Veel verzet tegen voorstel om
Halsen niet meer uit te lenen
Autorijles?
GEMEENTERAAD VAN HAARLEM
Strubbelingen over nieuwe
bijzondere school in Oost
Plantsoenprobleem
Koninklijke onderscheiding toegekend
aan hoofdbode H. C. Prikker
„De blauwe ogen van de keizer"
Bloemendaal
Vier millioen
voor woningbouw
Een bril?
FE DERMANNf
NATUURLIJK*
DONDERl)AG 10 DECEMBER 1953
HAARLEMS DAGBLAD
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
Damesdebat
(Rode) pannen
Warmwaterbeschaving
Gelukwens
Bode is visitekaartje van de overheid
Houtplein 55 - Tel. 15000
AMATEURTONEEL
Fontein op Frans Fïalsplein
Burgerlijke Stand
van Haarlem
De Haarlemse raad is gistermiddag weer eens een dik uur over de in het Reglement
van Orde voorziene middagsluitingstijd van 18 uur heengegaan. De 34 punten tel
lende agenda had andermaal een paar aardige kluifjes, waarvan de voornaamste
belichaamd waren in de voorstellen om geen Halsen meer uit te lenen en om een
crediet beschikbaar te stellen van 456.000 gulden voor de bouw van een nieuwe Rooms-
Katholieke school voor voortgezet lager onderwijs in Haarlem-Oost. Over het plant
soenprobleem op de Grote Markt berichten wij in een afzonderlijk verslag. En het
voorstel om het crediet voor de kleedhuizen op de sportterreinen aan de Kleverlaan en
de Van Oosten de Bruijnstraat stevig te overschrijden kwam niet eens in behandeling,
want B. en W. gaan dat voor alle zekerheid eerst nog eens met de commissie voor
Openbare Werken bepraten.
Het voorstel om de Halsen niet meer uit
te lenen, voornamelijk voor buitenlandse
tentoonstellingen, ondervond krachtige
bestrijding van de zijde van de heer
Voogd (Arbeid). Hii erkende het risico
van transporten naar elders, maar hij acht
te dit niet zo frequent dat men daarom de
uitlening moest staken. „Men kan niet
risicoloos leven," aldus de heer Voogd, „het
risico blijft ook bestaan wanneer de Halsen
in de expositiezalen aan de Heiliglanden
blijven."
Belangrijker vond spreker overigens de
culturele kant van de zaak. Wat zal de
reactie van het buitenland op deze maat
regel zijn, zal hij wel gunstig voor Haarlem
werken? De aanwezigheid van een enkel
doek op een buitenlandse expositie kan
immers daar de behoefte opwekken om nu
ook de gehele collectie in Haarlem te gaan
zien. Liever stelde de heer Voogd het zo,
dat de Haarlemse gemeenschap rentmees
ter is van een deel van het internationale
kunstbezit: er zou een culturele verschra
ling ontstaan indien de circulatie daarvan
verminderde. Hij achtte het voorstel in
strijd met de culturele integratie, waardoor
ook de gewone man in Londen, Parijs of
New York van buitenlandse kunstschatten
kan genieten.
Ook de heer Proper (C.P.N.) ging het
te ver, dat de Halsen „nimmer" meer in
bruikleen zouden worden geschonken, het
geen hij wel een scherp contrast vond met
de bereidheid die het buitenland in 1937
aan de dag legde toen het voor de grote
Frans Halstentoonstelling vele stukken af
stond.
Wethouder Geluk stelde voorop dat
het hier niet ging om een „kleinzielig be
leid" van de museumdirecteur, maar om
diens gevoel van verantwoordelijkheid
jegens de hem toevertrouwde kunstschat
ten. Hij herinnerde er vervolgens aan, dat
enkele doeken die gedurende de oorlog in
Amerika verbleven, er door die verhuizing
niet beter op waren geworden. Een uit
lening naar Brussel had enkele jaren daler
het aftreden van de commissie van toezicht
tot gevolg. Nadat de directeur en het col
lege duizend angsten hadden uitgestaan
tijdens een transport van stukken die in
Londen waren geweest, omdat het schip
waarmee het vervoer plaats had, werd aan
gevaren, vonden B. en W. de tijd gekomen
om voortaan de raad de belissing te laten
nemen over de uitleningen, waarbij het
College de voorkeur gaf aan een algemeen
beleid ten aanzien van bepaalde kostbare
stukken, hetgeen het nee-zeggen op ver
zoeken om uitlening zou vergemakkelijken.
