IGOR GOUZENKO's moedige vlucht
Spanning en ontspanning in Franse thriller
ArialtabCa
Elsensohn zeventl
De vreemde historie van een Russische
cijferklerk die Moskou verloochende
Veel humor in „Meisjesslaapzaal
„Otkroyte dver"
Dierbare vrienden
Verbijsterend nieuws
Spoedconferenties
Alexander Krannhals
op concertreis
ONZE PUZZLE
Toneel en opera
in Suriname
In het voorjaar van 1946 deed dé Canadese regering de schokkende onthulling,
dat een wijdvertakt spionnagecomplot onder Russische leiding zich meester
femaakt had van verscheidene militaire geheimen, de gegevens over de atoom-
om niet uitgezonderd. De ontmaskering van het complot was te danken aan een
Russische ambassadeklerk, genaamd Gouzenko, die de
Canadese politie de bewijzen had geleverd en die daar
na aan de regering in Ottawa politiek asvl gevraagd
had, hetgeen hem verleend was. Het bericht verwekte
grote ontsteltenis, want als de Russen inderdaad de
atoomgeheimen kenden, dan was het laatste militaire
overwicht der vrije wereld daardoor met één slag teniet
gedaan. In allerijl werd de gehele Westerse strategie
gereorganiseerd en opdracht gegeven tot het ontwerpen
van nieuwe atoomwapens, waaruit later o.a. de water
stofbom resulteerde. Een twintigtal der voornaamste
Sovjet-spionnen in Canada, Engeland en de V.S. kon
gearresteerd worden en honderden andere verdachte
personen zijn sindsdien voortdurend „geschaduwd",
terwijl de bewaking der militaire geheimen verveel
voudigd werd. Maar ondanks alle veiligheidsmaatrege
len lekken er nog geregeld belangrijke „top secrets" uit,
zonder dat men er achter komt hoe.
Vandaar misschien dat twee leden van de Amerikaanse (foto uit Newsweek)
Senaatscommissie voor binnenlandse veiligheid deze week maar weer eens zijn
gaan praten met die geruchtmakende ambassadeklerk Gouzenko in de hoop,
dat die raad kan schaffen
zoontje ontsnapte hij via het balcon naar
de belendende flat, welks bewoonster, me
vrouw Anderson, het drietal gastvrij op
nam en op hun verzoek de politie waar
schuwde. Een kwartier later arriveerden
er twee agenten. Gouzenko vertelde, dat
zijn gezin in gevaar was. De politiemannen
verzekerden hem, dat zij uit het park zijn
flat in de gaten zouden houden. „Laat het
licht in de badkamer aan," raadden zij hem
aan, „en doe het uit als u ons nodig hebt."
Dat was om halfacht. Om half twaalf
migen van hen kregen af en toe wat geld
van Gouzenko's chef, Zabotin, maar dat
waren steeds minieme bödragen, die stellig
geen gewicht in de schaal legden. Wat dan
wel hun motieven waren?
Dr. Nunn May schreef in zijn bekentenis:
„Ik leende mij alleen tot dit werk, omdat
ik meende daarmee een bijdrage te kunnen
leveren tot de veiligheid van de mensheid."
Scotland Yard, de Canadese politie en
het Amerikaanse F.B.I. hebben maan-
uouzen^u
MEN HERINNERT ZICH nog wel het
rumoer, dot om deze Gouzenko ontstond na
zijn vlucht uit de Sovjet-ambassade in
Ottawa. Wekenlang stonden de dagbladen
vol over zijn sensationele onthullingen, over
de geheime Russische documenten, die hij
de politie voorlegde en over de vele voor
aanstaande Amerikanen, die daarin als spion
nen van Moskou te boek stonden. Het werd
een enorm schandaal, maar toch zijn vele
détails destijds om veiligheidsredenen niet
lepubliceera. Pas veel later gaf luitenant.
colonel Richard Hirsch, een der chefs van
de Amerikaanse Inlichtingendienst, in zijn
boek „The Soviet Spies" een volledig ver
slag van het drama-Gouzenko, waaruit wij
de volgende samenvatting destilleerden.
