„Zij schonk ons gans haar hart, ons volk schonk haar het zijne" Halfjaarlijkse cursussen maken van werkende meisjes goede huisvrouwen „RITSA" Het ontslag van ambassadeur Van Breugel Douglas Twintig jaar geleden stierf Koningin Emma STOFZUIGERS Een avond bij de Haarlemse Huishoudschool Tekort aan gediplomeerde leerkrachten is belemmering bij het onderwijs Senaatscommissie gaat opnieuw ageren voor zijn rechtsherstel 3 Elsa Schiaparelli gaat over op confectie DE GROOTSTE SORTERING VINDT U BIJ Geivone keuken „Fijne keuken" en naaien genieten de voorkeur K inderv er zorging Bouwvakarbeiders vrijaf op Koninginnedag Provinciaal personeel op nationale feestdag Curatorium voor Lyceum Sancta Maria RIJNREIZEN HOTELSCHIP EMMA VAN WALDECK PYRMONT was een kind uit een groot gezin. Ze is daar dankbaar voor geweest, want, zoals zij het zelf placht uit te drukken: „In een groot gezin voed je elkaar op". Het gezin woonde op Slot Arolscn, de residentie van Waldeck Pyrmont, die maar tweeduizend inwoners telde. Het leven op het slot was eenvoudig en huiselijk. De vader verdiepte zich meestal in wetenschappelijke werken en de vele dochters borduurden, tekenden en zorgden voor de armen en zieken van Arolsen. Soms werden er buitenlandse reizen gemaakt en in de brieven naar huis stonden dan niet alleen enthousiaste natuurbeschrijvingen, maar ook boodschappen als: „Moeder, denkt u om de soep voor de familie X? En zal u niet vergeten kinderkleertjes te kopen voor die arme vrouw aan de Landstrasse?" Ket leven had in die tijd voor Emma geen grote zorgen en zij groeide op tot een knap meisje, een vrolijk kind met een kunstzinnige en zeer gevoelige aard, dat maar één wens had: verpleegster worden. IN de herfst van 1878 kwam er bezoek op Slot Arolsen. Willem III, Koning van Nederland en weduwnaar van Sophia van Württemberg. Een grote, rijzige figuur niet witte baard. Ondanks zijn gevorderde leeftijd zwom hij vrijwel inedere dag en reed hij kaarsrecht en lenig paard als een jong cavalerie-officier. Hij bleef vier dagen op het slot, waar de vrolijke jonge meisjes-stemmen rumoerden in de tuinen. Na een tweede bezoek werd zijn verloving bekend gemaakt met de eenentwintig ja rige Emma. Drie maanden duurde de verloving, toen werd op de zevende Januari 1879 in de met rozen versierde slotkapel het huwelijk voltrokken, terwijl voor de hekken van het kasteel het landvolk juichte: hun prin sesje Emma werd Koningin van Neder land. In haar verlovingstijd had Emma veel over Nederland geleerd en gelezen. Ze stond dan ook niet helemaal vreemd tegen over haar volk, dat haar aanvankelijk vrij gereserveerd ontving, maar al spoedig ge wonnen werd door haar goedhartige een voud. Het woord van de hofprediker Scipio, die in Arolsen haar huwelijk bevestigde: „Dat gij aan de zijde van uw Koninklijke gemaal ten zegen moogt zijn voor een waardig en edel volk", heeft zij tenvolle vervuld. OP 31 Augustus 1880 richtte de Koning de volgende boodschap aan de Staten- Generaal: „Het is voor ons een grote vreugde, u de blijde tijding te kunnen doen, dat de Koningin, onze beminde gema lin, hedenmiddag bevallen is van een Prin ses". Zes weken later hield de Koningin haar dochtertje ten doop. Vier jaar na de geboorte van Wilhelmina stierf Prins Alexander en het kleine, ranke kind met de fijngetekende wenkbrauwen, werd troonopvolgster. Zes gelukkige jaren volgden. De oude Koning speelde graag met zijn Wilhelmien- tje en als er gasten kwamen, toonde hij hun vol trots zijn kleine nakomeling. Op een keer vroeg hij haar, toen er bezoekers waren, iets in het Frans. Maar direct kwam Koningin Emma tussenbeide: „Nee, nee. Een Nederlandse prinses spreekt men in 't Nederlands toe". Emma was een verstandige moeder. Eens moest Wilhelmina een pop afstaan voor een arm meisje. Natuurlijk zocht zij niet haar lievelingspop uit, maar Koningin