Barter Theatre in Virginia Waardering voor „Solange du da bist n u w iS m Spenders colleges DE VREEMDE HISTORIE VAN HET Terreur in Celebes In de lengte of de breedte? ONZE PUZZLE Mooie en gevoelige Duitse film Bezoekers brachten aardappelenuien en tomatendoch geenszins om er de acteurs mee te bekogelen KERKELIJK LEVEN Litteraire prijsvraag Rotterdamse Gomedie Taal der beelden „Saint Antoine" van Sein Dresden ENGELSE LITTERATUUR IN HET CRISISJAAR 1933 was New York een stad der wanhoop. Zelfs het vrolijke Broadway had een groot deel van zijn luister ingeboet: verschei dene theaters moesten hun deuren sluiten. Een van de op straat gezette acteurs was de jonge Bob Porterfield uit Virginia. „Ik ga naar huis terug," vertelde hij zijn medeslachtoffers in een artistencafé. „In mijn dorp zal ik tenminste geen honger lijden." Toen kreeg hij een idée. „Waarom gaan jullie niet mee?" vroeg hij een paar van zijn vrienden. De boeren in Virginia heb ben voedsel in overvloed, maar geen to neelspelers. Niemand zal leven bij brood alleen en misschien willen ze ruilen. Zij geven ons brood en wij verschaffen hun spelen. Ik geloof, dat er wat in zit!" Een oudere actrice schudde haar hoofd. „Toneelspelen op het orthodoxe platteland, dat wordt niets", meende zij. Maar een handvol anderen voelde er wel wat voor. Alles was beter, dan hier in New York langzaam te verhongeren. EEEN WEEK LATER vertrok het groep je, 22 man sterk, in een aftandse vracht auto naar Porterfields geboorteplaatsje, met een laadbak vol oude décorstukken. Hun gezamenlijk kapitaal bedroeg twaalf dollars en een fikse dosis optimisme en vooral dat laatste hadden zij hard nodig in het godvrezende Abingdon, dat hen ont ving met alle achterdocht die een platte landsdorpje kan opbrengen. Komedianten en dergelijk gespuis waren volgens de dor pelingen een gevaar voor de goede zeden en alle contact met hen werd nauwkeurig vermeden. Het ijs werd pas gebroken, toen het groepje op de eerste Zondagochtend devoot ter kerke ging en daar zo mooi drie stemmig de oude psalmen zong, dat zelfs de dominee op slag vertederd was. Men sen, die zo zingen konden, moesten wel goede mensen zijn, zo meenden de Abing- doners en van dat moment af was het pleit gewonnen. De gemeenteraad stelde gratis een grote zaal beschikbaar, de buren leenden meubels, porselein en tafelgerei, de acteurs zelf vertimmerden en beschil derden de oude décorstukken, de actrices maakten de costumes voor de eerste uit voering, waarvoor „After tomorrow" van John Golden gekozen was, een stuk vol sterke patriottische tendenzen. Een week na de aankomst van het ge zelschap opende het Barter Theatre (let terlijk „Ruiltheater") zijn poorten. Zelf getekende affiches vertelden het publiek dat de toegangsprijs 35 cent of het equiva lent in goederen of in diensten bedroeg. Het liep storm aan de kassa. Bijna alle liefhebbers voor plaatsen betaalden in na- tura. De één bracht een chocolade cake, de ander een vette kip, een zak aardappelen of een pot marmelade mee. De dorps barbier vervoegde zich aan de kleedkamer en bood aan iedereen te knippen en te scheren in ruil voor een paar kaartjes en de totale recette aan uien zou ruimschcots voldoende geweest zijn voor een maand hachée. Toen het doek opging, was de zaal uit verkocht. Een meegebrachte baby huilde gedurende het grootste deel van de voor stelling en het publiek, grotendeels ge kleed in verschoten overalls, applaudis seerde op de verkeerde ogenblikken. Maar het succes was onmiskenbaar en reeds na drie voorstellingen bleek, dat de toneel- honger van Abingdon van blijvende aard zou zijn. Aan het einde van het eerste sei- zien was er een netto winst van 305 pond lichaamgewicht, terwijl enkele der