PEN-congres geopend
Agenda voor
Haarlem
Het B.B.C.-Symphonie-Orkest
onder Sir Malcolm Sargent
Wereldveteranendag in Haarlem
Tweede optreden Sadler's Wells Ballet
„Hulde aan de Koningin" van Ashton
Stuurman van „Silvia"
mag maand niet varen
N.V.V.-secretaris heeft
critiek op K.A.B.-
voorzitter
MAANDAG 21 JUNI 1954
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSGHE COURANT
7
Grote belangstelling voor
Avondvierdaagse
Burgerlijke Stand
van Haarlem
Lichtschip geramd
Koningin bezoekt het
voormalig rampgebied
Billy Graham in
Amsterdam
Uitvaart van de
Israëlische gezant
Orgelconcert in de Grote Kerk
Nederlandse danseressen
in de Pas de Quatre
van Anton Dolin
Mijngasontploffing kost
4 Fransen het leven
De prinsessen Beatrix en Irene behoor
den tot de tweeduizend bezoekers, die Za
terdagavond het tweede optreden van het
Sadler's Wells Ballet als onderdeel van het
Holland Festival 1954 in het Haagse Ge
bouw voor Kunsten en Wetenschappen bij
woonden. Hoofdnummer van het program
ma, dat gisteren in Amsterdam werd her
haald, was „Homage to the Queen" van
Frederick Ashton met welluidende en on
voorwaardelijk de danskunst dienende
muziek van Malcolm Arnold het Kro
ningsballet van Juni 19^3, dat vrijwel in
de oorspronkelijke bezetting voor het voet
licht kwam, met dien verstande dat Svet-
lana Beriosova de pl'/ats van Violetta Elvin
innam en Rosemary Lindsay die van Beryl
Grey.
Ilet is in alle opzichten een traditioneel
gelegenheidswerk. Wat zou men ook anders
van de Engelsen hebben verwacht? Het
begint met e^n zeer kunstig in scène gezet
défilé van 'de Koningingen der elementen
(elk met een prins-gemaal) en haar gevolg,
het eindif/t met een spectaculaire apotheose,
waarbij solisten en corps de ballet een
enorme kroon vormen en een figuur, die
Eli-ab^th de Eerste voorstelt, een lauwer
tak '/an de nieuwe vorstin overhandigt.
Daaytussen worden vier miniatuurballetten
vertoond, waarvan de bewegingsmotieven
de/ typische kenmerken van Aarde, Water,
yüur en Lucht verzinnebeelden. Het ge
heel is dus een serie van divertissementen
en als zodanig schitterend geslaagd.
Naar de stijl beoordeeld is het een supé
rieur toonbeeld van barok, voortgevloeid
ongetwijfeld uit de ceremoniële opzet,
waartoe alleen het ballet met zijn vorste
lijke herkomst in staat kan worden geacht
en daardoor precies beantwoordend aan de
majestueuze gebeurtenis, waaraan het ar
tistieke luister wilde bijzetten. Waarbij dan
vastgesteld moet worden, dat Ashton het
glansrijk klaargespeeld heeft de concurren
tie met de werkelijkheid van het Kronings
feest te doorstaan. Want al gaat uiteraard
elke verdere vergelijking mank, ook daar
aan kon toch een groot uiterlijk vertonings
element niet ontzegd worden. Met een
andere finale zal deze „Hulde aan de
Koningin" ongetwijfeld een blijvend réper
toirestuk worden, zij het in de eerste plaats
als paradenummer.
Niet alle onderdelen mogen dan even
'brillant zijn uitgevallen, men geraakt toch
vervuld van respect voor de wijze, waarop
Ashton de solovariaties, duetten, kleine en
grotrere ensembles tot een niet alleen lo-
gisoh verantwoord maar ook bloeiend pa
troon verweven heeft. Dit boeiende aspect
isp'n hoofdzaak te danken aan de zeldzaam
gelukkige combinaties van over het alge
meen karakteristieke bewegingsmotieven
en de specifieke talenten van de ter uit
beelding van de vier elementen aangewe
zen vertolksters, die hierdoor tot een soort
buitenpersoonlijke en tegelijk directe riva
liteit werden aangezet. Zodoende ontstond
er in dit voor alles feestelijke werk toch
een soort dramatische spanning, niet on
gelijk aan die waarop Benjamin Lumbey,
destijds directeur van Her Majesty's Thea
tre in Londen, speculeerde toen hij in 1845
Joules Perrot uitnodigde op muziek van
Cesare Pugni een divertissement te ontwer
pen voor de vier grootste ballerna's.
