Barter Theatre in Virginia
Waardering voor „Solange du da bist
n
u
w
iS
m
Spenders colleges
DE VREEMDE HISTORIE VAN HET
Terreur in Celebes
In de lengte of de breedte?
ONZE PUZZLE
Mooie en gevoelige Duitse film
Bezoekers brachten aardappelenuien
en tomatendoch geenszins
om er de acteurs mee te bekogelen
KERKELIJK LEVEN
Litteraire prijsvraag
Rotterdamse Gomedie
Taal der beelden
„Saint Antoine" van
Sein Dresden
ENGELSE LITTERATUUR
IN HET CRISISJAAR
1933 was New York een
stad der wanhoop. Zelfs
het vrolijke Broadway had
een groot deel van zijn
luister ingeboet: verschei
dene theaters moesten hun
deuren sluiten. Een van de
op straat gezette acteurs
was de jonge Bob Porterfield uit Virginia.
„Ik ga naar huis terug," vertelde hij zijn
medeslachtoffers in een artistencafé. „In
mijn dorp zal ik tenminste geen honger
lijden."
Toen kreeg hij een idée. „Waarom gaan
jullie niet mee?" vroeg hij een paar van
zijn vrienden. De boeren in Virginia heb
ben voedsel in overvloed, maar geen to
neelspelers. Niemand zal leven bij brood
alleen en misschien willen ze ruilen. Zij
geven ons brood en wij verschaffen hun
spelen. Ik geloof, dat er wat in zit!"
Een oudere actrice schudde haar hoofd.
„Toneelspelen op het orthodoxe platteland,
dat wordt niets", meende zij. Maar een
handvol anderen voelde er wel wat voor.
Alles was beter, dan hier in New York
langzaam te verhongeren.
EEEN WEEK LATER vertrok het groep
je, 22 man sterk, in een aftandse vracht
auto naar Porterfields geboorteplaatsje,
met een laadbak vol oude décorstukken.
Hun gezamenlijk kapitaal bedroeg twaalf
dollars en een fikse dosis optimisme en
vooral dat laatste hadden zij hard nodig
in het godvrezende Abingdon, dat hen ont
ving met alle achterdocht die een platte
landsdorpje kan opbrengen. Komedianten
en dergelijk gespuis waren volgens de dor
pelingen een gevaar voor de goede zeden
en alle contact met hen werd nauwkeurig
vermeden. Het ijs werd pas gebroken, toen
het groepje op de eerste Zondagochtend
devoot ter kerke ging en daar zo mooi drie
stemmig de oude psalmen zong, dat zelfs
de dominee op slag vertederd was. Men
sen, die zo zingen konden, moesten wel
goede mensen zijn, zo meenden de Abing-
doners en van dat moment af was het
pleit gewonnen. De gemeenteraad stelde
gratis een grote zaal beschikbaar, de buren
leenden meubels, porselein en tafelgerei,
de acteurs zelf vertimmerden en beschil
derden de oude décorstukken, de actrices
maakten de costumes voor de eerste uit
voering, waarvoor „After tomorrow" van
John Golden gekozen was, een stuk vol
sterke patriottische tendenzen.
Een week na de aankomst van het ge
zelschap opende het Barter Theatre (let
terlijk „Ruiltheater") zijn poorten. Zelf
getekende affiches vertelden het publiek
dat de toegangsprijs 35 cent of het equiva
lent in goederen of in diensten bedroeg.
Het liep storm aan de kassa. Bijna alle
liefhebbers voor plaatsen betaalden in na-
tura. De één bracht een chocolade cake, de
ander een vette kip, een zak aardappelen
of een pot marmelade mee. De dorps
barbier vervoegde zich aan de kleedkamer
en bood aan iedereen te knippen en te
scheren in ruil voor een paar kaartjes en
de totale recette aan uien zou ruimschcots
voldoende geweest zijn voor een maand
hachée.
Toen het doek opging, was de zaal uit
verkocht. Een meegebrachte baby huilde
gedurende het grootste deel van de voor
stelling en het publiek, grotendeels ge
kleed in verschoten overalls, applaudis
seerde op de verkeerde ogenblikken. Maar
het succes was onmiskenbaar en reeds na
drie voorstellingen bleek, dat de toneel-
honger van Abingdon van blijvende aard
zou zijn. Aan het einde van het eerste sei-
zien was er een netto winst van 305 pond
lichaamgewicht, terwijl enkele der acteurs
zelfs met een beginnend embonpoint prijk
ten. Het batig saldo bedroeg vijf dollar
plus veertig pond aardbeienjam.
