LAXEEK-AKKERTJES Constant worden tijdens de fabricage van CABALLERO gewichtsproeven*) genomen. Caballero-rokers genieten dagelijks van deze accuratesse. Hun sigaret is niet te vast en niet te los, maar precies goed gestopt. 1 GRUISVRIJ Kwart eeuw staande sprekers in Haarlemse gemeenteraad Schade-commissie Haarlem viert haar zilveren jubileum Zandvoort toonde reeds interesse voor helicopterverbinding Een bril FEDEEMANNe NATUURLIJK* N. VAN BREEMEN Co. - TEL. 10070 Lezing over het Britse parlementaire stelsel DONDERDAG 7 JANUARI 1954 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 5 Merkwaardig jubileum Pittige discussies over wijziging in Reglement van Orde Moeten is dwang Bespottelijk gezicht Maling HILLEGOM SOIRéE-DANSANTE HER HEIERMAN So long....in Treslong Stille Armen te Heemstede Psychologische jont Reinig Uw ingewanden en voorkom verstopping. Neem eens per week 1 of 2 CONSTANTE KWALITEIT Geboren uit de noodzaak Lisse Kunst en Volharding vierde eerste lustrum Bloemendaal Zatuhioort Vrijwillige brandweer rukte 29 keer uit Zandvoortse muziekkapel moet uitgebreid worden Voorlopig geen opvolger van dr. Plesman Mr. Van Fenema juicht Haarlems initiatief toe Geen enthousiasme in Hillegom Sir Hugh Linstead sprak voor „Nederland-Engeland' Het is ons tijdens de jongste vergadering van de Haarlemse raad weer eens opgevallen, dat niet alle sprekers wellicht is het beter te zeggen: niet alle onderwerpen een even grote aandacht van de overige vroedschapsleden ondervinden. Dan maakt een algemene beweeglijkheid zich plotseling van de edelachtbaren meester, men verdwijnt maar de antichambre, men entameert een kort gesprek met buurman of -vrouw, ver stuurt een briefje naar een confrater en de boden serveren de thee die sinds kort van een allersmakelijkst wafeltje vergezeld gaat. Temidden van het algemene geroezemoes staat dan, slechts nog gevolgd door een enkele van de eigen fractie, een man (de dames worden natuurlijk wel aangehoord) het woord te richten tot de voorzitter. Men ver staat hem wel niet, maar hij staat in elk geval. Dat is geen „natuurlijke houding" van het raadslid, dat staan. Dat is hem aangeleerd tot het bij wijze van spreken een tweede natuur is geworden. Want op 9 Januari 1954, dag voor dag, zal het precies 25 jaar geleden zijn dat de Haarlemse raad, op voorstel van Burgemeester en Wet houders, besloot in het Reglement van Orde de bepaling op te nemen, dat, in artikel 15 na de eerste zin, zal worden toegevoegd: „De leden spreken staande van hunne plaats". Het is wel merkwaardig nu nog in de toelichting op het voorstel te lezen: „Het heeft reeds meermalen onze aandacht getrokken, dat de bespre kingen in Uw raad niet altijd die op lettende belangstelling ondervinden die het behandelde onderwerp en de woordvoerder verdienen. De oorzaak daarvan is naar onze mening niet ge legen in een te geringe belangstelling van Uw raad voor de te behandelen zaak zelve, noch in een gebrek aan «deferentie tussen Uw leden onderling, «doch in de enigszins gemoedelijke .sfeer, welke Uw vergaderingen ken merkt. Hoewel het niet onze bedoeling is daarin een wijziging te brengen, menen wij toch dat in de wijze waarop de redevoeringen in Uw vergaderingen plegen te worden voorgedragen een verandering dient te komen, zodanig dat zulks geschiedt staande van hun plaats, in stede van zittende. Op deze wijze zal het gesproken woord beter gehoord kunnen worden en meer de aandacht trekken". Het College, zo zien wij, meende het en :zo kwam het tot een discussie in de raad, want ook in die dagen ging men bij zulke, principiële, belangrijke, ingrijpende men vuile naar believen in voorstellen niet over een nacht ijs. Wij hebben, omdat wij niet wilden rusten voordat wij de betekenis van deze bepa ling in het Reglement van Orde in volle lengte, breedte, diepte en hoogte hadden doorgrond, de belangwekkendste passages uit het nog niet vergeelde verslag van het gesprokene gelicht en laten die hieronder