acteurs zelfs met een beginnend embonpoint prijk ten. Het batig saldo bedroeg vijf dollar plus veertig pond aardbeienjam. HET VOLGEND VOORJAAR kwam het groepje terug, nu uitgebreid tot 35 acteurs en actrices. De meesten van hen waren toen en later jonge, geestdriftige krachten die nog naam moesten maken en daar soms wonderwel in slaagden. Bekende ac teurs als Hume Cronyn, Charles Korvin en de film held Gregory Peck hebben hun eerste lauweren ge oogst in Abingdons Barter Theatre. In de tweede wereldoorlog werd het theater gesloten, maar begin 19-16 ging Porterfield terug naar zijn dorp in Virgi nia om eens te polsen of hervatting zin had. Abingdon smeekte hem om terug te komen en drie notabelen vergezelden hem naar de hoofdstad Richmond, waar zij hem aan een staatssubsidie van tienduizend dollar en aan de officiële erkenning van zijn gezelschap als het Virginia State Theatre hielpen. Van zijn eigen geld kccht Porterfield het oude gebouw van Stone wall Jackson College, waar het Barter Theatre in het voorjaar van 1946 de voor stellingen hervatte. Op de onlangs gehouden jaarvergadering van de Gereformeerde Zendingsbond heeft de zendingsdirector ds. J. Batelaan ontstel lende mededelingen gedaan over de zen ding onder de Toradja's in Midden-Cele bes. Zeven ouderlingen van de gemeente te Borokko zijn onlangs gekruisigd door groepen van de Daroel Islam en guerilla- benden. Bovendien zijn waarschijnlijk nog vijf andere inheemse voorgangers ver moord. De laatstgenoemde vijf Toradja's maakten deel uit van een groep van twaalf, die in het Noordelijk gedeelte van de To- radjalanden gevangen werden genomen. Zeven werden er vrijgelaten toen zij na vreselijke dreigementen het Christendom hadden afgezworen en weer Mohamme daan waren geworden. De vijf anderen zijn, naar men moet aannemen, vermoord. Een van de vermoorden was de bekende inlandse predikant Sangka Palisungan, een leidende figuur in de inheemse kerken Een ander ontstellend bericht, dat ds. Batelaan uit betrouwbare bron had vernomen, was de gevangenneming van tweeduizend christenen in Mengendek, eveneens in het Noordelijk gedeelte van het zendingsveld. Zij worden voortdurend met de dood bedreigd, tenzij ze weer Islamiet Vppl navolf*iïlP worden. Toch zijn onlangs in ditzelfde ge- 3 bied op één dag meer dan 200 Toradja's gedoopt. In andere streken (van guerilla's gezuiverd) stromen duizenden dorpelingen toe om van het Evangelie te vernemen. DAT JAAR SPEELDE men in de nieuwe kwaliteit van staatstheater in bijna hon derd steden en dorpen in Virginia en be droeg de totale recette ruim 400.000 dollar. Het gebeurt nu nog maar "zelden, dat iemand zijn plaatsbewijzen in natura be taalt, maar het Barter Theatre leeft voort als een sprekend voorbeeld van wat men sen met een roeping, met verbeeldings kracht en ondernemingslust tot stand kun nen brengen, ook al hebben zij het getij tegen. Porterfields initiatief, ontsproten aan de moed der wanhoop, heeft niet slechts het belang der toneelspelers ge diend, maar tevens de kunst naar het Amerikaanse platteland gebracht, dat tot dan toe in cultureel opzicht maar stief moederlijk bedeeld was. Washington, Minnesota, Maryland en verschillende andere staten kennen thans dergelijke staatstheaters, die geïnspireerd zijn op het voorbeeld van Virginia en die overal volle zalen trekken. Van AbinPdon begon de victorie! H. C. Voor de microfoon In de nieuwe omroepwet is bepaald, dat de zendtijdverdeling betrekking heeft op de tijd tussen 7 en 24 uur. De minister heeft dus in dat opzicht aangeknoopt bij een reeds jaren bestaande praktijk, hoewel er luisteraars zullen zijn die vinden, dat er reden is de uitzenddag aan beide zijde met een half uur te lengen ten