Voorts wees wethouder Geluk erop, dat
grote buitenlandse instellingen evenmin
uitlenen en de grote tentoonstellingen die
men kort na de oorlog in Nederland had
Gebrandschilderd glas in lood raam, aan
geboden door het personeel van de Ge
meente Waterleiding van Amsterdam, ter
gelegenheid van het 100-jarig bestaan van
deze dienst op 10 December 1953. De
voorstelling symboliseert „De zegeningen
van het leidingwater", weergeven door een
wolk die zich in regen ontlast. Het water
uit de aarde wordt door het waterleiding-
systeem van Amsterdam naar de hoofdstad
gestuwd. Het raam is ontworpen en ver
vaardigd door de Haarlemse glazenier
Nico Schrier.
kunnen zien slechts mogelijk waren door
de verwoesting der musea waar de kunst
schatten in kwestie thuis hoorden. Wat de
Venetiaanse expositie betrof: de wethou
der had vernomen dat daar al evenmin de
waardevolste en belangrijkste stukken uit
de collectie waren te zien Tenslotte betoog
de de heer Geluk nog, dat de Haarlemse
Halsenverzameling uniek is, omdat zij een
ondeelbare cyclus vormt. Voor het overige
zijn er overal in de wereld andere werken
van de meester genoeg om de belangstel
ling voor de verzameling waarvoor men
speciaal naar Haarlem moet gaan wakker
te houden.
De heer Voogd diende nog een tussen
voorstel in om de bruiklenen te beperken
tot zes maanden en bovendien te bepalen
dat de Halsen tenminste zes maanden van
het jaar als een geheel in het museum
moeten blijven.
Daar dit amendement bestuursrechtelijk
na de stemming over het voorstel moest
komen kwam het niet meer in behande
ling want het voorstel van het College
kwam er (net) met 19 tegen 17 stemmen
door. Tegenstanders waren vele leden van
de Partij van de Arbeid, drie leden van de
V.V.Ü. en de gehele fractie van de C.P.N.
Zoals te verwachten viel, was mevrouw
S c h e 11 e m a-C o n r a d i (V.V.D.)
voorzitster van de Commissie die zich on
langs met de toestand van het huishoud-
onderwijs in Haarlem heeft bezig gehouden
flink op dreef bij de behandeling van
het voorstel om een crediet te verlenen van
456.009 gulden voor een door de heer Van
Velsen ontworpen R.K. v.g.l.o.-school in
Haarlem-Oost.
Inzonderheid was zij tegen de aanwezig
heid van een tweede naailokaal gekant.
Was daar behoefte aan. dan zou het later
bijgebouwd kunnen worden. Op grond van
de haar ten dienste staande cijfers was zij
tot de conclusie gekomen dat de normale
leslokalen slechts negen uur per week be
zet zouden zijn. Ook overigens vond zij dat
inrichting en opzet van deze v.g.l.o.-schóól
gard en opzet van eenvoudig huishoud-
óndérwijs verre overschreden.
Natuurlijk liet het weerwoord van me
juffrouw Bolsius (K.V.P.) niet lang op
zich wachten. Zij betoogde dat het nijver
heidsonderwijs toch niet alle meisjes kan
opvangen wegens ruimte- en leerkrachten-
schaarste. Nu wordt in de behoefte aan
huishoudonderwijs door deze v.g.l.o.-scho-
len uitmuntend voorzien, men kijke slechts
naar de soortgelijke school aan de Eem-
straat in Noord. Eerlijk gezegd had zij niet
gedacht dat een reë'e en zakelijke vrouw
als haar geachte liberale opponente zo
kortzichtig zou zijn: straks komt toch een
verbod van arbeid van vijftienjarigen, zo
dat de toevloed van leerlingen dan nog
groter wordt. En verder zal men in de toe
komst toch naar kleiner klassen moeten.
De heer Voogd bleek tegenover zoveel
vrouwelijke deskundigheid liever neutraal
te staan en de beoordeling van de nood
zakelijkheid van het tweede naailokaal te
laten afhangen van de verwachte aanwas
der schoolbevolking en van de vraag of het
leerplan door het ontbreken van het lokaal
niet zou kunnen worden uitgevoerd.