Emma wees haar terecht: „Als je wat geeft, kind, moet je iets geven waar je veel van houdt". In 1890 kreeg de Koning een nierziekte die snel verergerde. Dag en nacht ver pleegde Emma haar man, waarbij in Vijfendertig jaar heeft zij naast de troon gestaan, maar temidden van haar volk als een meelevende, weldoende en begrijpende moeder. Honderden malen heeft zij sana toria, ziekenhuizen en weeshuizen bezocht, tentoonstellingen, gebouwen en instellingen geopend. Havens en schepen, boerderijen en fabrieken, scholen en kerken, kunst en cultuur, elk goed doel en ieder nationaal belang hadden haar volle aandacht. Maar bovenal had haar liefde alles wat leed en streed, wat zwak of hulpbehoevend was. Bij de beëindiging van het Regentschap bracht het dankbare Nederlandse volk een groot bedrag 300.000 bijeen om de .geliefde Koningin-Moeder een blijk te geven van zijn genegenheid. Het werd aan vaard, maar op hetzelfde ogenblik op kiese wijze aan de natie teruggeschonken. „Sinds lang was 't mijn wens", zei de Regentes, ,,'n stichting in het leven te roepen waaraan grote behoefte bestaat: een sanatorium voor longlijders. Ik hoop eerlang de beschikking te krijgen over het landgoed Oranje-Nas- sauoord bij Renkum en dit af te staan voor het doel, dat mij lief is. Voor de inrichting van dit sanatorium zou uw geschenk aan mij een waardige bestemming vormen". TN het vroege voorjaar van 1934 was het velen opgevallen, dat Koningin Emma er niet zo goed meer uitzag. En toen op 16 Maart 1934 een bulletin verscheen met de mededeling, dat de Koningin-Moe der een aanval van bronchitis had. was er zorg in aller hart. Hevige hoestbuien teisterden het tengere lichaam. De familie werd gewaarschuwd. Het rijverkeer werd omgelegd. Op de morgen van 20 Maart kwam het droeve bericht: „De nacht was rustig. In het laatste half uur is de toestand echter hard achteruitgegaan". En toen het laatste: „Hare Majesteit de Koningin-Moeder is hedenmorgen zacht en kalm overleden". Zwaar en plechtig luidden de klokken over Nederland. En in ieders hart van welke politieke overtuiging hij ook mocht zijn was diepe verslagenheid om het grote verlies. In de Tweede Kamer sprak de voorzitter woorden van rouw, maar ook woorden van dankbaarheid: ..Wat zij gegeven heef. aan. Nederland, gaf Nederland haar weer. Ze schonk ons gans haar hart. Ons volk gaf haar het zijne". Er is nu al weer een hele generatie bijna-volwassenen, die Koningin Emma niet hebben gekend. Maar veel ouderen zullen zich haar goed herinneren, bij voorbeeld zoals .zij in een open rijtuig door Den Haag reed. het vriendelijke gezicht beschermd door een kleine, sierlijke parasol. Koningin Emma. die niet alleen voor Wilhelmina, maar voor het hele volk een moeder was. En langs de blanke houten kist, die opge steld was op het bordes van het paleis, be gon het défilé, de laatste groet van de minister en de landbouwer, de huismoeder en de barones, van het volk in al zijn ge ledingen. Voorzichtige handen legden bloemen neer. Bloemen, waarvan zij zoveel gehouden had, paarse tulpen en witte nar cissen en soms een kostbare orchidée. HET was was de wens van Koningin Emma, dat de begrafenis eenvoudig zou zijn. En die wens i? geëerbiedigd, al eiste het protocol militaire escorte en vele rijtuigen en lakeien. Toen de kist het paleis werd uitgedra gen, lag er slechts één bloemruiker op de baar: een tuiltje paarse viooltjes, door Prinses Juliana zelf geplukt. Zwijgend stonden de tienduizenden, toen de droeve stoet voorbij trok, vete volwassenen met tranen in de ogen. In de Nieuwe Kerk in Delft is Koningin Emma bij de andere Oranjes begraven. Over haar baar klonk liet Paastied ..Wees gegroet, gij eersteling der dagen", want, zoals dir. Obbink zei: „God sloot haar ogen ',o vredig toe". En Koningin "Wil vel mi-na sprak enke- e dagen na haar dood met ontroerde stem: „Die voor ons allen een moeder is geweest, is in Gods Heerlijkheid inge gaan. Zij .heeft niet beseft, dat haar krachten de hoge, slopende koortsen I niet zouden weer- istaan. Zij is in de ar- j men van haar Hei- j 'and ingeslapen, zon- i der het nameloos .eed van afscheid ne- i .neb te hebben moe- Koningin Emma ten ondergaan". PARIJS (Reuter). Elsa Schiaparelli, een der bekendste huizen in de Par ij se modewereld, heeft haar personeel, ten ge tale van ruim 150, tijdelijk ontslagen en treft voorbereidingen om over te gaan op confectie. Wegens de stijgende kosten en de afnemende koopkracht, zo zegt het modehuis, bestaat het voornemen de drie maandelijkse presentatie van nieuwe col lecties te vereenvoudigen, zo niet geheel te laten vervallen. Een woordvoerder van mevrouw Schia parelli heeft Vrijdagavond onder meer verklaard: „Wij gaan een nieuwe, geheime formule voor het vervaardigen van japon nen toepassen. Ik weet niet, hoe die for mule luidt en ik ben er niet zeker van döt mevrouw Schiaparelli haar zelf al kent". De elegante, 57-jarige madame Schiapa relli heeft Vrijdag zelf „het waaien van een koude wind op economisch terrein" en een revolutionoaire wijziging in haar werk methoden toegegeven, doch zij heeft niets over de inhoud harer nieuwe plannen wil len zeggen. ADVERTENTIE vanaf 1.60 p. week, zonder vooruitbet. Gr. Houtstr. 132, Haarlem Tel. 16693 Ook voor reparatie en onderdelen met haar dochter in het prinsessetuintje op het Loo. Na het koken wordt de tafel in de keuken gedekt en de meisjes eten dan met smaak hun pas-gekookte maaltijden op. Bij een wandeling door de diverse ruime lokalen viel ons direct op dat de meisjes het werk met bijzonder veel aandacht en plezier deden. Natuurlijk willen wjj daar mee niet zeggen, dat de leerlingen op de dag-scholen meestal met tegenzin in de half-gare croquettes staan te prikken, maar wij kunnen ons toch voorstellen, dat de meisjes op deze avondscholen, die dikwijls op het punt staan om te trouwen of reeds geruime tijd een eigen gezin heb ben, al deze specifiek huiselijke karwei tjes met meer aandacht en toewijding ver richten dan anders het geval zou zijn. Uiteraard gaat het werk in de vele keu kens op een veel moderner basis dan vroeger. De grote, lelijke kolenfornuizen zijn verdwenen en hebben plaats moeten maken voor moderne gasfornuizen, waar in, toen wij een kijkje kwamen nemen in de „fijne keuken", een cake in de ovens gaar stond te worden. Wij hebben dit be wijs van kookkunst niet gezien, maar wanneer wij kunnen afgaan op de heer lijke lucht, die in deze keuken hing, dan geloven wij, dat de toekomstige echtge noten later zeer tevreden aan de lerares sen van hun vrouw zullen denken, want die zijn uiteindelijk toch verantwoordelijk voor het culinaire kunnen van hun ega's. De croquetjes waren in ieder geval bo- oooooocco'XOOQOoooocoixiooocoooeiooocoooociciooooooooooooooo Onder de tweehonderd leerlingen van de avondcursusseyi van de Haarlemse Huishoud- en Industrieschool bevinden zich behalve de jonge meisjes ook enkele oudere dames, wier dochters de lessen op de dag-huishoudschool volgen. Waar schijnlijk aangemoedigd door de verha len over de lessen hebben de moeders het besluit genomen om, al is het dan misschien een beetje laat, toch nog iets van het „fijne" koken op te steken. ven alle lof verheven, dat hebben wij zelf kunnen ondervinden. In de „gewone" keuken waren de leer lingen net gereed met het klaarmaken van een volledig maal, dat, als wij het ons goed herinneren, bestond uit aardappelen, vlees, prei en een toetje na. De cursisten kunnen al deze klaarge maakte etenswaren van de school kopen of, en dat gebeurde toen wij een bezoek aan deze klas maakten, ter plaatse nutti gen. En hoewel de meeste van deze meisjes naar alle waarschijnlijkheid juist thuis gegeten hadden, vielen zij toch op dit maal aan