Voor opdrachten aan
Noordhollandse kunstenaars
Agenda voor
Haarlem
De scheidende Comissaris
ontving gouden legpenning
Diensttijd wordt 18 maanden
Noordhollandse burgemeesters namen
afscheid van de C ommissaris
MftM-
ftNTHRüCIET
Kader en specialisten21 maanden
marine en luchtmacht nog bij het oude
N. VAN BREEMEN Co.
TEL. 10070
WOENSDAG 16 JUNI 1954
DR. J. E. BARON DE VOS VAN STEENWIJKFONDS
Gouden legpenning
Dank namens de Staten
Drie periodes
Twee afgetrokken maanden
worden „klein verlof"
Corps van 82 nieuwe
burgemeesters
Prof. dr. J. H. F. Umbgrove
overleden
Eerste Kamerlid
A. J. de Goey overleden
O
In de Dinsdagmiddag: gehouden vergadering van de Provinciale Staten van Noord
holland waarin afscheid genomen is van de Commissaris der Koningin dr. J. E. baron
de Vos van Steenwijk, is de scheidende Commissaris de gouden legpenning der pro
vincie aangeboden en het besluit genomen een „Dr. J. E. baron de Vos van Steenwijk-
fonds" in te stellen, waaruit gelden geput kunnen worden om opdrachten te ver
strekken en prijzen te geven aan kunstenaars uit de provincie Noordholland; ten
behoeve van het fonds werd een bedrag van f 100.000 uit de reserve beschikbaar
gesteld. In zijn dankwoord, waarin de Commissaris herinneringen ophaalde uit drie
perioden van zijn loopbaan, heeft hij o.a. gezegd: „Noordholland was niet mijn ge
boortegrond, maar ik heb deze kernprovincie van Nederland lief gekregen en ik heb
de hartelijkheid, waarmee ik er tegemoet getreden werd, zeer gewaardeerd. Haar
oud-vermaarde steden, haar vruchtbaar platteland, haar duinen en plassen, men voelt
er het hart van Nederland in kloppen. Dat Gods zegen dit gewest voor rampen moge
bewaren en voorspoed moge schenken is de bede, waarmee ik mijn toespraak wil
besluiten".
De vergadering stond onder leiding van
de heer A. B. J. Prakken, die mededeling
deed van het Koninklijk Besluit, waarbij
aan dr. de Vos van Steenwijk eervol ont
slag werd verleend onder dankbetuiging
voor de vele en gewichtig^ diensten aan
den lande bewezen. Nadat een commissie
uit de Provinciale Staten de Commissaris
en zijn familie had binnengeleid, richtte
de heer Prakken zich tot dr. De Vos van
Steenwijk. Hij zeide, dat afscheid wordt
genomen van een bijzonder hoog ambt, dat
de commissaris sedert de bevrijding van
het land heeft bekleed, eerst krachtens een
Londens Koninklijk Besluit van 5 April
1945 als waarnemend Commissaris, ter
wijl bij Koninklijk Besluit van 12 Sep
tember 1945 de definitieve benoeming
volgde. In werkelijkheid vingen de be
moeiingen met het provinciaal bestuur
niet op de bevrijdingsdag aan, maar reeds
eerder, want tevoren was de Commissaris
op de hoogte gesteld van zijn aanstaande
benoeming en heeft hij, in overleg met de
„goede" Nederlandse bestuursambtenaren,
een grote activiteit moeten ontplooien
teneinde te zorgen, dat op de bevrijdings
dag alles goed verliep. De taak was daar
bij te zorgen, dat in elke gemeente in deze
provincie op de bevrijdingsdag een bur
gemeester aanwezig was, die in de betref
fende gemeente werd gerespecteerd. Voor
waar een werk, waarvoor fijn instinct
voor het bestuurlijke vereist was, omdat
de inlichtingendiensten (uiteraard illegale
inlichtingendiensten), waarover hij be
schikte, niet alleen lang niet altijd perfect
werkten, maar meermalen de inlichtingen
tegenstrijdig waren.
Op de bevrijdingsdag was Noordholland
leeggeplunderd door de vijand, de bevol
king uitgehongerd, de Wieringermeer ge
heel onder water en grote delen van de
provincie verwoest. Communicatiemidde
len ontbraken vrijwel geheel, zodat de
hulp moest worden ingeroepen ten
einde het contact met de verschillende
delen der provincie in stand te houden
van fietsende leden van de U.V.V. Er
moest in de chaos orde worden geschapen.
