Onze Puzzle „Twee eeuwen Franse Mode" Op bezoek bij Lya Sten Schortje met drie grote zakken ZATERDAG 12 JUNI 19 54 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 9 Geen vlees, toch smakelijke jus Geschenk van Zuid-Afrika HAARVERF-METHO DE MOLENDIJK'S KAPSALONS Rebecca Meljado in katholiek gezin geplaatst Een kostbaar document Rij wiel vier daagse West-Duitse binnenscheep vaart streeft naar modernisering Verkooplokaal NOTARISHUIS INBOEDELVEILING 22/25 JUNI 1954 Psychiatrisch onderzoek in de zaak tegen Chr. v. d. B. WANDELINGEN LANGS OUDE TIJDEN Horizontaal: 1. dans partij, 4. huisdier, 6- voorzetsel, 8. Limburgs baksel, 11. houten klepper, 13. aardsoort, 14. door erfenis ver krijgen, 16. nauwe ope ning, 18. kaasworm, 20. schone jongeling, 23. steenkolenwagen, ach ter de locomotief, 26. maagafdeling der koe, 27. stad in Opper- Italië, 30. Europeaan, 31. wandversiering, 33. voorzetsel, 34. ontken ning, (spreektaal), 36. schrikbewind, 40. boom 43. lichtbundel, 45- zeer snel lopen, 47. heilige stier der oude Egyp- tenaren, 49. meisjes naam, 50. goud en zil ver zijnmetalen, 52. meisjesnaam, 53. slotdeel van een lier dicht, 56. munt in Ja pan, 57. haarkrul, 58. schrijft men mee, 59. vlies, vel. Verticaal: 1. een der drie afmetingen (afk.), 2. de begane grond, 3. luitenant (afk.), 4. aardsoort, 5. voorzet sel, 6. lichaamsdeel, 7. gemeente in Gelderland, 8. heen en weer (afk. Latijn), 9. inwendig lichaamsdeel, 10. meisjesnaam, 12. bezonnenheid, 15. interest, 17. boom, 19. schuurmiddel, 20. waterstand (afk.), 21. schande, 22. bijwoord, 24. stad aan de Roer ten Oosten van Aken, 25. afkoring van zekere godsdienst, 28. rivier in Duits land, 29, honigdrank, 32. hoop, 33. een preek houden, 34. naschrift (afk.). 35. muziekoefe- ning, 37. een der profeten, 38, reeks, 39. Zwit sers kanton aan de Zuidkant van het Vier- woudstedenmeer, 41. lichaamsdeel, 42. schei kundig teken voor tin, 44. vis, 46. houten bakje, 48. geit, 49. vlug, 50. boom, 51. voeg woord, 54. voorzetsel, 55. lengtemaat. Om mee te dingen naar de drie geldprij zen ad 7.50, 5.— en 2.50 moeten oplos singen onder de aanduiding „Oplossing Puzzle" uiterlijk Dinsdag 17 uur ontvangen zijn aan een van onze kantoren in Haarlem: Grote Houtstraat 93 en Soendaplein 37 of IJmuiden: Kennemerlaan 186. Winnaars van de vorige puzzle: A. Ver poorten, Kleverparkweg 230, Haarlem 7.50. Mevrouw W. HoekstraVisser, Bonekamp straat 17, IJmuiden 5.—. N. Vriesekoop, Visserseinde 22, Spaarndam 2.50. De oplossing van de vorige puzzle is Horizontaal: 1. berg, 4. aker, 7. oer, 8. leed, 9. Kent, 11. fornuis, 14. gei, 15. Tegelen, 19- elan, 20. zode, 21. den, 22. Norg, 23. naaf. Verticaal: 1. Belg, 2. roef, 3. gedogen, 5- kneu, 6. rats, 9. kniezen, 10. nik, 12. rel, 13. bel, 15. teen, 16. gaar, 17. nona, 18. zeef. cVoor de^Urouw Nu het vlees duur is en het de meeste huisvrouwen wel onmogelijk zal zijn iedere dag vlees op tafel te zetten, zullen we af en toe naar onze „oorlogsjus" moe ten teruggrijpen. Gelukkig kunnen we toch nog wel een iets smakelijker jus of saus makan dan toen, omdat tijdens de oorlog ook zelfs veel smaakgevende toe voegsels op het laatst niet meer aan wezig waren. Willen we een saus maken in de kleur van de jus dan zullen we enkele hulp middelen moeten toepassen, b.v. het toe voegen van wat koffiestroop. Ook kunnen we droge bloem in de koekepan bruin branden onder voortdurend roeren (niet donkerder dan de kleur van een hazel noot, anders smaakt ze branderig). Het voordeel hiervan is dat men voor een hele tijd gelijk kan maken. Ook kan men boter en bloem samen bruin maken