alsof zij in dagen geen voedsel tot zich genomen hadden. Het deed ons denken aan vroeger, toen wij ook de lek kerste hapjes lieten staan voor een zelf- gepiepte aardappel, hoewel wij uiteraard geen enkele vergelijking willen maken tussen onze vroegere huishoudelijke po gingen en het verantwoorde koken van deze meisjes, waarbij alle vitamines, mi neralen, kortom alle voedingswaarden, behouden blijven. Mejuffrouw Poldermans vertelde ons, dat gedurende dit seizoen de „fijne keu ken" en de naai-cursus de grootste be langstelling hebben en dit is niet zo bij zonder verwonderlijk omdat men zich in de tegenwoordige tijd weer allerlei culi naire capriolen kan veroorloven zonder te moeten letten op de distributie-verorde ningen en wat dies meer zij. En zo worden in deze huishoudschool nu al ruim vijftig jaren lang in de avond uren onder de deskundige leiding van een aantal leraressen de maaltijden in einde loze variaties bereid, jurken, blouses en rokken vervaardigd, ondergoed genaaid en versteld en er worden al die karweitjes gedaan, die het beroep van de huisvrouw, zoals de burgemeester van Haarlem, mr. P. O. F. M. Cremers onlangs opmerkte, tot het meest moeilijke, meest belangrijke en meest verantwoordelijke beroep op de wereld maken. ER BESTAAT EEN NEDERLANDS GEZEGDE, dat ons leert, dat de liefde van de man door de maag gaat. Nu zouden wij geen pleidooi willen houden voor de juistheid van deze zegswijze, maar het is wel een vaststaand feit, dat vele meisjes en jonge vrouwen zich er terdege van bewust zijn, dat hun (aanstaande) echtgenoot recht heeft op een dagelijkse behoorlijke voeding. En aangezien tal rijke meisjes niet in staat zijn om na de lagere of mulo-school nog eens de lessen aan een huishoudschool te gaan volgen, heelt men onder meer in Haarlem een aantal avondcursussen ingesteld, die de meisjes de gelegenheid geven des avonds een of meerdere keren per week de lessen te volgen, die alle in min of meer nauw verband met de huishouding staan. Op het ogenblik is aan de Haarlemse Huishoud- en Industrieschool in de Voor helmstraat 25'een aantal van deze cursussen aan de gang en de belangstelling is zelfs zo groot, dat men door het tekort aan ervaren leerkrachten slechts vijf van de vastgestelde twaalf cursussen doorgang heeft kunnen laten vinden. Een vertrouwd beeld. de laatste tijd van 's Konings ziekte ook nog de zware last van het Regentschap kwam. Kort voor het overlijden van Wil lem III moest zij dan ook zelf, overwerkt, enige tijd rust nemen. DE jaren van het Regentschap waren verre van rustig, maar Emma kweet zich met zoveel tact en wijs beleid van haar moeilijk taak, dat dr. J. Th. de Visser later daarover getuigen kon: „Gedurende haar bewind valt niet een daad, noch een enkel verzuim aan te wijzen waarop dooi de geleerdste staatsman een aanmerking te maken zou zijn". Behalve naar de staatszaken ging de be langstelling der Koningin-Regentes vooral uit naar het lenigen van de noden van haar volk. Tal van instellingen voor zieken- en armenzorg heeft zij met raad en daad terzijde gestaan, terwijl zij in vele inciden tele gevallen persoonlijk troost en bijstand bracht. Haar grote liefde voor de gebrek- kigen en misdeelden was een van haar meest markante karaktertrekken. Eens woonde zij een vergadering bij van net bestuur van een vereniging, die zich met de zorg voor invaliden bezig hield. Daar viel telkens het woord „onvolwaardigen". Na afloop merkte Koningin Emma tegen de voorzitter op: „Moeten wij nu absoluut iemand, die een lichaamsdeel of een zin tuig mist, onvolwaardig noemen? Dat woord moet men liever niet gebruiken!" VOOR haar bezoeken aan haar onder danen placht zij zeer eenvoudig ge kleed te gaan, maar een enkele maal liet zij zich in groot statiegewaad kleden. „Ik moet bij kinderen op bezoek", verklaarde zij dan aan haar hofdame, „en die