DELFTS VERNUFT Franse paragraaf April HERINNERING AAN RAVEL Tieriten man üeMack welsprekender dan woorden Rijk seizoen van Terpsichore Beelden in Stadspark van Groningen Onze Puzzle Er verschijnen dit jaar zoveel dansgroe pen van het eerste plan (en van een grote verscheidenheid) in ons land, dat de ware ballettomanen, die alles willen bijwonen in hun liefde voor de muze Terpsichore, aan het einde daarvan hun faillissement wel kunnen aanvragen. En dan denken wij nog niet eens aan de kennismaking met het onder leiding van Sonia Gaskell te vormen „Nederlandse Ballet" over enige maanden, als alles goed gaat. Martha Graham was nog niet met haar zoveel tegenstrijdige reacties teweeg bren gende Amerikaanse groep uit het Amster damse theater Carré verdwenen, of de Rus sische laarsjes van het uit Moskou gekomen ensemble „Berjozka" schuifelden en spron gen over dezelfde planken, waar vandaag de Martha Graham hier- boven) in haar ver beelding van het le ven van de unieke Amerikaanse dichte res Emily Dickinson, verleden week in het theater Carré door haar en haar groep onder de titel Tetter to the World" ver toond. Hiernaast: de Spaanse virtuoos An tonio met zijn nieuwe partner Rosita Sego via, die vele jaren een der eerste solisten van de Liceo Opera te Barcelona is geweest. De enige manlijke so list naast Antonio is Paco Ruiz, verder ziet men de (debuteren de) flamencodanseres Flora Albaicin. verwachting, want zag men ooit een betere Spaanse danser? Men vraagt zich af hopend dat het zo zal zijn of diens met zorg gevormde gezelschap in staat zal blij ken een (althans artistiek) harmonieus bij hem passende partner als Rosario, waar hij reeds als kind mee werkte, te vervangen. DAVID KONING De Raad voor de kunst te Groningen en de lustrumcommissie van het studen tencorps „Vindicat Atque Polit" hebben besloten ten tijde van de viering van het 68ste lustrum der Groninger Uni versiteit een tentoonstelling van beelden in het Stadspark te houden van 19 Juni tot 18 Juli 1954. Tal van bekende beeldhouwers uit ons land zijn bereid gevonden kunstwerken in te zenden: Mari Andriessen, John. Ra- decker, prof. O. Wenckebach, H. M. We zelaar en anderen. grote Spaanse danser Antonio zijn nog niet zo lang geleden (na zijn breuk met Rosa rio) gevormde gezelschap aan het Neder landse publiek komt voorstellen. Hoogtepunt van dit seizoen wordt moge lijkerwijze de komst van het Sadler's Wells Ballet in het Holland Festival, waarvan zo juist het programma bekend is geworden. Er komen 74 dansers en danseressen, onder wie Margot Fonteyn, Michael Soames, Na- dia Nerina, John Field, John Hart en Alexis Rassine met onder meer de volledige versie van „Het Zwanenmcer" van Tsjaikofsky- Petipa en verder „Eerbetoon aan de Ko ningin" en ,.De driekante steek" (met mu ziek van Manuel de Falla). Maar daar houdt het nog niet mee op. Verwacht worden verder Janine Charrat met haar „Ballets de Paris" en Pilar Lopez de zuster van Argentinita met haar wereldberoemde Spaanse ensemble, José Limon met moderne choreografieën van Doris Humphrey uit Amerika en natuurlijk enkele folkloristische gezelschappen, waar onder in ieder geval een Joegoslavisch, dat ook wel in Bloemendaals Openluchttheater zal optreden. Men heeft nauwelijks de tijd om dit alle maal te verwerken, laat staan het geld om van dit alles kennis te nemen. Tot dusver hebben de ondernemers echter nog geen reden tot klagen: het ballettomane publiek is (gelukkig) nog steeds groeiende. Maar men zou soms wel eens graag wat langer bij nieuwe verschijningen of verschijnselen