Nieuw orgaan voor geestelijke volks gezondheid in Zuid-Kennemerland Voorstellen tot oprichting deze zomer in raden van Haarlem en omliggende gemeenten Werken van Mozart en Brahms onder Paul van Kempen Radio Philharmonisch Orkest Prof. Meijers, geleerde en sportbeoefenaar ^jBrieven aan de redactie DINSDAG 29 JUNI 1954 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 5 Particuliere organisaties laten verstek gaan Jhr. mr. G. J. A. den Tex nam afscheid van personeel van gemeente Bloemendaal Verzending van zeepost Niet met blote oog naar zonsverduistering kijken Enige persoonlijke herinneringen Jaarvergadering verbond Haarlemse speeltuinen Opleidingen Christelijk sociaal werk Burgerlijke Stand van Haarlem VIJFTIEN JAAR GELEDEN is er tussen de gemeenten van Kennemerland en Amstelland een gemeenschappelijke regeling tot stand gekomen voor de zorg voor de geestelijke volksgezondheid. Deze regeling voorzag in de instelling van een psychiatrische voor- en nazorgdienst, die als onderdeel van de Haarlemse gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst onder beheer werd gesteld van het Haarlemse gemeentebestuur en onder leiding kwam van de doctoren Smit en Piccard Deze psychiatrische voor- en nazorgdienst heeft zich sedertdien niet alleen in Haarlem maar ook in omliggende gemeenten een uitnemende reputatie verwor ven en is allengs een onmisbaar orgaan geworden in de intergemeentelijke zorg voor de geestelijke volksgezondheid. In de loop der jaren is de taak van deze dienst geleidelijk uitgebreid; thans behoort er onder meer toe: de opneming van patiënten in krankzinnigengestichten e.d. als deze opneming en verpleging voor rekening van een der samenwerkende gemeenten zal komen; de controle, voor zover nodig en wenselijk, op deze patiënten; de regelmatige controle van geestes zieken, die voor gemeentelijke rekening in gezinnen worden verpleegd; de na- contróle op uit de inrichtingen ontslagen voormalige patiënten; het toezicht op de scholen voor buitengewoon lager onderwijs en de nazorg over de voormalige leerlingen van deze scholen; het adviseren van de schoolartsen over kinderen met geestelijke afwijkingen; het voorlichten van controle-artsen omtrent leden van het gemeentepersoneel met klachten op psychiatrisch gebied. Enkele jaren na de oorlog werd de wen selijkheid gevoeld om de werkingssfeer van de bestaande regeling voor de psychia trische voor- en nazorg uit te breiden en daarin naast de geestelijk misdeelden ook de lichamelijk misdeelden te betrekken. Bij het overleg dat daarover tussen ver schillende gemeenten in deze omgeving sinds 1949 werd gepleegd kwam de wense lijkheid naar voren om een nog veel breder samenstel van voorzieningen ten bate'van de geestelijke volksgezondheid in een ge meenschappelijke regeling tot stand te brengen. Daarbij werd met name gedacht aan de vorming in het gehele, district van medisch-opvoedkundige bureaux en bu reaux voor beroepskeuze. Omdat juist bij de werking van deze beide soorten bureaux de levensbeschouwing van de betrokken ouders een belangrijke rol speelt, leek het gewenst hierbij de z.g. Kruisverenigingen in te schakelen. Deze verenigingen immers, het Witte Kruis als algemene, het Wit- Gele Kruis als rooms-katholieke en het Oranje-Groene Kruis als protestants- christelijke organisatie kunnen be schouwd worden als dragers van het parti culier initiatief; ze zijn opgebloeid uit de bevolking zelve en zij hebben een feitelijk onbegrensde taak op het gebied van de openbare gezondheidszorg. De bij het over leg betrokken gemeentebesturen hebben daarop een studie-commissie in het leven geroepen, die onder de bekwame leiding van de Haarlemse wethouder W. C. Bakker na vele moeizame beraadslagingen een rapport