Veel verzet tegen voorstel om Halsen niet meer uit te lenen Autorijles? GEMEENTERAAD VAN HAARLEM Strubbelingen over nieuwe bijzondere school in Oost Plantsoenprobleem Koninklijke onderscheiding toegekend aan hoofdbode H. C. Prikker „De blauwe ogen van de keizer" Bloemendaal Vier millioen voor woningbouw Een bril? FE DERMANNf NATUURLIJK* DONDERl)AG 10 DECEMBER 1953 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT Damesdebat (Rode) pannen Warmwaterbeschaving Gelukwens Bode is visitekaartje van de overheid Houtplein 55 - Tel. 15000 AMATEURTONEEL Fontein op Frans Fïalsplein Burgerlijke Stand van Haarlem De Haarlemse raad is gistermiddag weer eens een dik uur over de in het Reglement van Orde voorziene middagsluitingstijd van 18 uur heengegaan. De 34 punten tel lende agenda had andermaal een paar aardige kluifjes, waarvan de voornaamste belichaamd waren in de voorstellen om geen Halsen meer uit te lenen en om een crediet beschikbaar te stellen van 456.000 gulden voor de bouw van een nieuwe Rooms- Katholieke school voor voortgezet lager onderwijs in Haarlem-Oost. Over het plant soenprobleem op de Grote Markt berichten wij in een afzonderlijk verslag. En het voorstel om het crediet voor de kleedhuizen op de sportterreinen aan de Kleverlaan en de Van Oosten de Bruijnstraat stevig te overschrijden kwam niet eens in behandeling, want B. en W. gaan dat voor alle zekerheid eerst nog eens met de commissie voor Openbare Werken bepraten. Het voorstel om de Halsen niet meer uit te lenen, voornamelijk voor buitenlandse tentoonstellingen, ondervond krachtige bestrijding van de zijde van de heer Voogd (Arbeid). Hii erkende het risico van transporten naar elders, maar hij acht te dit niet zo frequent dat men daarom de uitlening moest staken. „Men kan niet risicoloos leven," aldus de heer Voogd, „het risico blijft ook bestaan wanneer de Halsen in de expositiezalen aan de Heiliglanden blijven." Belangrijker vond spreker overigens de culturele kant van de zaak. Wat zal de reactie van het buitenland op deze maat regel zijn, zal hij wel gunstig voor Haarlem werken? De aanwezigheid van een enkel doek op een buitenlandse expositie kan immers daar de behoefte opwekken om nu ook de gehele collectie in Haarlem te gaan zien. Liever stelde de heer Voogd het zo, dat de Haarlemse gemeenschap rentmees ter is van een deel van het internationale kunstbezit: er zou een culturele verschra ling ontstaan indien de circulatie daarvan verminderde. Hij achtte het voorstel in strijd met de culturele integratie, waardoor ook de gewone man in Londen, Parijs of New York van buitenlandse kunstschatten kan genieten. Ook de heer Proper (C.P.N.) ging het te ver, dat de Halsen „nimmer" meer in bruikleen zouden worden geschonken, het geen hij wel een scherp contrast vond met de bereidheid die het buitenland in 1937 aan de dag legde toen het voor de grote Frans Halstentoonstelling vele stukken af stond. Wethouder Geluk stelde voorop dat het hier niet ging om een „kleinzielig be leid" van de museumdirecteur, maar om diens gevoel van verantwoordelijkheid jegens de hem toevertrouwde kunstschat ten. Hij herinnerde er vervolgens aan, dat enkele doeken die gedurende de oorlog in Amerika verbleven, er door die verhuizing niet beter op waren geworden. Een uit lening naar Brussel had enkele jaren daler het aftreden van de commissie van toezicht tot gevolg. Nadat de directeur en het col lege duizend angsten hadden uitgestaan tijdens een transport van stukken die in Londen waren geweest, omdat het schip waarmee het vervoer plaats had, werd aan gevaren, vonden B. en W. de tijd gekomen om voortaan de raad de belissing te laten nemen over de uitleningen, waarbij het College de voorkeur gaf aan een algemeen