„Zij schonk ons gans haar hart,
ons volk schonk haar het zijne"
Halfjaarlijkse cursussen maken van
werkende meisjes goede huisvrouwen
„RITSA"
Het ontslag van ambassadeur
Van Breugel Douglas
Twintig jaar geleden stierf Koningin Emma
STOFZUIGERS
Een avond bij de Haarlemse Huishoudschool
Tekort aan gediplomeerde leerkrachten
is belemmering bij het onderwijs
Senaatscommissie gaat opnieuw
ageren voor zijn rechtsherstel
3
Elsa Schiaparelli
gaat over op confectie
DE GROOTSTE SORTERING VINDT U BIJ
Geivone keuken
„Fijne keuken" en naaien
genieten de voorkeur
K inderv er zorging
Bouwvakarbeiders
vrijaf op Koninginnedag
Provinciaal personeel
op nationale feestdag
Curatorium voor
Lyceum Sancta Maria
RIJNREIZEN
HOTELSCHIP
EMMA VAN WALDECK PYRMONT was een kind uit een groot gezin. Ze is daar
dankbaar voor geweest, want, zoals zij het zelf placht uit te drukken: „In een
groot gezin voed je elkaar op".
Het gezin woonde op Slot Arolscn, de residentie van Waldeck Pyrmont, die maar
tweeduizend inwoners telde. Het leven op het slot was eenvoudig en huiselijk.
De vader verdiepte zich meestal in wetenschappelijke werken en de vele dochters
borduurden, tekenden en zorgden voor de armen en zieken van Arolsen. Soms werden
er buitenlandse reizen gemaakt en in de brieven naar huis stonden dan niet alleen
enthousiaste natuurbeschrijvingen, maar ook boodschappen als: „Moeder, denkt u
om de soep voor de familie X? En zal u niet vergeten kinderkleertjes te kopen voor
die arme vrouw aan de Landstrasse?"
Ket leven had in die tijd voor Emma geen grote zorgen en zij groeide op tot een
knap meisje, een vrolijk kind met een kunstzinnige en zeer gevoelige aard, dat maar
één wens had: verpleegster worden.
IN de herfst van 1878 kwam er bezoek
op Slot Arolsen. Willem III, Koning
van Nederland en weduwnaar van Sophia
van Württemberg. Een grote, rijzige figuur
niet witte baard. Ondanks zijn gevorderde
leeftijd zwom hij vrijwel inedere dag en
reed hij kaarsrecht en lenig paard als een
jong cavalerie-officier. Hij bleef vier
dagen op het slot, waar de vrolijke jonge
meisjes-stemmen rumoerden in de tuinen.
Na een tweede bezoek werd zijn verloving
bekend gemaakt met de eenentwintig ja
rige Emma.
Drie maanden duurde de verloving, toen
werd op de zevende Januari 1879 in de
met rozen versierde slotkapel het huwelijk
voltrokken, terwijl voor de hekken van
het kasteel het landvolk juichte: hun prin
sesje Emma werd Koningin van Neder
land.
In haar verlovingstijd had Emma veel
over Nederland geleerd en gelezen. Ze
stond dan ook niet helemaal vreemd tegen
over haar volk, dat haar aanvankelijk vrij
gereserveerd ontving, maar al spoedig ge
wonnen werd door haar goedhartige een
voud. Het woord van de hofprediker Scipio,
die in Arolsen haar huwelijk bevestigde:
„Dat gij aan de zijde van uw Koninklijke
gemaal ten zegen moogt zijn voor een
waardig en edel volk", heeft zij tenvolle
vervuld.
OP 31 Augustus 1880 richtte de Koning
de volgende boodschap aan de Staten-
Generaal: „Het is voor ons een grote
vreugde, u de blijde tijding te kunnen
doen, dat de Koningin, onze beminde gema
lin, hedenmiddag bevallen is van een Prin
ses".
Zes weken later hield de Koningin haar
dochtertje ten doop.
