd die in grote verscheidenheid wor den gemaakt, van het gewone knikkeren op straat tot het sjoelbakken en het Wico-biljartspel toe. Ook is er te weinig aandacht besteed aan de duizend en één poppen die er zijn: van gummipopje tot piaspop is een oneindige afstand. Er zou den boekdelen te schrijven zijn over de ontwikkeling van het speelgoed. Wist ge dat in de Egyptische graven van enige honderden jaartjes geleden al beweeg baar speelgoed is gevonden en poppen met genaaide kleertjes? Enfin, laten wij ons nu niet met die verschrikkelijke oude Egyptenaren bezig houden, maar met onze jonge kinderen. Wat willen zij het liefst ontvangen op 5 December? Mij dunkt: speelgoed. ANNEKE verkoopster was zeer hulpbereid. Zij vertelde ook van haar ervaring met on verstandige ouders, die voor hun zoon van twee een dure bromtol kochten. Dat is te moeilijk voor die leeftijd, zei de verkoopster, een bromtol moet precies loodrecht worden gehouden om ingedrukt te worden en dat kan zo'n kind niet. Hij duwt hem scheef, en duwt wat harder, rood van inspanning geeft hij nog een stevige duw op de staaf en stuk is de tol. Dat is niet de schuld van de speelgoed fabrikant en niet van het kind. Een bromtol is prachtig voor kinderen boven de vier jaar, niet voor jongere. Laten wij vooral niet vergeten de Phi- Andijvie au jus 1 1/4 kg andijvie, margarine of boter, 2</a dl verdund bruin van jus, paneer meel, zout. Maak de andijvie op de gewone wijze schoon en kook ze gaar in aanhangend water en zout. Laat ze op een vergiet uitlekken en leg ze in een vuurvast schoteltje. Giet de jus erover en maak het schoteltje af met paneermeel en klontjes boter. Laat er in de oven een mooi bruin korstje opkomen. ADVERTENTIE Het is zeker niet zonder reden dat op de Amsterdamse beurs zich de laatste tijd een betere stemming kan handhaven en het koerspeil van de aandelenmarkt thans zo ongeveer op zijn hoogste stand voor dit jaar noteert. Deze week heeft New York met een paar flauwe dagen roet in het eten gewor pen, maar de grondtoon van de Amster damse beurs is daardoor toch niet geschaad. Men zal de reden in de eerste plaats dicht bij huis moeten zoeken, namelijk in de gun stige ontwikkeling van het Nederlandse bedrijfsleven, waarop verschillende publi caties wijzen. Voorts in de aanmerkelijk verbeterde positie van Europa tegenover de V.S. welke de mogelijkheid van een con vertibiliteit van de valuta's naderbij brengt, terwijl tenslotte ook de internationale samenwerking af en toe gunstiger aspecten vertoont, zoals dezer dagen weer uit de Beneluxconferentie is gebleken. Wat de toestand in Nederland betreft, hebben de cijfers van de industriële pro ductie voor de maand September wel een zeer gunstige indruk gemaakt, doordien zij een nieuw hoogtepunt hebben bereikt. Ter wijl Augustus een cijfer gaf van 161, steeg het in September tot 169, hetgeen 12 pun ten hoger is dan dat van September 1952. Ook de dagproductie was hoger en met name in de metaal-, de papier- en de rub- berverwerkende bedrijven is de activiteit toegenomen. De meeste ondernemingen blijven helaas nog in gebreke met de publi catie van tussentijdse gegevens over de gang van zaken in het lopende jaar, doch vóór zover men dit wel reeds doet, stem men de mededelingen tamelijk hoopvol, ook al wordt in de meeste gevallen melding ge maakt van een verscherpte concurrentie, welke tot gevolg heeft dat de winsten van het vorige jaar alleen kunnen worden ge handhaafd door de grotere omzetten. In de meeste publicaties wordt dan ook op de kwetsbaarheid van onze export gewezen, welke export sinds de laatste jaren voor de werkgelegenheid in ons land een nog steeds belangrijker wordende factor is, om dat vele bedrijven zich in sterkere mate op de export hebben toegelegd. Men herinnert zich dat de Heemaf en enkele andere grote ondernemingen in ons land zich bij de uit breiding van hun bedrijfsbasis op niet meer dan 20 van de totale productie voor ex port willen instellen, omdat naar hun mening anders het risico te groot wordt. Komt men internationaal tot meer overeen stemming ten aanzien van de uitwisseling der goederen, zodat men hier niet telkens voor verrassingen komt te staan, dan zou de Nederlandse export ongetwijfeld nog belangrijk kunnen worden uitgebreid. Maar laten we niet ontevreden zijn. Uit de dezer dagen gepubliceerde cijfers van de Nederlandse betalingsbalans voor de laatste drie halve jaren, blijkt dat het eer ste halfjaar 1953 een overschot heeft opge leverd van f 949 millioen, dat is weinig minder dan het surplus van het eerste semester 1952 en aanzienlijk meer dan het voordelig verschil voor het tweede halfjaar 1952, dat 378 millioen bedroeg. Wat ech ter in nog sterkere mate bevrediging schenkt, is de verbeterde dollarpositie van ons land als gevolg van een verminderde invoer uit en een grotere export naar de V.S. en Canada. De goederenuitvoer naar de V. S. is van 273 millioen in het eerste halfjaar van 1952 en 369 millioen in het tweede halfjaar van 1952 tot 446 millioen gestegen, de goedereninvoer daalde in die zelfde tijd van respectievelijk 666 mil lioen en 546 millioen tot 472 millioen met het resultaat dat terwijl de betalings balans over het eerste