En dan nog dit: sedert de choreografische
scheppingen van Fokine met name „Les
Sylphides" is bij mijn weten nooit zo'n
gave en wederzijds stimulerende wissel
werking tussen solisten en groep te zien
gegeven als hier. Onuitputtelijk lijkt het
arsenaal van frisse en verrasende bewe
gingen, waaruit Ashton putte en die het
ballet van de ene climax naar de andere
helpen. Alweer evenzovele bewijzen voor
de stelling, dat de dwang der vaak onge
makkelijke omstandigheden een machtige
inspiratie kan opleveren, al ziet men die
dan ook liever anders tot gelding komen
dan in een dergelijke allegorische revue.
Zonder enige twijfel het fraaiste onder
deel is het optreden van de Waterkoningen
en haar gevolg, niet het minst door de
subtiele fraseringen. Svetlana Beriosova
was er met haar'golvend armenspel wel
haast volmaakt in. Onmiddelijk daarna
moet het buitengewoon mooie duet van
Margot Fonteyn en Michael Somes als de
Koningin van de Lucht en haar gemaal
worden genoemd, zowel om de finesse en
volstrekte zekerheid der uitvoering als om
de toepasselijke vernieuwingen op het ge
bied van tillen en gedragen worden. Het lag
niet aan Nadia Nerina dat het fragment
Aarde weinig overtuigde, voor een deel wel
aan de overigens niets dan lof verdienende
costuums van Oliver Messel dat de afde
ling Vuur het meest conventioneel bleef,
al trok daarin een sterke pas-de-quatre
(met Valerie Taylor) de aandacht.
De andere werken
De mannen in volgorde van verschij
ning: Alexis Rassine, John Hart, Brian
Shaw, John Field en Alexander Grant
deden hun werk met gro+e beheersing van
de techniek, maar toch, hoewel het hier
minder stoorde dan in de andere nummers
van het Sadler's Wells Ballet, zonder de
ook ter handhaving van de contrastwerking
vereiste kenmerken van viriele persoonlijk
heden. Het gehele ensemble toont een
merkwaardig vrouwelijke inslag. De En
gelsen zijn wat dit betreft de Romantiek
nog niet ontgroeid, vandaar misschien ook
hun voorkeur voor avondvullende sprook
jes als „Het Zwanenmeer" of „De schone
slaapster". Die romantische instelling sprak
eveneens, maar dan in eentonige vaagheid,
uit „De Schaduw" van de jonge choreo
graaf John Craniko, waarmee het program
ma geopend werd.
Waarom men dit symbolische probeersel
mee naar het buitenland heeft genomen, is
slechts één van de vele dingen die mij
hierbij niet duidelijk zijn geworden. Vol
gens de toelichting van Cyril Beaumont
hadden wij hier te doen met een jongeman,
die in tweestrijd verkeert door de tegen
gestelde aantrekkingskrachten van roman
tische en zinnelijke liefde. Dat zal dan wel
zo zijn. Er werden interessante bewegings
experimenten gedemonstreerd, zonder dat
deze de ontwikkeling van jiet thema veel
verder hielpen. Daarbij vergde de (be
staande) muziek van Erno von Dohnanyi
meer, dan de inventie van Cranko kon op
brengen. Svetlana Beriosova, Anya Linden
en de weinig te doen gehad hebbende Phi
lip Chatfield vervulden de voornaamste
rollen met vaardigheid.
Tot besluit kwam Massine's vermaarde
ballet „De driekante steek" naar een li
bretto van Martinez Sierra (berustend op
een verhaal van Pedro de Alarcon, vroeger
hier te lande door Charlotte Kohier onder
de titel „Frasquita" voorgedragen) uiter
aard met de verrukkelijke muziek van
De Engelse prima ballerina assoluta Margot
Fonteyn als Koningin van de Lucht met
haar gevolg in „Hulde aan de Koningin"
van Frederick Ashton.
