Trouwe diacones, zuster Paulien
Br een, verlaat wijkverpleging
„De Toverfluit" van Mozart
in prachtige montering
„Het was mijn lust
en mijn leven"
Beheerder benoemd bij
„Dierenbescherming"
Bedenkingen op vocaal gebied
Triniteitslyceum met
„Egyptische dieven"
SLEUTEL WEG
Bloemendaal
ZATERDAG 30 JANUARI 19 54
HAARLEMS DAGBLAD
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
6
Na veertig jaar zorg voor zieken
De heer S. Weiland treedt
1 Februari in functie
Dubbel feest bij
vijfde kleuterschool
Uitbreiding
industrieterrein
Protest tegen verkeerde
voorlichting
Vergadering Katholieke
Vrouwen Beweging
IJ szeil en op
de Gouwzee
„Twee-kamerwoningen zijn
ondingen"
DE SLEUTELSPECIALIST
Da. A. E. Ruys spreekt in
Haarlem over Berlijn
Haarlemse groenteveiling
had niet kleinste omzet
Toen Paulien Breen als tienjarig meisje
met haar zusje bloemen liep te plukken en
vogelnestjes zocht in de omgeving van De
Cocksdorp op Texel, waar zij geboren is,
wilde zij al verpleegster worden. En haar
ouders besloten in overleg met de dominee
om haar voor een korte verpleegsters-op
leiding naar het Diaconessenhuis in Haar
lem te zenden en haar vervolgens naar
Texel te laten terugkomen om het geleerde
maar dadelijk in praktijk te brengen.
Zuster Paulien kan thans, nu ze, na
veertig jaar de toegewijde dienares van
zieken te zijn geweest, als zestigjarige de
verpleging gaat verlaten, uit haar herin
nering nog een levendige beschrijving van
dat mooie eiland geven. „Je dacht dat de
hele wereld zo was", zegt zij in haar half
ontmanteldekamer, want zij zit volop
in de verhuizing.
Maar de wereld was anders sinds zij als
twintigjarig meisje op 20 October 1913 de
strenge leerschool in het Diaconessenhuis
ging volgen. Zij keerde niet naar Texel
terug, maar gaf er de voorkeur aan haar
opleiding volledig te maken. In October
1920 werd zij gediplomeerd en daarna
werkte zij drieëneenhalf jaar in de kraam-
verpleging in Limburg, met een onderbre
king van drie maanden voor haar inzege
ning tot diacones in Haarlem op 20 October
1922.
„Limburg is een prachtig land", vertelt
zij, „en het was geen moeilijke overgang
voor me om naar Haarlem terug te gaan".
En het is thans, dertig jaar later, in wijk
IV van de Hervormde gemeente van Haar
lem, minstens even moeilijk voor haar, om
op te houden, want zij was aan de wijkver
pleging verknocht geraakt.
..Het was mijn lust en mijn leven", ver
telt zij, „maar dat wil natuurlijk niet zeg
gen, dat de narigheid waar ik mee in aan
raking kwam mij niets deed. Het was lang
niet altijd gemakkelijk, maar ik geloof dat
God mij de kracht heeft gegeven om door
te zetten".
Het liefst werkte zuster Paulien onder
de bejaarden, mensen van vaak uitgeran
geerde en vergeten groep, die van haar
regelmatige bezoeken veel steun hebben
ondervonden. „Je probeert de mensen zo
veel mogelijk op te beuren, maar dat lukt
niet altijd. Het ergste heb ik altijd die sle
pende zieken gevonden, waaronder de oud
jes zo lang en zo verschrikkelijk kunnen
lijden. Iedereen praat over de kanker als
een grote verschrikking, en terecht, maar
weet men wel, wat het is om acht, tien of
vijftien jaar achtereen rheumatiek te heb
ben, die verschrikkelijke pijnen en dat ver
driet, dat iedere dag terugkomt".
Zuster Paulien heeft bij de gemiddeld
vijfhonderd bezoeken, die zij per maand
maakte, heel wat ernstige gevallen mee
gemaakt, maar nooit kwam iets haar erger
voor dan deze slepende kwaal. Zij werkte
in wijk IV achtereenvolgens onder ds. J.
Weener, ds. I. P. van der Waal en ds. Joh.
Bronsgeest.
Zeer velen zullen op 1 Februari, wan
neer zuster Paulien met pensioen gaat,
van de receptie in het wijkgebouw
Bethel in de Voorhelmstraat gebruik
maken om afscheid van haar te nemen.