Vier jaar na de geboorte van Wilhelmina
stierf Prins Alexander en het kleine, ranke
kind met de fijngetekende wenkbrauwen,
werd troonopvolgster.
Zes gelukkige jaren volgden. De oude
Koning speelde graag met zijn Wilhelmien-
tje en als er gasten kwamen, toonde hij
hun vol trots zijn kleine nakomeling. Op
een keer vroeg hij haar, toen er bezoekers
waren, iets in het Frans. Maar direct kwam
Koningin Emma tussenbeide: „Nee, nee.
Een Nederlandse prinses spreekt men in 't
Nederlands toe".
Emma was een verstandige moeder. Eens
moest Wilhelmina een pop afstaan voor
een arm meisje. Natuurlijk zocht zij niet
haar lievelingspop uit, maar Koningin
Emma wees haar terecht: „Als je wat
geeft, kind, moet je iets geven waar je
veel van houdt".
In 1890 kreeg de Koning een nierziekte
die snel verergerde. Dag en nacht ver
pleegde Emma haar man, waarbij in
Vijfendertig jaar heeft zij naast de troon
gestaan, maar temidden van haar volk als
een meelevende, weldoende en begrijpende
moeder. Honderden malen heeft zij sana
toria, ziekenhuizen en weeshuizen bezocht,
tentoonstellingen, gebouwen en instellingen
geopend. Havens en schepen, boerderijen
en fabrieken, scholen en kerken, kunst en
cultuur, elk goed doel en ieder nationaal
belang hadden haar volle aandacht. Maar
bovenal had haar liefde alles wat leed en
streed, wat zwak of hulpbehoevend was.
Bij de beëindiging van het Regentschap
bracht het dankbare Nederlandse volk een
groot bedrag 300.000 bijeen om de
.geliefde Koningin-Moeder een blijk te
geven van zijn genegenheid. Het werd aan
vaard, maar op hetzelfde ogenblik op kiese
wijze aan de natie teruggeschonken. „Sinds
lang was 't mijn wens", zei de Regentes, ,,'n
stichting in het leven te roepen waaraan
grote behoefte bestaat: een sanatorium voor
longlijders. Ik hoop eerlang de beschikking
te krijgen over het landgoed Oranje-Nas-
sauoord bij Renkum en dit af te staan voor
het doel, dat mij lief is. Voor de inrichting
van dit sanatorium zou uw geschenk aan
mij een waardige bestemming vormen".
TN het vroege voorjaar van 1934 was
het velen opgevallen, dat Koningin
Emma er niet zo goed meer uitzag. En toen
op 16 Maart 1934 een bulletin verscheen
met de mededeling, dat de Koningin-Moe
der een aanval van bronchitis had. was
er zorg in aller hart. Hevige hoestbuien
teisterden het tengere lichaam. De familie
werd gewaarschuwd. Het rijverkeer werd
omgelegd.
Op de morgen van 20 Maart kwam het
droeve bericht: „De nacht was rustig. In
het laatste half uur is de toestand echter
hard achteruitgegaan".
En toen het laatste:
„Hare Majesteit de Koningin-Moeder is
hedenmorgen zacht en kalm overleden".
Zwaar en plechtig luidden de klokken
over Nederland. En in ieders hart van
welke politieke overtuiging hij ook mocht
zijn was diepe verslagenheid om het
grote verlies.
In de Tweede Kamer sprak de voorzitter
woorden van rouw, maar ook woorden van
dankbaarheid: ..Wat zij gegeven heef. aan.
Nederland, gaf Nederland haar weer. Ze
schonk ons gans haar hart. Ons volk gaf
haar het zijne".
Er is nu al weer een hele generatie
bijna-volwassenen, die Koningin Emma
niet hebben gekend. Maar veel ouderen
zullen zich haar goed herinneren, bij
voorbeeld zoals .zij in een open rijtuig
door Den Haag reed. het vriendelijke
gezicht beschermd door een kleine,
sierlijke parasol.