Manuel de Falla en met de prima décors
en costuums, die Pablo Picasso in 1919 voor
de creatie onder Diaghilev ontwierp. De
choreograaf heeft hierin zeker de Spaanse
dansen niet gereproduceerd, doch ze slechts
als middel tot inspiratie gebruikt in een tijd,
toen de folkloristische vormen nog niet de
internationale bekendheid van heden ge
noten. Men accepteert die nabootsingen dan
ook moeilijker, waarbij nog komt dat de
Engelsen wel over de gewenste sierlijk
heid en precisie beschikken, maar niet over
het even belangrijke temperament. Daar
staat echter tegenover dat zij zich in ko
mische spelsituaties wonderwel thuis ge
voelen, zodat er toch nog een vrij aantrek
kelijk resultaat verkregen werd. De farucca
van Alexander Grant als de molenaar was
snel en scherp. Anne Heaton toonde zich
als zijn capricieuze vrouw wederom een
goede caractèredanseres, al was er uit deze
rol met haar snel wisselende emoties meer
te halen.
DAVID KONING.
Gewend als men is aan de vertrouwde
klank van het Concertgebouw-Orkest geeft
het een eigenaardige gewaarwording, wan
neer men op het Amsterdamse podium een
ander orkest hoort musiceren. Dit onder
vonden wij Zaterdagavond heel sterk bij
het optreden in het hoofdstedelijk Concert
gebouw van het vermaarde BBC-Orkest,
dat onder leiding van Sir Malcolm Sargent
staat.
Dit ensemble van 96 musici, waaronder
niet minder dan 22 dames, draagt het
merkteken van een straffe discipline, die
de vrije ontplooiing van de klank schijnt te
remmen, doch anderzijds een geraffineerd
samenspel tot resultaat heeft. Het is in de
eerste plaats het klankkarakter dat opvalt
en dan vooral in zijn verhouding van strij
kers en blazers. Althans in Beethovens
Tweede Symphonie en later ook in Mozarts
Pianoconcert in A trof nu de uiterst be
scheiden men zou ook kunnen zeggen:
Voor het eerst sedert jaren is het aantal
deelnemers aan de Avondvierdaagse de zes
honderd gepasseerd.
Zij die reeds Dinsdagavond beginnen, star
ten tussen zes en zeven uur van restaurant
„Dreefzicht", Fonteinlaan.
Deelnemers aan de jeugd-avondvierdaagse
starten Woensdagavond tussen vijf uur en
half zes eveneens van „Dreefzicht". Deel
neming staat open voor kinderen van tien
tot en met dertien jaar. Zij wandelen elke
avond een parcours van tien kilometer en
ontvangen na afloop het bekende jeugd-
avondvierdaagse kruis.
Groepen van minstens elf personen ont
vangen een extra groepsherinnering. Reeds
hebben verschillende scholen en speeltuin
verenigingen ingeschreven.
De afdeling Haarlem van het Nederlandse
Rode Kruis zal op de route aanwezig zijn om
eventuele voeteuvels te behandelen.
ORGANIST WESTMINSTER ABBEY
SPEELT IN AMSTERDAM.
Woensdagavond 23 Juni geeft Sir Wil
liam McKie, de organist van de Westmin
ster Abbey te Londen een orgelconcert in
de Nieuwe Kerk te Amsterdam.
Hij speelt werken van Sweelinck en van
drie van zijn Londense voorgangers: Gib
bons, Purcell en Blow.
Medewerking verleent het Collegium
Musicum Amstelodamense onder leiding
van Toon Vranken.
HAARLEM, 19 Juni 1954
ONDERTROUWD: 19 Juni, E. Vos Visser
en J. M. L. Latuapon.
GEHUWD: 19 Juni, W. J. Boerboom en A.
J. Jonker; C. Booij en G. R. Havers; C. van
Drunen en M. M. Zoet; F. Sant en J.
Hommes.
BEVALLEN van een zoon: 18 Juni, B.
Bauervan Gulik; P. A. van der Veek
Groeneveld; 19 Juni, P. J. Verduin—Dort-
mundt.
BEVALLEN van een dochter: 13 Juni, H.
M. Wildschutvan der Putten; A. J. Spring-
veldKaptijn.
OVERLEDEN: 17 Juni, G. Kensen—Valk,
69 j., Kleine Houtweg; 18 Juni, A. E. E.
Rhodius, 72 j., Kamperlaan.
