De vreemde historie van de ware Casanova Ontroering in „La minute de vérité" Franse paragraaf Schraalhans keukenmeester of hoorn van overvloed J Mooie film van Jean Delannoy Nevel en zon c KNOLLEN VOOR CITROENEN De Naam De veelzijdigste avonturier aller tijdendie overal fortuin zocht en nergen rust vond Minnaar Financier mannen, dat dit nauwelijks een onder- Oplichter Fabrikant iisü V; .7 J fj. rxl mPm Litterator Koning Dierbare vrienden Frans blijspel bij bet Rotterdams Toneel ■\ASANOVAeen romantische naamgouverneur Da Costa, verleidt diens vrouw die ogenblikkelijk het beeld oproept en belandt tenslotte na hevige scènes op van een achttiende-eeuw se Don Juan, een naburig eiland, waar hij zichzelf tot zwervend van de ene liefde naar de an- koning uitroept. Ook dat verveelt hem dere amourette, parasiterend op het geld echter snel, hij verzoent zich met Da Costa klagen, dat het zo moeilijk is om geld voor de staat te vin den. Casanova bluft, dat hij wel een op lossing weet en im proviseert ter plaatse een -nieuw loterij- systeem, dat de fi nanciers terstond als en geestig verteller, Parijs als industrieel nachts zwerft hij in slecht gezelschap door een meesterstuk er kennen. De loterij wordt georganiseerd en Casanova krijgt als dank voor zijn idee de exploitatie van zijn minnaressen De werkelijkheid is, dat die liefdesaffai res slechts een ondergeschikte rol speelden en viert dat met een serie braspartijen die zijn Pauselijke reisbeurs volkomen uitput. Zonder een sou komt hij eindelijk in Ve in het leven van Casanova. Venetië heeft netië terug, waar hij bij gebrek aan beter hem gekend als aankomend pastoor, violist violist wordt in een theater-orkest. Des en financier, Holland verbaasde hij met zijn kennis van alchemie en astronomie. Andere steden in Europa kenden hem als historicus, tovenaar en wiskundige en de de stad en beleeft er de liederlijkste avon turen, die opnieuw de Inquisitie op zijn spoor zetten. Maar wederom heeft hij ge luk als op een bruiloft een der gasten plannen die hij in Spanje ontvouwde voor de Tijke senator Bragadino een beroerte de ontwikkeling van land- en mijnbouw krijgt. Een ontboden dokter kan slechts van een aantal lote- waren zijn tijd ver vooruit. Maar zijn be- zijn schouders ophalen, maar Casanova legt rijkantoren, waaraan de patiënt een eigen gemaakte zalfpleisler hij op en de senator herstelt „tot mijn eigen opperste verbazing", zegt Casanova. Een juffrouw uit een kermiskraam verloor opeens haar goede naam. Ten zeerste in het nauw gebracht, zocht zij de naam een ganse nacht. Maar in het eerste morgenlicht deed een politieman zijn plicht. Toen hij vernam wat haar ontbrak, bood hij haar gratis onderdak. En bovendien, als grootste schat, een naam in het politieblad. Piet Zoethout langrijkste verrichting vormen zijn mé- maires zeshonderd pagina's, waarin hij met grenzenloze ijdelheid verslag doet van al zijn wapenfeiten, maar die tevens een brillante schets zijn van de zeden en vrij wel alle grote figuren van zijn tijd. GIOVANNI CASANOVA wordt in 1725 in Venetië geboren als de zoon van een be roepsdanser en een actrice. Hij is een zwak kind, dat voortdurend geplaagd wordt door hevige neusbloedingen. In 1734 gaat hij naar een seminarie in Padua, dat hem voor kost en logies uitbesteedt in een vierderangs herberg. Ratten, muizen en vlooien zijn daar zijn kamergenoten, maar tenminste hon derdduizend francs verdient. En nog ande- groot huis op de Mali en maakt er tal van re bronnen van inkomen vindt hij: het ge- nieuwe veroveringen totdat hij zijn meeste- nezen - met toverspreuken - van allerlei res in het liefdesbedrog ontmoet: de dan- ingebeelde zieken en vooral de oude mar- seres La