Van he t fornuis van V enus
De kurkenvisser
Het raadsel van de gaper
Geen „lege zalen" in
de Stadsschouwburg
Staat contra schoenmaker
in Noord-Oostpolder
J
Veelzijdige hulp
voor Scapino
Snuif en wrijf
1
rïx^a
ZATERDAG 6 FEBRUARI 1954
Een slaapverwekkende collectie
EET EENS WAT ANDERS
WANDELINGEN LANGS DE WINKELRAMEN
Éi
Amsterdamse cijfers
Hogere salariëring van de
politie gevraagd
Rijkspostspaarbank
krijgt nieuw gebouw
Laatste eer aan
F. M. Souwer
Hond redt klas
A.N.W.B. vraagt achter
lichtjes voor kanonnen
^Ocor rouw
Midden in de stad Haarlem staan vierenveertig mannen te gapen. Zij doen het
al ik-weet-niet--hoe-lang en het heeft er alle schijn van, dat hun grijnsgaap nog
lot in lengte van dagen zal voortduren. In zekere zin is het een beroepsgeeuw,
hoewel zij sinds jaren hun functie niet meer uitoefenen. Zij staan zich namelijk
stierlijk ie vervelen op de zolder van een drogisterij.
Ik weet niet hoe het u zou vergaan,
wanneer u opeens wordt geconfron
teerd met zo'n onopgevoed stelletje ga
pers, die allen hun uiterste best doen
hun mond zo wijd mogelijk open te
sperren. Wat mij persoonlijk betreft: 'k
stond nog geen minuut op die zoldpr
tegenov.er dit illustere gezelschap of
mijn kaken begonnen te kriebelen en 'k
voelde, dat ik verloren was. Ik gaapte
mee, ik gaapte ontzettend, ik kón het
eenvoudig niet laten.
Geeuwend noteerde ik de bijzonder
heden, die de verzamelaar, de heer Van
Os, mij vertelde. Dat sommigen grijns
lachen schijnt te kloppen, want aanvan
kelijk waren zij bedoeld als narrenkon-
pen. Apothekers hingen zo'n kop voor
de ingang van hun zaak, ten einde de
mensen naar binnen te lokken om c°n
zoet likeurtje of een teug kruidenwiin
te proeven. Vaak stelden zij ook patiën
ten voor, die de mond wijd open sper
den om een bittere pil, drankje of poe
der te slikken ofwel om de chirurgijn
hun beslagen tong te tonen.
Met deze eenvoudige verklaring van
hun bestaan zijn we er echter niet af.
Het verleden van de gapers is toch gro
tendeels in het duister gehuld. De meest
voor de hand liggende theorie is, dat ze
de knechtjes voorstellen van de vroege
re marktheelmeesters en kwakzalvers.
Deze helpers, vaak „zwartjes", haalden
allerlei potsierlijke streken uit en dans
ten met veel begeleidend geschreeuw in
het rond. Dit was nodig om het gekerm
van de gemartelde patiënt, die zo maar
zonder verdoving een kies liet trekken,
te overstemmen. Soms ook moest zo'n
knechtje proefdraaien. Er werd hem
dan kwasie een kies getrokken of een
eksteroog verwijderd om de bekwaam
heid van zijn meester en niet in het
minst diens pijnloze behandeling te de
monstreren.
Beneden in de winkel hangt een gra
vure, waarop zo'n dansende knecht met
een potje zalf in de hand staat afge
beeld. Het onderschrift luidt:
Siet hier hebje de opregte Kunst
van de Man
Die Exteroogjes en Likdoorentjes
uyttrekken kan.
Het verband tussen deze knechtjes
en de ons welbekende gapers berust al
met al slechts op een veronderstelling.
Een aanwijzing in die richting is nog,
dat de meeste koppen een typisch
clownesk of Moors uiterlijk hebben en
soms zijn ge getooid met een soort nar
renkap.
Hoe het ook zij: wanneer u tegen
woordig ooit nog ergens een gaper aan
de gevel ziet hangen, kunt u er zeker
van zijn met een drogist te doen te heb
ben. Veel zult u er buiten echter niet
meer vinden. Zelfs de hardnekkigste
houten of stenen gaper moet het op
den duur afleggen tegen de verwoesten
de invloeden van regen en wind. Daar
door zijn zij duur in onderhoud en daar
enboven zijn vlijtige ambtenaren ten
stadhuize er altijd als de kippen bij om
er de belasting, de zogenaamde preca-
rio voor te innen.
