PEN-congres geopend Agenda voor Haarlem Het B.B.C.-Symphonie-Orkest onder Sir Malcolm Sargent Wereldveteranendag in Haarlem Tweede optreden Sadler's Wells Ballet „Hulde aan de Koningin" van Ashton Stuurman van „Silvia" mag maand niet varen N.V.V.-secretaris heeft critiek op K.A.B.- voorzitter MAANDAG 21 JUNI 1954 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSGHE COURANT 7 Grote belangstelling voor Avondvierdaagse Burgerlijke Stand van Haarlem Lichtschip geramd Koningin bezoekt het voormalig rampgebied Billy Graham in Amsterdam Uitvaart van de Israëlische gezant Orgelconcert in de Grote Kerk Nederlandse danseressen in de Pas de Quatre van Anton Dolin Mijngasontploffing kost 4 Fransen het leven De prinsessen Beatrix en Irene behoor den tot de tweeduizend bezoekers, die Za terdagavond het tweede optreden van het Sadler's Wells Ballet als onderdeel van het Holland Festival 1954 in het Haagse Ge bouw voor Kunsten en Wetenschappen bij woonden. Hoofdnummer van het program ma, dat gisteren in Amsterdam werd her haald, was „Homage to the Queen" van Frederick Ashton met welluidende en on voorwaardelijk de danskunst dienende muziek van Malcolm Arnold het Kro ningsballet van Juni 19^3, dat vrijwel in de oorspronkelijke bezetting voor het voet licht kwam, met dien verstande dat Svet- lana Beriosova de pl'/ats van Violetta Elvin innam en Rosemary Lindsay die van Beryl Grey. Ilet is in alle opzichten een traditioneel gelegenheidswerk. Wat zou men ook anders van de Engelsen hebben verwacht? Het begint met e^n zeer kunstig in scène gezet défilé van 'de Koningingen der elementen (elk met een prins-gemaal) en haar gevolg, het eindif/t met een spectaculaire apotheose, waarbij solisten en corps de ballet een enorme kroon vormen en een figuur, die Eli-ab^th de Eerste voorstelt, een lauwer tak '/an de nieuwe vorstin overhandigt. Daaytussen worden vier miniatuurballetten vertoond, waarvan de bewegingsmotieven de/ typische kenmerken van Aarde, Water, yüur en Lucht verzinnebeelden. Het ge heel is dus een serie van divertissementen en als zodanig schitterend geslaagd. Naar de stijl beoordeeld is het een supé rieur toonbeeld van barok, voortgevloeid ongetwijfeld uit de ceremoniële opzet, waartoe alleen het ballet met zijn vorste lijke herkomst in staat kan worden geacht en daardoor precies beantwoordend aan de majestueuze gebeurtenis, waaraan het ar tistieke luister wilde bijzetten. Waarbij dan vastgesteld moet worden, dat Ashton het glansrijk klaargespeeld heeft de concurren tie met de werkelijkheid van het Kronings feest te doorstaan. Want al gaat uiteraard elke verdere vergelijking mank, ook daar aan kon toch een groot uiterlijk vertonings element niet ontzegd worden. Met een andere finale zal deze „Hulde aan de Koningin" ongetwijfeld een blijvend réper toirestuk worden, zij het in de eerste plaats als paradenummer. Niet alle onderdelen mogen dan even 'brillant zijn uitgevallen, men geraakt toch vervuld van respect voor de wijze, waarop Ashton de solovariaties, duetten, kleine en grotrere ensembles tot een niet alleen lo- gisoh verantwoord maar ook bloeiend pa troon verweven heeft. Dit boeiende aspect isp'n hoofdzaak te danken aan de zeldzaam gelukkige combinaties van over het alge meen karakteristieke bewegingsmotieven en de specifieke talenten van de ter uit beelding van de vier elementen aangewe zen vertolksters, die hierdoor tot een soort buitenpersoonlijke en tegelijk directe riva liteit werden aangezet. Zodoende ontstond er in dit voor alles feestelijke werk toch een soort dramatische spanning, niet on gelijk aan die waarop Benjamin Lumbey, destijds directeur van Her Majesty's Thea tre in Londen, speculeerde toen hij in 