gerieve van de zeer vroege en zeer laten. En men kan dan aanvoeren, dat in het buitenland in het algemeen ook vroeger wordt begonnen. In de meeste landen eindigt het radiopro gramma echter vroe ger als regel om streeks elf uur. Daar waar men het voor recht kent van een ongedeelde omroep (dat wil zeggen: over al, behalve in Neder- Vnd), is er vaak één programma dat langer doorgaat en vroeger begint ten dienste van speciale groepen van luisteraars, terwijl de overige zendernetten nog of reeds zwijgen. In Duitsland bestaat sinds een jaar de regel, dat tussen omstreeks één en vijf uur 's nachts een van de regionale omroepen bij toerbeurt in de lucht blijft, alsmede de Amerikaanse propagandazender RIAS. Dit gebeurt uiteraard in de eerste plaats om politieke overwegingen, om luisteraars weg te trekken van de eveneens vrijwel perma nent zendende Oost-Duitse stations. Intussen bestaat in de meeste landen geen aaneengesloten programma tussen 's mor gens vroeg en 's avonds laat. De meerder heid der Europese zenders zwijgt gedu rende de stofzuigeruren en vaak ook tussen het einde van de lunch en theetijd. Dóór- zenden vindt zijn oorzaak dan ook wellicht minder in de luisteraarsbehoefte dan wel in allerlei bijkomende redenen. In ons land bijvoorbeeld begon men pas non-stop te werken na de zendtijdverdeling van 1930: de omroepen wilden uit concurrentie-over- wegingen het hen toegewezen part zo in tensief mogelijk gebruiken. Het grote nadeel van het ononderbroken radioprogramma is van psychologische aard. Het radiotoestel wordt verlaagd van een technisch wonder tot een muziek- kraan, die maar al te velen de gehele dag laten openstaan. Inzonderheid bij de radio distributie-luisteraars, voor wie immers ook nog de rem van het stroomverbruik ontbreekt, treft men degenen aan, die men kettingluisteraars zou kunnen noemen, die zich hun huiskamer niet meer kunnen voorstellen zonder bijgeluid, waarin overi gens de vormende bestanddelen ternauwer nood meer worden onderscheiden, tenzij het een reportage van een voetbalwedstrijd betreft. In het gunstigste geval veranderen deze verslaafden van station, wanneer de om roeper een spreker heeft aangekondigd of een muziekstuk, dat met opus of terts nader wordt gepreciseerd. Dit euvel het is mij niet mogelijk dit verschijnsel anders te bestempelen valt moeilijk te bestrij den. De Nederlandse omroepen wakkeren het trouwens aan, want aan opvoeding tot een bewust luisteren, waarbij de program ma's, welke men wil horen, met overleg worden gekozen, wordt nog maar al te weinig gedaan. Frankrijk en ook Zwitserland kunnen beschouwd worden als landen waar de situatie in dat opzicht gunstiger is, al wil ik zeker niet beweren, dat er daar geen mensen zijn bij wie de gehele dag Radio- Luxemburg in de kamer schalt. In Frank rijk bestaat pas sinds enige jaren een on onderbroken programma (Paris-Inter), dat bestemd is voor het gehele land, dat wordt uitgezonden door de krachtige lange golf- zender Allouis,- gesteund door zwakkere zenders in de provincie en twee korte golf- stations. Dit programma is bedoeld als alge mene verstrooiing, waaraan ook overdag in een land met veertig millioen inwoners uiteraard wel behoefte bestaat. Dit be tekent echter niet, dat Paris-Inter slechts lichte kost geeft: integendeel. Maar verder heeft men het niet in de lengte, maar in de breedte gezocht. De twee andere zendernetten (respectievelijk het Nationale en het Parijse programma) zijn slechts op die tijden in de lucht, dat de luisteraar inderdaad behoefte heeft aan een grotere keuze. Ze beginnen de avond uitzendingen pas om omstreeks half zeven. Het Parijse programma, dat overwegend amusement biedt, eindigt alweer om kwart voor elf. Het „programma