Nieuw orgaan voor geestelijke volks
gezondheid in Zuid-Kennemerland
Voorstellen tot oprichting deze zomer in raden van
Haarlem en omliggende gemeenten
Werken van Mozart en Brahms
onder Paul van Kempen
Radio Philharmonisch Orkest
Prof. Meijers, geleerde
en sportbeoefenaar
^jBrieven aan
de redactie
DINSDAG 29 JUNI 1954
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
5
Particuliere organisaties
laten verstek gaan
Jhr. mr. G. J. A. den Tex
nam afscheid van personeel
van gemeente Bloemendaal
Verzending van zeepost
Niet met blote oog naar
zonsverduistering kijken
Enige persoonlijke herinneringen
Jaarvergadering verbond
Haarlemse speeltuinen
Opleidingen Christelijk
sociaal werk
Burgerlijke Stand
van Haarlem
VIJFTIEN JAAR GELEDEN is er tussen de gemeenten van Kennemerland
en Amstelland een gemeenschappelijke regeling tot stand gekomen voor de zorg
voor de geestelijke volksgezondheid. Deze regeling voorzag in de instelling van
een psychiatrische voor- en nazorgdienst, die als onderdeel van de Haarlemse
gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst onder beheer werd gesteld
van het Haarlemse gemeentebestuur en onder leiding kwam van de doctoren
Smit en Piccard
Deze psychiatrische voor- en nazorgdienst heeft zich sedertdien niet alleen in
Haarlem maar ook in omliggende gemeenten een uitnemende reputatie verwor
ven en is allengs een onmisbaar orgaan geworden in de intergemeentelijke zorg
voor de geestelijke volksgezondheid. In de loop der jaren is de taak van deze
dienst geleidelijk uitgebreid; thans behoort er onder meer toe: de opneming van
patiënten in krankzinnigengestichten e.d. als deze opneming en verpleging voor
rekening van een der samenwerkende gemeenten zal komen; de controle, voor
zover nodig en wenselijk, op deze patiënten; de regelmatige controle van geestes
zieken, die voor gemeentelijke rekening in gezinnen worden verpleegd; de na-
contróle op uit de inrichtingen ontslagen voormalige patiënten; het toezicht op
de scholen voor buitengewoon lager onderwijs en de nazorg over de voormalige
leerlingen van deze scholen; het adviseren van de schoolartsen over kinderen
met geestelijke afwijkingen; het voorlichten van controle-artsen omtrent leden
van het gemeentepersoneel met klachten op psychiatrisch gebied.
Enkele jaren na de oorlog werd de wen
selijkheid gevoeld om de werkingssfeer
van de bestaande regeling voor de psychia
trische voor- en nazorg uit te breiden en
daarin naast de geestelijk misdeelden ook
de lichamelijk misdeelden te betrekken.
Bij het overleg dat daarover tussen ver
schillende gemeenten in deze omgeving
sinds 1949 werd gepleegd kwam de wense
lijkheid naar voren om een nog veel breder
samenstel van voorzieningen ten bate'van
de geestelijke volksgezondheid in een ge
meenschappelijke regeling tot stand te
brengen. Daarbij werd met name gedacht
aan de vorming in het gehele, district van
medisch-opvoedkundige bureaux en bu
reaux voor beroepskeuze. Omdat juist bij
de werking van deze beide soorten bureaux
de levensbeschouwing van de betrokken
ouders een belangrijke rol speelt, leek het
gewenst hierbij de z.g. Kruisverenigingen
in te schakelen. Deze verenigingen immers,
het Witte Kruis als algemene, het Wit-
Gele Kruis als rooms-katholieke en het
Oranje-Groene Kruis als protestants-
christelijke organisatie kunnen be
schouwd worden als dragers van het parti
culier initiatief; ze zijn opgebloeid uit de
bevolking zelve en zij hebben een feitelijk
onbegrensde taak op het gebied van de
openbare gezondheidszorg. De bij het over
leg betrokken gemeentebesturen hebben
daarop een studie-commissie in het leven
geroepen, die onder de bekwame leiding
van de Haarlemse wethouder W. C. Bakker
na vele moeizame beraadslagingen een
rapport heeft vastgesteld.
Ware het mogelijk gebleken de conclu
sies van dit rapport te verwerkelijken, dan
zouden Kennemerland en Amstelland op
het terrein van de geestelijke gezondheids
zorg een regeling hebben verworven waar
mede deze streek in feite alle andere dis
tricten van ons land zou zijn vóór geweest.