HET VOLGEND VOORJAAR kwam het
groepje terug, nu uitgebreid tot 35 acteurs
en actrices. De meesten van hen waren
toen en later jonge,
geestdriftige krachten die
nog naam moesten maken
en daar soms wonderwel
in slaagden. Bekende ac
teurs als Hume Cronyn,
Charles Korvin en de film
held Gregory Peck hebben
hun eerste lauweren ge
oogst in Abingdons Barter Theatre.
In de tweede wereldoorlog werd het
theater gesloten, maar begin 19-16 ging
Porterfield terug naar zijn dorp in Virgi
nia om eens te polsen of hervatting zin
had. Abingdon smeekte hem om terug te
komen en drie notabelen vergezelden hem
naar de hoofdstad Richmond, waar zij hem
aan een staatssubsidie van tienduizend
dollar en aan de officiële erkenning van
zijn gezelschap als het Virginia State
Theatre hielpen. Van zijn eigen geld kccht
Porterfield het oude gebouw van Stone
wall Jackson College, waar het Barter
Theatre in het voorjaar van 1946 de voor
stellingen hervatte.
Op de onlangs gehouden jaarvergadering
van de Gereformeerde Zendingsbond heeft
de zendingsdirector ds. J. Batelaan ontstel
lende mededelingen gedaan over de zen
ding onder de Toradja's in Midden-Cele
bes. Zeven ouderlingen van de gemeente
te Borokko zijn onlangs gekruisigd door
groepen van de Daroel Islam en guerilla-
benden. Bovendien zijn waarschijnlijk nog
vijf andere inheemse voorgangers ver
moord. De laatstgenoemde vijf Toradja's
maakten deel uit van een groep van twaalf,
die in het Noordelijk gedeelte van de To-
radjalanden gevangen werden genomen.
Zeven werden er vrijgelaten toen zij na
vreselijke dreigementen het Christendom
hadden afgezworen en weer Mohamme
daan waren geworden. De vijf anderen
zijn, naar men moet aannemen, vermoord.
Een van de vermoorden was de bekende
inlandse predikant Sangka Palisungan, een
leidende figuur in de inheemse kerken
Een ander ontstellend bericht, dat
ds. Batelaan uit betrouwbare bron had
vernomen, was de gevangenneming van
tweeduizend christenen in Mengendek,
eveneens in het Noordelijk gedeelte van het
zendingsveld. Zij worden voortdurend met
de dood bedreigd, tenzij ze weer Islamiet
Vppl navolf*iïlP worden. Toch zijn onlangs in ditzelfde ge-
3 bied op één dag meer dan 200 Toradja's
gedoopt. In andere streken (van guerilla's
gezuiverd) stromen duizenden dorpelingen
toe om van het Evangelie te vernemen.
DAT JAAR SPEELDE men in de nieuwe
kwaliteit van staatstheater in bijna hon
derd steden en dorpen in Virginia en be
droeg de totale recette ruim 400.000 dollar.
Het gebeurt nu nog maar "zelden, dat
iemand zijn plaatsbewijzen in natura be
taalt, maar het Barter Theatre leeft voort
als een sprekend voorbeeld van wat men
sen met een roeping, met verbeeldings
kracht en ondernemingslust tot stand kun
nen brengen, ook al hebben zij het getij
tegen. Porterfields initiatief, ontsproten
aan de moed der wanhoop, heeft niet
slechts het belang der toneelspelers ge
diend, maar tevens de kunst naar het
Amerikaanse platteland gebracht, dat tot
dan toe in cultureel opzicht maar stief
moederlijk bedeeld was.
Washington, Minnesota, Maryland en
verschillende andere staten kennen thans
dergelijke staatstheaters, die geïnspireerd
zijn op het voorbeeld van Virginia en die
overal volle zalen trekken. Van AbinPdon
begon de victorie! H. C.
