EEN GEKLEURDE MIDDAG Wettelijke wanorde J Luchtigheid boven ernst DE KONINKLIJKE JACHT De Stier van Potter De navrante geschiedenis van Tijl Uilenspiegel Joegoslavisch e fresco's Van de bovenste plank NIEUWE FRANSE LITTERATUUR De Eieren DRIEHONDERD JAAR GELEDEN STIERF PAULUS POTTER W gebruikelijke concertbezoekers de zaal heid van gemaniëreerdheden, de manne- de Russische als Kees Broekman tot Oleg van het Amsterdamse Concertgebouw bin- lijke ingetogenheid bezield door een voor- Gontsjarenko? Voor de microfoon Sinds minister Reymer in 1930 de aether i. c zijn Zendtijdenbesluit vierendeelde, is er eigenlijk geen principiële beslissing ten aanzien van het Nederlands omroepbestel meer genomen, tenzij men dan het opgeven van de gedachte van een nationale omroep door minister Gielen, die in 1946 zwichtte voor de dreigementen van de in hun waar digheid herstelde omroepverenigingsbe- sturen, als zodanig wil beschouwen. Het ontwerp-omroepwet dat thans aan het parlement is aangeboden heeft in elk geval deze verdienste, dat het de omroep heeft los gemaakt uit de sfeer van de tech niek (hij was ten principale geregeld in de Telegraaf- en Telefoon wet) en overbrengt naar het domein waar hij thuishoort: dat van de cultuur. Ook de regelingen op het beheer van de zendinrichtingen zijn in dit ontwerp opgenomen, zij het dan dat beslis singen op dait gebied uiteraard in overleg zullen geschieden met de minister van Verkeer en Water staat en een speciale commissie. Het is voorts een vooruit gang dat niet alleen de binnenlandse om roep maar ook de Wereldomroep, de ra diodistributie en in beginsel de televisie in die omroepwet worden geregeld, al gebeurt dat voor de beeldomroep nog niet in feite. Een derde positief element vormt de op neming in de tekst van een reeks bepalin gen ter bescherming van de uitzendingen tegen band- en plaatopnemingen door der den, een complement dus op de auteurswet. Voor het overige geeft het ontwerp wei nig reden tot juichen. Het zal wel aange nomen worden, want de „Grote vier" heb ben daartoe voldoende paladijnen in de Kamer. Het is zelfs niet uitgesloten dat het ten gunste van hen nog wordt geamen deerd. Want de bepaling, dat thans as pirant-omroeporganisaties en kerkgenoot schappen ook tot de microfoon kunnen worden toegelaten eerstgenoemde met een minimum van 46.000 leden werkt verlagend op hun aandeel in de zendtijd. Behaalt de V.P.R.O. een minimum van 115.000 leden (op dit ogenblik reeds 105.000) dan gaat hij er in zendtijd niet on belangrijk op vooruit: twaalf uren tegen thans acht, waarvan dan nog het I.K.O.R.- aandeel afgaat. Een en ander kan ten gevolge hebben, dat ons omroepbestel minder star wordt, het kan even goed tot een nog groter kwaad leiden: dat van een voortschrijdende, versnippering. Het zal geheel van de werf kracht van de aspirant-omroeporganisaties afhangen of zij erin zullen slagen haar ledental op te voeren van 46.000 bij de aan vang tot 115.000 aan het einde van de proefperiode. Een groot aantal van deze dwergomroepen zal nu niet bepaald bij dragen tot een harmonisch programma beeld, alle schone theorieën ten spijt, dat dit nu juist een nationaal programma bij uitstek vormt, omdat zovele geestesstro mingen erin tot gelding komen. Het begrip „nationaal programma" blijft in dit wetsontwerp trouwens gereserveerd voor de vaderlandse feestdagen. De 3200 'zenduren welke voor een „gezamenlijk programma" dienden zijn vervallen: het is een wassen neus gebleken. Velen zullen betreuren, dat het vier zuilensysteem nu ook zal doordringen tot dat gebied, waar ons nog een nationale om roep restte: dat van de Wereldomroep. De „Grote vier" zullen in het vervolg veertig procent van de uitzendingen voor Neder landers in het buitenland mogen verzorgen. Iets nieuws in de sector van de Wereld omroep is, dat met het oog op de export bevordering, de mogelijkheid van reclame uitzendingen wordt geopend. Echter zal nog worden bestudeerd onder welke voor waarden deze gelegenheid moet worden ge boden. Wordt het gewicht van de Nederlandse Radio Unie (door de omroepverenigings- besturen overigens slechts als uitvoerende macht beschouwd) wat zwaarder gemaakt door haar bij uitsluiting de studiobouw op te dragen (hoewel de afzonderlijke om roepen dat wel voor eigen rekening en risico mogen blijven doen), de ook aan haar zorg toevertrouwde regionale om roepen komen er maar kaal af, ondanks de mogelijkheden die thans door toepassing van de FM-techniek voor de streekpro- gramma's open staan. Verder valt op, dat de luisterbijdrage van twaalf gulden per jaar in de wet tot een constante grootheid is gemaakt, hoewel hierdoor toch aan het culturele en tech nische verzorgingsniveau tamelijk enge grenzen worden gesteld. Uit dit overzioht zal men wel begrepen hebben dat, partiële verbeteringen daarge laten, de thans aangeboden wet toch niet die basis voor onze omroep in nationale zin biedt, welke velen gaarne gezien zouden hebben. Het blijft in wezen lap werk met de vooroorlogse situatie als uit- gangsount. De dagen van „Herriizend Nedfr1-- zün a1 lang vergeten., J. H. B. DE schrijver-componist van de vele dancing met attracties. Uit nieuwsgierig- bergerettes, die ongeveer vijftig jaar heid gaat zij op een regenachtige dag geleden door jonge dochters tot intieme schuilen in het huis ernaast, waar een ge- glorie van haar vertederde moeders op gepensionneerde jockey, Ted Lister, woont bezoekavondjes gezongen werden, zal niet met zijn vriendin Flore, die een in sommige vermoed hebben, dat de beginwoorden van landen wel geregistreerd, maar niet erkend een van zijn pastorales in 1953 titel van of beschermd beroep uitoefent. Spranke een vlotte roman zouden worden. Een lend van humor is de auteur, waar hij be- roman, die vier stem men op zich ver enigd heeft voor de Prix Renaudot en vijf voor de Prix Interallié Bergère lègère, je crains tes app&ts schrijft hoe de on schuld van Marie- Jeanne in deze beide mensen een wonder teweegbrengt: in Flo re hartelijke moederlijke instincten wekt en zegt het liedje. Dat geldt ook voor de aan Ted als levenstaak geeft het toezicht jonge en knappe Marie-Jeanne, hoofd- houden op haar huiswerk. persoon van de roman van Félicien Mar- ceau: „Bergère légère". Niet dat ze een soort vamp is zij is dertien jaar als de roman begint en achttien als hij eindigt: Dat Marceau de luchtigheid verkozen heeft boven de ernst is een verademing; dat de moraal, hoewel niet geheel afwezig, Marie-Jeanne zal trouwens zeker deze carrière niet kiezen. Daarvoor is zij, hoe wel niet argeloos, te onschuldig. Maar haar vereeten is onschuld veroorzaakt, al spelend, cata- strophen, die ouderen slechts uit geraffi neerde berekening teweegbrengen en haar zachte glimlach brengt, ongewild, ver woestingen aan in de harten van de vele op haar verliefde vrienden. geen ernstig bezwaar; maar dat de han digheid het wint van de waarachtigheid, maakt, dat het boek wel amuseert, doch „Bergère légère" staat bij lange na niet op het peil van Marceau's verleden jaar verschenen roman „l'Homme du Roi". Het is een amusant spel vol burleske wen dingen. Een bedriegelijk spel. Maar wie het als zodanig leest zal enkele genoege- lijke uren doorbrengen. Een ei lag naast