heeft vastgesteld. Ware het mogelijk gebleken de conclu sies van dit rapport te verwerkelijken, dan zouden Kennemerland en Amstelland op het terrein van de geestelijke gezondheids zorg een regeling hebben verworven waar mede deze streek in feite alle andere dis tricten van ons land zou zijn vóór geweest. Met name waar het enerzijds de samen werking op publiekrechtelijke leest van, en anderzijds de taak- en kostenverdeling tussen, gemeenten en Kruisverenigingen betrof, kunnen de voorstellen van bedoel de studiecommissie baanbrekend worden genoemd. Helaas is het vooralsnog niet moge lijk gebleken deze voorstellen te ver werkelijken. Om niet geheel duidelijke redenen hebben de Kruisverenigingen De burgemeester van Bloemendaal, jhr. mr. C. J. A. den Tex, heeft gistermiddag in de gymnastiekzaal van het politiebureau afscheid genomen van het politiecorps van Bloemendaal. In aanwezigheid van vrijwel alle leden richtte de hoofdinspecteur de heer J. Voer man, het woord tot het scheidende hoofd van de politie. De heer Voerman liet in zijn toespraak duidelijk uitkomen, dat de burgemeester gedurende zijn loopbaan "steeds bijzonder veel belangstelling voor de politie had getoond. Ook de brigadier J. P. Wessel, die namens de vakorganisatie sprak en de brigadier H. L. A. van der Pavert uitten zich in waarderende woorden over de belangstelling van de burgemeester voor het politiewerk. De heer IJzendoorn, commissaris te Zaandam, vroeeer corps chef te Bloemendaal en de heer P. Schepe naar woonden het afscheid van hun vroe gere chef bij. De burgemeester dankte tenslotte alle sprekers voor de vriendelijke woorden en voor de geschenken, welke hij had mogen ontvangen. Vervolgens begaf de burge meester zich naar het gemeentehuis, waar hij toegesproken werd door de gemeente secretaris, de heer G. van Eek, die de bur gemeester zijn dank betuigde voor alles, wat deze in de loop der tijden voor zijn personeel had gedaan. Ook hier dankte de burgemeester zijn ambtenaren voor de vele medewerking welke hij altijd had ondervonden. Des avonds waren al diegenen, die in dienst zijn van de gemeente Bloemendaal, aanwezig in gebouw „Domi" waar ,,De Plankeniers" het toneelstuk „Verdwijnin gen en verschijningen" opvoerden. Met de volgende schepen kan zeepost worden verzonden. De data, waarop de correspondentie uiterlijk ter post moet zijn bezorgd, staan tussen haakjes achter de naam van het schip vermeld. Naar Indo nesië en Nieuw-Guinea m.s. „Oranje" (7 Juli); naar de Ned. Antillen m.s. „Willem stad" (6 Juli); naar Suriname m.s. „Nes tor" (14 Juli); naar de Unie van Zuid- Afrika en Z.-W. Afrika m.s. Stirling Cast le" (3 Juli); naar Canada s.s. „Waterman" (2 Juli), m.s. „Prins Willem van Oranje" (5 Juli) en s.s. „Rijndam" (7 Juli); naar Z.-Amerika: m.s. „Yapeyu" (5 Juli); naar Brazilië: m.s. „Bintang" (5 Juli); naar Australië en Nieuw Zeeland: via Engeland 3 Juli, s.s. „Strathaird", (8 Juli). deze nieuwe en zovele perspectieven biedende taak (nog) niet aangedurfd terwijl bepaalde gemeenten in Am stelland de sedert 1939 op dit terrein bestaande samenwerking met Haarlem willen opzeggen om in zee te gaan met een provinciale stichting in Alkmaar, die haar taak veel beperkter ter hand heeft genomen dan in de voorstellen van bovenbedoelde studiecommissie werd beoogd. Met name onthoudt deze stichting zich van de toch zo nood zakelijke voor- en nazorg op sociaal- 'paedagogisch gebied. Ook Velsen en Beverwijk hebben vooralsnog de voor keur aan toetreding tot het Alkmaarse bureau gegeven, ten dele op geogra fische gronden. Waar juist de destijds reeds gebleken noodzaak van maatregelen op laatstgenoemd terrein aanleiding is geweest tot het bera men van een nieuwe, uitgebreidere rege ling dan