willen stilstaan. Zoals bij het fenomeen Martha Graham bijvoorbeeld. Terugziende op haar programma's geloof ik inderdaad, dat deze tweede Isadora Dun can belangrijker is door de invloed, die zij bezig is uit te oefenen, dan door haar on middellijke resultaten. Haar dansers zijn in wezen niet meer dan vertakkingen van haar eigen persoonlijkheid, zich vererend en bijna blindelings in dienst van haar in zichten stellend. Of deze laat-expressionis- tische dansvorm eigenlijk een zelfstandig en houdbaar bestaan kan leiden, waag ik te betwijfelen. Maar men heeft intussen kunnen- genieten van een soms wonder baarlijk mooie bewegingsplastiek, waarbij het weinig terzake deed of men wel precies begreep wat er allemaal mee bedoeld werd. Want het theater van Martha Graham stroomt over van bedoelingen. Het is bijna een cultus van het onderbewustzijn. Merkwaardig was ook de geringe relatie met de toch meestal in opdracht gecompo neerde muziek. Merkwaardig is ook dat men zo weinig herinneringen aan persoon lijke prestaties behoudt, al moet gezegd worden dat vooral Matt Turney een diepe indruk heeft gemaakt en dat ook Helen MacGehee en Pearl Lang menigmaal wis ten te boeien. Maar enfin we hebben geen tijd er langer over na te piekeren. We moeten met haastige spoed naar Carré, nu om Antonio te zien. Het hart klopt alweer sneller van begint enkele Zarathustra maten ont- OP 31 October 1923 dirigeerde Maurice Ravel, toen 48 jaar oud, in Den Haag het Residentie-Orkest. Met straffe en strakke hand leidde hij ondermeer zijn La Valse: de uiterlijke onbewogenheid van zijn directie stond in een merkwaar dige tegenstelling tot de exuberantie der geluidsgolven die uit deze, als door een vergrootglas geziene walsmuziek opda verden tegen de wan den van het Gebouw voor Kunsten en We tenschappen. Een zelfde ervaring had ik eens bij Richard Strauss' dirigeèrkunst toen deze zijn Also sprach Zarathustra leidde. Zoals men zich zal herinneren, pianissimo, maar na plooien zich geleidelijk alle krachten van het orkest om een machtig fortissimo te bereiken: de verbeelding van de dageraad en zonsopgang. Doch Strauss deed, alsof dit alles hem volstrekt niet aanging en di rigeerde alsof het niet anders dan een re genachtig zonnetje gold. Toch was er verschil. Bij Ravel trof mij een gewilde onaandoenlijkheid, een zich schuil houden van de emotie. Bij Strauss, die ontzeggelijk een veel grotere dirigeer- techniek bezat, geleek het op een verloren gegane belangstelling in vroeger gecompo neerde werken, een vermoeidheid ten op zichte van zijn eigen kunst. Dit alles zijn slechts persoonlijke indrukken. Nu ik ze neerschrijf, valt het mij op, hoe ik hier twee figuren samenbreng, die bij alle ver schillen, in hun kunst ook overeenkomsten bezaten. Ravel en Strauss waren beide meesters in de orchestratie, legden soms het zwaartepunt hunner muziek naar het raffinement van het orkestkleed - zij wa ren in wezen virtuozen der compositorische kunst. Na het concert, waarop Ravel als com ponist en dirigent werd gehuldigd, was er nog een bijeenkomst van musici en mu- ziekvrienden, die - door welke toevallig heid dan ook - bij mij thuis werd gehou den, hoewel ik de componist tevoren nooit had ontmoet. Het. was uit de aard der zaak een voorrecht de grote man in ons midden te hebben en wij hoopten hem over zijn werk (en over de kunst in het algemeen) aan het spreken te krijgen. Maar dit laatste viel tegen. Want de cher Maitre, hoffelijk, maar gesloten van aard, zei weinig, althans weinig essentieels. Er werd echter nog geanimeerd