een ander ei, het ene was gepeld, het andere droeg zijn kledij als een onkwetsbaar held. De afgepelde broeder sprak: „Ik houd niet van zo'n schaal!" Waarop de ander: „Zonder pak vind ik jou veel te kaal!" Het werd een felle woordentwist tussen het eierpaar: als „fat" en „exhibitionist" brandmerkten zij elkaar. Nog tien minuten schimpten zij. Toen, hevig gebrouilleerd, ging elk de weg waarvan geen ei ooit is teruggekeerd. Piet Zoethout De handeling speelt zich af in 1930. in Brussel. Heeft Marceau een beeld willen geven van een losgeslagen jeugd in een normloze wereld? Dan is hij daarin geens zins geslaagd. Daarvoor zijn de milieus, waarin de levens van deze jongeren zich afspelen te kunstmatig en is de intrige te onwaarschijnlijk. Het ware drama van T7EN ^ote tegenstelling met het luchtige niet om het doden, noch om bevrediging kinderen, die vrijwel zonder toezicht en J_I „Bergère légère" vormt „La Chasse van onbewuste gevoelens van wreedheid, leiding opgroeien en zo het leven en de royale" van Pierre Moinot, dat enige Henri en Philippe vinden in de jacht be- liefde^ontdekken. gaat geheel schuil achter stemmen voor de Prix Goncourt heeft ge- vestiging van hun mannelijke kracht en virtuoze vindingrijkheid, vernuftige schalksheid en intelligente humor. Alle personen uit de roman zijn *en tikje dwaas. Juist deze veralgemening van een overi gens zeer veel voorkomende menselijke kregen. De titel van de roman is ontleend hun lichamelijke en morele gezondheid. Zij aan de fantastische legende van een ver- zoeken erin de huivering van het gevaar doemde vorst, die gedwongen wordt door en de voldoening der overwinning, onweer en storm wild na te jagen, dat hem Moinot kent de geheimen der natuur en vooitdurend ontsnapt. ontleedt met evenveel juistheid de psyche Het koninklijke van de jacht is het der jagers als het karakter der wouden eigenschap maakt, dat wij de figuren en hoofdthema van dit boek. Wat de intrige in de Vogezen en de gewoonten der dieren. hun handelingen niet au sérieux kunnen nemen. De vraag is, of de schrijver dat ge wild heeft. Het lijkt ons eerder, dat hij een brillant spel speelt, waarin hij zijn vlotheid in het bedenken van grappige en betreft: zodra men met de hoofdpersonen Vele lezers zullen zich te zeer de mense kennis heeft gemaakt, weet men wat er lijke blik van herten en reeën herinneren gebeuren zal. Henri, de zuivere jager, voor om zich niet te verheugen als deze, opge- wie niet de vangst, maar de hartstocht jaagd in hun woest en groots domein, aan van het jagen alle andere gevoelens on- de grove hagel van hun sportieve belagers pikante situaties en zijn handigheid in het derdrukt, behalve die der vriendschap, zal ontsnappen. Toch zullen zij, dank zij Moi- slechts bevrediging blijven vinden in een not's verhaalkunst, hen volgen door on exalterend leven temidden van een ruwe herbergzame wouden en over steile rot- natuur. Voor Philippe, aangetrokken door sen, voortdurend in spanning of zij het in- Allengs echter schijnt de auteur slacht- het zachte en vrouwelijke in de gedaante stinct der dieren kunnen verschalken en van Hélène, zal de jacht slechts een op- gegrepen door het beklemmende van hun windende afleiding blijven, waarbij het ge- avonturen. „La Chasse royale" is een eer plaatsen van geestige opmerkingen de vrije loop heeft gelaten. offer te zijn geworden van zijn bewege lijke fantasie: het tweede gedeelte van zijn roman is onsamenhangend en zwak van vaar hem de waarde van het leven doet ïjjk en gezond boek. compositie. Het begin daarentegen is een ware trouvaille. Het schoolmeisje Marie- Jeanne, door