in 1939 werd getroffen, hebben de gemeentebesturen van Kennemerland zich thans hierover nader beraden. Het laat zich aanzien dat dit er toe zal leiden, dat een aantal gemeenten in Zuid-Kenne merland, met name Bloemendaal, Heem stede, Zandvoort, tezamen met Haarlem een gemeenschappelijke regeling zullen aangaan waarbij een nieuw orgaan zal worden geschapen, dat de reeds bestaande psychiatrische voor- en nazorgdienst zal overnemen en tevens de sociaal-paedago- gische nazorg ter hand zal nemen. Deze nazorg zal zich uiteraard niet uitstrekken tot de exploitatie van de reeds bestaande werkinrichtingen in Haarlem, het Sake van der Wall-paviljoen en het Mr. Bruch- paviljoen Wel zal tot deze gemeen schappelijke nazorg te rekenen zijn het op sporen van zwakzinnigen in huis en op de scholen voor gewoon lager onderwijs; het verwijzen van dergelijke leerlingen naar het buitengewoon lager onderwijs: het ver strekken van opvoedkundige adviezen aan de ouders; het controleren van zwakzinni gen op de BLO-scholen; het verstrekken van inlichtingen en adviezen aan Kinder rechter en Voogdijraad; het plaatsen van zwakzinnigen in pleeggezinnen, tehuizen, gestichten en jeugdkampen; de voorlich ting inzake beroepskeuze voor zwakzinni gen en daarbij aansluitend de arbeidsbe middeling voor deze misdeelden; het ver zorgen van ambachtsonderwijs en van avondontspanning voor debielen en van avondverzorging van imbecielen, enz. Daar alle raden van de genoemde ge meenten reeds in beginsel besloten hebben deze taak gemeenschappelijk ter hand te gaan nemen, kan verwacht worden dat de in de loop van deze zomer in te dienen voorstellen vlot bekrachtigd zullen worden. Daarmede zal een nieuwe en belangrijke taak zijn aanvaard. Haarlemmermeer moet de keuze tussen Haarlem en Alkmaar nog doen, Haarlem- merliede heeft zich bij Alkmaar aangeslo ten. Het blijkt dat in Den Haag meer inte resse getoond wordt voor het muzikale deel van het Holland Festival dan in Am sterdam. Wij hebben het dit jaar nog niet meegemaakt dat het hoofdstedelijk Con certgebouw volliep voor een van de feest- concerten; het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen was Maandagavond daar entegen zo goed als geheel bezet met be langstellenden voor de uitvoering die er gegeven werd door het Radio Philharmo nisch Orkest en het Groot Omroepkoor van de Nederlandse Radio Unie, onder leiding van Paul van Kempen. Het programma vermeldde vóór de pauze de ouverture tot „De Toverfluit" en hèt Pianoconcert in c (K.V. 467) van Mozart en in de tweede helft „Ein deutsches Re quiem" van Brahms. Met het vooruitzicht dat ook nog het Requiem van Cherubini tot uitvoering wordt gebracht, zou men zo zeggen, dat men in dit festival tameljjk zwaar op de hand is. Maar er was op deze Haagse avond ge lukkig ook de sprankelende levenslust en de milde ernst van Mozart om de festival sfeer te helpen wekken. De jeugdige Hon gaarse pianist Robert Weisz, leerling van Lipatti te Genève (waar hij zich trouwens gevestigd heft) was de solist in het Mo- zart-concert. In het afgelopen wintersei zoen hebben wij het spel van Weisz om de virtuoze techniek en om tal van prachtige muzikale eigenschappen kunnen prijzen naar aanleiding van een recital, dat hij in de Haarlemse Concertzaal gaf. Wie dit toen mede ervaren heeft, zal zich wellicht zijn délicate vertolking van een sonate van Mozart herinneren. Ook nu bleek Robert "Weisz een ideale Mozartvertolker: viriel en teder, brillant en gereserveerd, virtuoos en bezadigd. Zijn parelend spel kreeg me de, dank zij Van Kempens lichte begelei- dingstoets, een stralende klaarte en een ex pressief reliëf. Het publiek was opgetogen, geen wonder. Paul van Kempen heeft van het „Deutsches Requiem" met het