Bovendien was de zaak nog extra inge
wikkeld, omdat de Commissaris naast het
gewone gezag ook te maken had met het
Militair Gezag. Verder was de chaos nog
vergroot door het verbranden van alle
bescheiden, die betrekking hadden op het
oorlogstijdperk.
Een minder aangename, typisch na
oorlogse taak was ook het uitbrengen van
adviezen over de zuivering van burge
meesters en ambtenaren van de provincie
en de gemeenten, met uitzondering van
Amsterdam en Haarlem. Dit heeft veel
werk gekost, maar ondanks het grote aan
tal heeft hij er, mede in het belang van
de betrokkenen, voor gezorgd, dat alle
adviezen vóór 1 Januari 1946 waren uit
gebracht.
In Juli 1946 keerden, tenminste op
staatsrechtelijk gebied, de normale
omstandigheden terug. Immers, Noordhol
land kreeg toen weer zijn Provinciale
van de Provinciale Waterstaat vorderde,
de watervoorziening werd voor jaren ge
waarborgd, het eerste streekplan kwam
gereed, het personeel van de bedrijven
kreeg medezeggenschap tot in de top en
aandacht werd besteed aan de verpleging
van geesteszieke kinderen op Groot
Schuijlenburg. Ook herinnerde de heer
Baas aan de arbeid van de Commissaris
aan de Kennemei-duinen, het Provinciaal
orkest en het opbouwwerk.
Mede namens enkele andere leden dien
de de heer Baas een voorstel in, waarin de
vergadering' werd uitgenodigd te besluiten
een fonds in te stellen en daaraan de
naam van dr. J. E. baron De Vos van Steen
wijk te verbinden; het doel is opdrachten
te verstrekken en prijzen te geven aan
kunstenaars uit de provincie. Ten behoeve
van het fonds stelde spreker voor een be
drag van f 100.000 uit de reserve beschik
baar te stellen.
Ter toelichting deelde de heer Baas mee,
dat op deze wijze de naam van de Com
missaris blijvend aan het fonds verbon
den zal zijn.
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
WOENSDAG 16 JUNI
Cultura, Jansstraat: Ned. Ver. v. Spir.
„Harmonia", bijeenkomst, 8 uur. Rembrandt:
„De grote Caruso", alle leeft., 7 en 9.15 uur.
Palace: „De drift in het bloed", 18 jaar. 7
en 9.15 uur. Roxy: „Handlangers der duister
nis", 14 jaar, 8 uur. Luxor: „Fort Algiers",
14 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Zondige
Ruby", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Lido: „De onge-
naakbaren", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. City:
„George verovert de vloot", alle leeft., 7 en
9.15 uur. Minerva: „De 3 stuivers opera", 18
jaar, 8.15 uur.
DONDERDAG 17 Juni
Minervatheater: Noordh. Philh. Orkest, 8
uur. Zuiderkapel, Zuiderstraat: G. Nieuwen-
huijsen, 8 uur. Rembrandt: „De grote Ca
ruso", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
Palace: „De drift in het bloed", 18 jaar, 2,
4.15, 7 en 9.15 ur. Roxy: „Handlangers der
duisternis", 14 jaar, 2.30 en 8 uur. Luxor:
„Fort Algiers", 14 jaar, 2. 7 en 9.15 uur. Frans
Hals: „Zondige Ruby", 18 jaar; 2.30, 7 en 9.15
uur. Lido: „De ongenaakbaren", 18 jaar, 2,
4.15, 7 en 9.15 uur. City: „George verovert
de vloot", alle leeft., 2.15, 7 en 9.15 uur.
Tijdens een bijeenkomst van burgemeesters
uit Noordholland heeft de heer J. C.
Haspels de scheidende Commissaris der
Koningin in de provincie Noordholland als
symbolisch geschenk een afbeelding van
een aan te bieden bureaustoel over
handigd.
Staten en een nieuw college van Gede
puteerde Staten kon worden gevormd.
In het college van Gedeputeerde Staten
heeft de Commissaris getoond niet alleen
te zijn een voorzitter met een werkelijke
stem, maar de leden van Gedeputeerde
Staten hebben altijd met bijzondere be
langstelling geluisterd naar zijn scherpe
en duidelijke uiteenzettingen en motive
ringen van zijn oordeel, waardoor, als
mede door zijn heldere betoogtrant en
zijn logische gedachtengang, de discussies
op een hoger plan kwamen.