gemusi ceerd; wij speelden zijn Trio, waar hij met belangstelling naar luisterde en hij ging zelf aan de vleugel zitten om enkele van zijn pianowerken te laten horen. De zeer bekende en fijnzinnige Sonatine speelde onze gast geheel, daarna fragmenten uit de geraffineerd-moeilijke suite Gaspard de la Nuit. Men voelde uit dit spel de geest van de scheppende kunstenaar, maar tege lijk een blijkbaar geslonken belangstelling voor de problemen van het pianospel, problemen die Ravel zelf zo overduidelijk in zijn pianowerken aan de orde had ge steld. „Neen, stude ren doe ik niet meer, daar kom ik niet meer toe", bekende hij na afloop. En de zelfde stugheid die 's meesters dirigeren kenmerkte, toonde - afgezien van het niet meer paraat zijn van het pianistische kunnen - zijn wijze van spelen. De aanslag was scherp en stekend, de voordracht indifferent. Toch: welk een musicus! De kleurenrijkdom van zijn orkest- en pianowerken negeerde hij als uitvoerder, maar ze schittert in fantas tische weelde in zijn partituren. Men heeft Ravel (1875-1937) natuurlijk veel met zijn dertien jaar oudere landge noot Claude Debussy vergeleken en paral lellen getrokken tussen de kunst van beide meesters. Er zijn zeer sterke overeenkom sten, maar de jongere Ravel is zeer zeker geen epigoon van de componist van Pelléas et Melisande. In het streven de Franse muziek weer tot haar oorspronkelijke zui verheid, haar ware Gallische wezen terug te voeren, komen Debussy en Ravel over een, maar hun wegen lopen uiteen. De persoonlijkheden waren even verschillend van karakters als hun kunst. Bij Ravel scherpe tekening, markante rhythmiek, een neiging tot brillante vir tuositeit in zijn klaviermuziek (Gaspard de la Nuit, Miroirs, Toccata uit le Tom- beau de Couperin, de twee klavierconcer ten), een trouwer vasthouden aan overge leverde vormen en zelfs aan harmonische schema's dan voorheen, bij Debussy een improviserend voortdromen in klank, een vrijheid als in een droom beleefd, een meer dan eens wegmijmeren in schoonheid: ge voelens van geheel andere aard dan Ravel ze althans naar buiten wil tonen. De ontmoeting met een kunstenaar van de betekenis van Maurice Ravel is alleen daarom al een belevenis, omdat zij ons confronteert met meer dan mer. een per soonlijkheid alleen. Zij brengt ons in aan raking met een belangrijke vertegenwoor diger van een bepaalde cultuurperiode. En de herinnering daaraan wordt iets kost baars in ons leven. WILLEM ANDRIESSEN. PARIJS, April Het is hier nu zo ongeveer voorjaar. Er zit alweer wat groen aan de bomen in de Jardin du Luxem bourg, al waaien de vorige bladeren nog om de koude stammen. De bak van de fon tein op de hoek van de Rue de Medicis is opnieuw met water gevuld (niets is zo winters als een lege fonteinbak met rom mel erin en met vlekken van vogeltjes). Als het druk is in de Métro is het er zwe terig warm. Over de schouder van een triest meisje in goedkoop bont kijkt men de koperen hagedis aan die zij als sieraad draagt: een kortstondige gewaarwording van intimiteit, alsof men het zelf jaren ge leden cadeau had gedaan zulke dingen zijn soms plotseling van betekenis, totdat de avondzon op een autospatbord duidelijk maakt dat zij alle onwaar zijn en dat het leven bijvoorbaat is ingedeeld in precies gelijke moten van zakelijke gewoonten. De open caféterrassen zijn ook weer in gebruik genomen. Er komen zelfs Engelse toeristen op zitten, jongens in blauwe bla zers met blozende konen en meisjes die hun zusjes zijn. Er komen andere jongens voorbij die een soort feestnummer van l'Humanité