Met name waar het enerzijds de samen
werking op publiekrechtelijke leest van,
en anderzijds de taak- en kostenverdeling
tussen, gemeenten en Kruisverenigingen
betrof, kunnen de voorstellen van bedoel
de studiecommissie baanbrekend worden
genoemd.
Helaas is het vooralsnog niet moge
lijk gebleken deze voorstellen te ver
werkelijken. Om niet geheel duidelijke
redenen hebben de Kruisverenigingen
De burgemeester van Bloemendaal, jhr.
mr. C. J. A. den Tex, heeft gistermiddag in
de gymnastiekzaal van het politiebureau
afscheid genomen van het politiecorps van
Bloemendaal.
In aanwezigheid van vrijwel alle leden
richtte de hoofdinspecteur de heer J. Voer
man, het woord tot het scheidende hoofd
van de politie. De heer Voerman liet in
zijn toespraak duidelijk uitkomen, dat de
burgemeester gedurende zijn loopbaan
"steeds bijzonder veel belangstelling voor de
politie had getoond. Ook de brigadier J. P.
Wessel, die namens de vakorganisatie sprak
en de brigadier H. L. A. van der Pavert
uitten zich in waarderende woorden over
de belangstelling van de burgemeester
voor het politiewerk. De heer IJzendoorn,
commissaris te Zaandam, vroeeer corps
chef te Bloemendaal en de heer P. Schepe
naar woonden het afscheid van hun vroe
gere chef bij.
De burgemeester dankte tenslotte alle
sprekers voor de vriendelijke woorden en
voor de geschenken, welke hij had mogen
ontvangen. Vervolgens begaf de burge
meester zich naar het gemeentehuis, waar
hij toegesproken werd door de gemeente
secretaris, de heer G. van Eek, die de bur
gemeester zijn dank betuigde voor alles,
wat deze in de loop der tijden voor zijn
personeel had gedaan.
Ook hier dankte de burgemeester zijn
ambtenaren voor de vele medewerking
welke hij altijd had ondervonden.
Des avonds waren al diegenen, die in
dienst zijn van de gemeente Bloemendaal,
aanwezig in gebouw „Domi" waar ,,De
Plankeniers" het toneelstuk „Verdwijnin
gen en verschijningen" opvoerden.
Met de volgende schepen kan zeepost
worden verzonden. De data, waarop de
correspondentie uiterlijk ter post moet zijn
bezorgd, staan tussen haakjes achter de
naam van het schip vermeld. Naar Indo
nesië en Nieuw-Guinea m.s. „Oranje" (7
Juli); naar de Ned. Antillen m.s. „Willem
stad" (6 Juli); naar Suriname m.s. „Nes
tor" (14 Juli); naar de Unie van Zuid-
Afrika en Z.-W. Afrika m.s. Stirling Cast
le" (3 Juli); naar Canada s.s. „Waterman"
(2 Juli), m.s. „Prins Willem van Oranje"
(5 Juli) en s.s. „Rijndam" (7 Juli); naar
Z.-Amerika: m.s. „Yapeyu" (5 Juli); naar
Brazilië: m.s. „Bintang" (5 Juli); naar
Australië en Nieuw Zeeland: via Engeland
3 Juli, s.s. „Strathaird", (8 Juli).
deze nieuwe en zovele perspectieven
biedende taak (nog) niet aangedurfd
terwijl bepaalde gemeenten in Am
stelland de sedert 1939 op dit terrein
bestaande samenwerking met Haarlem
willen opzeggen om in zee te gaan met
een provinciale stichting in Alkmaar,
die haar taak veel beperkter ter hand
heeft genomen dan in de voorstellen
van bovenbedoelde studiecommissie
werd beoogd. Met name onthoudt deze
stichting zich van de toch zo nood
zakelijke voor- en nazorg op sociaal-
'paedagogisch gebied. Ook Velsen en
Beverwijk hebben vooralsnog de voor
keur aan toetreding tot het Alkmaarse
bureau gegeven, ten dele op geogra
fische gronden.