Voor de
microfoon
In de nieuwe omroepwet is bepaald, dat
de zendtijdverdeling betrekking heeft op de
tijd tussen 7 en 24 uur. De minister heeft
dus in dat opzicht aangeknoopt bij een
reeds jaren bestaande praktijk, hoewel er
luisteraars zullen zijn die vinden, dat er
reden is de uitzenddag aan beide zijde met
een half uur te lengen ten gerieve van de
zeer vroege en zeer laten. En men kan dan
aanvoeren, dat in het buitenland in het
algemeen ook vroeger wordt begonnen. In
de meeste landen eindigt het radiopro
gramma echter vroe
ger als regel om
streeks elf uur. Daar
waar men het voor
recht kent van een
ongedeelde omroep
(dat wil zeggen: over
al, behalve in Neder-
Vnd), is er vaak één programma dat langer
doorgaat en vroeger begint ten dienste van
speciale groepen van luisteraars, terwijl de
overige zendernetten nog of reeds zwijgen.
In Duitsland bestaat sinds een jaar de regel,
dat tussen omstreeks één en vijf uur
's nachts een van de regionale omroepen bij
toerbeurt in de lucht blijft, alsmede de
Amerikaanse propagandazender RIAS. Dit
gebeurt uiteraard in de eerste plaats om
politieke overwegingen, om luisteraars weg
te trekken van de eveneens vrijwel perma
nent zendende Oost-Duitse stations.
Intussen bestaat in de meeste landen geen
aaneengesloten programma tussen 's mor
gens vroeg en 's avonds laat. De meerder
heid der Europese zenders zwijgt gedu
rende de stofzuigeruren en vaak ook tussen
het einde van de lunch en theetijd. Dóór-
zenden vindt zijn oorzaak dan ook wellicht
minder in de luisteraarsbehoefte dan wel
in allerlei bijkomende redenen. In ons land
bijvoorbeeld begon men pas non-stop te
werken na de zendtijdverdeling van 1930:
de omroepen wilden uit concurrentie-over-
wegingen het hen toegewezen part zo in
tensief mogelijk gebruiken.
Het grote nadeel van het ononderbroken
radioprogramma is van psychologische
aard. Het radiotoestel wordt verlaagd van
een technisch wonder tot een muziek-
kraan, die maar al te velen de gehele dag
laten openstaan. Inzonderheid bij de radio
distributie-luisteraars, voor wie immers
ook nog de rem van het stroomverbruik
ontbreekt, treft men degenen aan, die men
kettingluisteraars zou kunnen noemen, die
zich hun huiskamer niet meer kunnen
voorstellen zonder bijgeluid, waarin overi
gens de vormende bestanddelen ternauwer
nood meer worden onderscheiden, tenzij
het een reportage van een voetbalwedstrijd
betreft.
In het gunstigste geval veranderen deze
verslaafden van station, wanneer de om
roeper een spreker heeft aangekondigd of
een muziekstuk, dat met opus of terts
nader wordt gepreciseerd. Dit euvel het
is mij niet mogelijk dit verschijnsel anders
te bestempelen valt moeilijk te bestrij
den. De Nederlandse omroepen wakkeren
het trouwens aan, want aan opvoeding tot
een bewust luisteren, waarbij de program
ma's, welke men wil horen, met overleg
worden gekozen, wordt nog maar al te
weinig gedaan.
Frankrijk en ook Zwitserland kunnen
beschouwd worden als landen waar de
situatie in dat opzicht gunstiger is, al wil
ik zeker niet beweren, dat er daar geen
mensen zijn bij wie de gehele dag Radio-
Luxemburg in de kamer schalt. In Frank
rijk bestaat pas sinds enige jaren een on
onderbroken programma (Paris-Inter), dat
bestemd is voor het gehele land, dat wordt
uitgezonden door de krachtige lange golf-
zender Allouis,- gesteund door zwakkere
zenders in de provincie en twee korte golf-
stations. Dit programma is bedoeld als alge
mene verstrooiing, waaraan ook overdag
in een land met veertig millioen inwoners
uiteraard wel behoefte bestaat. Dit be
tekent echter niet, dat Paris-Inter slechts
lichte kost geeft: integendeel.
Maar verder heeft men het niet in de
lengte, maar in de breedte gezocht. De
twee andere zendernetten (respectievelijk
het Nationale en het Parijse programma)
zijn slechts op die tijden in de lucht, dat
de luisteraar inderdaad behoefte heeft aan
een grotere keuze. Ze beginnen de avond
uitzendingen pas om omstreeks half zeven.
Het Parijse programma, dat overwegend
amusement biedt, eindigt alweer om kwart
voor elf. Het „programma national" valt te
vergelijken met het Derde programma van
de B.B.C. Het verschil is echter, dat bij de
Franse omroep het „programma national"
voorop staat, bij de B.B.C. het Derde pro
gramma als supplement fungeert.