een onhandige opmerking van haar gouvernante opmerkzaam gemaakt op La Luna wordt geïntrigeerd door deze S. ELTE voelen. Dat ondanks de verwachte loop van het verhaal de roman voortdurend blijft boeien, is te danken aan de zeer knappe beschrijvingskunst van Moinot en aan het Beide hierboven besproken boeken verschenen plan, waarop hij de jacht plaatst. Het gaatby Gaiiimard te Parijs. ER komen in de geschiede nis enkele zeldzame kunst werken voor die door hun uit zonderlijke eigenschappen een vast begrip voor de mensen zijn geworden. Zij dragen een naam die door iedereen gekend wordt, ook door diegenen die nauwelijks weten welk kunst werk door die naam gedekt wordt. De Gioconda, de Nacht wacht, het Straatje van Ver meer, de Stier van Potter, de Slag bij Waterloo van Piene- man, de Aardappel-eters van Van Gogh, zijn daar voorbeel den van. U merkt op dat we niet spre ken over „de Gioconda van Leonardo da Vinci" of over „de Nachtwacht van Rembrandt". In deze twee gevallen heeft het kunstwerk als het ware de naam van de schilder over vleugeld. Het bekende grapje „wie heeft de Stier van Potter geschilderd?" illustreert heel aardig hoe de naamklank van deze schilderijen lang niet al tijd overeenstemt met onze kennis omtrent die werken. Zijn deze populair geworden schilderijen nu ook altijd de belangrijkste kunstwerken uit de geschiedenis? Dat is stellig niet zo. Het zijn voor ieder geval apart, bijzondere om standigheden die ze uit het enorme arsenaal van kunst werken hebben gelicht en naar voren gebracht. Deze voor waarden kunnen bepaald zijn doordat het kunstwerk iets vol strekt nieuws aankondigt, door de volmaakt klassieke vorm, door het onderwerp dat zó karakteristiek is dat het een begrip wordt en tevens een toetssteen ter vergelijking. Een der merkwaardigste voorbeelden is zeker het schilderij „De jonge stier" van Paulus Potter, wiens sterfdag deze maand driehonderd jaar geleden is. De „Stier" is zo beroemd geworden, dat er voor de andere schilderijen van Potter, weinig aandacht is overgeschoten, wat jam mer is. Potter was pas 22 jaar oud, toen hij het beroemde doek schilderde. Dit mag reeds een fenomeen genoemd worden. Niet alleen de ongelofelijke knapheid, maar vooral de nieuwe opvatting bracht een schok teweeg. Potter schil derde niet een landschap met een groep vee er in, maar hij geëxposeerd naast de mees terwerken van Titiaan en Rafaël. Paulus Potter werd in 1625 te Enkhuizen geboren. Zijn vader schilderde zowel dieren, als stillevens als gen- „portretteerde" het dier. Hij typeerde uiterst scherp en nadrukkelijk de specifieke eigenschappen van dit jonge machtige dier, dat zich tegen de lucht en het verschietend vèrgezicht klaar aftekent. Het heldere, bijna nuchtere realisme van dit waarheids getrouwe dierenportret maak te zo'n sterke indruk dat men het werk onder de voornaam ste der Europese kunst ging rekenen. In 1795 werd de „Stier" dan odk in Frankrijk restukken. In 1646 was hij reeds lid van het St. Lucas- gilde te Delft. Van 1649 tot 1652 woonde hij in Den Haag op de Dunne Bierkade. Zijn atelier grensde daar aan het huis waarin Jan van Goyen woonde. De laatste jaren van zijn leven bracht hij in Amsterdam door, waar hij de bescherming van burgemeester Tulp ge noot. Hij stierf op 28-jarige leeftijd aan de tering en werd op 17 Januari begraven. Potter heeft niet zoals de meesten zijner tijdgenoten de reis naar Italië gemaakt en het „Italianiseren" van het land schap treft men slechts bij uitzondering bij hem aan. In zijn korte leven heeft hij zich bijna alleen geconcentreerd op de uitbeelding van het