Voor opdrachten aan Noordhollandse kunstenaars Agenda voor Haarlem De scheidende Comissaris ontving gouden legpenning Diensttijd wordt 18 maanden Noordhollandse burgemeesters namen afscheid van de C ommissaris MftM- ftNTHRüCIET Kader en specialisten21 maanden marine en luchtmacht nog bij het oude N. VAN BREEMEN Co. TEL. 10070 WOENSDAG 16 JUNI 1954 DR. J. E. BARON DE VOS VAN STEENWIJKFONDS Gouden legpenning Dank namens de Staten Drie periodes Twee afgetrokken maanden worden „klein verlof" Corps van 82 nieuwe burgemeesters Prof. dr. J. H. F. Umbgrove overleden Eerste Kamerlid A. J. de Goey overleden O In de Dinsdagmiddag: gehouden vergadering van de Provinciale Staten van Noord holland waarin afscheid genomen is van de Commissaris der Koningin dr. J. E. baron de Vos van Steenwijk, is de scheidende Commissaris de gouden legpenning der pro vincie aangeboden en het besluit genomen een „Dr. J. E. baron de Vos van Steenwijk- fonds" in te stellen, waaruit gelden geput kunnen worden om opdrachten te ver strekken en prijzen te geven aan kunstenaars uit de provincie Noordholland; ten behoeve van het fonds werd een bedrag van f 100.000 uit de reserve beschikbaar gesteld. In zijn dankwoord, waarin de Commissaris herinneringen ophaalde uit drie perioden van zijn loopbaan, heeft hij o.a. gezegd: „Noordholland was niet mijn ge boortegrond, maar ik heb deze kernprovincie van Nederland lief gekregen en ik heb de hartelijkheid, waarmee ik er tegemoet getreden werd, zeer gewaardeerd. Haar oud-vermaarde steden, haar vruchtbaar platteland, haar duinen en plassen, men voelt er het hart van Nederland in kloppen. Dat Gods zegen dit gewest voor rampen moge bewaren en voorspoed moge schenken is de bede, waarmee ik mijn toespraak wil besluiten". De vergadering stond onder leiding van de heer A. B. J. Prakken, die mededeling deed van het Koninklijk Besluit, waarbij aan dr. de Vos van Steenwijk eervol ont slag werd verleend onder dankbetuiging voor de vele en gewichtig^ diensten aan den lande bewezen. Nadat een commissie uit de Provinciale Staten de Commissaris en zijn familie had binnengeleid, richtte de heer Prakken zich tot dr. De Vos van Steenwijk. Hij zeide, dat afscheid wordt genomen van een bijzonder hoog ambt, dat de commissaris sedert de bevrijding van het land heeft bekleed, eerst krachtens een Londens Koninklijk Besluit van 5 April 1945 als waarnemend Commissaris, ter wijl bij Koninklijk Besluit van 12 Sep tember 1945 de definitieve benoeming volgde. In werkelijkheid vingen de be moeiingen met het provinciaal bestuur niet op de bevrijdingsdag aan, maar reeds eerder, want tevoren was de Commissaris op de hoogte gesteld van zijn aanstaande benoeming en heeft hij, in overleg met de „goede" Nederlandse bestuursambtenaren, een grote activiteit moeten ontplooien teneinde te zorgen, dat op de bevrijdings dag alles goed verliep. De taak was daar bij te zorgen, dat in elke gemeente in deze provincie op de bevrijdingsdag een bur gemeester aanwezig was, die in de betref fende gemeente werd gerespecteerd. Voor waar een werk, waarvoor fijn instinct voor het bestuurlijke vereist was, omdat de inlichtingendiensten (uiteraard illegale inlichtingendiensten), waarover hij be schikte, niet alleen lang niet altijd perfect werkten, maar meermalen de inlichtingen tegenstrijdig waren. Op de bevrijdingsdag was Noordholland leeggeplunderd door de vijand, de bevol king uitgehongerd, de Wieringermeer ge heel onder water en grote delen van de provincie verwoest. Communicatiemidde len ontbraken vrijwel geheel, zodat de hulp moest worden ingeroepen ten einde het contact met de verschillende delen der provincie in stand te houden van fietsende leden van de U.V.V. Er moest in de chaos orde worden geschapen. Bovendien was de