IGOR GOUZENKO's moedige vlucht Spanning en ontspanning in Franse thriller ArialtabCa Elsensohn zeventl De vreemde historie van een Russische cijferklerk die Moskou verloochende Veel humor in „Meisjesslaapzaal „Otkroyte dver" Dierbare vrienden Verbijsterend nieuws Spoedconferenties Alexander Krannhals op concertreis ONZE PUZZLE Toneel en opera in Suriname In het voorjaar van 1946 deed dé Canadese regering de schokkende onthulling, dat een wijdvertakt spionnagecomplot onder Russische leiding zich meester femaakt had van verscheidene militaire geheimen, de gegevens over de atoom- om niet uitgezonderd. De ontmaskering van het complot was te danken aan een Russische ambassadeklerk, genaamd Gouzenko, die de Canadese politie de bewijzen had geleverd en die daar na aan de regering in Ottawa politiek asvl gevraagd had, hetgeen hem verleend was. Het bericht verwekte grote ontsteltenis, want als de Russen inderdaad de atoomgeheimen kenden, dan was het laatste militaire overwicht der vrije wereld daardoor met één slag teniet gedaan. In allerijl werd de gehele Westerse strategie gereorganiseerd en opdracht gegeven tot het ontwerpen van nieuwe atoomwapens, waaruit later o.a. de water stofbom resulteerde. Een twintigtal der voornaamste Sovjet-spionnen in Canada, Engeland en de V.S. kon gearresteerd worden en honderden andere verdachte personen zijn sindsdien voortdurend „geschaduwd", terwijl de bewaking der militaire geheimen verveel voudigd werd. Maar ondanks alle veiligheidsmaatrege len lekken er nog geregeld belangrijke „top secrets" uit, zonder dat men er achter komt hoe. Vandaar misschien dat twee leden van de Amerikaanse (foto uit Newsweek) Senaatscommissie voor binnenlandse veiligheid deze week maar weer eens zijn gaan praten met die geruchtmakende ambassadeklerk Gouzenko in de hoop, dat die raad kan schaffen zoontje ontsnapte hij via het balcon naar de belendende flat, welks bewoonster, me vrouw Anderson, het drietal gastvrij op nam en op hun verzoek de politie waar schuwde. Een kwartier later arriveerden er twee agenten. Gouzenko vertelde, dat zijn gezin in gevaar was. De politiemannen verzekerden hem, dat zij uit het park zijn flat in de gaten zouden houden. „Laat het licht in de badkamer aan," raadden zij hem aan, „en doe het uit als u ons nodig hebt." Dat was om halfacht. Om half twaalf migen van hen kregen af en toe wat geld van Gouzenko's chef, Zabotin, maar dat waren steeds minieme bödragen, die stellig geen gewicht in de schaal legden. Wat dan wel hun motieven waren? Dr. Nunn May schreef in zijn bekentenis: „Ik leende mij alleen tot dit werk, omdat ik meende daarmee een bijdrage te kunnen leveren tot de veiligheid van de mensheid." Scotland Yard, de Canadese politie en het Amerikaanse F.B.I. hebben maan- uouzen^u MEN HERINNERT ZICH nog wel het rumoer, dot om deze Gouzenko ontstond na zijn vlucht uit de Sovjet-ambassade in Ottawa. Wekenlang stonden de dagbladen vol over zijn sensationele onthullingen, over de geheime Russische documenten, die hij de politie voorlegde en over de vele voor aanstaande Amerikanen, die daarin als spion nen van Moskou te boek stonden. Het werd een enorm schandaal, maar toch zijn vele détails destijds om veiligheidsredenen niet lepubliceera. Pas veel later gaf luitenant. colonel Richard Hirsch, een der chefs van de Amerikaanse Inlichtingendienst, in zijn boek „The Soviet Spies" een volledig ver slag van het drama-Gouzenko, waaruit wij de volgende samenvatting destilleerden. Igor Gouzenko, een stille, ernstige man van 25 jaar, was een der jongste leden van de na-oorlogse Russische ambassade in Ottawa, die gevestigd was in een land huis aan de Charlottestraat. Het grootste deel van het gebouw werd gebruikt door ambassadeur Zaroebin en zijn staf; de rest omvattend de vroegere