in een braadpan. Bruine saus 1. water (plm. 2 blokjes), óf bouil lon öf groentenat, 20 gr. bloem 2/2 lepel), 20 gr. margarine, (1 lepel tomatenpurée) of/tomaat, aroma of marmite, peper, zout. De margarine in een braadpan smelten. Bloem toevoegen en het mengsel onder goed roeren bruin latten worden. (Toma tenpurée of tomaat even meebruinen). Uiensaus V2 1. water, bonenwater of bouillon, 1 grote ui, 20 gr. bloem, 20 gr. mar garine of spekvet, azijn, peper, zout en aroma. De bloem in een koekepan langzaam lichtbruin branden. Margarine of vet smel ten en hierin de gesnipperda ui fruiten. Het vocht hieraan toevoegen, en alles binden met de aangemengde bruine bloem. De saus op smaak afmaken met peper, zout, azijn en eventueel aroma. Tomatensaus V2 1. water en bouillonblokjes of bouillon, 2 a 3 eetlepels tomaten purée of 6 verse tomaten, 1 uitje, iets melk, 20 gr. bloem, 20 gr. mar garine, peper en zout. Het' uitje snipperen en, indien verse to maten worden gebruikt, deze klein snij den. Deze of de tomatenpurée met het gesnipperde uitje in de boter of de mar garine' fruiten. Het vocht toevoegen en aan de kook brengen. De bloem aanmen gen met wat melk en de saus hiermee binden. Naar smaak zout, peper en aroma toevoegen. Lya Sten aan de arbeid in haar atelier. miniatuurkraag van zijn overhemd zit feilloos. „Daar heb ik een stukje papier in verwerkt," onthult Lya Sten. „In de loop van de tijd leer je vanzelf allerlei foefjes en vaak doe je in het klein de ene uitvinding na de andere. Kijk eens naar dat tullen mutsje van het boerinne tje. Die randjes staan zo stijf uit, omdat ik langs de omtrek gluton heb ge smeerd.." Het is inderdaad een prachtig gesteven muts en nu ontdek ik ook, dat zelfs de figuurnaadjes in het jakje niet ontbreken. Aan de onderkant van de poppen zit een pen, die steeds op verschillende plaatsen in de grond kan worden ge boord, wanneer de figuurtjes zich ver plaatsen. Dat is zo een van de geheimen van de smid en tevens het laatste, dat ik u verklap. Als u weer eens in de bioscoop zit en een filmpje van Joop Geesink bewondert, bedenk dan maar gerust, dat het succes althans voor een gedeelte aan Lya Sten is te danken. TINEKE RAAT ADVERTENTIE Sinaasappelen voor ziekenhuizen ADVERTENTIE PRACHTIGE RESULTATEN met NIEUWSTE en SNELSTE eerste en enige in Nederland Santpoorterplein 1 Telefoon 19706 Buslijnen 3 en 4 Scherpe critiek van Joodse zijde De Amsterdamse Voogdijraad heeft thans officieel medegedeeld, dat besloten is het 13-jarige Joodse oorlogspleegkind Rebecca Meljado in een katholiek pleeg gezin te plaatsen. In een commentaar op dit besluit schrijft het Nieuw Israëlitisch Weekblad onder het opschrift: „Onduldbaar" onder meer: „Deze beslissing komt misschien voor de een als een schok, voor de ander als een logisch gevolg van de wederwaardigheden van dit Joodse meisje. Maar dan toch alleen, zo lang hij geen kennis heeft genomen van de omstandigheden waaronder dit gebeurd is. Want wie deze hoort moet wel met de grootste verontwaardiging zich verzetten tegen een handelwijze, die kennelijk is in gegeven door andere overwegingen dan het belang van het kind". „Joodse instanties" zo gaat het artikel verder „hebben geen gelegenheid ge kregen om met het kind in contact te ko men. Zelfs bevoegde, deskundige Joodse psychologen werden geweerd en dat on danks het feit, dat het meisje oorspronke lijk aan een Joods pleeggezin zou worden toegewezen. De Voogdijraad heeft zich dus alleen laten voorlichten door een niet- Joodse, „neutrale" instantie. Deze is tot de conclusie gekomen, dat men het kind niet in een katholiek, maar