Enthousiast verzamelaar als de heer
van Os is, heeft hij een groot aantal van
hen veilig op zolder ondergebracht. Zij
vormen, op planken naast elkaar staan
de een gewichtig mannenkoor en je
verwacht elk ogenblik de groep te
horen losbarsten in een fris van de lever
gezongen „Apotheker"
Een geeuw achter mijn hand verber
gend kwam ik wat dichterbij. Ik zag
sinistere Moren met tulbanden en oor
bellen, gewichtige politie-agenten met
helmen en vervaarlijke snorren, zwaar-
gehelmde brandweerlieden, Romeinse
krijgslieden en nog veel meer prachtig
uitgedoste manspersonen. Eén vrouw
bevindt zich in deze uitzonderlijke col
lectie. Zij draagt een blauwe omslag
doek en heeft een verschrikte uitdruk
king op haar gezicht. Op haar uitgesto
ken tong liggen tweet grote zwarte pil
len. Nee, dan heeft d'e muzelman naast
haar het zo kwaad nog niet met een
flinke pijp drop in zijn mond.
Verschillende gapers hebben een
naam. „Dante" lijkt inderdaad op zijn
grote naamgenoot, alhoewel hij nogal
boos kijkt en een enorme lap tong uit
steekt. Dan is er nog „de meneer in
pyjama" en „de man met de slaapmuts".
Een pronkstuk is een échte nar, die er
uitziet, zoals wij ons zo'n grapjas voor
stellen: compleet met kap en rinkel
belletjes.
„Mijn kinderen stopten ze vroeger
nogal eens een appel of peer in de
mond", vertelde de heer Van Os.
Verstolen gapend vroeg ik hem hoe
hij ertoe was gekomen zo'n originele
verzameling op touw te zetten.
„Och, min of meer toevallig eigen
lijk door een advertentie „gaper te
koop1', zei hij. „Later kreeg ik er rog
meer aangeboden en zo groeide de col
lectie uit. De meeste kwamen uit Am
sterdam. Ik ging ze zelf halen en zat
dan met zo'n reusachtige gaper op
schoot in de trein. Dat verwekte nogal
eens hilariteit."
Peinzend keek ik de zolder rond. Ik
kreeg een droefgeestig gevoel, toen ;k
de blik opving van een gaper, uit wiens
ogen grote bruine harstranen rolden.
Intussen vertelde de heer Van Os ver
der: „Ik kreeg laatst een Amerikaan op
bezoek, die het hele zaakje wilde op
kopen. Maar daar voelde ik niets voor,
ik ben te veel gesteld op mijn verzame
ling."
Het is een feit, dat zij moeilijk een
betere plaats zullen kunnen vinden dan
op die zolder, tussen oude vijzels, weeg
schalen, trossen vetkaarsen en een krui-
denkast vol salieblad, rozemarijn en lin
debloesem. Terwijl ik mijn ogen over ai
die geheimzinnige dingen en voorwer
pen liet dwalen, kwam een vraag in
mij op:
„Wat zijn dat?" Ik wees op een snoer
bolvormige vruchten.
„Dat zijn slaapbollen. Vroeger werden
wiegekinderen zoet gehouden door ze
een dotje, gedrenkt in een aftreksel van
deze opium bevattende papaverbolten
in de mond te stoppen."
Ik knikte, want ik kon niets zeggen.
Ik gaapte. Ik had geen aftreksel van pa-
paverbollen nodig om de behoefte te
voelen te slapen, te slapen
Toen ik wegging grijnsde de narren-
kop me spottend na. T. R.
Een Frans voorjaarsontwerp: Een vlotte
middag japon van kunstzijde, wijde
mouwerf en rok, laag uitgesneden aan
de hals en wijde, aan de pols nauw-
sluitende mouwen.
WIST U DAT
....als bloemkool geel is geworden zij
weer helder wit wordt door haar in wat
melk te koken?
....behangselpapier zich vriendelijk
laat reinigen met roggebrood dat u twee
a drie dagen oud hebt laten worden?
De Muzelman met de pijp drop.
