Onze Puzzle
„Twee eeuwen Franse Mode"
Op bezoek bij Lya Sten
Schortje met drie
grote zakken
ZATERDAG 12 JUNI 19 54
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
9
Geen vlees,
toch smakelijke jus
Geschenk van Zuid-Afrika
HAARVERF-METHO DE
MOLENDIJK'S KAPSALONS
Rebecca Meljado in
katholiek gezin geplaatst
Een kostbaar
document
Rij wiel vier daagse
West-Duitse binnenscheep
vaart streeft naar
modernisering
Verkooplokaal NOTARISHUIS
INBOEDELVEILING 22/25 JUNI 1954
Psychiatrisch onderzoek
in de zaak tegen Chr. v. d. B.
WANDELINGEN LANGS OUDE TIJDEN
Horizontaal: 1. dans
partij, 4. huisdier, 6-
voorzetsel, 8. Limburgs
baksel, 11. houten
klepper, 13. aardsoort,
14. door erfenis ver
krijgen, 16. nauwe ope
ning, 18. kaasworm, 20.
schone jongeling, 23.
steenkolenwagen, ach
ter de locomotief, 26.
maagafdeling der koe,
27. stad in Opper-
Italië, 30. Europeaan,
31. wandversiering, 33.
voorzetsel, 34. ontken
ning, (spreektaal), 36.
schrikbewind, 40. boom
43. lichtbundel, 45- zeer
snel lopen, 47. heilige
stier der oude Egyp-
tenaren, 49. meisjes
naam, 50. goud en zil
ver zijnmetalen,
52. meisjesnaam, 53.
slotdeel van een lier
dicht, 56. munt in Ja
pan, 57. haarkrul, 58.
schrijft men mee, 59.
vlies, vel.
Verticaal: 1. een der
drie afmetingen (afk.),
2. de begane grond,
3. luitenant (afk.), 4.
aardsoort, 5. voorzet
sel, 6. lichaamsdeel, 7.
gemeente in Gelderland, 8. heen en weer
(afk. Latijn), 9. inwendig lichaamsdeel, 10.
meisjesnaam, 12. bezonnenheid, 15. interest,
17. boom, 19. schuurmiddel, 20. waterstand
(afk.), 21. schande, 22. bijwoord, 24. stad aan
de Roer ten Oosten van Aken, 25. afkoring
van zekere godsdienst, 28. rivier in Duits
land, 29, honigdrank, 32. hoop, 33. een preek
houden, 34. naschrift (afk.). 35. muziekoefe-
ning, 37. een der profeten, 38, reeks, 39. Zwit
sers kanton aan de Zuidkant van het Vier-
woudstedenmeer, 41. lichaamsdeel, 42. schei
kundig teken voor tin, 44. vis, 46. houten
bakje, 48. geit, 49. vlug, 50. boom, 51. voeg
woord, 54. voorzetsel, 55. lengtemaat.
Om mee te dingen naar de drie geldprij
zen ad 7.50, 5.— en 2.50 moeten oplos
singen onder de aanduiding „Oplossing
Puzzle" uiterlijk Dinsdag 17 uur ontvangen
zijn aan een van onze kantoren in Haarlem:
Grote Houtstraat 93 en Soendaplein 37 of
IJmuiden: Kennemerlaan 186.
Winnaars van de vorige puzzle: A. Ver
poorten, Kleverparkweg 230, Haarlem 7.50.
Mevrouw W. HoekstraVisser, Bonekamp
straat 17, IJmuiden 5.—. N. Vriesekoop,
Visserseinde 22, Spaarndam 2.50.
De oplossing van de vorige puzzle is
Horizontaal: 1. berg, 4. aker, 7. oer, 8. leed,
9. Kent, 11. fornuis, 14. gei, 15. Tegelen, 19-
elan, 20. zode, 21. den, 22. Norg, 23. naaf.