De receptie is van half vier tot vijf uur.
Des avonds zal zij in de kapel Bethesda-
Na een rijk-gevarieerde loopbaan van
28 jaar bij de Rijkspolitie heeft opper
wachtmeester S. Weiland Vrijdag de uni
form verwisseld voor het burger-„klofje"
om zijn benoeming te aanvaarden als be
heerder van het asyl en de kliniek der
Dierenbescherming in de Ridderstraat.
De laatste jaren om precies te zijn
sinds Mei 1950 hebben wij „opper" Wei
land leren kennen als een decoratief en ca
pabel parketwachter bij de Haarlemse
rechtbank, waar zijn rustige, sympathieke
optreden aan beide zijden der groene tafel
grote waardering vond. Zenuwachtige ge
tuigen wist hij met een gemoedelijke
kwinkslag op hun gemak te stellen en de
publieke tribune at, zoals dat heet, „uit
zijn hand".
De heer Weiland is zijn loopbaan be
gonnen als opvoedend ambtenaar in 't Ob
servatiehuis voor jongens aan het Cremer-
Iplein te Amsterdam waar hij in de jaren
19181925 dikwijls tot zestig jeugdige
delinquenten onder zijn hoede had. Dat was
geen gemakkelijke, maar wel een dank
bare taak, waarin hij veel tact en mensen
kennis opdeed en deze zijn hem latei-
zeer te stade gekomen. In 1925 verhuisde
hij naar de Enkhuizer gemeentepolitie,
waar hij het „diploma met aantekening"
haalde. In 1929 ging hij over naar de Rijks-
veldwacht waar hij al spoedig tot brigadier
opklom. Na als zodanig en als detache
mentschef op verschillende standplaatsen
in Noordholland gediend te hebben, werd
hij in Juli 1942 groepscommandant van
Texel, dat toen al een Duits garnizoen van
2000 man had en tevens een fanatiek NSB-
burgemeester „rijk" was. Dat waren moei
lijke jaren, waarin conflicten met de nazi's
aan de orde van de dag waren. Nochtans
wist de heer Weiland ook in die critieke
tijd het hoofd koel te houden en in samen
werking met de illegaliteit tussen alle
klippen door te laveren.
Na de bevrijding was hij eerst comman
dant van de „Krententuin" in Hoorn, waar
toen politieke delinquenten geïnterneerd
waren, daarna weer groepscommandant op
Texel en tenslotte in Schoorl, vanwaar hij
in 1950 naar Haarlem kwam. Zijn mooiste
herinneringen bewaart de heer Weiland
aan de tijd van de Rijksveldwacht, toen de
dienstreglementen nog volop ruimte lieten
voor persoonlijk initiatief en „de veldwach
ter" in feite de „juridisch adviseur" was
(natuurlijk pro deo) van de hele dorpsge
meenschap.
De heer bijna 58 jaar en dus
nog niet aan de officiële pensioengerech
tigde leeftijd toe. Als dierenvriend heeft hij
echter niet geaarzeld om nu de tuniek aan
de wilgen te hangen en de leiding van het
asyl in de Ridderstraat te aanvaarden. Wij
geloven dat de Haarlemse Dierenbescher-
moeilijk een betere keus had kunnen
Zuster Paulien Breen.
Sarcpta bij het Diaconessenhuis door
leden van de wijkverpleging gehuldigd
worden.
En daarna zal zij in Overveen, waar zij
nu gaat wonen, iets trachten te vinden,
waar zij zichzelf het best mee bezig kan
houden, hetgeen niet meevalt als men al
tijd alleen maar voor anderen in de weer
geweest is. In elk geval zal zij daar in
Overveen met grote vreugde gehoor geven
aan een oproep om in geval van nood eens
voor een andr in te vallen, want, zoals ze
al zei: „het was mijn lust en mijn leven"
Wanneer men het oude gebouw Leidse-
plein 33 betreedt, waarin de vijfde open
bare kleuterschool van onze stad zetelt,
lijkt het een ogenblik of dit geen ideale
omgeving is voor het moderne kind. Het
gebouw geeft aan de buitenkant een som
bere indruk. Maar binnen is het anders.
Weliswaar telt de rechtervleugel nog twee
oude klassen maar de linkerzijde is gemo
derniseerd en ziet er fris en gezellig uit.