Ik heb mij behaaglijk in de diepste
stoel van mijn zitkamer geïnstalleerd,
een oud wollen vest over mijn dikke
wollen tui aangetrokken (er komt toch
geen bezoek vanavond), een schaaltje
met zoetigheden, de koffie en de siga
retten naast mij op een laag tafeltje
klaar gezet, mijn voeten naar, ja bijna
in het electrische kacheltje gestoken, zo
zit ik nu plezierig te bladeren in de
kookboeken die in veelvoud aan de an
dere kant van mijn stoel staan opge
stapeld. Voorzover kachel en koffie
daarin niet zouden slagen gaat mijn
hart zich verwarmen met de heerlijkste
gerechten en kostelijkste spijzen.
Als wij deze keer eens de hors
d'oeuvre overslaan en beginnen met een
warme opwekkende soep? In „Het for
nuis van Venus" vinden wij een „Con
sommé Viveur", omgezet in begrijpend
Nederlands: een Flierefluiters soepje.
De bewerking is als volgt:
„Men neemt enige goede sterke con
sommé en brengt ze krachtig aan de
kook. Hierna werpt men er een hand.-
vol of twee verse selderij in, met sten
gels, bladeren en al, en kookt, zonder
deksel op de pan, ongeveer vijf minu
ten. Vis er de selderij weer uit,.doé een
theelepeltje room door de consommé, en
dien ze terstond op, besprenkeld met
enige gehakte kervel. Smaakt inderdaad
zeer stimulerend."
Hierna zouden wij bijvoorbeeld ons
te goed kunnen doen aan „Lamspootjes",
waarvan ik een recept vond in „Eet
eens wat anders":
„Neem 12 lamspootjes, zet ze goed
onder water en laat ze gedurende 5 uur
zacht koken met wat zout, een uitje en
een laurierblad. Af en toe omroeren is
zeer gewenst, daar dit vlees veel gela
tine bevat en daardoor spoedig aan de
bodem gaat vastzitten. Als de huid van
de pootjes zacht geworden is en de
beenderen vanzelf loslaten, neemt men
het vlees uit de bouillon en laat deze
zonder deksel wat inkoken. De bouillon
moet van zich zelf zeer gebonden zijn,
men 'mag geen meel of ander bindmid
del toevoegen. Neem het sap van 2 ci
troenen en voeg dit bij de bouillon. Kluts
2 eierdooiers en roer er voorzichtig de
kokende bouillon bij. Giet deze over de
pootjes op de schaal en serveer goed
warm."
Bij deze lamspootjes dunkt mij een
Italiaanse salade zeer wel op haar plaats.
Het recept hiervoor, eveneens uit „Eet
eens wat anders", luidt:
„Kook enige aardappelen in de schil
en laat ze koud worden. Pel ze voor
zichtig en snijd ze aan dunne plakjes.
Maak een gekookte biet schoon en snijd
die in dobbelsteentjes. Roer in de sla-
kom 4 lepels olijf- of slaolie, 1 lepel
azijn, een fijngehakt uitje en peterselie,
flink zout en peper en een lepeltje mos
terd gedurende 5 minuten goed door
elkaar. Voeg de aardappelen en de blok
jes bieten bij de saus en laat dit gedu
rende Vz uur staan. Roer echter af en
toe om. Laat enige ansjovisjes in water
uittrekken en maak ze schoon. Snijd een
zoute haring en wat soepvlees aan klei
ne stukjes en voeg deze met 1 ons
niet te dun gesneden cervelaatworst
en enige olijven bij de aardappelen.
Laat alles nog 1 uur staan, roer
af en toe om en garneer- voor het
serveren met enige slabladeren, 1 in
vieren gesnedea hardgekookt ei, de ge
fileerde ansjovis en een paar agurkjes,
maar bovenal met ontvelde tomaten;
men kan deze hetzij door de sla roeren
of als garnering gebruiken."
Omdat lamspootjes niet zó gemakke
lijk verkrijgbaar zijn, geef ik voor alle
zekerheid nog een ander recept uit het
zelfde kookboek. Namelijk „Gevulde
koolrolletjes".
„Neem een savoye kool, verwijder de
Welk een koele, maar doordachte be
rekening moet de étaleur hebben doen
handelen, toen hij in dit visserij-loze
tijdperk toch een vis-apparaat in zijn
étalage legde, een vis-apparaat dat in
elk jaargetijde dienst doet en bovendien
voornamelijk binnenshuis. Het is een
metalen instrument: aan een handvat
hangen 4 lange dunne metalen poten, die
alle vier eindigen in een naar binnen
gebogen haak. Om de vier dunne poten
een ring, die, als hij naar beneden wordt
geschoven, de poten stijf samenklemt.