national" valt te vergelijken met het Derde programma van de B.B.C. Het verschil is echter, dat bij de Franse omroep het „programma national" voorop staat, bij de B.B.C. het Derde pro gramma als supplement fungeert. Wie geregeld naar de Franse zenders luistert weet, dat de daarop uitgezonden programma's van hoge culturele waarde en van voortreffelijke kwaliteit zijn, waarbij ock de wijze van presentatie in alle op zichten aansluit. Er is geen omroep, welke zo openstaat voor de avant-garde van let teren en kunst, daarmee het bewijs leve rende. dat Frankrijk nog steeds het cultu rele hart van Europa is. J. H. B. De Vereniging van Vlaamse Studenten houdt in samenwerking met de Nederland se Studentenraad op 17, 18 en 19 Februari te Leuven een congres, dat als thema zal hebben „Culturele eenheid van Noord en Zuid in het licht der groeiende internatio nale gemeenschappen". Ter gelegenheid van het congres is een litteraire prijsvraag uitgeschreven. Hieraan kunnen Nederland se Vlaamse studenten mededingen met no vellen en gedichten (bijdrager, te richten aan het secretariaat: Rudi van Vlaenderen, Peperstraat 9, Gent). De Rotterdamse Ccmedie heeft „Het ver leden van een vrouw" van Luigi Piran dello in studie genomen. I.n de voorstelling treden op: Mieke Verstraete, Jetty van Dijk-Riecker, Brenda Lindbergh, Richard (uit: Paris Match) Over de Heilige Schrift De vorige week is aan alle predikanten en kerkeraden van de Hervormde kerk een uiteenzetting toegezonden betreffende het leerstuk van de Heilige Schrift. Deze uit eenzetting is opgesteld door de Raad voor Kerk en Theologie en is door de Generale Synode der Hervormde kerk aanvaard. Voor degenen, die belangstelling hebben voor datgene wat de Hervormde kerk be lijdt, is het uitermate belangrijk om van de inhoud van dit korte geschrift kennis te nemen. Enkele uitspraken willen wij hier vermelden. De kerk erkent de Heilige Schrift als het Woord van God, dat, in het Oude en Nieuwe Testament, van Jezus Christus ge tuigt, en als maatstaf en regel voor het ge loof en prediking. De kerkelijke overlevering, in haar wan del en prediking, in haar eredienst en vroomheid zijn vruchten van het Woord van de Biibei, dat werkt door de kracht van Gods Geest. Als getuige van Christus en regel van het geloof is de Schrift onfeilbaar. Daarmee is niet gezegd, dat zij in haar feitelijke mededelingen aangaande de historie of in haar opvattingen aangaande de natuur, geen onjuistheden zou bevatten. Wie haar van dergelijke onjuistheden wil vrijpleiten, komt tot verwrongen verstandelijke ver klaringen. Wie om dergelijke onjuistheden haar gezag zou betwijfelen, miskent de ver troosting en de eigenlijke waarheid van dit boek. De kritische bestudering van de Bij bel heeft ons echter ook in de gelegenheid gesteld om haar geheel eigen karakter in onderscheid van de geschriften en over leveringen der volkeren duidelijk in te zien. Zoals Jezus Christus in nederigheid tot ons komt, en juist zo Gods Zoon is, zo kohu de Schrift tot ons in nederigheid en is juist zo Gods Woord. En geen menselijke belij denis, verklaring of beschrijving kan ook maar bij benadering de volheid, de rijk dom. de diepte en de heerlijkheid van deze Schrift tot uitdruk king brengen. Kirchentag 1954 De president van de Duitse Kirchentag dr. von Thadden Trieg- laff heeft met Propst Grüber een bezoek ge bracht aan de plaats vervangende minis ter-president in de Duitse Democrati sche Republiek, Otto Nuschke. De minister-presi dent heeft zich inge nomen betoond met het voornemen om in 1954 de bekende jaar lijkse Kirchentag in de Duitse Democrati sche Republiek te houden en beloofde zijn medewerking. In tussen is Leipzig ge kozen als centrum voor de