zaak nog extra inge wikkeld, omdat de Commissaris naast het gewone gezag ook te maken had met het Militair Gezag. Verder was de chaos nog vergroot door het verbranden van alle bescheiden, die betrekking hadden op het oorlogstijdperk. Een minder aangename, typisch na oorlogse taak was ook het uitbrengen van adviezen over de zuivering van burge meesters en ambtenaren van de provincie en de gemeenten, met uitzondering van Amsterdam en Haarlem. Dit heeft veel werk gekost, maar ondanks het grote aan tal heeft hij er, mede in het belang van de betrokkenen, voor gezorgd, dat alle adviezen vóór 1 Januari 1946 waren uit gebracht. In Juli 1946 keerden, tenminste op staatsrechtelijk gebied, de normale omstandigheden terug. Immers, Noordhol land kreeg toen weer zijn Provinciale van de Provinciale Waterstaat vorderde, de watervoorziening werd voor jaren ge waarborgd, het eerste streekplan kwam gereed, het personeel van de bedrijven kreeg medezeggenschap tot in de top en aandacht werd besteed aan de verpleging van geesteszieke kinderen op Groot Schuijlenburg. Ook herinnerde de heer Baas aan de arbeid van de Commissaris aan de Kennemei-duinen, het Provinciaal orkest en het opbouwwerk. Mede namens enkele andere leden dien de de heer Baas een voorstel in, waarin de vergadering' werd uitgenodigd te besluiten een fonds in te stellen en daaraan de naam van dr. J. E. baron De Vos van Steen wijk te verbinden; het doel is opdrachten te verstrekken en prijzen te geven aan kunstenaars uit de provincie. Ten behoeve van het fonds stelde spreker voor een be drag van f 100.000 uit de reserve beschik baar te stellen. Ter toelichting deelde de heer Baas mee, dat op deze wijze de naam van de Com missaris blijvend aan het fonds verbon den zal zijn. ADVERTENTIE ADVERTENTIE WOENSDAG 16 JUNI Cultura, Jansstraat: Ned. Ver. v. Spir. „Harmonia", bijeenkomst, 8 uur. Rembrandt: „De grote Caruso", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Palace: „De drift in het bloed", 18 jaar. 7 en 9.15 uur. Roxy: „Handlangers der duister nis", 14 jaar, 8 uur. Luxor: „Fort Algiers", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Zondige Ruby", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Lido: „De onge- naakbaren", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. City: „George verovert de vloot", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Minerva: „De 3 stuivers opera", 18 jaar, 8.15 uur. DONDERDAG 17 Juni Minervatheater: Noordh. Philh. Orkest, 8 uur. Zuiderkapel, Zuiderstraat: G. Nieuwen- huijsen, 8 uur. Rembrandt: „De grote Ca ruso", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Palace: „De drift in het bloed", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 ur. Roxy: „Handlangers der duisternis", 14 jaar, 2.30 en 8 uur. Luxor: „Fort Algiers", 14 jaar, 2. 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Zondige Ruby", 18 jaar; 2.30, 7 en 9.15 uur. Lido: „De ongenaakbaren", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. City: „George verovert de vloot", alle leeft., 2.15, 7 en 9.15 uur. Tijdens een bijeenkomst van burgemeesters uit Noordholland heeft de heer J. C. Haspels de scheidende Commissaris der Koningin in de provincie Noordholland als symbolisch geschenk een afbeelding van een aan te bieden bureaustoel over handigd. Staten en een nieuw college van Gede puteerde Staten kon worden gevormd. In het college van Gedeputeerde Staten heeft de Commissaris getoond niet alleen te zijn een voorzitter met een werkelijke stem, maar de leden van Gedeputeerde Staten hebben altijd met bijzondere be langstelling geluisterd naar zijn scherpe en duidelijke uiteenzettingen en motive ringen van zijn oordeel, waardoor, als mede door zijn heldere betoogtrant en zijn logische gedachtengang, de