1845 Joules Perrot uitnodigde op muziek van Cesare Pugni een divertissement te ontwer pen voor de vier grootste ballerna's. En dan nog dit: sedert de choreografische scheppingen van Fokine met name „Les Sylphides" is bij mijn weten nooit zo'n gave en wederzijds stimulerende wissel werking tussen solisten en groep te zien gegeven als hier. Onuitputtelijk lijkt het arsenaal van frisse en verrasende bewe gingen, waaruit Ashton putte en die het ballet van de ene climax naar de andere helpen. Alweer evenzovele bewijzen voor de stelling, dat de dwang der vaak onge makkelijke omstandigheden een machtige inspiratie kan opleveren, al ziet men die dan ook liever anders tot gelding komen dan in een dergelijke allegorische revue. Zonder enige twijfel het fraaiste onder deel is het optreden van de Waterkoningen en haar gevolg, niet het minst door de subtiele fraseringen. Svetlana Beriosova was er met haar'golvend armenspel wel haast volmaakt in. Onmiddelijk daarna moet het buitengewoon mooie duet van Margot Fonteyn en Michael Somes als de Koningin van de Lucht en haar gemaal worden genoemd, zowel om de finesse en volstrekte zekerheid der uitvoering als om de toepasselijke vernieuwingen op het ge bied van tillen en gedragen worden. Het lag niet aan Nadia Nerina dat het fragment Aarde weinig overtuigde, voor een deel wel aan de overigens niets dan lof verdienende costuums van Oliver Messel dat de afde ling Vuur het meest conventioneel bleef, al trok daarin een sterke pas-de-quatre (met Valerie Taylor) de aandacht. De andere werken De mannen in volgorde van verschij ning: Alexis Rassine, John Hart, Brian Shaw, John Field en Alexander Grant deden hun werk met gro+e beheersing van de techniek, maar toch, hoewel het hier minder stoorde dan in de andere nummers van het Sadler's Wells Ballet, zonder de ook ter handhaving van de contrastwerking vereiste kenmerken van viriele persoonlijk heden. Het gehele ensemble toont een merkwaardig vrouwelijke inslag. De En gelsen zijn wat dit betreft de Romantiek nog niet ontgroeid, vandaar misschien ook hun voorkeur voor avondvullende sprook jes als „Het Zwanenmeer" of „De schone slaapster". Die romantische instelling sprak eveneens, maar dan in eentonige vaagheid, uit „De Schaduw" van de jonge choreo graaf John Craniko, waarmee het program ma geopend werd. Waarom men dit symbolische probeersel mee naar het buitenland heeft genomen, is slechts één van de vele dingen die mij hierbij niet duidelijk zijn geworden. Vol gens de toelichting van Cyril Beaumont hadden wij hier te doen met een jongeman, die in tweestrijd verkeert door de tegen gestelde aantrekkingskrachten van roman tische en zinnelijke liefde. Dat zal dan wel zo zijn. Er werden interessante bewegings experimenten gedemonstreerd, zonder dat deze de ontwikkeling van jiet thema veel verder hielpen. Daarbij vergde de (be staande) muziek van Erno von Dohnanyi meer, dan de inventie van Cranko kon op brengen. Svetlana Beriosova, Anya Linden en de weinig te doen gehad hebbende Phi lip Chatfield vervulden de voornaamste rollen met vaardigheid. Tot besluit kwam Massine's vermaarde ballet „De driekante steek" naar een li bretto van Martinez Sierra (berustend op een verhaal van Pedro de Alarcon, vroeger hier te lande door Charlotte Kohier onder de titel „Frasquita" voorgedragen) uiter aard met de verrukkelijke muziek van De Engelse prima ballerina assoluta Margot Fonteyn als Koningin van de Lucht met haar gevolg in „Hulde aan de Koningin" van Frederick Ashton. Manuel de Falla en met de prima décors en costuums, die Pablo Picasso in 1919 voor de creatie onder Diaghilev ontwierp. De choreograaf heeft hierin zeker de Spaanse dansen niet gereproduceerd, doch