Hedenmorgen is in het Koninklijk Instituut voor de Tropen te Amsterdam het 26ste
Internationale P.E.N.-congres geopend. Ongeveer vijfhonderd letterkundigen uit alle
delen van de wereld werden begroet door de voorzitter van het Nederlandse P.E.N.-
centrum, prof. dr. N. A. Donkersloot, die een rede uitsprak, waarvan wij hieronder
een uittreksel publiceren. Het congres zal gewijd zijn aan experimentele stromingen
in de hedendaagse litteratuur. Het zal tot Zaterdagavond duren en omvat, behalve
de werkzittingen, verscheidene excursies naar het nationale park „De Hoge Ve-
luwe" en (op uitnodiging van Provinciale Staten) door de provincie Noordholland
onder meer. Hedenavond worden de deelnemers door de minister van Onderwijs,
Kunsten en wetenschappen in het Rijksmuseum te Amsterdam ontvangen. Deze
spreekt Woensdagmorgen het congres toe in de Ridderzaal, waarna des middags in
de St. Pieterskerk te Leiden de erepromoties van E. M. Forster, Jean Schlumberger
en Victor E. van Vriesland plaats hebben. Donderdagavond woont het internationale
gezelschap de uitvoering van het met de Prof. van der Leeuwprijs bekroonde Viool
concert van Hans Henkemans door Theo Olof en het Concertgebouw-Orkest bij en
Vrijdagavond biedt het gemeentebestuur van Amsterdam een receptie in het I.C.C.
in het Vondelpark aan.
Poëzie is niet langer geborgen in slui
tende harmonieën en melodieën, aldus de
rede van professor Donkersloot, maar ver
brokkeld in flarden en flitsen, overeenkom
stig de ruïnen, die uit de oorlog zijn over
gebleven, echter zonder ooit iets anders te
zijn geweest. De phoennix heeft zichzelf
opgebrand tot witte as. De taal van de ex
perimentele dichter is al eens aangeduid
met aphasie, spreekonmacht. Professor
Donkersloot vroeg zich af of niet iedere
dichter, lijdt aan metaphysische aphasie
daar immers ieder gedicht het onuitdruk
bare tracht uit te drukken. Poëzie is des
te ondefinieerbaarder, omdat het tegelijk
maximaal en minimaal verschilt van de
spreektaal.
Al honderd jaar geleden kon de klacht
worden gehoord een klacht waarmede
spreker het niet eens is dat moderne
poëzie geen voorstellingen en denkbeelden
oproept, die ons de wereld in een begrijpe
lijke samenhang doen zien. Hades en de
Olympus van de oudheid, hemel en hel van
het Christendom behoren tot de vermetel
ste surrealistische concepties ooit uit men
selijke verbeeldingskracht voortgekomen.
Surrealisme is zo oud als het paradijs van
Adam en zo jong als Eva's eeuwige
schoonheid. Waarom zou poëzie haar macht
uitsluitend ontlenen aan rationele concep
ties? De macht van Orpheus reikt verder
dan die van Hercules en wel tot in de on-
ADVERTENT1E
MAANDAG 21 JUNI
City: „Het offer van een moeder", 14 jaar,
7 en 9.15 uur. Minerva: „Louisiana Story",
alle leeft., 8.15 uur. Rembrandt: „De blauwe
Gardenia", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Palace:
„De drift in het bloed", 18 jaar, 7 en 9.15 uur.
Roxy: „Gebroken belofte", 18 jaar, 8 uur.
Luxor: „Vrolijke Desperado's", 14 jaar, 7
en 9.15 uur. Frans Hals: „Sterren stralen
overal", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Lido: „Blanke
vrouw in de Congo", 14 jaar, 7 en 9.15 uur.
DINSDAG 22 JUNI
Vleeshal: Lezing dr. A. Melchior (Zuid-
Amerika), 8.15 uur. Grote Kerk: Orgelcon
cert, 8 uur. City: „Het offer van een moe
der", 14 jaar, 2.15, 7 en 9.15 uur. Minerva:
„Gaslight", 18 jaar, 8.15 uur. Rambrandt:
„De blauwe Gardenia", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en
9.15 uur. Palace: „De drift in het bloed", 18
jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Gebroken
belofte", 18 jaar, 8 uur. Luxor: „Vrolijke
Depei-ado's", 14 jaar, 2, 7 en 9.15 uur. Frans
Hals: „Sterren stralen overal", 14 jaar, 2.30,
en 8 uur. Lido: „Blanke vrouw in de Congo",
14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
beheerste klankproductie van de blazers,
tegenover de dominerende strijkersgroep.