dier, de koeien, de schapen, het paard, de hond. Zijn vermogen tot uitbeelden van het dier bezorgde hem ook vele op drachten. Hij maakte portret ten van paarden en schilder de het levensgrote portret van een waakhond (Ermitage). Behalve als schilder was hij ook als etser vermaard. Tekeningen van zijn hand zijn er weinig, hetgeen vermoede lijk komt doordat hij voor zijn studies gebruik maakte van een leien-tekentafeltje. De kleur van zijn vroege werken is soms wat hard maar het was ook vooral, naast de minitieuze détailstudie, het ruimteprobleem dat hem boeide. OTTO B. DE KAT In het Centraal Museum te Utrecht wordt een expositie gehouden van Joego slavische middeleeuwse fresco's. Uiteraard zijn dit niet de oorspronkelijke werken, XV"7"ij zijn vorige week met een massa on- list Kogan? Waren het de totale afwezig- West-Europese musici zich verhouden tot nengeschuifeld. Het was er ons om te doen beeldig temperament? Of was het dat zij de Russische violist Igor Bezrodni en zijn niet-lievelingscomponisten van ons, zoals En zo bleven wij ons maar dingen afvra- landgenoot de pianist Eugene Malinin te Prokokieff en Smetana, zó speelden, dat wij gen. Waarom komen er niet meer Russische maar copieën, omdat de originelen zich nu beluisteren. Zij waren op de affiches aan- ineens wel geraakt werden. musici naar hier? En waarom komen zij eenmaal in allerlei kerken en kloosters gekondigd als „Sovjet-kunstenaars", het- Hoe het zij, wij hebben even hard en eigenlijk wèl? Uit louter propaganda-over- bevinden. De regering van Joegoslavië geen wij wel wat vreemd vonden, want per lang geapplaudiseerd als de „vrienden van wegingen? Waarom wordt er in ons land heeft van deze muurschilderingen door be slot van rekening annonceert men een dan- de Sovjet-Unie", zij het dan misschien om niet meer geld besteed aan de opleiding kwame Franse en eigen schilders copieën seres uit Spanje ook niet als een fascisti- andere redenen. Wij stemden bijvoorbeeld van jonge talenten? Als Russische musici sche ballerina of een Nederlandse koord- allerminst in met de manier, waarop som- klaarblijkelijk geen musicerende ambtena- danser als een democratische equilibrist. Juf Nochtans, het accent in onze belangstelling lag niet zozeer op het Sovjet-element als wel op het artistieke bestanddeel. Voor de overgrote meerderheid van onze medebezoekers leek ons de zaak echter anders te liggen. Wanneer wij het wèl heb ben, behoorden zij namelijk tot in clubver band georganiseerde vrienden van de Sov jet-Unie, die uit dien hoofde reeds een prijzend gelaat vertonen, wanneer zij iets uit dat land aantreffen, of dat nu een vio list, een centervoor of een roebel is. Zij traden dan ook tegen gereduceerde prijs het gebouw binnen met opgeheven hoofd en in de rustige en onomstotelijke zeker heid, dat er deze dag vakwerk geleverd zou worden. Sommige hadden zich zelfs gelijk voetbalsupporters met de kleuren van hun club getooid, zij droegen rode das sen of lefzakdoeken of jasjes en zij namen nog met extra-voldoening plaats, toen zij tot hun verrassing opmerkten, dat stoelen in het Concertgebouw ook rood zijn over- tiokken. Wij moeten en passant wel opmerken, dat. wij ons een beetje huiverig voelden te midden van al deze revolutionnairen. Niet zozeer omdat wij vreesden, dat er ineens een opstand uit zou breken, want zo zijn onze aanhangers van het Stalinisme niet. Wij herinneren ons nog als de dag van gis teren, dat wij voor het eerst hun 1 Mei viering moesten verslaan en wij al visioe nen kregen van open hemden, flakkerende vlammen en barricades. Die voorstelling ™.gen Mens de pauze in de