Koningin Emma. die niet alleen voor
Wilhelmina, maar voor het hele volk
een moeder was.
En langs de blanke houten kist, die opge
steld was op het bordes van het paleis, be
gon het défilé, de laatste groet van de
minister en de landbouwer, de huismoeder
en de barones, van het volk in al zijn ge
ledingen. Voorzichtige handen legden
bloemen neer. Bloemen, waarvan zij zoveel
gehouden had, paarse tulpen en witte nar
cissen en soms een kostbare orchidée.
HET was was de wens van Koningin
Emma, dat de begrafenis eenvoudig
zou zijn. En die wens i? geëerbiedigd, al
eiste het protocol militaire escorte en vele
rijtuigen en lakeien. Toen de kist het
paleis werd uitgedra
gen, lag er slechts
één bloemruiker op
de baar: een tuiltje
paarse viooltjes, door
Prinses Juliana zelf
geplukt.
Zwijgend stonden
de tienduizenden,
toen de droeve stoet
voorbij trok, vete
volwassenen met
tranen in de ogen.
In de Nieuwe Kerk
in Delft is Koningin
Emma bij de andere
Oranjes begraven.
Over haar baar klonk
liet Paastied ..Wees
gegroet, gij eersteling
der dagen", want,
zoals dir. Obbink zei:
„God sloot haar ogen
',o vredig toe".
En Koningin "Wil
vel mi-na sprak enke-
e dagen na haar
dood met ontroerde
stem: „Die voor ons
allen een moeder is
geweest, is in Gods
Heerlijkheid inge
gaan. Zij .heeft niet
beseft, dat haar
krachten de hoge,
slopende koortsen
I niet zouden weer-
istaan. Zij is in de ar-
j men van haar Hei-
j 'and ingeslapen, zon-
i der het nameloos
.eed van afscheid ne-
i .neb te hebben moe- Koningin Emma
ten ondergaan".
PARIJS (Reuter). Elsa Schiaparelli,
een der bekendste huizen in de Par ij se
modewereld, heeft haar personeel, ten ge
tale van ruim 150, tijdelijk ontslagen en
treft voorbereidingen om over te gaan op
confectie. Wegens de stijgende kosten en
de afnemende koopkracht, zo zegt het
modehuis, bestaat het voornemen de drie
maandelijkse presentatie van nieuwe col
lecties te vereenvoudigen, zo niet geheel te
laten vervallen.
Een woordvoerder van mevrouw Schia
parelli heeft Vrijdagavond onder meer
verklaard: „Wij gaan een nieuwe, geheime
formule voor het vervaardigen van japon
nen toepassen. Ik weet niet, hoe die for
mule luidt en ik ben er niet zeker van döt
mevrouw Schiaparelli haar zelf al kent".
De elegante, 57-jarige madame Schiapa
relli heeft Vrijdag zelf „het waaien van
een koude wind op economisch terrein" en
een revolutionoaire wijziging in haar werk
methoden toegegeven, doch zij heeft niets
over de inhoud harer nieuwe plannen wil
len zeggen.
ADVERTENTIE
vanaf 1.60 p. week, zonder vooruitbet.
Gr. Houtstr. 132, Haarlem Tel. 16693
Ook voor reparatie en onderdelen
met haar dochter in het prinsessetuintje
op het Loo.
Na het koken wordt de tafel in de keuken
gedekt en de meisjes eten dan met smaak
hun pas-gekookte maaltijden op.
Bij een wandeling door de diverse ruime
lokalen viel ons direct op dat de meisjes
het werk met bijzonder veel aandacht en
plezier deden. Natuurlijk willen wjj daar
mee niet zeggen, dat de leerlingen op de
dag-scholen meestal met tegenzin in de
half-gare croquettes staan te prikken,
maar wij kunnen ons toch voorstellen,
dat de meisjes op deze avondscholen, die
dikwijls op het punt staan om te trouwen
of reeds geruime tijd een eigen gezin heb
ben, al deze specifiek huiselijke karwei
tjes met meer aandacht en toewijding ver
richten dan anders het geval zou zijn.