beleid ten aanzien van bepaalde kostbare stukken, hetgeen het nee-zeggen op ver zoeken om uitlening zou vergemakkelijken. Voorts wees wethouder Geluk erop, dat grote buitenlandse instellingen evenmin uitlenen en de grote tentoonstellingen die men kort na de oorlog in Nederland had Gebrandschilderd glas in lood raam, aan geboden door het personeel van de Ge meente Waterleiding van Amsterdam, ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van deze dienst op 10 December 1953. De voorstelling symboliseert „De zegeningen van het leidingwater", weergeven door een wolk die zich in regen ontlast. Het water uit de aarde wordt door het waterleiding- systeem van Amsterdam naar de hoofdstad gestuwd. Het raam is ontworpen en ver vaardigd door de Haarlemse glazenier Nico Schrier. kunnen zien slechts mogelijk waren door de verwoesting der musea waar de kunst schatten in kwestie thuis hoorden. Wat de Venetiaanse expositie betrof: de wethou der had vernomen dat daar al evenmin de waardevolste en belangrijkste stukken uit de collectie waren te zien Tenslotte betoog de de heer Geluk nog, dat de Haarlemse Halsenverzameling uniek is, omdat zij een ondeelbare cyclus vormt. Voor het overige zijn er overal in de wereld andere werken van de meester genoeg om de belangstel ling voor de verzameling waarvoor men speciaal naar Haarlem moet gaan wakker te houden. De heer Voogd diende nog een tussen voorstel in om de bruiklenen te beperken tot zes maanden en bovendien te bepalen dat de Halsen tenminste zes maanden van het jaar als een geheel in het museum moeten blijven. Daar dit amendement bestuursrechtelijk na de stemming over het voorstel moest komen kwam het niet meer in behande ling want het voorstel van het College kwam er (net) met 19 tegen 17 stemmen door. Tegenstanders waren vele leden van de Partij van de Arbeid, drie leden van de V.V.Ü. en de gehele fractie van de C.P.N. Zoals te verwachten viel, was mevrouw S c h e 11 e m a-C o n r a d i (V.V.D.) voorzitster van de Commissie die zich on langs met de toestand van het huishoud- onderwijs in Haarlem heeft bezig gehouden flink op dreef bij de behandeling van het voorstel om een crediet te verlenen van 456.009 gulden voor een door de heer Van Velsen ontworpen R.K. v.g.l.o.-school in Haarlem-Oost. Inzonderheid was zij tegen de aanwezig heid van een tweede naailokaal gekant. Was daar behoefte aan. dan zou het later bijgebouwd kunnen worden. Op grond van de haar ten dienste staande cijfers was zij tot de conclusie gekomen dat de normale leslokalen slechts negen uur per week be zet zouden zijn. Ook overigens vond zij dat inrichting en opzet van deze v.g.l.o.-schóól gard en opzet van eenvoudig huishoud- óndérwijs verre overschreden. Natuurlijk liet het weerwoord van me juffrouw Bolsius (K.V.P.) niet lang op zich wachten. Zij betoogde dat het nijver heidsonderwijs toch niet alle meisjes kan opvangen wegens ruimte- en leerkrachten- schaarste. Nu wordt in de behoefte aan huishoudonderwijs door deze v.g.l.o.-scho- len uitmuntend voorzien, men kijke slechts naar de soortgelijke school aan de Eem- straat in Noord. Eerlijk gezegd had zij niet gedacht dat een reë'e en zakelijke vrouw als haar geachte liberale opponente zo kortzichtig zou zijn: straks komt toch een verbod van arbeid van vijftienjarigen, zo dat de toevloed van leerlingen dan nog groter wordt. En verder zal men in de toe komst toch naar kleiner klassen moeten. De heer Voogd bleek tegenover zoveel vrouwelijke deskundigheid liever neutraal te staan en de beoordeling van de nood zakelijkheid van het tweede naailokaal te laten afhangen van de verwachte aanwas der schoolbevolking en van de vraag of het leerplan door het ontbreken van het lokaal niet zou kunnen