Bovendien zijn de vertrekken bijzonder
ruim. Veel in deze school wijst op een
goede organisatie en die berust bij mejuf
frouw Cats hoofd der school die Donder
dagavond op een bijeenkomst van ouders,
belangstellenden en onderwijzend perso-
neel het zilveren jubileum van de school
herdacht. Tegelijkertijd vierde men een
tweede feest: mejuffrouw Cats is namelijk
12V2 jaar werkzaam als kleuteronderwij
zeres aan de school.
Nadat de 'voorzitter van de oudercom
missie de heer P. Ruygrok, de verandering
geschetst had die het kleuteronderwijs in
de afgelopen jaren onderging, waarbij hij
de hoop uitsprak, dat de verdere ontwik
keling even voorspoedig mocht zijn. ver
telde mejuffrouw Cats iets over de ge
schiedenis van de school. Deze werd in
1929 geopend met slechts drie lokalen.
Tijdens de oorlog was de school door mi
litairen bezet, en een tijdlang diende zij als
Centrale keuken.
Na de bevrijding is het aantal leerlingen
sterk gestegen: er zijn nu vijf klassen en
met totaal 162 kleuters.
Het dubbele jubileum werd ook met
dubbele gaven herdacht. Zo overhandigde
de heer Ruygrok namens de ouders een wip
en een keurig poppenhuis voor de school.
Juffrouw Cats kreeg een tafeltje en een
fraaie bloemenmand.
De jubilaresse en tevens gastvrouwe
bracht vervolgens dank aan Openbare Wer
ken en aan degenen, die het gebouw
schoonhouden en verwarmen. Zij herin
nerde aan het feit dat deze school de eerste
voorbereidende school met een oudercom
missie is in Haarlem en wees op het belang
van contact tussen ouders en onderwijzend
personeel.
Wethouder D. J. A. Geluk memoreerde
dat het kleuteronderwijs in Haarlem
zich pas na de oorlog heeft uitgebreid.
Spreker, die mejuffrouw Cats kende als
een ijverig strijdster voor vernieuwingen,
wenste haar namens het gemeentebestuur
veel geluk.
Het vrolijke muzikale programma, dat
de leden van het Instituut voor Arbeiders-
ontwikkelinge ten gehore brachten viel
bijzonder in de smaak. Na de pauze ver
volgde deze groep met muziek uit de ne
gentiende eeuw.
De avond werd besloten met de verto
ning van de film: „Aan iedere deur".
In antwoord op vragen van gemeente
raadsleden over industrie-vestiging hebben
B. en W. in de memorie van antwoord op de
gemeentebegroting meegedeeld, dat de voor
uitzichten omtrent de ontwikkeling van de
exploitatie van het industrieterrein in de
YVaarderpolder niet ongunstig zijn. De resul
taten van de activiteit van de Stichting tot
ontwikkeling van de industrie zullen gelei
delijk in omvang en betekenis toenemen.
Plannen bestaan het terrein in oostelijke
richting te doen uitbreiden.
Enige malen heeft contact plaats gehad
met het directoraat-generaal voor de indus
trialisatie, inzake vestiging van buitenlandse
ondernemingen in Haarlem, echter zonder
tot dusver tot concrete resultaten te leiden.
Gevraagd is of er na 1951 weer eens con
tact is opgenomen met Figee en Hilarius
over de verbetering van de polderweg,
welke toegang vormt tot deze fabrieken.
B. cn W. delen mee, dat zich sinds 1951 geen
nieuwe motieven hebben voorgedaan om
contact te zoeken met Figee en Hilarius
over de verbetering van de polderweg.
Sluis te Spaarndam
Raadsleden vroegen of voor de noodzake
lijke openlegging van Haarlems industriege
bied verbreding van de sluis te Spaarndam
niet de enige mogelijkheid is. Volgens B. en
W. moet alvorens deze vraagt beantwoord
kan worden, een nauwgezet onderzoek wor
den ingesteld, waarbij alle belangen moeten
worden overwogen. Uit een onderzoek is
gebleken, dat slechts twee bedrijven be
lang hebben bij een grotere sluis in Spaarn
dam. Een grotere sluis betekent ook ver
dieping van het Noorder Spaarne en van
Zijkanaal C. Hiervoor zijn omvangrijke
baggerwerken vereist. Indien het onderzoek
mocht uitwijzen, dat een grotere sluis eco
nomisch verantwoord is, zou de grotere
sluis naast de bestaande moeten worden
gebouwd.