Uiteraard gaat het werk in de vele keu
kens op een veel moderner basis dan
vroeger. De grote, lelijke kolenfornuizen
zijn verdwenen en hebben plaats moeten
maken voor moderne gasfornuizen, waar
in, toen wij een kijkje kwamen nemen in
de „fijne keuken", een cake in de ovens
gaar stond te worden. Wij hebben dit be
wijs van kookkunst niet gezien, maar
wanneer wij kunnen afgaan op de heer
lijke lucht, die in deze keuken hing, dan
geloven wij, dat de toekomstige echtge
noten later zeer tevreden aan de lerares
sen van hun vrouw zullen denken, want
die zijn uiteindelijk toch verantwoordelijk
voor het culinaire kunnen van hun ega's.
De croquetjes waren in ieder geval bo-
oooooocco'XOOQOoooocoixiooocoooeiooocoooociciooooooooooooooo
Onder de tweehonderd leerlingen van
de avondcursusseyi van de Haarlemse
Huishoud- en Industrieschool bevinden
zich behalve de jonge meisjes ook enkele
oudere dames, wier dochters de lessen
op de dag-huishoudschool volgen. Waar
schijnlijk aangemoedigd door de verha
len over de lessen hebben de moeders
het besluit genomen om, al is het dan
misschien een beetje laat, toch nog iets
van het „fijne" koken op te steken.
ven alle lof verheven, dat hebben wij zelf
kunnen ondervinden.
In de „gewone" keuken waren de leer
lingen net gereed met het klaarmaken
van een volledig maal, dat, als wij het ons
goed herinneren, bestond uit aardappelen,
vlees, prei en een toetje na.
De cursisten kunnen al deze klaarge
maakte etenswaren van de school kopen
of, en dat gebeurde toen wij een bezoek
aan deze klas maakten, ter plaatse nutti
gen.
En hoewel de meeste van deze meisjes
naar alle waarschijnlijkheid juist thuis
gegeten hadden, vielen zij toch op dit
maal aan alsof zij in dagen geen voedsel
tot zich genomen hadden. Het deed ons
denken aan vroeger, toen wij ook de lek
kerste hapjes lieten staan voor een zelf-
gepiepte aardappel, hoewel wij uiteraard
geen enkele vergelijking willen maken
tussen onze vroegere huishoudelijke po
gingen en het verantwoorde koken van
deze meisjes, waarbij alle vitamines, mi
neralen, kortom alle voedingswaarden,
behouden blijven.
Mejuffrouw Poldermans vertelde ons,
dat gedurende dit seizoen de „fijne keu
ken" en de naai-cursus de grootste be
langstelling hebben en dit is niet zo bij
zonder verwonderlijk omdat men zich in
de tegenwoordige tijd weer allerlei culi
naire capriolen kan veroorloven zonder te
moeten letten op de distributie-verorde
ningen en wat dies meer zij.
En zo worden in deze huishoudschool
nu al ruim vijftig jaren lang in de avond
uren onder de deskundige leiding van een
aantal leraressen de maaltijden in einde
loze variaties bereid, jurken, blouses en
rokken vervaardigd, ondergoed genaaid
en versteld en er worden al die karweitjes
gedaan, die het beroep van de huisvrouw,
zoals de burgemeester van Haarlem, mr.
P. O. F. M. Cremers onlangs opmerkte,
tot het meest moeilijke, meest belangrijke
en meest verantwoordelijke beroep op de
wereld maken.