keuken en dienstvertrekken, was door dubbele stalen deuren en getraliede vensters daarvan ge scheiden. Daar zetelden de 5 technische af delingen voor 't contact met Moskou. Gou zenko was daar codeklerk van de militaire afdeling, die onder leiding stond van kolo nel Zabotin en door zijn handen gingen dus alle berichten voor de Militaire Inlich tingendienst in Moskou, 's Avonds werden zijn codeboeken in een stalen safe gesloten, die ook de geheime aantekeningen van de militaire attaché bevatte. Twee jaar lang deed Gouzenko dit werk met een steeds groeiende tegenzin. Toen, in de avond van 5 September 1945, besloot hij tot een beslissende stap. Op weg naar de safe verstopte hij zijn codeboeken, een aantal zeer geheime documenten, een lijst van spionnennamen en een bundel tele- gramcopieën tussen zijn kleren en wandel de het ambassadegebouw uit. Rustig liep hij naar het bureau van de Ottawa Journal en legde daar een der redacteuren zijn ver haal voor. Deze vond het zp'n fantastische geschiedenis, dat hij Gouzenko naar de politie verwees, maar ook daar kon men die avond niets voor hem doen. De volgende morgen bewogen Gouzenko en zijn vrouw hemel en aarde om door te dringen tot premier Mackenzie King, die echter juist het parlement moest openen en pas vlak voor deze plechtigheid door onderstaats secretaris Robertson van Buitenlandse Zaken op de hoogste gesteld werd. De pre mier echter wenste geen moeilijkheden met de Russen. Hij zei kortaf: „Zeg die jongeman, naar zijn ambassade terug te keren met de documenten die hij bij zich heeft." Natuurlijk kon Gouzenko er niet aan denken, dat advies op te volgen, want hij wist zeker dat zijn afwezigheid op de ambassade al achterdocht had gewekt. Om zichtig keerde het paar naar zijn flat in Somerset Street terug via de achteringang. Boven, in zijn kamers, keek Gouzenko voorzichtig uit het raam naar het park aan de overkant. Hij zag, wat hij gevreesd had: twee mannen op een bank, die voortdurend strak naar zijn étage keken. Later op die avond werd er op de deur geklopt en een bevelende stem riep: „Gou zenko, otkroyte dver! (open de deur)". Gouzenko en zijn vrouw hielden hun adem in, maar hun zoontje struikelde over een stuk speelgoed en viel tegen de deur. De man op de gang deed geen poging om zich toegang te verschaffen, maar hij wist dat de bewoners daarbinnen waren en Gouzenko op zijn beurt wist wat hem te wachten stond. Met zijn vrouw en zijn Laten we wat gaan borrelen stopte een grote zwarte auto voor het flat gebouw. Vier mannen stapten uit, begaven zich naar Gouzenko's flat en braken zonder plichtplegingen de buitendeur open. Gou zenko, die door het sleutelgat van mevrouw Andersons flat de gebeurtenissen volgde, ging naar de badkamer en draaide het licht uit. Drie minuten later stormden de politie mannen de trap op naar Gouzenko's flat, waar zij alle lichten op en alle kastdeuren geopend vonden. Consul Pavlov was in een kast, kolonel Rogov in een andere en twee Russische ambtenaren stonden bij de tafel. „Wat doet u hier!" vroeg een der agen ten. Pavlov legitimeerde zich, verklaarde op hoge toon, dat deze kamers Sovjet-grond gebied waren en verzocht de agenten om te verdwijnen. „Niet vóórdat de commissaris hier ge weest is", zeiden de politiemannen. Toen dropen de Russen af. tot grote op luchting van de Gouzenko's, die de rest van die nacht een politieman voor hun deur kregen. De volgende dag werden zij overgebracht naar het hoofdkwartier van de Cana dian Mounted Police, waar Gouzenko eerst verklaarde waarom hij met de ambassade gebroken had. „Ik heb zelf gezien, hoe in Canada democratische vrijheden bestaan, die in de Sovjet-Unie onbekend zijn. Ik zag ook hoe het Sovjet-regiem, hardop vrede predikend, in stilte een nieuwe wereld oorlog voorbereidt en daartoe