Charpillon. Deze sirene troggelt kiezin d'Urfé, een rijke oude zonderlinge, hem al zijn geld af „zonder er iets voor die haar leven doorbrengt temidden van terug te geven" en tenslotte ontzinkt Ca- geesten, gnomen en andere hersenschim- sanova de moed. Woedend koopt hij een men. Zij zoekt een methode om zichzelf te papegaai, leert het dier een zinnetje „La transformeren in een jonge man en als Charpillon is een nog grotere deerne dan Casanova belooft, haar daarbij te helpen, haar moeder" en verkoopt het dan aan krijgt hij grote sommen gelds en juwelen een artistencafé. van haar los, die hij echter in geen tijd EcOnOOIïl zijn gezondheid wordt steeds beter en hij ontwikkelt zulk een eetlust, dat hij zijn meeste tijd zoek brengt met het stelen van UIT DANKBAARHEID adopteert Braga dino hem als zijn zoon en natuurlijk slaat Casanova daaruit op alle mogelijke wijzen munt. Enorme sommen krijgt hij los van zijn beschermer, die hem bovendien bij enkele nieuwe schandalen uit de handen van de justitie redt. In 1748 heeft Casanova het echter zo bont gemaakt, dat hij op- weer verbrast. Het leeuwendeel van zijn nieuw de vlucht moet nemen. Hij zwerft geld verdwijnt ditmaal in een fabriek die GEKNOEI MET EEN WioSELBRIEF is de door heel Noord-Italië en ontmoet in Man- hij sticht voor het bedrukken van zijden oorzaak dat hij, ziek en straatarm, ook uit stoffen. Dat had een winstgevend project Engeland moet vluchten. In Parijs, Wenen, kunnen worden, maar Casanova was een te Florence en Venetie kan hij zich niet meer grote dilettant om de zaak te doen slagen, vertonen en dus bes uit hij naar Berhjn te Zijn personeel bestal hem en zijn leveran- ^an, waar Frederik II hem uiterst koel ciers bedrogen hem. Hij verloor er zoveel <jntvanSf* Hij reist verder naar Rus and en geld mee, dat hij tenslotte Parijs verlaten dringt door tot Catharina de Gro.e, zeer moest om een bankroet te ontgaan. P7!eid door de bewondering die zij hem betuigt. Maar Cathanna bewondert zoveel r»am nTTTK-T Hit tm wot t amn op scheiding is en een bijzondere gunsteling DAN DUIKT HIJ IN HOLLAND OP wordt hij niet Teleurgesteld vertrekt hij met een financiële missie van de Franse raar Warschau waar hij een geruchtma- en passant een kend duel voert met graaf Branicki en tua een kleine Frangaise, Henriëtte ge naamd, „de enige vrouw die ik ooit lief gehad heb". Na drie dagen „van dol ge- regering, ontmaskert eieren, haringen en worsten van de markt- luk" wordt Henriëtte echter door schoon- concurrente avonturier die er valse kroon- ve|g am0urettes beleeft. Maar tenslotte papa naar Parijs ontboden en Casanova Juwelen voor echt verkopen wil en oogst krjjgen de p0ien genoeg van hem en zijn blijft, hete tranen wenend, achter. Hij a'du^. de uitbundige dank der Hollandse S)erke verhalen en weer moet Casanova de wordt plotseling vroom, bezoekt de mis en kooplieden en bankiers, maar niet, zoals wjjk nernen. Hij belandt tenslotte in Span- vult zijn brieven aan Bragadino met hoog- J"-' uoopt, een lucratief erebaantje. Via je^ ontwerpt er een schrander plan voor gestemd gemoraliseer. Zonder haast keert Keulen en Zwitserland keert hij in Parijs bet kevojken van de Sierra Morena (met kraampjes in Padua. LERAREN onderwijzen hem Grieks, filosofie en wiskunde. Hij leert ook ver dienstelijk viool spelen en bekwaamt zich voorts ijverig in het brassen en gokken, waarbij hij zich zo in de schulden steekt, hij naar Venetië terug, waar hij zijn goede voornemens vergeet om zich met frisse moed in galante avonturen en in het kans- dat hij uit Padua moet vluchten. Terug in Venetië krijgt hij de tonsuur en de sou tane en is daar niet weinig verguld mee. Dat belet hem echter niet, de eerste schreden