Igor Gouzenko, een stille, ernstige man
van 25 jaar, was een der jongste leden
van de na-oorlogse Russische ambassade
in Ottawa, die gevestigd was in een land
huis aan de Charlottestraat. Het grootste
deel van het gebouw werd gebruikt door
ambassadeur Zaroebin en zijn staf; de rest
omvattend de vroegere keuken en
dienstvertrekken, was door dubbele stalen
deuren en getraliede vensters daarvan ge
scheiden. Daar zetelden de 5 technische af
delingen voor 't contact met Moskou. Gou
zenko was daar codeklerk van de militaire
afdeling, die onder leiding stond van kolo
nel Zabotin en door zijn handen gingen
dus alle berichten voor de Militaire Inlich
tingendienst in Moskou, 's Avonds werden
zijn codeboeken in een stalen safe gesloten,
die ook de geheime aantekeningen van de
militaire attaché bevatte.
Twee jaar lang deed Gouzenko dit werk
met een steeds groeiende tegenzin. Toen,
in de avond van 5 September 1945, besloot
hij tot een beslissende stap. Op weg naar
de safe verstopte hij zijn codeboeken, een
aantal zeer geheime documenten, een lijst
van spionnennamen en een bundel tele-
gramcopieën tussen zijn kleren en wandel
de het ambassadegebouw uit. Rustig liep
hij naar het bureau van de Ottawa Journal
en legde daar een der redacteuren zijn ver
haal voor. Deze vond het zp'n fantastische
geschiedenis, dat hij Gouzenko naar de
politie verwees, maar ook daar kon men die
avond niets voor hem doen. De volgende
morgen bewogen Gouzenko en zijn vrouw
hemel en aarde om door te dringen tot
premier Mackenzie King, die echter juist
het parlement moest openen en pas vlak
voor deze plechtigheid door onderstaats
secretaris Robertson van Buitenlandse
Zaken op de hoogste gesteld werd. De pre
mier echter wenste geen moeilijkheden
met de Russen. Hij zei kortaf: „Zeg die
jongeman, naar zijn ambassade terug te
keren met de documenten die hij bij zich
heeft."
Natuurlijk kon Gouzenko er niet aan
denken, dat advies op te volgen, want
hij wist zeker dat zijn afwezigheid op de
ambassade al achterdocht had gewekt. Om
zichtig keerde het paar naar zijn flat in
Somerset Street terug via de achteringang.
Boven, in zijn kamers, keek Gouzenko
voorzichtig uit het raam naar het park aan
de overkant. Hij zag, wat hij gevreesd had:
twee mannen op een bank, die voortdurend
strak naar zijn étage keken.
Later op die avond werd er op de deur
geklopt en een bevelende stem riep: „Gou
zenko, otkroyte dver! (open de deur)".
Gouzenko en zijn vrouw hielden hun
adem in, maar hun zoontje struikelde over
een stuk speelgoed en viel tegen de deur.
De man op de gang deed geen poging om
zich toegang te verschaffen, maar hij wist
dat de bewoners daarbinnen waren en
Gouzenko op zijn beurt wist wat hem te
wachten stond. Met zijn vrouw en zijn
Laten we wat gaan borrelen
stopte een grote zwarte auto voor het flat
gebouw. Vier mannen stapten uit, begaven
zich naar Gouzenko's flat en braken zonder
plichtplegingen de buitendeur open. Gou
zenko, die door het sleutelgat van mevrouw
Andersons flat de gebeurtenissen volgde,
ging naar de badkamer en draaide het licht
uit. Drie minuten later stormden de politie
mannen de trap op naar Gouzenko's flat,
waar zij alle lichten op en alle kastdeuren
geopend vonden. Consul Pavlov was in een
kast, kolonel Rogov in een andere en twee
Russische ambtenaren stonden bij de tafel.