Een crescendo van de trompet maakte in
deze sfeer van gereserveerdheid een ver
rassend effect, als een doorbraak van een
onder druk gehouden individualiteit. Zo'n
ogenblik kon doen verlangen naar meer
vrijheid in de blazersgroepen en naar een
zelfgezocht evenwicht in de totaalklank, die
als een warme bloedstroom het muzikale
organisme leven en geest kan verlenen.
Maar het is hier de dirigent, die alle draden
van het muzikale weefsel in handen houdt,
die schering en inslag naar eigen inzichten
in verhouding brengt en zulks doet met
een hardnekkige tucht, die tot een abso
luut secuur realiseren van het notenbeeld
leidt, waarin men echter iets mist van „de
geest die levend maakt." Wel weet Sargent
zijn strijkers te bezielen bijvoorbeeld in
het vrij traag geïnterpreteerde lange Lar
ghetto van de Symphonie en krachtige
accenten af te dwingen, die een minder
fraaie sonoriteit tot. gevolg hebben. Maar
wat hij qua samenspel bereikt, wekt menig
maal verbazing.
De kwaliteit van dit samenspel open
baarde zich in hoge mate bij de vertolking
van Mozarts klare en beminnelijke Piano
concert. Clifford Curzon speelde zijn dank
bare solopartij zeer delicaat, men zou haast
zeggen: iets te intiem voor de grote zaal,
wat echter het voordeel had dat de poëzie
van de pianoklank al haar rechten verwierf.
Na de pauze kregen wij de Symphonie
van William Walton te horen. Deze 52-
jarige Engelse componist schreef dit om
vangrijke werk ongeveer twintig jaar ge
leden. Het openbaart de typische mengeling
van traditie en evolutie, die de Engelsen
eigen is en het getuigt van gedegen vak
kennis. Aan geweldige temperamentsont
ladingen is er in deze symphonie geen
tekort. Men zou deze exuberantie graag
willen aanvaarden, indien het allemaal niet
zo lang uitgesponnen was. De aloude wijs
heid van het „hou maat in alle dingen"
kreeg geen toepassing in dit overigens be
langwekkende werk, waarin naast veel
hartstochtelijks en wrangs, ook een lyriek
doorbreekt, die in fraaie timbres hiermee
uiterst effectrijk contrasteert. Was er nu j N.V. Scheepvaartmij
maar die breedsprakigheid niet!
De aard van het zeer bewogen werk
bracht mee, dat Sargent zijn orkest vrijer
liet uitklinken dan in het klassieke deel van
het programma. Daaruit volgde dat we na
de pauze een geheel ander orkest hoorden.
En wij kregen hiei'mee tevens de overtui
ging, dat Sargent van zijn uitermate gedici-
plineerde musici precies gedaan krijgt wat
hij wil en gerust eer, krachtfiguur onder de
dirigenten genoemd mag worden.
JOS. DE KLERK
Koningin Juliana brengt vandaag en
morgen een werkbezoek aan enige gemeen
ten in het voormalige rampgebied van de
provincies Zuid-Holland, Zeeland en Noord-
Brabant. De Koningin wil zich laten voor
lichten over de vorderingen van het weder-
opbouwwerk en het dijkherstel. Na in Dor
drecht te zijn gearriveerd, voer zij met het
Wieldrechtse veer naar 's Gravendeel. Daar
werd zij o.m. begroet door de Commissaris
der Koningin in de provincie Zuid-Holland,
mr. L. A. Kesper. De Koningin nam hierna
bet herstel van de Molendijk in ogen
schouw, waarna zij een bezoek bracht aan
een Oostenrijkse woning. Daarna vertrok
de Koningin naar Strijen.
De Amerikaanse evangelist Billy Gra
ham, die morgen, Dinsdag in Amsterdam
optreedt, zal in de Ronde Lutherse kerk
aan de Singel in Amsterdam niet 200, doch
2000 genodigden gelegenheid tot debat
geven. In het stadion zijn 20.000 plaatsen
gereserveerd voor de avondbijeenkomst,
doch dat wil niet zeggen dat er niet meer
aanwezigen zullen zijn, aangezien ruim
40.000 plaatsen vrij zijn om te worden inge
nomen zonder voorafgaande reservering.