worden uitgevoerd. De heer Proper meende dat op grond van de wet en de billijkheid het omstreden vaklokaal moest worden toegestaan, maar de heer Wen sing (C.H.U.) bleek daar weer anders over te denken. Hij consta teerde overcapaciteit, zag ook niet in waar om de naailessen niet in de theorielokalen zouden worden gegeven, zoals bij openbaar en Christel ijk-confessioneel onderwijs toch ook gebruik is. Wethouder Geluk antwoordde, dat waar het schoolbestuur geheel binnen de wettelijke grenzen bleef, er geen reden kon zijn het tweede naailokaal af te wijzen, te meer omdat een groei der school voor de hand ligt zij zal ook Haarlem-Zuid be strijken en het toekomstige Parkwijk. Ver der demonstreerde hii aan de hand van ingewikkelde berekeningen, dat de les lokalen geen negen uur maar ongeveer vijftien uur per week gebruikt zouden worden. Dat had hij maar liever niet moeten doen. want nu raakte mevrouw Sc hel tem a zienderogen en hoorbaar gefroisseerd. Zij verklaarde kort en goed geen heil in ver dere discussie te zien, wanneer de wet houder nu met cijfers op de proppen kwam. welke tijdens het overleg in de commissie nooit ter tafel waren gekomen. Ook de heer W e n s i n g was niet erg gesticht over deze ontknoping en de heer Voogd endosseer- de zijn ontstemming aan het schoolbestuur dat voor deze nieuwe cijfers verantwoor delijk was. Het debat eindigde onbevredi gend. De V.V.D. stemde tegen, de heer Wensing onttrok zich aan de stemming. Het Coornhertlyceum vormde ook weer onderwerp van discussie, nu door het voor stel het derde gedeelte van de nieuwbouw aan te passen aan de moderne inzichten in zake de dagopenluchtschool.De heer Wen sing meende wel enige waarschuwingen te moeten laten horen tegen de geprojec teerde plafondverwarming, was maar ma- lig enthousiast voor de gedachte van het Coornhertlyceum een modelschool te ma ken, gelet ook op de consequenties daar van voor schoolbouw door anderen. Met die laatste opvatting hoe voor zichtig ook geformuleerd was de heer Voogd het radicaal oneens: Dan zouden we nooit het ideale schooltype bereiken en bovendien moeten we er juist naar streven alle scholen naar het peil van het Coorn hertlyceum op te trekken, een mening waarin hij door mejuffrouw Bolsius krachtig werd gesteund, hetgeen natuurlijk Coorn op de molen van wethouder G e- 1 u k was. De heer Van Velsen (K.V.P.) had alle waardering voor het ontwerp, maar betreurde dat er een „papieren" dak op het hoofdgebouw zou komen in plaats van een oer-Hollands pannendak. Hij maakte zelfs van die wens een motie, welke de heer Al br echt (Arbeid) wel wenste te steunen als het dan maar rode pannen werden (hilariteit). Maar wethouder Hap- p stond toch geen grapjes toe op dat tere punt: hij ontraadde de raad in te grijpen in de projecten van een architect, niet al tijd is het verstandig om van een formee! recht gebruik te maken. En dus bleef het bij de toezegging, dat in ieder geval het dak nog eens bekeken zal worden Bij het crediet van vier millioen voor de 319 woningen aan Hannie Schaftstraat en Schipholweg voor St. Bavo-Oost en de Coöperatieve woningvereniging voor ge- meentepersoneel, oefende de heer Hen- nevelt (C.P.N.) weer critiek uit op de huurprijzen, inzonderheid op het feit dat de toekomstige bewoners voor enige alge mene voorzieningen zullen hebben te be talen, zoals geysers. Wethouder H a p p rekende voor, dat de bijdrage voor de gas- geysers zeker niet de normale onkosten voor het badhuis overschrijdt. Het gaat hier om een „warmwaterbeschaving",waar bij de bewoners zich tegen een bepaald bedrag zonder enig risico van dit comfort kunnen verzekeren. De heer Silvis (A.R.) kreeg nog te horen, dat het hier afrondingscomplexen betreft, zodat er geen centrale