discussies op een hoger plan kwamen. In het College bleek ook steeds hoe groot de belangstelling was voor alle fa cetten van het provinciaal beleid. Meende het college van Gedeputeerde Staten, dat in het belang van de provincie tegenover de regering een bepaald standpunt moest worden bepleit of bijzondere belangen moesten worden verdedigd, dan vond het in de Commissaris een geharnast pleitbe zorger. Tegenover de regering had zijn stem gezag, omdat zijn betoog niet alleen altijd bijzonder helder was, maar ook, omdat hij de nodige vasthoudendheid be zat om in het belang van de provincie te bereiken wat enigszins mogelijk was. De belangstelling voor natuurbescher ming en recreatie kwam tot uiting bij de Stichting „Het Nationale Park de Kenne merduinen". Hierdoor is een vaii de mooi ste duinlandschappen voor de natuurlief hebbers gespaard gebleven. Zijn rustig werken als voorzitter van deze stichting heeft niet alleen tot resultaat gehad, dat de stichting in belangrijke mate is gesta biliseerd, maar ook, dat de burgers van Randstad Holland in ruime mate kunnen genieten van een schitterend natuur schoon. Als oprichter en eerste voorzitter van deze stichting, alsmede als de stuwen de kracht van dit reservaat, moet ook het nageslacht hem dankbaar blijven voor het werk, dat hier door hen is verricht. Er is nog een organisatie, welke de Com missaris zeer na aan het hart ligt. Zij dankt haar bestaan aan het initiatief van de Prins der Nederlanden, het Prins Bernhardfonds. In het bijzonder de pro vinciale vertakking, het Anjerfonds Noordholland, had zijn liefde. In de afgelopen jaren is in de provin cie veel tot stand gekomen, waaraan dr. De Vos van Steenwijk direct of indirect heeft medegewerkt. De provincie is voor een belangrijk deel van de slagen, die in de oorlog haar zijn toegebracht, vaak mede dank zij zijn hulp, hersteld. Namens het provinciaal bestuur dankte spreker hem van harte en bood namens dit be stuur de gouden legpenning van de pro vincie Noordholland aan, in de hoop, dat dit een blijvende herinnering zal zijn aan het belangrijke werk, dat hij in de afge lopen negen jaar voor Noordholland heeft verricht. Het oudste lid der Provinciale Staten, de heer G. Baas bracht de scheidende Commissaris dank voor de wijze, waarop deze sedert 1 Juli 1946 de vergaderingen van de Staten heeft geleid. Reeds in 1945 had de Commissaris deze zware taak op zijn schouders genomen en men moet moed hebben om dat te doen. Hij kende de bestuurstaak reeds als burgemeester van Zwolle en Haarlem en ook was hij lid van de Provinciale Staten geweest. Het bestuursapparaat was in wanorde en het economisch leven geschokt. Met grote toe wijding heeft dr. De Vos van Steenwijk zich aan zijn arbeid gegeven en hij heeft in een snel tempo aan de opbouw meege werkt. Vele jaren is hij de voorzitter van de Staten geweest, heeft meegewerkt aan belangrijke besluiten en aan het maken van plannen. Gezegd dient te worden dat het totaalbeeld van de provincie niet on gunstig te noemen is. De financiële toe stand maakte het ondanks de grote schade in de provincie tijdens de-ramp van 1 Fe bruari 1953 mogelijk een bedrag te stor ten in het Rampenfonds. De huisvesting Zonder hoofdelijke stemming werd het voorstel aanvaard. Dr. baron De Vos van Steenwijk richt' zich met woorden van dank tot de her Prakken en Baas en voorts tot de verga dering voor het nemen van het besluit. „Mijn bemoeienissen met dit gewest aldus vervolgde spreker kunnen in drie perioden worden onderscheiden: een prae- natale, om het zo uit te drukken, de periode voorafgaande aan de bevrijding, waarbij de langs sluipwegen doorgegeven mededeling, dat ik er rekening mee moest houden bij de bevrijding met de waarneming van dit ambt te worden belast, weer