De Raad voor de Scheepvaart heeft de
24-jarige stuurman S. de G. uit IJmuiden
van de 499 ton metende kustvaarder m.s.,
„Anna Sylvia" toebehorende aan de
„Bonaventura" te
IJmuiden gestraft door hem de be
voegdheid van stuurman op zeeschepen te
ontnemen voor de tijd van één maand. De
inspecteur voor de Scheepvaart had ontne
ming voor twee weken gevraagd.
Op 7 April voer de „Anna Sylvia" op
reis van IJmuiden naar Londen het
Outer Gabbard vuurschip aan en kreeg
hierbij zelf belangrijke schade. De Raad
was van oordeel, dat de aanvaring door
een ernstige fout van de stuurman was ver
oorzaakt. Deze zette zijn koers veel te dicht
langs het lichtschip uit, dat hij boven-
strooms wilde passeren. Hij vertrouwde
zodanig op de juistheid van deze koers, dat
hij het geoorloofd achtte in de kaarten-
kamer te gaan toen het vuurschip zou pas
seren. Ondanks de waarschuwing van de
roerganger, die besefte dat men op het
vuurschip aanging, gelukte het niet ervan
vrij te blijven.
De raad achtte het aanvaren van een
lichtschip een zeer ernstig geval vooral
wanneer het, zoals dit keer, geschiedt on
der gunstige omstandigheden van wind en
weer.
Over de gehele wereld hebben de leden
van de Federatie van Wereld oudstrijders
Zaterdagmiddag het leed herdacht, dat de
wereldoorlogen aan de mensheid hebben
gebracht.
Op initiatief van de afdeling Haarlem
van de Bond van Nederlandse Militaire
Oorlogsslachtoffers is om drie uur een her
denkingsbijeenkomst gehouden bij het mo
nument aan de Dreef. De heer T. Balder
heeft de boodschap voorgelezen, die door
Albert Morel, president van de World Vete
rans Federation was opgesteld. In de bood
schap wordt de belofte hernieuwd om on
verpoosd door te gaan met de strijd voör
het geluk der mensheid en voor een goed
begrip tussen de volken.
Vastbesloten om een derrie zinloze cata
strofe te voorkomen hebben de oud-strij
ders van 22 volken, aldus deze boodschap,
Namens het bestuur van de afdeling Haar
lem van de Bond van Nederlandse Militaire
Oorlogsslachtoffers werd een krans gelegd.
in het openbaar en eensgezind hun ver
trouwen in de verenigde volken uitgespro
ken. Zij hebben aangetoond dat het moge
lijk is op de basis van bepaalde algemene
beginselen mensen bijeen te brengen die
nog kort tevoren verbitterde vijanden wa
ren. Verschillen in ras, taal, geloof en tra
ditie hebben niet kunnen verhinderen dat
er een nieuwe, de gehele wereld omspan
nende samenwerking is gekomen in de
strijd voor een duurzame vrede.
Nadat een krans was gelegd werd enige
ogenblikken stilte betracht. De Nationale
reserve verleende medewerking door het
betrekken van de erewacht.
Dr. M. Amir, de eerste gezant van de
jonge staat Israel in Nederland, die op
Woensdag 16 Juni, even nadat hij de ten
toonstelling „Uit het land van de Bijbel"
in het Haags gemeentemuseum had ge
opend, plotseling overleed, maakte van
daag zijn laatste tocht. Om acht uur werd
het stoffelijk overschot met militaire eer
van de Israëlische legatie met een lijk
wagen naar de grens van de gemeente aan
de Laan Clingendael overgebracht.
Daar werd het om half tien overgedra
gen in een lijkauto, waarmee het naar
Schiphol werd vervoerd. Een vliegtuig
bracht de overleden gezant naar Israel
terug, het land, dat hij sedert 1949 in de
Beneluxlanden en van 1952 af uitsluitend
als gezant in Nederland vertegenwoor
digde.
Van alle gebouwen der ambassades en
legaties hingen de vlaggen halfstok. Het
militaire ere-escorte bestond uit 1200 man
troepen.
Het programma der orgelbespeling in de
Grote Kerk op Dinsdagavond van 8 tot 9
uur door George Robert luidt: 1. Preludium
en Fuga C gr. t„ G. Böhm; 2. Koraalbewer
kingen, a. An Wasserfliissen Babyion, b.
Gottes Sohn ist kommen, J. S. Bach;; 3. Pre
ludium en Fuga e kl. t„ J. S. Bach; 4. Gran
de pièce symphonique, César Franck.