Kirchentag. Leipzig, zo zeide dr. von Thadden, is het noodzakelijke ant woord op de grote deelneming van de Evangelische Chris tenen uit de Oost- zóne aan de Kirchen tag in Hamburg in 1953. Een van de mooiste Duitse films van na de oorlog is ..Solange du das bist" van de regisseur Harald Braun. Binnenkort zal deze film gaan draaien in het Amsterdamse Tuschinsky-theater. Het is een film over de film. Een film over een regisseur. Voor wie belang s:elt in het filmverschijnsel heeft zij daarom een meer dan gewone bete kenis, maar ook de bioscoopbezoeker, wie het om een goed verfilmd verhaal te doen is. komruimschoots aan zijn trekken. Solange du das bist" munt niet alleen uit door haar fraaie vormgeving, zij is ook naar inhoud opmerkelijk. Het is een film voor iedereen. Een zeer vernufiig geschreven scenario geeft al een basis, waarop het goed werken moet zijn en wat dat betreft: de naam van Harald Braun zal men moeten onthouden. Hij breekt radicaal met de sleur van de Operette-en-Humor-films, welke ons al menig onbeduidend product heeft opgeleverd en geeft de Duitse filmindustrie een stoot omhoog, die ons haar doet herinneren als een vati de belangrijks'e in de tivintiger jaren. Duitsland heeft aan de ontwikkeling der filmkunst een niet onbe langrijk deel bijgedragen. Het verloren terrein kan met mensen als Braun en met films van deze kwaliteit weer worden teruggewonnen! bist" waarmee ik deze bespreking wil be sluiten: het feit, dat men er een filmregis seur in bezig ziet. Waarom schrijft de filmcriticus zoveel over de regisseur en zo weinig over de ster? Het antwoord wordt voor een deel in „Solange du da bist" gegeven. Hier er vaart men dan de betekenis van de film regisseur. In hoofdzaak zijn betekenis voor de ster. Hij is het die het figurantje tot een ster maakt alleen al door zijn inspi rerende woorden, zijn inzicht, zijn persoon lijk optreden. Hij haalt er alles uit wat er in zit. En dat geldt niet alleen voor de spelers maar ook voor de scènes, de hoek, van waaruit hij de dingen bekijKt, de ma nier, waarop hij de beelden elkaar laat op volgen tot een grote dwingende stroom worden, die u meesleept, u kluistert, u boeit. Dat kunt ge uit „Solange du da bist" door een des te krachtiger taal. Want hier leren. En tegelijk Fischer en Maria Schell ziet u nu in beelden wat anders in woor- bewonderen om hun creaties, de eerste, die Wanneer men „Solange du da bist" eens ^en geschiedt. Hier spreken de beelden, de ijdele en lege fimregisseur bijna onuit- vergelijkt met de films, welke ik onlangtT D^t is de ware filmkunst. Wat u ziet is be- staanbaar maakte zo karakteriseerde hij besprak te weten „Puntje en Anton" en slissend voor uw indrukken, uw ontroering, hem, Maria Schell om haar gevoelige en uw meeleven. Door deze beelden komen alle levensechte verpersoonlijking van het emoties tot u en vinden hun klankbodem L t 3 4 5 7 8 9 - 10 11 jf;;- 12 13 14 15 ■y.v?' 14 17 lfi 19 w 21 22 23 24 25 24 27 „Het dubbele leven van dr. Gerhardt", dan zal u het verschil onmiddellijk opvallen. „Solange du da bist" toren er hoog boven *n u}v hart. uit. Regisseur Braun had hierin de beschik king over twee wel heel talentvolle acteurs: O. W. Fischer, die op het toneel in het Wiener Burgtheater de grondslag voor zijn reputatie legde en Maria Schell, die in Engeland maar liefst een contract voor zeven jaar kreeg en die men ook zal kun nen zien in de film naar Graham Greene's roman „The heart of the matter". Zij ver vullen de hoofdrollen in „Solange Du da bist" en met groot succes. Ik houd er niet van de lezers uitgebreid kond te doen van de intrigue van een film. Als het even kan vertel ik het verhaaltje niet. Of, wanneer het beter begrip dat eist alleen