In het College bleek ook steeds hoe
groot de belangstelling was voor alle fa
cetten van het provinciaal beleid. Meende
het college van Gedeputeerde Staten, dat
in het belang van de provincie tegenover
de regering een bepaald standpunt moest
worden bepleit of bijzondere belangen
moesten worden verdedigd, dan vond het
in de Commissaris een geharnast pleitbe
zorger. Tegenover de regering had zijn
stem gezag, omdat zijn betoog niet alleen
altijd bijzonder helder was, maar ook,
omdat hij de nodige vasthoudendheid be
zat om in het belang van de provincie te
bereiken wat enigszins mogelijk was.
De belangstelling voor natuurbescher
ming en recreatie kwam tot uiting bij de
Stichting „Het Nationale Park de Kenne
merduinen". Hierdoor is een vaii de mooi
ste duinlandschappen voor de natuurlief
hebbers gespaard gebleven. Zijn rustig
werken als voorzitter van deze stichting
heeft niet alleen tot resultaat gehad, dat
de stichting in belangrijke mate is gesta
biliseerd, maar ook, dat de burgers van
Randstad Holland in ruime mate kunnen
genieten van een schitterend natuur
schoon. Als oprichter en eerste voorzitter
van deze stichting, alsmede als de stuwen
de kracht van dit reservaat, moet ook het
nageslacht hem dankbaar blijven voor het
werk, dat hier door hen is verricht.
Er is nog een organisatie, welke de Com
missaris zeer na aan het hart ligt. Zij
dankt haar bestaan aan het initiatief van
de Prins der Nederlanden, het Prins
Bernhardfonds. In het bijzonder de pro
vinciale vertakking, het Anjerfonds
Noordholland, had zijn liefde.
In de afgelopen jaren is in de provin
cie veel tot stand gekomen, waaraan dr.
De Vos van Steenwijk direct of indirect
heeft medegewerkt. De provincie is voor
een belangrijk deel van de slagen, die in
de oorlog haar zijn toegebracht, vaak
mede dank zij zijn hulp, hersteld. Namens
het provinciaal bestuur dankte spreker
hem van harte en bood namens dit be
stuur de gouden legpenning van de pro
vincie Noordholland aan, in de hoop, dat
dit een blijvende herinnering zal zijn aan
het belangrijke werk, dat hij in de afge
lopen negen jaar voor Noordholland heeft
verricht.
Het oudste lid der Provinciale Staten,
de heer G. Baas bracht de scheidende
Commissaris dank voor de wijze, waarop
deze sedert 1 Juli 1946 de vergaderingen
van de Staten heeft geleid. Reeds in 1945
had de Commissaris deze zware taak op
zijn schouders genomen en men moet
moed hebben om dat te doen. Hij kende
de bestuurstaak reeds als burgemeester
van Zwolle en Haarlem en ook was hij lid
van de Provinciale Staten geweest. Het
bestuursapparaat was in wanorde en het
economisch leven geschokt. Met grote toe
wijding heeft dr. De Vos van Steenwijk
zich aan zijn arbeid gegeven en hij heeft
in een snel tempo aan de opbouw meege
werkt. Vele jaren is hij de voorzitter van
de Staten geweest, heeft meegewerkt aan
belangrijke besluiten en aan het maken
van plannen. Gezegd dient te worden dat
het totaalbeeld van de provincie niet on
gunstig te noemen is. De financiële toe
stand maakte het ondanks de grote schade
in de provincie tijdens de-ramp van 1 Fe
bruari 1953 mogelijk een bedrag te stor
ten in het Rampenfonds. De huisvesting
Zonder hoofdelijke stemming werd het
voorstel aanvaard.
Dr. baron De Vos van Steenwijk richt'
zich met woorden van dank tot de her
Prakken en Baas en voorts tot de verga
dering voor het nemen van het besluit.