ER BESTAAT EEN NEDERLANDS GEZEGDE, dat ons leert, dat de liefde
van de man door de maag gaat. Nu zouden wij geen pleidooi willen houden voor
de juistheid van deze zegswijze, maar het is wel een vaststaand feit, dat vele
meisjes en jonge vrouwen zich er terdege van bewust zijn, dat hun (aanstaande)
echtgenoot recht heeft op een dagelijkse behoorlijke voeding. En aangezien tal
rijke meisjes niet in staat zijn om na de lagere of mulo-school nog eens de lessen
aan een huishoudschool te gaan volgen, heelt men onder meer in Haarlem een
aantal avondcursussen ingesteld, die de meisjes de gelegenheid geven des avonds
een of meerdere keren per week de lessen te volgen, die alle in min of meer nauw
verband met de huishouding staan.
Op het ogenblik is aan de Haarlemse Huishoud- en Industrieschool in de Voor
helmstraat 25'een aantal van deze cursussen aan de gang en de belangstelling
is zelfs zo groot, dat men door het tekort aan ervaren leerkrachten slechts vijf
van de vastgestelde twaalf cursussen doorgang heeft kunnen laten vinden.
Een vertrouwd beeld.
de laatste tijd van 's Konings ziekte ook
nog de zware last van het Regentschap
kwam. Kort voor het overlijden van Wil
lem III moest zij dan ook zelf, overwerkt,
enige tijd rust nemen.
DE jaren van het Regentschap waren
verre van rustig, maar Emma kweet
zich met zoveel tact en wijs beleid van haar
moeilijk taak, dat dr. J. Th. de Visser
later daarover getuigen kon: „Gedurende
haar bewind valt niet een daad, noch een
enkel verzuim aan te wijzen waarop dooi
de geleerdste staatsman een aanmerking te
maken zou zijn".
Behalve naar de staatszaken ging de be
langstelling der Koningin-Regentes vooral
uit naar het lenigen van de noden van haar
volk. Tal van instellingen voor zieken- en
armenzorg heeft zij met raad en daad
terzijde gestaan, terwijl zij in vele inciden
tele gevallen persoonlijk troost en bijstand
bracht. Haar grote liefde voor de gebrek-
kigen en misdeelden was een van haar
meest markante karaktertrekken. Eens
woonde zij een vergadering bij van net
bestuur van een vereniging, die zich met
de zorg voor invaliden bezig hield. Daar
viel telkens het woord „onvolwaardigen".
Na afloop merkte Koningin Emma tegen
de voorzitter op: „Moeten wij nu absoluut
iemand, die een lichaamsdeel of een zin
tuig mist, onvolwaardig noemen? Dat
woord moet men liever niet gebruiken!"
VOOR haar bezoeken aan haar onder
danen placht zij zeer eenvoudig ge
kleed te gaan, maar een enkele maal liet zij
zich in groot statiegewaad kleden. „Ik moet
bij kinderen op bezoek", verklaarde zij dan
aan haar hofdame, „en die verwachten dat
een koningin er mooi uitziet. Kinderen
moet men niet teleurstellen".
Sinds de oprichting van de school, in
1901, heeft men reeds jaarlijks dergelijke
cursussen georganiseerd en met uitzonde
ring van de oorlogsjaren zijn de lessen elk
jaar opnieuw in het gebouw aan de Voor
helmstraat gehouden.
Dit jaar is men, de gewoonte getrouw,
weer in Februari met de nieuwe cursus be
gonnen en er wordt deze keer les gegeven
in de volgende vakken: koken, fijne keu
ken, tafeldekken en dienen, ondergoed
naaien en verstellen en costuumnaaien. Al
deze cursussen zijn bestemd voor de meis
jes, die zichzelf verder willen bekwamen
in dé huishouding, de zogenaamde cursus
sen „voor eigen gebruik". Deze halfjaar
lijkse cursussen beginnen telkens weer in
September en Februari en dienen om de
meisjes die bijna geen of geen huishoudelij
ke opleiding hebben genoten iin staat te
stellen de grond-beginselen van het huis
houden bij te brengen.