volgen. De heer R e i n a 1 d a bleek alles te voe len voor staande spreken vanwege de be tere verstaanbaarheid, maar wilde er geen „moeten" van maken. En hij was ont stemd omdat B. en W.. deze opvatting kennende, er toch een bindend voorstel van hadden gemaakt. „Dit is naar 's spre kers mening niet bevorderlijk aan een goede verstandhouding tussen de fractie voorzitters en de burgemeester. Ofschoon sprekers fractie het dus in het algemeen gewenst vindt staande te spreken, omdat dit voor de stenografen gemakkelijker is, zal zij niettemin tegen het voorstel stem men". Maar de heer Peper bleek van me ning dat het voorstel een verzwaring van de taak der raadsleden betekende. Spreker achtte de verplichting om te staan zuiver vormendienerij. Personen die physiek min der geschikt zijn zullen wel eens moeite hebben om hun stoel achteruit te krijgen. De heer Oversteegen sloot zich grotendeels bij het voorgaande betoog aan. Spreker zit graag en bovendien, als men een meter tachtig lang is, is het een bespot telijk gezicht wanneer men staat. Als de heer Wolf staat wordt er op de publieke tribunes gevraagd: „Wie is dat lange eind?" Spreker gelooft dat de kritiek van de pu blieke tribune geweldig zal toenemen, als dit voorstel wordt aangenomen. Wel is hij daarvoor niet bang, maar de voorzitter heeft niet te klagen als spreker blijft zit ten, want de stenografen zitten vlak voor hem. Bovendien zijn er genoeg raadsleden die hun oren opzettelijk sluiten wanneer spre ker aan het woord is. Ook al wordt het Reglement van Orde gewijzigd dan zal spreker toch blijven zitten. Hij heeft er maling aan en zal het dan wel eens uit vissen met een advocaat! De heer Joosten meende, dat het voorgestelde voorschrift blijk geeft van een wat straffe opvatting tegenover de raad, die toch een souverein lichaam is. B. en W. doen hier eigenlijk half werk, want wanneer B. en W. tegen de souve rein spreken behoren zij eigenlijk te gaan staan. ADVERTENTIE ZATERDAGS en ZONDAGS aan de vleugel Laatste verantwoording van de Kerst inzameling 1953. Sedert de laatste opgave werd nog ont vangen van: D. G. ƒ2,50; C. B. ƒ5,—; J. J. R. 5,—; R. O. C. 5,—; K. W. v. d. T. 20,—; H. H. ƒ2,50; J. C. W. ƒ5,—; N. N. ƒ100,—; T. v. d. M. 2,50 en G. M. S. 5,—. In totaal 152,50, zodat in het geheel is ontvangen ƒ3184,08. Het Comité betuigt zijn hartelijke dank aan allen die hun bijdragen voor het zo goede doel hebben overgemaakt. Indien men nog giften wil overmaken kan dat geschieden op postgironummer 153308 van de heer A. van Wingerde, penning meester van het comité. Nadat de voorzitter burgemees ter Maarschalk heeft uiteengezet, dat B. en W. het verkieslijker vinden het voorbeeld van Provinciale Staten en de Staten-Generaal te volgen, begint net als nu de tweede ronde. De heer R e i n a 1 d a acht het een psy chologische fout deze bepaling in het Reglement van orde vast te leggen. Als er staat: Gij moet staan en men blijft zit ten, wat dan? De voorzitter: Dan zal ik het be trokken raadslid vragen te gaan staan. De heer R e i n a 1 d a: En als men dan toch blijft zitten? De voorzitter: Dan krijgt zo iemand het woord niet. De heer Joosten (half zittend cp de tafel): Sta ik nu of zit ik? De voorzitter zegt, dat het geen manier is een dergelijke vraag in een college als de gemeenteraad te stellen. De heer Joosten weet zelf wel of hij staat of zit. De heer R e i n a 1 d a zegt, dat deze zaak geen gemeentebelang raakt. Het is een onderlinge regeling ten aanzien waarvan men niet het standpunt moet innnemen: „Gij hebt bezwaren, maar wij, meerder heid, hebben geen bezwaren". De heer Oversteegen: Zo gaat het in de gehele maatschappij! De heer R e i n a 1 d a verklaart, dat in dien een zaak als deze zo wordt gesteld, spreker, ofschoon hij zeer gemoedelijk is, er vierkant tegenover gaat.... zitten. Die woorden lokten nogal wat tegen werpingen uit, onder meer van de heer Van Liemt, die meende dat het een kwestie is van een meerderheid en een