vijfde colon nes opricht in« de democratische landen. Overtuigd dat die dubbelhartige politiek strijdig is met de belangen van het Russi sche volk, heb ik gebroken met mijn rege ring", verklaarde Gouzenko. Inmiddels waren de eerste geheime docu menten, die hij bij zich had, vertaald en authentiek bevonden. Zij bevatten zulk een massa gegevens omtrent de Ameri kaanse defensie-projecten, dat ook pre mier Mackenzie King nu wel inzag hoe ernstig de zaak was. Hij beval een grondig onderzoek van alle stukken en wees een nota van de Sovjet-ambassade om uitleve ring van Gouzenko zonder meer van de hand. Langzamerhand stapelden de bewij zen zich op: er was bijna teveel bewijs materiaal. Gouzenko's lijst van schuil namen voor Sovjet-spionnen waaronder mensen van Canadese, Britse en Ameri kaanse nationaliteit besloeg bijvoorbeeld alleen reeds drie getypte pagina's. Op 21 September brachten de experts, die het onderzoek geleid hadden, verslag uit aan de eerste minister. „Doel van het Russische spionnagecomplot waren de atoomgeheimen, de V-bommen, de nieuwe electronische ontstekingsmechanismen, de radarontwikkeling en vele andere zeer ge heime projecten", verklaarden zij. „En in hoeverre hebben zij die doelen bereikt?", vroeg de premier. „Zij hebben niet gefaald, Excellentie", antwoordde de rapporteur. Na dit verbijsterende nieuws greep de premier zelf in. Hij vloog naar Wash ington voor een spoedconferentie met Truman, reisde daarna naar Londen om premier Attlee op de hoogte te stellen. Een der sleutelfiguren in het Russische complot was de kernphysicus dr. Alan Nunn May, die herhaaldelijk de atoom-laboratoria in Canada, de V.S. en Engeland bezocht had en nu in Kings College in Londen werkte. Men wist uit Gouzenko's papieren dat hij de Russen geheime formules en zelfs ura- niummonsters verschaft had, maar het duurde maanden voor Scotland Yard ge noeg bewijzen had om hem in te rekenen. Trouwens ook de meeste andere spion nen, die men met Gouzenko's hulp kon identificeren, waren getalenteerde weten schappelijke werkers, die te goeder naam en faam bekend stonden. En dit is wel het vreemdste In deze hele historie, dat de Rus sen juist zulke intelligente mensen bereid vonden, hun vaderland te verraden. Som- denlang onder de grootste geheimhouding Gouzenko's aanwijzingen nagespeurd en uitgeplozen zonder dia>t de spionoragebemde lont rook. Zelfs de Russische ambassade in Ottawa vermoedde aanvankelijk niet, dat Gouzenko ook de copieën der code-telegrammen die gewoonlijk direct verbrand werden meegenomen had en kolonel Zabotin, die dit wel kon weten, had alle reden om erover te zwijgen, uit vrees voor répressailles van Moskou! Zo werkte het soion.n?j~c^"moot rustig door, totdat de politie de zaak rond had en ingreep. Dat was begin 1946. De totale oogst bedroeg twimrtag potentiële Zaroebin, destijds Gouzenko's chef in Otta wa, die thans als Sovjet-ambassadeur in Washington onderhandelt over Eisenho wer's plan tot oprichting van een inter nationale „Atoombank". spionnen, onder wie Harold Gerson. hoofd van een directoraat voor de aankoop van oorlogsmateriaal, de ingenieur Edward Mazerell, de natuurkundigen Nunn May en Durford Smith, het parlementslid Fred Rose en twee vrouwen. Na een langdurig proces werden allen tot gevangenisstraffen van 3 tot 10 jaar veroordeeld, maar tal van andere geheime agenten waarvan Gouzen ko's papieren repten heeft men nooit kun nen identificeren. Kort voor de bom barstte verliet kolonel Zabotin, Gouzenko's directe chef onver wacht Canada, zonder de autoriteiten, bij wie hij geaccrediteerd was, te verwittigen. Op de Russische stomer Suvorov keerde hij naar de Sovjet-Unie terug en sindsdien heeft men niets meer van hem vernomen. Later verluidde bij geruchte, dat hij kort na zijn terugkeer in