Waar juist de destijds reeds gebleken
noodzaak van maatregelen op laatstgenoemd
terrein aanleiding is geweest tot het bera
men van een nieuwe, uitgebreidere rege
ling dan in 1939 werd getroffen, hebben
de gemeentebesturen van Kennemerland
zich thans hierover nader beraden. Het
laat zich aanzien dat dit er toe zal leiden,
dat een aantal gemeenten in Zuid-Kenne
merland, met name Bloemendaal, Heem
stede, Zandvoort, tezamen met Haarlem
een gemeenschappelijke regeling zullen
aangaan waarbij een nieuw orgaan zal
worden geschapen, dat de reeds bestaande
psychiatrische voor- en nazorgdienst zal
overnemen en tevens de sociaal-paedago-
gische nazorg ter hand zal nemen. Deze
nazorg zal zich uiteraard niet uitstrekken
tot de exploitatie van de reeds bestaande
werkinrichtingen in Haarlem, het Sake
van der Wall-paviljoen en het Mr. Bruch-
paviljoen Wel zal tot deze gemeen
schappelijke nazorg te rekenen zijn het op
sporen van zwakzinnigen in huis en op de
scholen voor gewoon lager onderwijs; het
verwijzen van dergelijke leerlingen naar
het buitengewoon lager onderwijs: het ver
strekken van opvoedkundige adviezen aan
de ouders; het controleren van zwakzinni
gen op de BLO-scholen; het verstrekken
van inlichtingen en adviezen aan Kinder
rechter en Voogdijraad; het plaatsen van
zwakzinnigen in pleeggezinnen, tehuizen,
gestichten en jeugdkampen; de voorlich
ting inzake beroepskeuze voor zwakzinni
gen en daarbij aansluitend de arbeidsbe
middeling voor deze misdeelden; het ver
zorgen van ambachtsonderwijs en van
avondontspanning voor debielen en van
avondverzorging van imbecielen, enz.
Daar alle raden van de genoemde ge
meenten reeds in beginsel besloten hebben
deze taak gemeenschappelijk ter hand te
gaan nemen, kan verwacht worden dat de
in de loop van deze zomer in te dienen
voorstellen vlot bekrachtigd zullen worden.
Daarmede zal een nieuwe en belangrijke
taak zijn aanvaard.
Haarlemmermeer moet de keuze tussen
Haarlem en Alkmaar nog doen, Haarlem-
merliede heeft zich bij Alkmaar aangeslo
ten.
Het blijkt dat in Den Haag meer inte
resse getoond wordt voor het muzikale
deel van het Holland Festival dan in Am
sterdam. Wij hebben het dit jaar nog niet
meegemaakt dat het hoofdstedelijk Con
certgebouw volliep voor een van de feest-
concerten; het Gebouw voor Kunsten en
Wetenschappen was Maandagavond daar
entegen zo goed als geheel bezet met be
langstellenden voor de uitvoering die er
gegeven werd door het Radio Philharmo
nisch Orkest en het Groot Omroepkoor van
de Nederlandse Radio Unie, onder leiding
van Paul van Kempen.
Het programma vermeldde vóór de pauze
de ouverture tot „De Toverfluit" en hèt
Pianoconcert in c (K.V. 467) van Mozart
en in de tweede helft „Ein deutsches Re
quiem" van Brahms. Met het vooruitzicht
dat ook nog het Requiem van Cherubini tot
uitvoering wordt gebracht, zou men zo
zeggen, dat men in dit festival tameljjk
zwaar op de hand is.
Maar er was op deze Haagse avond ge
lukkig ook de sprankelende levenslust en
de milde ernst van Mozart om de festival
sfeer te helpen wekken. De jeugdige Hon
gaarse pianist Robert Weisz, leerling van
Lipatti te Genève (waar hij zich trouwens
gevestigd heft) was de solist in het Mo-
zart-concert. In het afgelopen wintersei
zoen hebben wij het spel van Weisz om de
virtuoze techniek en om tal van prachtige
muzikale eigenschappen kunnen prijzen
naar aanleiding van een recital, dat hij in
de Haarlemse Concertzaal gaf. Wie dit
toen mede ervaren heeft, zal zich wellicht
zijn délicate vertolking van een sonate van
Mozart herinneren. Ook nu bleek Robert
"Weisz een ideale Mozartvertolker: viriel
en teder, brillant en gereserveerd, virtuoos
en bezadigd. Zijn parelend spel kreeg me
de, dank zij Van Kempens lichte begelei-
dingstoets, een stralende klaarte en een ex
pressief reliëf. Het publiek was opgetogen,
geen wonder.
Paul van Kempen heeft van het „Deutsches
Requiem" met het Omroepkoor een zeer
verantwoorde vertolking laten horen. De
gedeelten in het werk, die voor amateur
koren vrij lastig zijn, hoorde men nu schijn
baar moeiteloos tot hun recht komen. En
v/at het orchestraal coloriet betreft, gaf de
interpretatie het uiterste van wat men van
een Brahms-compositie verwachten kan.