„Wat doet u hier!" vroeg een der agen
ten.
Pavlov legitimeerde zich, verklaarde op
hoge toon, dat deze kamers Sovjet-grond
gebied waren en verzocht de agenten om te
verdwijnen.
„Niet vóórdat de commissaris hier ge
weest is", zeiden de politiemannen.
Toen dropen de Russen af. tot grote op
luchting van de Gouzenko's, die de rest van
die nacht een politieman voor hun deur
kregen.
De volgende dag werden zij overgebracht
naar het hoofdkwartier van de Cana
dian Mounted Police, waar Gouzenko eerst
verklaarde waarom hij met de ambassade
gebroken had. „Ik heb zelf gezien, hoe in
Canada democratische vrijheden bestaan,
die in de Sovjet-Unie onbekend zijn. Ik zag
ook hoe het Sovjet-regiem, hardop vrede
predikend, in stilte een nieuwe wereld
oorlog voorbereidt en daartoe vijfde colon
nes opricht in« de democratische landen.
Overtuigd dat die dubbelhartige politiek
strijdig is met de belangen van het Russi
sche volk, heb ik gebroken met mijn rege
ring", verklaarde Gouzenko.
Inmiddels waren de eerste geheime docu
menten, die hij bij zich had, vertaald en
authentiek bevonden. Zij bevatten zulk
een massa gegevens omtrent de Ameri
kaanse defensie-projecten, dat ook pre
mier Mackenzie King nu wel inzag hoe
ernstig de zaak was. Hij beval een grondig
onderzoek van alle stukken en wees een
nota van de Sovjet-ambassade om uitleve
ring van Gouzenko zonder meer van de
hand. Langzamerhand stapelden de bewij
zen zich op: er was bijna teveel bewijs
materiaal. Gouzenko's lijst van schuil
namen voor Sovjet-spionnen waaronder
mensen van Canadese, Britse en Ameri
kaanse nationaliteit besloeg bijvoorbeeld
alleen reeds drie getypte pagina's.
Op 21 September brachten de experts,
die het onderzoek geleid hadden, verslag
uit aan de eerste minister. „Doel van het
Russische spionnagecomplot waren de
atoomgeheimen, de V-bommen, de nieuwe
electronische ontstekingsmechanismen, de
radarontwikkeling en vele andere zeer ge
heime projecten", verklaarden zij.
„En in hoeverre hebben zij die doelen
bereikt?", vroeg de premier.
„Zij hebben niet gefaald, Excellentie",
antwoordde de rapporteur.
Na dit verbijsterende nieuws greep de
premier zelf in. Hij vloog naar Wash
ington voor een spoedconferentie met
Truman, reisde daarna naar Londen om
premier Attlee op de hoogte te stellen. Een
der sleutelfiguren in het Russische complot
was de kernphysicus dr. Alan Nunn May,
die herhaaldelijk de atoom-laboratoria in
Canada, de V.S. en Engeland bezocht had
en nu in Kings College in Londen werkte.
Men wist uit Gouzenko's papieren dat hij
de Russen geheime formules en zelfs ura-
niummonsters verschaft had, maar het
duurde maanden voor Scotland Yard ge
noeg bewijzen had om hem in te rekenen.
Trouwens ook de meeste andere spion
nen, die men met Gouzenko's hulp kon
identificeren, waren getalenteerde weten
schappelijke werkers, die te goeder naam
en faam bekend stonden. En dit is wel het
vreemdste In deze hele historie, dat de Rus
sen juist zulke intelligente mensen bereid
vonden, hun vaderland te verraden. Som-
denlang onder de grootste geheimhouding
Gouzenko's aanwijzingen nagespeurd en
uitgeplozen zonder dia>t de spionoragebemde
lont rook.