„Mijn bemoeienissen met dit gewest
aldus vervolgde spreker kunnen in drie
perioden worden onderscheiden: een prae-
natale, om het zo uit te drukken, de periode
voorafgaande aan de bevrijding, waarbij de
langs sluipwegen doorgegeven mededeling,
dat ik er rekening mee moest houden bij
de bevrijding met de waarneming van dit
ambt te worden belast, weer telkens op
even geheimzinnige wijze werd tegen
gesproken, zodat ik er mij tevens op moest
voorbereiden weer als burgemeester van
Haarlem te gaan optreden; een tweede
periode onder voogdij, om zo te zeggen,
onder voogdij namelijk van het Militair
Gezag, een voogd met qualiteiten, maar
toch ook wel enigszins nukkig, onbereken
baar en wat de bezetters noemden „Vor-
schnell" in zijn beslissingen, maar de
mortuis nil nisi bene over de doden niets
dan goeds! en tenslotte, in de normale
staat van zaken, met een volledig college
van Gedeputeerde Staten en met een
college van Provinciale Staten, waarvan de
tweede edities nu tezamen met mij hun
laatste bijeenkomst in deze zaal houden".
Hulde en dank bracht spreker aan de
griffier mr. Stufkens. De ervaren en be
zonnen vooi-lichting die hij van hem in
die tijd mocht ontvangen, waarbij hij niet
onvermeld wilde laten de informatoren die
hij over de provincie verspreid had zit
ten, maakten dat op Dolle Dinsdag de lijst
klaar was. Daarbij herinnerde spreker ook
aan het werk van burgemeester Haspels.
De twééd e periode, die van het. Militair
Gezag, werd vooral gekenmerkt door het
begrip zuivering, naast de geleidelijke her
vatting van normale toestanden.
Aanvankelijk bestond het college van Ge
deputeerde Staten slechts uit de leden
Bruch, Witteman, Michels en weldra weer
Polak, later aangevuld met de heer Van
der Wal, die door de Kroon als zodanig
werd aangewezen.
Het eerste college dat op regelmatige wijze
werd verkozen bestond uit de leden Bouw
man, Harmsen, Prakken, mej. Ribbius
Peletier, de Vries en Witteman. De heer
Witteman werd al spoedig tot het minis
tersambt geroepen en door de heer Van
der Donk vervangen. In 1950 kozen Pro
vinciale Staten de heer Rustige in de plaats
van de heer Harmsen. Bij deze verande
ringen bleef de goede samenwerking tus
sen Commissaris der Koningin en Gedepu
teerde Staten bestendigd. Bijzondere dank
bracht spreker de heer Prakken, wien het
nooit te veel was hem bij afwezigheid te
vervangen ,en die, toen het voorzitterschap
van de Kennemerduinen zijn ambtstaak
kwam verzwaren, de Commissaris gedu
rende deze laatste jaren permanent ver
ving als voorzitter van het Gooisch Natuur
reservaat.
Een belangrijk deel van de taak van Ge
deputeerde Staten blijft buiten het ge
zichtsveld van Provinciale Staten, maar een
niet minder belangrijk deel, het wetgevend
en financieel beleid, wordt tweemaal
'sjaars aan de beslissingen en aan de kri
tiek onderworpen. Over de vergaderingen
van de Staten gaf spreker zijn visie.
Dr. De Vos van Steenwijk vervolgde, dat
hij naast hem, zowel in de vergaderingen
van Gedeputeerde Staten als in die van de
Staten, steeds de griffier als een vertrouw
de baken in de zee van wettelijke en admi
nistratieve klippen vond, maar vooral als
een betrouwbaar raadsman bij zijn dage
lijkse taak. Gerijpt in een langjarige amb
tenaarsloopbaan, de enige in het college van
Gedeputeerde Staten, die een vóór-oorlogse
ervaring heeft, zal hij ook sprekers opvol
ger weer kunnen laten profiteren van zijn
bezonnen adviezen. Spreker dankte voor
het vele, dat hij in de jaren van zijn Com
missarisschap voor dit gewest heeft ver
richt.
Spreker herinnerde aan zijn taak bij de
benoemingen van burgemeesters, zijn taak
voor de openbare orde van veiligheid, in
het bijzonder de Bescherming Bevolking en
zijn voorzitterschap van de beide grote
natuurreservaten: het Gooisch Naturreser-
vaat en de Kennemerduinen.