halfjaar 1952 nog een ADVERTENTIE N V. MP. „HOLSTER"- OVERVEEN Tel. K 2500 - 15597 en 19057 Centrale verwarming Airconditioning Aut. oliestook Op de Stalinlaan te Amsterdam is van ochtend omstreeks half vier een 34-jarige chauffeur-monteur aangehouden, die on der invloed van sterke drank op het Thor- beckeplein kort tevoren voor- en achter uit had gereden, daarbij tegen de omstan ders roepende: „Ik rijd jullie allemaal dood". Inderdaad reed hij twee mannen aan, waarna hij via de Herengracht in de rich ting Utrechtsestraat verdween. Op de hoek bij de Utrechtsestraat gaf een agent van politie hem een stopteken en ging daartoe midden op de weg staan. De chauf feur hield in, doch gaf terstond daarop voi gas en reed recht op de agent in. Deze kon nog snel opzij springen. Zonder licht reed de chauffeur door in de richting van de Amstel. Op de Stalin laan wist men de dronken chauffeur voorbij te rijden en tot stoppen te dwingen. Hij is naar het politiebureau overgebracht. nadelig saldo van 221 millioen aanwees, in het tweede halfjaar 1952 een overschot van 50 millioen ontstond, dat in het eer ste halfjaar 1953 tot 186 millioen is ge stegen. Men kan dus wel zeggen dat de dollar- kloof voor Nederland is opgeheven. Dit is temeer bevredigend omdat weliswaar de goedereninvoer uit de E.B.U.-landen aan merkelijk is toegenomen, maar de goede renuitvoer naar de E.B.U.-landen in het eerste halfjaar 1953 een nieuw record heeft bereikt en niet onaanzienlijk groter is dan in het tweede halfjaar 1952, nl. 2739 mil lioen tegen 2666 millioen, terwijl ook de uitvoer naar de overige landen is voor uitgegaan. Nu kunnen toevallige factoren hier in vloed hebben geoefend, men zal toch diep respect moeten hebben voor de Nederlandse koopmansschap, die ondanks allerlei rem mingen en hinderpalen nieuwe banen zoekt voor de ontwikkeling van de buitenlandse handel en daardoor het welvaartspeil van de bevolking handhaaft. En het is dus onder deze omstandigheden geen wonder dat het beleggend publiek al lengs weer een groter vertrouwen krijgt in de Nederlandse bedrijven, waarvan de aan delen te Amsterdam worden genoteerd. Deze week was er een nieuwe aanwijzing voor de toenemende betekenis, welke men ook in het buitenland aan de Nederlandse industrie hecht, nl. de geslaagde poging om voor de aandelen AKU officiële notering te New York te verkrijgen, in verband waar mee een zeer uitvoerig prospectus is uitge- gevèn, waaruit wel blijkt dat men iri New York bij de toelating van aandelen tot de notering niet over een nacht ijs gaat. Een en ander moge voor de directies van onze bedrijven een aansporing zijn om ook de Nederlandse houders van de aandelen hun ner vennootschap volledig en op tijd over de gang van zaken in te lichten. In Enge land schijnt men ten aanzien hiervan reeds een soort wedstrijd te hebben uitgeschre ven. Nederland staat in de verbeterde posi tie tegenover de V. S. weliswaar vooraan, het is niet het enige land in Europa. Plet Federal Reserve Bulletin deelt mede dat gedurende de afgelopen 15 maanden de landen, die met de V.S. handel drijven, in staat waren hun goudreserves en credit- saldi met bijna 300-0 millioen dollar te ver hogen. Dit is dan gepaard gegaan met een vermindering van de Amerikaanse uitvoer, welke in Augustus met 1182 millioen dollar de laagste maandstand voor de laatste jaren bereikte, terwijl de Amerikaanse invoer slechts weinig lager was. Men heeft er dan ook in de V.S. op gewezen, dat, al zijn er voor de invoer nog vele belemmeringen, op dit punt de laatste jaren toch tal van con cessies zijn gedaan. Maar hoe dit zij, er zijn nationaal en internationaal tekenen van vooruitgang, welke aan de beurzen grond geven voor redelijke toekomstverwach tingen. ADVERTENTIE Vlug, zacht en pijnloos werken Mijnhardt's Laxeertabletten 65ct Wie zijn de populairste zangers en zan geressen van Nederlandse liedjes in ons land? Wie zijn het populairst door het zin gen van buitenlandse „songs"? En welk Nederlands liedje is thans het bekendste? Deze en soortgelijke vragen heeft een mu zikaal maandblad aan zijn lezerskring voorgelegd. Uit de vele honderden inge zonden antwoorden werden de volgende resultaten vastgesteld: Eddy Christiani is de populairste zanger van Nederlandse liedjes. Hij behaalde 42 percent tegen Max van Praag, op de tweede plaats, 34 percent. Derde en vierde waren Bert Robbe en Martin Bomers. Bij de dames staat Sonja Oosterman voor het zingen van Nederlandse liedjes met 30 percent aan de kop. Tweede was Ans Hevdendaal, derde Jetty Paerl, daarna kwamen Annie de Reuver en Jany Bron. Joop de Knegt behaalde met 42 percent de overwinning in de afdeling zang van buitenlandse liedjes. Karei van der Velden werd tweede, Marcel Tielemans derde. Mieke Telkamp troont met 45 percent san de kop bij de dames, die buitenland1"5 liedjes zingen. Na haar volgen Jany Bron. Riedel van Kleef, Sonja Oosterman en Jetty Paerl. Pia Beek heeft volgens deze stemming het populaii-ste kleine ensemble in ons land. Het populairste Nederlandse liedje is „Sterren stralen overal", dat echter slechts 20 percent der uitgebrachte stemmen be haalde-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1953 | | pagina 9