telkens op even geheimzinnige wijze werd tegen gesproken, zodat ik er mij tevens op moest voorbereiden weer als burgemeester van Haarlem te gaan optreden; een tweede periode onder voogdij, om zo te zeggen, onder voogdij namelijk van het Militair Gezag, een voogd met qualiteiten, maar toch ook wel enigszins nukkig, onbereken baar en wat de bezetters noemden „Vor- schnell" in zijn beslissingen, maar de mortuis nil nisi bene over de doden niets dan goeds! en tenslotte, in de normale staat van zaken, met een volledig college van Gedeputeerde Staten en met een college van Provinciale Staten, waarvan de tweede edities nu tezamen met mij hun laatste bijeenkomst in deze zaal houden". Hulde en dank bracht spreker aan de griffier mr. Stufkens. De ervaren en be zonnen vooi-lichting die hij van hem in die tijd mocht ontvangen, waarbij hij niet onvermeld wilde laten de informatoren die hij over de provincie verspreid had zit ten, maakten dat op Dolle Dinsdag de lijst klaar was. Daarbij herinnerde spreker ook aan het werk van burgemeester Haspels. De twééd e periode, die van het. Militair Gezag, werd vooral gekenmerkt door het begrip zuivering, naast de geleidelijke her vatting van normale toestanden. Aanvankelijk bestond het college van Ge deputeerde Staten slechts uit de leden Bruch, Witteman, Michels en weldra weer Polak, later aangevuld met de heer Van der Wal, die door de Kroon als zodanig werd aangewezen. Het eerste college dat op regelmatige wijze werd verkozen bestond uit de leden Bouw man, Harmsen, Prakken, mej. Ribbius Peletier, de Vries en Witteman. De heer Witteman werd al spoedig tot het minis tersambt geroepen en door de heer Van der Donk vervangen. In 1950 kozen Pro vinciale Staten de heer Rustige in de plaats van de heer Harmsen. Bij deze verande ringen bleef de goede samenwerking tus sen Commissaris der Koningin en Gedepu teerde Staten bestendigd. Bijzondere dank bracht spreker de heer Prakken, wien het nooit te veel was hem bij afwezigheid te vervangen ,en die, toen het voorzitterschap van de Kennemerduinen zijn ambtstaak kwam verzwaren, de Commissaris gedu rende deze laatste jaren permanent ver ving als voorzitter van het Gooisch Natuur reservaat. Een belangrijk deel van de taak van Ge deputeerde Staten blijft buiten het ge zichtsveld van Provinciale Staten, maar een niet minder belangrijk deel, het wetgevend en financieel beleid, wordt tweemaal 'sjaars aan de beslissingen en aan de kri tiek onderworpen. Over de vergaderingen van de Staten gaf spreker zijn visie. Dr. De Vos van Steenwijk vervolgde, dat hij naast hem, zowel in de vergaderingen van Gedeputeerde Staten als in die van de Staten, steeds de griffier als een vertrouw de baken in de zee van wettelijke en admi nistratieve klippen vond, maar vooral als een betrouwbaar raadsman bij zijn dage lijkse taak. Gerijpt in een langjarige amb tenaarsloopbaan, de enige in het college van Gedeputeerde Staten, die een vóór-oorlogse ervaring heeft, zal hij ook sprekers opvol ger weer kunnen laten profiteren van zijn bezonnen adviezen. Spreker dankte voor het vele, dat hij in de jaren van zijn Com missarisschap voor dit gewest heeft ver richt. Spreker herinnerde aan zijn taak bij de benoemingen van burgemeesters, zijn taak voor de openbare orde van veiligheid, in het bijzonder de Bescherming Bevolking en zijn voorzitterschap van de beide grote natuurreservaten: het Gooisch Naturreser- vaat en de Kennemerduinen. De bloei van de provincie hangt ten nauwste samen met die van de gemeenten, waaruit ze is samengesteld en een goede burgemeester is weer van eminent belang voor de bloei van de gemeente, zodat de benoeming van deze ambtsdragers ook voor de provincie een zaak van groot gewicht is. Spreker zeide deze taak met'de grootste