Zelfs de Russische ambassade in Ottawa
vermoedde aanvankelijk niet, dat Gouzenko
ook de copieën der code-telegrammen
die gewoonlijk direct verbrand werden
meegenomen had en kolonel Zabotin, die
dit wel kon weten, had alle reden om erover
te zwijgen, uit vrees voor répressailles van
Moskou! Zo werkte het soion.n?j~c^"moot
rustig door, totdat de politie de zaak rond
had en ingreep. Dat was begin 1946. De
totale oogst bedroeg twimrtag potentiële
Zaroebin, destijds Gouzenko's chef in Otta
wa, die thans als Sovjet-ambassadeur in
Washington onderhandelt over Eisenho
wer's plan tot oprichting van een inter
nationale „Atoombank".
spionnen, onder wie Harold Gerson. hoofd
van een directoraat voor de aankoop van
oorlogsmateriaal, de ingenieur Edward
Mazerell, de natuurkundigen Nunn May en
Durford Smith, het parlementslid Fred
Rose en twee vrouwen. Na een langdurig
proces werden allen tot gevangenisstraffen
van 3 tot 10 jaar veroordeeld, maar tal van
andere geheime agenten waarvan Gouzen
ko's papieren repten heeft men nooit kun
nen identificeren.
Kort voor de bom barstte verliet kolonel
Zabotin, Gouzenko's directe chef onver
wacht Canada, zonder de autoriteiten, bij
wie hij geaccrediteerd was, te verwittigen.
Op de Russische stomer Suvorov keerde
hij naar de Sovjet-Unie terug en sindsdien
heeft men niets meer van hem vernomen.
Later verluidde bij geruchte, dat hij kort
na zijn terugkeer in Moskou aan een hart
aanval was overleden.
Couzenko zelf leeft sinds 1946 met vrouw
en zijn gezin onder een aangenomen naam
ergens in Canada zijn juiste verblijfplaats
is slechts aan de premier en enkele vertrouwde
politiemannen bekend. Zij leven uiterst zuinig
en moeten voortdurend op hun hoede zijn voor
ontdekking zelfs hun kinderen weten niet
hoe hun vaders ware naam is want „de
N.K.V.D. (Russische geheime politie) heeft
scherpe oren en lange nagels", om een term
van Gouzenko te gebruiken. Toch is hij tevre
den met zijn lot. Ralph c\- Toledano, de enige
journalist die ooit permissie kreeg om hem op
te zoeken in zijn schuilplaats, schrijft, in News
week van 14 December 1953: „Hij is er zeker
van, dat tal van Russen zoals hij uit overtui
ging naar de vrije wereld zouden uitwijken,
als zij ervan overtuigd waren, daar een toe
komst en bescherming tegen de wraak van
Moskou te vinden. Ilij probeert de Canadese
regering te bewegen een wet in te dienen die
zulke garanties geeft. Als er zo'n wet is, zegt
hij, zou het Sovjetregiem geen ogenblik zeker
meer zijn van zijn spionnen en geheime agen
ten." II. C.
'99
Een van de aardigste „detectives" welke momenteel in ons land draait is de Franse
film van Henri Decoin: „Meisjesslaapzaal", met in de hoofdrollen Jean Marais, Fran-
coise Arnold, Denise Grey en Katherine Kath. Een uitstekend bezette film, die al
even spannend is als ontspannend. Ik kom er vandaag uw aandacht voor vragen,
omdat ge, als ge van dit genre houdt, waarlijk niet bedrogen uitkomt. Eigenlijk im
mers zijn de goede „detectives" maar dun gezaaid. De Amerikaanse filmmarkt loopt
er van over, toch kunt ge alleen bij Hitchcock, Lang en Hathaway aan uw trekken
komen. William Wyler, wiens „Detective-story" de filmliefhebber zich misschien nog
wel herinnert, zou ik toch niet als een voorbeeld op dit gebied willen noemen, omdat
zijn film geen detectiveis in de eigenlijke zin. Wie zeer goed de kunst van de thriller
verstaan naar verhouding met meer talentvolle filmers zijn de Engelsen. Hun
films zijn menselijker, minder sensationeel. Ze werken hoofd en bijzaken gelijkelijk
uit met rustige aandacht. De Franse filmschool gaat op haar beurt tewerk met
meer esprit, met veel meer vondsten. Als ze overdrijft doet ze dat bewust. De over
drijving is een wapen in haar hand, een ironische zet in hel kunstige schaakspel, dat
ze bedrijft. Een goede Franse „detective" zal niemand versmaden. „Meisjesslaapzaal"
kunt u er toe rekenen. Ze heeft de moord op een der leerlingen van een meisjes
pensionaat tot uitgangspunt. Ze probeert die moord te reconstrueren en met de ver
horen de schuldige te ontdekken. Hoe dat geschiedt blijve een geheim. Dat het met
veel geest en geestige verwikkelingen geschiedt laten we geen geheim blijven.