De bloei van de provincie hangt ten
nauwste samen met die van de gemeenten,
waaruit ze is samengesteld en een goede
burgemeester is weer van eminent belang
voor de bloei van de gemeente, zodat de
benoeming van deze ambtsdragers ook voor
de provincie een zaak van groot gewicht
is. Spreker zeide deze taak met'de grootste
ernst en nauwgezetheid behartigd te heb
ben. Tweeëntachtig van de 120 Noord
hollandse gemeenten worden thans be
stuurd door burgemeesters tot welker be
noeming hij heeft medegewerkt en hij
stelde er prijs op te verklaren, dat hij dit
corps met vertrouwen aan zijn opvolger
overdroeg.
Vele vraagstukken op het provinciale ter
rein vragen nog om oplossing, andere zijn
slechts halverwege uitgevoerd. Niet min
der dan 27 leden der vergadering zetelen
ook voor de laatste maal. Hun zij dank ge
bracht voor al hetgeen zij in de jaren van
hun lidmaatschap in het belang van dit ge
west hebben verricht, zowel in de openbare
Statenzittingen, als in de commissies en
afdelingen, waarvan zij deel uitmaakten,
aldus spreker.
De regering heeft besloten, de duur der eerste oefening te stellen op
18 maanden voor het gros der dienstplichtigen en op 21 maanden voor
hen, die voor kader- of specialistische functies worden opgeleid (thans
is dit respectievelijk 20 en 24 maanden). Niettegenstaande de door de
N.A.V.O.-opperbevelhebber uitgesproken voorkeur voor een onverkorte
handhaving van de huidige parate sterkte en duur der eerste oefening,
heeft de regering gemeend gezien duur der eerste oefening in de meeste
andere N.A.V.O.-landen, doch vooral in het vooruitzicht dat de militaire
krachtsinspanning vermoedelijk gedurende een lange reeks van jaren zal
moeten worden volgehouden de drukkende last van de lange eersie
oefeningsduur op deze wijze enigermate te moeten verlichten.
De nieuwe regeling zal ingaan voor de
lichtingsploeg 1953-1, die op 1 December
met groot verlof zal worden gezonden. Met
het oog op de komende internationale na
jaarsmanoeuvres, waarvoor het meest ge
oefende deel der dienstplichtigen niet kan
worden gemist, kan deze lichtingsploeg pas
eind October in het genot van klein verlof
worden gesteld. Vervolgens zullen de
dienstplichtigen van de lichtingsploeg 1953-
2, aan wie op 1 Februari 1955 groot verlof
zal worden verleend, einde November 1954
met klein verlof kunnen gaan, waarna
iedere volgende lichtingsploeg eveneens na
18 maanden eerste oefening met klein ver
lof zal kunnen vertrekken, in afwachting
van het 2 maanden later aan hen te geven
groot verlof.
Voor het kader en de specialisten kan
een bekorting van de eerste oefeningsduur
eveneens pas en dan waarschijnlijk nog
De burgemeesters uit Noordholland heb
ben Dinsdagmiddag in het gebouw der Pro
vincie aan de Dreef te Haarlem afscheid
genomen van de scheidende Commissaris en
als symbolisch geschenk een afbeelding van
een bureaustoel aangeboden; het geschenk
is nog niet gereed.
Na afloop van de vergadering van de
Provinciale Staten kwamen de burgemees
ters bijeen en namens hen voerde de heer
J. C. li a s p e 1 s te Bussum het woord. Het
eerst richtte hij zich uit naam van de echt
genotes van de burgemeesters tot mevrouw
baronesse J. M. de Vos van SteenwijkVan
Royen en hij roemde het bezielende voor
beeld, dat zij voor haar is geweest. Als groet
namens de burgemeestersvrouwen over
handigde de heer Haspels mevrouw De Vos
van Steenwijk bloemen.
Vervolgens sprak de heer Haspels de
Commissaris der Koningin toe en hij her-
innei'de aan de loopbaan in de afgelopen
jaren. De burgemeesters zijn vele malen
met hem in contact gekomen en dat ge
schiedde steeds op beminnelijke wijze. Zij
zijn hem daarvoor dankbaar. Besloten is de
Commissaris een geschenk aan te bieden als
herinnering aan de arbeid. Daar het bekend
is, dat de Commissaris de tijd nog niet ge
komen acht om te rusten is de keus geval
len op een stoel voor diens schrijfbureau.
Er moet nog het wapen van Noordholland
in de rugleuning gemaakt worden. Hiermee
is men nog niet gereed en daarom over
handigde de heer Haspels een afbeelding
van de bureaustoel.