minderheid. De heer Oversteegen: Ja, maar als nu een meerderheid uit ezels bestaat? De heer G e r r i t s z: Zelfs een minder heid kan uit ezels bestaan. Men moet niet denken, dat het debat met die wijze woorden geëindigd was. Men praatte nog een stevig kwartiertje vol, al dient er onmiddellijk bijgevoegd te worden, dat dezelfde spreektijd ook werd gebruikt om het voor of tegen van de rondvraag in het geding te brengen, want die werd tege lijkertijd om hals gebracht. Hetgeen maar weinigen zullen betreuren. Het voorstel om staande te spreken kwam er zoals met alle werkelijk be langrijke voorstellen maar net. Met twintig tegen achttien. Of het erg bevorderlijk is geweest voor de aandacht zie aanhef is de vraag. Misschien moeten de raadsleden in het vervolg weer blijven zitten. ADVERTENTIE ADVERTENTIE Raeds aan mlnlmela afwijking van 30 gram par 1000 algarallan beïnvloed! de smaalt In aan goede tlgarai. De Schade-commissie te Haarlem jubileert. Misschien zegt de naam weinig voor vele lezers. Duidelijker zal waarschijnlijk zijn te vernemen, dat bij de commissie zijn aan gesloten onderaannemers en leveranciers in het bouwbedrijf uit Haarlem en om streken en dan blijkt wel, dat een aantal personen zich verenigd heeft om wat te bereiken. Hun doel is te strijden tegen wanbetalers in het algemeen en om te voor komen, dat onnodig schade geleden wordt. Dat geschiedde vroeger veel, vooral toen de onderaannemers en leveranciers zich niet gewapend hadden tegen mogelijke aan vallen. Thans informeren zij eerst ter dege of hun arbeid beloond zal worden en hebben zij die zekerheid, dan werken of leveren zij. Op 16 Januari is het vijfentwintig jaar geleden, dat de Schadecommissie in Haar lem werd gesticht en al die jaren is de heer Alb. Baas secretaris. Daarom was er aanleiding een gesprek te voeren met de jubilerende secretaris van de jubilerende commissie en hem te vragen, waarom men er een kwart-eeuw geleden toe is overge gaan een organisatie te stichten. „De toestand in het bouwbedrijf was in 1928 van dien aard, dat onderaannemers en leveranciers op financieel gebied grote klappen moesten incasseren. Grondspecu- lanten en een ieder, die wilde bouwen, waarbij het er niet op aan kwam of hij al of niet deskundig was, werden rijk of deden onnodige uitgaven. Daardoor kregen onderaannemers en leveranciers van mate riaal geen geld. De gevolgen waren soms faillissementen of ernstige verliezen", deel de de heer Baas mee. In Amsterdam bestond reeds een organi satie, om te trachten financiële stroppen te voorkomen en zandschippers hadden zich verenigd onder de naam „Bijtijds ont waakt". Om te trachten paal en perk te stellen tegen wanbetalers in het bouwbedrijf in Haarlem werd op 16 Januari 1929 een bij eenkomst gehouden, waarop tweeëntwin tig personen tien verenigingen vertegen woordigden. Besloten werd de Schade- commissie op te richten. Het doel was maatregelen te treffen tegen wanbetalers, hetgeen alleen kon geschieden door samen werking als betalen op een bouwwerk stagneert. De bouw mag alleen afgewerkt worden en leveranties mogen alleen ge schieden als zekerheid bestaat, dat de vorderingen zullen worden betaald. Strijd in de Prof. van der Waals straat „De eerste jaren zijn zeer moeilijk ge weest", vervolgde de heer Baas. „Door de actie van de commissie is omstreeks 1936 de bouw van een groot aantal woningen geruime tijd stilgelegd. De aannemer vol deed niet aan zijn verplichtingen tegenover onderaannemers en leveranciers. Het ging er Spaans aan toe en sabotage en achter volging deden zich voor. De aannemer wilde met medewerking van andere leve ranciers verder werken. Bestuurders van wagens met materiaal werden echter ge dwongen terug te keren. Stenen werden per schip aan de Leidsevaart aangevoerd, doch lossen was niet mogelijk. Het schip voer door naar Heemstede, maar lossen was weer onmogelijk gemaakt en vervol gens naar de Cruquius, waar het een Am sterdamse losploeg gelukte één auto met