De beroemde Engelse danser en choreo
graaf Anton Dolin komt in de tweede helft
van Augustus naar Amsterdam om met
vier solisten van Ballet Recital (of van
het Nederlands Ballet?) onder leiding van
Sonia Gaskell zijn reconstructie in te stu
deren van de legendarisch befaamde Pas-
de-quatre van 1845. Deze werd in opdracht
van Benjamin Lumbey, toenmalig directeur
van Her Majesty's Theatre in Londen, op
de ook thans te gebruiken muziek van
Cesare Pugni gesteld door Jules Perrot
voor de vier grote ballerina's van die tijd:
Marie Taglioni, Carlotta Grisi, Fanny
Cerito en Lucide Graihn.
De reconstructie van Anton Dolin wérd
in 1941 gemaakt voor het Amerikaanse
Ballet Theatre en later ook door het Bal
let van de Markies de Cuevas op het ré
pertoire genomen. Talrijke vermaarde he
dendaagse ballerina's hebben erin geschit
terd. Dolin begon zijn loopbaan bij de Rus
sische Balletten van Diaghilev, danste her
haaldelijk als gast bij het Sadler's Wells
Ballet, vormde een uniek duo met zijn
landgenote Alicia Markova en is thans
directeur van het Festival Ballet.
De Amerikaans-Russische John Taras,
die voor Ballet Recital reeds zijn „Dessins
pour les Six" afstond, keert binnenkort
uit Parijs naar ons land terug om speciaal
voor het gezelschap van Sonia Gaskell een
nieuw werk te maken, waarvoor hij de
Tweede Suite van Strawinsky wil gebrui
ken. Voorts zijn onderhandelingen gaande
met de thans bij ae Parijse Opéra werk
zame Deense choreograaf Harold Lander
om voor deze Nederlandse dansers zijn
„Les Amours de Cupidon" te zetten.
ATRECHT (A.F.P.). Door een mijn-
gasontploffing in een mijn in de omgeving
van Atrecht (Pas de Calais) zijn Zondag
ochtend vier mijnwerkers om het leven
gekomen en zes gewond. Er zijn reddings
ploegen uitgerust om te trachten tweê
mijnwerkers, die zich me in de mijn be
vinden te redden.
derwereld, waarin hij doordringt niet door
een list, zoals laatstgenoemde, maar door
de betovering van zijn snarenspel. Terwijl
dit spel de oren van stervelingen al bijna
niet meer bereikt, doet het Cerberus de
ogen sluiten. Menig gedicht is des te adem-
benemender en fascinerender omdat zijn
geluid, diep doordringend in het onbewuste,
als van heel ver tot ons schijnt te komen.
Dit geldt in het bijzonder, zo vervolgde
spreker, voor die moderne experimenten,
waarin de dichters zich als in een droom
of trance overgeven aan wat het onbewuste
hun zendt aan herinneringen of noties,
door geen gedachtengang verbonden. Wij
horen hen, zoals wij degenen horen, die in
hun slaap spreken. Daarbij komt dat de
chaotische wereld, waarin wij leven, chao
tische concepties aanwakkert. Zelfs als de
woorden niet steunen op hun klank, maar
hun volle kracht van betekenis en gevoels
waarde ontplooien, kunnen zij psychisch
onbereikbaar worden door de onnaspeur-
lijkheid van enigerlei verband. Zij schijnen
dan niet de harmoniserende invloed van
dichterlijke schepping te hebben ondergaan.
Toch brengt het geheimen-onderzoekend
karakter van poëzie mede, dat de grenzen
van de taal op de proef worden gesteld en
dan wordt getracht die grenzen te buiten
te gaan, want hoe zouden anders de gren
zen van leven en dood op de proef kunnen
worden gesteld? Bij zulke proeven zal de
grammatische taal dikwijls geweld moeten
worden aangedaan. Ook in onze dagen
heeft Orpheus' lied een geluidsbarrière
doorbroken, niet met de ontploffing van
mechanische snelheidsmonsters, maar met
het hoogste stemgeluid van de menselijke
verbeeldingskracht.
Of de poëzie de desintegratie, die zij nu
schijnt door te maken, zal kunnen overle
ven? Het experimentele gedicht staat mid
den in de levensstroom, zoals een zwembas
sin in een rivier. De taal van de experimen
tele dichter streeft ernaar het leven zelf te
worden.