Is de ring omhoog gehaald, vlak
onder het handvat, dan zwiebelen de
pootjes los heen en weer. Dit vis-
apparaat dient werkelijk om iets uit
nattigheid op te vissen. Het is: een
„kurkenvisser". Is een kurk in de fles
geschoten, dan kan voortaan dat visie
snel worden gevangen. De zwiebelende
poten van onze kurkenvisser worden in
de fles gestoken, nu even opletten dat
de kurk tussen de haken komt te liggen,
dan schuiven we de ring langzaam naar
beneden en de kurk zit klem. Het is
zeer wel mogelijk dat door dit apparaat
over enige tijd het kurken-vissen tot
sport wordt verheven. Dan zal onge-
twijfdld onze landskampioen de kleinste
krui/npies kurk in de kruik weten te
overmeesteren met de kurkenvisser.
Het ding kost slechts enkele ronde dub
beltjes.
In de wintertijd genieten velen varf
hun zomerweek. De enige moeilijkheid
is hiervan: het openen der flessen.
Sommige weckflessen worden zonder
gummiring gesloten, bij anderen ont
breekt het lipie aan de ring, of dat is
er bij een vorige vergeefse poging af
gescheurd. Bij al deze weckflessen is
een „weck-fles-opener" een voortreffe
lijke hulp. Zo, door het winkelraam
turend, lijkt het voorwerpje meer steel
dan staal. Aan een houten greepje van
zeker tien centimeter lengte is een
zwak gebogen stalen stiftje gefixeerd
dat ten hoogste een centimeter lang en
een halve breed is. Dit stiftje wordt
tussen deksel en fles geduwd. Zonder
enige moeite en zonder zorg voor ka
potte ringen komt met behulp van deze
handige opener de gewenste lucht tus
sen deksel (of ring) en fles. Wij lichten
de deksel op en vinden dan voor een
kort ogenblik niets heerlijker dan de
geur van onze eigen ingemaakte spercie-
bonen.
Enige tijd geleden schreef ik over een
electrische gasaansteker. Het is een heei
plezierig ding maar heeft toch één be
zwaar. Men moet altijd een stopcontact
hebben in de buurt van het gas. Wie
dat niet heeft zou ik graag iets anders
willen aanraden. Namelijk een gasaan-
steker-met-batterjj. Hij heeft hetzelfde
formaat als de gewone gasaanstekers
(U weet wel, die nare dingen met een
vuursteentje). Het werkt als een zak
lantaarn. Er gaat alleen geen licht bran
den a's men het knopje verschuift, maar
er begint een metalen plaatje te gloeien.
Dat blijft branden tot het knopje weer
teruggeschoven wordt. Door het gloeien
de plaatje, dat werkt als een vuur
steentje, bij het gas te houden, ploft het
gas aan. De batterij gaat hele tijden mee
en is bovendien los verkrijgbaar. Deze
gasaansteker-met-batterij zal een hele
besparing geven op onze gasrekening,
omdat er geen vleugje gas verloren
gaat. Bij de gewone aansteker zijn we
genoodzaakt eerst de gaskraan open te
draaien en daarna koortsachtig in de
aansteker te duwen en te knijpen tot
hij na een keer of tien het gas dat de
keuken is ingestroomd doet ontploffen.
Een beetje zonde van het verloren gas
en een beetje vermoeiend voor de hand
spieren.
Moet u ook zo vaak in deze koude
tijd „de biecht der
onderkleding"
aanhoren? Zeker
eens per dag ver
telt mij deze of
gene hoeveel en
welke lagen zij
's morgens over
elkaar heeft aan
getrokken. Het is
een interessant
onderwerp en
graag geef ik na
zo'n biecht het volgende advies. Geef
ook uw benen een onderlaagje mee.
Gebruik onderkousen.
Die lelijke rose-gekleurde wollen onder
kousen bestaan nog wel, maar zijn wel
erg zichtbaar. Gelukkig zijn er nu wol
len onderkousen verkrijgbaar in de
nylonkleur. Ze zijn natuurlijk heerlijk
warm en onder de nylons nauwelijks te
zien. Ook kunt ge om de benen te be
schermen wollen sportkousen over de
nylons aantrekken. Zij zijn gemaakt met
een draad nylon er doorheen geweven.