Verticaal: 1. Belg, 2. roef, 3. gedogen, 5-
kneu, 6. rats, 9. kniezen, 10. nik, 12. rel, 13.
bel, 15. teen, 16. gaar, 17. nona, 18. zeef.
cVoor de^Urouw
Nu het vlees duur is en het de meeste
huisvrouwen wel onmogelijk zal zijn
iedere dag vlees op tafel te zetten, zullen
we af en toe naar onze „oorlogsjus" moe
ten teruggrijpen. Gelukkig kunnen we
toch nog wel een iets smakelijker jus of
saus makan dan toen, omdat tijdens de
oorlog ook zelfs veel smaakgevende toe
voegsels op het laatst niet meer aan
wezig waren.
Willen we een saus maken in de kleur
van de jus dan zullen we enkele hulp
middelen moeten toepassen, b.v. het toe
voegen van wat koffiestroop. Ook kunnen
we droge bloem in de koekepan bruin
branden onder voortdurend roeren (niet
donkerder dan de kleur van een hazel
noot, anders smaakt ze branderig). Het
voordeel hiervan is dat men voor een hele
tijd gelijk kan maken. Ook kan men boter
en bloem samen bruin maken in een
braadpan.
Bruine saus
1. water (plm. 2 blokjes), óf bouil
lon öf groentenat, 20 gr. bloem 2/2
lepel), 20 gr. margarine, (1 lepel
tomatenpurée) of/tomaat, aroma of
marmite, peper, zout.
De margarine in een braadpan smelten.
Bloem toevoegen en het mengsel onder
goed roeren bruin latten worden. (Toma
tenpurée of tomaat even meebruinen).
Uiensaus
V2 1. water, bonenwater of bouillon,
1 grote ui, 20 gr. bloem, 20 gr. mar
garine of spekvet, azijn, peper, zout
en aroma.
De bloem in een koekepan langzaam
lichtbruin branden. Margarine of vet smel
ten en hierin de gesnipperda ui fruiten.
Het vocht hieraan toevoegen, en alles
binden met de aangemengde bruine bloem.
De saus op smaak afmaken met peper,
zout, azijn en eventueel aroma.
Tomatensaus
V2 1. water en bouillonblokjes of
bouillon, 2 a 3 eetlepels tomaten
purée of 6 verse tomaten, 1 uitje,
iets melk, 20 gr. bloem, 20 gr. mar
garine, peper en zout.
Het' uitje snipperen en, indien verse to
maten worden gebruikt, deze klein snij
den. Deze of de tomatenpurée met het
gesnipperde uitje in de boter of de mar
garine' fruiten. Het vocht toevoegen en
aan de kook brengen. De bloem aanmen
gen met wat melk en de saus hiermee
binden. Naar smaak zout, peper en aroma
toevoegen.
Lya Sten aan de arbeid in haar atelier.
miniatuurkraag van zijn overhemd zit
feilloos. „Daar heb ik een stukje papier
in verwerkt," onthult Lya Sten. „In de
loop van de tijd leer je vanzelf allerlei
foefjes en vaak doe je in het klein de
ene uitvinding na de andere. Kijk eens
naar dat tullen mutsje van het boerinne
tje. Die randjes staan zo stijf uit, omdat
ik langs de omtrek gluton heb ge
smeerd.." Het is inderdaad een prachtig
gesteven muts en nu ontdek ik ook, dat
zelfs de figuurnaadjes in het jakje niet
ontbreken.
Aan de onderkant van de poppen zit
een pen, die steeds op verschillende
plaatsen in de grond kan worden ge
boord, wanneer de figuurtjes zich ver
plaatsen. Dat is zo een van de geheimen
van de smid en tevens het laatste, dat ik
u verklap. Als u weer eens in de
bioscoop zit en een filmpje van Joop
Geesink bewondert, bedenk dan maar
gerust, dat het succes althans voor een
gedeelte aan Lya Sten is te danken.