Pensionhouders hijcen
Voor een klein gehoor heeft de heer E.
Bouwman, voorzitter van de Haarlemse
afdeling van de Nederlandse Federatieve
Vereniging van Pension-, Rusthuis- en
Kamerverhuurbedrijven gisteravond in
Brinkmann een heftig protest laten horen
tegen eên artikel over rusthuizen in Neder
land, dat dezer dagen in een dagblad werd
gepubliceerd. Volgens de schrijver van dit
artikel zijn de eigenaars van rusthuizen er
alleen op uit, winst te behalen. De oudjes
worden „uitgekleed en uitgemergeld".
Spreker vond de toon in dat artikel laat
dunkend, beneden peil. Hier wordt ge-
insinueerd, aldus spreker, en het is een
belediging aan ons aller adres.
Het is trouwens niet moeilijk, zo zei de
heer Bouwman, om het tegendeel te be
wijzen. In de eerste plaats is daar een sta
tistiek over de middenstand van dr. Tobi
en drs. Luik, waaruit, blijkt, dat drie-kwart
van de middenstand moet leven van eeri
loon, lager dan 60 per week. En om dich
ter bij het bedrijf te blijven: een Horeca-
onderzoek bij pension- en rusthuizen heeft
uitgewezen, dat het rendement eigenlijk
negatief is! Het is dus zeker niet waar, dat
wij op winstbejag uit zijn. In tegendeel, wij
moeten juist vooruti, en daarvoor is orga
nisatie een eerste vereiste. Nederland telt
bijna vijfduizend pensions en kamerver-
huur-bedrijven. Daarvan is ten hoogste de
helft georganiseerd. En organisatie is drin
gend noodzakelijk, want er is op velerlei
gebied voor ons nog veel te doen, aldus
besloot de heer Bouwman zijn betoog.
Na de pauze voerde de heer H. Meyer,
voorzitter van de afdeling Amsterdam en
tevens vice-voorzitter van de federatie, het
woord. Spreker belichtte uitvoerig de ver
houding tussen de federatie, de Bedrijfs-
horeca en de Peruka. De Bedrijfshoreca,
waaraan de federatie steeds betaalt en die
dus achter haar behoort te staan, werkt
haar in werkelijkheid evenwel vaak tegen.
Spreker betreurde dit zeer. De Bedrijfs
horeca heeft reeds ondervonden, dat de
federatie zich niet de kaas van het brood
laat eten. Geheel anders is dat gesteld met
Peruka. Deze organisatie had steun nodig,
vond die bij de Bedrijfshoreca en liep sinds
dien keurig aan haar leiband.
Spreker verklaarde, dat hij een fusie
poging heeft gedaan tussen Peruxa en oe
federatie. Doch op allerlei manieren neen
Peruka deze poging te niet gedaan. De heer
Meyer lichtte zijn betoog met tal van voor
beelden toe.
De heer Bouwman gaf ook een uitvoerig
exposé over de consequenties van de huur
verhoging voor de pension- en aart verwante
bedrijven.
J. A. J. Erftemeyer hield
lezing over reclame
In het R.K. Verenigingsgebouw aan de
Herenweg hield de afdeling Heemstede van
de Katholieke Vrouwen Beweging Donder
dagavond haar jaarvergadering, waarbij de
presidente, mevrouw M. Kubatz-Brugman
de leden welkom heette. Het jaarverslag
van de secretaresse gaf een duidelijk beeld
van de activiteit in deze afdeling en het
jaarverslag van de penningmeesteresse kon
met een batig saldo worden afgesloten.
Vervolgens werd de periodiek aftreden
de mevrouw M. Spierings-Hessels weer in
haar functie herkozen, waarna het bestuur
verder nog met de dames Van der Velden,
Nobels, Rijken en Koppen werd uitgebreid.
De laatste werd tevens in de propaganda-
commissie opgenomen. Voor de toekomst
staat een grote feestavond op het program
ma, welke in Haarlem gehouden wordt, in
samenwerking met de verschillende afde
lingen uit de omgeving en de afdeling heeft
voor 21 Februari nog zelfstandig een feest
avond in voorbereiding.