Zij zijn veel sterker dan zuiver wollen
kousen, maar wat minder warm. In
ieder geval: doe iets meer om uw rode
koude benen dan die dunne nylons.
ANNEKE
buitenste bladen. Maak aan de stronk
voorzichtig de opvolgende bladen los,
zodat men ze in hun geheel er af kan
halen. Men gaat door tot waar de kool
vaster in elkaar zit en men de bladen
niet meer zonder scheuren uit elkaar
kan nemen. Indien men aan één kool
niet genoeg heeft, kan men er 2 of
meerdere nemen, daar de binnenste ge
deelten natuurlijk op een koele plaats
bewaard kunnen worden en later weer
voor een ander gerecht kunnen dienen.
Leg de hele koolbladen gedurende 5 alO
minuten in kokend water, zonder ze
echter te laten koken. Als de bladen
t soepel geworden zijn, neemt men ze
- uit het water en laat ze'goëd uitlëkken.
Hak overgebleven soepvlees goed fijn
met een uitje en wat peterselie, voeg
wat varkensgehakt toe en flink zout
en peper, paneermeel en een ei, en werk
alles goed door elkaar. Neem nu de
koolbladen en leg op ieder blad een
flink rolletje gehakt, vouw het blad
zorgvuldig om het vlees dicht, bind er
een dund raadje om en braad ze in ko
kend heet vet in de koekenpan bruin.
Laat ze vervolgens in de braadpan gaar
stoven. Bij gebrek aan vleesresten kan
men natuurlijk vers rund- of kalfsge
hakt nemen."
A. G. P. S.
Het Gemeente'ijk Bureau voor pers en
propaganda van Amsterdam heeft thans
„enige nadere cijfers" verstrekt om aan te
tonen dat het bezoek aan de Stadsschouw
burg geenszins slecht is en dat van „lege
zalen" niet kan worden gesproken. Bij de
beoordeling dezer cijfers dient er rekening
mee te worden gehouden, dat de hoofd
stedelijke schouwburg 1096 plaatsen bevat,
waarvan 900 a 1000 aan redelijke eisen
voldoen.
In 1938 bedroeg het aantal bezoekers
aan de Stadsschouwburg in de periode
September tot Januari bij 96 voorstel
lingen in totaal ruim 53.000. In de over
eenkomstige periode van 1953 bedroeg
bij 82 voorstellingen het aantal bezoe
kers ruim 67.000.
Bezoekgemiddelden per toneelvoorstel
ling:
ADVERTENTIE
maanden:
1938
1953
September
666
674
October
502
856
November
588
898
December
533
855
Het bezoekgemiddelde aan opera-voorstel
lingen in de Stadsschouwburg kan in on
geveer dezelfde cijfers worden uitgedrukt.
Voor de president van de Zwolse recht
bank heeft een kort geding gediend, dat
aanhangig was gemaakt door de Staat
der Nederlanden tegen een schoenmaker te
Ens in de Noord-Oostpolder.
De staat eist van de schoenmaker stop
zetting van de verkoop van bepaalde ar
tikelen, die niet genoemd worden in het
huurcontract dat hij heeft afgesloten met
de directie van de Wieringermeer. Hij
verkocht namelijk behalve schoenen, four
nituren en lederwaren, wat hem contrac
tueel was toegestaan, ook nog huishoude
lijke artikelen, bijouterieën en souvenirs,
omdat hij alleen van de achoenmakerij in
Ens niet rond kon komen.
De raadsman van de schoenmaker deelde
mee, dat zijn cliënt zeer in zijn verwach
tingen omtrent de mogelijkheden in Ens
was teleurgesteld, nadat hij er zich in
1950 had gevestigd. Hij was dan ook in
September 1952 failliet gegaan. Inmiddels
was hij begonnen met de verkoop van „ver
boden" artikelen en daarna ging het hem
veel beter.
De raadsman van de eisende partij ver
telde, dat de directie van de Wieringermeer
niet anders vraagt dan strikte nakoming
van de gesloten overeenkomst. In principe
was zij wel bereid tot uitbreiding van het
assortiment van de schoenmaker, maar
men kon niet accbord gaan met de lange
lijst, die door hem werd ingediend. In
November 1953'werd tenslotte stopzetting
van de verboden verkoop gevraagd.