ze slechts als middel tot inspiratie gebruikt in een tijd, toen de folkloristische vormen nog niet de internationale bekendheid van heden ge noten. Men accepteert die nabootsingen dan ook moeilijker, waarbij nog komt dat de Engelsen wel over de gewenste sierlijk heid en precisie beschikken, maar niet over het even belangrijke temperament. Daar staat echter tegenover dat zij zich in ko mische spelsituaties wonderwel thuis ge voelen, zodat er toch nog een vrij aantrek kelijk resultaat verkregen werd. De farucca van Alexander Grant als de molenaar was snel en scherp. Anne Heaton toonde zich als zijn capricieuze vrouw wederom een goede caractèredanseres, al was er uit deze rol met haar snel wisselende emoties meer te halen. DAVID KONING. Gewend als men is aan de vertrouwde klank van het Concertgebouw-Orkest geeft het een eigenaardige gewaarwording, wan neer men op het Amsterdamse podium een ander orkest hoort musiceren. Dit onder vonden wij Zaterdagavond heel sterk bij het optreden in het hoofdstedelijk Concert gebouw van het vermaarde BBC-Orkest, dat onder leiding van Sir Malcolm Sargent staat. Dit ensemble van 96 musici, waaronder niet minder dan 22 dames, draagt het merkteken van een straffe discipline, die de vrije ontplooiing van de klank schijnt te remmen, doch anderzijds een geraffineerd samenspel tot resultaat heeft. Het is in de eerste plaats het klankkarakter dat opvalt en dan vooral in zijn verhouding van strij kers en blazers. Althans in Beethovens Tweede Symphonie en later ook in Mozarts Pianoconcert in A trof nu de uiterst be scheiden men zou ook kunnen zeggen: Voor het eerst sedert jaren is het aantal deelnemers aan de Avondvierdaagse de zes honderd gepasseerd. Zij die reeds Dinsdagavond beginnen, star ten tussen zes en zeven uur van restaurant „Dreefzicht", Fonteinlaan. Deelnemers aan de jeugd-avondvierdaagse starten Woensdagavond tussen vijf uur en half zes eveneens van „Dreefzicht". Deel neming staat open voor kinderen van tien tot en met dertien jaar. Zij wandelen elke avond een parcours van tien kilometer en ontvangen na afloop het bekende jeugd- avondvierdaagse kruis. Groepen van minstens elf personen ont vangen een extra groepsherinnering. Reeds hebben verschillende scholen en speeltuin verenigingen ingeschreven. De afdeling Haarlem van het Nederlandse Rode Kruis zal op de route aanwezig zijn om eventuele voeteuvels te behandelen. ORGANIST WESTMINSTER ABBEY SPEELT IN AMSTERDAM. Woensdagavond 23 Juni geeft Sir Wil liam McKie, de organist van de Westmin ster Abbey te Londen een orgelconcert in de Nieuwe Kerk te Amsterdam. Hij speelt werken van Sweelinck en van drie van zijn Londense voorgangers: Gib bons, Purcell en Blow. Medewerking verleent het Collegium Musicum Amstelodamense onder leiding van Toon Vranken. HAARLEM, 19 Juni 1954 ONDERTROUWD: 19 Juni, E. Vos Visser en J. M. L. Latuapon. GEHUWD: 19 Juni, W. J. Boerboom en A. J. Jonker; C. Booij en G. R. Havers; C. van Drunen en M. M. Zoet; F. Sant en J. Hommes. BEVALLEN van een zoon: 18 Juni, B. Bauervan Gulik; P. A. van der Veek Groeneveld; 19 Juni, P. J. Verduin—Dort- mundt. BEVALLEN van een dochter: 13 Juni, H. M. Wildschutvan der Putten; A. J. Spring- veldKaptijn. OVERLEDEN: 17 Juni, G. Kensen—Valk, 69 j., Kleine Houtweg; 18 Juni, A. E. E. Rhodius, 72 j., Kamperlaan. Hedenmorgen is in het Koninklijk Instituut voor de Tropen te Amsterdam het 26ste Internationale P.E.N.-congres geopend. Ongeveer vijfhonderd letterkundigen uit alle delen van de wereld werden begroet door de voorzitter van het Nederlandse P.E.N.