verwachten dat een koningin er mooi uitziet. Kinderen moet men niet teleurstellen". Sinds de oprichting van de school, in 1901, heeft men reeds jaarlijks dergelijke cursussen georganiseerd en met uitzonde ring van de oorlogsjaren zijn de lessen elk jaar opnieuw in het gebouw aan de Voor helmstraat gehouden. Dit jaar is men, de gewoonte getrouw, weer in Februari met de nieuwe cursus be gonnen en er wordt deze keer les gegeven in de volgende vakken: koken, fijne keu ken, tafeldekken en dienen, ondergoed naaien en verstellen en costuumnaaien. Al deze cursussen zijn bestemd voor de meis jes, die zichzelf verder willen bekwamen in dé huishouding, de zogenaamde cursus sen „voor eigen gebruik". Deze halfjaar lijkse cursussen beginnen telkens weer in September en Februari en dienen om de meisjes die bijna geen of geen huishoudelij ke opleiding hebben genoten iin staat te stellen de grond-beginselen van het huis houden bij te brengen. Voor vrijwel al deze vakken moeten de leerlingen één avond in de week twee of tweeëneenhalf uur naar de school komen, waar zij dan in hoofdzaak de practische kant van de vakken gedoceerd krijgen. Uiteraard worden ook de theoretische kan ten van bijvoorbeeld het koken niet ver geten, maar het braden, bakken, stoven en smoren is toch de hoofdzaak. Voor deze halfjaarlijkse cursussen wor den geen diploma's verstrekt. Gedurende drie avonden in de week wordt er ook aan deze school een cursus gegeven, welke de meisjes opleidt vooi kinderjuffrouw. Eén avond is dan gewijd aan de kinderverzorging, één aan het was sen en koken en één aan naaien, gezond heidsleer, Nederlandse 1aal, algemene ont wikkeling enzovoort. Deze cursus duurt één jaar en de meisjes, die de lessen met goed gevolg hebben doorlopen ontvangen na afloop van het leerjaar een diploma. Ongeveer tweehonderd meisjes volgen al deze cursussen en de waarnemend di rectrice, mejuffrouw M. J. Poldermans, die o-ns een avond langs de diverse loka len rondleidde en honderduit vertelde over haar dag- en avondschool zou het liefst willen, dat er nog tientallen meisjes tot de diverse lessen zouden kunnen wor den toegelaten. Evenals het lager onderwijs heeft men bij het nijverheidsonderwijs echter te kam pen met een enorm tekort aan gediplo meerde leerkrachten. Het is vrij moeilijk om hiervoor een oorzaak te vinden. De salariëring laat, in tegenstelling tot vroeger, weinig te wen sen over. De opleiding is echter vrij kost baar en duurt daarbij ongeveer drie jaar en vele meisjes gaan van de veronder stelling uit, dat men in die tijd beter op kantoor of in de winkel kan gaan werken. Juist deze meisjes zijn het, die dan la ter tot de ontdekking komen d'at zij toch maar bitter weinig van koken, naaien, strijken, wassen of kinderopvoeding weten en meestal gaan zij dan des avonds naar een of andere cursus op een nijverheids school. Uiteraard vindt men onder de leerlingen meisjes van alle standen en leeftijden, de dochter va-n de winkelier staat aan het fornuis in een van de keu ken-s naast de cassière en het ateliermeisje dekt de grote tafel tezamen met d-e win keljuffrouw uit de stoffenzaak. Wel worden de meisjes ingedeeld itn de diverse leeftijdsgroepen omdat anders het verschil tussen de diverse leerlingen te groot zou worden. Onder toezicht van een der leraressen (tweede van links) roeren de leerlingen van de avondcursussen in de pannetjes, die bijzonder kleine, eenpersoons porties aardappt'en bevatten. De ministers van Buitenlandse Zaken hebben onlangs aan de voorzitter va-n de Eerste Kamer een nota aangeboden naar aanleiding van het door de commissie voor de verzoekschriften uit de Senaat uitge bracht verslag betreffende de zaak-baron Van Breugel Douglas. Aan deze nota is het volgende ontleend: De commissie voor d-e verzoekschriften is van oordeel, dat de regering er nog steeds niet toe is