Wie geregeld naar de Franse zenders
luistert weet, dat de daarop uitgezonden
programma's van hoge culturele waarde en
van voortreffelijke kwaliteit zijn, waarbij
ock de wijze van presentatie in alle op
zichten aansluit. Er is geen omroep, welke
zo openstaat voor de avant-garde van let
teren en kunst, daarmee het bewijs leve
rende. dat Frankrijk nog steeds het cultu
rele hart van Europa is. J. H. B.
De Vereniging van Vlaamse Studenten
houdt in samenwerking met de Nederland
se Studentenraad op 17, 18 en 19 Februari
te Leuven een congres, dat als thema zal
hebben „Culturele eenheid van Noord en
Zuid in het licht der groeiende internatio
nale gemeenschappen". Ter gelegenheid
van het congres is een litteraire prijsvraag
uitgeschreven. Hieraan kunnen Nederland
se Vlaamse studenten mededingen met no
vellen en gedichten (bijdrager, te richten
aan het secretariaat: Rudi van Vlaenderen,
Peperstraat 9, Gent).
De Rotterdamse Ccmedie heeft „Het ver
leden van een vrouw" van Luigi Piran
dello in studie genomen. I.n de voorstelling
treden op: Mieke Verstraete, Jetty van
Dijk-Riecker, Brenda Lindbergh, Richard
(uit: Paris Match)
Over de Heilige Schrift
De vorige week is aan alle predikanten
en kerkeraden van de Hervormde kerk een
uiteenzetting toegezonden betreffende het
leerstuk van de Heilige Schrift. Deze uit
eenzetting is opgesteld door de Raad voor
Kerk en Theologie en is door de Generale
Synode der Hervormde kerk aanvaard.
Voor degenen, die belangstelling hebben
voor datgene wat de Hervormde kerk be
lijdt, is het uitermate belangrijk om van de
inhoud van dit korte geschrift kennis te
nemen. Enkele uitspraken willen wij hier
vermelden.
De kerk erkent de Heilige Schrift als het
Woord van God, dat, in het Oude en
Nieuwe Testament, van Jezus Christus ge
tuigt, en als maatstaf en regel voor het ge
loof en prediking.
De kerkelijke overlevering, in haar wan
del en prediking, in haar eredienst en
vroomheid zijn vruchten van het Woord
van de Biibei, dat werkt door de kracht
van Gods Geest.
Als getuige van Christus en regel van het
geloof is de Schrift onfeilbaar. Daarmee
is niet gezegd, dat zij in haar feitelijke
mededelingen aangaande de historie of in
haar opvattingen aangaande de natuur,
geen onjuistheden zou bevatten. Wie haar
van dergelijke onjuistheden wil vrijpleiten,
komt tot verwrongen verstandelijke ver
klaringen. Wie om dergelijke onjuistheden
haar gezag zou betwijfelen, miskent de ver
troosting en de eigenlijke waarheid van dit
boek. De kritische bestudering van de Bij
bel heeft ons echter ook in de gelegenheid
gesteld om haar geheel eigen karakter in
onderscheid van de geschriften en over
leveringen der volkeren duidelijk in te zien.
Zoals Jezus Christus in nederigheid tot
ons komt, en juist zo Gods Zoon is, zo kohu
de Schrift tot ons in nederigheid en is juist
zo Gods Woord. En geen menselijke belij
denis, verklaring of beschrijving kan ook
maar bij benadering de volheid, de rijk
dom. de diepte en de
heerlijkheid van deze
Schrift tot uitdruk
king brengen.
Kirchentag 1954
De president van de
Duitse Kirchentag dr.
von Thadden Trieg-
laff heeft met Propst
Grüber een bezoek ge
bracht aan de plaats
vervangende minis
ter-president in de
Duitse Democrati
sche Republiek, Otto
Nuschke.
De minister-presi
dent heeft zich inge
nomen betoond met
het voornemen om in
1954 de bekende jaar
lijkse Kirchentag in
de Duitse Democrati
sche Republiek te
houden en beloofde
zijn medewerking. In
tussen is Leipzig ge
kozen als centrum
voor de Kirchentag.
Leipzig, zo zeide dr.
von Thadden, is het
noodzakelijke ant
woord op de grote
deelneming van de
Evangelische Chris
tenen uit de Oost-
zóne aan de Kirchen
tag in Hamburg in
1953.