ernst en nauwgezetheid behartigd te heb ben. Tweeëntachtig van de 120 Noord hollandse gemeenten worden thans be stuurd door burgemeesters tot welker be noeming hij heeft medegewerkt en hij stelde er prijs op te verklaren, dat hij dit corps met vertrouwen aan zijn opvolger overdroeg. Vele vraagstukken op het provinciale ter rein vragen nog om oplossing, andere zijn slechts halverwege uitgevoerd. Niet min der dan 27 leden der vergadering zetelen ook voor de laatste maal. Hun zij dank ge bracht voor al hetgeen zij in de jaren van hun lidmaatschap in het belang van dit ge west hebben verricht, zowel in de openbare Statenzittingen, als in de commissies en afdelingen, waarvan zij deel uitmaakten, aldus spreker. De regering heeft besloten, de duur der eerste oefening te stellen op 18 maanden voor het gros der dienstplichtigen en op 21 maanden voor hen, die voor kader- of specialistische functies worden opgeleid (thans is dit respectievelijk 20 en 24 maanden). Niettegenstaande de door de N.A.V.O.-opperbevelhebber uitgesproken voorkeur voor een onverkorte handhaving van de huidige parate sterkte en duur der eerste oefening, heeft de regering gemeend gezien duur der eerste oefening in de meeste andere N.A.V.O.-landen, doch vooral in het vooruitzicht dat de militaire krachtsinspanning vermoedelijk gedurende een lange reeks van jaren zal moeten worden volgehouden de drukkende last van de lange eersie oefeningsduur op deze wijze enigermate te moeten verlichten. De nieuwe regeling zal ingaan voor de lichtingsploeg 1953-1, die op 1 December met groot verlof zal worden gezonden. Met het oog op de komende internationale na jaarsmanoeuvres, waarvoor het meest ge oefende deel der dienstplichtigen niet kan worden gemist, kan deze lichtingsploeg pas eind October in het genot van klein verlof worden gesteld. Vervolgens zullen de dienstplichtigen van de lichtingsploeg 1953- 2, aan wie op 1 Februari 1955 groot verlof zal worden verleend, einde November 1954 met klein verlof kunnen gaan, waarna iedere volgende lichtingsploeg eveneens na 18 maanden eerste oefening met klein ver lof zal kunnen vertrekken, in afwachting van het 2 maanden later aan hen te geven groot verlof. Voor het kader en de specialisten kan een bekorting van de eerste oefeningsduur eveneens pas en dan waarschijnlijk nog De burgemeesters uit Noordholland heb ben Dinsdagmiddag in het gebouw der Pro vincie aan de Dreef te Haarlem afscheid genomen van de scheidende Commissaris en als symbolisch geschenk een afbeelding van een bureaustoel aangeboden; het geschenk is nog niet gereed. Na afloop van de vergadering van de Provinciale Staten kwamen de burgemees ters bijeen en namens hen voerde de heer J. C. li a s p e 1 s te Bussum het woord. Het eerst richtte hij zich uit naam van de echt genotes van de burgemeesters tot mevrouw baronesse J. M. de Vos van SteenwijkVan Royen en hij roemde het bezielende voor beeld, dat zij voor haar is geweest. Als groet namens de burgemeestersvrouwen over handigde de heer Haspels mevrouw De Vos van Steenwijk bloemen. Vervolgens sprak de heer Haspels de Commissaris der Koningin toe en hij her- innei'de aan de loopbaan in de afgelopen jaren. De burgemeesters zijn vele malen met hem in contact gekomen en dat ge schiedde steeds op beminnelijke wijze. Zij zijn hem daarvoor dankbaar. Besloten is de Commissaris een geschenk aan te bieden als herinnering aan de arbeid. Daar het bekend is, dat de Commissaris de tijd nog niet ge komen acht om te rusten is de keus geval len op een stoel voor diens schrijfbureau. Er moet nog het wapen van Noordholland in de rugleuning gemaakt worden. Hiermee is men nog niet gereed en daarom over handigde de heer Haspels een afbeelding van de bureaustoel. Dr. baron DeVosvan Steen w ij k