Even spannend als
ontspannend noemde
ik de film. Ik geloof
cl&t ze daarom zo be
vredigt. Zonder een
ogenblik haar aan
dacht voor het on
derwerp te verslap
pen veroorlooft ze
zich allerlei speelse
zijsprongetjes, di:e
achteraf toch geen
passen op de plaats
of passen achteruit
blijdcen te zijn. Inte
gendeel, ze verhelde
ren alleen maar de
situatie. Tot op het
laatst blijft het een
onopgelost raadsel
wie de moord in de
film heeft bedreven.
Men vermoedt, maar
(komt telkens op zijn
vermoedens terug.
Gelode lijk aan krijgt
de toeschouwer een
beter beeld van wat
ziah allemaal op het
meisjespensionaat af
speelde. Het is een
„echt Frans" pen
sionaat, dat wil zeg
gen: er heereen verhoudingen die wij be
paald komisch vinden. Enerzijds kan men
rustig aannemen dat ze met de werkelijk
heid nog genoeg verband houden om be
staanbaar te zijn. Anderzijdls zijn ze net
dat tikje aangezet om fijntjes te wordlen
gehekeld. De grote attractie van de film
is, dat het onderzoek naar de moord wordt
geleid door een jong en knap inspecteur.
Het valt gelukkig nogal mee wat de ro
mantische verwikkelingen betreft: de
jonge diames worden niet allemaal verliefd
op hem noch wordt de inspecteur verliefd
op alle jonge dames. De kleine idylle, die
zich ontspint tussen hem en een der lief
talligheden helpt hem voornamelijk op het
spoor van de moordenares. Het verdere
verloop der romance wordt op het doek
niet vertoond. Overigens heeft de held
De inspecteur (Jean Marais) in een moeilijk
zij het wel pikant parket.
heel wat met de dames te stellen. Hij moet
ook optornen tegen een onwillige direc
trice en komt affaires aan de weet dóe ons
geen hoge dunk van een der leraressen ge
ven, weshalve men in haar onmiddellijk
de moordenares vermoedt. Ik zal u niet
verklappen of dat vermoeden juist is. Ik
zeg u alleen dat alle figuren in de film
met zorg zijn gekozen en voortreffelijk
worden gespeeld. Zo'n nevenrol als bij
voorbeeld van de dorpsfotograaf is uitste
kend van tekening. Ze wordt zo illuster
waar gemaakt, dat ge er eigenlijk een be
wonderende kreet voor zoudt slaken. Nu
lacht ge, omdat het mannetje zo lelijk in
zijn hemd komt te staan. En zo vergaat
het u steeds. De plezierige dingen zijn niet
van de lucht, terwijl er toch, als het er op
aan komt, zoveel onplezierigs aan de hand
is. De ontmaskering van de schuldige aan
het slot van de film neemt slechts luttele
minuten in beslag. Die korte spanne tijds
is evenwel voldoende èn om u het motief
tot de moord te verklaren èn u niet eens
zo slecht over de ongelukkige dader (es)
te doen denken. Men krijgt dan ook alle
achting voor de constructie van dit drama,
zoals men ook waardering voor de uitwer
king ervan heeft. Dat het tenslotte alle
maal niet zo belangrijk is en vooral de
vrucht van een speelse fantasie moet na
tuurlijk bij de serieuse beoordeling voor
op staan.