De heer Proper meende dat op grond
van de wet en de billijkheid het omstreden
vaklokaal moest worden toegestaan, maar
de heer Wen sing (C.H.U.) bleek daar
weer anders over te denken. Hij consta
teerde overcapaciteit, zag ook niet in waar
om de naailessen niet in de theorielokalen
zouden worden gegeven, zoals bij openbaar
en Christel ijk-confessioneel onderwijs toch
ook gebruik is.
Wethouder Geluk antwoordde, dat
waar het schoolbestuur geheel binnen de
wettelijke grenzen bleef, er geen reden kon
zijn het tweede naailokaal af te wijzen, te
meer omdat een groei der school voor de
hand ligt zij zal ook Haarlem-Zuid be
strijken en het toekomstige Parkwijk. Ver
der demonstreerde hii aan de hand van
ingewikkelde berekeningen, dat de les
lokalen geen negen uur maar ongeveer
vijftien uur per week gebruikt zouden
worden.
Dat had hij maar liever niet moeten doen.
want nu raakte mevrouw Sc hel tem a
zienderogen en hoorbaar gefroisseerd. Zij
verklaarde kort en goed geen heil in ver
dere discussie te zien, wanneer de wet
houder nu met cijfers op de proppen kwam.
welke tijdens het overleg in de commissie
nooit ter tafel waren gekomen. Ook de heer
W e n s i n g was niet erg gesticht over deze
ontknoping en de heer Voogd endosseer-
de zijn ontstemming aan het schoolbestuur
dat voor deze nieuwe cijfers verantwoor
delijk was. Het debat eindigde onbevredi
gend. De V.V.D. stemde tegen, de heer
Wensing onttrok zich aan de stemming.
Het Coornhertlyceum vormde ook weer
onderwerp van discussie, nu door het voor
stel het derde gedeelte van de nieuwbouw
aan te passen aan de moderne inzichten in
zake de dagopenluchtschool.De heer Wen
sing meende wel enige waarschuwingen
te moeten laten horen tegen de geprojec
teerde plafondverwarming, was maar ma-
lig enthousiast voor de gedachte van het
Coornhertlyceum een modelschool te ma
ken, gelet ook op de consequenties daar
van voor schoolbouw door anderen.
Met die laatste opvatting hoe voor
zichtig ook geformuleerd was de heer
Voogd het radicaal oneens: Dan zouden
we nooit het ideale schooltype bereiken en
bovendien moeten we er juist naar streven
alle scholen naar het peil van het Coorn
hertlyceum op te trekken, een mening
waarin hij door mejuffrouw Bolsius
krachtig werd gesteund, hetgeen natuurlijk
Coorn op de molen van wethouder G e-
1 u k was.
De heer Van Velsen (K.V.P.) had
alle waardering voor het ontwerp, maar
betreurde dat er een „papieren" dak op
het hoofdgebouw zou komen in plaats van
een oer-Hollands pannendak. Hij maakte
zelfs van die wens een motie, welke de
heer Al br echt (Arbeid) wel wenste te
steunen als het dan maar rode pannen
werden (hilariteit). Maar wethouder Hap-
p stond toch geen grapjes toe op dat tere
punt: hij ontraadde de raad in te grijpen
in de projecten van een architect, niet al
tijd is het verstandig om van een formee!
recht gebruik te maken.
En dus bleef het bij de toezegging, dat
in ieder geval het dak nog eens bekeken
zal worden
Bij het crediet van vier millioen voor de
319 woningen aan Hannie Schaftstraat en
Schipholweg voor St. Bavo-Oost en de
Coöperatieve woningvereniging voor ge-
meentepersoneel, oefende de heer Hen-
nevelt (C.P.N.) weer critiek uit op de
huurprijzen, inzonderheid op het feit dat
de toekomstige bewoners voor enige alge
mene voorzieningen zullen hebben te be
talen, zoals geysers. Wethouder H a p p
rekende voor, dat de bijdrage voor de gas-
geysers zeker niet de normale onkosten
voor het badhuis overschrijdt. Het gaat
hier om een „warmwaterbeschaving",waar
bij de bewoners zich tegen een bepaald
bedrag zonder enig risico van dit comfort
kunnen verzekeren.
De heer Silvis (A.R.) kreeg nog te
horen, dat het hier afrondingscomplexen
betreft, zodat er geen centrale voorzienin
gen in de vorm van wijkgebouwen en der
gelijke in deze complexen zijn opeenomen.
Die komen wel in de toekomstige Parkwijk
aan gene zijde van de Prins Bernhardlaan.