dankte voor het geschenk en zeide, dat het afscheid van de burgemeesters een bijzon dere plaats inneemt in de rij van vele groe pen van wie hij afscheid neemt in deze dagen. Het corps van burgemeesters, zoals dat op heden is samengesteld, telt 82 burge meesters, tot wier benoeming spreker heeft mogen medewerken en het is hem een ge noegen te mogen verklaren dat het over grote deel in overeenstemming met zijn aanbeveling is benoemd en niemand tegen wien hij uitdrukkelijk bezwaren had gefor muleerd. Dat brengt uitteraard mede dat spreker met zeer sympathieke gevoelens jegens deze 82 burgemeesters is vervuld, maar hij zou niet willen dat de 38 burgemeesters die onder zijn voorganger, baron Röell, tot dit ambt geroepen werden, hieruit de conclu sie zouden trekken dat zij zich als stiefkin deren moeten beschouwen. Zelf uit de ge lederen van burgemeesters voortgekomen, heeft hij er altijd veel waarde aan gehecht dat tussen de Commissaris der Koningin en burgemeesters een juiste verhouding be staat, waarin de persoonlijke noot het mogelijk maakt om ten allen tijde een open hartig gesprek te kunnen houden, waarbij elke partij op haar beurt weet te luisteren en bereid is aan het standpunt van de ander de volle aandacht te schenken. De Noordhollandse gemeenten vertonen een bonte veelvormigheid, van de grote wereldstad Amsterdam tot de kleine lande lijke gemeente Katwoude, en zo is liet ook met de personen van de burgemeesters, al is hier het verschil in formaat niet zo groot- Maar, afgescheiden van het inwoneraantal lang niet steeds een zuivere maatstaf voor de belangrijkheid liggen de proble men in elke gemeente weer anders en eisen sommige veel meer aandacht van provin ciaal bestuur en Commissaris der Koningin dan andere. Daardoor is sprekers contact met sommige burgemeesters aanmerkelijk intenser geweest dan met anderen. Geen ambt is zo kwetsbaar als het burgemees tersambt. Van onbesproken levenswandel te zijn, is wenselijk voor elkeen die een openbaar ambt bekleedt, maar zo is nu eenmaal de menselijke aard, over nie mand worden er met meer graagte klets praatjes gecolporteerd dan over de „eerste burger". Niet alleen het wezen, maar ook de s c h ij n behoort deze dus zorgvuldig te vermijden en de wettelijke uitdrukking „de zorgvuldigheid in acht nemen welke in het maatschappelijk verkeer past", geldt voor hem bij uitstek. Spreker herinnerde er aan hoe moeilijk het was om in het laatste jaar van de be zetting volgens de aanwijzingen van de regering te Londen voorlopige voorzie ningen te treffen in de waarneming van het burgemeestersambt voor alle gemeenten in deze provincie, waarbij uitdrukkelijk gesti puleerd was dat deze aanwijzing op een definitieve., benoeming niet vooruit mocht lopen. Zelf voortvluchtig, onder de toen uiterst beperkte communicatiemiddelen, met behulp van een verwarde en elkaar dikwijls bestrijdende illegaliteit, moesten hier beslissingen getroffen worden die ach teraf niet steeds ten volle gerechtvaardigd bleken, al zijn de gevallen, waarin mis- gegrepen werd gelukkig weinig in aantal geweest. Voor de hulp van diegenen onder de burgemeesters, die spreker met de Grif fier der Staten, daarbij van advies gediend hebben, is hij nog stpeds zeer dankbaar. Daardoor was het gehele schema voor de vervanging op Dolle Dinsdag gereed en dat tenslotte bij de bevrijding alle brieven voor de gemeenten ten Noorden van het Noord zeekanaal door het militair gezag enkele weken werden vastgehouden, zodat er in sommige gemeenten drie personen waren die het burgemeesterlijk gezag als hun toe komend claimden, heeft spreker toen veel ergernis gegeven, maar heeft hij in het licht van wat hij later ondervonden heeft leren beschouwen als een van de „Schönheits- fehler" van deze veel