stenen te laden. Het vervoer van de auto naar de Prof. Van der Waalsstraat ging niet vlot. Later zijn auto's met stenen des nachts uit Amsterdam gekomen. Het re sultaat van de actie van de Schade-com missie is geweest, dat betrokkenen voor een deel zijn schadeloos gesteld." De heer Baas deelde mee, dat de com missie met bonafide aannemers, die in moeilijkheden waren gekomen, regelingen heeft getroffen, waarmee beide partijen gebaat waren. In de loop der jaren zijn in tien steden of streken van ons land Schade-commis sies gesticht, die onderling samenwerken. Indien een Haarlemse onderaannemer of leverancier wil weten of hij zaken kan doen met een bouwer uit deze omgeving of een ander deel van ons land, dan kan hij inlichtingen inwinnen dank zij een goede onderlinge samenwerking. Dan wordt hem meegedeeld of degene, over wie hij geïnformeerd heeft „goed", „min der goed" of „slecht" is. In Haarlem wordt het dagelijks bestuur gevormd door de heren H. Koopmans, voorzitter, A. Baas, secretaris en I. Polak, penningmeester en de administratieve werkzaamheden worden verricht door de heer J. L. Hijink. Het aantal leden be draagt 152, maar de commissie verwacht, dat dit aantal sterk zal toenemen, omdat er zoveel nuttig werk gedaan wordt voor groepen uit het bouwbedrijf. Het jubileum zal op Zaterdag 23 Januari gevierd worden in de Kroonzaal van Brinkmann met een receptie (des middags van drie tot vijf uur) en met een feest avond. Met een goed verzorgd programma her dacht „Kunst en Volharding" Woensdag avond in gebouw Rehoboth onder leiding van de nieuwe directeur, de heer H. Wiersma uit Den Haag, haar vijfjax*ig bestaan. De vereniging heeft, aldus voorzittter Ir. 't Veld moeilijkheden gehad, vooral gedurende het laatste jaar. De grote populariteit welke de vereniging geniet kwam echter ook op deze avond weer tot uitdrukking, daar de voor zittter voor de vereniging een fraaie vlag in ontvangst kon nemen, die was gemaakt door een dames-comité. Uitgevoerd werd als eerste nummer Ge zang 105. Vervolgens een mars van J. B. Kok, de wals „Rosetta" van Bisselink, de Fantasie uit de opera „Stradella" van Flutow. „La Danseuse" van J. B. Kok en de mars „Willi" van A. M. v. d. Leest, waarna dit gedeelte werd besloten met Gezang 108. Ter afwisseling kwam de declamator de heer J. B. Oosterwelder van Amsterdam voor het voetlicht met een levensvoordracht „Grootmoeder en kleinzoon". Kunst en Volharding besloot haar eerste lustrum-optreden met een viertal provinciale volksliederen, een drietal wandel-liedjes en een potpourri van succesliedjes der vereni ging uit het vijfjarig bestaan, naar een be werking van de dirigent de heer Wiersma. BURGERLIJKE STAND GEBOORTEN: H. Koppen—Bijlsma. d.; E. S. E. ThijsseKrans, d.; J. van Gelderen Joustra, z. ONDERTROUWD: H. M. van Roozendaal en G. van Leersum; W. W. Groenendijk en A. Th. Pulleux; C. de Jong en Th. L. van Wessem. GEHUWD: R. Lambregts en P. M. Baljon. OVERLEDEN: Wed. A. L. Braak—de Paauw, 83 j.; Wed. H. M. E. Beereboom Hoog, 84 j. HALTESTRAATVERENIGING GAAT VERGADEREN De Haltestraatvereniging houdt deze week Donderdagavond een vergadering. Aan de orde van bespreking komen be stuursvoorstellen voor diverse acties in het komende seizoen. Vele plannen, die het bestuur van deze belangrijke winkelstraat gaarne zou zien verwezenlijkt, zullen aan de leden worden voorgelegd. De onder-commandant van de Zandvoortse vrijwillige brandweer heeft een opgave ver strekt van de in het jaar 1953 gemelde bran den. In totaal kwamen 29 meldingen voor, tegen 34 in 1952. Grote branden hadden niet plaats. Er werd hulp ingeroepen voor vier schoorsteenbranden, één autobrand, acht bin nenbranden, één kelderbrand. één gasont ploffing in een kachel, dertien duinbranden en één geval van blikseminslag. De grootste brand was die op 19 April toen in de duinen van de Amsterdamse Water leiding niet minder dan 12.000 M2. duinbe planting bij een zware duinbrand verloren ging. De grootste schade 1000.