De voorzieningen aan de zwembaden
deden de heer DeLeeu w(Arbeid) in het
geweer komen om de vinger te leggen op
de lange weg die sommige rapporten blijk
baar hadden afgelegd. Hij vroeg om ervoor
te zorgen, dat in ieder geval de zwembaden
voor het aanstaande seizoen zouden wor
den opgeknapt, hetgeen wethouder G e-
1 u k toezegde.
Aan het begin van de raadszitting heeft
de nestor van de raad, mevrouw Schel-
t e m a-C o n r a d i, burgemeester Cremers
van harte gelukgewenst met zijn herbe
noeming. Zij verklaarde, dat men niet ver
wonderd, maar wel verheugd was over
deze herbenoeming en hoopte dan ook, dat
de nieuwe periode opnieuw gekenmerkt
zal worden door een voortgezette goede
samenwerking tussen burgemeester en de
raad. Haar woorden werden ondersteund
door applaus van de raadsleden.
Burgemeester Cremers twijfelde niet
aan de oprechtheid van deze woorden en
spraak de hoon uit, dat hij zich, na beëin
diging van zijn tweede ambtsneriode, zal
vergeten zijn, dat hij ooit niet-Haarlemmer
is geweest.
Bij de behandeling van de lijst van in
gekomen stukken vroeg de heer Spek
(A.R.) het woord over het rapport van het
Gemeentelijk Bureau voor Huisvesting over
October 1953. Hij vroeg naar de reden van
de stijging van onhoudbare en zeer urgente
gevallen bij de huisvesting van 499 tot 563.
De heer Hennevelt (C.P.N.) vond, dat
er, daar het totaal aantal geregistreerde
gevallen in Haarlem gestegen is tot 2405,
nu een gerede aanleiding bestaat om.scher-
oer nog dan vroeger, bij het ministerie van
Wederopbouw aan te dringen op krachtige
maatregelen ter verbetering van deze toe
stand.
De wethouder van Volkshuisvesting, de
heer Happé, moest tot zijn spiit mee
delen. dat een toelichting met een indeling
van de verschillende categorieën van wo
ningzoekenden, zoals de heer Spek dit
graag zag. nog niet aan de raad gegeven
kan worden, omdat men bezig is. de werk
zaamheden van het Gemeentelijk Bureau
voor Huisvesting en die van de verschil
lende woningbouwcorporaties te coördine
ren. Een uitvoerig onderzoek, dat op het
ogenblik wordt ingesteld, heeft reeds uit
gewezen. dat vele gevallen, die als urgent
stonden ingeschreven, van de lijst kunnen
worden afgevoerd, omdat de betrokken
nersonen óf de stad intussen hebben ver-
'aten óf on een andere manier reeds zelf in
hun moeilijkheden hebben voorzien. Wan
neer het onderzoek voltooid zal zijn, zal
men dus een duidelijk overzicht van het
aantal gevallen krijgen. Zeker is dat de
absolute woningnood vermindert, omdat
het aantal samenwoningen minder wordt.
De heer Hennevelt vroeg hierna
oDnieuw de aandacht van wethouder Hap-
dó, nu over een (toekomstig) prae-advies
van B. en W. over een klaagschrift van de
bewoners van de Prins Bernhardlaan en
omgeving over het storten van vuilnis in
het Burgemeester Reinaldapark. Hij zei,
dat het aantal handtekeningen van de kla
gende bewoners zeer hoog is en verzocht
B. en W. het prae-advies niet te lang uit
te stellen. Hij herinnerde daarbij aan het
Drae-advies-Drilsmaplein. dat al een jaar
op zich laat wachten. Ook nam dezelfde
spreker het nog op voor twee gevallen van
huisvesting-verbetering, waarna de voor
zitter antwoordde, dat het hem beter leek,
de beide laatste gevallen over te laten aan
B. en W„ aangezien het te veel tijd in be
slag zou nemen, wanneer dergelijke geval
len alle in de raadszittingen behandeld
zouden worden. Overigens was volgens ziin
mening de heer Hennevelt buiten zijn
boekje gegaan wat betreft het geven van
adviezen aan het college van B. en W. over
het op hun beurt geven van prae-adviezen.
Vervol eens kwam een voorstel van B. en
W. tot wijziging van de verordening op de
heffing en invordering van schoolgeld voor
het Nijverheidsavondonderwijs aan de orde.
Daar de minister van Binnenlandse Zaken
reeds herhaaldelijk bezwaar heeft gemaakt
tegen de in de verordening voorkomende
hardheidsclausule, hebben B. en W. voor
gesteld. deze te laten vervallen.