Moskou aan een hart aanval was overleden. Couzenko zelf leeft sinds 1946 met vrouw en zijn gezin onder een aangenomen naam ergens in Canada zijn juiste verblijfplaats is slechts aan de premier en enkele vertrouwde politiemannen bekend. Zij leven uiterst zuinig en moeten voortdurend op hun hoede zijn voor ontdekking zelfs hun kinderen weten niet hoe hun vaders ware naam is want „de N.K.V.D. (Russische geheime politie) heeft scherpe oren en lange nagels", om een term van Gouzenko te gebruiken. Toch is hij tevre den met zijn lot. Ralph c\- Toledano, de enige journalist die ooit permissie kreeg om hem op te zoeken in zijn schuilplaats, schrijft, in News week van 14 December 1953: „Hij is er zeker van, dat tal van Russen zoals hij uit overtui ging naar de vrije wereld zouden uitwijken, als zij ervan overtuigd waren, daar een toe komst en bescherming tegen de wraak van Moskou te vinden. Ilij probeert de Canadese regering te bewegen een wet in te dienen die zulke garanties geeft. Als er zo'n wet is, zegt hij, zou het Sovjetregiem geen ogenblik zeker meer zijn van zijn spionnen en geheime agen ten." II. C. '99 Een van de aardigste „detectives" welke momenteel in ons land draait is de Franse film van Henri Decoin: „Meisjesslaapzaal", met in de hoofdrollen Jean Marais, Fran- coise Arnold, Denise Grey en Katherine Kath. Een uitstekend bezette film, die al even spannend is als ontspannend. Ik kom er vandaag uw aandacht voor vragen, omdat ge, als ge van dit genre houdt, waarlijk niet bedrogen uitkomt. Eigenlijk im mers zijn de goede „detectives" maar dun gezaaid. De Amerikaanse filmmarkt loopt er van over, toch kunt ge alleen bij Hitchcock, Lang en Hathaway aan uw trekken komen. William Wyler, wiens „Detective-story" de filmliefhebber zich misschien nog wel herinnert, zou ik toch niet als een voorbeeld op dit gebied willen noemen, omdat zijn film geen detectiveis in de eigenlijke zin. Wie zeer goed de kunst van de thriller verstaan naar verhouding met meer talentvolle filmers zijn de Engelsen. Hun films zijn menselijker, minder sensationeel. Ze werken hoofd en bijzaken gelijkelijk uit met rustige aandacht. De Franse filmschool gaat op haar beurt tewerk met meer esprit, met veel meer vondsten. Als ze overdrijft doet ze dat bewust. De over drijving is een wapen in haar hand, een ironische zet in hel kunstige schaakspel, dat ze bedrijft. Een goede Franse „detective" zal niemand versmaden. „Meisjesslaapzaal" kunt u er toe rekenen. Ze heeft de moord op een der leerlingen van een meisjes pensionaat tot uitgangspunt. Ze probeert die moord te reconstrueren en met de ver horen de schuldige te ontdekken. Hoe dat geschiedt blijve een geheim. Dat het met veel geest en geestige verwikkelingen geschiedt laten we geen geheim blijven. Even spannend als ontspannend noemde ik de film. Ik geloof cl&t ze daarom zo be vredigt. Zonder een ogenblik haar aan dacht voor het on derwerp te verslap pen veroorlooft ze zich allerlei speelse zijsprongetjes, di:e achteraf toch geen passen op de plaats of passen achteruit blijdcen te zijn. Inte gendeel, ze verhelde ren alleen maar de situatie. Tot op het laatst blijft het een onopgelost raadsel wie de moord in de film heeft bedreven. Men vermoedt, maar (komt telkens op zijn vermoedens terug. Gelode lijk aan krijgt de toeschouwer een beter beeld van wat ziah allemaal op het meisjespensionaat af speelde. Het is een „echt Frans" pen sionaat, dat wil zeg gen: er heereen verhoudingen die wij be paald komisch vinden. Enerzijds kan men rustig aannemen dat ze met de werkelijk heid nog genoeg verband houden om be staanbaar te zijn. Anderzijdls zijn ze net dat tikje aangezet om fijntjes te wordlen gehekeld. De grote attractie van de film is, dat het onderzoek naar de moord wordt geleid door een jong en