aan de man moeten brengen, een vrolijk uitziende krant met een rode guirlande op de voorpagina. Even later komt een oude man aanhuppelen, met pas jes vooruit, achteruit en opzij, zijn winter jas danst om zijn kuiten; dan haalt hij een busje tevoorschijn dat hij onder de neuzen van de bezoekers op het terras gaat hou den. De kellner zegt dat hij niet lastig mag zijn, maar dat is hij ook niet, hij haalt al leen zijn geld op en geeft dan pas de voor stelling waarvoor men kijkgeld heeft be taald: hij steekt zijn kin zo ver vooruit dat zijn onderlip om het puntje van zijn spitse neus heen krult lelijk om te zien, want hij moet zijn lip voor een deel binnenste buiten keren om het te bereiken. Men be seft dat het, als menselijke lippen er altijd zo uitzagen, verboden zou zijn om een ge zicht naakt in het openbaar te vertonen. Dan huppelt hij verder, niemand slaat acht op hem. 's Avonds is het nog meer voorjaar in het Poolse eethuisje, waar om de lange middentafel de studenten dicht opeen zit ten. Er zijn meer mannelijke dan vrouwe lijke bij. Terwijl sommigen paarsgewijs in intiem gesprek zijn. zien anderen zwijgend maar niet verongelijkt om zich heen. Even later is dan ook alles veranderd, het gezel schap is geschud als een pak kaarten zon der dat iemand van plaats verwisseld is. en nu zijn het anderen die om zich heen zien of luid meezingen op de wijsjes die twee van hen op een guitaar en een bala laika spelen. Het heeft iets van een ritueel, dat wel slordigheden toelaat maar toch duidelijk begrensd is aan de kant van de hebzucht. Er komt een jonge schone bin nen van een Italiaans type; zij houdt sou- verein een koele wang voor aan de man nen aan het éne eind van de tafel, voert een kort gesprekje en vertrekt dan na nog een sobere blik op het gezelschap te heb ben geworpen. Als er een onbekende vrouw binnen komt. juichen allen haar toe. zon der inhaligheid, en zij lacht terug zoals het haar betaamt; nergens wordt waarschijn lijk zo'n spel even goed gespeeld als hier de slimheid waarmee men ziet wat het „eigenlijk" betekent, geeft alleen maar misverstanden. Op straat is het daarna verbazend rustig, op de Boulevard St. Germain lopen alle mensen ordelijk voorbij en de étalages, waar niemand voor stilstaat, zijn tot in de uiterste hoeken helder verlicht. Heel Parijs ten Zuiden van de Seine lijkt zich nu rustig uit te strekken; in de cafés wordt bedaard geconverseerd, of zelfs dat niet eens; in de hoge donkere straten laat hier en daar een man met de hoed over de ogen getrok ken een hondje uit; gesloten auto's stop pen bij de verkeerslichten, maar schieten dadelijk weer zo snel mogelijk weg; in de schaduw van iedere donkere blinde muur blijkt als men vlak bij is een man te staan, die iets uitlegt aan een meisje dat wat klei ner is dan hijzelf en daarom naar hem op ziet. Na middernacht loopt men over de lege Place St. Sulpice, en schrikt van de lelijke letters van de aanplakbiljetten op de Mai ne van het zesde arrondissement; zij spre ken alle van oproepingen en aanmeldin gen en uiterlijke data, en het maakt ten slotte waarschijnlijk geen verschil dat de drie agenten voor de politiepost elkaar fluisterend familiegeschiedenissen vertel len. Geen Franse film over Van Gogh Jean Renoir heeft afgezien van zijn plan nen om een film te maken over het leven van Vincent van Gogh. Hij weigerde om een film te vervaardigen met een beschei den budget en toen bleek, dat de middelen die hem ter beschikking zouden staan te gering waren in zijn ogen, heeft hij voor lopig althans het project laten