—) werd aange richt bij het geval van blikseminslag op 1 Juni in het r rceel Zandvoortselaan 110. De Zandvoortse muziekkapel houdt Zater dagavond in café Bluijs haar jaarvergadering. Onder meer zal een punt van bespreking uit maken hoe men op korte termijn tot uit breiding van de kapel zal kunnen komen. Diverse leden vertrokken en hun plaatsen zijn nog steeds niet door anderen ingenomen. Bovendien is er grote behoefte aan hout blazers. Men zou gaarne het ledenaantal met jonge krachten zien aangevuld. ADVERTENTIE Gr Houtstraat 37 - Rijksstraatweg 246 B Ook voor alle Ziekenfondsen De Raad van Bestuur van de K. L. M. deelt mede, dat hij, in overleg met de Raad van Commissarissen, besloten heeft voorlopig niet tot benoemimg van een op volger van dr. Plesman over te gaan, zo dat krachtens de statuten de directie op gedragen blijft aan de directeuren F. von Balluseck, ir. F. Besangon en M. J. van der Ploeg. De uitvoerende taak ten aanzien van de buitenlandse betrekkingen blijft opgedra gen aan mr. L. H. Slotemaker, directeur buitenlandse betrekkingen. ENT IE WV /V' Zandvoort blijkt Haarlem voor te zijn geweest in belangstelling voor een uitbreiding van het helicopternet van de Sabena. In Augustus van het vorige jaar is de burge meester, mr. H. M. van Fenema, met de directeur van „Touring Zandvoort", de heer J. Th. Hugenholtz, naar Brussel geweest om daar besprekingen te voeren over deze mogelijkheid met de heer Schoevaerts, zakelijk directeur van de Sabena. Daarbij waren nog enkele andere autoriteiten op luchtvaartgebied tegenwoordig. Ook werd de heliport van Brussel bezichtigd. De mogelijkheden voor doortrekking van de dienst op Rotterdam naar Zandvoort werden terdege bekeken. De Zandvoortse be zoekers wezen op de bijna ideale landingsmogelijkheid op de parkeerplaats achter de pits op het circuit. In ons land hebben de dijken het geweld van de door de storm_opgezweepte zee kunnen weerstaan: in Duitsland en Zuid-Scandinavië zijn echter talrijke dijkbreuken te tellen: deze luchtopname geeft een beeld van een doorbraak bij Skige (ten Noorden van Odense op het eiland Fünen), tengevolge waarvan ruim 48000 vierkante meter bouwland onder water kwam te staan. Burgemeester Van Fenema verklaarde onze Zandvoortse correspondent, dat men in België wel oren scheen te hebben naar de Zandvoortse voorstellen. De grote moeilijkheid bleek echter ge legen in het geringe aantal machines, dat men ter beschikking had en om tot uit breiding van de vloot te kunnen overgaan, moest men garanties verlangen, voor een zeker aantal passagiers, dat Zandvoort ge durende een seizoen zou kunnen garan deren, om deze uitbreiding van de dienst zonder verlies te kunnen exploiteren. Daar het seizoen 1953 reeds te ver ge vorderd was en het hier slechts informa tieve besprekingen gold, werd besloten, dat men in het voorjaar 1954 op een en ander zou terugkomen en gedurende de daaraan voorafgaande maanden dit pro bleem zou bestuderen, teneinde voor sei zoen 1954 met definitieve voorstellen te kunnen komen. „Het moet", aldus Zandvoorts burge meester, „daarom volstrekt niet uitgesloten worden geacht, dat Zandvoort in het ko mend seizoen zal worden ingeschakeld in het net van de helicopter-dienst. Ik zie de ontwikkeling van deze tak van luchtvaart nog steeds als van zeer groot gewicht voor onze badplaats ter bevordering van het vreemdelingenverkeer en ik ben druk doende in deze meer definitieve plannen uit te werken. Dat Haarlems burgemeester thans in gezelschap van de voorzitter van de Kamer van Koophandel eveneens een bezoek gaat brengen aan de Sabena is een initiatief, dat ik slechts kan toejuichen, omdat uit komende samenwerking, waar aan ik niet twijfel, de mogelijkheden voor Zandvoort, dcor eventuele doortrekking van de lijn via Haarlem naar de badplaats, eerder groter dan kleiner zullen worden. Ik zal dan ook niet aarzelen, mijn ambtge noot in Haarlem de hartelijke groeten van de heer Hugenholtz en mij