TINEKE RAAT
ADVERTENTIE
Sinaasappelen voor ziekenhuizen
ADVERTENTIE
PRACHTIGE RESULTATEN
met NIEUWSTE en SNELSTE
eerste en enige in Nederland
Santpoorterplein 1 Telefoon 19706
Buslijnen 3 en 4
Scherpe critiek van Joodse zijde
De Amsterdamse Voogdijraad heeft
thans officieel medegedeeld, dat besloten
is het 13-jarige Joodse oorlogspleegkind
Rebecca Meljado in een katholiek pleeg
gezin te plaatsen.
In een commentaar op dit besluit schrijft
het Nieuw Israëlitisch Weekblad onder het
opschrift: „Onduldbaar" onder meer: „Deze
beslissing komt misschien voor de een als
een schok, voor de ander als een logisch
gevolg van de wederwaardigheden van dit
Joodse meisje. Maar dan toch alleen, zo
lang hij geen kennis heeft genomen van de
omstandigheden waaronder dit gebeurd is.
Want wie deze hoort moet wel met de
grootste verontwaardiging zich verzetten
tegen een handelwijze, die kennelijk is in
gegeven door andere overwegingen dan het
belang van het kind".
„Joodse instanties" zo gaat het artikel
verder „hebben geen gelegenheid ge
kregen om met het kind in contact te ko
men. Zelfs bevoegde, deskundige Joodse
psychologen werden geweerd en dat on
danks het feit, dat het meisje oorspronke
lijk aan een Joods pleeggezin zou worden
toegewezen. De Voogdijraad heeft zich dus
alleen laten voorlichten door een niet-
Joodse, „neutrale" instantie. Deze is tot
de conclusie gekomen, dat men het kind
niet in een katholiek, maar in een neutraal
gezin diende onder te brengen om op deze
wijze de overgang naar het normale leven
mogelijk te maken. De Voogdijraad heeft
nu dit rapport in de wind geslagen: de
meerderheid heeft besloten om tegen het
deskundig advies in een katholiek gezin
aan te wijzen, daarbij een stap verder
gaande op de weg van rechsverkrachting
en onderdrukking van de Joodse minder
heid".
Aan het slot van het artikel wordt ge
zegd: „Wij Joden vatten deze beslissing op
als een slag in ons ge*icht".
„U hebt blijkbaar altijd van diefstal ge
leefd en nooit gewerkt". Dit zei de presi
dent van het Amsterdamse gerechtshof, mr.
W. A. Vos, Vrijdag tegen de 26-jarige Chr.
van den B. uit Delft, die als beroep had
opgegeven: behangseldrukker. Mr. Vos had
tevoren de doopceel van de verdachte ge
licht: in 1944 op 15-jarige leeftijd
wegens inbraak een jaar tuchtschool, in
1947 wegens diefstal 4 maanden, in 1948
wegens inbraak 9 maanden en voorwaar
delijke terbeschikkingstelling van de rege
ring en in 1951 wegens diefstal 1 jaar.
Op 8 April is deze verdachte door de
Haarlemse rechtbank wegens twee ten laste
gelegde inbraken in Haarlem veroordeeld
tot vijf jaar gevangenisstraf. De verdachte
heeft voorts bekend diefstallen te hebben
gepleegd in Laren, Hilversum (enige ma
len), Haarlem (2 maal), Bloemendaal (2
maal), Aerdenhout (4 maal), Velsen (2
maal), maar ontkende zeven inbraken in
Laren te hebben gepleegd. Verder heeft
hij bekend dat hij in Delft een auto
heeft gestolen, daarmee naar Breda is
gereden en daar heeft ingebroken.
Verdachte is op 10 November op het
station te Bussum aangehouden en kort
daarop is hij uit het politiebureau te Bloe
mendaal gevlucht. Later is hij opnieuw
gearresteerd.