- centrum, prof. dr. N. A. Donkersloot, die een rede uitsprak, waarvan wij hieronder een uittreksel publiceren. Het congres zal gewijd zijn aan experimentele stromingen in de hedendaagse litteratuur. Het zal tot Zaterdagavond duren en omvat, behalve de werkzittingen, verscheidene excursies naar het nationale park „De Hoge Ve- luwe" en (op uitnodiging van Provinciale Staten) door de provincie Noordholland onder meer. Hedenavond worden de deelnemers door de minister van Onderwijs, Kunsten en wetenschappen in het Rijksmuseum te Amsterdam ontvangen. Deze spreekt Woensdagmorgen het congres toe in de Ridderzaal, waarna des middags in de St. Pieterskerk te Leiden de erepromoties van E. M. Forster, Jean Schlumberger en Victor E. van Vriesland plaats hebben. Donderdagavond woont het internationale gezelschap de uitvoering van het met de Prof. van der Leeuwprijs bekroonde Viool concert van Hans Henkemans door Theo Olof en het Concertgebouw-Orkest bij en Vrijdagavond biedt het gemeentebestuur van Amsterdam een receptie in het I.C.C. in het Vondelpark aan. Poëzie is niet langer geborgen in slui tende harmonieën en melodieën, aldus de rede van professor Donkersloot, maar ver brokkeld in flarden en flitsen, overeenkom stig de ruïnen, die uit de oorlog zijn over gebleven, echter zonder ooit iets anders te zijn geweest. De phoennix heeft zichzelf opgebrand tot witte as. De taal van de ex perimentele dichter is al eens aangeduid met aphasie, spreekonmacht. Professor Donkersloot vroeg zich af of niet iedere dichter, lijdt aan metaphysische aphasie daar immers ieder gedicht het onuitdruk bare tracht uit te drukken. Poëzie is des te ondefinieerbaarder, omdat het tegelijk maximaal en minimaal verschilt van de spreektaal. Al honderd jaar geleden kon de klacht worden gehoord een klacht waarmede spreker het niet eens is dat moderne poëzie geen voorstellingen en denkbeelden oproept, die ons de wereld in een begrijpe lijke samenhang doen zien. Hades en de Olympus van de oudheid, hemel en hel van het Christendom behoren tot de vermetel ste surrealistische concepties ooit uit men selijke verbeeldingskracht voortgekomen. Surrealisme is zo oud als het paradijs van Adam en zo jong als Eva's eeuwige schoonheid. Waarom zou poëzie haar macht uitsluitend ontlenen aan rationele concep ties? De macht van Orpheus reikt verder dan die van Hercules en wel tot in de on- ADVERTENT1E MAANDAG 21 JUNI City: „Het offer van een moeder", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Minerva: „Louisiana Story", alle leeft., 8.15 uur. Rembrandt: „De blauwe Gardenia", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Palace: „De drift in het bloed", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Gebroken belofte", 18 jaar, 8 uur. Luxor: „Vrolijke Desperado's", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Sterren stralen overal", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Lido: „Blanke vrouw in de Congo", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. DINSDAG 22 JUNI Vleeshal: Lezing dr. A. Melchior (Zuid- Amerika), 8.15 uur. Grote Kerk: Orgelcon cert, 8 uur. City: „Het offer van een moe der", 14 jaar, 2.15, 7 en 9.15 uur. Minerva: „Gaslight", 18 jaar, 8.15 uur. Rambrandt: „De blauwe Gardenia", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Palace: „De drift in het bloed", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Gebroken belofte", 18 jaar, 8 uur. Luxor: „Vrolijke Depei-ado's", 14 jaar, 2, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Sterren stralen overal", 14 jaar, 2.30, en 8 uur. Lido: „Blanke vrouw in de Congo", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. beheerste klankproductie van de blazers, tegenover de dominerende strijkersgroep. Een crescendo van de trompet maakte in deze sfeer van gereserveerdheid een ver