De heer Voogd (Arbeid) wilde weten
of de bij deze hardheidsclausule betrok
ken personen gedupeerd zouden worden,
wanneer deze geschrapt zou worden. Maar
wethouder Bakker kon hem geruststel
len. Ook zonder deze clausule bereikt men
het gestelde doel: wanneer de betrokken
personen niet in staat zijn te betalen, wordt
de heffing nagelaten.
De heer Proper (C.P.N.) kon het niet
met de wethouder eens zijn. Volgens hem
is de hardheidsclausule juist een prachtig
middel om in zekere gevallen soepelheid
De Haarlemse raad heeft gistermiddag
een lief uurtje gebabbeld over de vraag of
een oppervlakte van ruim honderd vier
kante meter van het gemeentelijk grond
gebied een permanent, een tijdelijk of
helemaal geen plantsoen moest worden.
Nu ja, het ging om de rotonde op de
Grote Markt, waar tijdens Haarlem-Licht
stad het centrumcomité „Koninginnedag"
enige tijd een sierlijke lusthof had inge
richt. Ook het College had dat zo aardig
gevonden, dat er een voorstelletje van 2750
gulden uit was geresulteerd om er een
blijvend plantsoen van te maken. Waarbij
de objectiviteit gebiedt te vermelden, dat
twee leden van het College eigenlijk de
voorkeur gaven aan een tijdelijk plantsoen
gedurende de zomermaanden.
Daar dit nu eens echt een probleem was,
dat binnen de gezichtskring van alle
raadsleden ligt, werd er een stevige boom
over opgezet. Het Probleem werd van alle
kanten bekeken, natuurhistorisch door de
heren Spek (A.R.) en Hennevelt (C.
P.N.), verkeerstechnisch door de heer
Schippers (K.V.P.), socialistisch door
de heer A 1 b r e c h t (Arbeid), ruimtelijk
door de heer Stoffels (V.V.D.), cul
tuurhistorisch door de heer Proper
(C.P.N.) en humoristisch door de voorzit
ter, mr. P. O. F. M. Cremers. De laatste
rangschikte de sprekers in de kampen „tij
delijk blijvend" en „blijvend tijdelijk",
waarbij hij op een subtiele manier de raad
trachtte duidelijk te maken, dat het weinig
zou uitmaken of dit voorstel zou worden
aangenomen, omdat men- bij een minder
gunstige ervaring toch altijd vrij zou zijn
het plantsoen te verwijderen. En zo we
reldschokkend veel geld kost het ook niet,
zei de burgemeester, terwijl hij in de rich
ting van de heer F i b b e keek. Overigens
kreeg de wethouder van Openbare Wer
ken de hint eens een andere indeling van
Haarlems hart te maken, met verwijdering
van het storende asfalt en (dit ter gerust
stelling) met behoud van Loutje. De heer
A 1 b r e c h t zette daarop het debat in
dezelfde badinerende stijl voort. Hij had
de voorzitter in zo'n kort bestek nog nooit
zoveel onvriendelijke dingen aan het adres
van de raad horen zeggen, waarbij het hem
vooral zwaar zat dat de burgemeester had
aangedrongen op tweedracht in de fracties,
een verwijt dat mr. Cremers weer pareer
de door toe te geven, dat hij inderdaad te
veel in Macchiavelli had gelezen, maar nu
dan doorzien was.
Maar na de grapjes kwamen de serieuze
lieden weer aan bod, waarvan de heer
Spek de kroon spande door zowaar nog
een amendement op het niemendalletje in
te dienen. Op formele gronden kwam dat
niet in stemming. Bij het tournooi tussen
de „permanenten" en de „tijdelijken" zege
vierden de laatsten met 21 tegen 16 stem
men, zodat in dit geval het „eeuwige"
met het „tijdelijke" werd verwisseld.
In de volgende raadsvergadering
komt het College onverdroten terug met
een voorstelletje voor een tijdelijke be
planting. „Als B. en W. het meerdere niet
kunnen krijgen, nemen zij ook wel genoe
gen met het mindere", aldus de coulante
voorzitter.
Uit interrupties en zijdelingse opmer
kingen zou men kunnen concluderen dat
die beplanting ten genoege van de Partij
van de Arbeid rode tulpen zal omvatten
en ten pleiziere van de K.V.P. geel-witte
heesters, een suggestie van de heer Hen
nevelt. De asfaltlelies komen vanzelf
wel.