De procureur-generaal, mr. J. F. Hoeffel-
man, vroeg het gerechtshof een psychia
trisch rapport over de verdachte te laten
uitbrengen. Het gerechtshof besloot hier
toe en stelde de zaak in handen van de
rechter-commissaris te Haarlem.
ADVERTENTIE
is voor velen het
Middenstandsdiploma
In bepaalde omstandigheden hebt V
het absoluut nodig. Resa-Hilversum,
de alom Bekende Schriftelijke Cur
sus, met een ruim 25-jarige er varing,
leidt U op de beste, prettigste en
voordeligste manier op tot U het
diploma hebt behaald. Vraag om
gaand prospectus. Het verplicht U
tot niets en het kan U een jaar
studie schelen l
V
Vijftig kisten met sinaasappelen die Vrij
dagmiddag met de „Oranjefontein" uit
Zuid-Afrika in de haven van Amsterdam
arriveerden, zijn in het hoofdstedelijke
stadhuis in opdracht van de Zuid-Afri
kaanse ambassadeur, kolonel P. I. Hogen-
hout, symbolisch overhandigd aan het col
lege van burgemeester en wethouders. Zij
zijn een geschenk van de Zuid-Afrikaanse
„Sitrusnywerheid" en bestemd voor Neder
landse ziekenhuizen.
Driehonderd jaar geleden, op 11 Juni
1654, bracht een klein Nederlands schip,
„De Tulp", de eerste oranjeboom naar de
Zuidpunt van Zuid-Afrika, de Tafelbaai.
Aldus staat geschreven op een oorkonde die
eveneens werd aangeboden. Deze oorkon
de, ondertekend door de burgemeester van
Pretoria, de heer H. Muller, vermeldt ver
der hoe „die pioniersdaad de opbouw mo
gelijk heeft gemaakt van een grote inter
nationale handel, die een erfenis van de
voorvaderen mag worden genoemd". „En
waarvan wij allen de vruchten plukken en
zelfs eten", zei burgemeester mr. Arn. J.
d'Ailly.
De Alphense Rijwielvierdaagse, de zoge
naamde LAURA-rit wordt gehouden van
20 tot en met 23 Juli. Op de eerste dag
wordt 130 km. gefietst. De tocht gaat dan
over Woubrugge, Haarlemmermeer, Lisse,
Hillegom, Heemstede, Haarlem, Bloemen
daal, Zandvoort, Vogelenzang, Noordwijk,
Katwijk, Oegstgeest en Leiden terug naar
Alphen.
De tweede dag (133 km) wordt gereden
over Nieuwkoop, Hilversum, Huizen, Am
sterdam, Aalsmeer en Ter Aar.
Het parcours op de derde dag is 125 km.
lang en leidt over Bodegraven, Utrecht,
Zeist, Utrecht, Harmeien en vandaar weer
langs de Oude Rijn tot Alphen.
Het 130 km. lange traject op de laatste
dag brengt de LAURA-rijders tenslotte in
Hazerswoude, Rotterdam, Alblasserdam,
Schoonhoven, Bodegraven, waar de deel
nemers zich verenigen om in lange colonne
naar Alphen te gaan. De eerste drie ritten
moeten binnen 10% uur worden volbracht,
de laatste rit binnen 10 uur.
Vraagt geïllustr. catalogus
P. F. L. DE RIDDER
HARTENSTRAAT 21, A'DAM C.
BONN (ANP) In Duisburg is een
proefinrichting voor de binnenscheepvaart
geopend, welke ten doel heeft onderzoe
kingen te verrichten voor de verbetering
van de vorm, de aandrijving en de uitrus
ting van binnenschepen. Professor L.
Brandt, staatssecretaris voor Verkeer van
het land Noord-Rijn-Westfalen, heeft bij
gelegenheid der ingebruikneming der
proefkanalen verklaard, dat een moderni
sering van de binnenvaart dringend nodig
is wil deze de concurrentie tegen spoor en
auto op de duur volhouden. Hij wees erop,
dat het aandeel van. de Duitse binnen
scheepvaart aan het totalè verkeer is te
ruggelopen tot 28 procent, nadat het voor
de oorlog bijna 55 procent heeft bedragen.