in een neutraal gezin diende onder te brengen om op deze wijze de overgang naar het normale leven mogelijk te maken. De Voogdijraad heeft nu dit rapport in de wind geslagen: de meerderheid heeft besloten om tegen het deskundig advies in een katholiek gezin aan te wijzen, daarbij een stap verder gaande op de weg van rechsverkrachting en onderdrukking van de Joodse minder heid". Aan het slot van het artikel wordt ge zegd: „Wij Joden vatten deze beslissing op als een slag in ons ge*icht". „U hebt blijkbaar altijd van diefstal ge leefd en nooit gewerkt". Dit zei de presi dent van het Amsterdamse gerechtshof, mr. W. A. Vos, Vrijdag tegen de 26-jarige Chr. van den B. uit Delft, die als beroep had opgegeven: behangseldrukker. Mr. Vos had tevoren de doopceel van de verdachte ge licht: in 1944 op 15-jarige leeftijd wegens inbraak een jaar tuchtschool, in 1947 wegens diefstal 4 maanden, in 1948 wegens inbraak 9 maanden en voorwaar delijke terbeschikkingstelling van de rege ring en in 1951 wegens diefstal 1 jaar. Op 8 April is deze verdachte door de Haarlemse rechtbank wegens twee ten laste gelegde inbraken in Haarlem veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf. De verdachte heeft voorts bekend diefstallen te hebben gepleegd in Laren, Hilversum (enige ma len), Haarlem (2 maal), Bloemendaal (2 maal), Aerdenhout (4 maal), Velsen (2 maal), maar ontkende zeven inbraken in Laren te hebben gepleegd. Verder heeft hij bekend dat hij in Delft een auto heeft gestolen, daarmee naar Breda is gereden en daar heeft ingebroken. Verdachte is op 10 November op het station te Bussum aangehouden en kort daarop is hij uit het politiebureau te Bloe mendaal gevlucht. Later is hij opnieuw gearresteerd. De procureur-generaal, mr. J. F. Hoeffel- man, vroeg het gerechtshof een psychia trisch rapport over de verdachte te laten uitbrengen. Het gerechtshof besloot hier toe en stelde de zaak in handen van de rechter-commissaris te Haarlem. ADVERTENTIE is voor velen het Middenstandsdiploma In bepaalde omstandigheden hebt V het absoluut nodig. Resa-Hilversum, de alom Bekende Schriftelijke Cur sus, met een ruim 25-jarige er varing, leidt U op de beste, prettigste en voordeligste manier op tot U het diploma hebt behaald. Vraag om gaand prospectus. Het verplicht U tot niets en het kan U een jaar studie schelen l V Vijftig kisten met sinaasappelen die Vrij dagmiddag met de „Oranjefontein" uit Zuid-Afrika in de haven van Amsterdam arriveerden, zijn in het hoofdstedelijke stadhuis in opdracht van de Zuid-Afri kaanse ambassadeur, kolonel P. I. Hogen- hout, symbolisch overhandigd aan het col lege van burgemeester en wethouders. Zij zijn een geschenk van de Zuid-Afrikaanse „Sitrusnywerheid" en bestemd voor Neder landse ziekenhuizen. Driehonderd jaar geleden, op 11 Juni 1654, bracht een klein Nederlands schip, „De Tulp", de eerste oranjeboom naar de Zuidpunt van Zuid-Afrika, de Tafelbaai. Aldus staat geschreven op een oorkonde die eveneens werd aangeboden. Deze oorkon de, ondertekend door de burgemeester van Pretoria, de heer H. Muller, vermeldt ver der hoe „die pioniersdaad de opbouw mo gelijk heeft gemaakt van een grote inter nationale handel, die een erfenis van de voorvaderen mag worden genoemd". „En waarvan wij allen de vruchten plukken en zelfs eten", zei burgemeester mr. Arn. J. d'Ailly. De Alphense Rijwielvierdaagse, de zoge naamde LAURA-rit wordt gehouden van 20 tot en met 23 Juli. Op de eerste dag wordt 130 km. gefietst. De tocht gaat dan over Woubrugge, Haarlemmermeer, Lisse, Hillegom, Heemstede, Haarlem, Bloemen