De heer H. C. Prikker, hoofdbode van het
Haarlemse stadhuis, is toegekend de ere
medaille in zilver, verbonden aan de orde
van Oranje Nassau. Dit deelde vanmorgen
burgemeester mr. P. O. F. M. Cremers mee
tijdens een huldiging in de oude raadzaal
ter gelegenheid van het feit, dat de heer
Prikker veertig jaar in dienst der gemeen
te is.
„Ik vind het prettig op deze donkere
dag, dat u in het zonnetje wordt gezet",
aldus begon de burgemeester zijn toespraak
tot de jubilaris en hij herinnerde er ver
volgens aan, dat het ambt van bode wel
eens ten onrechte onderschat wordt. Het
moge waar zijn, dat om bode te worden
men niet in het bezit behoeft te zijn van
diploma's, maar de functie vraagt vele
eigenschappen van hem die haar vervult.
Er zijn in de gemeentedienst weinig func
ties die zo veelzijdig zijn als die van bode.
Deze heeft te maken met klagend en met
dankbaar publiek. Hij moet omgaan met
leden van het gemeentebestuur, met raads
leden, met de ambtenaren, met trouwlus
tigen enzovoort. Allen moet hij te woord
staan en dienen, zoals alle ambtenaren dat
doen, omdat zij een dienende taak hebben.
Is een bode stug, vriéndelijk, correct of
slordig, dan vindt het publiek, dat de over
heid stug, vriendelijk, correct of slordig is.
De bode is als het ware het visitekaartje
van de overheid. De wijze, waarop de heer
ADVERTENTIE
Woensdagavond was de Koninklijke Ver
eniging „Litteris Sacrum" te Leiden de
gast van de Letterlievende Vereniging „J.
J. Cremer" in de Haarlemse schouwburg.
Ik herinner mij dat „Cremer" in het vo
rige speelseizoen - noodgedwongen - een
Amsterdamse vereniging uitnodigde voor
het geven van een gastvoorstelling en dat
zulks bepaald een teleurstelling opleverde.
Dat werd het gisteravond allesbehalve.
Wanneer men het peil van het amateur
toneel in Nederland wil aflezen uit de
voorstellingen, die „Cremer" en „Litteris"
verzorgen, dan zal men er een zeer gun
stige indruk van overhouden. De verdien
sten van „Cremer" hoeven hier niet nog
eens gereleveerd. De vereniging „Litteris"
liet blijkens de opvoering van „De blauwe
ogen van de keizer" duidelijk haar candi-
datuur gelden voor de hoogste regionen,
waarin de spelers uit liefhebberij zich
kunnen bewegen.
„De blauwe ogen van de keizer" is een
komedie van Franz Molnar. Ik zeg hier
met opzet komedie. Het heeft niets uit
staande met de psychologische indringe
righeden van het moderne toneel. Het is
ook geen sterk speelstuk in de vroegere
betekenis van het woord. Geen draak, als
u mij goed begrijpt. Het houdt er het mid
den tussen en laat de actteurs nog alle ge
legenheid om „hem op te zetten", terwijl
het anderzijds door de tekening der ka
rakters de spelers weerhoudt van de op
pervlakkige expressie. Het milieu, waarin
het ons voert, is even aristocratisch als
decadent. Terwijl Molnar het schildert he
kelt hij het. En deze hekeling tussen de
bedrijven door geeft de spelers nu precies
ADVERTENTIE
KOOKPRAATJE.
Ik heb U focki uitdrukkelijk
gezegd .Voor goede bak-
resultaten neme rnende.
qapasteuriseende Remia!
toe te passen. Vervalt zij evenwel, dan zal
alleen van soepelheid sprake zijn, indien
executie beslist onmogelijk is. Hij wilde
dan ook de raad voorstellen, het voorstel
af te wijzen. Opnieuw verklaarde wethou
der Bakker, dat het laten vervallen van
de clausule geen nadelige gevolgen zou
hebben. Wel zal nauwkeurig uitgezocht
worden, wie er voor ontheffing van school-
geldlasten in aanmerking komen.
De benoemingen verliepen conform de
voordrachten van B. en W.