op het pad der liefde te zetten. Nu is dat niets ongewoons in het Venetië prijs in de loterij, die hij in Parijs gaat opmaken. Twee jaar lang leidt hij daar een opwindend bestaan met veel vrouwen, maar ook met lange debatten over kunst en politiek met mannen van naam en in- van die dagen, waar een jonge priester vloed/ Dan zjjn de ducat?n en via een avontuur met een non belandt hij opnieuw zelfs aangemoedigd wordt om op deze wijze „enige kennis op te doen van het volle leven". Casanova's eerste „minnares" is de dertienjarige Bettina Gozzi. Zij zou spoedig door vele anderen gevolgd worden. Maar toch schijnt de jonge Casanova toen nog geen ambities gekoesterd te hebben voor een avonturiersloopbaan. Hij hoopt veeleer op een kardinaalshoed en werkt met voorbeeldige ijver aan zijn priester lijke vorming. Hij gaat zelfs terug naar in de Dogenstad. Nieuwe conflicten volgen en eindelijk krijgt de Inquisitie vat op hem dank zij een paar verboden boeken, die zij in Casanova's huis vindt. HIJ WORDT GEARRESTEERD en ver oordeeld tot vijf jaar celstraf in de be ruchte Piombi-gevangenis. In een jaar tijd éÊjr\ Voltaire Zwitsers!) en is er een seizoen lang de sensatie der hofgrandes. Dan begaat hij de fout een der hoge edellieden te beledigen en dat is tevens het einde van zijn Spaanse carrière. HIJ IS NU KENNELIJK OP ZIJN RE TOUR. Hij wordt ouder, is weer straatarm en bovendien plaagt hem het heimwee naar zijn geboortestad. Invloedrijke vrien den weten te bewerken, dat de Venetiaanse Inquisitie hem begenadigt zodat hij in 1774, bijna vijftig jaar oud, zielsgelukkig in de Dogenstad terugkeren kan. Acht jaar teert hij er op zijn oude glorie, dan vindt hij ook daar geen rust meer. Hij zwerft door Duitsland, Tyrol en Wenen, om te ontdekken, dat zijn vrienden hem vergeten zijn. Ook zijn veine bij het spel heeft hem verlaten en amoureuze bevliegingen heeft do.et }"j twee uitbraakpogingen. De eerste terug. In Zwitserland ontmoet hij onder hij nog slechts sporadisch. Als hii zestig is, Padua om de studies voort te zetten, maar mislukt op het nippertje; de tweede, on- meer Voltaire, met wie hij vele gedichten aanvaard1 'dj een post als bibliothecaris op steekt daar weldra weer dik in de schul- dernomen met een medegevangene, gelukt reciteert en critiseert. Ondanks zijn uit- het kastec van de graaf van Waldstein in J na een eindeloze reeks tegenslagen. Het is spattingen is hij nu een beroemdheid en Bohemen. waar hij „bijna sterft van ver- de cipier zelf die tenslotte, hen niet her- ais Rome hem tot vertegenwoordiger van veling." Hij takelt af, verliest ziin tanden, kennend, het laatste obstakel voor hen ont- Portugal ter conferentie van Augsburg be- begint moeilijk te spreken. De bedienden slli't!, noemt, schijnt zijn diplomatieke carrière plagen en vernederen hem, maar zijn trots Met geld van Bragadino begint hij dan gemaakt te zijn. De conferentie gaat niet is ongebroken. Daar hij steeds meer moeite aan een nieuwe zwerftocht, die hem na door, maar Casanova verstevigt wel zijn met spreken krijgt, besluit hij te gaan Innsbruck en München weer naar Parijs relaties met de kardinalen en de Paus schrijven en dichten, waarvoor hij groot voert. Zijn verhaal van de vlucht uit de nu Clemens XIII die hij hogelijk ver- talent meent te hebben. In enkele maanden gevangenis is daar zo'n succes dat zelts maakt met het relaas van zijn ontsnapping voltooit hij tientallen wiskundige verhan- De Pompadour en de hertog van Choiseul jn Venetië, want de Romeinen hebben delingen, een essay over de Hartstocht, een het uit zijn eigen mond willen horen en nooit een hoge muts opgehad van de arro- Critiek op de Menselijke Zotheden en legio daarmee is hij dan