Ik zal u verder niets vertellen over dieze
film, maar od één ding wil ik de geïnte
resseerde lezer en filmminnaar toch wij
zen. Dat is op de bekeken wijze waarop
Henri Decoin d'e spannendste situaties in
leidt. Telkens als er weer iets is gebeurd
ziet men de politic-inspecteur naar de
plaats des oraheils rennen. Ge wilt net als
hij graag weten wat er aan die hand is.
Maar nee, eerst ziet ge de reacties op het
gezicht van de inspecteur. Dan pas wat
hij ziet. Zo houdt Decoin u precies nog dat
ogenblik in het ongewisse, dat ge zo graag
had overgeslagen. Hij doet het veelvuldig
en met groot succes. Een bewijs dat hij de
kracht van de filmtaal verstaat en haar
uitwerking op het publiek. Voor wie tegen
een moord niet opziet - schril afgeschil
derd wordt ze niet, hoogstens wat noncha
lant afgedaan behalve dan op het slot -
is „meisjespensionaat" zonder enige twijfel
een amusante geschiedenis met talent ver
filmd, een goede critiek wel waard.
P. W. FRANSE
Zoals men reeds eerder heeft kunnen
lezen zal een der oudste nog actieve Neder
landse actrices: mevrouw Rika Hopper, op
22 Januari in de Amsterdamse Stads
schouwburg haar afscheidstournée begin
nen. Voor deze gelegenheid is de keuze ge
vallen op het romantische speelstuk
„Anastasia" van Marcelle Maurette, achter
welk pseudoniem zich de Comtesse Bccde-
lièvre verbergt. Rika Hopper zal hierin, bij
de toneelgroep Theater onder regie van
Jan Teulings, de rol van Maria Feodo-
rovsna, moeder van de laatste tsaar van
Rusland, vervullen.
Het stuk werd voor de Franse televisie
geschreven en daarna door Guy Bolton
voor de Engelse bewerkt. Op aanraden van
zijn echtgenote, Vivien Leigh, kocht Sir
Laurence Olivier de rechten op voor ver
toning iin zijn St. James's Theatre in Len
den, waar driekwart jaar geleden met
groot succes de premieère werd gegeven.
De bovengenoemde rol werd in Engeland
vertolkt door de bejaarde Helen Have. die
hiermede de grootste triomf van haar vijf
tigjarige loopbaan als actrice boekte. De
Parijse première zal pas in September
1954 plaats hebben. Inmiddels heeft War
ner Bros de filmrechten verworven.
De handeling speelt zich af in 1934 in
Berlijn en berust op de destijds opgedoken
geruchten als zou de bij een poging tot
zelfmoord in het Landwehrkanaal geredde
jonge vrouw de enige overlevende van het
bloedbad in Jekaterinenburg (waar de
keizerlijke familie werd neergeschoten)
zijn: groothertoging Anastasia, dochter
van de Tsaar aller Russen. Deze rol is bij
de Nederlandse vertoning aan Caro van
Eyck toevertrouwd.
Alexander Krannhals, de eerste dirigent
van de Nederlandse Opera, maakt gedu
rende de maand Januari een concertreis
door Zwitserland, Frankrijk en Zweden.
Na een Beethoven-avond met het Lamou-
reux-Orkest te Parijs dirigeert hij enige
concerten te Malmö en tenslotte zal hij een
uitvoering van Mozarts „Bruiloft van Fi
garo" te Bazel dirigeren. Begin Februari
hervat Krannhals zijn werk in Amster
dam, onder meer met enige uitvoeringen
van „De Barbier van Sevilla".
Horizontaal: 1. gewicht, 3. een der hoofd
rivieren van ons land, 6. voegwoord, 7.
voorzetsel, 10. rund, 11. muzieknoot, 14.
afstamming, 15. hap.