ADVERTENTIE
*5 Dir. W. N. WOLTERINK
vSF Bilderdijkstraat bij de Zijlweg
HfSsfe Haarlem Tel. (K 2500) 11928
Inzendingen van huisraad worden dagelijks
aangenomen. Eigen afhaaldienst
Amsterdams gerechtshof
„Robe a la frangaise" (uit de tijd van
Louis XV)
romain, de onderkant van de japon in-
geknipt tot „riempjes" die met kralen
bezet zijn. „Griekse vaas" heet deze
vormloze dracht.
Er is zo oneindig veel meer te zien:
beeldige waaiers in de vitrines, de zware
hoedenschuiten en de kleine bloemen
hoed j es, de bespottelijke „autokap", de
grappige gepunte schoentjes en de ho
ge knooplaarsjes, de geborduurde kous
en de nauwe corsetjes, het prachtige
kamerscherm en het geverfde behang.
Daarmee is nog niet de helft opge
noemd. Neen, het beste is dat u zelf
eens gaat kijken en u laat bekoren en
charmeren door „Twee eeuwen Fran
se mode". ANNEKE
Japon van witte surah (2e Keizerrijk)
gint met het 18e eeuwse Franse ge
zegde: Men mag wel anders denken dan
zijn tijd, maar men mag zich niet an
ders kleden. Dit is tekenend voor de
belangrijke taak die de mode in de cul
tuurgeschiedenis heeft.
Wie zich wil laten bekoren door de
wonderen van gratie op deze tentoon
stelling, doet verstandig eerst de cato-
logus te lezen. Daarin wordt de ge
schiedenis van de mode besproken en
worden de tijdperken uitvoerig behan
deld. De- charmes -fan de cöstiimes, het
meubilair en de accessoires krijgen
meer betekenis als men dit interessante
boekje eerst eens rustig doorleest in
de tuin van het Prinsenhof of in de
„Prinsenkelder".
De tentoonstelling begint met een
zaal uit de tijd van de Regent en van
Lodewijk XV: 1715-1774. Het is de tijd
van het rationalisme. Om het intellect
voldoende te voeden moeten er einde
loze variaties zijn: de meubelen ont
vangen dus velerlei bogen en lijnen.
Het rationalisme richt zich niet bijzon
der op geestelijke belangstelling doch
duidt meer op zintuigelijke en aardse
emoties: niet het hoofd is het voor
naamste deel van de menselijke ge
stalte, daarom valt bij het costuum het
accent op het benedenstuk. De rokken
zijn wijd gedrapeerd, van zwaar weef
werk en borduursel. De mens is een
verschijning van redelijke stevigheid.
De rok wordt gedragen over een „pa
nier" en staat soms wel een meter in
het rond uit. Aan het hof krijgt de voor
aanstaande vrouw dan ook aan weers
zijden van haar stoel een tabouret om
de statierok te ondersteunen. Wij zien
in deze zaal herenvesten als pronk
stukken van borduursel en versiering,
een bijzonder fraaie herenkamerjas en
camisole en een beeldig kinderpakje.
Van de damestoiletten valt op een
prachtig groen damast kleed met
pagodemouwen en een rok met strook:
„robe a la frangaise". De zo juist ge
noemde panier is het Franse woord
voor „mand". De panier moet mee
helpen om de zeer wijde rok te doen
uitstaan. Hij bestaat u':+ stukken rotan
die onderling verbonden zijn en om de
heup klemmen. De rok wordt er in
vorm overheen gemaakt. De panier zal
nog tientallen van jaren in de komende
tijdperken dienst doen.