doorgedrongen tot het gante Venetianen. Gesterkt door de Pause- vrij redelijke Franse en Italiaanse gedich- 1*.va" de Far'Jse beau monde. ïjjke absolutie, licht hij de gekke markie- ten. Hij werkt ook aan verschillende to- Bij Choiseul maakt hij ook kennis mei zin d'Urfé nogmaals vooreen kapitale som neelstukken. waarvan er een, „Polemos- de financiële kopstukken van het toen- 0p en verdwijnt dan naar Engeland, waar cope" tot uitvoering komt, maar het kel- malige Frankrijk, die er tegen hem over hij zeer onder de indruk is van het natuur- dert als een baksteen. Meer succes heeft schoon, de goede wegen en de propere zijn beschrijving van de vlucht uit Vene- staat der verdachte huizen. Hij koopt een tië en dat brengt hem op het idee, zijn mémoires te gaan schrijven, die zoals ge- den, welke hij ditmaal delgt door alle meu belen en lijfgoed van zijn hospita te ver sjacheren. Hij vlucht opnieuw naar Vene tië, haalt er allerlei schanddaden uit en belandt tenslotte wegens diefstal in de ge vangenis. Direct na zijn vrijlating, in 1743, gaat hij op weg naar Rome, waar kardinaal Aqua- vb»e al spoedig voor hem gewonnen is. Zelfs de Paus Benedictus *XIV weet hij met zijn gladde tong niet weinig te amuseren. Hij krijgt vrijstelling van be paalde vastenplichten en blijft enige maan den aan het Pauselijke hof, waar hij vele nuttige zaken als Frans, discretie en vleierij leert. NA EEN AVONTUUR met een jonge vrouw, die hij voor de Inquisitie verbor gen had, wordt ook Rome hem te heet on der de voeten. Om zijn vlucht te camou fleren geeft Aquaviva hem opdracht, een brief van de Paus naar Constantinopel te brengen, waar hij een tijdlang heel geluk kig is. Hij maakt er kennis met Yousouff Ali, een schatrijke Turkse filosoof met wie hii zwaarwichtige debatten voert over hun beider godsdiensten en in het bijzonder over de problematiek van het celibaat. Als Casanova zich tegenover hem volmondig accoord verklaart met de Mohammedaanse veelwijverij, is de Turk zo verrukt, dat hij hem zijn dochter en zijn halve fortuin aanbiedt op conditie dat zijn gast de Islam sal omhelzen. Casanova aarzelt lang, maar besluit dan toch liever vrijgezel en Chris- .'en te blijven. Waar hij bovendien in Con stantinopel uitgekeken raakt, neemt hij af scheid en reist naar Korfoe. Daar wordt hij en passant nog even raadsheer van de Casanova in zijn gloriejaren: een scherp profiel zegd, een meesterlijke zedenschets van zijn met een licht terugwijkend voorhoofd en een tijd werden. Het manuscript is in 1774 vol- tooid, maar bevat zoveel insinuaties en ferme kin. „Zijn charme lag veeleer in zijn zelf- onthullingen, dat niemand het durft te bewuste houding, zijn rijzige gestalte en het fon- drukken. Pas in 1828, lang na Casanova's kelen van zijn levendige blauwe ogen, dan in dp°d^eeft Br0ckhaUS in Leipzig het de regelmatigheid van zijn trekken", zo schrijft Peter Wilding in „De grote avonturiers van de ZU) achttiende eeuw" „maar toch schijnt hij op Hij bekent al zijn euveldaden maar toont alle vrouwen een magische aantrekkingskracht nergens berouw. „Ik zou schuldig ziin als ik nu rijk was", schrijft hij, „maar ik heb gehad te hebben, die ongetwijfeld grotendeels niets Ik verioor anes. Dat is mijn troost berustte op het feit, dat hij altijd zeer voldaan en mijn verdediging". was over zichzelf.Hij was ongelooflijk ijdel, HiJ °ntdekt °°k dat hij /eloo.fd hff,t' J J J „een geloof, verzacht door de filosofie". altijd naar de laatste mode gekleed en een voor- Dat is het wonderlijke credo waarmee hij treffelijk causeur, die over vrijwel ieder onder- de dood ingaat. Hij sterft op 4 Juni 1798. Zijn moeizame laatste woorden zijn: „Ik werp een verrassende mening en een