Alle in dit verslag niet-genoemde voor
stellen werden aangenomen.
de kans met de zwier en elegance waar
mee zij zich bewegen hun innerlijke leeg
heid te demonstreren, hun waanideeën,
hun belachelijke gevoel voor eer en stand,
hun dwaze verering en angst voor de kei
zer, die als een godheid beschikt over hun
lot. Zij nemen zichzelf zo vreselijk au se-
rieux, deze mensen, die, wanneer de spe
lers hen ook au serieux nemen, voor de
ogen varf het publiek de groteske verschij
ningsvorm krijgen welke Molnar na
streefde. Maar deze schrijver was knap
genoeg om hen niet te doen verworden tot
louter caricaturen. Hij geeft hun gevoe
lens een kans. Heel zijn stuk door worden
die gevoelens het slachtoffer van domheid
en arrogantie. Dat uit te beelden was de
taak van „Litteris Sacrum". .En de wer
kende leden van deze vereniging hebben
dat voortreffelijk klaar gespeeld, letterlijk
klaar gespeeld, daarbij geleid door hun
bedreven regisseur B. Hageman, die voor
menig fijn trekje en plezierige accen
tuering had gezorgd.
Het pleit wel het meest voor de goede
hoedanigheid der voorstelling, dat de bij
rollen niet onder deden voor de hoofdrol
len. Zo'n kostelijk mannetje als bijvoor
beeld de heer A. van Leeuwen ons met
zijn vertolking van een veelbeproefde lui
tenant-huisvader voor ogen zette, ziet men
maar zelden en terecht kreeg hij dan ook
meer dan één open doekje. De heer Hage
man zelf als een zich graag vertroeteld
wetende generaal leverde de typering van
de routinier, die hij klaarblijkelijk is: een
amusante verschijning. De heer H. Frent-
zen gaf een graaf te aanschouwen met alle
geaffecteerdheid die hij hem kon ver
schaffen, zeker tot ons genoegen. De rit
meester Barna, die zichzelf tot oplichter
doet uitroepen en zo achter de waarheid
komt van een genegenheid, welke hij toch
maar liever niet op prijs stelt, leek mij zo
als de heer W. Blok hem voorstelde niet
geheel aanvaardbaar. Hij bezat een ge
dwongenheid, die op den duur de overtui
ging van de echtheid zijner gevoelens te
loor deed gaan. De glansrol van de avond
werd gespeeld door mevrouw C. Hage-
man-Verhagen. Haar plastiek was al even
perfect als haar mimiek. Haar stemtech-
niek veroorloofde haar talloze nuances,
die telkenmale mijn bewondering gaande
maakten om het gemak waarmee zij voort
durend met de lichtste toon de situaties
kleurde en karakteriseerde. Mevrouw T.
Ilogewind-van Ootmerssen als haar doch
ter zorgde eveneens voor een prestatie van
formaat met beheerst en steeds afgewogen
spel, terwijl tenslotte na een wat zwak
begin mevrouw J. Reitsma-Klein Wassink
een intrigerende gravin knap „op poten"
zette.
P. W. FRANSE
BURGERLIJKE STAND
GEBOORTEN: A. C. Struiksma—van Sta
veren, 7.:, M. C. Verduin—Jansen, z.
ONDERTROUWD: J. J. Parson en J. G.
Verbeek: H. J. M. Fransen en M. A. C.
Ruigrok; H. R. Volkers en A. van den
Heuvel.
GEHUWD: J. van Steenis en C. Vis; J.
Wagenaar en N. P. S. Zeeman.
OVERLEDEN: S. van Veen, 88 j.; D. J. C.
de Leeuw, 62 j.; J. M. Schuijt, 45 j.; A. Beu
kenkamp, 71 j.
Burgemeester mr. P. O. F. M. Cremers
speldt hoofdbode H. C. Prikker de zilveren
ere-médaiile, verbonden aan de orde van
Oranje Naussau op.
Prikker het publiek ontvangt en tegemoet
is gekomen, is van die aard, dat verwacht
mag worden, dat de bezoekers aan het
stadhuis gunstig over de overheid spreekt.
Daarvoor dankte spreker hem en ook
bracht hij hem hulde voor zijn arbeid als
chef van de boden.
De burgemeester zeide het prettig te vin
den te kunnen meedelen, dat het de Ko
ningin had behaaed de heer Prikker toe
te kennen de eremédaille in zilver, verbon
den aan de orde van Oranie Nassau.
Na gelukwensen te hebben aangeboden
overhandigde de burgemeester nog de oor
konde ter herinnering aan het veertigjarig
dienstverband.