Door bemiddeling van de president is
thans overeenstemming bereikt over een
aantal artikelen buiten de contractueel-
toegestane om. Deze zal de schoenmaker
mogen verkopen totdat de minister van
Verkeer en Waterstaat zal hebben beslist
over diens request waarin om uitbreiding
van het toegestane assortiment wordt ge
vraagd. De president zal nader uitspraak
doen inzake de kosten van het geding.
ADVERTENTIE
Motie in jaarvergadering
van St. Michael
In de te Scheveningen gehouden jaarver
gadering van de R.K. Politiebond „St. Mi-
chaël" is een motie aangenomen, waarin
onder meer gezegd wordt, dat de plaats
welke de politie in de Nederlandse gemeen
schap als gezagdragend orgaan inneemt,
zeer hoge eisen stelt aan de leden van dat
gezagsorgaan. Om de handhaving van de
openbare orde en veiligheid op de juiste
wijze en met een juist inzicht te doen ge
schieden, wordt een grote mate van per
soonlijke verantwoordelijkheid en persoon
lijk risico vereist.
Deze verantwoordelijkheid kan alleen
ten volle worden gedragen door hen, die
bij de uitoefening van hun taak beschik
ken over een grote mate van parate theo
retische en practische kennis. Van de poli
tieman wordt, meer dan van enige andere
categorie van ambtenaren, geëist een vol
komen integriteit, het inboeten van veel
persoonlijke vrijheid, ook buiten de dienst,
het verrichten van continu-arbeid en het
zich onthouden van nevenwerkzaamheden
tot het verkrijgen van bijverdiensten. Door
zijn eerdere pensionnering kan een politie
man het maximum-pensioen nimmer be
reiken. Al deze factoren zijn in volstrekt
onvoldoende mate in het poiitiesalaris ver
disconteerd. In de huidige economische om
standigheden zou, een aanmerkelijke ver
hoging van de politiesalarissen zeker ge
rechtvaardigd zijn. De vergadering draagt
daarom het hoofdbestuur op met al de het
ten dienste staande middelen bij de over
heid daartoe stappen te doen.
De Rijkspostspaarbank heeft besloten
een nieuw gebouw te stichten, daar in het
tegenwoordige gebouw aan de Van Baerle-
straat te Amsterdam een nijpend ruimte
gebrek is ontstaan. Het gemeentebestuur
heeft in het uitbreidingsplan Amsterdam-
Slotervaart een terrein ter beschikking ge
steld, even buiten de ringbaan ter hoogte
van het Surinameplein. Het gebouw zal
waarschijnlijk in 1957 gereed zijn.
Meer dan 50 jaar is de Rijkspostspaar
bank gehuisvest in het gebouw aan de Van
Baerlestraat. Tot aan de oorlogsjaren bood
het aan het 400 man sterke personeel een
voldoende behuizing. Thans zijn 800 per
sonen in het gebouw werkzaam.
UW LERAAR KOMT,
WANNEER HET
U SCHIKT
Ieder ogenblik, wanneer u zin en
tijd hebt, staat Uw prima privé leraar
tot Uw dienst: de Bekende Schrifte
lijke Cursus Rcsa-IIilversum regelt
zich naar U. Het instituut met de
meeste geslaagden voor Hoofdakte
A en B, Handelskennis L.O., Wiskun
de L.O., Frans. Duits en Engels L.O.
en andere officiële examens. Vraag
ons prospectus.
Van tal van zijden wordt het Scapino
Ballet hulp geboden na de brand, die zo
goed als alle décors en costuums heeft ver
nietigd. De hulpverlening wordt gecoördi
neerd door de Amsterdamse Schoolkunst-
commissie, voorzover betreft de (veelal
spontane) acties van de schooljeugd, de
oudercommissies en de onderwijzers
genootschappen. Alle leerlingen der lagere
scholen zullen, ook financieel, er toe bij
dragen Scapino uit de brand te helpen.
Een aantal kunstverenigingen en andere
instellingen heeft reeds de beschikking
over repetitieruimten aangeboden en wel
in zo ruime mate, dat de keuze voor Sca
pino niet eenvoudig is.