Een van de mooiste Duitse films van na de oorlog is ..Solange du das bist" van de
regisseur Harald Braun. Binnenkort zal deze film gaan draaien in het Amsterdamse
Tuschinsky-theater. Het is een film over de film. Een film over een regisseur. Voor
wie belang s:elt in het filmverschijnsel heeft zij daarom een meer dan gewone bete
kenis, maar ook de bioscoopbezoeker, wie het om een goed verfilmd verhaal te doen
is. komruimschoots aan zijn trekken. Solange du das bist" munt niet alleen uit door
haar fraaie vormgeving, zij is ook naar inhoud opmerkelijk. Het is een film voor
iedereen. Een zeer vernufiig geschreven scenario geeft al een basis, waarop het goed
werken moet zijn en wat dat betreft: de naam van Harald Braun zal men moeten
onthouden. Hij breekt radicaal met de sleur van de Operette-en-Humor-films, welke
ons al menig onbeduidend product heeft opgeleverd en geeft de Duitse filmindustrie
een stoot omhoog, die ons haar doet herinneren als een vati de belangrijks'e in de
tivintiger jaren. Duitsland heeft aan de ontwikkeling der filmkunst een niet onbe
langrijk deel bijgedragen. Het verloren terrein kan met mensen als Braun en met
films van deze kwaliteit weer worden teruggewonnen!
bist" waarmee ik deze bespreking wil be
sluiten: het feit, dat men er een filmregis
seur in bezig ziet.
Waarom schrijft de filmcriticus zoveel
over de regisseur en zo weinig over de
ster? Het antwoord wordt voor een deel
in „Solange du da bist" gegeven. Hier er
vaart men dan de betekenis van de film
regisseur. In hoofdzaak zijn betekenis voor
de ster. Hij is het die het figurantje tot
een ster maakt alleen al door zijn inspi
rerende woorden, zijn inzicht, zijn persoon
lijk optreden. Hij haalt er alles uit wat er
in zit. En dat geldt niet alleen voor de
spelers maar ook voor de scènes, de hoek,
van waaruit hij de dingen bekijKt, de ma
nier, waarop hij de beelden elkaar laat op
volgen tot een grote dwingende stroom
worden, die u meesleept, u kluistert, u
boeit. Dat kunt ge uit „Solange du da bist"
door een des te krachtiger taal. Want hier leren. En tegelijk Fischer en Maria Schell
ziet u nu in beelden wat anders in woor- bewonderen om hun creaties, de eerste, die
Wanneer men „Solange du da bist" eens ^en geschiedt. Hier spreken de beelden, de ijdele en lege fimregisseur bijna onuit-
vergelijkt met de films, welke ik onlangtT D^t is de ware filmkunst. Wat u ziet is be- staanbaar maakte zo karakteriseerde hij
besprak te weten „Puntje en Anton" en slissend voor uw indrukken, uw ontroering, hem, Maria Schell om haar gevoelige en
uw meeleven. Door deze beelden komen alle levensechte verpersoonlijking van het
emoties tot u en vinden hun klankbodem
L
t
3
4
5
7
8
9
-
10
11
jf;;-
12
13
14
15
■y.v?'
14
17
lfi
19
w
21
22
23
24
25
24
27
„Het dubbele leven van dr. Gerhardt", dan
zal u het verschil onmiddellijk opvallen.
„Solange du da bist" toren er hoog boven *n u}v hart.
uit.
Regisseur Braun had hierin de beschik
king over twee wel heel talentvolle acteurs:
O. W. Fischer, die op het toneel in het
Wiener Burgtheater de grondslag voor zijn
reputatie legde en Maria Schell, die in
Engeland maar liefst een contract voor
zeven jaar kreeg en die men ook zal kun
nen zien in de film naar Graham Greene's
roman „The heart of the matter". Zij ver
vullen de hoofdrollen in „Solange Du da
bist" en met groot succes.
Ik houd er niet van de lezers uitgebreid
kond te doen van de intrigue van een film.