daal, Zandvoort, Vogelenzang, Noordwijk, Katwijk, Oegstgeest en Leiden terug naar Alphen. De tweede dag (133 km) wordt gereden over Nieuwkoop, Hilversum, Huizen, Am sterdam, Aalsmeer en Ter Aar. Het parcours op de derde dag is 125 km. lang en leidt over Bodegraven, Utrecht, Zeist, Utrecht, Harmeien en vandaar weer langs de Oude Rijn tot Alphen. Het 130 km. lange traject op de laatste dag brengt de LAURA-rijders tenslotte in Hazerswoude, Rotterdam, Alblasserdam, Schoonhoven, Bodegraven, waar de deel nemers zich verenigen om in lange colonne naar Alphen te gaan. De eerste drie ritten moeten binnen 10% uur worden volbracht, de laatste rit binnen 10 uur. Vraagt geïllustr. catalogus P. F. L. DE RIDDER HARTENSTRAAT 21, A'DAM C. BONN (ANP) In Duisburg is een proefinrichting voor de binnenscheepvaart geopend, welke ten doel heeft onderzoe kingen te verrichten voor de verbetering van de vorm, de aandrijving en de uitrus ting van binnenschepen. Professor L. Brandt, staatssecretaris voor Verkeer van het land Noord-Rijn-Westfalen, heeft bij gelegenheid der ingebruikneming der proefkanalen verklaard, dat een moderni sering van de binnenvaart dringend nodig is wil deze de concurrentie tegen spoor en auto op de duur volhouden. Hij wees erop, dat het aandeel van. de Duitse binnen scheepvaart aan het totalè verkeer is te ruggelopen tot 28 procent, nadat het voor de oorlog bijna 55 procent heeft bedragen. ADVERTENTIE *5 Dir. W. N. WOLTERINK vSF Bilderdijkstraat bij de Zijlweg HfSsfe Haarlem Tel. (K 2500) 11928 Inzendingen van huisraad worden dagelijks aangenomen. Eigen afhaaldienst Amsterdams gerechtshof „Robe a la frangaise" (uit de tijd van Louis XV) romain, de onderkant van de japon in- geknipt tot „riempjes" die met kralen bezet zijn. „Griekse vaas" heet deze vormloze dracht. Er is zo oneindig veel meer te zien: beeldige waaiers in de vitrines, de zware hoedenschuiten en de kleine bloemen hoed j es, de bespottelijke „autokap", de grappige gepunte schoentjes en de ho ge knooplaarsjes, de geborduurde kous en de nauwe corsetjes, het prachtige kamerscherm en het geverfde behang. Daarmee is nog niet de helft opge noemd. Neen, het beste is dat u zelf eens gaat kijken en u laat bekoren en charmeren door „Twee eeuwen Fran se mode". ANNEKE Japon van witte surah (2e Keizerrijk) gint met het 18e eeuwse Franse ge zegde: Men mag wel anders denken dan zijn tijd, maar men mag zich niet an ders kleden. Dit is tekenend voor de belangrijke taak die de mode in de cul tuurgeschiedenis heeft. Wie zich wil laten bekoren door de wonderen van gratie op deze tentoon stelling, doet verstandig eerst de cato- logus te lezen. Daarin wordt de ge schiedenis van de mode besproken en worden de tijdperken uitvoerig behan deld. De- charmes -fan de cöstiimes, het meubilair en de accessoires krijgen meer betekenis als men dit interessante boekje eerst eens rustig doorleest in de tuin van het Prinsenhof of in de „Prinsenkelder". De tentoonstelling begint met een zaal uit de tijd van de Regent en van Lodewijk XV: 1715-1774. Het is de tijd van het rationalisme. Om het intellect voldoende te voeden moeten er einde loze variaties zijn: de meubelen ont vangen dus velerlei bogen en lijnen. Het rationalisme richt zich niet bijzon der op geestelijke belangstelling doch duidt meer op zintuigelijke en aardse emoties: niet het hoofd is het voor naamste deel van de menselijke ge stalte, daarom valt bij het costuum het accent op het benedenstuk. De rokken zijn wijd gedrapeerd, van zwaar weef werk en borduursel. De mens is een verschijning van redelijke stevigheid. De rok wordt gedragen over een „pa nier" en