Corry Bijster zong met innige uitdrukking
de sopraan-solopartij en als bariton-solist
hoorde men de in Engeland wonende Cana
dees Bruce Boyce, wiens stem beter de
hoogte dan de laagte bestrijkt, doch die
overigens zijn taak met smaak vervulde.
JOS DE KLERK
Van medische zijde wordt met klem aan
geraden bij de zonsverduistering van mor
gen niet met het blote oog naar de zon te
kijken, maar dit te doen door een zeer
zwart beroet glaasje. Het anders verblin
dende zonlicht wordt bij de komende ver
duistering 80 percent verduisterd, maar de
warmtestralen werken wel op het netvlies
in. Daar het oog door zijn bouw als een
brandglas werkt bestaat grote kans op ver
branding van de gele vlek van het oog, een
verbranding, welke onherstelbaar is. Men
zij dus gewaarschuwd en gebrui'ke bij ob
servatie van de zon een zwart beroet
glaasje. Een zonnebril, ook al is die zeer
donker, is beslist af te raden, daar deze nog
te veel licht- en warmtestralen doorlaat.
Als officieel geschenk
van de gemeente
Bloemendaal is he
denmiddag door wet
houder A. van Geluk
aan jhr. mr. C. J. A.
den Tex diens portret
aangeboden, geschil
derd, door Karei van
Veen uit Rotterdam,
welke beeldende kun
stenaar (1898 gebo
ren) op verzoek van
de scheidende burge
meester tot vervaar
diging daarvan werd
aangewezen. Het is
een bijzonder goed
geslaagd portret te
noemen, mede door
de waarlijk treffende
gelijkenis. Jhr. den
Tex is er in ambtsge
waad met de keten
zijner waardigheid en
vier onderscheidingen
op afgebeeld, zittende
in een magistrale
houding achter een
met een grijs kleed
overdekte tafel, de
slanke handen om het
in leer gebonden 2de
deel van het stan
daardwerk „Het Ne
derlands Gemeente
recht" van professor
J. Oppenheim gevou
wen, tegen een naar
links geleidelijk ver
donkerend fond, waartegen de gelaatstrekken zich scherp doch innemend aftekenen.
In de linkerbovenhoek is het familiewapen aangebracht. De afmetingen van het
doek zijn ongeveer 80 bij 95 centimeter. De schilder Karei Johannes van Veen was
voor de oorlog met internationaal de aandacht getrokken hebbende werken op de
Biennale te Venetië vertegenwoordigd en exposeerde onder meer ook in het Rijks
museum te Amsterdam.
Wat Meijers betekend en gedaan heeft
voor de rechtswetenschappen en tevens
voor het recht in de praktijk des levens is
in dit blad reeds door prof. mr. C. H. F.
Polak weergegeven. Hier volgen dan ook
slechts enkele persoonlijke herinneringen.
Daar is de heugenis aan zijn colleges, aan
zijn gave om ook de moeilijkste juridische
kwesties voor iedereen begrijpelijk te doen
zijn. Het meest misschien viel er voor de
aankomende juristen te genieten van zijn
privatissima. Daar bracht hij hen ook tot
zelfwerkzaamheid, waaraan in de periode,
die nu al meer dan veertig jaar achter ons
ligt, bij de rechtsstudie aan onze oudste
universiteit nog al wat ontbrak. Meijers'
leiding was een prikkel om nog iets meer
en nuttigers te doen dan zo juist mogelijk
de woorden van de leermeester in een dic
taatcahier te schrijven. Men leerde bij hem
zowel juridisch denken als werken. Een
enkele aansporing van hem kon als vol
doende stootkracht dienen om een bepaald
onderwerp te bestuderen, om er zich in te
verdiepen en er iets van te maken.
Bijzondere omstandigheden deden mij in
mijn studentenjaren het speciale voorrecht
ten deel vallen, dat ik ze in zekere zin
mocht doorbrengen „in de schaduw van
deze Titaan." Veelvuldig vertoefde ik in de
huiselijke kring van prof. Meijers en het is
vooral daarheen dat thans mijn herinnerin
gen teruggaan. Soms, bij het binnenkomen
reeds, uitte hij zijn voldoening over een op
een verkoping op een bekend antiquariaat
in Leiden aangekocht werk voor zijn par
ticuliere bibliotheek. Dan kon er soms, bij
een nadere uitleg over de betekenis van het
veroverde exemplaar, meteen een boeiende
historische uiteenzetting volgen. Maar ook
gebeurde het meer dan eens, dat de jurist
dermate verdiept was en bleef in het werk,
dat hij juist onder handen had, dat hij de
aanwezigheid van de jeugdige bezoeker
nauwelijks bespeurde.