omstreden, maar onmisbare instelling. Hoewel de financiële positie van deze ambtsdragers, over het geheel beschouwd, als bescheiden gequalificeerd moet worden, bij elke vacature blijkt wederom dat het burgemeestersambt als een begerenswaar dig goed beschouwd wordt. Als spreker een enkele maal de aandacht van een burge meester, die over geringe promotiekansen kwam klagen, er op vestigde dat er toch ook andere werkkringen bestaan, dan kreeg j hij tot antwoord: ja, maar als men eenmaal burgemeester is geweest. Zulk een antwoord doet spreker dan natuurlijk veel genoegen en hij meent zijn afscheidswoord niet beter te kunnen ein digen dan met een variant op de traditio nele slotwoorden waarmede hij een pro motie aan de universiteit de jonge doctor door zijn promotor werd toegesproken: „Waardeer haar als een eerlijk verkregen gave, maar vergeet nimmer de plichten die zij u oplegt tegenover uwe gemeente en het Vaderland." slechts gedeeltelijk met de lichtingsploeg 1953-1 ingaan. Voor het kader en de specialisten van de lichtingsploegen 1.953-2 en volgende zal vervolgens het klein verlof met een duur van twee maanden na 21 maanden eer ste oefening kunnen ingaan. De duur der eerste oefening bij de Ko ninklijke Marine blijft 21 maanden. Voor de Koninklijke Luchtmacht heeft een ver korting van de eerste oefeningsduur be zwaren, in het bijzonder in verband met de lange duur van opleiding voor vele specia listische functies. Gelet echter op de duur der eerste oefening bij de andere krijgs machtdelen wordt overwogen ook bij de Koninklijke Luchtmacht tot enige verkor ting van de eerste oefeningsduur te komen. De minister van Oorlog en van Marine heeft dit in een nota aan de Tweede Ka mer medegedeeld. „In het algemeen," zo verk'aart de mi nister van Oorlog, „kan de opleiding van de gewone soldaat in 12 tot 16 maanden zijn voltooid, in welke tijd ook het kader kan worden gevormd. Ontbreken echter grote verbanden welke slechts met een zekere parate sterkte zijn te vormen dan wordt de oefening na de opleiding be perkt en in het bijzonder door het ka der onvoldoende ervaring opgedaan voor het optreden in grote eenheden. Wanneer de opvolgende N.A.V.O.-opperbevelhebbers in Europa sinds 1951 steeds hebben gewe zen op het grote belang van een langere duur van de eerste oefening en daarvoor steeds 24 maanden hebben aanbevolen i dan deden zij dit in de eerste plaats om een grotere parate sterkte te verkrijgen, doch daarnaast ook om door voortgezette oefening, speciaal in groot verband, de kwaliteit van de parate troepen op te voe ren." Bij het naderen van het einde der eerste 4-jarige opbouwperiode heeft zich bij de Nederlandse regering de vraag opgedrongen, of de beoogde en inmiddels door de lange duur der eer ste oefening bereikte, grote parate sterkte onverminderd moest worden gehandhaafd, dan wel of de zware last, welke de lange eerste oefeningsduur voor het Nederlandse volk betekende, niet enigermate zou kunnen worden verlicht. Tegen vermindering van de militaire krachtsinspanning pleitte de onverminderde ernst van de interna tionale toestand. Anderzijds drong echter ook juist dit vooruitzicht, dat een grote militaire krachtsinspanning vermoedelijk voor een lange reeks van jaren zou moeten worden volgehouden, tot het overwegen, hoe de last daarvan op het meest drukkende punt wat zou kunnen worden verminderd. ADVERTENTIE Op 55-jarige leeftijd is in Den Haag overleden prof. dr. J. H. F. Umbgrove, hoogleraar in -de afdeling mijnbouwkunde van de Technische Hogeschool te Delft. Prof. Umbgrove werd op 5 Februari 1899 te Hulsberg in Limburg geboren. Hij stu deerde van 1919 tot 1925 aan de Rijksuni versiteit te Leiden en verwierf op 18 De cember 1925 de graad van doctor in de wis- en natuurkunde. Hij deed