4'
In de tijd van Lodewijk XVI en de
daarop volgende revolutie (1774-1795)
vervaagt het leven. Men zoekt naar het
ideaal en men is vervult van de droom.
Ook komt de Engelse mode meer in
zwang, men draagt een redingote
(riding-coat). En het ideaal voor de
man wordt de Engelse land-edelman.
De heren hebben genoeg van het salon
jonker-leven. De Engelse schoorsteen-
vegerkleur wordt dè modekleur. Tijdens
de revolutie ontstaat de lange broek
voor de mannen.
In de zaal van het Directoire en het
Consulaat van Napoleon (1795-1804)
zien wij dat meubelen en kleding hun
verfijning verliezen. Alles krijgt een
zwaarder aspect. Er worden gewaden
gedragen met platte schoenen zonder-
hak. De taille is hoog en het décolleté
wordt met een bandje aangehaald.
Overigens kenmerkt deze tijd zich wel
door overdreven kleuren en vormen.
Napoleons dictatuur (1804-1830) maakt
hieraan een eind. Wij zien in deze zaal
nog wel het antieke Griekse gewaad,
maar zowel kleding als meubilair zijn
imposant, streng en tegelijk sober ge
worden. De Empire-stijl brengt de
smalle, lange shawls die in Kashmire
geweven worden uit speciale schapen
wol. Keizerin Joséphine was blijkbaar
dol op deze shawls, want zij heeft het
klaar gespeeld de grootste hoeveelheid
gesmokkelde Kashmir-shawls in haar
bezit te krijgen, toen Frankrijk met
Engeland ruzie had en er dus geen in
voer mogelijk was.
LYA STEN staat met een kip in haar handen. Om haar
heen zie ik een menigte poppen. Ik heb lang naar haar
moeten zoeken en bereikte tenslotte haar werkruimte door
een gekrioel van gangen, ateliers en tekenkamers, die deel
uitmaken van de studio Dollywood van Joop Geesink.
De vrouw, die de poppen voor dit tekenfilmbedrijf aan
kleedt, staat dus met een kip in haar handen. Van enkele
meters afstand zal iedereen deze voor echt houden, maar
als ik naderbij kom, word ik gewaar, dat de kip een koste
lijke imitatie is.
We maken kennis met elkaar en even later houd ik de
kip vast en bekijk haar aandachtig. „Hoe krijgt u zo'iv-'dier
zo natuurgetrouw?" is mijn eerste verzuchtng. „Het is alsof
de veren echt aan het lichaam groeien".
„Ja, het is wel een heel gepruts geweest", glimlacht Lya,
„vooral wat het materiaal betreft. Toen ik eindelijk deze
pluizige witte stof had bemachtigd, wist ik meteen hoe ik
het zou doen. Hier bij de hals bijvoorbeeld heb ik de haren
van de stof geknipt en op de huid geplakt. Anders zou de
hals veel te dik zijn geworden."
Binnen in het beest zit een geraamte; ik krijg het te zien:
een constructie van ijzerdraad, hout en plastic.
„Alles moet verstelbaar zijn," vertelt Lya Sten, „de pop
pen moeten immers voor iedere handeling en elke nieuwe
opname andere bewegingen maken." Ze demonstreert haar
bedoeling met de kip. „Deze kan haar vleugels in alle stan
den wijd uitspreiden, intrekken of omklappen, allerlei trip
bewegingen met de poten maken, zelfs kop en staart kun
nen verschillende richtingen uit. Als deze kip straks in de
film gaat praten, krijgt hij een ingeschoven snaveltje. Al
leen voor de diverse fasen, waarin de o-klank wordt ge
vormd, zijn al een stuk of vijf snavelstandjes nodig".
Onder het praten bekleedt ze met ongelofelijke vaardig
heid de ijzeren uiteinden van de vlerken met de pluizige
stof. Haar vingers zitten vol lijm, waar
aan pluisjes en veertjes blijven kleven.