staat soms wel een meter in het rond uit. Aan het hof krijgt de voor aanstaande vrouw dan ook aan weers zijden van haar stoel een tabouret om de statierok te ondersteunen. Wij zien in deze zaal herenvesten als pronk stukken van borduursel en versiering, een bijzonder fraaie herenkamerjas en camisole en een beeldig kinderpakje. Van de damestoiletten valt op een prachtig groen damast kleed met pagodemouwen en een rok met strook: „robe a la frangaise". De zo juist ge noemde panier is het Franse woord voor „mand". De panier moet mee helpen om de zeer wijde rok te doen uitstaan. Hij bestaat u':+ stukken rotan die onderling verbonden zijn en om de heup klemmen. De rok wordt er in vorm overheen gemaakt. De panier zal nog tientallen van jaren in de komende tijdperken dienst doen. 4' In de tijd van Lodewijk XVI en de daarop volgende revolutie (1774-1795) vervaagt het leven. Men zoekt naar het ideaal en men is vervult van de droom. Ook komt de Engelse mode meer in zwang, men draagt een redingote (riding-coat). En het ideaal voor de man wordt de Engelse land-edelman. De heren hebben genoeg van het salon jonker-leven. De Engelse schoorsteen- vegerkleur wordt dè modekleur. Tijdens de revolutie ontstaat de lange broek voor de mannen. In de zaal van het Directoire en het Consulaat van Napoleon (1795-1804) zien wij dat meubelen en kleding hun verfijning verliezen. Alles krijgt een zwaarder aspect. Er worden gewaden gedragen met platte schoenen zonder- hak. De taille is hoog en het décolleté wordt met een bandje aangehaald. Overigens kenmerkt deze tijd zich wel door overdreven kleuren en vormen. Napoleons dictatuur (1804-1830) maakt hieraan een eind. Wij zien in deze zaal nog wel het antieke Griekse gewaad, maar zowel kleding als meubilair zijn imposant, streng en tegelijk sober ge worden. De Empire-stijl brengt de smalle, lange shawls die in Kashmire geweven worden uit speciale schapen wol. Keizerin Joséphine was blijkbaar dol op deze shawls, want zij heeft het klaar gespeeld de grootste hoeveelheid gesmokkelde Kashmir-shawls in haar bezit te krijgen, toen Frankrijk met Engeland ruzie had en er dus geen in voer mogelijk was. LYA STEN staat met een kip in haar handen. Om haar heen zie ik een menigte poppen. Ik heb lang naar haar moeten zoeken en bereikte tenslotte haar werkruimte door een gekrioel van gangen, ateliers en tekenkamers, die deel uitmaken van de studio Dollywood van Joop Geesink. De vrouw, die de poppen voor dit tekenfilmbedrijf aan kleedt, staat dus met een kip in haar handen. Van enkele meters afstand zal iedereen deze voor echt houden, maar als ik naderbij kom, word ik gewaar, dat de kip een koste lijke imitatie is. We maken kennis met elkaar en even later houd ik de kip vast en bekijk haar aandachtig. „Hoe krijgt u zo'iv-'dier zo natuurgetrouw?" is mijn eerste verzuchtng. „Het is alsof de veren echt aan het lichaam groeien". „Ja, het is wel een heel gepruts geweest", glimlacht Lya, „vooral wat het materiaal betreft. Toen ik eindelijk deze pluizige witte stof had bemachtigd, wist ik meteen hoe ik het zou doen. Hier bij de hals bijvoorbeeld heb ik de haren van de stof geknipt en op de huid geplakt. Anders zou de hals veel te dik zijn geworden." Binnen in het beest zit een geraamte; ik krijg het te zien: een constructie van ijzerdraad, hout en plastic. „Alles moet verstelbaar zijn," vertelt Lya Sten, „de pop pen moeten immers voor iedere handeling en elke nieuwe opname andere bewegingen maken." Ze demonstreert haar bedoeling met de kip. „Deze kan haar vleugels in alle stan den wijd uitspreiden, intrekken of