gangen zeiden: ren worden waarom zouden onze mensen verdween echter ras, toen de optocht er Pf* muziek." Want het grootste het dan wel worden? Maar zouden er ook aan kwam, want zij was samengesteld uit deel van hen was kennelyk vrijwel nog minder goede artisten uit de Sovjet-Unie allerlei heren met propere regenjassen en nooit naar een concert geweest en miste mogen? Zo werd deze West-Europeaan deukhoeden, die verlegen voortsjokten ach- dus het recht tot vergelijken. Tenzyzij deze heen en weer gerukt door twijfel en ver ter de banieren, met gezichten waarop te muziek zetten naast die van de hun voering, ontzag en spot, door hoop en on- lezen stond, dat zij het toch wel een beetje beter bekende Eddy Christians In dat geva geloof. raar vonden om zo maar in het gelid over heeft zo n concert natuurlijk wel zijn nut jjet was weer een verbijsterend mid- de openbare weg te stappen. Zij keken dus gehad, want misschien gaan ze nu we®r- dagje voor ons. Dorrr-oifD wat strakjes voor zich heen, maar ontdek- Ot zouden zij werkelijk menen dat alle KO BRUGBIER laten maken, die kortgeleden in Londen tentoongesteld werden. De expositie blijft in Utrecht tot 15 Februari en gaat daarna naar Düsseldorf. De expositie omvat 74 fresco's, die alle op linnen zijn geschilderd in tempera, dat wil zeggen in olie-arme verf, de stukken dateren uit de periode van 1038 tot het midden van de vijftiende eeuw. Zij zijn in hoofdzaak aanwezig in kerken van de Grieks orthodoxe richting, maar ook in Rooms-Katholieke geboumen, in het voor woord tot de catalogus schrijft de direc trice van het Centraal Museum onder meer, dat zij de werken mooi en ontroerend vindt, om hun expressie, om hun fijn co- loriet en om het religieus gevoel, dat er ook in deze transpositie uit is blijven spreken. De copieën zijn geheel gelijk aan de ori ginelen. Deze zijn niet zelden zeer bescha digd, omdat ze voor het overgrote gedeelte destijds overgekalkt zijn en ook dikwijls verminkt in de tijd van de Turkse over heersing. Men heeft echter niet getracht de originelen als gerestaureerd na te schilde ren, zodat ook de copieën de beschadi gingen en verminkingen te zien geven. Dit laatste wordt zeer in het bijzonder door kunsthistorici gewaardeerd, omdat bij restauratie de kunstwaarde van een stuk vrijwel nimmer vooruit, integendeel ach teruit gaat. reel van verdrukking en strijd en onafhan kelijkheid, is sympathie met de kleine man, die de vrijheid van geweten boven het leven stelde, en antipathie (gemengd met medelijden) tegen de in weinige passages venijnig scherp getekende Spaanse koning. Ik raak hier naar mijr gevoelen de diepste waarde van dit werk aan: de onvervalste afkeer van dwingelandij, de levensnood zaak van vrijheid voor het geweten, de innerlijke onmogelijkheid van een triom ferende wreedheid, schreeuwt van elke bladzijde. Wij, die nog kort geleden de macht hebben geproefd van de mens over de mens, worden beklemd als wij dit boek lezen. Deze zomer zag ik op een tentoonstelling in Brugge merkwaardig genoeg in de streek van Tijl's oorsprong! een schil derij, dat mij diep trof. Het stelde de vol trekking voor van een vonnis, waarbij, een ten zij een kennis langs de weg, dan hel derden hun gelaten op en dan riepen zij welgemeend: „Dag Mien". Nee, enze vrees betrof meer de moge lijkheid. dat de B.V.D. enige ga-heime agen ten naar het Concertgebouw had gezonden, want deze heren scheren nogal haastig over een kam en zijn ras geneigd, wanneer zij u stiekum een kauwgompje onder een stoel jEDEREEN kent vagelijk de gcschie- zien kleven, te denken: „Daar heb je er J t T;fl TT;i weer