eindeloze heb geleefd uit de filosofie ik sterf als voorraad anecdotes had. Christen...." H. C. Onder de cinematografische prestaties, die uw aandacht niet mogen ontgaan behoort zeker de onlangs uitgebrachte film van Jean Delannoy „La minute de vérité", in het Nederlands vertaald met „Bekentenis ener liefde". De film draaide al enige weken in Amsterdam, toen ik aan deze bespreking begon en men mag aannemen dat zij ook in Haarlem en Kennemerland zal ver schijnen, omdat ze zo'n groot publiek succes blijkt te zijn. Ze behandelt een driehoeksverhouding, het bijna afgezaagde thema van zo menige Franse film. Maar de manier waarop verschilt heel wat van wat we op dit punt gewend zijn. En ook in tegen stelling tot vele Franse films (die met Jean Gabin als hoofd rolspeler in het bijzonder) heeft ze een duidelijk positieve strek king. Ze schept geen ongezond behagen in de (ongeoorloofde) verhouding, waarmee ze ons in aanraking brengt. Ze tracht slechts te achterhalen hoe die is ontstaan. De rol van het toeval, het tekort aan belangstelling van de ene partij voor de andere, verkeerd begrip, gebrek aan vertrouwen, de sleur: het zijn alle factoren, die een huwelijk kunnen ondermijnen en de verschij ning van een derde speler op het plan mogelijk maken. Zo is het ook in „Bekentenis ener liefde". Maar wat de film zo gunstig onderscheidt is, dat hier de strijd om het behoud der liefde wordt uitgebeeld. Deze strijd, krijgt een diepe en rijke zin. Lijkt bij de aanvang der film de situatie geheel hopeloos, aan het eind gloort de nieuwe dag: het vertrouwen is geschokt, niet gebroken. De onthulling der ontrouw bevestigt de trouw. De trouw be vestigt de liefde. Het leven gaat verder, mooier, zeker nu van beloften. Het opvallende van „Bekentenis ener liefde" is dus, dat de film, die een aanslag op de echtelijke liefde tx>t onderwerp heeft, van die echtelijke liefde alleen maar de lof zingt. De echtelieden en de film vinden elkaar terug en de minnaar, die hun pad kruiste, offert zich daar in de letterlijke zin voor op. Hij is een jonge dwaze over moedige jongeman, maar een dappere dwaas, die de consequenties trekt uit wat hij ziet en ervaart. Hij heeft karakter. Zijn spot en spel met de waarden der conventie is zelfspot. Zijn „losgeslagen" geest is graag geboeid. Hij is in zijn trouw voor beeldig, voorbeeldiger zelfs dan de man wiens vrouw hij betwist. Zijn zelfmoord is een welbewuste daad: hij wil geen hinder paal zijn. Ze is de consequentie van zijn levenshouding. En al zal men die levens houding niet kunnen aanvaarden: de eer lijkheid gebiedt te zeggen, dat men er heel wat uit kan leren. Al was het alleen maar de oprechtheid, welke in menig huwelijk ver te zoeken is. Die oprechtheid ontbreekt ook in de ver houding tussen dr. Pierre Richard (Jean Gabin) en zijn vrouw, de toneelspeelster Madeleine Richard (Michèle Morgan). Ze zijn tien jaar getrouwd. Maar juist op de dag, dat zij dat zullen vieren met een soupertje thuis, wordt dr. Richard geroe pen bij een hem onbekende kunstschilder, die een poging tot zelfmoord heeft gedaan. Hij verleent de eerste hulp en laat de patiënt door gas vergiftigd naar het ziekenhuis brengen. Dan ontdekt hij op de kamer van de jongeman een foto van ziin vrouw en een broche. Hij komt thuis. Zijn vrouw heeft een gramofoonplaat laten ma ken waarop zij een gelukwens uitspreekt. De dokter geeft haar als tegenprestatie. de foto. Ontkennen baat niet. Dat probeert Madeleine ook niet. Ze begint aan haar bekentenis, zichzelf beschuldigend, haar echtgenoot geleidelijk onthullend hoe hij zelf, door zijn schijnbare onkreukbaarheid, zijn nonchalance, zijn egoïsme, haar dreef op een weg, die zij niet wou gaan. Telkens