De gemeentesecretaris, mr. H. E. Phaff,
wenste de jubilaris namens de gehele
secretarie en het personeel van het kantoor
van de gemeente-ontvanger geluk met de
toekenning van de Koninklijke onderschei
ding. De burgemeester heeft herinnerd aan
het belangrijke ambt van bode en daar
sloot hij zich gaarne bij aan. Hii wilde er
aan toevoegen, dat de heer Prikker gezag
vertegenwoordigd op het stadhuis. Als
men thans ziet, dat het hoogste gezag de
jubilaris onderscheiden heeft, dan blijkt
daaruit dat het gezag geschraagd wordt en
dat er luister bij gezet wordt. De heer
Prikker heeft een niet gemakkelijke func
tie. In de Bijbel staat, dat niemand twee
heren kan dienen. Dat is de jubilaris in de
loop der jaren toch gelukt en hij stond zo
wel bij het gemeentebestuur als bij de
ambtenaren in aanzien. Een goede bode
zit maar weinig op een stoel. Meestal loopt
hij. Anders is het als de heer Prikker thuis
is. Daar mag hij rustig gaan zitten. Daarom
hebben de ambtenaren van de secretarie
en van het kantoor van de gemeente-ont
vanger besloten de jubilaris een stoel aan
te bieden. Voorts overhandigde mr. Phaff
een geschenk in enveloppe.
De heer J. M. F. Meijer voerde het woord
namens de boden van de secretarie en bood
een geschenk en een zilveren draagméaaille
van de orde van Oranje Nassau aan.
De jubilaris dankte voor de hem ge
brachte hulde, waarna er gelegenheid be
stond hem geluk te wensen.
Wethouder Angenent heeft gistermiddag
in de vergadering van de Haarlemse ge
meenteraad meegedeeld, dat B. en W. bin
nen niet te lange tijd met een voorstel zul
len komen tot het aanbrengen van een
fontein op het Frans Halsplein.
Het is de bedoeling dat deze fontein met
beeldhouwwerk zal worden verfraaid.
Voorts wordt bestudeerd of de indeling
van het plan met het oog op deze fontein
niet enigszins moet worden gewijzigd.
Zoals men weet heeft het comité tot op
richting van een monument voor de ver
zetsstrijdster Hannie Schaft indertijd ge
vraagd op het Frans Halsplein een gedenk
teken, dat het gehele vrouwelijk verzet in
Nederland zou symboliseren, te mogen
plaatsen.
Het college heeft op dat verzoek afwij
zend beschikt.
ADVERTENTIE
Gr. Houtstraat 37 - Rijksstraatweg 246 B
Ook voor alle Ziekenfondsen
HAARLEM, 9 December 1953
ONDERTROUWD: 9 Dec., L. Chr. van Lent
e- J. A. M. Heeremans; H. J. van Straaten
en M. C. van der Blom; J. Feenstra en W.
M. Samblowski; G. F. Fictoor en J. A. Har
ren; P. Terol en M. G. Mooy; J. Vorsten-
bosch en E. W. Brinkhof; B. A. Steevensz en
J. N. Aal; A. de Vries en A. M. C. van Leu
ven; H. van der Linden en J. Dekker; J.
Vermeer en A. M. Schlöffel; W. Schildmeijer
en F. Bauer; M. F. Bakker en H. van Ben-
tem; J. Luiting en M. van Stijn; C. P. van
Meurs en P. W. Garsten; L. J. A. Broeken
en M. J. H. Kok; P. J. F. van der Mije en
J. Schoon; F. C. Somers en J. Jongman; Ch.
Ligtvoet en M. C. Ran; P. van den Raadt en
A. Frölich.
GEHUWD: 9 Dlc., W. F. Stork en S. G. A.
van Dierme; J. Chr. van de Haterd en E. H.
van den Eijnde; J. Cijs en E. Draaijer; J. J.
F. Damshuizeren en J. H. Lutz; P. C.
Schmidt en J. Koper; P. D. van Wees en A.
M. Kuijken; H. Th. Baay en G. E. Castien;
H. Kamper en C. J. M. Straathof; I. J. Post-
ma en J Sijtsma; C. F. J. Wempe en D. Chr.
van Reeden.
BEVALLEN van een zoon: 8 Dec., H. M.
MetzJanssen; M. J. de BlécourtWaar
denburg.
BEVALLEN van een dochter: 8 Dec., E. M.
A. Slooffvan der Vlies: C. J. van Aanholt
Hanzon; J. B. van MarisAlders; A. de
Jager—Limbach, 2 d.; 9 Dec., C. Schaap-
van Wees.