voorzienin gen in de vorm van wijkgebouwen en der gelijke in deze complexen zijn opeenomen. Die komen wel in de toekomstige Parkwijk aan gene zijde van de Prins Bernhardlaan. De voorzieningen aan de zwembaden deden de heer DeLeeu w(Arbeid) in het geweer komen om de vinger te leggen op de lange weg die sommige rapporten blijk baar hadden afgelegd. Hij vroeg om ervoor te zorgen, dat in ieder geval de zwembaden voor het aanstaande seizoen zouden wor den opgeknapt, hetgeen wethouder G e- 1 u k toezegde. Aan het begin van de raadszitting heeft de nestor van de raad, mevrouw Schel- t e m a-C o n r a d i, burgemeester Cremers van harte gelukgewenst met zijn herbe noeming. Zij verklaarde, dat men niet ver wonderd, maar wel verheugd was over deze herbenoeming en hoopte dan ook, dat de nieuwe periode opnieuw gekenmerkt zal worden door een voortgezette goede samenwerking tussen burgemeester en de raad. Haar woorden werden ondersteund door applaus van de raadsleden. Burgemeester Cremers twijfelde niet aan de oprechtheid van deze woorden en spraak de hoon uit, dat hij zich, na beëin diging van zijn tweede ambtsneriode, zal vergeten zijn, dat hij ooit niet-Haarlemmer is geweest. Bij de behandeling van de lijst van in gekomen stukken vroeg de heer Spek (A.R.) het woord over het rapport van het Gemeentelijk Bureau voor Huisvesting over October 1953. Hij vroeg naar de reden van de stijging van onhoudbare en zeer urgente gevallen bij de huisvesting van 499 tot 563. De heer Hennevelt (C.P.N.) vond, dat er, daar het totaal aantal geregistreerde gevallen in Haarlem gestegen is tot 2405, nu een gerede aanleiding bestaat om.scher- oer nog dan vroeger, bij het ministerie van Wederopbouw aan te dringen op krachtige maatregelen ter verbetering van deze toe stand. De wethouder van Volkshuisvesting, de heer Happé, moest tot zijn spiit mee delen. dat een toelichting met een indeling van de verschillende categorieën van wo ningzoekenden, zoals de heer Spek dit graag zag. nog niet aan de raad gegeven kan worden, omdat men bezig is. de werk zaamheden van het Gemeentelijk Bureau voor Huisvesting en die van de verschil lende woningbouwcorporaties te coördine ren. Een uitvoerig onderzoek, dat op het ogenblik wordt ingesteld, heeft reeds uit gewezen. dat vele gevallen, die als urgent stonden ingeschreven, van de lijst kunnen worden afgevoerd, omdat de betrokken nersonen óf de stad intussen hebben ver- 'aten óf on een andere manier reeds zelf in hun moeilijkheden hebben voorzien. Wan neer het onderzoek voltooid zal zijn, zal men dus een duidelijk overzicht van het aantal gevallen krijgen. Zeker is dat de absolute woningnood vermindert, omdat het aantal samenwoningen minder wordt. De heer Hennevelt vroeg hierna oDnieuw de aandacht van wethouder Hap- dó, nu over een (toekomstig) prae-advies van B. en W. over een klaagschrift van de bewoners van de Prins Bernhardlaan en omgeving over het storten van vuilnis in het Burgemeester Reinaldapark. Hij zei, dat het aantal handtekeningen van de kla gende bewoners zeer hoog is en verzocht B. en W. het prae-advies niet te lang uit te stellen. Hij herinnerde daarbij aan het Drae-advies-Drilsmaplein. dat al een jaar op zich laat wachten. Ook nam dezelfde spreker het nog op voor twee gevallen van huisvesting-verbetering, waarna de voor zitter antwoordde, dat het hem beter leek, de beide laatste gevallen over te laten aan B. en W„ aangezien het te veel tijd in be slag zou nemen, wanneer dergelijke geval len alle in de raadszittingen behandeld zouden worden. Overigens was volgens ziin mening de heer Hennevelt buiten zijn boekje gegaan wat betreft het geven van adviezen aan het college van B. en W. over het op hun beurt geven van prae-adviezen. Vervol