rassend effect, als een doorbraak van een onder druk gehouden individualiteit. Zo'n ogenblik kon doen verlangen naar meer vrijheid in de blazersgroepen en naar een zelfgezocht evenwicht in de totaalklank, die als een warme bloedstroom het muzikale organisme leven en geest kan verlenen. Maar het is hier de dirigent, die alle draden van het muzikale weefsel in handen houdt, die schering en inslag naar eigen inzichten in verhouding brengt en zulks doet met een hardnekkige tucht, die tot een abso luut secuur realiseren van het notenbeeld leidt, waarin men echter iets mist van „de geest die levend maakt." Wel weet Sargent zijn strijkers te bezielen bijvoorbeeld in het vrij traag geïnterpreteerde lange Lar ghetto van de Symphonie en krachtige accenten af te dwingen, die een minder fraaie sonoriteit tot. gevolg hebben. Maar wat hij qua samenspel bereikt, wekt menig maal verbazing. De kwaliteit van dit samenspel open baarde zich in hoge mate bij de vertolking van Mozarts klare en beminnelijke Piano concert. Clifford Curzon speelde zijn dank bare solopartij zeer delicaat, men zou haast zeggen: iets te intiem voor de grote zaal, wat echter het voordeel had dat de poëzie van de pianoklank al haar rechten verwierf. Na de pauze kregen wij de Symphonie van William Walton te horen. Deze 52- jarige Engelse componist schreef dit om vangrijke werk ongeveer twintig jaar ge leden. Het openbaart de typische mengeling van traditie en evolutie, die de Engelsen eigen is en het getuigt van gedegen vak kennis. Aan geweldige temperamentsont ladingen is er in deze symphonie geen tekort. Men zou deze exuberantie graag willen aanvaarden, indien het allemaal niet zo lang uitgesponnen was. De aloude wijs heid van het „hou maat in alle dingen" kreeg geen toepassing in dit overigens be langwekkende werk, waarin naast veel hartstochtelijks en wrangs, ook een lyriek doorbreekt, die in fraaie timbres hiermee uiterst effectrijk contrasteert. Was er nu j N.V. Scheepvaartmij maar die breedsprakigheid niet! De aard van het zeer bewogen werk bracht mee, dat Sargent zijn orkest vrijer liet uitklinken dan in het klassieke deel van het programma. Daaruit volgde dat we na de pauze een geheel ander orkest hoorden. En wij kregen hiei'mee tevens de overtui ging, dat Sargent van zijn uitermate gedici- plineerde musici precies gedaan krijgt wat hij wil en gerust eer, krachtfiguur onder de dirigenten genoemd mag worden. JOS. DE KLERK Koningin Juliana brengt vandaag en morgen een werkbezoek aan enige gemeen ten in het voormalige rampgebied van de provincies Zuid-Holland, Zeeland en Noord- Brabant. De Koningin wil zich laten voor lichten over de vorderingen van het weder- opbouwwerk en het dijkherstel. Na in Dor drecht te zijn gearriveerd, voer zij met het Wieldrechtse veer naar 's Gravendeel. Daar werd zij o.m. begroet door de Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland, mr. L. A. Kesper. De Koningin nam hierna bet herstel van de Molendijk in ogen schouw, waarna zij een bezoek bracht aan een Oostenrijkse woning. Daarna vertrok de Koningin naar Strijen. De Amerikaanse evangelist Billy Gra ham, die morgen, Dinsdag in Amsterdam optreedt, zal in de Ronde Lutherse kerk aan de Singel in Amsterdam niet 200, doch 2000 genodigden gelegenheid tot debat geven. In het stadion zijn 20.000 plaatsen gereserveerd voor de avondbijeenkomst, doch dat wil niet zeggen dat er niet meer aanwezigen zullen zijn, aangezien ruim 40.000 plaatsen vrij zijn om te worden inge nomen zonder voorafgaande reservering. De Raad voor de Scheepvaart heeft de 24-jarige stuurman S. de G. uit IJmuiden van de 499 ton metende kustvaarder m.s., „Anna Sylvia" toebehorende aan de „Bonaventura" te