overgegaan de tegen de genoemde ambassadeur ingebrachte be schuldiging op zakelijke gronden te formu leren en te staven. De commissie van de verzoekschriften heeft niet bestreden, d-at zwarte roebel transacties hebben plaats gehad, noch dat de ambassadeur de regering daarvan on kundig heeft gelaten, doch zij rekent dit de heer Van Breugel niet ai te ernstig aan. De ministers zijn echter met de commissie van bijstand van oordeel dat de handel wijze van de heer Van Breugel Douglas volkomen ontoelaatbaar moet worden ge acht. De zwarte roebel-transacties heeft hij zelf destijds tegenover de regering als voor zij-n positie schadelijk gesteld. Dat hij deze transacties toch heeft aangegaan tot eigen persoonlijk voordeel, is op generlei wijze te verdedigen. Het ergste is, dat hij ten aanzien van de situatie de regering heeft misleid. Tenslotte delen de ministers nog mede, dat zij geen aanleiding vinden op het aan de heer Van Breugel ongevraagd verleende eervol ontslag terug te komen, tevens niet voor intrekking van de beschuldigingen aan diens adres voelen. Commissie Verzoekschriften vraagt intrekking beschuldiging De commissie voor d:e verzoekschriften stelt nu, na kennisneming van deze nota, aan de Eerste Kamer voor: 1. De ministers te doen weten, d-at de Kamer van opvatting is, d'at een meer al gemeen aspect van deze zaak niet langer buiten beschouwing kan worden gelaten, met name de vraag, op welke gronden de ministers tot nu toe hebben nagelaten, een volledige en sluitende opstelling te ver vaardigen van de departementale compta biliteit, in het kader waarvan beschuldi gingen als de onderhavige hadden moeten worden onderzocht. 2. De ministers te doen weten, dat de Kamer, wat de tegen de heer Van Breugel geuite beschuldigingen betreft, zich in middels zelf het ter zake dienend materiaal heeft verschaft, op grond waarvan zij het door haar op 13 Juni 1951 aanvaarde ver slag van de commissie voor de verzoek schriften handhaaft en de verwachting uit spreekt, dat de ministers thans zullen wor den bereid gevonden, om op grond hiervan hun medewerking te verlenen aan de op ruiming va-n de bestaande misverstanden en over te gaan tot intrekking van de be schuldigingen en tot rechtsherstel. De Bedrijfsraad voor het Bouwbedrijf heeft zich tot het College van Rijksbemid delaars gewend met het verzoek, een wijzi ging te willen aanbrengen in de thans gel dende regelingen van lonen en andere ar beidsvoorwaarden voor de bouwnijverheid, waardoor in deze bedrijfstak voortaan de Koninginnedag als een extra verplichte verlofdag zal gelden, waarop derhalve in het algemeen geen arbeid zal worden ver richt. Hiermede keert de bouwnijverheid terug tot een regeling, welke reeds gedu rende enige jaren na de bevrijding werd toegepast. Het is de bedoeling van de be drijfsraad, dat deze regeling reeds voor 30 April van dit jaar zal gelden. Gedeputeerde Staten van Noordholland hebben besloten het provinciaal personeel op 5 Mei, nationale feestdag, des middags van één'uur af vrij te geven. Daar de Zusters Franciscanessen zich uit het bestuur van het R.K. Meisjeslyceum „Sancta Maria" zullen terugtrekken, is thans een curatorium gevormd, bestaande uit dr. B. M. I. Delfgaauw, voorzitter; Th. H. A. M. Hoffscholte, vice-voorzitter; W. J. M. van Ogtrop, penningmeester: dr. J. Hoek, eerste secretaris: mevr. M. L. Bsse. Sloet tot Oldhuys-van Cranenburgh, twee de secretaresse; mej. A. Bolsius; mevr. mr. E. Prinz-van Swaay. Het curatorium zal met ingang van het nieuwe schooljaar het bestuur over „Sancta Maria" overnemen. Mgr. J. M. Groot, vi caris-generaal, is door de bisschop tot bis schoppelijk gecommitteerde voor dit college benoemd. ADVERTENTIE GEHEEL PER UITSTEKENDE VERZORGING VANAF F. 90.- Inl. en geïll. prosp. fzaZcj op aanvraag

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1954 | | pagina 5