eens kwam een voorstel van B. en W. tot wijziging van de verordening op de heffing en invordering van schoolgeld voor het Nijverheidsavondonderwijs aan de orde. Daar de minister van Binnenlandse Zaken reeds herhaaldelijk bezwaar heeft gemaakt tegen de in de verordening voorkomende hardheidsclausule, hebben B. en W. voor gesteld. deze te laten vervallen. De heer Voogd (Arbeid) wilde weten of de bij deze hardheidsclausule betrok ken personen gedupeerd zouden worden, wanneer deze geschrapt zou worden. Maar wethouder Bakker kon hem geruststel len. Ook zonder deze clausule bereikt men het gestelde doel: wanneer de betrokken personen niet in staat zijn te betalen, wordt de heffing nagelaten. De heer Proper (C.P.N.) kon het niet met de wethouder eens zijn. Volgens hem is de hardheidsclausule juist een prachtig middel om in zekere gevallen soepelheid De Haarlemse raad heeft gistermiddag een lief uurtje gebabbeld over de vraag of een oppervlakte van ruim honderd vier kante meter van het gemeentelijk grond gebied een permanent, een tijdelijk of helemaal geen plantsoen moest worden. Nu ja, het ging om de rotonde op de Grote Markt, waar tijdens Haarlem-Licht stad het centrumcomité „Koninginnedag" enige tijd een sierlijke lusthof had inge richt. Ook het College had dat zo aardig gevonden, dat er een voorstelletje van 2750 gulden uit was geresulteerd om er een blijvend plantsoen van te maken. Waarbij de objectiviteit gebiedt te vermelden, dat twee leden van het College eigenlijk de voorkeur gaven aan een tijdelijk plantsoen gedurende de zomermaanden. Daar dit nu eens echt een probleem was, dat binnen de gezichtskring van alle raadsleden ligt, werd er een stevige boom over opgezet. Het Probleem werd van alle kanten bekeken, natuurhistorisch door de heren Spek (A.R.) en Hennevelt (C. P.N.), verkeerstechnisch door de heer Schippers (K.V.P.), socialistisch door de heer A 1 b r e c h t (Arbeid), ruimtelijk door de heer Stoffels (V.V.D.), cul tuurhistorisch door de heer Proper (C.P.N.) en humoristisch door de voorzit ter, mr. P. O. F. M. Cremers. De laatste rangschikte de sprekers in de kampen „tij delijk blijvend" en „blijvend tijdelijk", waarbij hij op een subtiele manier de raad trachtte duidelijk te maken, dat het weinig zou uitmaken of dit voorstel zou worden aangenomen, omdat men- bij een minder gunstige ervaring toch altijd vrij zou zijn het plantsoen te verwijderen. En zo we reldschokkend veel geld kost het ook niet, zei de burgemeester, terwijl hij in de rich ting van de heer F i b b e keek. Overigens kreeg de wethouder van Openbare Wer ken de hint eens een andere indeling van Haarlems hart te maken, met verwijdering van het storende asfalt en (dit ter gerust stelling) met behoud van Loutje. De heer A 1 b r e c h t zette daarop het debat in dezelfde badinerende stijl voort. Hij had de voorzitter in zo'n kort bestek nog nooit zoveel onvriendelijke dingen aan het adres van de raad horen zeggen, waarbij het hem vooral zwaar zat dat de burgemeester had aangedrongen op tweedracht in de fracties, een verwijt dat mr. Cremers weer pareer de door toe te geven, dat hij inderdaad te veel in Macchiavelli had gelezen, maar nu dan doorzien was. Maar na de grapjes kwamen de serieuze lieden weer aan bod, waarvan de heer Spek de kroon spande door zowaar nog een amendement op het niemendalletje in te dienen. Op formele gronden kwam dat niet in stemming. Bij het tournooi tussen de „permanenten" en de „tijdelijken" zege vierden de laatsten met 21 tegen 16 stem men, zodat in dit geval het „eeuwige" met het „tijdelijke" werd verwisseld. In de volgende raadsvergadering komt het College onverdroten terug met een voorstelletje voor een tijdelijke be planting. „Als B. en