IJmuiden gestraft door hem de be voegdheid van stuurman op zeeschepen te ontnemen voor de tijd van één maand. De inspecteur voor de Scheepvaart had ontne ming voor twee weken gevraagd. Op 7 April voer de „Anna Sylvia" op reis van IJmuiden naar Londen het Outer Gabbard vuurschip aan en kreeg hierbij zelf belangrijke schade. De Raad was van oordeel, dat de aanvaring door een ernstige fout van de stuurman was ver oorzaakt. Deze zette zijn koers veel te dicht langs het lichtschip uit, dat hij boven- strooms wilde passeren. Hij vertrouwde zodanig op de juistheid van deze koers, dat hij het geoorloofd achtte in de kaarten- kamer te gaan toen het vuurschip zou pas seren. Ondanks de waarschuwing van de roerganger, die besefte dat men op het vuurschip aanging, gelukte het niet ervan vrij te blijven. De raad achtte het aanvaren van een lichtschip een zeer ernstig geval vooral wanneer het, zoals dit keer, geschiedt on der gunstige omstandigheden van wind en weer. Over de gehele wereld hebben de leden van de Federatie van Wereld oudstrijders Zaterdagmiddag het leed herdacht, dat de wereldoorlogen aan de mensheid hebben gebracht. Op initiatief van de afdeling Haarlem van de Bond van Nederlandse Militaire Oorlogsslachtoffers is om drie uur een her denkingsbijeenkomst gehouden bij het mo nument aan de Dreef. De heer T. Balder heeft de boodschap voorgelezen, die door Albert Morel, president van de World Vete rans Federation was opgesteld. In de bood schap wordt de belofte hernieuwd om on verpoosd door te gaan met de strijd voör het geluk der mensheid en voor een goed begrip tussen de volken. Vastbesloten om een derrie zinloze cata strofe te voorkomen hebben de oud-strij ders van 22 volken, aldus deze boodschap, Namens het bestuur van de afdeling Haar lem van de Bond van Nederlandse Militaire Oorlogsslachtoffers werd een krans gelegd. in het openbaar en eensgezind hun ver trouwen in de verenigde volken uitgespro ken. Zij hebben aangetoond dat het moge lijk is op de basis van bepaalde algemene beginselen mensen bijeen te brengen die nog kort tevoren verbitterde vijanden wa ren. Verschillen in ras, taal, geloof en tra ditie hebben niet kunnen verhinderen dat er een nieuwe, de gehele wereld omspan nende samenwerking is gekomen in de strijd voor een duurzame vrede. Nadat een krans was gelegd werd enige ogenblikken stilte betracht. De Nationale reserve verleende medewerking door het betrekken van de erewacht. Dr. M. Amir, de eerste gezant van de jonge staat Israel in Nederland, die op Woensdag 16 Juni, even nadat hij de ten toonstelling „Uit het land van de Bijbel" in het Haags gemeentemuseum had ge opend, plotseling overleed, maakte van daag zijn laatste tocht. Om acht uur werd het stoffelijk overschot met militaire eer van de Israëlische legatie met een lijk wagen naar de grens van de gemeente aan de Laan Clingendael overgebracht. Daar werd het om half tien overgedra gen in een lijkauto, waarmee het naar Schiphol werd vervoerd. Een vliegtuig bracht de overleden gezant naar Israel terug, het land, dat hij sedert 1949 in de Beneluxlanden en van 1952 af uitsluitend als gezant in Nederland vertegenwoor digde. Van alle gebouwen der ambassades en legaties hingen de vlaggen halfstok. Het militaire ere-escorte bestond uit 1200 man troepen. Het programma der orgelbespeling in de Grote Kerk op Dinsdagavond van 8 tot 9 uur door George Robert luidt: 1. Preludium en Fuga C gr. t„ G. Böhm; 2. Koraalbewer kingen, a. An Wasserfliissen Babyion, b. Gottes Sohn ist kommen, J. S. Bach;; 3. Pre ludium en Fuga e kl. t„ J. S. Bach; 4. Gran de pièce symphonique, César Franck. De beroemde Engelse danser en choreo graaf Anton Dolin komt in de tweede helft