Verticaal: 1. kleur, 2. spil van een wiel,
4. slede, 5. boom, 8. tegenstelling van lang,
9. schijf vis, 12. lentgemaat, 13. muzieknoot.
In de cirkel van buiten naar binnen:
1. insectenetend zoogdier, 2. wild zwijn,
3. klinknageltje, 4. metalen hoofddeksel,
5. zwemvogel, 6. denkbeeld, 7. niet gevuld,
8. onbepaald voornaamwoord, 9. genoeg ge
kookt, 10. Europeaan, 11. deel van een
fornuis, 12. niet gesloten, 13. inwendig
lichaamsdeel, 14. telwoord, 15. tijdperk wan
12 maanden, 16. wars van alle laagheid.
Bij juiste oplossing vormen de begin
letters van 1 tot 16 een zegswijze.
Om mee te dingen naar geldprijzen ad
750, 5,en 2,50 moeten oplossingen
Woensdag 13 Januari wordt de acteur
Johan Elsensohn „Els" zeggen zijn
vrienden zeventig jaar en ik weet zeker
dat hij al geruime tijd die dag met ge
mengde gevoelens tegemoet ziet. Geens
zins omdat hij zichzelf dan plotseling als
een oude man zou gaan beschouwen, daar
voor staat zijn vitaliteit borg, maar omdat
hij bang is dat anderen dat zullen gaan
doen, dat men hem niet meer nodig heeft.
En hij wil nog graag zijn rol blijven spe
len, niet alleen in het schouwtoneel, dat
de wereld volgens Vondel is, maar ook
onder de schijnwerpers in het theater.
Om het bovenstaande te kunnen neer
schrijven heb ik waarlijk geen afspraak
behoeven te maken om hem een interview
af te nemen. Daarvoor heb ik hem, ook de
laatste maanden, te dikwijls ontmoet, bij
Schiller en Américain of zo maar, toeval
lig, op straat. Ik vind het altijd een pret
tige verrassing zijn zware hand op mijn
schouder te voelen neerdalen en zijn iet
wat grommerige stem de onveranderlijke
woorden: „Zo broer, hoe gaat-ie?" te ho
ren zeggen. „Kom effe bij me zitten, dan
praten we wat!" is het dan, als inleiding
tot een ontboezeming van meestal acute
ontevredenheid, die op den duur nooit zo
ernstig uitvalt als men vreest. Tegenwoor
dig geldt het gesprek vooral het benau
wende voorgevoel, dat men hem binnen
kort wel zal „afdanken" als „een ouwe
kerel". En waarom? „Wat heeft leeftijd
met kunst te maken? Vondel schreef Adam
in Ballingschap op zijn 77ste en daar komt
verliefde taal als van een bakvis in voor.
En was Verdi geen 83 toen hij zijn Requiem
componeerde?"
Wij zullen Elsensohn nu maar niet vol
gen op al zijn wensen („Als ze mij zo'n
blikken muts opzetten, wil ik ook de Gys-
breght wel spelen, dan zullen ze eens wat
horen op het Leidseplein" of „Wat we hier
moeten hebben, is geen toneelcoördinatie
maar een staatstheater met een intendant,
zoals Leopold Jessnerl") en zijn verdere
critische commentaren. Want liever maken
wij van deze verjaardag gebruik om er
even bij stil te staan waaróm wij hem niet
kunnen missen, hoe moeilijk het ook is
onder de aanduidieng „Oplossing Puzzle"
uiterlijk Dinsdag 17 uur ontvangen zijn
aan een van onze kantoren in Haarlem:
Grote Houtstraat 93 en Soendaplein 37, of
IJmuiden: Kennemerlaan 186. Men shiite
geen mededelingen bij.
voor zijn brede speeltrant in het huidige
répertoire voldoende geschikte rollen voor
hem te vinden, hoe moeilijk hij zich ook
ergens op zijn plaats zal gevoelen.