omklappen, allerlei trip bewegingen met de poten maken, zelfs kop en staart kun nen verschillende richtingen uit. Als deze kip straks in de film gaat praten, krijgt hij een ingeschoven snaveltje. Al leen voor de diverse fasen, waarin de o-klank wordt ge vormd, zijn al een stuk of vijf snavelstandjes nodig". Onder het praten bekleedt ze met ongelofelijke vaardig heid de ijzeren uiteinden van de vlerken met de pluizige stof. Haar vingers zitten vol lijm, waar aan pluisjes en veertjes blijven kleven. De constructies worden niet hier ge maakt; dat gebeurt in een andere afde ling. Lya Sten bouwt er dan op voort maakt er kleine mensjes of dieren van door ze met watten op te vullen en ze zo als het ware tot leven te brengen. Natuurlijk moet zij nauw samenwer ken met de tekenaars en de décoront werpers. De kleuren van het décor en die der poppen moeten volledig op elkaar zijn afgestemd. Zij heeft ook steeds te doen met de plastic-afdeling, waar de bewegelijke handjes en voetjes en de werkplaats, waar de koppen ge sneden en geverfd worden. „Het materiaal geeft wel eens moei lijkheden. We hebben altijd fijne weef sels nodig en dat is vooral met vilt nog al bezwaarlijk. U ziet, de poppen zijn maar betrekkelijk klein, ongeveer zes entwintig centimeter hoog. Op het doek worden de beelden vergroot, zodat de stoffen grover gaan lijken. Soms verlies ik uren tijd om het juiste materiaal te vinden. Tegenwoordig gaat dat overigens heel wat gemakkelijker dan een jaar of vijf geleden, toen ik met dit werk begon." Ik zie een gezellig voorraadje vilt in allerlei kleuren, katoenen ruitjes, tulle, raffia, vunsthaar, borduurmateriaal, stukjes leer voor de schoenen en allerlei ander materiaal. „Als ik de juiste kleur niet kan krij gen, verf ik het," zegt Lya Sten, terwijl ze op een kookplaatje in de hoek wijst. „Met dat kleine pannetje heb ik al heel wat problemen opgelost." „Hebt u vroeger ook al poppen ge maakt of bent u er hier mee be gonnen?" „Ik heb in een Jappenkamp gezeten en daar heb ik wel poppen in elkaar gezet voor de kinderen, die daar hele maal geen speelgoed hadden. Maar dat kon alleen maar in het begin; later waren er geen lapjes meer." Zij vertelt dan hoe zij in het begin van de oorlog als actrice een tournée maakte met het A.B.C.-cabaret en hoe alles in de war werd gestuurd door de Japanse invasie. „Toen ik na de bevrijding terug was in Nederland heb ik nog een jaar in het A.B.C.-cabaret gespeeld en daarna ben ik hier begonnen met de poppen. Het was dus in het begin eigenlijk helemaal nieuw ik had alleen mijn aangeboren handigheid. In de praktijk heb ik na tuurlijk erg veel geleerd en het werk is nu ook wel veel omvangrijker geworden dan de eerste tijd." Ik laat mijn blikken eens over de verschillende poppen glijden. Een Eski mo in een bontjas met een vilten bef vol kralen staat naast een prachtig uitge doste Mexicaan. Deze draagt een rode vilten broek met borduurwerk en zijn mouwen bestaan uit brede stroken van tulle. Een met de hand gevlochten strooien hoed siert zijn drieste kop. Het valt mij op hoe alles tot in de kleinste détails uitstekend verzorgd is. Als ik deze gedachte uitspreek, zegt ze: j,Ja, dat moet ook wel. Deze miniatuurmens jes worden immers van alle kanten be keken en bovendien vergroot. Het is vaak een echt geduld werk, maar dat geldt trouwens voor al het werk, dat in dit bedrijf wordt verricht." Wanneer ik een politieagent in een nauwsluitend uniform bekijk, vallen mij zijn leren schoenen op. De zool van de schoen is van scharnieren voorzien, zo dat hij, als dat in de uitoefening van zijn functie nodig is, er