W. het meerdere niet kunnen krijgen, nemen zij ook wel genoe gen met het mindere", aldus de coulante voorzitter. Uit interrupties en zijdelingse opmer kingen zou men kunnen concluderen dat die beplanting ten genoege van de Partij van de Arbeid rode tulpen zal omvatten en ten pleiziere van de K.V.P. geel-witte heesters, een suggestie van de heer Hen nevelt. De asfaltlelies komen vanzelf wel. De heer H. C. Prikker, hoofdbode van het Haarlemse stadhuis, is toegekend de ere medaille in zilver, verbonden aan de orde van Oranje Nassau. Dit deelde vanmorgen burgemeester mr. P. O. F. M. Cremers mee tijdens een huldiging in de oude raadzaal ter gelegenheid van het feit, dat de heer Prikker veertig jaar in dienst der gemeen te is. „Ik vind het prettig op deze donkere dag, dat u in het zonnetje wordt gezet", aldus begon de burgemeester zijn toespraak tot de jubilaris en hij herinnerde er ver volgens aan, dat het ambt van bode wel eens ten onrechte onderschat wordt. Het moge waar zijn, dat om bode te worden men niet in het bezit behoeft te zijn van diploma's, maar de functie vraagt vele eigenschappen van hem die haar vervult. Er zijn in de gemeentedienst weinig func ties die zo veelzijdig zijn als die van bode. Deze heeft te maken met klagend en met dankbaar publiek. Hij moet omgaan met leden van het gemeentebestuur, met raads leden, met de ambtenaren, met trouwlus tigen enzovoort. Allen moet hij te woord staan en dienen, zoals alle ambtenaren dat doen, omdat zij een dienende taak hebben. Is een bode stug, vriéndelijk, correct of slordig, dan vindt het publiek, dat de over heid stug, vriendelijk, correct of slordig is. De bode is als het ware het visitekaartje van de overheid. De wijze, waarop de heer ADVERTENTIE Woensdagavond was de Koninklijke Ver eniging „Litteris Sacrum" te Leiden de gast van de Letterlievende Vereniging „J. J. Cremer" in de Haarlemse schouwburg. Ik herinner mij dat „Cremer" in het vo rige speelseizoen - noodgedwongen - een Amsterdamse vereniging uitnodigde voor het geven van een gastvoorstelling en dat zulks bepaald een teleurstelling opleverde. Dat werd het gisteravond allesbehalve. Wanneer men het peil van het amateur toneel in Nederland wil aflezen uit de voorstellingen, die „Cremer" en „Litteris" verzorgen, dan zal men er een zeer gun stige indruk van overhouden. De verdien sten van „Cremer" hoeven hier niet nog eens gereleveerd. De vereniging „Litteris" liet blijkens de opvoering van „De blauwe ogen van de keizer" duidelijk haar candi- datuur gelden voor de hoogste regionen, waarin de spelers uit liefhebberij zich kunnen bewegen. „De blauwe ogen van de keizer" is een komedie van Franz Molnar. Ik zeg hier met opzet komedie. Het heeft niets uit staande met de psychologische indringe righeden van het moderne toneel. Het is ook geen sterk speelstuk in de vroegere betekenis van het woord. Geen draak, als u mij goed begrijpt. Het houdt er het mid den tussen en laat de actteurs nog alle ge legenheid om „hem op te zetten", terwijl het anderzijds door de tekening der ka rakters de spelers weerhoudt van de op pervlakkige expressie. Het milieu, waarin het ons voert, is even aristocratisch als decadent. Terwijl Molnar het schildert he kelt hij het. En deze hekeling tussen de bedrijven door geeft de spelers nu precies ADVERTENTIE KOOKPRAATJE. Ik heb U focki uitdrukkelijk gezegd .Voor goede bak- resultaten neme rnende. qapasteuriseende Remia! toe te passen. Vervalt zij evenwel, dan zal alleen van soepelheid sprake zijn, indien executie beslist onmogelijk is. Hij wilde dan ook de raad voorstellen, het voorstel af te wijzen. Opnieuw verklaarde wethou der Bakker, dat het laten vervallen van de clausule geen nadelige gevolgen zou hebben. Wel zal