Het Internationaal Cultureel Centrum
zal zijn jaarlijkse carnavalsviering de vorm
geven van „een benefice-bal ten bate van
het door de brand zo geruïneerde Scapino
Ballet". De volgende kunstenaars verlenen
daaraan hun belangeloze medewerking:
Georgette Hagedoorn, Pierre Verdonck,
Jan de Cler, Jaap Molenaar, Enny Mols
de Leeuwe, Wouter Denijs, Max Tailleur,
Lia Dorana, Conny Stuart, het Arlecchino-
dansorkest en het Trio Pantalone. Aan de
organisatie werkt mede het damescomité
„Amsterdam ontvangt".
Het hoofdstedelijk gemeentebestuur
heeft Scapino een schenking van 1000.
en een renteloos voorschot van 10.000.
verleend.
ADVERTENTIE
Uw verkoudheid van neus.
keel of borst, weg met
Velen hebben Vrijdag in de aula van het
crematorium te Velsen de laatste eer be
wezen aan de op 78-jarige leeftijd in Haar
lem overleden oud-voorzitter van de afde
ling Haarlem van de Nederlandse Vereni
ging voor Tram- en Spoorwegpersoneel,
de heer F. M. Souwer. De vroegere SDAP
verliest in hem een van haar afdelings
oprichters, die in de dagen van de grote
spoorwegstaking in 1903 van zich deed
spreken.
De voorzitter van de afdeling Haarlem
van de Vereniging voor Vervoerspersoneel,
de heer G. Koot noemde de thans ontsla
pene „een man uit één stuk, die al op jeug
dige leeftijd een vooraanstaande positie in
de vakbeweging bekleedde". Hij was een
grote idealist, een socialist van de beste
soort en zijn heengaan heeft diepe ontroe
ring gebracht in de gelederen van zijn mak
kers, aldus spreker.
De voorzitter van de Arbeiders-Crema
tievereniging „A.V.V.L." in Haarlem, de
heer L. A. van der Meulen schetste de veel
zijdigheid van de heer Souwer, die mede
jarenlang het praesidiurn van genoemde
vereniging bekleedde.
De heer J. Kuit, schoonzoon van de over
ledene, merkte op dat de verscheidene een
man was geweest die fel had gevochten
voor de gerechtigheid en daarvoor tal van
ontberingen met zijn gezin had geleden.
Ook de heer J. van Geloven, eveneens een
schoonzoon, sprak een woord van persoon
lijk herdenken. Onder de tonen van het
lied „Aan de strijders" daalde daarna de
met rode en witte bloemen bedekte kist en
brachten de vertegenwoordigers van de
moderne arbeidersbeweging uit Haarlem
de overledene een eregroet. Tenslotte
heeft de heer F. C. J. Souwer, broer van de
ontslapene voor de betoonde belangstelling
dank gezegd.
X3000000000000000000CX
(United Press). Eenentwintig school
jongens in het Italiaanse dorpje Cesana
di Campli hebben hun leven te danken
aan een hond die net op tijd alarm sloeg
toen de gehele klas door verstikking om
'het leven dreigde te komen.
De hond, die zoals gewoonlijk trouw
buiten het lokaal zat te wachten totdat
zijn jonge baas naar buiten zou komen,
werd onrustig toen dit niet op het ge
wone ogenblik geschiedde. Hij slaagde
er in met zijn snuit de deur open te
drukken en in de klas te komen waar
onderwijzer en leerlingen in zwijm wa
ren gevallen als gevolg van kolendamp-
ontwikkeling. Het schrandere dier be- x
dacht zich geen ogenblik maar rende
naar boven naar de klas van de hoofd
onderwijzer. die hij aan de broek mee
trok. Het schoolhoofd kon door het snel
openen van de ramen alle slachtoffers
van de verstikkingsdood redden.
Naar aanleiding van klachten heeft de
A.N.W.B. zich gewend tot de chef van de
Generale Staf en de aandacht gevestigd op
de gevaren, die militaire colonnes met stuk
ken geschut bij duisternis blijken op te
leveren. Wel zijn nl. de trekkers voorzien
van achterlichten, doch deze worden afge
dekt door de pantserplaten van de kanon
nen, die zelf geen verlichting hebben.
Daar juist door dc naar achteren gerich
te kanonlopcn ongelukken kunnen gebeu
ren, heeft de A.N.W.B. maatregelen ge
vraagd teneinde, het achteropkomende ver
keer op effectieve wijze te waarschu .vea.