van Augustus naar Amsterdam om met vier solisten van Ballet Recital (of van het Nederlands Ballet?) onder leiding van Sonia Gaskell zijn reconstructie in te stu deren van de legendarisch befaamde Pas- de-quatre van 1845. Deze werd in opdracht van Benjamin Lumbey, toenmalig directeur van Her Majesty's Theatre in Londen, op de ook thans te gebruiken muziek van Cesare Pugni gesteld door Jules Perrot voor de vier grote ballerina's van die tijd: Marie Taglioni, Carlotta Grisi, Fanny Cerito en Lucide Graihn. De reconstructie van Anton Dolin wérd in 1941 gemaakt voor het Amerikaanse Ballet Theatre en later ook door het Bal let van de Markies de Cuevas op het ré pertoire genomen. Talrijke vermaarde he dendaagse ballerina's hebben erin geschit terd. Dolin begon zijn loopbaan bij de Rus sische Balletten van Diaghilev, danste her haaldelijk als gast bij het Sadler's Wells Ballet, vormde een uniek duo met zijn landgenote Alicia Markova en is thans directeur van het Festival Ballet. De Amerikaans-Russische John Taras, die voor Ballet Recital reeds zijn „Dessins pour les Six" afstond, keert binnenkort uit Parijs naar ons land terug om speciaal voor het gezelschap van Sonia Gaskell een nieuw werk te maken, waarvoor hij de Tweede Suite van Strawinsky wil gebrui ken. Voorts zijn onderhandelingen gaande met de thans bij ae Parijse Opéra werk zame Deense choreograaf Harold Lander om voor deze Nederlandse dansers zijn „Les Amours de Cupidon" te zetten. ATRECHT (A.F.P.). Door een mijn- gasontploffing in een mijn in de omgeving van Atrecht (Pas de Calais) zijn Zondag ochtend vier mijnwerkers om het leven gekomen en zes gewond. Er zijn reddings ploegen uitgerust om te trachten tweê mijnwerkers, die zich me in de mijn be vinden te redden. derwereld, waarin hij doordringt niet door een list, zoals laatstgenoemde, maar door de betovering van zijn snarenspel. Terwijl dit spel de oren van stervelingen al bijna niet meer bereikt, doet het Cerberus de ogen sluiten. Menig gedicht is des te adem- benemender en fascinerender omdat zijn geluid, diep doordringend in het onbewuste, als van heel ver tot ons schijnt te komen. Dit geldt in het bijzonder, zo vervolgde spreker, voor die moderne experimenten, waarin de dichters zich als in een droom of trance overgeven aan wat het onbewuste hun zendt aan herinneringen of noties, door geen gedachtengang verbonden. Wij horen hen, zoals wij degenen horen, die in hun slaap spreken. Daarbij komt dat de chaotische wereld, waarin wij leven, chao tische concepties aanwakkert. Zelfs als de woorden niet steunen op hun klank, maar hun volle kracht van betekenis en gevoels waarde ontplooien, kunnen zij psychisch onbereikbaar worden door de onnaspeur- lijkheid van enigerlei verband. Zij schijnen dan niet de harmoniserende invloed van dichterlijke schepping te hebben ondergaan. Toch brengt het geheimen-onderzoekend karakter van poëzie mede, dat de grenzen van de taal op de proef worden gesteld en dan wordt getracht die grenzen te buiten te gaan, want hoe zouden anders de gren zen van leven en dood op de proef kunnen worden gesteld? Bij zulke proeven zal de grammatische taal dikwijls geweld moeten worden aangedaan. Ook in onze dagen heeft Orpheus' lied een geluidsbarrière doorbroken, niet met de ontploffing van mechanische snelheidsmonsters, maar met het hoogste stemgeluid van de menselijke verbeeldingskracht. Of de poëzie de desintegratie, die zij nu schijnt door te maken, zal kunnen overle ven? Het experimentele gedicht staat mid den in de levensstroom, zoals een zwembas sin in een rivier. De taal van de experimen tele dichter streeft ernaar het leven zelf te worden. Tenslotte zei professor Donkersloot: Poë zie is