Omroepkoor een zeer verantwoorde vertolking laten horen. De gedeelten in het werk, die voor amateur koren vrij lastig zijn, hoorde men nu schijn baar moeiteloos tot hun recht komen. En v/at het orchestraal coloriet betreft, gaf de interpretatie het uiterste van wat men van een Brahms-compositie verwachten kan. Corry Bijster zong met innige uitdrukking de sopraan-solopartij en als bariton-solist hoorde men de in Engeland wonende Cana dees Bruce Boyce, wiens stem beter de hoogte dan de laagte bestrijkt, doch die overigens zijn taak met smaak vervulde. JOS DE KLERK Van medische zijde wordt met klem aan geraden bij de zonsverduistering van mor gen niet met het blote oog naar de zon te kijken, maar dit te doen door een zeer zwart beroet glaasje. Het anders verblin dende zonlicht wordt bij de komende ver duistering 80 percent verduisterd, maar de warmtestralen werken wel op het netvlies in. Daar het oog door zijn bouw als een brandglas werkt bestaat grote kans op ver branding van de gele vlek van het oog, een verbranding, welke onherstelbaar is. Men zij dus gewaarschuwd en gebrui'ke bij ob servatie van de zon een zwart beroet glaasje. Een zonnebril, ook al is die zeer donker, is beslist af te raden, daar deze nog te veel licht- en warmtestralen doorlaat. Als officieel geschenk van de gemeente Bloemendaal is he denmiddag door wet houder A. van Geluk aan jhr. mr. C. J. A. den Tex diens portret aangeboden, geschil derd, door Karei van Veen uit Rotterdam, welke beeldende kun stenaar (1898 gebo ren) op verzoek van de scheidende burge meester tot vervaar diging daarvan werd aangewezen. Het is een bijzonder goed geslaagd portret te noemen, mede door de waarlijk treffende gelijkenis. Jhr. den Tex is er in ambtsge waad met de keten zijner waardigheid en vier onderscheidingen op afgebeeld, zittende in een magistrale houding achter een met een grijs kleed overdekte tafel, de slanke handen om het in leer gebonden 2de deel van het stan daardwerk „Het Ne derlands Gemeente recht" van professor J. Oppenheim gevou wen, tegen een naar links geleidelijk ver donkerend fond, waartegen de gelaatstrekken zich scherp doch innemend aftekenen. In de linkerbovenhoek is het familiewapen aangebracht. De afmetingen van het doek zijn ongeveer 80 bij 95 centimeter. De schilder Karei Johannes van Veen was voor de oorlog met internationaal de aandacht getrokken hebbende werken op de Biennale te Venetië vertegenwoordigd en exposeerde onder meer ook in het Rijks museum te Amsterdam. Wat Meijers betekend en gedaan heeft voor de rechtswetenschappen en tevens voor het recht in de praktijk des levens is in dit blad reeds door prof. mr. C. H. F. Polak weergegeven. Hier volgen dan ook slechts enkele persoonlijke herinneringen. Daar is de heugenis aan zijn colleges, aan zijn gave om ook de moeilijkste juridische kwesties voor iedereen begrijpelijk te doen zijn. Het meest misschien viel er voor de aankomende juristen te genieten van zijn privatissima. Daar bracht hij hen ook tot zelfwerkzaamheid, waaraan in de periode, die nu al meer dan veertig jaar achter ons ligt, bij de rechtsstudie aan onze oudste universiteit nog al wat ontbrak. Meijers' leiding was een prikkel om nog iets meer en nuttigers te doen dan zo juist mogelijk de woorden van de leermeester in een dic taatcahier te schrijven. Men leerde bij hem zowel juridisch denken als werken. Een enkele aansporing van hem kon als vol doende stootkracht dienen om een bepaald onderwerp te bestuderen, om er zich in te verdiepen en er iets van te maken. Bijzondere omstandigheden deden mij in mijn studentenjaren het speciale voorrecht ten deel vallen, dat ik ze in zekere zin mocht doorbrengen „in de schaduw van deze Titaan." Veelvuldig vertoefde ik in