weer ontvluchtte zij de schilder, steeds pogend de belangstelling van haar man op te wekken. Maar dT. Richard was te veel met zichzelf bezig om er ook maar iets van te begrijpen. De schilder dringt er dan op aan, dat Madeleine zal scheiden. Ze aar zelt. Ze beseft met hoeveel banden ze aan haar man gebonden is. Ze kan hem niet verlaten. De schilder pleegt zelfmoord. De dokter komt en ontdekt het geheim. Maar aan het eind van de film ontdekt hij ook dat hij zelf tekort is geschoten. Hij spreekt geen verwijten meer uit, geen hoon komt meer over zijn lippen. Het leven gaat ver der. Het is ochtend geworden. Hij neemt zijn dochtertje mee naar school. En precies als iedere morgen kijkt zijn vrouw of zijn das wel goed zit en klinkt het: „tot straks, ik weet nog niet, of ik op tijd voor het eten thuis ben." De gehele bekentenis speelt zich dus af in het tijdsbestek van het late avonduur, waarin de echtgenoten bij elkaar komen tot de vroege ochtend, wanneer men hen weer uit elkaar ziet gaan.Met „flash backs" laat Delannoy ons steeds zien wat er in het verleden is gebeurd. Ieder verwijt van de bedrogen echtgenoot heeft een nieuwe onthulling tot gevolg. De verwijten worden zwakker naarmate de onthullingen een aanklacht tegen hem zelf worden. En daar tussendoor lopen de telefoongesprekken met het ziekenhuis waar buiten weten van de vrouw de minnaar worstelt met de dood. Deze vorm, 't terugblikken en dan de draad met het heden weer opnemen, is een veel gebruikte bij de film. Hoe zuiver is ze hier echter toegepast, hoe afgewogen en mini- tieus verantwoord: De scènes vloeien in Scène uit ,Xa minute de vérité" met links Jean Gabin en op de achtergrond Michèle Morgan, elkaar over met telkens een grotere span ning en een grotere ontlading, in een steeds stuwende stroom van beelden die de waar heid gevoeliger onthullen. Maar wat zo bij zonder is van deze onthullingen: de feite lijke schuldige wordt nergens rechtstreeks aangevallen. Geen woord is direct op hem gericht. De beelden vertellen ons zijn schuld. Hij staat in de meest letterlijke zin te kijk. Hij wordt in de taal van de film te kijk gezet en dat altijd met een juist gevoel voor de betrekkelijkheid der din gen en vooral: met een juist gevoel voor de menselijke zwakheid. Die zwakheid is tegelijk een aanklacht en een verontschul diging. Ze bereidt de weg tot vergeving. Ze brengt geen verwijdering, wel een nieu we en duurzame eenheid tot stand. Dat alles betoogt Jean Delannoy in zijn film met klem van argumenten die bijna paradoxaal aandoen. Hij genoot daarbij de steun van filmspelers pur sang: Jean Gabin, de dokter, die zichzelf niet ziet, Michèle Morgan, de echtgenote wier ver dediging niet zelden ontroert,Walter Chiari, de overmoedige schilder, aan wie de liefde welbesteed ware. Waarlijk een prach tige bezetting voor een film, die ik u van harte mag aanbevelen. P. W. FRANSE. Ik heb een streepje achter De liefhebbers van het luisterspel ple gen bij de Nederlandse omroepen rijkelijk aan hun trek te komen. Sinds ook da N.C.R.V. haar principiële bezwaren tegen die programmastaf heeft laten varen reke nen de „Grote Vier" het zioh tot een ere schuld de luisteraar tenminste een keer per week en per omroep een hoorspel als hoofdschotel van het avondprogramma te bieden. Daarbij komen dan nog een aantal klankbeelden en een paar kleinere stuk ken voor de jeugdprogramma's. Wii heb ben voor de afgelopen week de balans van de activiteit van de hoorspelkern van de Nederlandse Radio Unie eens opgemaakt en ontdekten daarbij, dat zjj niet minder dan 24 keer in de aether was tot een totaal van vijftien uur en tien minuten. Natuurlijk zijn daarbij inbegrepen een vijftal herhalingen van