Als het even kan vertel ik het verhaaltje
niet. Of, wanneer het beter begrip dat eist
alleen de hoofdzaken. In „Solange du da
bist" zien wij een regisseur, die be
zeten is van zijn werk. Hij is echter wat
men noemt, innerlijk leeg. Hij ziet alleen
zijn werk en de glorie van zijn naam. Hij
ziet niet de mensen om hem heen, hun
liefde, hun goedheid, hun slechtheid. Hij
ervaart de mens niet. Zelfs wanneer hij
zich gaat interesseren voor een van zijn
figuranten en haar levensgeschiedenis in
beeld wil brengen, ziet hij alleen de film,
die hij van haar leven kan maken. Ja. hij
zou in staat zijn haar daaraan op te offe
ren door te eisen, dat zij het even sterk be
leeft als vroeger. Het meisje kan er niet
tegen op en wat erger is: ze wordt op de
regisseur verliefd. Hij wordt het op haar.
In zijn zelfzuchtigheid gaat hij zover dat
hij zelfs haar huwelijk kapot wil maken.
Een kéér, nog voor zij trouwde, liet zij haar
echtgenoot al in de steek, toen ze zich op
de vlucht voor de Russen, een plaatsje
wist te bemachtigen in de laatste trein, die
naar het westen reed. Met deze scène be
sluit de film. Opnieuw moet zij kiezen, ter
wijl ze deze scène speelt. Kiezen tussen
haar man en de regisseur. Dat ze haar man
kiest is voor een niet gering deel te dan
ken aan de opmerkingen van een „Dritte im
Bunde", een scenario-schrijver, vriend van
de regisseur, die met stijgende bezorgdheid
de ontwikkeling der gebeurtenissen heeft
gadegeslagen. Hij begrijpt heel goed, dat
de regisseur het meisje in zijn ban heeft.
Hij ziet cok op welke wijze hij haar moet
beschermen tegen diens egoïsme en eigen
waan. Op het beslissende moment opent hij
het meisje de ogen. Een enkele opmerking
van hem is genoeg om haar weer zin voor
de werkelijkheid te geven en het besef
wakker te roepen van haar liefde voor de
enige man die voor haar bestaat: haar echt
genoot. Hem kiest ze dan ook. En deze, die
het gevaar zeer wel besefte, maar er niet
tegen kon optornen, is inderdaad ook de
enige bij wie ze gelukkig kan zijn en aan
wie ze toebehoort.
Zeer fraai is dit alles verwezenlijkt met
spanningen en hartstochten en de dreiging
van het noodlot van een tweede keer on
trouw op de achtergrond. Het kon niet tra
gischer voelbaar worden gemaakt dan met
het reisje dat de jonge echtelieden maken
tijdens het enige weekend, dat de film
studio het meisje niet opeist. Voortdurend
zijn er krachten en tegenkrachten aan het
werk, die de regisseur en het meisje probe
ren te beïnvloeden. Dreigender en duis
terder wordt het uitzicht. Tot de oplossing
komt in een climax, die u aangrijpt en ont
roert. Niet zelden daarvoor wordt ge al
ontroerd, want het gevoel bespeelt Braun
met treffende fijnzinnigheid. Hij is sober
met zijn beeldenspel, maar spreekt daar-
De KRO zal op Zondag 21 Januari de
première in Nederland brengen van het
symphoniisch oratorium „Saint Antoine''
voor orkest, gemengd koor, solisten en
spreekstemmen, van Sem Dresden. Dit
werk werd gecomponeerd op verzoek yan
de Nederlandse Radio Unie voor de deel
neming van Nederland aan de Prix Italia
1953. De componist zal de uitzending in
leiden.
Eén aspect is er nog aan „Solange du da
jonge vrouwtje dat in een slopende twee
strijd met zichzelf in het reine moet
komen. P. W. FRANSE
O. W. Fischer en Maria Schell in „Solange Du da bist".
De Engelse dichter, autobiograaf en sinds
enige maanden tijdschriftredacteur
(van het maadblad Encounter) Stephen
Spender heeft aan zijn laatste, bij Hamish
Hamilton te Londen verschenen boek een
titel gegeven - The Creative Element - die
grotere verrassingen doet verwachten, dan
men er in werkelijkheid in tegenkomt. Hij
wil de stelling illustreren, dat de Europese
litteratuur van de laatste zeventig of tach
tig jaar in drie perioden te verdelen is: die
van de individuele visie, waarmee gepro
beerd wordt het verslapte objectieve ver
band van de Europese cultuur te vervan
gen, die van de tegen-visie of wanhoop en
tenslotte die van een terugkeer naar een
of andere orthodoxie, die door de schrij
vers van de eerste periode was verworpen.