de huiselijke kring van prof. Meijers en het is vooral daarheen dat thans mijn herinnerin gen teruggaan. Soms, bij het binnenkomen reeds, uitte hij zijn voldoening over een op een verkoping op een bekend antiquariaat in Leiden aangekocht werk voor zijn par ticuliere bibliotheek. Dan kon er soms, bij een nadere uitleg over de betekenis van het veroverde exemplaar, meteen een boeiende historische uiteenzetting volgen. Maar ook gebeurde het meer dan eens, dat de jurist dermate verdiept was en bleef in het werk, dat hij juist onder handen had, dat hij de aanwezigheid van de jeugdige bezoeker nauwelijks bespeurde. Ook kon het wel gebeuren, dat de heer des huizes tijdens de maaltijd kennelijk met zijn gedachten verder bij zijn werk bleef vertoeven en daardoor het tafelgesprek grotendeels buiten zich om liet gaan. Een andere keer viel er juist van zijn frisse en ruime belangstelling, van rake kenschet singen met slechts enkele woorden, van zijn veelal ook typische humor volop te ge nieten. Zonder enige zwaarwichtigheid en volkomen onopvallend gaf hij aan het ge sprek een bijzondere en leerrijke betekenis, alsook leiding. Men kreeg er iets mee. Het was geen toeval, dat bij degenen, die gaarne ten huize van het gezin Meijers ver toefden, Carpentier, Alting en Van Vollen hoven behoorden en dat speciaal tot de huisvrienden gerekend konden worden de Romanist Van Kan, trouwens al een vriend uit de studiejaren, en, niet te vergeten, de Slavicus Van Wijk. Met Meijers' liefde voor de wetenschap ging een grote mate van werkelijkheidszin, van belangstelling voor de praktijk des levens gepaard. Hij mocht dan ontelbare uren in zijn studeervertrek doorbrengen, een kamergeleerde was hij geenszins. Hij bezat onder meer een organisatietalent, dat de universiteit zeer ten goede is gekomen, toen hij onverbiddelijk, niets en niemand ontziende, schoon schip maakte en er voor zorgde, dat uit nalatigheid of slapheid voortgesproten euvelen op organisatorisch gebied binnen de academische samenleving een einde namen. Een van de tot nu toe in de verschenen necrologieën nauwelijks vermelde facetten zij thans hier nog belicht. „Een gezonde geest in een gezond lichaam." dat gold zeker voor hem, die wel een uitzonderlijk sportief geleerde is geweest. In zijn jongere jaren had hij gevoetbald, ik meen in een der lagere elftallen van A.F.C. Ten op zichte van die tak van sport was hij zeker een deskundig beoordelaar. Zelf heb ik eens, ik mag wel zeggen aan den lijve, ondervonden, dat deze man van de weten schap tijdens een voetbalwedstrijd in ver voering geraakte. Hij stelde eens voor samen in Antwerpen naar een ontmoeting BelgiëNederland te gaan kijken. De Zon dagochtend in de Scheldestad brachten wij door in het museum-Plantijn. Een betere leidsman was wel niet denkbaar, 's Och tends de wetenschap, 's middags de sport. Het was een niet heel fraaie maar wel spannende wedstrijd en op het ogenblik, waarop het Nederlandse elftal het winnen de doelpunt maakte, werd de hooggeleerde toeschouwer zo geestdriftig, dat mijn hoofd deksel er het slachtoffer van werd! Slechts zeer zelden was Meijers zo uitbundig. En men kon zich hem moeilijk voorstellen als een vurig toeschouwer bij een voetbalwed strijd. In tal van opzichten toonde hij, dat een zich verdiepen in de wetenschap en lichamelijke oefening en sport uitstekend kunnen samengaan. Roeien, zwemmen en schaatsenrijden deed hij gaarne. Kort na het uitbreken van de eerste wereldoorlog legde hij zich met een groepje hoogleraren op schietoefeningen toe. En dan dient hier zeker ook gewag te worden gemaakt van het wandelgezelschap van hem en enige zijner vrienden uit de professorenkring, zo als Huizinga, Barge, Van der Hoeve; op een vaste dag in de