Dr. baron DeVosvan Steen w ij k
dankte voor het geschenk en zeide, dat het
afscheid van de burgemeesters een bijzon
dere plaats inneemt in de rij van vele groe
pen van wie hij afscheid neemt in deze
dagen.
Het corps van burgemeesters, zoals dat
op heden is samengesteld, telt 82 burge
meesters, tot wier benoeming spreker heeft
mogen medewerken en het is hem een ge
noegen te mogen verklaren dat het over
grote deel in overeenstemming met zijn
aanbeveling is benoemd en niemand tegen
wien hij uitdrukkelijk bezwaren had gefor
muleerd.
Dat brengt uitteraard mede dat spreker
met zeer sympathieke gevoelens jegens
deze 82 burgemeesters is vervuld, maar hij
zou niet willen dat de 38 burgemeesters die
onder zijn voorganger, baron Röell, tot dit
ambt geroepen werden, hieruit de conclu
sie zouden trekken dat zij zich als stiefkin
deren moeten beschouwen. Zelf uit de ge
lederen van burgemeesters voortgekomen,
heeft hij er altijd veel waarde aan gehecht
dat tussen de Commissaris der Koningin en
burgemeesters een juiste verhouding be
staat, waarin de persoonlijke noot het
mogelijk maakt om ten allen tijde een open
hartig gesprek te kunnen houden, waarbij
elke partij op haar beurt weet te luisteren
en bereid is aan het standpunt van de
ander de volle aandacht te schenken.
De Noordhollandse gemeenten vertonen
een bonte veelvormigheid, van de grote
wereldstad Amsterdam tot de kleine lande
lijke gemeente Katwoude, en zo is liet ook
met de personen van de burgemeesters, al
is hier het verschil in formaat niet zo groot-
Maar, afgescheiden van het inwoneraantal
lang niet steeds een zuivere maatstaf
voor de belangrijkheid liggen de proble
men in elke gemeente weer anders en eisen
sommige veel meer aandacht van provin
ciaal bestuur en Commissaris der Koningin
dan andere. Daardoor is sprekers contact
met sommige burgemeesters aanmerkelijk
intenser geweest dan met anderen. Geen
ambt is zo kwetsbaar als het burgemees
tersambt. Van onbesproken levenswandel
te zijn, is wenselijk voor elkeen die een
openbaar ambt bekleedt, maar zo is nu
eenmaal de menselijke aard, over nie
mand worden er met meer graagte klets
praatjes gecolporteerd dan over de „eerste
burger". Niet alleen het wezen, maar ook
de s c h ij n behoort deze dus zorgvuldig
te vermijden en de wettelijke uitdrukking
„de zorgvuldigheid in acht nemen welke
in het maatschappelijk verkeer past", geldt
voor hem bij uitstek.
Spreker herinnerde er aan hoe moeilijk
het was om in het laatste jaar van de be
zetting volgens de aanwijzingen van de
regering te Londen voorlopige voorzie
ningen te treffen in de waarneming van het
burgemeestersambt voor alle gemeenten in
deze provincie, waarbij uitdrukkelijk gesti
puleerd was dat deze aanwijzing op een
definitieve., benoeming niet vooruit mocht
lopen. Zelf voortvluchtig, onder de toen
uiterst beperkte communicatiemiddelen,
met behulp van een verwarde en elkaar
dikwijls bestrijdende illegaliteit, moesten
hier beslissingen getroffen worden die ach
teraf niet steeds ten volle gerechtvaardigd
bleken, al zijn de gevallen, waarin mis-
gegrepen werd gelukkig weinig in aantal
geweest. Voor de hulp van diegenen onder
de burgemeesters, die spreker met de Grif
fier der Staten, daarbij van advies gediend
hebben, is hij nog stpeds zeer dankbaar.
Daardoor was het gehele schema voor de
vervanging op Dolle Dinsdag gereed en dat
tenslotte bij de bevrijding alle brieven voor
de gemeenten ten Noorden van het Noord
zeekanaal door het militair gezag enkele
weken werden vastgehouden, zodat er in
sommige gemeenten drie personen waren
die het burgemeesterlijk gezag als hun toe
komend claimden, heeft spreker toen veel
ergernis gegeven, maar heeft hij in het licht
van wat hij later ondervonden heeft leren
beschouwen als een van de „Schönheits-
fehler" van deze veel omstreden, maar
onmisbare instelling.