varen. (Van onze correspondent in Washington) IN gezelschap van Delftse studenten willen wij altijd ongaarne het woord nemen, omdat zij zo sterk zijn in het ont dekken van redeneerfouten. Zij worden daar nooit boos om, maar lachen vergoe lijkend, hetgeen erger is. In hoeverre hier voedsel ligt voor het sluimerende conflict met Leiden willen wij thans niet nagaan. Wèl is ons bekend, dat die van Delft te Leiden veelal „de fietsenmakers" worden genoemd. Leiden toont daardoor in elk geval te beseffen, dat de studie in Delft iets met de techniek uitstaande heeft. Het is inderdaad opmerkelijk hoever de Delftse studenten de techniek in hun privéleven binnen laten. Dat blijkt bij het afgaan van vele hunner wekkers, waarbij automa tisch gordijntjes openschuiven, radio's aan zwellen, theelichtjes opflakkeren en nog veel meer dingen gebeuren, waardoor het opstaan tot een redelijker tijdstip kan wor den uitgesteld. De ideale toestand, waarbij als gevolg van de trillingen der afgaande wekkers ook alle verdere bezigheden van de dag buiten de mens om kunnen plaats vinden, is een onderwerp van diepgaande studie. Helaas zou in dat geval het uit gangspunt, de wekker zelve, vrij zinloos worden. Welke mogelijkheden er overigens op dit terrein liggen hebben wij gezien in het Electro-Technisch Laboratorium van de T.H. aan de Kanaalweg (een van de wei nige Kanaalwegen in ons land, die metter daad aan een kanaal liggen). Want te midden van allerlei apparatuur, die de techniek voor de medische wetenschap heeft uitgedacht en waarvan de werking ons zelfs door een hoogleraar niet verduide lijkt kon worden, troffen wij daar een aar dig klein robotje met hondeneigenschappen. De vorm van het hondenlijf is er nog niet in tot uitdrukking gebracht; het is een kastje met een opstaand buisje en drie knoppen. In het buisje wordt door middel van opvlammend rood licht het „water tanden" van de hond uitgebeeld, wanneer men zo goed is de middelste knop „bief stuk", in te drukken. Daarnaast bevindt zich de knop „belletje". Wanneer men die indrukt gebeurt er voorshands niets, maar drukt men haar enige malen tegelijkertijd met de biefstuk in, waardoor de hond leert „hoor, de bel luidt, dit wil zoveel beduiden als biefstuk", dan zal hij ook reeds rood licht op de rug vertonen (watertanden) wanneer men slechts de knop „belletje" indrukt. Blijft men daar echter mee voort gaan en gierig de duim van de knop „bief stuk" afhouden, dan voelt de robot-hond, dat men een loopje met hem neemt en ofschoon honden in avonduren gaarne een loopje met zich laten nemen water tandt hij steeds aarzelenden Tenslotte rea geert hij in het geheel niet meer. Het stemt tot voldoening, dat men hier dit trouwe huisdier, zij het nog niet geheel in zijn natuurlijke omtrekken, een plaatsje heeft gegund. Het gaat tenslotte om het binnen werk: de zenuwen, die reageren op de prikkels van buiten (de knopjes), zijn er in de vorm van draden zó rijkelijk in ver tegenwoordigd, dat men er bij het zien er van zelf zenuwachtig van wordt. In die conditie zou men zich nu juist 3 het best hebben kunnen onderwerpen aan een behandeling met de psycho-galvanische reflexmeter, die ernaast was opgesteld. Het toestel wordt ook wel leugen-detector ge noemd maar de werking ervan is zo grof, dat men ook wel héél grof moet staan jokkebrokken, wil de wijzer ervan gaan zwieberen. Urenlang hebben studenten en professoren met duivelse lachjes de meest stuitende onwaarheden aan dat ding staan vertellen zonder dat het reageerde. Het ge heim was dat er niet van ganser harte