de hoofdzaken. In „Solange du da bist" zien wij een regisseur, die be zeten is van zijn werk. Hij is echter wat men noemt, innerlijk leeg. Hij ziet alleen zijn werk en de glorie van zijn naam. Hij ziet niet de mensen om hem heen, hun liefde, hun goedheid, hun slechtheid. Hij ervaart de mens niet. Zelfs wanneer hij zich gaat interesseren voor een van zijn figuranten en haar levensgeschiedenis in beeld wil brengen, ziet hij alleen de film, die hij van haar leven kan maken. Ja. hij zou in staat zijn haar daaraan op te offe ren door te eisen, dat zij het even sterk be leeft als vroeger. Het meisje kan er niet tegen op en wat erger is: ze wordt op de regisseur verliefd. Hij wordt het op haar. In zijn zelfzuchtigheid gaat hij zover dat hij zelfs haar huwelijk kapot wil maken. Een kéér, nog voor zij trouwde, liet zij haar echtgenoot al in de steek, toen ze zich op de vlucht voor de Russen, een plaatsje wist te bemachtigen in de laatste trein, die naar het westen reed. Met deze scène be sluit de film. Opnieuw moet zij kiezen, ter wijl ze deze scène speelt. Kiezen tussen haar man en de regisseur. Dat ze haar man kiest is voor een niet gering deel te dan ken aan de opmerkingen van een „Dritte im Bunde", een scenario-schrijver, vriend van de regisseur, die met stijgende bezorgdheid de ontwikkeling der gebeurtenissen heeft gadegeslagen. Hij begrijpt heel goed, dat de regisseur het meisje in zijn ban heeft. Hij ziet cok op welke wijze hij haar moet beschermen tegen diens egoïsme en eigen waan. Op het beslissende moment opent hij het meisje de ogen. Een enkele opmerking van hem is genoeg om haar weer zin voor de werkelijkheid te geven en het besef wakker te roepen van haar liefde voor de enige man die voor haar bestaat: haar echt genoot. Hem kiest ze dan ook. En deze, die het gevaar zeer wel besefte, maar er niet tegen kon optornen, is inderdaad ook de enige bij wie ze gelukkig kan zijn en aan wie ze toebehoort. Zeer fraai is dit alles verwezenlijkt met spanningen en hartstochten en de dreiging van het noodlot van een tweede keer on trouw op de achtergrond. Het kon niet tra gischer voelbaar worden gemaakt dan met het reisje dat de jonge echtelieden maken tijdens het enige weekend, dat de film studio het meisje niet opeist. Voortdurend zijn er krachten en tegenkrachten aan het werk, die de regisseur en het meisje probe ren te beïnvloeden. Dreigender en duis terder wordt het uitzicht. Tot de oplossing komt in een climax, die u aangrijpt en ont roert. Niet zelden daarvoor wordt ge al ontroerd, want het gevoel bespeelt Braun met treffende fijnzinnigheid. Hij is sober met zijn beeldenspel, maar spreekt daar- De KRO zal op Zondag 21 Januari de première in Nederland brengen van het symphoniisch oratorium „Saint Antoine'' voor orkest, gemengd koor, solisten en spreekstemmen, van Sem Dresden. Dit werk werd gecomponeerd op verzoek yan de Nederlandse Radio Unie voor de deel neming van Nederland aan de Prix Italia 1953. De componist zal de uitzending in leiden. Eén aspect is er nog aan „Solange du da jonge vrouwtje dat in een slopende twee strijd met zichzelf in het reine moet komen. P. W. FRANSE O. W. Fischer en Maria Schell in „Solange Du da bist". De Engelse dichter, autobiograaf en sinds enige maanden tijdschriftredacteur (van het maadblad Encounter) Stephen Spender heeft aan zijn laatste, bij Hamish Hamilton te Londen verschenen boek een titel gegeven - The Creative Element - die grotere verrassingen doet verwachten, dan men er in werkelijkheid in tegenkomt. Hij wil de stelling illustreren, dat de Europese litteratuur van de laatste zeventig of tach tig jaar in drie perioden te verdelen is: die van de individuele visie, waarmee gepro beerd wordt