De eerste periode laat Spender vertegen
woordigen door Rimbaud, Rilke Joyce,
Yeats, D. H. Lawrence, Forster, de tweede
door T. S. Eliot en George Orwell, de
laatste weer door T. S. Eliot, door W. H.
Auden en enige anderen. De stelling is
nauwkeuriger dan de illustratie; in de uit
werking blijken de visie, de anti-visie en
de orthodoxie chronologisch nogal dooreen
te lopen en dat zou nog erger zijn als
Spender zich voor zijn laatste twee peri
oden niet uitsluitend van Engelse voor
beelden had bediend. Maar hi.i bekreunt
zich daar niet hoorbaar om. En al is er
aan het eind van het boek van de oor
spronkelijke stelling niet veel meer te
zien, er is dan over de besproken schrijvers
toch het een en ander gezegd dat wel de
moeite waard was.
Het materiaal waaruil Spender zijn boek
heeft samengesteld, had hij oorspronkelijk
verzameld voor een reeks colleges, die hij
vorig jaar heeft gehouden aan de univer
siteit van Cincinnati, dat is wel te merken
aan de soms houterige vorm van de essays,
maar voor de niet speciaal litterair onder
legde lezer is het een voordeel, dat alle
beweringen toegelicht worden en dat er
geen beroep gedaan wordt op ten onrechte
bij de lezer aanwezig veronderstelde ken
nis. Spender proheert alles zo nadmkelijk
en duidelijk mogelijk te zeggen. Waar het
hem goed lukt, zoals in zijn stukken over
Rimbaud en D. H. Lawrence en Auden,
komen heel genietbare essays tot stand.
Dat laatste stuk gaat trouwens niet alleen
over Auden, maar ook over de andere
„linkse" Engelse dichters van de dertiger
jaren: McNeice, Day Lewis en Spender
zelf; men heeft hier dan ook het profijt
van zijn eigen ervaring. Zoals hij in zijn
voorlopige autobiografie „World within
World" zegt: alles wat hij schrijft is eigen
lijk autobiografisch. En men leest hem
inderdaad altijd met de meeste plezier als
hij het over zijn eigen zaken heeft. Wan
neer men dit gegeven nog even langer tot
uitgangspunt neemt, kan men vaststellen
dat hij de gedichten van Rimbaud heel
wat makkelijker in zich moet hebben op
genomen dan die van Rilke het stuk over
de eerste is, met behulp van goed ge
bruikte biografische bijzonderheden, vol
maakt helder geworden, maar het stuk
over Rilkes engelen is in staat om een
zware hersenpijn op te wekken bij de
lezer, die over de gewrongen passages niet
weet heen te stappen. Het stuk over E. M.
Forster vergoedt dan weer iets: „Hij laat
bij zijn lezers de indruk achter, dat per
soonlijke waarden de problemen van de
samenleving niet kunnen oplossen en dat
de samenleving geen persoonlijke waar
den kan velen. Maar misschien wijst juist
het negatieve van deze conclusie naar zijn
tegenovergestelde: dat zij het tóch kunnen
en dat zij het ook móeten doen". (Het
woordje „misschien" in dit citaat moet
men eenvoudig negeren, want Spender
zegt dat, volgens oud Engels gebruik
alleen om aan te geven dat hij tamelijk
subtiel is).
De grootste verrassing van het boek is
eigenlijk dat een heel hoofdstuk is gegeven
aan Evelyn Waugh. Spender blijkt diens
satyrische romans (en vooral „Black
Mischief") van harte te bewonderen. „Als
komisch auteur heeft Waugh zich bezig
gehouden met ernstige grappen, grappen
die de fundamentele waarheden van leven
en dood betreffen, grappen die de waar
den van een God met een gevoel voor
humor boven die van de menselijke instel
lingen plaatsen". Maar op „Brideshead
Horizontaal: 1. dienstbode, 4. lust
hof, 7. getal, waardoor men deelt, 9. goe
dertieren, 11. vlaktemaat, 12. tijdrekening,
14. muzieknoot, 15. kloostervoogd, 16. on
der andere (afk.) 17. mak. 19. voorzetsel,
20. spijkeren, 24. dekkleed, 26. smalle, ri
vier, 27. niet kunnende spreken.