één". Voordat men het weet hebben 1 H TfiT zij dan een kantig dossiertje van u aange grappenmaker, de man vol zotte inval- legd, dat naar believen aangevuld wordt \cn die de lachers op zijn hand had en ving tegenover," die treffend sfeer schept, 11" en "met welT recht! De overige vertrek- met enige informaties van de buren, die u door zijn rappe tong zich uit de meest en een bondigheid die de aandacht gespan- ken geen spier van hun gezicht, alsof de wel eens de Marseillaise hebben horen zin- „rrj nen houdt. hele procedure een kwestie was van zuiver ^let beeld, dat bij lezing ons voor ogen zakelijke aard. Juist dat was het verschrik- j| van de Tach- kelijke. De schilder ik ben zijn naam en uitermate vergeten hééft dit, dacht ik, bedoeld van monotoon doodsklokgelui), meestal man levend gevild werd. Achteraf houdt denis van Tiil Uilensniepel de echter te doorzichtig en daardoor van mij steeds minder de veroordeelde bezig d«an gen, of vinden dat u zo'n rode neus heeft, netelige situaties tvist te redden. In de Zou het bij een normaal concertpubliek bewerking en uitbreiding die Charles de gc5aat^.oVdt Jan het begin vrij eenvoudig zijn deze speurders er uit te Coster ervan gegeven heeft, staan deze tigjarige Oorlog, is bont .._v halen, al was het maar door hun Jpbrek $tre^en vcrm^d, maar zij kunnen ons levend. Er steekt'in deze bontheid zeker te door alle bloederigheid te vermijden: de Wie Ti we! hSkenden^aren Theunde' evenals in andere schelmenromans - veel zwart-wit (in het omvangrijke werk ontzetting verschuift zich van de gebeur- wie wij wei neritenaen waren iiieun ae komt maar één priester voor die het hart op tenis naar de macht achter de gebeurtenis. Vries, wiens vrijheid ditmaal in het keurig nauwelijks een glimlach op de lippen v Hoe is het m02eijjiCi dat de blauw was gekleed, en enige Russische brengen; eerder doen dat ae gewiekste mens den mens een wolf antwoorden die Tijl op alle vragen klaar onze bespiegelingen afbreken omdat twee T. x - in smetteloze rokken gestoken heren het heeft. Het verhaal tri zijn geheel ts podium opkwamen, waarvan de ene de daarentegen sterk naar de tragische violist Igor Bezrodni en de ander zijn be- bant verschoven, de dwaasheid is inge- geleider Wolf Jampolski bleek te zijn. j draagwijdte. Bezrodni, een stevige jongeman met een 6 is? Dit schilderij kwam in mijn herinnering terug toen ik Ulenspiegel las. De verklaring van diens naam de rechte plaats heeft) en de figuren zijn „(ik ben) Ulieden een spiegel" werd dwin- te sterk gesneden op model; er wordt teveel gend. Zeker, de vrijheid triomfeert en Tijl i r u too „Iotorno gesproken over eten en drinken, alsof de rijst, als hij in het laatste hoofdstuk begra- beminnelijk gezicht en zeer plezierde In De Legende en de heldhaftige, vro- Vlamingen in die tijd hoofdzakelijk zouden ven wordt, uit zijn schijndood op, onsterfe- ,anei "'a A'T"~ üjk als de geest van de vrije mens maar welk een prijs moet de mens voor zijn vrij podiummanieren, droeg op zijn lapel een lijke »n roe^rijke Avonturen va„ 'Ulen. g^^^bSn vo^ dë vle^n (iThrt b^ gouden médaille aan een rood lint. „De Spjegei en Lamme Goedzak in het land- zoncjer worst") en de wijnen en bieren, Stalmprys, mompelde een dame schap Vlaanderen en elders" (1867 in het die hun"maag in ongelofelijke hoeveelheid heid betalen! er. er voer een rilling van ontzag door de Frans verschenen) speelt Tijl, de met de y^g en blijkbaar verdroeg; maar het Daarom schreef ik: een navrante geschie- helm geborene, de zesmaal gedoopte (de reSultaat, meer van de veelheid dan van de denis. Charles de Coster heeft in