Tenslotte zei professor Donkersloot: Poë
zie is een manier van leven, die de poëet
overleeft. Zij is een vinden, door middel
van woorden, van een betrekking tot de
dingen, alsof er tussen ons en de dingen
geen woorden bestonden. Aan de zeldzame
verbintenis van het bewuste en het onbe
wuste, waarvan dichtkunst nog steeds het
onopgehelderde geheim bezit, danken wij in
de beste vondsten korrels van puur goud.
Op de verkenningsexpeditics in het do
mein van het mysterie heeft Orpheus altijd
blootgestaan aan afwisselende gevaren. Hij
zal Eurydice uit dood en vergetelheid lei
den naar de eeuwigheid van het gedicht,
mits hij niet omziet naar de levensfeiten
en levensverbanden. Desondanks zal hij
door die feiten en verbanden worden ver
rijkt, terwijl hij voortgaat met zich een
weg naar het onbekende te zingen in sym
bolen, die klinken als cymbalen.
De secretaris van het N.V.V., de heer D.
Roemers, heeft in Rhenen in een streek-
bijeenkomst van het N.V.V. gesproken over
actuele onderwerpen in de Nederlandse
vakbeweging.
Sprekende over het bisschoppelijk man
dement zeide de heer Roemers: „Het ver-
bondsbestuur van het N.V.V. is door de in
houd van het mandement teleurgesteld en
verontrust. Het standpunt van onze vakbe
weging zal in een bijzondere hoofdbestu-
renvergadering op 17 Juli worden vastge
steld".
Naar aanleiding van de rede, die de voor
zitter van de K.A.B., de heer Middelhuis,
in de verbondsvergadering van deze vak
beweging heeft gehouden en waarin hij ook
een beschouwing heeft gewijd aan de so
ciaal-economische situatie van Nederland
en vastgesteld zo citeerde spreker
„dat deze gunstig is en de arbeiders hun
aandeel in de welvaartsverruiming in ons
land moeten krijgen, waarvan hij meende,
dat zulks tot dusverre in onvoldoende mate
was geschied," zei de heer Roemers, dat hij
het, wat dit laatste betreft, van harte met
dé K.A.B.-voorzitter eens was. „De heer
Middelhuis is echter verder gegaan. Hij
heeft een programma van de K.A.B. ont
vouwd, waarin hij de suggestie heeft ge
daan van een algemene loonsverhoging,
vrijere loonvorming en grotere bezitsvor
ming. „Het N.V.V. is enigermate verbaasd
over dit programma. Zonder een oordeel
over elk van deze punten uit te spr-eken,
wil ik wel vaststellen, dat de heer Middel
huis blijkbaar op dat moment grote be
hoefte had de radicale haan uit te hangen",
aldus de heer Roemers, die voorts opmerk
te dat er vele redenen zijn, waarom het
N.V.V. de splitsing in de Nederlandse vak
beweging betreurt. Eén daarvan, ofschoon
natuurlijk lang niet de belangrijkste, is de
steeds weerkerende onverkwikkelijke strijd
om haantje de voorste te zijn. „De heer
Middelhuis had er blijkbaar grote behoefte
aan deze strijd thans te winnen", aldus
de heer Roemers, die vervolgde: „In hoe
verre hier verband bestaat met het ook
door de heer Middelhuis aan de orde ge
stelde mandement, onttrekt zich aan mijn
beoordeling, maar wel wil ik nadrukkelijk
vaststellen, dat het N.V.V. reeds vier
weken geleden, na het verschijnen van het
verslag van de Nederlandse Bank, de wel
vaartsverruiming voor de werknemers in
de Raad van Vakcentralen aan de orde
heeft gesteld. Overeengekomen werd, dat
ieder der drie vakcentralen de zaak in
eigen kring zou bestuderen en dat daarna
het overleg zou worden voortgezet. Inmid
dels zouden op dit punt geen publicaties
verschijnen. Het is dan ook begrijpelijk,
dat het N.V.V. met gi-ote verbazing van de
rede van de heer Middelhuis kennis heeft
genomen. De heer Middelhuis heeft de
handhaving van de samenwerking in de
Raad van Vakcentralen nadrukkelijk aan
bevolen. Ik moet. zeggen, dat het wel een
bijzondere vorm is, welke hii zich van die
samenwerking voorstelt".