Na de pauze hield de heer J. A. J. Erfte
meyer een korte causerie over het onder
werp ,.De invloed van reclame op de
vrouw". Hierbij stelde hij vast, dat tachtig
procent van het nationale inkomen door de
huisvrouwen wordt besteed, hetgeen hij
een juiste oplossing vond, omdat zij over
het algemeen beter met geld kunnen om-
gaan dan de man. Verder gaf spreker enige
voorbeelden van de psychologische uitwer- j
king ;an de reclame, waarbij hij vaststel
de, dal wanneer bepaalde producten regel
matig onder de aandacht van de consu
ment worden gebracht, deze met vertrou
wen gekocht kunnen worden, omdat hier
door tevens bewezen is, dat de fabrikant
door een regelmatige verkoop in staat
wordt gesteld de campagne te blijven voe
ren. Wanneer het artikel niet van goede
kwaliteit zou zijn, werd het immers niet
afgenomen. Om dezelfde reden concludeer
de hij ten slotte, dat een goede reclame
campagne een bepaald product beslist niet
duurder behoefte maken.
Onze indruk van de jongste creatie van
de Nederlandse Opera te Amsterdam
namelijk die van Mozarts laatste opera
„Die Zauberflöte" ofwel „De Toverfluit"
wordt beheerst door de sublieme muziek,
die alle uitersten in het populaire en te
vens ethische sprookjesspel overbrengt.
Verder mag de scenische montering in één
woord schitterend worden genoemd. De
dirigent Josef Krips, de regisseur Georg
Hartmann en de ontwerper van décors en
costuums Emil Preetorius hebben getracht
een model-opvoering van dit werk tot
stand te brengen en zij zijn daar tot op ze
kere hoogte in geslaagd. De reserve die
deze laatste zin inhoudt, geldt regisseur
noch décor-ontwerper en ook niet de mu
zikale leider voor zover het zijn opvat
ting van de partituur aangaat, maar wel
voor wat betreft zijn verantwoording voor
een deel der bezetting.
Wij weten niet in hoeverre hij daarvoor
aansprakelijk gesteld kan worden, maar
het is onze vaste overtuiging, dat uit de
solisten van de Nederlandse Opera het
werk vrij wat gunstiger zou kunnen wor
den bezet. Het mag waar zijn, dat men
het bezwaarlijk beter kon treffen voor de
rol van Papageno dan met Jos Burcksen
en dat men tevens een goede keuze deed
voor de Papagena door deze partij aan de
jonge vlotte actrice Nel Duval toe te ver
trouwen. Ook de Menostatos van Chris
Taverne was te aanvaarden en tevens had
men een zeer gelukkige hand gehad in de
toewijzing van het trio der Darties aan de
beproefde krachten: Corry van Beckum,
Cora Canne Meyer en Anny Delorie. even
als met de twee Geharnasten van Jan van
Mantgem en Guus Hoekman.
Maar wij begrijpen niet, dat men aan
deze laatste niet de rol van Sarastro heeft
toevertrouwd in plaats van aan Gerard
Groot; dat men de lyrische tenorpartij
door Frans Vroons liet zingen, wiens ca
paciteiten op een heel ander plan liggen;
dat men uit Engeland een nog onbedreven
actrice liet komen de sopraan Adele
Leigh die als gast de rol van Pamina
vertolkte, terwijl men in het eigen gezel
schap over zangeressen beschikt voor wie
deze partij heel wat gunstiger ligt; dat men
tenslotte voor het kiezen van een vertolk
ster van de lastige partij van de Koningin
van de Nacht niet kieskeuriger te werk is
gegaan. Het kon ten hoogste verdienstelijk
heten wat Nelly Burbach hiervan terecht
bracht; maar toen we tijdens de pauze in
de corridor van de tweede verdieping het
bronzen beeld van mevrouw Cato Engelen-
Lewing terug zagen, ontwaakte onze her
innering aan haar interpretatie van deze
hachelijke rol de gaafste die wij ooit
hoorden en begrepen te beter onze te
leurstelling op deze avond.
Bovendien heeft men het aangedurfd om
het Trio der knaapjes, naar Weense tra
ditie, door kinderen te laten vertolken.
Helaas vond men er de geschikte krachten
niet voor. Het blijft alleen een honnepon-
nig geval voor teerhartige toehoorders, die
het snoezig vinden, ook al wordt er val*
gezongen. Laat men bij de Opera toch niet
wachten om deze vergissing te erkennen
en een drietal zangeressen met deze deli
cate partij te belasten, zoals dat hier steeds
gebruikelijk is geweest.