een manier van leven, die de poëet overleeft. Zij is een vinden, door middel van woorden, van een betrekking tot de dingen, alsof er tussen ons en de dingen geen woorden bestonden. Aan de zeldzame verbintenis van het bewuste en het onbe wuste, waarvan dichtkunst nog steeds het onopgehelderde geheim bezit, danken wij in de beste vondsten korrels van puur goud. Op de verkenningsexpeditics in het do mein van het mysterie heeft Orpheus altijd blootgestaan aan afwisselende gevaren. Hij zal Eurydice uit dood en vergetelheid lei den naar de eeuwigheid van het gedicht, mits hij niet omziet naar de levensfeiten en levensverbanden. Desondanks zal hij door die feiten en verbanden worden ver rijkt, terwijl hij voortgaat met zich een weg naar het onbekende te zingen in sym bolen, die klinken als cymbalen. De secretaris van het N.V.V., de heer D. Roemers, heeft in Rhenen in een streek- bijeenkomst van het N.V.V. gesproken over actuele onderwerpen in de Nederlandse vakbeweging. Sprekende over het bisschoppelijk man dement zeide de heer Roemers: „Het ver- bondsbestuur van het N.V.V. is door de in houd van het mandement teleurgesteld en verontrust. Het standpunt van onze vakbe weging zal in een bijzondere hoofdbestu- renvergadering op 17 Juli worden vastge steld". Naar aanleiding van de rede, die de voor zitter van de K.A.B., de heer Middelhuis, in de verbondsvergadering van deze vak beweging heeft gehouden en waarin hij ook een beschouwing heeft gewijd aan de so ciaal-economische situatie van Nederland en vastgesteld zo citeerde spreker „dat deze gunstig is en de arbeiders hun aandeel in de welvaartsverruiming in ons land moeten krijgen, waarvan hij meende, dat zulks tot dusverre in onvoldoende mate was geschied," zei de heer Roemers, dat hij het, wat dit laatste betreft, van harte met dé K.A.B.-voorzitter eens was. „De heer Middelhuis is echter verder gegaan. Hij heeft een programma van de K.A.B. ont vouwd, waarin hij de suggestie heeft ge daan van een algemene loonsverhoging, vrijere loonvorming en grotere bezitsvor ming. „Het N.V.V. is enigermate verbaasd over dit programma. Zonder een oordeel over elk van deze punten uit te spr-eken, wil ik wel vaststellen, dat de heer Middel huis blijkbaar op dat moment grote be hoefte had de radicale haan uit te hangen", aldus de heer Roemers, die voorts opmerk te dat er vele redenen zijn, waarom het N.V.V. de splitsing in de Nederlandse vak beweging betreurt. Eén daarvan, ofschoon natuurlijk lang niet de belangrijkste, is de steeds weerkerende onverkwikkelijke strijd om haantje de voorste te zijn. „De heer Middelhuis had er blijkbaar grote behoefte aan deze strijd thans te winnen", aldus de heer Roemers, die vervolgde: „In hoe verre hier verband bestaat met het ook door de heer Middelhuis aan de orde ge stelde mandement, onttrekt zich aan mijn beoordeling, maar wel wil ik nadrukkelijk vaststellen, dat het N.V.V. reeds vier weken geleden, na het verschijnen van het verslag van de Nederlandse Bank, de wel vaartsverruiming voor de werknemers in de Raad van Vakcentralen aan de orde heeft gesteld. Overeengekomen werd, dat ieder der drie vakcentralen de zaak in eigen kring zou bestuderen en dat daarna het overleg zou worden voortgezet. Inmid dels zouden op dit punt geen publicaties verschijnen. Het is dan ook begrijpelijk, dat het N.V.V. met gi-ote verbazing van de rede van de heer Middelhuis kennis heeft genomen. De heer Middelhuis heeft de handhaving van de samenwerking in de Raad van Vakcentralen nadrukkelijk aan bevolen. Ik moet. zeggen, dat het wel een bijzondere vorm is, welke hii zich van die samenwerking voorstelt".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1954 | | pagina 3