week ondernamen zij flinke wandelingen. Ongetwijfeld kwam bij de sportbeoefening zijn doorzettingsvermogen te stade en ook is het waarschijnlijk, dat de sport zijn werkkracht dikwijls heeft ge staald. Tot besluit zij nog iets uit het jongste verleden opgehaald, te weten de herinne ring aan Meijers' voorlichting van de Par lementaire Pers aan de vooravond van de parlementaire behandeling der vraagstuk ken met betrekking tot 't hem door de rege ring toevertrouwde geweldige werk: de herziening van het Burgerlijk Wetboek. Wat viel er toen te genieten van de glas heldere uiteenzetting, opgeluisterd door sprekende, leerrijke voorbeelden, boven dien in veelal geestige vorm tot ons ge bracht. Zelden valt het journalisten ten deel op zulk een meesterlijke wijze enig begrip bijgebracht te krijgen omtrent een verre van eenvoudige materie. Maar hier hadden wij in ons midden een figuur van uitzon derlijk kaliber, als kenner van het recht en als docent een grootmeester. Zo kon het niet anders, of de gezamenlijke Parlemen taire Pers was vervuld van dankbare be wondering voor de ontvangen geestelijke schatten. En zo kon het ook niet anders of bij hem, die eens als student op privatissi- mum van Meijers had gezeten, gingen de gedachten daarheen terug, naar die onver getelijke Leidse jaren, die voor hem wer kelijk lessen voor het leven werden. Dr. E. VAN RAALTE Prof. mr. E. M. Meyers zal Donderdag middag in het groot auditorium van de rijksuniversiteit te Leiden in een bijzondere bijeenkomst worden herdacht. De herden kingsrede wordt uitgesproken door prof. mr. R. P. Cleveringa. Bouw van clubhuizen leidde tot verheugend resultaat Donderdagavond zal het verbond van Haarlemse speeltuinverenigingen in het clubgebouw van de afdeling „Flora" aan de Jasmijnstraat de algemene jaarvergade ring houden. Behalve de diverse benoe mingen van commissies en het behandelen van de jaarverslagen staat voorts de be noeming van het dagelijks bestuur op de agenda. Met het oog op de totstandkoming van de reorganisatie op de vergadering van 1 April 1954 treedt het bestuur in zijn geheel af. Opnieuw beschikbaar als ver- bondsbestuurder stellen zich de heren A. de Groot, voorzitter; J. Kuiper, secretaris; J. I. Jansen, penningmeester; D. Rook- huiszen. De heren J. Dekker en H. van Dijk zul len zich, met het oog op hun functie in de afdeling „Jeugdland" nog nader beraden (uiteraard voor de jaarvergadering) over het aanvaarden van een benoeming in het dagelijks bestuur. In het voorwoord bij het jaarverslag over 1953 merkt de verbondsvoorzitter op, dat door een regeling tot het opnemen van credieten, die men heeft kunnen afsluiten bij de Nutsspaarbank, enigermate kon wor den voorzien in de behoefte tot het bou wen van clubhuizen. Dit is, aldus de voor zitter, een verheugend resultaat, hetgeen nog eens duidelijk in het licht stelt welk groot belang er voor de bij het verbond aangeslotenen is gelegen in het ingestelde bouwfonds, dat het mogelijk zal maken op steeds korter termijn in de behoefte aan clubhuizen te voorzien. Ook de verdeling van de grondstukken is van een bijzonder groot belang voor het Haarlemse speeltuinwerk. Een adviescom missie heeft een diepgaande studie van dit probleem gemaakt en aan de gemeente Haarlem een voorstel voorgelegd, waarin aangegeven is welke gronden zullen dienen te worden gereserveerd voor de inrichting als speeltuin. Dit voorstel is door de ge meente gunstig ontvangen en er wordt ernstig gewerkt aan de oplossing van het probleem. Eenheid Tegenover deze winstpunten staan, al dus het voorwoord, ook verliesposten. De eenheid, aldus de voorzitter, dreigde ver broken te worden door het gebrek aan vertrouwen in het verbondsbeleid, dat helaas bij vijf verenigingen