knap inspecteur. Het valt gelukkig nogal mee wat de ro mantische verwikkelingen betreft: de jonge diames worden niet allemaal verliefd op hem noch wordt de inspecteur verliefd op alle jonge dames. De kleine idylle, die zich ontspint tussen hem en een der lief talligheden helpt hem voornamelijk op het spoor van de moordenares. Het verdere verloop der romance wordt op het doek niet vertoond. Overigens heeft de held De inspecteur (Jean Marais) in een moeilijk zij het wel pikant parket. heel wat met de dames te stellen. Hij moet ook optornen tegen een onwillige direc trice en komt affaires aan de weet dóe ons geen hoge dunk van een der leraressen ge ven, weshalve men in haar onmiddellijk de moordenares vermoedt. Ik zal u niet verklappen of dat vermoeden juist is. Ik zeg u alleen dat alle figuren in de film met zorg zijn gekozen en voortreffelijk worden gespeeld. Zo'n nevenrol als bij voorbeeld van de dorpsfotograaf is uitste kend van tekening. Ze wordt zo illuster waar gemaakt, dat ge er eigenlijk een be wonderende kreet voor zoudt slaken. Nu lacht ge, omdat het mannetje zo lelijk in zijn hemd komt te staan. En zo vergaat het u steeds. De plezierige dingen zijn niet van de lucht, terwijl er toch, als het er op aan komt, zoveel onplezierigs aan de hand is. De ontmaskering van de schuldige aan het slot van de film neemt slechts luttele minuten in beslag. Die korte spanne tijds is evenwel voldoende èn om u het motief tot de moord te verklaren èn u niet eens zo slecht over de ongelukkige dader (es) te doen denken. Men krijgt dan ook alle achting voor de constructie van dit drama, zoals men ook waardering voor de uitwer king ervan heeft. Dat het tenslotte alle maal niet zo belangrijk is en vooral de vrucht van een speelse fantasie moet na tuurlijk bij de serieuse beoordeling voor op staan. Ik zal u verder niets vertellen over dieze film, maar od één ding wil ik de geïnte resseerde lezer en filmminnaar toch wij zen. Dat is op de bekeken wijze waarop Henri Decoin d'e spannendste situaties in leidt. Telkens als er weer iets is gebeurd ziet men de politic-inspecteur naar de plaats des oraheils rennen. Ge wilt net als hij graag weten wat er aan die hand is. Maar nee, eerst ziet ge de reacties op het gezicht van de inspecteur. Dan pas wat hij ziet. Zo houdt Decoin u precies nog dat ogenblik in het ongewisse, dat ge zo graag had overgeslagen. Hij doet het veelvuldig en met groot succes. Een bewijs dat hij de kracht van de filmtaal verstaat en haar uitwerking op het publiek. Voor wie tegen een moord niet opziet - schril afgeschil derd wordt ze niet, hoogstens wat noncha lant afgedaan behalve dan op het slot - is „meisjespensionaat" zonder enige twijfel een amusante geschiedenis met talent ver filmd, een goede critiek wel waard. P. W. FRANSE Zoals men reeds eerder heeft kunnen lezen zal een der oudste nog actieve Neder landse actrices: mevrouw Rika Hopper, op 22 Januari in de Amsterdamse Stads schouwburg haar afscheidstournée begin nen. Voor deze gelegenheid is de keuze ge vallen op het romantische speelstuk „Anastasia" van Marcelle Maurette, achter welk pseudoniem zich de Comtesse Bccde- lièvre verbergt. Rika Hopper zal hierin, bij de toneelgroep Theater onder regie van Jan Teulings, de rol van Maria Feodo- rovsna, moeder van de laatste tsaar van Rusland, vervullen. Het stuk werd voor de Franse televisie geschreven en daarna door Guy Bolton voor de Engelse bewerkt. Op aanraden van zijn echtgenote, Vivien Leigh, kocht Sir Laurence Olivier de rechten op voor ver toning iin zijn St. James's Theatre in Len den, waar driekwart jaar geleden met groot succes de premieère werd gegeven. De bovengenoemde rol werd in Engeland vertolkt door de bejaarde Helen Have. die hiermede de grootste triomf van haar vijf tigjarige loopbaan