Hoewel de financiële positie van deze
ambtsdragers, over het geheel beschouwd,
als bescheiden gequalificeerd moet worden,
bij elke vacature blijkt wederom dat het
burgemeestersambt als een begerenswaar
dig goed beschouwd wordt. Als spreker een
enkele maal de aandacht van een burge
meester, die over geringe promotiekansen
kwam klagen, er op vestigde dat er toch
ook andere werkkringen bestaan, dan kreeg j
hij tot antwoord: ja, maar als men eenmaal
burgemeester is geweest.
Zulk een antwoord doet spreker dan
natuurlijk veel genoegen en hij meent zijn
afscheidswoord niet beter te kunnen ein
digen dan met een variant op de traditio
nele slotwoorden waarmede hij een pro
motie aan de universiteit de jonge doctor
door zijn promotor werd toegesproken:
„Waardeer haar als een eerlijk verkregen
gave, maar vergeet nimmer de plichten die
zij u oplegt tegenover uwe gemeente en
het Vaderland."
slechts gedeeltelijk met de lichtingsploeg
1953-1 ingaan.
Voor het kader en de specialisten van de
lichtingsploegen 1.953-2 en volgende zal
vervolgens het klein verlof met een duur
van twee maanden na 21 maanden eer
ste oefening kunnen ingaan.
De duur der eerste oefening bij de Ko
ninklijke Marine blijft 21 maanden. Voor
de Koninklijke Luchtmacht heeft een ver
korting van de eerste oefeningsduur be
zwaren, in het bijzonder in verband met de
lange duur van opleiding voor vele specia
listische functies. Gelet echter op de duur
der eerste oefening bij de andere krijgs
machtdelen wordt overwogen ook bij de
Koninklijke Luchtmacht tot enige verkor
ting van de eerste oefeningsduur te komen.
De minister van Oorlog en van Marine
heeft dit in een nota aan de Tweede Ka
mer medegedeeld.
„In het algemeen," zo verk'aart de mi
nister van Oorlog, „kan de opleiding van
de gewone soldaat in 12 tot 16 maanden
zijn voltooid, in welke tijd ook het kader
kan worden gevormd. Ontbreken echter
grote verbanden welke slechts met een
zekere parate sterkte zijn te vormen
dan wordt de oefening na de opleiding be
perkt en in het bijzonder door het ka
der onvoldoende ervaring opgedaan voor
het optreden in grote eenheden. Wanneer
de opvolgende N.A.V.O.-opperbevelhebbers
in Europa sinds 1951 steeds hebben gewe
zen op het grote belang van een langere
duur van de eerste oefening en daarvoor
steeds 24 maanden hebben aanbevolen i
dan deden zij dit in de eerste plaats om
een grotere parate sterkte te verkrijgen,
doch daarnaast ook om door voortgezette
oefening, speciaal in groot verband, de
kwaliteit van de parate troepen op te voe
ren."
Bij het naderen van het einde der
eerste 4-jarige opbouwperiode heeft
zich bij de Nederlandse regering de
vraag opgedrongen, of de beoogde en
inmiddels door de lange duur der eer
ste oefening bereikte, grote parate
sterkte onverminderd moest worden
gehandhaafd, dan wel of de zware last,
welke de lange eerste oefeningsduur
voor het Nederlandse volk betekende,
niet enigermate zou kunnen worden
verlicht. Tegen vermindering van de
militaire krachtsinspanning pleitte de
onverminderde ernst van de interna
tionale toestand. Anderzijds drong
echter ook juist dit vooruitzicht, dat
een grote militaire krachtsinspanning
vermoedelijk voor een lange reeks van
jaren zou moeten worden volgehouden,
tot het overwegen, hoe de last daarvan
op het meest drukkende punt wat zou
kunnen worden verminderd.
ADVERTENTIE
Op 55-jarige leeftijd is in Den Haag
overleden prof. dr. J. H. F. Umbgrove,
hoogleraar in -de afdeling mijnbouwkunde
van de Technische Hogeschool te Delft.