nauwkeurig uitgezocht worden, wie er voor ontheffing van school- geldlasten in aanmerking komen. De benoemingen verliepen conform de voordrachten van B. en W. Alle in dit verslag niet-genoemde voor stellen werden aangenomen. de kans met de zwier en elegance waar mee zij zich bewegen hun innerlijke leeg heid te demonstreren, hun waanideeën, hun belachelijke gevoel voor eer en stand, hun dwaze verering en angst voor de kei zer, die als een godheid beschikt over hun lot. Zij nemen zichzelf zo vreselijk au se- rieux, deze mensen, die, wanneer de spe lers hen ook au serieux nemen, voor de ogen varf het publiek de groteske verschij ningsvorm krijgen welke Molnar na streefde. Maar deze schrijver was knap genoeg om hen niet te doen verworden tot louter caricaturen. Hij geeft hun gevoe lens een kans. Heel zijn stuk door worden die gevoelens het slachtoffer van domheid en arrogantie. Dat uit te beelden was de taak van „Litteris Sacrum". .En de wer kende leden van deze vereniging hebben dat voortreffelijk klaar gespeeld, letterlijk klaar gespeeld, daarbij geleid door hun bedreven regisseur B. Hageman, die voor menig fijn trekje en plezierige accen tuering had gezorgd. Het pleit wel het meest voor de goede hoedanigheid der voorstelling, dat de bij rollen niet onder deden voor de hoofdrol len. Zo'n kostelijk mannetje als bijvoor beeld de heer A. van Leeuwen ons met zijn vertolking van een veelbeproefde lui tenant-huisvader voor ogen zette, ziet men maar zelden en terecht kreeg hij dan ook meer dan één open doekje. De heer Hage man zelf als een zich graag vertroeteld wetende generaal leverde de typering van de routinier, die hij klaarblijkelijk is: een amusante verschijning. De heer H. Frent- zen gaf een graaf te aanschouwen met alle geaffecteerdheid die hij hem kon ver schaffen, zeker tot ons genoegen. De rit meester Barna, die zichzelf tot oplichter doet uitroepen en zo achter de waarheid komt van een genegenheid, welke hij toch maar liever niet op prijs stelt, leek mij zo als de heer W. Blok hem voorstelde niet geheel aanvaardbaar. Hij bezat een ge dwongenheid, die op den duur de overtui ging van de echtheid zijner gevoelens te loor deed gaan. De glansrol van de avond werd gespeeld door mevrouw C. Hage- man-Verhagen. Haar plastiek was al even perfect als haar mimiek. Haar stemtech- niek veroorloofde haar talloze nuances, die telkenmale mijn bewondering gaande maakten om het gemak waarmee zij voort durend met de lichtste toon de situaties kleurde en karakteriseerde. Mevrouw T. Ilogewind-van Ootmerssen als haar doch ter zorgde eveneens voor een prestatie van formaat met beheerst en steeds afgewogen spel, terwijl tenslotte na een wat zwak begin mevrouw J. Reitsma-Klein Wassink een intrigerende gravin knap „op poten" zette. P. W. FRANSE BURGERLIJKE STAND GEBOORTEN: A. C. Struiksma—van Sta veren, 7.:, M. C. Verduin—Jansen, z. ONDERTROUWD: J. J. Parson en J. G. Verbeek: H. J. M. Fransen en M. A. C. Ruigrok; H. R. Volkers en A. van den Heuvel. GEHUWD: J. van Steenis en C. Vis; J. Wagenaar en N. P. S. Zeeman. OVERLEDEN: S. van Veen, 88 j.; D. J. C. de Leeuw, 62 j.; J. M. Schuijt, 45 j.; A. Beu kenkamp, 71 j. Burgemeester mr. P. O. F. M. Cremers speldt hoofdbode H. C. Prikker de zilveren ere-médaiile, verbonden aan de orde van Oranje Naussau op. Prikker het publiek ontvangt en tegemoet is gekomen, is van die aard, dat verwacht mag worden, dat de bezoekers aan het stadhuis gunstig over de overheid spreekt. Daarvoor dankte spreker hem en ook bracht hij hem hulde voor zijn arbeid als chef van de boden. De burgemeester zeide het prettig te vin den te kunnen meedelen, dat het de Ko ningin had behaaed de heer Prikker toe te kennen de eremédaille in zilver, verbon den