zijn be- OtltZag tocht naar de doopvont levert hem meer schakering, is toch een onuitwisbaar tafe- schrijving niets weggelaten: Tijl's vader zaal. dan één nat pak op), de overheersende rol. Die rilling vap ontzag en nog veel meer Het is een navrante geschiedenis van de kwam pas door óns varen toen opstand der Nederlanden tegen Philips de Bezrodni de eerste maten van de sonate Tweede en diens Spaanse soldeniers en in- van Handel had gespeeld, waarmee hij het quisitoren verdicht vooral m de beteke- piogramma opende. Ontzag en vervoering nis van samengetrokken rond een figuur zijn gebleven, ook bü de tweede solist, Ma- die> ™a\s de Coster ergens Tyl zelf laat linin. Zelfs het feit, dat een deel van de zeggen onsterfelijk is: geest van Vlaan- bezoekers naast hun hechte overtuiging deren, hart van Vlaanderen, sterven kun- een even hechte blafhoest had meegebracht wij (te weten: Tijl en zijn vrouw Nele) en onvoldoende kameraadschappelijke op- met- offeringsgezindheid jegens medebezoekers Wat de bouw van 't boek betreft, heeft, De èn solisten bezat om zich tijdelijk of voor- Coster het zich niet moeilijk gemaakt: korte goed af te zonderen, kon die niet verstoren, vaak heel korte hoofdstukken geven hem Wij zijn geen muziek-critici, maar aan- gelegenheid vrijmoedig van toneel te wis- gezien hun oordeel in overgrote meerder- selen en de veel zwaardere opgave van heid overweldigend gunstig is geweest, verbinding der ver uiteenliggende gegevens willen wij onze lekengeestdrift wel aan hun te ontwijken. Rechtvaardigheidshalve: de deskundig enthousiasme paren. Wij vonden stof was inderdaad veelomvattend, boven- het moeilijk uit te maken, wat wij het dien werd de auteur waarschijnlijk tot deze meest bewonderden. Was het het feit dat vorm gedwongen door de bron waaruit deze tweeëntwintigjarigen, waarvan er één, hij voor het eerste boek heeft geput. Ook Malinin, nog niet eens zijn einddiploma op zijn stijl is aanmerking te maken. Veel- van het staatsconservatorium in Moskou vuldig maakt hij gebruik van de herhaling; heeft, al tot deze verblindende hoogte zijn soms zeer doeltreffend (wanneer bijvoor gestegen, terwijl er vermoedelijk in de Sov- beeld bij het vermelden van verschillende jet-Unie nog meer van deze jongeren zijn, maatregelen en misbruiken het korte zin- die evenveel of meer kunnen, zoals de vio- netje: „en de koning erfde" de kracht krijgt Charles de Coster kemt op de brandstapel, Soetkin, zijn moe der, wordt gemarteld en sterft tenslotte van verdriet; onrecht, dood, foltering, verraad, misbruik alles wordt in zijn minder waardigheid ten tonele gevoerd, zonder dat ook maar ergens dit werk waardigheid verliest; in al zijn soberheid van weer geving is het ongemeen fel van aanklacht. Tijl is een potsenmaker maar wie vatl een grappig boek wil genieten kan ik dit niet aanraden. Wel aan hen, die durven en willen schrikken van de mogelijkheden in de verblinde mens. Het liefelijke in diit boek mag ik even min voorbijgaan. De natuucis er rijk, d« genietingen van het materiële leven worden er breed in uitgemeten. Tijl is, ofschoon hem „de as van zijn vader op zijn borst klopt" (hij draagt die in een zakje om zijn hals) geen kniesoor en huilebalk; Lamma Goedzak, kinderlijk en rond, zoekt vijftien jaar naar zijn vrouw en wordt met haar verenigd; Nele en Tijl vinden elkaar terug. Er is trouw en liefde in dit boek, en vooral grote deernis. Maar de toon die het langst naklinkt, is die van edele verontwaardi ging om de vrijheid, wier aanranding on duldbaar is B. RIJDES

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1954 | | pagina 15