En toch, ondanks deze vele bedenkingen I
op vocaal gebied, heeft de opvoering van
„Die Zauberflöte" sterk weten te boeien,
niet door individuële prestaties, doch door
een vastomlijnd samenspel en een welbe
grepen uitbuiten van de muzikale moge
lijkheden. Het orkest klonk prima en wat
het koor presteerde stond boven alle lot
verheven. De scène van de Geharnasten
vormde het hoogtepunt van de opvoering;
hier staan we trouwens voor de oneindig
heid in Mozarts kunst. Treffend was ook
het Kwintet uit het eerste bedrijf. En al
door kon men het spel van Frans Vroons
waarderen en genoegen scheppen in de
creatie die Jos Burcksen te beste gaf.
Zelfs Gerard Groot wist een ogenblik te
imponeren namelijk met de tweede strofe
van „In diesen heil'gen Hallen".
Met dat al ccn wonderlijk kijkspel, over
goten met muziek, die in klare eenvoud
tot de hoogste toppen reikt.
JOS. DE KLERK
Adele Leigh en Frans Vroons in „De Tover-
fluit" van Mozart bij de Nederlandse Opera
Amateurtoneel
Nadat het Kennemer Lyceum met goed
gevolg zijn krachten had beproefd op dr.
P. H. Schröders blijspel „De twee Egypti
sche dieven", zijn Donderdagavond de
leerlingen van het Triniteitslyceum ermee
op de planken van de Stadsschouwburg
verschenen, geassisteerd door enige oud
leerlingen van het R.K. Lyceum voor
meisjes „Sancta Maria". Deze assistentie
betekende „het kelderen van een prin
cipe". Maar zij maakte het mogelijk een
stuk met een gemengde bezetting te doen
opvoeren, een omstandigheid welke men
alleen maar kan toejuichen. De belang
rijkste vrouwelijke rol in het stuk werd
namelijk zo goed gespeeld, dat men thans
misschien een principieel voorstander van
de samenwerking tussen de Katholieke
lycea voor jongens en meisjes op toneel
gebied is geworden. Wat voor de toekomst
nog meer winst kan betekenen als de
krachten, gelijk verleden jaar, aan Molière
worden beproefd of aan andere klassieke
schrijvers, hetgeen voor schoolvoorstellin
gen niet ongebruikelijk is.
Over de inhoud van het stuk behoef ik
niet meer te schrijven. Die inhoud kan als
bekend worden verondersteld. Schröders
toneelbewerking van het verhaaltje uit
Herodotus is er een, die gebouwd is op
vondsten, heel geestige vondsten, met ana
chronismen en niet te onderschatten her
halingen, welke men terdege kan uitbuiten.
Het is scherts-toneel, zich bijzonder lenend
voor een schoolvoorstelling, omdat het van
de acteurs plezier in de situatie vraagt,
wat zoveel betekent als plezier in hun spel.
Wanneer de typeringen niet te sterk wor
den aangezet is het allemaal leuk en ge
zellig. een charge op het deftige toneel en
pedante schoolwijsheid. Het derde bedrijf
alleen vraagt een beetje te veel van de
toeschouwers, omdat er ijverig in wordt
gepraat en de ontknoping in twee étappes
verloopt.
Wat. nu de opvoering aangaat: onder de
regie van pater Donné is het een grappige
kolderieke vertoning geworden. Ik prees
al de vertolking van Ida Rooijers, die qua
intonatie en plastiek de prinses de nodige
luister bijzette; ik zou ook John Daniels een
compliment willen maken voor zijn type
ring van de pharao, waarin je hem zag
groeien. Geestige momenten had Henk Bos
man als commandant van de lijfwacht,
minzaamheid spreidde Cees Heemskerk in
zijn hoedanigheid van regisseur ten toon,
komisch was de toneelknecht van Victor
Pollé met zijn „kleine mannetje, dat er
voor staat" allure. Er werd vlot gespeeld
en zo'n klein rolletje bijvoorbeeld als van
Frans Giesberger toonde aan, dat ook aan
de nevenfiguren alle aandacht was besteed.
Alleen de articulatie liet te wensen over.
De zaal amuseerde zich uitstekend; als een
luchtig intermezzo in de ernst van alle dag
bleek de voorstelling a.an haar doel vol
komen te beantwoorden.