werd gelogen, zelfs niet door de jongen die zei: ,,'t kan me niks schelen dat Anne- marie de volgende maand gaat trouwen". Wanneer dat werkelijk gebeurt treedt er een toestand van emotie in, die zich onder meer manifesteert in een zwakker worden van de huidsweerstand. Slechts dan slaat de wijzer door. Om dat tóch te doen zien, bewoog zich onopgemerkt tussen het pu bliek een student met een naald. En wan neer deze met kracht in het zitvlak van de proefpersoon werd gedreven trad een emo tie in die ook door het toestel werd opge merkt. Het is dus in het algemeen nog grof werk, dat helaas nog niet toegepast kan worden bij de redenaars voor de komende Statenverkiezingen. Voorts hebben wij aan een dikke ketting een cobaltbom van 920 kilo zien hangen. In het bijzijn van enige onthutste werksters hebben wij ons door een student laten uit eenzetten hoe men de straling van het radio-actief cobalt naar buiten kan doen treden. „Als je daar langer dan een.minuut voor staat ga je de pijp uit", zo deelde deze woordvoerder ons mede. ,,'t Is hier trou wens helemaal een beetje fadio-actief", ^voegde hij er aan toe. Ter geruststelling van de lezer kunnen wij zeggen, dat wij ons in goede welstand bevinden. Zo zich enige van de genoemd» activiteit aan het papier van dit manuscript zou hebben medegedeeld, dan kunnen w!J mededelen dat het papier onder de zetters is verdpeld. Wat er na het drukken nog in is blijven zitten, zal er grotendeels wel door de correctoren zijn uitgehaald en wat er nog mogelijk overbleef is over tiendui zenden exemplaren verdeeld, zodat hetgeen men in de huiskamer krijgt wel een héél klein pietsie moet zijn. KO BRUGBIER. In Washington, de hoofdstad van de Verenigde Staten, werken ongetwijfeld vele mannen en vrouwen met volledige toewijding en ontzaglijke geestelijke en physieke inspanning aan het welzijn van hun eigen land en van de gehele wereld. Zij zijn de vertegenwoordigers van Amerika op zijn best. Maar tevens is het een feit, dat ook de representanten van Amerika op zijn slechtst zich in Washington ophouden: ver tegenwoordigers van financiële belangen, die druk oefenen op politici, speculanten en gokkers, die via de politiek hun rad van fortuin trachten te besturen, politieke be,- kladders en insinueerders, baantjesverkopers en invloedventers. Het is goud waard, dat er in een stad, waar zulk een voortdurende strijd gaande is "And I'd Still Like To See You Become President'' tussen integriteit en gedraai, tussen bekwame leiding en infame misleiding, dagelijks in de belangrijkste courant een j prent verschijnt van Herblock, n \y".\JJ 1 de caricaturist, die voor Ame- I rika even grote betekenis aan "fl het krijgen is als David Low raf# voor Engeland verworven heeft. Nergens wellicht spreekt fff Amerika's geweten zo klaar I II en zuiver als in Herblock's WWr\ tekeningen. ff Behalve in de belangrijkste courant van de hoofdstad *•- de „Washington Post" ver- schijnen deze spotprenten in Xl/Vv honderdvijftig andere bladen, y M verspreid over geheel Ame- Ui rika, maar ook in de „Econo mist" te Londen en de „Eve ning Post" te Tokio. Herbert Block, die zijn werk met „Herblock" signeert, is een eenvoudige, jonge man' van vierenveertig jaar. Niet iedere man van die leeftijd /f *1/ kan men jong noemen, maar /y Jv hij is het. Uiterlijk en inner- Nx r lijk. Hij heeft een frisheid, yy een simpelheid, een humor, die ronduit weldadig zijn. Zo vaak, in het politieke gepraat te Washington, draait men gewichtig doende in een kringetje rond. Herblock weet cirkels te doorbreken, hij kent