hoorspelen en ca baretprogramma's, verder een tweetal klankbeelden en vijf jeugdprogramma's. Maar dat doet weinig af aan het feit, dat de hoorspelkern een der meest bezette programma-afdelingen van het apparaat van de Nederlandse omroep is. Nu hebben wij voor de actrices en ac teurs, voor ae regisseurs en de geluids technici grote bewondering: het is geen eenvoudige zaak week in week uit een dergelijke artistieke overbelasting te door staan zonder dat er van een merkbare verflauwing der ambitie sprake is. Zo wa ren wij bijvoorbeeld deze week in de ge legenheid Zondagavond het onder leiding van Willem Tollenaar uitgevoerde spel „Peetoom Dood" te beluisteren, een mo derne versie van een oude legende, voor de microfoon bewerkt door Hélène Nol- thenius. Onze bewondering voor de hoorspelers gaat in dit geval gepaard met groot respect voor de vakkundigheid waarmee de schrijfster deze hachelijke, in het grensge bied van waan en werkelijkheid liggende stof heeft opgebouwd tot een harmonisch en vooral overtuigend luisterspel. Dergelijke prestaties levert de hoorspel kern geregeld en wanneer men het aantal arbeidsuren van de Nederlandse luister- spelers nu vergelijkt met dat van hun bui tenlandse collega's, dan vallen grote ver schillen op. Slechts in Engeland en Frank rijk wordt een ongeveer gelijke bezettings graad verkregen, in België en Duitsland is het aandeel van het luisterspel in het programmabeeld veel geringer. In Duitsland en ook bij het N.I.R. wordt een gemiddelde van ongeveer een luister spel per week en per zender aangehouden, waarbij het dan nog zo is, dat in Duits land de maximale duur der hoorspelen vijf kwartier bedraagt. In België is die zeer ongelijk. De Franse sectie van het N.I.R. zendt in het algemeen meer „avondvullen de" stukken uit dan de Vlaamse. Komen wij nu tot de rechtvaardiging van ons opschrift, dan willen wij vaststel len. dat er inderdaad in Nederland gespro ken kan worden van een hoorn des over- -\ vloeds op hoorspel- gebied. Dit houdt te- zelfder tijd in, dat het voor vele andere rubrieken daardoor „schraalhans keuken meester" wordt. Ogenschijnlijk is vijftien uur op 236 wekelijkse zenduren niet veel; in feite ligt de verhouding ongunstiger, omdat voor de luisterspelen voorname lijk de avonden in aanmerking komen. Dit leidt tot een tekort in andere secto ren en met name bij de kamermuziek, waarmee de Nederlandse luisteraar in het algemeen toch al slecht wordt bedeeld in vergelijking met Frankrijk, België en En geland. Naar onze mening zou het aanbeveling verdienen indien de omroepen in geza menlijk overleg tot een vermindering van het aantal „grote" luisterspelen kwamen, zowel uit een oogpunt van een fris blijven van de acteursploeg als terwille van een betere verdeling van de programmastof. Wat dat laatste betreft is het vaak „hol len of stilstaan". J.H.B. Voor de microfoon Parijs, November De zomerse regens in Parijs zijn meestal kort en pittig, daar is niet anders dan goeds van te zeg gen. In de herfst wordt een zwaarder type regen gebruikt, sluik en waterig, dat uren achtereen niet bij druppels maar met stra len in de stad valt. Als het al een half uur afgelopen is, ruist nog steeds het water door de goten naar de brede openingen in de stoeprand. Om een aantal van de café terrassen zijn kassen van ijzer en glas ge zet; er sitaan grote gele verwarmings apparaten in, maar het verblijf in die ruimten heeft een halfslachtig karakter en wie het kan uithouden zoekt nog steeds de onoverdekte terrassen op. Het is daar nogal koud, hoewel minder doordringend dan in Holland, doordat er haast geen wind is. Des te hardnekkiger blijft de nevel hangen, waarin op de zon nige dagen de warmte verdwijnt. Er