flink de draf in kan zetten. Zijn uniform is zo tot in bij zonderheden verzorgd, dat zelfs de breuklijn in de kraag niet ontbreekt. De Dit practische schortje kunnen we in een ogenblikje maken en we hebben er 1.10 meter stof voor nodig van 80 cm breecl. We maken hiervoor een tekening op ware grootte en leggen die op de stof. Het onderste gedeelte van het schortje wordt geheel recht gelaten, dit gedeelte dient voor de zakken. Onderin stikken we eerst een zoom van 3 cm, daarna vouwen we 20 cm naar boven om en stikken op de aangegeven lijnen de zak ken door. We krijgen zo dus 3 zakken van 26 cm breed. Nu stikken we een zoompje in de zijkanten van het schor tje, daarna rimpelen we de bovenkant in en werken die af met een band die van achteren gestrikt kan worden. L. S. WIST U DAT te zoute soep hersteld kan worden door enkele schijfjes rauwe aardappel mee te laten koken en men voor het op dienen de schijfjes waar het zout inge trokken is uit de soep moet verwijde ren? Wat mij op de tentoonstelling „Twee eeuwen Franse mode" in het prachtige Prinsenhof in Delft het meest getroffen heeft, is het verband tussen de mode van kleding, intérieur en kunstnijver heid; het is frappant te bemerken hoe de mode op velerlei gebied gelijke tred houdt met de historie. Dat de kle ding in de beschavingsgeschiedenis mede een rol speelt is bekend, maar deze rol te zien spelen bij een wan deling langs twee eeuwen Franse mode is een voorrecht. Men beseft dat de mode in kleding en architectuur de levensstijl van de tijd volgt. De mode en de tijdgeest gaan hand in hand. Dooi de stijl wordt symbolisch uitdrukking gegeven aan datgene wat de tijdgeest bepaalt. In de loop der tijden is ge bleken dat de costumiers en al degenen die de vormen van het costuum cre- eerden, dikwijls intuïtief de geest van de tijd aanvoelden. Het voorwoord van de catalogus be- De imponerende Empire-stijl is voor de gewone burger niet bij te houden. In de tijd van Louis-Philippe (1830-1848) volgt een strijd om het evenwicht in de mode terug te vinden. De Empire-stijl wordt gevolgd door de Biedermeier, een vereenvoudigde gezellig-gemaakte Empire-stijl, waarin ieders mensen geest onbelemmerd leven kan. Het is de tijd van de knusheid en intimiteit, van de ballonmouwen en de gezellige luifel- hoedjes. Het Tweede Keizerrijk (1848-1870) geeft een toonbeeld van realisme en grote rijkdom. In alle cultuur vindt men een wending naar de materie. In de kleding komt veel overdaad: onder mouwen en garneersels, borduursels en strikjes, parasolletjes en kapothoedjes. Op zware crinolines worden zeer pun tige lijfjes gedragen. Wij zien in deze zaal een japon van witte surah met blauwe mouches, versierd met uitge- tande strookjes en zijden franje, lijfje met open mouwen, rok met grote crino line, ceintuur met strikken en grote slippen. Na 1870 krijgen zowel het uiterlijk van de vrouw als het intérieur van het huis een onevenwichtige samenstel ling. De mode accentueert de heupen. De zo bekend geworden queue de Paris laat zich zien. Dit costume schijnt sym bool te zijn van de vrouw die, onder een schijn van degelijkheid en onaan tastbaarheid, een speelpop voor de man wil zijn. Tot in 1890 de vrouw een grotere zelfstandigheid verkrijgt. De fiets doet haar intrede, dat onzedige ding waarop de vrouw alleen kan zit ten in een wijdpofffende broek, een broek die notabene slechts tot de knieën reikt. En dan na 1900 wordt in de zaal de reformdracht getoond, en wel het duidelijkst door de steil neer hangende japon van steenrode crêpe

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1954 | | pagina 9