het verslapte objectieve ver band van de Europese cultuur te vervan gen, die van de tegen-visie of wanhoop en tenslotte die van een terugkeer naar een of andere orthodoxie, die door de schrij vers van de eerste periode was verworpen. De eerste periode laat Spender vertegen woordigen door Rimbaud, Rilke Joyce, Yeats, D. H. Lawrence, Forster, de tweede door T. S. Eliot en George Orwell, de laatste weer door T. S. Eliot, door W. H. Auden en enige anderen. De stelling is nauwkeuriger dan de illustratie; in de uit werking blijken de visie, de anti-visie en de orthodoxie chronologisch nogal dooreen te lopen en dat zou nog erger zijn als Spender zich voor zijn laatste twee peri oden niet uitsluitend van Engelse voor beelden had bediend. Maar hi.i bekreunt zich daar niet hoorbaar om. En al is er aan het eind van het boek van de oor spronkelijke stelling niet veel meer te zien, er is dan over de besproken schrijvers toch het een en ander gezegd dat wel de moeite waard was. Het materiaal waaruil Spender zijn boek heeft samengesteld, had hij oorspronkelijk verzameld voor een reeks colleges, die hij vorig jaar heeft gehouden aan de univer siteit van Cincinnati, dat is wel te merken aan de soms houterige vorm van de essays, maar voor de niet speciaal litterair onder legde lezer is het een voordeel, dat alle beweringen toegelicht worden en dat er geen beroep gedaan wordt op ten onrechte bij de lezer aanwezig veronderstelde ken nis. Spender proheert alles zo nadmkelijk en duidelijk mogelijk te zeggen. Waar het hem goed lukt, zoals in zijn stukken over Rimbaud en D. H. Lawrence en Auden, komen heel genietbare essays tot stand. Dat laatste stuk gaat trouwens niet alleen over Auden, maar ook over de andere „linkse" Engelse dichters van de dertiger jaren: McNeice, Day Lewis en Spender zelf; men heeft hier dan ook het profijt van zijn eigen ervaring. Zoals hij in zijn voorlopige autobiografie „World within World" zegt: alles wat hij schrijft is eigen lijk autobiografisch. En men leest hem inderdaad altijd met de meeste plezier als hij het over zijn eigen zaken heeft. Wan neer men dit gegeven nog even langer tot uitgangspunt neemt, kan men vaststellen dat hij de gedichten van Rimbaud heel wat makkelijker in zich moet hebben op genomen dan die van Rilke het stuk over de eerste is, met behulp van goed ge bruikte biografische bijzonderheden, vol maakt helder geworden, maar het stuk over Rilkes engelen is in staat om een zware hersenpijn op te wekken bij de lezer, die over de gewrongen passages niet weet heen te stappen. Het stuk over E. M. Forster vergoedt dan weer iets: „Hij laat bij zijn lezers de indruk achter, dat per soonlijke waarden de problemen van de samenleving niet kunnen oplossen en dat de samenleving geen persoonlijke waar den kan velen. Maar misschien wijst juist het negatieve van deze conclusie naar zijn tegenovergestelde: dat zij het tóch kunnen en dat zij het ook móeten doen". (Het woordje „misschien" in dit citaat moet men eenvoudig negeren, want Spender zegt dat, volgens oud Engels gebruik alleen om aan te geven dat hij tamelijk subtiel is). De grootste verrassing van het boek is eigenlijk dat een heel hoofdstuk is gegeven aan Evelyn Waugh. Spender blijkt diens satyrische romans (en vooral „Black Mischief") van harte te bewonderen. „Als komisch auteur heeft Waugh zich bezig gehouden met ernstige grappen, grappen die de fundamentele waarheden van leven en dood betreffen, grappen die de waar den van een God met een gevoel voor humor boven die van de menselijke instel lingen plaatsen". Maar op „Brideshead Horizontaal: 1. dienstbode, 4. lust hof, 7. getal, waardoor men deelt, 9. goe dertieren, 11. vlaktemaat, 12. tijdrekening, 14. muzieknoot, 15. kloostervoogd, 16. on der andere (afk.) 17. mak. 19. voorzetsel, 20. spijkeren, 24. dekkleed, 26. smalle, ri vier, 27. niet kunnende spreken. Verticaal: 1. familielid, 2. denk beeld, 3. boom, 4. plechtige gelofte, 5. tel woord, 6. thans, 8. zwaar Brussels bier, 9. koren, 10. kleur, 11 zangstem, 13. voor zetsel 18. kaasworm, 19 kraam, 21. zot, 22. onderricht, 23 afnemend getij, 25. voorzet sel. OPLOSSING Horizontaal: 1. somber, 6. sneeuw, 11. ton, 12. Dante, 13. Ari, 14. r.i,. 