de remedie tegen zwaarwichtigheid: een nuchter- scherpe tekening van de ware situatie, of (als hij meepraat) een simpel-rake op merking, die meer zegt dan menige lange redevoering. Ik heb Herblock gevraagd of ik een paar van zijn caricaturen mocht publiceren en als een uitstekend voorbeeld van zijn simpele scherpte voeg ik bij dit artikel een plaat, die te Washington veel indruk gemaakt heeft. Ik zou het zeker niet willen uitsluiten, dat Eisenhower zelf de critiek ter harte heeft ge nomen. Men ziet hier de een- Tire!" voudige burger (altijd het- - 1 zelfde mannetje in deze te- J keningen), die op zijn jasje a - i nog het verkiezingsspoldje „I like Ike" draagt. Dat simpele grimmig uitziet: „En ik zou nog altijd graag zien, dat u ,lWï ligt een krant met het nieuws, dat Stevens gezwicht is voor had men te Washington het j gevoel, dat Eisenhower nog C\XJIin*//fb^li/ Rï Jli zeer beducht was voor een fail/ jV—-pj- J breuk met McCarthy en te [f weinig leiderschap toonde bij 1/ [f Sjfff de bestrijding van diens fa- fwi tale invloed. Inmiddels is de 7 'fö/- ff - Hb' president krachtiger geworden -•jraST.y yvTffT in zijn uitspraken en heeft hij .vmmWHb zijn morele steun aan Stevens gffik Toch zijn mensen als Her- s Dlock er niet gerust op, dat Ijjft Eisenhower thans tal door- O zetten. Nog altijd schijnt het ir mogelijk, dat men hem zal overhalen om te helpen bij- leggen en verzoenen, wat in wezen onverzoenbaar is: hysterisch nationalisme en vrijheid. Reeds in 1949 zag Herblock scherp welke waarden in zijn land werden bedreigd. In een meesterlijk- eenvoudige tekening gaf hij weer hoe een figuur Hysteria genaamd met een emmer water de vlam wilde gaan blussen dia brandde in de fakkel van het vrij heidsbeeld.. Helaas is deze prent van vijf jaar geleden nog niet verouderd. Horizontaal: 1. bijrivier van de Drau, 3. rivier iin Italië, 8. titel (afkorting), 9. vltug, willig, 10. deelstaat (Javaans), 12. deel van de mast, 13. knaagdier, 14. nationaliteifs- teken van vliegtuigen voor Noorwegen, 15. mondwater, 17. op die plaats, 19. atmos feer, 20. jongensnaam, 21. Javaans adellijk praecficaat (afkorting), 22. rivier Ln Zuid- Italië), 24. dorp in Zuidholland, 26. voor voegsel, 27. zijtak Dnjepr, 28. dorp in Gel derland. Verticaal: 1. rivier in Spanje, 2. uur, 3. deel, 4. personificatie van de toorn (Ro meinse mythologie), 5. water in Noord- Brabant, 6. stad in Bulgarije aan de Zwarte Zee, 7. schuurmiddel, 9. stuk hout, 11. spe lonk, 14. schaapkameel, 16. gemeente in België, 17. juffrouw, 18. rivier in Zwitserl. en Frankrijk, 20. zuiveringszout, 21. wiel, 22. zwemwiek, 23. wolvlokje, 25. boom. oplossingen onder de aanduiding „Oplos sing Puzzle" uiterlijk Dinsdag 17 uur ont vangen zijn aan een van onze kantoren ia Haarlem: Grote Houtstraat 93 en Soenda- plein 37, of IJmuiden: Kennemerlaan 186. Winnaars van de vorige puzzle zijn: 1. J. G. F. Veenhuijsen, Feithlaan 18, Driehuis-Velsen 7.50. 2. R. E. Schultz, VrecJenhoMraat 10, Haarlem, 5. 3. Inez Kammeijer, Adriaan Pauwlaan 29, Heemstede, 2.50. De oplossing van de vorige puzzle is: Horizontaal: 1. Haarlem, 7. ar, 8. os, 10. er, 12. arm, 14. el, 15. Eem, 17. dak, 18. immer, 19. los, 21. aga, 23. eb, 24. ark, 26. ra, 27. pa, 28. eg, 30. Nijmegen. Verticaal: 2. Aa, 3. ara, 4. lom, 5. es, 6. Heerlen, 9. Alkmaar, 11. re, 13. romer, 14. Om mee te dingen naar de drie geld- e.a., 16. mis, 17. dra, 20. Ob, 22. gr., 24» prijzen ad 7.50, 5.— en 2.50 moeten aam, 25. keg, 27. pij, 29. ge.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1954 | | pagina 15