als actrice boekte. De Parijse première zal pas in September 1954 plaats hebben. Inmiddels heeft War ner Bros de filmrechten verworven. De handeling speelt zich af in 1934 in Berlijn en berust op de destijds opgedoken geruchten als zou de bij een poging tot zelfmoord in het Landwehrkanaal geredde jonge vrouw de enige overlevende van het bloedbad in Jekaterinenburg (waar de keizerlijke familie werd neergeschoten) zijn: groothertoging Anastasia, dochter van de Tsaar aller Russen. Deze rol is bij de Nederlandse vertoning aan Caro van Eyck toevertrouwd. Alexander Krannhals, de eerste dirigent van de Nederlandse Opera, maakt gedu rende de maand Januari een concertreis door Zwitserland, Frankrijk en Zweden. Na een Beethoven-avond met het Lamou- reux-Orkest te Parijs dirigeert hij enige concerten te Malmö en tenslotte zal hij een uitvoering van Mozarts „Bruiloft van Fi garo" te Bazel dirigeren. Begin Februari hervat Krannhals zijn werk in Amster dam, onder meer met enige uitvoeringen van „De Barbier van Sevilla". Horizontaal: 1. gewicht, 3. een der hoofd rivieren van ons land, 6. voegwoord, 7. voorzetsel, 10. rund, 11. muzieknoot, 14. afstamming, 15. hap. Verticaal: 1. kleur, 2. spil van een wiel, 4. slede, 5. boom, 8. tegenstelling van lang, 9. schijf vis, 12. lentgemaat, 13. muzieknoot. In de cirkel van buiten naar binnen: 1. insectenetend zoogdier, 2. wild zwijn, 3. klinknageltje, 4. metalen hoofddeksel, 5. zwemvogel, 6. denkbeeld, 7. niet gevuld, 8. onbepaald voornaamwoord, 9. genoeg ge kookt, 10. Europeaan, 11. deel van een fornuis, 12. niet gesloten, 13. inwendig lichaamsdeel, 14. telwoord, 15. tijdperk wan 12 maanden, 16. wars van alle laagheid. Bij juiste oplossing vormen de begin letters van 1 tot 16 een zegswijze. Om mee te dingen naar geldprijzen ad 750, 5,en 2,50 moeten oplossingen Woensdag 13 Januari wordt de acteur Johan Elsensohn „Els" zeggen zijn vrienden zeventig jaar en ik weet zeker dat hij al geruime tijd die dag met ge mengde gevoelens tegemoet ziet. Geens zins omdat hij zichzelf dan plotseling als een oude man zou gaan beschouwen, daar voor staat zijn vitaliteit borg, maar omdat hij bang is dat anderen dat zullen gaan doen, dat men hem niet meer nodig heeft. En hij wil nog graag zijn rol blijven spe len, niet alleen in het schouwtoneel, dat de wereld volgens Vondel is, maar ook onder de schijnwerpers in het theater. Om het bovenstaande te kunnen neer schrijven heb ik waarlijk geen afspraak behoeven te maken om hem een interview af te nemen. Daarvoor heb ik hem, ook de laatste maanden, te dikwijls ontmoet, bij Schiller en Américain of zo maar, toeval lig, op straat. Ik vind het altijd een pret tige verrassing zijn zware hand op mijn schouder te voelen neerdalen en zijn iet wat grommerige stem de onveranderlijke woorden: „Zo broer, hoe gaat-ie?" te ho ren zeggen. „Kom effe bij me zitten, dan praten we wat!" is het dan, als inleiding tot een ontboezeming van meestal acute ontevredenheid, die op den duur nooit zo ernstig uitvalt als men vreest. Tegenwoor dig geldt het gesprek vooral het benau wende voorgevoel, dat men hem binnen kort wel zal „afdanken" als „een ouwe kerel". En waarom? „Wat heeft leeftijd met kunst te maken? Vondel schreef Adam in Ballingschap op zijn 77ste en daar komt verliefde taal als van een bakvis in voor. En was Verdi geen 83 toen hij zijn Requiem componeerde?" Wij zullen Elsensohn nu maar niet vol gen op al zijn wensen („Als ze mij zo'n blikken muts opzetten, wil ik ook de Gys- breght wel spelen, dan zullen ze eens wat horen op het Leidseplein" of „Wat we hier moeten hebben, is geen toneelcoördinatie maar een staatstheater met een intendant, zoals Leopold Jessnerl") en zijn verdere critische commentaren. Want liever maken wij van deze verjaardag gebruik om er