Voor vrijwel al deze vakken moeten de
leerlingen één avond in de week twee of
tweeëneenhalf uur naar de school komen,
waar zij dan in hoofdzaak de practische
kant van de vakken gedoceerd krijgen.
Uiteraard worden ook de theoretische kan
ten van bijvoorbeeld het koken niet ver
geten, maar het braden, bakken, stoven en
smoren is toch de hoofdzaak.
Voor deze halfjaarlijkse cursussen wor
den geen diploma's verstrekt.
Gedurende drie avonden in de week
wordt er ook aan deze school een cursus
gegeven, welke de meisjes opleidt vooi
kinderjuffrouw. Eén avond is dan gewijd
aan de kinderverzorging, één aan het was
sen en koken en één aan naaien, gezond
heidsleer, Nederlandse 1aal, algemene ont
wikkeling enzovoort. Deze cursus duurt
één jaar en de meisjes, die de lessen met
goed gevolg hebben doorlopen ontvangen
na afloop van het leerjaar een diploma.
Ongeveer tweehonderd meisjes volgen
al deze cursussen en de waarnemend di
rectrice, mejuffrouw M. J. Poldermans,
die o-ns een avond langs de diverse loka
len rondleidde en honderduit vertelde
over haar dag- en avondschool zou het
liefst willen, dat er nog tientallen meisjes
tot de diverse lessen zouden kunnen wor
den toegelaten.
Evenals het lager onderwijs heeft men
bij het nijverheidsonderwijs echter te kam
pen met een enorm tekort aan gediplo
meerde leerkrachten.
Het is vrij moeilijk om hiervoor een
oorzaak te vinden. De salariëring laat, in
tegenstelling tot vroeger, weinig te wen
sen over. De opleiding is echter vrij kost
baar en duurt daarbij ongeveer drie jaar
en vele meisjes gaan van de veronder
stelling uit, dat men in die tijd beter op
kantoor of in de winkel kan gaan werken.
Juist deze meisjes zijn het, die dan la
ter tot de ontdekking komen d'at zij toch
maar bitter weinig van koken, naaien,
strijken, wassen of kinderopvoeding weten
en meestal gaan zij dan des avonds naar
een of andere cursus op een nijverheids
school. Uiteraard vindt men onder de
leerlingen meisjes van alle standen en
leeftijden, de dochter va-n de winkelier
staat aan het fornuis in een van de keu
ken-s naast de cassière en het ateliermeisje
dekt de grote tafel tezamen met d-e win
keljuffrouw uit de stoffenzaak.
Wel worden de meisjes ingedeeld itn de
diverse leeftijdsgroepen omdat anders het
verschil tussen de diverse leerlingen te
groot zou worden.
Onder toezicht van een der leraressen
(tweede van links) roeren de leerlingen
van de avondcursussen in de pannetjes,
die bijzonder kleine, eenpersoons porties
aardappt'en bevatten.
De ministers van Buitenlandse Zaken
hebben onlangs aan de voorzitter va-n de
Eerste Kamer een nota aangeboden naar
aanleiding van het door de commissie voor
de verzoekschriften uit de Senaat uitge
bracht verslag betreffende de zaak-baron
Van Breugel Douglas. Aan deze nota is het
volgende ontleend:
De commissie voor d-e verzoekschriften
is van oordeel, dat de regering er nog
steeds niet toe is overgegaan de tegen de
genoemde ambassadeur ingebrachte be
schuldiging op zakelijke gronden te formu
leren en te staven.
De commissie van de verzoekschriften
heeft niet bestreden, d-at zwarte roebel
transacties hebben plaats gehad, noch dat
de ambassadeur de regering daarvan on
kundig heeft gelaten, doch zij rekent dit
de heer Van Breugel niet ai te ernstig aan.