De constructies worden niet hier ge
maakt; dat gebeurt in een andere afde
ling. Lya Sten bouwt er dan op voort
maakt er kleine mensjes of dieren van
door ze met watten op te vullen en ze zo
als het ware tot leven te brengen.
Natuurlijk moet zij nauw samenwer
ken met de tekenaars en de décoront
werpers. De kleuren van het décor en
die der poppen moeten volledig op
elkaar zijn afgestemd. Zij heeft ook
steeds te doen met de plastic-afdeling,
waar de bewegelijke handjes en voetjes
en de werkplaats, waar de koppen ge
sneden en geverfd worden.
„Het materiaal geeft wel eens moei
lijkheden. We hebben altijd fijne weef
sels nodig en dat is vooral met vilt nog
al bezwaarlijk. U ziet, de poppen zijn
maar betrekkelijk klein, ongeveer zes
entwintig centimeter hoog. Op het doek
worden de beelden vergroot, zodat de
stoffen grover gaan lijken. Soms verlies
ik uren tijd om het juiste materiaal te
vinden. Tegenwoordig gaat dat overigens
heel wat gemakkelijker dan een jaar of
vijf geleden, toen ik met dit werk
begon."
Ik zie een gezellig voorraadje vilt in
allerlei kleuren, katoenen ruitjes, tulle,
raffia, vunsthaar, borduurmateriaal,
stukjes leer voor de schoenen en
allerlei ander materiaal.
„Als ik de juiste kleur niet kan krij
gen, verf ik het," zegt Lya Sten, terwijl
ze op een kookplaatje in de hoek wijst.
„Met dat kleine pannetje heb ik al heel
wat problemen opgelost."
„Hebt u vroeger ook al poppen ge
maakt of bent u er hier mee be
gonnen?"
„Ik heb in een Jappenkamp gezeten
en daar heb ik wel poppen in elkaar
gezet voor de kinderen, die daar hele
maal geen speelgoed hadden. Maar dat
kon alleen maar in het begin; later
waren er geen lapjes meer." Zij vertelt
dan hoe zij in het begin van de oorlog
als actrice een tournée maakte met het
A.B.C.-cabaret en hoe alles in de war
werd gestuurd door de Japanse invasie.
„Toen ik na de bevrijding terug was in
Nederland heb ik nog een jaar in het
A.B.C.-cabaret gespeeld en daarna ben
ik hier begonnen met de poppen. Het
was dus in het begin eigenlijk helemaal
nieuw ik had alleen mijn aangeboren
handigheid. In de praktijk heb ik na
tuurlijk erg veel geleerd en het werk is
nu ook wel veel omvangrijker geworden
dan de eerste tijd."
Ik laat mijn blikken eens over de
verschillende poppen glijden. Een Eski
mo in een bontjas met een vilten bef vol
kralen staat naast een prachtig uitge
doste Mexicaan. Deze draagt een rode
vilten broek met borduurwerk en zijn
mouwen bestaan uit brede stroken van
tulle. Een met de hand gevlochten
strooien hoed siert zijn drieste kop. Het
valt mij op hoe alles tot in de kleinste
détails uitstekend verzorgd is. Als ik
deze gedachte uitspreek, zegt ze: j,Ja,
dat moet ook wel. Deze miniatuurmens
jes worden immers van alle kanten be
keken en bovendien vergroot. Het is
vaak een echt geduld werk, maar dat
geldt trouwens voor al het werk, dat in
dit bedrijf wordt verricht."
Wanneer ik een politieagent in een
nauwsluitend uniform bekijk, vallen mij
zijn leren schoenen op. De zool van de
schoen is van scharnieren voorzien, zo
dat hij, als dat in de uitoefening van
zijn functie nodig is, er flink de draf in
kan zetten. Zijn uniform is zo tot in bij
zonderheden verzorgd, dat zelfs de
breuklijn in de kraag niet ontbreekt. De
Dit practische schortje kunnen we in
een ogenblikje maken en we hebben er
1.10 meter stof voor nodig van 80 cm
breecl.