geologische on derzoekingen op Celebes, Bali, Madoera en Sumatra. In 1929 werd hij assistent aan de Rijksuniversiteit te Leiden. Op 3 Juni 1930 aanvaardde hij het ambt van hoog leraar aan de Technische Hogeschool. Te Montfoort is gisteren op 64-jarige leeftijd overleden de heer A. J. de Goey, lid van de Eerste Kamer, lid van de pro vinciale Staten van Utrecht en voorzitter van de Aartsdiocesane R.K. Boeren- en Tuindersbond. Sinds 3 Maart 1953 had hij voor de K.V.P. zitting in de Eerste Kamer. De begrafenis geschiedt Zaterdag te Mcxntfoort. De heer C. Thomas te Vught, die tijdens de bezetting chef was van de Ordedienst in het gewest Den Bosch, is door de Ameri kaanse regering onderscheiden met de Medal of Freedom met de bronzen palm. De heer Thomas was na de bevrijding enige tijd militaire commissaris van Noord-Brabant. Indien na voltooiing van de eerste fase van de legeropbouw op 1 October tot eni ge verkorting van de duur der eerste oefe ning zou worden overgegaan, dan zou als gevolg hiervan de parate sterkte eniger mate moeten afnemen, doch tempo, orde lijk verloop en omvang van de verdere le geropbouw zouden er niet door worden beïnvloed. Mits deze vermindering van de paraat heid echter niet zo ver zou gaan, dat hier door de voortdurende gevechtsvaardigheid van de parate eenheden en daarmede hun preventieve waarde zou worden aange tast, zou naar het oordeel der regering niet in strijd worden gekomen met de uit de internationale toestand voortvloeiende eisen van voortdurende waakzamheid en volgehouden militaire krachtsinspanning. Dit doel verkorting van de eerste oefeningsduur. zonder aantasting van de gevechtsvaardigheid der parate eenheden zou kunnen worden bereikt, indien de eerste oefeningsduur in het algemeen niet meer dan twee maanden zou worden be kort als gevolg waarvan de parate sterkte niet meer uit 8, doch uit 7 lichtings ploegen zou komen te bestaan doch te gelijkertijd voorzieningen werden getroffen om de laatste uitgestroomde lichtingsploeg zo nodig op zeer korte termijn wederom ter beschikking te krijgen. Dat zou mogelijk zijn door de dienst plichtigen na 18 maanden eerste oefening op een daartoe strekkend verzoek geduren de twee maanden klein verlof te verlenen, in afwachting van het pas 20 maanden na het begin van de eerste oefening ingaande groot verlof. Gedurende het klein verlof kunnen de dienstplichtigen zonder meer door hun commandanten naar hun onder deel worden teruggeroepen. Gelet op de goede verbindingen en korte afstanden in Nederland, kan verwacht worden dat hier door de parate eenheden binnen een dag op volle sterkte, tot de nodige actie kunnen overgaan. Tegen een voor alle dienstplichtigen ge lijke duur van eerste oefening bestaan ern stige bezwaren. Voor kader en specialisten is bij een totale eerste oefeningsduur van 18 maanden een opleiding van 9 maanden het uiterst aanvaardbare minimum. Zou ook voor deze categorie dienstplichtigen deze totale eerste oefeningsduur worden aangehouden, dan zouden slechts 9 maan den voor de dienst en verdere vorming in de parate eenheden resteren. Op basis van bovenstaande overwegingen werd in overleg getreden met de N.A.V.O.- opperbevelhebber. Deze bleek uiteraard aan een onverkorte handhaving van de huidige sterkte en duur der eerste oefening de voorkeur te moeten geven. Indien echter nationale politieke omstandigheden, waarvan hij terecht noch de aanwezigheid, noch de draagwijdte wenste te beoordelen, niettemin tot een verkorting van de duur der eerste oefening mochten nopen, dan zou naar zijn oordeel in ieder geval voor kader en specialisten de eerste oefeningsduur enige maanden langer dan voor het gros der dienstplichti gen moeten blijven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1954 | | pagina 5