P. W. FRANSE.
De Gouwzee is dicht
gevroren en zodra zij
de kans schoon zagen
zijn dan ook de ijs-
zeilers verschenen om
te profiteren van de
unieke gelegenheid
welke de vorst hun
voor de beoefening
van deze vorm van
wintersport biejdt.
Hoewel wij erover
klaagden, hadden zij
niet over de harde
wind te klagen. Met
grote snelheid schoten
zij voort over het ijs
en boden de fotograaf
de kans het neven
staande plaatje te
maken.
Drs. W. Hazevoet:
Donderdagavond hield de R.K. Midden
standsvereniging, afdeling Haarlem, in
Brinkmann de eerste vergadering van dit
jaar, waarop drs. W. Hazevoet, directeur
van het Haarlemse Huisvestingbureau, een
uiteenzetting gaf van de werkwijze van
het Kuisvestingbureau.
De Burgerlijke Stand wijst, aldus drs.
Hazevoet, uit dat jaarlijks in Haarlem
twaalf- tot veertienhonderd echtparen in
het huwelijk treden. Na ongeveer één jaar
jaar komt bij duizend van deze jonggeuuw-
den het eerste kind, zodat er jaarlijks dui
zend woningen beschikbaar gesteld dienen
te worden. Er worden echter slechts vier
honderd woningen per jaar gebouwd, zodat
de normale bevolkingsaanwas nog steeds
beduidend hoger ligt dan de bouw. Het
Huisvestingkanloor moet dus beperkingen
bij de toewijzing van de woningen instellen.
Hierbij heeft mep de woningzoekenden in
twaalf groepen verdeeld, waarmee echter
het voorrangsprobleem nog niet is opgelost.
Daarbij komt nog dat de huiseigenaar een
bepaalde candidaat mag stellen en ditzelfde
geldt voor de woningbouwverenigingen,
hoewel de huizen van deze verenigingen
voor een groot gedeelte slechts met behulp
van zeer grote subsidies gebouwd kunnen
v/orden. De huiseigenaar of de woning
bouwvereniging verstrekt de adspirant-
huurder een bereidverklaring en volgens
de regeling die op 1 Januari 1954 is inge
gaan, geeft het Huisvestingbureau slechts
een huiirmachtiging wanneer de toekom
stige huurder behoort tot een van de
twaalfhonderd „oudste" ingeschrevenen bij
het bureau.
Vervolgens besprak de heer Hazevoet, die
zijn causerie illustreerde met talloze voor
beelden uit de practijk, het probleem van
de uitzetting, waarbij vooral voor de mid
denstanders van belang is, dat een winke
lier gedwongen kan worden zijn winkel
woning in gebruik te nemen, wanneer deze
leeg staat.
Ten aanzien van de koop van huizen,
waarschuwde spreker voor de heersende
misvatting, dat een koper enige aanspraak
op een pas-gebouwd huis kan maken. De
Haarlemse notarissen wijzen de adspirant-
kopers daar wel op en raden hun cliënten
altijd aan, voordat er een vergunning van
het Huisvestingbureau is verkregen, in het
voorlopig koopcontract een „vestigingsclau
sule" op te nemen.
Tenslotte gaf drs. Hazevoet als zijn per
soonlijke mening te kennen, dat de twee
kamerwoningen, die men tegenwoordig uit
bezuiniging dikwijls bouwt „ondingen" zijn.
Over tien jaar zullen deze huizen, aldus
spreker leeg komen te staan, omdat zij ten
ene male ongeschikt zijn voor gezinnen met
kinderen. De benedenverdiepingen der
duplexwoningen kunnen wellicht beter
dienen voor de huisvesting van al wat
oudere kinderloze echtparen.
De jonggehuwden kunnen zich tegen
woordig bij het Huisvéstingbureau laten
inschrijven indien zij samen vijftig jaar
zijn. Zij krijgen dan ook een huiirmachti
ging, hetgeen echter niet betekent dat zij
nu ook in alle gevallen op korte termijn
geholpen kunnen worden.
De heer Hazevoet vond, dat in deze tijd
van woningnood de Rooms-Katholieke
bouwverenigingen ook niet-Katholieke be
woners moeten opnemen. Anders ontstaan
scheve verhoudingen, want de veel talrijker
niet-Katholieke bouwverenigingen nemen
immers wel Rooms-Katholieken op.
De heer Hazevoet meende ook, dat er
meer woningen voor grote gezinnen moeten
worden gebouwd. Het is een misvatting,
dat dit alleen van belang is voor Rooms-
Katholieken of Gereformeerden.