blijkt te be staan. De verbondsvoorzitter besluit zün in leiding met de woorden „Moge het komen de jaar deze eenheid tot werkelijkheid maken". Het financieel overzicht van de vijftien bij het verbond aangesloten verenigingen sloot per 31 December 1953 met een batig saldo van f 3088,29. Het financieel over- zich van het bouwfonds over het jaar 1953 gaf een batig saldo van f 10842,38 aan. Er worden in ons land steeds meer maat schappelijke werkers gevraagd, ook voor de kerken ligt hier een zeer belangrijke taak. Dit was het uitgangspunt van de voorlichtingsmiddag, die in het A.M.V.J.- gebow in Amsterdam gehouden is. Een flink aantal jongeren en enkele ouders waren gewomen om te luisteren naar wat het Centraal Instituut voor Christelijk Sociale Arbeid (de Cicsa) en het Instituut „Kerk en Wereld" te Drie bergen wat de opleiding voor maatschap pelijk werk betreft aan mogelijkheden bieden. De Cicsa, gevestigd in Amsterdam en Groningen, is interkerkelijk, terwijl „Kerk en Wereld" op „De Horst" in Driebergen uitgaat van de Hervormde Kerk. „Het protestants-christelijk karakter van de Cicsa bestaat vooraf hierin, dat uit de overtuiging dat het Evangelie bevrijdende en beslissende woorden spreekt over heel het leven, gezamenlijk gezocht wordt naar het antwoord, dat de Bijbel geeft op de vragen van het maatschappelijk werk," zo werd medegedeeld. Heeft men op „Kerk en Wereld" het di ploma voor maatschappelijk werk behaald, dan kan men er na nog een half jaar stu die een examen voor evangelist afleggen. ONDERTROUWD: 28 Juni, J. Hoornweg en A. V. van Kleven; J. M. Andeweg en H. L. J. J. Tent; A. Meijll en J. G. van der Vegt; W M. van der Vlis en Chr. Alblas; J. K. Looijen en A. van der Wilt. BEVALLEN van een zoon: 25 Juni, M. W. IJlstrade Regt; 26 Juni, M. J. Hoogen- doorn—Verboog; 27 Juni, A. M. van der HulstSchoorl; G. BakkerBlom; M. W. Janssen—Rhee; 28 Juni, M. Visser—Bok; P. Groenheijdevan Staalduinen; C. S. van Da lenvan Zijtveld; N. de VriesRoussac. BEVALLEN van een dochter: 25 Juni, R. AdmiraalWatson; 26 Juni, M. Beerepoot Snoeks, 2 d.; M. E. Landman—Bijleveld; A. M. G. Bangmavan Raamsdonk; A. Derk- senKerremans; 27 Juin, J. H. van Lieshout —van Deventer; M. A. Schousvan den Hoek; C. Vreelingvan Kalken; W. C. A. HuijbersWiercx; 28 Juni, J. OomenMars man; A. J. ScholteMeure; C. Hoekstra Laagland. OVERLEDEN: 25 Juni, G. G. A. van der Burght, 12 d., Gasthuisvest; C. W. M. Knip— Heere, 77 j„ Brouwersvaart; 26 Juni, D. Pol Verweij, 66 j., Orionweg; 27 Juni, G. Tanis, 37 j„ Gasthuisvest; A. Hubers, 91 j„ Hage- straat. Ze kijken het eten uit je mond, en daar blijft het niet bij, ze halen het er nog uit ook. Maar Ria Postma uit Haarlem schijnt daartegen geen bezwaar te maken, al zijn het ongebraden duiven die haar de mond in vliegen. Ria is trouwens een grote dierenvriend, zij houdt er ook nog konijnen, kippen en een poes op na. En we hebben het gevoel dat die evenmin een slecht leventje hebben. (Verkort weergegeven) Graham. De buitengewone gevolgen van Graham's optreden heeft ook mijns in ziens niets met suggestie te maken. Hij is een boetprediker die een oproep doet voor geestelijke herbewapening en op „zijn" wijze de mens tot God terug wil brengen, al mogen velen een fijnere vorm verkiezen; mogelijk is hij ook een werktuig voor hogere kracht. Er zijn meer voorbeelden. Vele zijn de wegen die de mens weder tot God kunnen voeren en uit die verbonden heid kan eenheidsbesef met alle mensen geboren worden en als gevolg de alle duis ternis overwinnende „Stralende Vrede." J. A. HEIJDEMAN Herbewapening en Christendom. „Christenen over de gehele wereld, geen herbewapening meer, maar een werkelijk vertrouwen in God, dat is wat deze wereld nodig heeft"., aldus J. A. F. te