aan de direc teur van de Sabena te laten overbrengen, waarbij ik uiteraard het verloop der ko mende besprekingen met belangstelling volgen zal". De Hillegomse ambtgenoot van de bur gemeester van Haarlem en Zandvoort, jhr. dr. O. F. A, H. van Nispen tot Pannerden, is, blijkens een onderhoud met het dagblad „Trouw", minder enthousiast over wat hij noemt een „helicopter-mode". Hij ver klaarde: „De bollenkwekers en handelaren zullen weinig aan een helicopter hebben, daar zij hoofdzakelijk verre trips maken naar Engeland, Amerika, Scandinavië e.d. en op hun reizen naar België liever de auto gebruiken. Een helicopter brengt ze name lijk wèl in Brussel, maar daar staan deze mensen, die zich snel verplaatsen moeten, met niet meer dan de bestaande bus- en treindiensten te hunner beschikking. En dat vervoer is voor hen onvoldoende." Ook voor het luchttoerisme boven de bollenvelden kon de burgemeester niet en thousiast zijn. „Men zoekt gunstige voorwaarden voor deze helicopter-mode, doch men vergeet, dat vooral buitenlanders die een „lucht- trip" betalen kunnen! de bloemen rustig van nabij willen zien. En bovendien zeer gehecht zijn aan hun auto!' Het nut van een belicopterdienst achtte Sir Hugh Linstead, die voor het district Putney zitting heeft in het Engelse Lager huis. hield gisteravond op uitnodiging van het Genootschap NederlandEngeland voor de Haarlemse afdeling, daarvan in de Kleine Brinkman een lezing over de functies van het Engelse parlement. Hij deed dat in de plaats van Sir Edward Keeling, die door ziekte verhinderd was. De spreker zei in de inleiding van zijn betoog, door zijn herhaalde bezoeken al zozeer in Nederland ingeburgerd te zijn, dat hij onder grote pressie zelfs het lied „Piet Hein" vloot kan zingen. „Men kan het Britse parlementaire stelsel zien als bestemd om het regeren moeilijk te maken", zei hij, „zoals dat van Frankrijk bestemd schijnt om het regeren onmogelijk te maken". Hij schetste achtereenvolgens de betekenis van de Kroon, het Hogerhuis en het Lager huis in dit stelsel, „dat ons in de afgelopen zes eeuwen te goed gediend heeft om nog gevaar te lopen, dat het omver geworpen wordt". Op een aantrekkelijke manier be schreef hij de bevoegdheden van de Kroon en van het Hogerhuis, waarin men voorna melijk bij erfop.volging zitting krijgt, vandaar de bijnaam van de leden „de oudste zonen van de oudste zonen" of schertsend „de onge lukken van de ongelukken". In 1911 is hun constitutionele macht zeer beknot, maar dit eerbiedwaardige Hogerhuis heeft nog altijd een groot gezag. Daartegenover bezit het Lagerhuis een schier onbegrensde competen tie, een meerderheid daarin zou zelfs het Hogerhuis en de monarchie overboord kun nen zetten en van Engeland een republiek kunnen maken, ware het niet, dat het onge schreven gewoonrecht dit zou beletten. Als enkele voorbeelden van de bevoegd heden van het Lagerhuis, noemde Sir Hugh de consequenties van een door een meerder heid aangenomen motie van afkeuring en de schriftelijke vragen, waaraan men bij het antwoord van de minister nog een hele serie suDpIementaire vragen toe kan voegen, die pas grondig op een kwestie ingaan, waarop in de schriftelijke, schijnbaar onbeduidende vraag, gewoonlijk slechts wordt gezinspeeld. Daarbij komt de critiek op de regering ten volle los evenals bij de begrotingsbehande ling. Het twee-partijen systeem, dat nog al eens wordt toegeschreven aan de Engelse voor liefde voor team-sporten, legt de oppositie een grote verantwoordelijkheid op: zij moet altijd rekening houden met de mogelijkheid dat zij morgen de regeringspartij zal zijn. „Ik zal de laatste zijn om te beweren, dat dit parlementaire stelsel altijd even efficiënt en snel werkt", aldus de spreker, „maar de ba- Hillegoms burgemeester voor de bollen- jans tussen vrijheid en doelmatigheid mag streek dan ook zeer gering. toch niet naar de verkeerde kant doorslaan."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1954 | | pagina 7