15. rib, 16. eer, 17. in, 19. kabel, 22. Edda, 25. ten, 26. dame, 23. Frans, 30. ieder, 31. Kantens, 32. snoep, 34. asper, 37, aker, 38. ant, 40. arre 41. model, 43, pa, 45. ver, 46 ren, 47. Ne, 48. Ida, 50. stère. 51. men. 52. Galata, 53. arrest. Verticaal: 1. stroef, 2. ooi, 3. Mn, 4. edik, 5. rabat, 6. steen. 7. Neel, 8. e.a., 9. Uri, 10. Winter, 18. Ida, 20. bestand, 21 rad, 23. drank, 24. anker, 26. dessa, 27. meter, 29. sa>p, 30. Ina, 32. sappig, 33. oer, 35. pro, 36. regent, 38. aorta, 39. terra» 41. mest, 42. leer, 44. Ada, 47. nes, 49. al, 51. me. Om mee te dingen naar geldprijzen ad f 7.50, f 5 en f 2.50 moeten oplossingen onder de aanduiding „Oplossing Puzzle" uiterlijk Dinsdag 17 uur ontvangen zijn aan een van onze kantoren in Haarlem: Grote Houtstraat 93 en Soendaplein 37, of IJmuiden: Kenmemerlaan 186. Me" -duite geen mededelingen b;j Winnaars van de vorige puzzle zijn: K. J. SCHöN, Judith Leijsterstraat 17, Haar lem f 7.50; J. DE GROOT, Van Wassenaar straat 31, IJmuiden-Ocst f 5 en J. BREUK, Tessel9ohadelaan 3, Aerdenhount f 2.50. Revisited" - Waughs eerste „ernstige" boek - stelt Spender toch geen prijs. En „Men at arms", het begin van de triologie, had hij nog niet gelezen toen hij dit boek schreef. In het laatste hoofdstuk komen dan de moderne orthodoxiën ter sprake: het Marxisme natuurlijk en de Christelijke orthodoxieën, maar ook een derde, die Spender aardig aangeeft. Dit zijn de auto riteiten, die de „verantwoordelijkheid" van de kunstenaar verlangen - de British Council en de Arts Council in Engeland, de universiteiten in Amerika. „Over het algemeen zijn deze autoriteiten nogal ver licht. Zij proberen niet bewust voor te schrijven wat zij die hun bijstand ont vangen moeten denken of schrijven, zij stellen geen regels op. Niettemin, de auto riteiten zijn zelf verantwoordelijk tegen over het publiek.... en zij verwachten dat daar een behoorlijk besef van zal worden getoond. Bovendien hebben zij een zekere smaak, die die geloof ik het best kan worden gedefinieerd als een commis sie-smaak: en om daar iets dieper op in te gaan, die smaak is een keurig compromis tussen het conservatisme en het vooruit strevende." Het verschil in intensiteit tussen zo'n orthodoxie en de individuele visie of de anti-visie is overigens niet te miskennen. Als er alleen nog maar goedwillend ver bouwd js aan wereldbeschouwingen, om ze voor individuele doeleinden geschikt te maken, kan men eigenlijk niet zeggen dat er al een derde periode begonnen is, in vervolg op die van de visie en de anti visie. Soendcrs eigen ideeën zijn ook nog te formeel om werkelijk bij een derde periode te horen; dat de noodzaak van sociale verandering herkend moet worden, maar dat het individu tegelijkertijd met Christelijke naastenliefde en rechtvaar digheid behandeld moet worden, is pas een conclusie van betekenis als zij onder een spanning staat die er hier aan ontbreekt. Het is waarschijnlijk geen werk van Spen der om haar onder spanr-ing te zetten; zijn aanwijzing dat de Christen zijn verant woordelijkheid in de tijd en de geschie denis moet aanvahrden, laat alleen zien hoe zwaar zijn opgaaf is. S. M.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1954 | | pagina 14