We maken hiervoor een tekening op
ware grootte en leggen die op de stof.
Het onderste gedeelte van het schortje
wordt geheel recht gelaten, dit gedeelte
dient voor de zakken. Onderin stikken
we eerst een zoom van 3 cm, daarna
vouwen we 20 cm naar boven om en
stikken op de aangegeven lijnen de zak
ken door. We krijgen zo dus 3 zakken
van 26 cm breed. Nu stikken we een
zoompje in de zijkanten van het schor
tje, daarna rimpelen we de bovenkant
in en werken die af met een band die
van achteren gestrikt kan worden. L. S.
WIST U DAT
te zoute soep hersteld kan worden
door enkele schijfjes rauwe aardappel
mee te laten koken en men voor het op
dienen de schijfjes waar het zout inge
trokken is uit de soep moet verwijde
ren?
Wat mij op de tentoonstelling „Twee
eeuwen Franse mode" in het prachtige
Prinsenhof in Delft het meest getroffen
heeft, is het verband tussen de mode
van kleding, intérieur en kunstnijver
heid; het is frappant te bemerken
hoe de mode op velerlei gebied gelijke
tred houdt met de historie. Dat de kle
ding in de beschavingsgeschiedenis
mede een rol speelt is bekend, maar
deze rol te zien spelen bij een wan
deling langs twee eeuwen Franse mode
is een voorrecht. Men beseft dat de
mode in kleding en architectuur de
levensstijl van de tijd volgt. De mode
en de tijdgeest gaan hand in hand. Dooi
de stijl wordt symbolisch uitdrukking
gegeven aan datgene wat de tijdgeest
bepaalt. In de loop der tijden is ge
bleken dat de costumiers en al degenen
die de vormen van het costuum cre-
eerden, dikwijls intuïtief de geest van
de tijd aanvoelden.
Het voorwoord van de catalogus be-
De imponerende Empire-stijl is voor
de gewone burger niet bij te houden. In
de tijd van Louis-Philippe (1830-1848)
volgt een strijd om het evenwicht in de
mode terug te vinden. De Empire-stijl
wordt gevolgd door de Biedermeier,
een vereenvoudigde gezellig-gemaakte
Empire-stijl, waarin ieders mensen
geest onbelemmerd leven kan. Het is de
tijd van de knusheid en intimiteit, van
de ballonmouwen en de gezellige luifel-
hoedjes.
Het Tweede Keizerrijk (1848-1870)
geeft een toonbeeld van realisme en
grote rijkdom. In alle cultuur vindt men
een wending naar de materie. In de
kleding komt veel overdaad: onder
mouwen en garneersels, borduursels en
strikjes, parasolletjes en kapothoedjes.
Op zware crinolines worden zeer pun
tige lijfjes gedragen. Wij zien in deze
zaal een japon van witte surah met
blauwe mouches, versierd met uitge-
tande strookjes en zijden franje, lijfje
met open mouwen, rok met grote crino
line, ceintuur met strikken en grote
slippen.
Na 1870 krijgen zowel het uiterlijk
van de vrouw als het intérieur van het
huis een onevenwichtige samenstel
ling. De mode accentueert de heupen.
De zo bekend geworden queue de Paris
laat zich zien. Dit costume schijnt sym
bool te zijn van de vrouw die, onder
een schijn van degelijkheid en onaan
tastbaarheid, een speelpop voor de man
wil zijn. Tot in 1890 de vrouw een
grotere zelfstandigheid verkrijgt. De
fiets doet haar intrede, dat onzedige
ding waarop de vrouw alleen kan zit
ten in een wijdpofffende broek, een
broek die notabene slechts tot de
knieën reikt. En dan na 1900 wordt in
de zaal de reformdracht getoond, en
wel het duidelijkst door de steil neer
hangende japon van steenrode crêpe