even bij stil te staan waaróm wij hem niet kunnen missen, hoe moeilijk het ook is onder de aanduidieng „Oplossing Puzzle" uiterlijk Dinsdag 17 uur ontvangen zijn aan een van onze kantoren in Haarlem: Grote Houtstraat 93 en Soendaplein 37, of IJmuiden: Kennemerlaan 186. Men shiite geen mededelingen bij. voor zijn brede speeltrant in het huidige répertoire voldoende geschikte rollen voor hem te vinden, hoe moeilijk hij zich ook ergens op zijn plaats zal gevoelen. Elsensohn is nog geen veertig jaar (tus sen twee haakjes: als hij mocht willen ju bileren, weet ik een mooie rol voor hem die van stationschef in de éénacter „De reis naar Biarritz" van Jean Sarment) aan het toneel. Een speciale opleiding heeft hij niet gehad. Hij begon zijn carrière als souffleur, nadat hij in de eerste wereld oorlog zijn baan als vertegenwoordiger van een buitenlandse handelsfirma was kwijt geraakt. Van daaruit kroop hij hoger op, eerst naar de kermistent, toen naar Ons man aan de Rozengracht „de sierspre- kers van tegenwoordig had je toen nog niet: er werd pakkend toneel gespeeld, recht tot het hart van Jan Publiek, die altijd zijn zakdoek klaar had!" en daar na via de Nieuwe Karseboom naar revue en operette in het Grand Théatre in de Amstelstraat, tot hij bij Herman Bouber in de Plantage Schouwburg zijn glorietijd be gon: De Jantjes, Zeemansvrouwen, De Jor- daan Na zijn „Manus Speet" in het laatstge noemde stuk „een brok realistische to neelspeelkunst op haar best, een ontroe rend zuivere figuur van een rasacteur" schreef J. B. Schuil volgde een engage ment bij het Rotterdams-Hofstad-Toneel van Cor van der Lugt Melsert, waar hij gelegenheid kreeg zijn talent veelzijdiger te ontwikkelen. Zijn zilveren jubileum vierde hij met een onvergetelijke creatie (naast Annie van Ees) van Sancho Panza in „Prinses Dulcinea" van Gaston Baty bij het Gemeentelijk Theaterbedrijf van Am sterdam in 1941. Van iets eerder dateert ook zijn schitterend getypeerde zeeman in „De ondergang van De Vrijheid" van Jan de Hartog. Na de oorlog zag men hem achtereen volgens bij Wim Kan, bij het Nederlands Volkstoneeel, bij Comedia, bij de Neder landse Comedie en bij de Toneelvereniging, bij welk laatste gezelschap hij tot dusver in „Circus Knie" en „De Goudmaker" zijn talent kon uitvieren. Maar vooral zal men zich zijn menselijk-gehouden reder Bos uit „Op Hoop van Zegen" van Heijermans herinneren en zijn Pancras Duif uit „Scha kels" van dezelfde schrijver, waarin hij zijn grootheid als karakterspeler kon be wijzen. Hoezeer hij zich ook in een ander genre kan plooien, liet hij zien als de oude Balboa in „De Ander" onder regie van Zo heeft men Johan Elsensohn nog kort geleden kunnen zien in de door Hans Tie- meyer geregisseerde voorstelling van „Cir cus Knie" door Carl Zuckmayer bij De Toneelvereniging, waaraan hij tegenwoor dig verbonden is. Joris Diels, waarin hij door ingetogenheid en eenvoud ontroerde. En dan mogen wij ook de stukken niet vergeten, die hij zelf schreef om het volks toneel van voor de oorlog aan weerklank vindend répertoire te helpen en die nog vaak door amateurverenigingen worden opgevoerd, waarvan vooral „Duif en Dof fer" waardering verdient. Ook voor de Bouwmeesterrevue schreef hij teksten. Hier zullen we maar mee volstaan. Laten we hopen, dat „Els" een mooie rol voor zijn verjaardag krijgt. dAVID KONING Lou Lichtveld (misschien beter bekend onder zijn pseudoniem Albert Helman) werkt aan een Nederlandse vertaling van het toneelstuk „Green Pastures" (Grazige weiden), waarvan de x-epetities onder regie van Edwin Thomas binnenkort beginnen in Paramaribo. Medio Februari zal in dezelfde stad de première worden gegeven van Hinde- mith's kinderopera „Wij oouwden een stad

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1954 | | pagina 14