Elsensohn is nog geen veertig jaar (tus
sen twee haakjes: als hij mocht willen ju
bileren, weet ik een mooie rol voor hem
die van stationschef in de éénacter „De
reis naar Biarritz" van Jean Sarment) aan
het toneel. Een speciale opleiding heeft hij
niet gehad. Hij begon zijn carrière als
souffleur, nadat hij in de eerste wereld
oorlog zijn baan als vertegenwoordiger van
een buitenlandse handelsfirma was kwijt
geraakt. Van daaruit kroop hij hoger op,
eerst naar de kermistent, toen naar Ons
man aan de Rozengracht „de sierspre-
kers van tegenwoordig had je toen nog
niet: er werd pakkend toneel gespeeld,
recht tot het hart van Jan Publiek, die
altijd zijn zakdoek klaar had!" en daar
na via de Nieuwe Karseboom naar revue
en operette in het Grand Théatre in de
Amstelstraat, tot hij bij Herman Bouber in
de Plantage Schouwburg zijn glorietijd be
gon: De Jantjes, Zeemansvrouwen, De Jor-
daan
Na zijn „Manus Speet" in het laatstge
noemde stuk „een brok realistische to
neelspeelkunst op haar best, een ontroe
rend zuivere figuur van een rasacteur"
schreef J. B. Schuil volgde een engage
ment bij het Rotterdams-Hofstad-Toneel
van Cor van der Lugt Melsert, waar hij
gelegenheid kreeg zijn talent veelzijdiger
te ontwikkelen. Zijn zilveren jubileum
vierde hij met een onvergetelijke creatie
(naast Annie van Ees) van Sancho Panza
in „Prinses Dulcinea" van Gaston Baty bij
het Gemeentelijk Theaterbedrijf van Am
sterdam in 1941. Van iets eerder dateert
ook zijn schitterend getypeerde zeeman in
„De ondergang van De Vrijheid" van Jan
de Hartog.
Na de oorlog zag men hem achtereen
volgens bij Wim Kan, bij het Nederlands
Volkstoneeel, bij Comedia, bij de Neder
landse Comedie en bij de Toneelvereniging,
bij welk laatste gezelschap hij tot dusver
in „Circus Knie" en „De Goudmaker" zijn
talent kon uitvieren. Maar vooral zal men
zich zijn menselijk-gehouden reder Bos
uit „Op Hoop van Zegen" van Heijermans
herinneren en zijn Pancras Duif uit „Scha
kels" van dezelfde schrijver, waarin hij
zijn grootheid als karakterspeler kon be
wijzen. Hoezeer hij zich ook in een ander
genre kan plooien, liet hij zien als de oude
Balboa in „De Ander" onder regie van
Zo heeft men Johan Elsensohn nog kort
geleden kunnen zien in de door Hans Tie-
meyer geregisseerde voorstelling van „Cir
cus Knie" door Carl Zuckmayer bij De
Toneelvereniging, waaraan hij tegenwoor
dig verbonden is.
Joris Diels, waarin hij door ingetogenheid
en eenvoud ontroerde.
En dan mogen wij ook de stukken niet
vergeten, die hij zelf schreef om het volks
toneel van voor de oorlog aan weerklank
vindend répertoire te helpen en die nog
vaak door amateurverenigingen worden
opgevoerd, waarvan vooral „Duif en Dof
fer" waardering verdient. Ook voor de
Bouwmeesterrevue schreef hij teksten.
Hier zullen we maar mee volstaan. Laten
we hopen, dat „Els" een mooie rol voor
zijn verjaardag krijgt. dAVID KONING
Lou Lichtveld (misschien beter bekend
onder zijn pseudoniem Albert Helman)
werkt aan een Nederlandse vertaling van
het toneelstuk „Green Pastures" (Grazige
weiden), waarvan de x-epetities onder regie
van Edwin Thomas binnenkort beginnen in
Paramaribo.
Medio Februari zal in dezelfde stad de
première worden gegeven van Hinde-
mith's kinderopera „Wij oouwden een stad