Prof. Umbgrove werd op 5 Februari 1899
te Hulsberg in Limburg geboren. Hij stu
deerde van 1919 tot 1925 aan de Rijksuni
versiteit te Leiden en verwierf op 18 De
cember 1925 de graad van doctor in de wis-
en natuurkunde. Hij deed geologische on
derzoekingen op Celebes, Bali, Madoera en
Sumatra. In 1929 werd hij assistent aan
de Rijksuniversiteit te Leiden. Op 3 Juni
1930 aanvaardde hij het ambt van hoog
leraar aan de Technische Hogeschool.
Te Montfoort is gisteren op 64-jarige
leeftijd overleden de heer A. J. de Goey,
lid van de Eerste Kamer, lid van de pro
vinciale Staten van Utrecht en voorzitter
van de Aartsdiocesane R.K. Boeren- en
Tuindersbond. Sinds 3 Maart 1953 had hij
voor de K.V.P. zitting in de Eerste Kamer.
De begrafenis geschiedt Zaterdag te
Mcxntfoort.
De heer C. Thomas te Vught, die tijdens
de bezetting chef was van de Ordedienst in
het gewest Den Bosch, is door de Ameri
kaanse regering onderscheiden met de Medal
of Freedom met de bronzen palm. De heer
Thomas was na de bevrijding enige tijd
militaire commissaris van Noord-Brabant.
Indien na voltooiing van de eerste fase
van de legeropbouw op 1 October tot eni
ge verkorting van de duur der eerste oefe
ning zou worden overgegaan, dan zou als
gevolg hiervan de parate sterkte eniger
mate moeten afnemen, doch tempo, orde
lijk verloop en omvang van de verdere le
geropbouw zouden er niet door worden
beïnvloed.
Mits deze vermindering van de paraat
heid echter niet zo ver zou gaan, dat hier
door de voortdurende gevechtsvaardigheid
van de parate eenheden en daarmede hun
preventieve waarde zou worden aange
tast, zou naar het oordeel der regering niet
in strijd worden gekomen met de uit de
internationale toestand voortvloeiende
eisen van voortdurende waakzamheid en
volgehouden militaire krachtsinspanning.
Dit doel verkorting van de eerste
oefeningsduur. zonder aantasting van de
gevechtsvaardigheid der parate eenheden
zou kunnen worden bereikt, indien de
eerste oefeningsduur in het algemeen niet
meer dan twee maanden zou worden be
kort als gevolg waarvan de parate
sterkte niet meer uit 8, doch uit 7 lichtings
ploegen zou komen te bestaan doch te
gelijkertijd voorzieningen werden getroffen
om de laatste uitgestroomde lichtingsploeg
zo nodig op zeer korte termijn wederom ter
beschikking te krijgen.
Dat zou mogelijk zijn door de dienst
plichtigen na 18 maanden eerste oefening
op een daartoe strekkend verzoek geduren
de twee maanden klein verlof te verlenen,
in afwachting van het pas 20 maanden na
het begin van de eerste oefening ingaande
groot verlof. Gedurende het klein verlof
kunnen de dienstplichtigen zonder meer
door hun commandanten naar hun onder
deel worden teruggeroepen. Gelet op de
goede verbindingen en korte afstanden in
Nederland, kan verwacht worden dat hier
door de parate eenheden binnen een dag
op volle sterkte, tot de nodige actie kunnen
overgaan.
Tegen een voor alle dienstplichtigen ge
lijke duur van eerste oefening bestaan ern
stige bezwaren. Voor kader en specialisten
is bij een totale eerste oefeningsduur van
18 maanden een opleiding van 9 maanden
het uiterst aanvaardbare minimum. Zou
ook voor deze categorie dienstplichtigen
deze totale eerste oefeningsduur worden
aangehouden, dan zouden slechts 9 maan
den voor de dienst en verdere vorming in
de parate eenheden resteren.
Op basis van bovenstaande overwegingen
werd in overleg getreden met de N.A.V.O.-
opperbevelhebber.
Deze bleek uiteraard aan een onverkorte
handhaving van de huidige sterkte en duur
der eerste oefening de voorkeur te moeten
geven. Indien echter nationale politieke
omstandigheden, waarvan hij terecht
noch de aanwezigheid, noch de draagwijdte
wenste te beoordelen, niettemin tot een
verkorting van de duur der eerste oefening
mochten nopen, dan zou naar zijn oordeel
in ieder geval voor kader en specialisten
de eerste oefeningsduur enige maanden
langer dan voor het gros der dienstplichti
gen moeten blijven.