Haarlem. Nee, dat zou ik nooit durven verkondi gen, voor zover dit herbewapening betreft, zelfs niet op een samenkomst door Christe nen belegd. Ik zou weerloosheid, lafheid propageren. U, J.A.F., heeft in de Bijbel gebladerd zoals uit enkele hieruit gerukte teksten blijkt, die u in uw artikel „Christenen" tussen de regels doorgevlochten hebt. Hoe ver u gekomen bent weet ik niet, maar, nogal tamelijk achteraan, wordt ook over de overheid gesproken en over de bijzon dere taak die God de overheid gegeven heeft. Kennen wij de taak van de over heid niet, dan is dit een groot Christelijk schandaal, daar de voorlichting omtrent gezin, gemeenschap, gemeente, militaire dienst, vaderland tot nu toe tekort gescho ten is. U spreekt van vertrouwen; dan moet u aan liefde denken, maar, onafschei delijk verbonden aan liefde is de gerechtig heid; dit verliezen velen uit het oog. Daar er nu velen zijn, die niet op God vertrou wen en die hier ook openlijk van gewa gen, is het toch onmogelijk om te ontwa penen. Zij die denken dat dit wel mogelijk is bedriegen zichzelf en zij sluiten de ogen voor de duivelse infectie van het commu nisme, die als een epidemie om zich heen grijpt en die het onmogelijk maakt om de wereld in zijn geheel te ontwapenen, maar die ons vertrouwen op God des te meer kan versterken, opdat ongerechtig heid nooit zege%'iere. Velsen-Noord J. L. SCHREUDER Avond-Vierdaagse. Zonder afbreuk te willen doen aan al het goede organisato rische werk van de N.W.B. of het plaatse lijk bestuur, wil ik toch een paar opmer kingen maken. In de eerste plaats neemt Haarlem als stad met duizenden sportbeoefenaren maar een sobere plaats in in de rij van Avond vierdaagsen met een deelnemersaantal van 800 personen. Van verschillende plaat sen ontving ik berichten waar het aantal deelnemers in de duizenden bedraagt, zoals bij voorbeeld Gouda met 3500 deelnemers. Daar Haarlem zo'n groot aantal sportver enigingen heeft, was het aantal deelnemers toch wel beschamend klein. In de tweede plaats viel het mij op dat aan de laatste wandelaars, die Zaterdag middag binnenkwamen, geen bloemen werden uitgereikt. Ook deze wandelaars hadden toch wel xecht op een aardige at tentie, al komen zü dan wat later binnen. In de derde plaats: waar blijven de be kende muziekkorpsen of drumbands, die de gezelligheid brengen bij het binnenkomen van de wandelaars? Een pittige mars doet wonderen. Mogelijk kan het bestuur aan deze pun ten bij de volgende Avond-Vierdaagse meer aandacht besteden en alle sport- en bedrijfsverenigingen tot deelnemen aan dit wandelfes'ijn uitnodigen. Een mede wandelaar W. G. W. K. (Van de zijde van de organisatoren van de Avond-Vierdaagse in Haarlem verna men wij dat de bloemen niet door of na mens de organisatoren aan de wandelaars worden geschonken, maar door ouders of familieleden van de wandelaars. Muziekkorpsen of drumbands zal men nimmer bij de Avond-Vierdaagse zien en horen, aldus de organisatoren. In Nijmegen is wei muziek, maar daar worden dan ook Vierdaagse afstandmarsen georganiseerd met afdelingen militairen, politie enzovoort die marcheren met muziek. Bij de Avond- Vierdaagse maakt men propaganda voor het wandelen. Verder wordt door het organisatie-co mité van de Avond-Vierdaagse in Haarlem alle mogelijke aandacht besteed aan de spSrt- en bedrijfsverenigingen, die allen worden uitgenodigd zo veel mogelijk leden te laten deelnemen. Dat het aantal deelne mende wandelaars in verhouding met het aantal sportbeoefenaren in Haarlem zo klein is wordt ook door de organisatoren betreurd. Er is echter reeds een vooruit gang te zien. Dit jaar namen 350 wande laars meer deel dan verleden jaar. Red.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1954 | | pagina 7