is trouwens van de zon in de straten niet veel te merken, nu zij al vroeg in de middag haar licht bijna horizontaal over de stad zendt: meer dan 's zomers valt het op hoe hoog de bebouwing van Parijs is, voor een groot deel met zes of zeven verdiepingen. Wel is het zeldzaam, dat een hele straat- wand diezelfde hoogte heeft, tenminste in de strook tussen het centrum en de bui tenste arrondissementen van de stad (men weet dat Parijs is ingedeeld in twintig arrondissementen, maar men merkt niet dadelijk, dat zij volgens een spiraal genum merd zijn: het eerste ligt midden in de stad, links en rechts van de Rue de Rivoli, en het twintigste, na 214 omwenteling, aan de Oostrand van de stad). Er liggen nog veel brede huizen van welgestelde burgers achter voortuinen, met een ijzeren hek in de rooilijn en ter weerszijden de dubbel zo hoge ruwe natuurstenen zijwan den van later gebouwde blokken: maar soms zijn het alleen lang geleden bepleis terde, zwak uitziende huisjes, die om de een of andere reden zijn blijven staan, en die behoefte wekken aan een reconstructie van Parijs zoals het honderd jaar ®eleden was. Aan het Noord-einde van de Rue du Louvre woont een schoenmaker in zo'n soort huis, dat in een wigvormige ooening tussen twee erote blokken is overgeble ven: een verbazend staaltje van bebrek aan town-planning", maar wie v!ndt die precies aan elkaar passende bV1-' eigen lijk zo mooi? Meer dan ergens anders komen er onre gelmatigheden voor op de hellingen van de Butte Montmartre, de hoogste heuvel van Parijs (130 meter). De hoge blokken heb ben daar nog geen overwicht, men ziet er de wonderlijkste constructies om binnen- hofjes en voorhofjes heen. Dit stadsdeel is zo vaak voor de grap en de feestelijkheid in het buitenland nagebouwd, met ijzeren stoeltjes en op de wanden brutale spreu ken, dat zijn eigen voorkomen iets con ventioneels heeft, maar het is toch nog de moeite waard om er rond te wandelen, zeker in November, als de smalle straatjes bijna leeg zijn onder dat zonlicht van onzij. Soms kan de zon door een opening drin gen. Dan krijgt het grauw en gee' van de huizen een intensiteit die een korte be dwelming wekt, maar verder is het er alleen stil: vier slungels, die weghollen na een belletje getrokken te hebben, liiken oorverdovend luidruchtig, een paar kin deren die in een driehoekig achtertuintje met een bal spelen, roepen elkaar met ge dempte stem aanwijzingen toe. Op de Place du Tertre. het centrum van de oude gemeente Montmartre, zijn de restaurants leag; twee echtparen uit het ca^bedrijf spelen „boule" onder de kale bomen, voor twintig toeschouwers die er zo dicht om heen staan, dat zij elkaar telkens weer het gezicht op het spel benemen. Het is opvallend, de rust op zulke mooie najaarsmiddagen, alsof de zon, die de par tij toch aan het verliezen is, al niet meer ernstig genomen wordt en men zich niet wenst te laten afleiden van zijn concen tratie op de avond. Maar bij de Sacré- Coeur, de kerk boven op de heuvel, is het toch weer druk van de toeristen en de Parijzenaars. Sommigen van hen staan aan de balustrade naast de grote trap en kijken over de stad uit: de huizen zijm overspoeld door de nevel, er steekt alleen hier en daar een koepel of een toren bovenuit* tussen het vuile wit en de ijzig blauwe lucht is de nevel rozen-geel en rozen-rose van dp zon, die vlijmscherp licht afschiet uit het Wes ten. Het Rotterdams Toneel zal op 6 Decem ber de eerste voorstelling geve" van ,Ik heb je lief, Valérie" van Marcel Achard, onder regie van Ko van Dijk. De vertaling is van Frouke de Waard, de décors zijn ontworpen door Lucas Wensing.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1953 | | pagina 14