Verticaal: 1. familielid, 2. denk
beeld, 3. boom, 4. plechtige gelofte, 5. tel
woord, 6. thans, 8. zwaar Brussels bier, 9.
koren, 10. kleur, 11 zangstem, 13. voor
zetsel 18. kaasworm, 19 kraam, 21. zot, 22.
onderricht, 23 afnemend getij, 25. voorzet
sel.
OPLOSSING
Horizontaal: 1. somber, 6. sneeuw,
11. ton, 12. Dante, 13. Ari, 14. r.i,. 15. rib,
16. eer, 17. in, 19. kabel, 22. Edda, 25. ten,
26. dame, 23. Frans, 30. ieder, 31. Kantens,
32. snoep, 34. asper, 37, aker, 38. ant, 40.
arre 41. model, 43, pa, 45. ver, 46 ren, 47.
Ne, 48. Ida, 50. stère. 51. men. 52. Galata,
53. arrest.
Verticaal: 1. stroef, 2. ooi, 3. Mn,
4. edik, 5. rabat, 6. steen. 7. Neel, 8. e.a., 9.
Uri, 10. Winter, 18. Ida, 20. bestand, 21 rad,
23. drank, 24. anker, 26. dessa, 27. meter,
29. sa>p, 30. Ina, 32. sappig, 33. oer, 35. pro,
36. regent, 38. aorta, 39. terra» 41. mest,
42. leer, 44. Ada, 47. nes, 49. al, 51. me.
Om mee te dingen naar geldprijzen ad
f 7.50, f 5 en f 2.50 moeten oplossingen
onder de aanduiding „Oplossing Puzzle"
uiterlijk Dinsdag 17 uur ontvangen zijn
aan een van onze kantoren in Haarlem:
Grote Houtstraat 93 en Soendaplein 37, of
IJmuiden: Kenmemerlaan 186. Me" -duite
geen mededelingen b;j
Winnaars van de vorige puzzle zijn: K.
J. SCHöN, Judith Leijsterstraat 17, Haar
lem f 7.50; J. DE GROOT, Van Wassenaar
straat 31, IJmuiden-Ocst f 5 en J. BREUK,
Tessel9ohadelaan 3, Aerdenhount f 2.50.
Revisited" - Waughs eerste „ernstige"
boek - stelt Spender toch geen prijs. En
„Men at arms", het begin van de triologie,
had hij nog niet gelezen toen hij dit boek
schreef.
In het laatste hoofdstuk komen dan de
moderne orthodoxiën ter sprake: het
Marxisme natuurlijk en de Christelijke
orthodoxieën, maar ook een derde, die
Spender aardig aangeeft. Dit zijn de auto
riteiten, die de „verantwoordelijkheid"
van de kunstenaar verlangen - de British
Council en de Arts Council in Engeland,
de universiteiten in Amerika. „Over het
algemeen zijn deze autoriteiten nogal ver
licht. Zij proberen niet bewust voor te
schrijven wat zij die hun bijstand ont
vangen moeten denken of schrijven, zij
stellen geen regels op. Niettemin, de auto
riteiten zijn zelf verantwoordelijk tegen
over het publiek.... en zij verwachten
dat daar een behoorlijk besef van zal
worden getoond. Bovendien hebben zij een
zekere smaak, die die geloof ik het best
kan worden gedefinieerd als een commis
sie-smaak: en om daar iets dieper op in te
gaan, die smaak is een keurig compromis
tussen het conservatisme en het vooruit
strevende."
Het verschil in intensiteit tussen zo'n
orthodoxie en de individuele visie of de
anti-visie is overigens niet te miskennen.
Als er alleen nog maar goedwillend ver
bouwd js aan wereldbeschouwingen, om
ze voor individuele doeleinden geschikt
te maken, kan men eigenlijk niet zeggen
dat er al een derde periode begonnen is,
in vervolg op die van de visie en de anti
visie. Soendcrs eigen ideeën zijn ook nog
te formeel om werkelijk bij een derde
periode te horen; dat de noodzaak van
sociale verandering herkend moet worden,
maar dat het individu tegelijkertijd met
Christelijke naastenliefde en rechtvaar
digheid behandeld moet worden, is pas een
conclusie van betekenis als zij onder een
spanning staat die er hier aan ontbreekt.
Het is waarschijnlijk geen werk van Spen
der om haar onder spanr-ing te zetten; zijn
aanwijzing dat de Christen zijn verant
woordelijkheid in de tijd en de geschie
denis moet aanvahrden, laat alleen zien
hoe zwaar zijn opgaaf is. S. M.