aan de orde van Oranie Nassau. Na gelukwensen te hebben aangeboden overhandigde de burgemeester nog de oor konde ter herinnering aan het veertigjarig dienstverband. De gemeentesecretaris, mr. H. E. Phaff, wenste de jubilaris namens de gehele secretarie en het personeel van het kantoor van de gemeente-ontvanger geluk met de toekenning van de Koninklijke onderschei ding. De burgemeester heeft herinnerd aan het belangrijke ambt van bode en daar sloot hij zich gaarne bij aan. Hii wilde er aan toevoegen, dat de heer Prikker gezag vertegenwoordigd op het stadhuis. Als men thans ziet, dat het hoogste gezag de jubilaris onderscheiden heeft, dan blijkt daaruit dat het gezag geschraagd wordt en dat er luister bij gezet wordt. De heer Prikker heeft een niet gemakkelijke func tie. In de Bijbel staat, dat niemand twee heren kan dienen. Dat is de jubilaris in de loop der jaren toch gelukt en hij stond zo wel bij het gemeentebestuur als bij de ambtenaren in aanzien. Een goede bode zit maar weinig op een stoel. Meestal loopt hij. Anders is het als de heer Prikker thuis is. Daar mag hij rustig gaan zitten. Daarom hebben de ambtenaren van de secretarie en van het kantoor van de gemeente-ont vanger besloten de jubilaris een stoel aan te bieden. Voorts overhandigde mr. Phaff een geschenk in enveloppe. De heer J. M. F. Meijer voerde het woord namens de boden van de secretarie en bood een geschenk en een zilveren draagméaaille van de orde van Oranje Nassau aan. De jubilaris dankte voor de hem ge brachte hulde, waarna er gelegenheid be stond hem geluk te wensen. Wethouder Angenent heeft gistermiddag in de vergadering van de Haarlemse ge meenteraad meegedeeld, dat B. en W. bin nen niet te lange tijd met een voorstel zul len komen tot het aanbrengen van een fontein op het Frans Halsplein. Het is de bedoeling dat deze fontein met beeldhouwwerk zal worden verfraaid. Voorts wordt bestudeerd of de indeling van het plan met het oog op deze fontein niet enigszins moet worden gewijzigd. Zoals men weet heeft het comité tot op richting van een monument voor de ver zetsstrijdster Hannie Schaft indertijd ge vraagd op het Frans Halsplein een gedenk teken, dat het gehele vrouwelijk verzet in Nederland zou symboliseren, te mogen plaatsen. Het college heeft op dat verzoek afwij zend beschikt. ADVERTENTIE Gr. Houtstraat 37 - Rijksstraatweg 246 B Ook voor alle Ziekenfondsen HAARLEM, 9 December 1953 ONDERTROUWD: 9 Dec., L. Chr. van Lent e- J. A. M. Heeremans; H. J. van Straaten en M. C. van der Blom; J. Feenstra en W. M. Samblowski; G. F. Fictoor en J. A. Har ren; P. Terol en M. G. Mooy; J. Vorsten- bosch en E. W. Brinkhof; B. A. Steevensz en J. N. Aal; A. de Vries en A. M. C. van Leu ven; H. van der Linden en J. Dekker; J. Vermeer en A. M. Schlöffel; W. Schildmeijer en F. Bauer; M. F. Bakker en H. van Ben- tem; J. Luiting en M. van Stijn; C. P. van Meurs en P. W. Garsten; L. J. A. Broeken en M. J. H. Kok; P. J. F. van der Mije en J. Schoon; F. C. Somers en J. Jongman; Ch. Ligtvoet en M. C. Ran; P. van den Raadt en A. Frölich. GEHUWD: 9 Dlc., W. F. Stork en S. G. A. van Dierme; J. Chr. van de Haterd en E. H. van den Eijnde; J. Cijs en E. Draaijer; J. J. F. Damshuizeren en J. H. Lutz; P. C. Schmidt en J. Koper; P. D. van Wees en A. M. Kuijken; H. Th. Baay en G. E. Castien; H. Kamper en C. J. M. Straathof; I. J. Post- ma en J Sijtsma; C. F. J. Wempe en D. Chr. van Reeden. BEVALLEN van een zoon: 8 Dec., H. M. MetzJanssen; M. J. de BlécourtWaar denburg. BEVALLEN van een dochter: 8 Dec., E. M. A. Slooffvan der Vlies: C. J. van Aanholt Hanzon; J. B. van MarisAlders; A. de Jager—Limbach, 2 d.; 9 Dec., C. Schaap- van Wees.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1953 | | pagina 9