Na de pauze kregen de aanwezigen ge
legenheid enkele vragen te stellen over
actuele buisvesting-problemen, waarbij
uiteraard de moeilijkheden voor de mid
denstand een bijzonder grote plaats innam.
ADVERTENTIE
u
LANGE VEEHSTRAAT 10
ft
TEL. 11493
Mejuffrouw da. A. E. Ruys, vicaris bij
de Nederlandse gemeente te Berlijn heeft
zich bereid verklaard in Haarlem en om
geving te komen spreken over haar con
tact met de kerk in Oost-Duitsland namens
de Stichting Oecumenische Hulp aan Ker
ken en Vluchtelingen.
De Oecumenische Raad, die haar ver
zocht over te komen deelt mede, dat zij
op drie plaatsen haar lezing zal houden:
op Maandag 8 Februari in het Hervormd
Jeugdhuis aan ae Herenweg 111 te Heem
stede; op Dinsdag 9 Februari in de Her
vormde kerk aan de Ramplaan te Over
veen en op Woensdag 10 Februari in de
Remonstrantse kerk aan de Wilhelmina-
straat in Haarlem. De lezingen, die men
gratis kan komen beluistern, beginnen des
avonds om acht uur. Aan het eind ervan
wordt een collecte gehouden voor het ker
kelijk werk in Berlijn, dat de zorg voor
vele vluchtelingen omvat.
De lezingen worden gehouden onder de
titel „Berlijn 1954".
Naar aanleiding van een Donderdag in
ons blad opgenomen passage uit de
Memorie van Antwoord over de eventuele
verplaatsing van de Haarlemse groente- en
fruitveiling hebben wij ons in verbinding
gesteld met de directeur van de veiling, de
heer G. Böhm. Hij was van mening, dat als
bedoeld is, dat Haarlem de kleinste veiling
in Nederland is, naar de omzet gerekend, de
conclusie van het Nederlands Economisch
Instituut onjuist is. Blijkens het jaarver
slag 1952 van het Centraal Bureau van de
tuinbouwveilingen in Nederland zijn 125
veilingen aangesloten. Haarlem staat op de
71e plaats: 54 veilingen hebben dus een
kleinere omzet dan Haarlem.
Het is mogelijk, wat de ruimte betretf,
dat Haarlem tot de kleinste behoort. Dat
kan de heer Böhm moeilijk controleren.
De Haarlemse veiling is te klein en men
wil gaarne de plaats verlaten. Dat is ook
de mening van de heer J. H. Scholte, die
in het jaarverslag 1952 over hel markt- en
havenwezen hetzelfde heeft opgemerkt.
De heer Böhm merkte op, dat het be
stuur van de Haarlemse Groente en fruit
veiling de vele malen genoemde plaats in
de Veerpolder ongunstig vindt: zij is te ver
uit het centrum gelegen. Tijdens bespre
kingen met het gemeentebestuur is ver
zocht een plaats aan te wijzen bij een ver
harde weg bij vaarwater. De veiling is
bereid de bouwkosten voor haar rekening
te nemen. Voor de gemeente bestaat er dan
geen financieel vraagstuk.
ZONDAGSDIENST
De artsendienst van de doktoren in Bloe-
mendaal-dorp wordt van hedenmiddag twee
uur tot Maandagmorgen acht uur waar
genomen door de arts J. H. M. Egberts. Zui-
der Stationsweg 12, Bloemendaal, telefoon
22261; die van de Overveense huisartsen tot
Zondagavond elf uur door de arts R. Holt
huis, Rollandslaan 35, Haarlem, tel. 10367.
In hetzelfde tijdvak is de dienstdoende
wijkverpleegster zuster J. van Dijk, Bloe-
mendaalseweg 307, Overveen, telefoon 12698,
b.g.g. 14424.
De Zondags-, avond- en nachtdienst van
de apotheken voor Overveen, Bloemendaal
en Santpoort' wordt van hedenavond zes uur
tot Zaterdag 6 Februari in spoedgevallen
verzorgd door de Elswout apotheek (drs.
A. P. W. v. d. Ham). Blocmendaalseweg 341,
Overveen. telefoon 16760 cn de Santpoortse
apotheek (drS. K. Zijp). Rloemendaalsestraat-
weg 145, Santpoort station, telefoon K 2560
8249.