De ministers zijn echter met de commissie
van bijstand van oordeel dat de handel
wijze van de heer Van Breugel Douglas
volkomen ontoelaatbaar moet worden ge
acht. De zwarte roebel-transacties heeft
hij zelf destijds tegenover de regering als
voor zij-n positie schadelijk gesteld. Dat hij
deze transacties toch heeft aangegaan tot
eigen persoonlijk voordeel, is op generlei
wijze te verdedigen. Het ergste is, dat hij
ten aanzien van de situatie de regering
heeft misleid.
Tenslotte delen de ministers nog mede,
dat zij geen aanleiding vinden op het aan
de heer Van Breugel ongevraagd verleende
eervol ontslag terug te komen, tevens niet
voor intrekking van de beschuldigingen
aan diens adres voelen.
Commissie Verzoekschriften vraagt
intrekking beschuldiging
De commissie voor d:e verzoekschriften
stelt nu, na kennisneming van deze nota,
aan de Eerste Kamer voor:
1. De ministers te doen weten, d-at de
Kamer van opvatting is, d'at een meer al
gemeen aspect van deze zaak niet langer
buiten beschouwing kan worden gelaten,
met name de vraag, op welke gronden de
ministers tot nu toe hebben nagelaten, een
volledige en sluitende opstelling te ver
vaardigen van de departementale compta
biliteit, in het kader waarvan beschuldi
gingen als de onderhavige hadden moeten
worden onderzocht.
2. De ministers te doen weten, dat de
Kamer, wat de tegen de heer Van Breugel
geuite beschuldigingen betreft, zich in
middels zelf het ter zake dienend materiaal
heeft verschaft, op grond waarvan zij het
door haar op 13 Juni 1951 aanvaarde ver
slag van de commissie voor de verzoek
schriften handhaaft en de verwachting uit
spreekt, dat de ministers thans zullen wor
den bereid gevonden, om op grond hiervan
hun medewerking te verlenen aan de op
ruiming va-n de bestaande misverstanden
en over te gaan tot intrekking van de be
schuldigingen en tot rechtsherstel.
De Bedrijfsraad voor het Bouwbedrijf
heeft zich tot het College van Rijksbemid
delaars gewend met het verzoek, een wijzi
ging te willen aanbrengen in de thans gel
dende regelingen van lonen en andere ar
beidsvoorwaarden voor de bouwnijverheid,
waardoor in deze bedrijfstak voortaan de
Koninginnedag als een extra verplichte
verlofdag zal gelden, waarop derhalve in
het algemeen geen arbeid zal worden ver
richt. Hiermede keert de bouwnijverheid
terug tot een regeling, welke reeds gedu
rende enige jaren na de bevrijding werd
toegepast. Het is de bedoeling van de be
drijfsraad, dat deze regeling reeds voor 30
April van dit jaar zal gelden.
Gedeputeerde Staten van Noordholland
hebben besloten het provinciaal personeel
op 5 Mei, nationale feestdag, des middags
van één'uur af vrij te geven.
Daar de Zusters Franciscanessen zich
uit het bestuur van het R.K. Meisjeslyceum
„Sancta Maria" zullen terugtrekken, is
thans een curatorium gevormd, bestaande
uit dr. B. M. I. Delfgaauw, voorzitter; Th.
H. A. M. Hoffscholte, vice-voorzitter; W.
J. M. van Ogtrop, penningmeester: dr. J.
Hoek, eerste secretaris: mevr. M. L. Bsse.
Sloet tot Oldhuys-van Cranenburgh, twee
de secretaresse; mej. A. Bolsius; mevr. mr.
E. Prinz-van Swaay.
Het curatorium zal met ingang van het
nieuwe schooljaar het bestuur over „Sancta
Maria" overnemen. Mgr. J. M. Groot, vi
caris-generaal, is door de bisschop tot bis
schoppelijk gecommitteerde voor dit college
benoemd.
ADVERTENTIE
GEHEEL PER
UITSTEKENDE VERZORGING
VANAF F. 90.-
Inl. en geïll. prosp.
fzaZcj op aanvraag