Ook kon het wel gebeuren, dat de heer
des huizes tijdens de maaltijd kennelijk met
zijn gedachten verder bij zijn werk bleef
vertoeven en daardoor het tafelgesprek
grotendeels buiten zich om liet gaan. Een
andere keer viel er juist van zijn frisse en
ruime belangstelling, van rake kenschet
singen met slechts enkele woorden, van
zijn veelal ook typische humor volop te ge
nieten. Zonder enige zwaarwichtigheid en
volkomen onopvallend gaf hij aan het ge
sprek een bijzondere en leerrijke betekenis,
alsook leiding. Men kreeg er iets mee. Het
was geen toeval, dat bij degenen, die
gaarne ten huize van het gezin Meijers ver
toefden, Carpentier, Alting en Van Vollen
hoven behoorden en dat speciaal tot de
huisvrienden gerekend konden worden de
Romanist Van Kan, trouwens al een vriend
uit de studiejaren, en, niet te vergeten, de
Slavicus Van Wijk.
Met Meijers' liefde voor de wetenschap
ging een grote mate van werkelijkheidszin,
van belangstelling voor de praktijk des
levens gepaard. Hij mocht dan ontelbare
uren in zijn studeervertrek doorbrengen,
een kamergeleerde was hij geenszins. Hij
bezat onder meer een organisatietalent, dat
de universiteit zeer ten goede is gekomen,
toen hij onverbiddelijk, niets en niemand
ontziende, schoon schip maakte en er voor
zorgde, dat uit nalatigheid of slapheid
voortgesproten euvelen op organisatorisch
gebied binnen de academische samenleving
een einde namen.
Een van de tot nu toe in de verschenen
necrologieën nauwelijks vermelde facetten
zij thans hier nog belicht. „Een gezonde
geest in een gezond lichaam." dat gold
zeker voor hem, die wel een uitzonderlijk
sportief geleerde is geweest. In zijn jongere
jaren had hij gevoetbald, ik meen in een
der lagere elftallen van A.F.C. Ten op
zichte van die tak van sport was hij zeker
een deskundig beoordelaar. Zelf heb ik
eens, ik mag wel zeggen aan den lijve,
ondervonden, dat deze man van de weten
schap tijdens een voetbalwedstrijd in ver
voering geraakte. Hij stelde eens voor
samen in Antwerpen naar een ontmoeting
BelgiëNederland te gaan kijken. De Zon
dagochtend in de Scheldestad brachten wij
door in het museum-Plantijn. Een betere
leidsman was wel niet denkbaar, 's Och
tends de wetenschap, 's middags de sport.
Het was een niet heel fraaie maar wel
spannende wedstrijd en op het ogenblik,
waarop het Nederlandse elftal het winnen
de doelpunt maakte, werd de hooggeleerde
toeschouwer zo geestdriftig, dat mijn hoofd
deksel er het slachtoffer van werd! Slechts
zeer zelden was Meijers zo uitbundig. En
men kon zich hem moeilijk voorstellen als
een vurig toeschouwer bij een voetbalwed
strijd. In tal van opzichten toonde hij, dat
een zich verdiepen in de wetenschap en
lichamelijke oefening en sport uitstekend
kunnen samengaan. Roeien, zwemmen en
schaatsenrijden deed hij gaarne. Kort na
het uitbreken van de eerste wereldoorlog
legde hij zich met een groepje hoogleraren
op schietoefeningen toe. En dan dient hier
zeker ook gewag te worden gemaakt van
het wandelgezelschap van hem en enige
zijner vrienden uit de professorenkring, zo
als Huizinga, Barge, Van der Hoeve; op een
vaste dag in de week ondernamen zij flinke
wandelingen. Ongetwijfeld kwam bij de
sportbeoefening zijn doorzettingsvermogen
te stade en ook is het waarschijnlijk, dat
de sport zijn werkkracht dikwijls heeft ge
staald.
Tot besluit zij nog iets uit het jongste
verleden opgehaald, te weten de herinne
ring aan Meijers' voorlichting van de Par
lementaire Pers aan de vooravond van de
parlementaire behandeling der vraagstuk
ken met betrekking tot 't hem door de rege
ring toevertrouwde geweldige werk: de
herziening van het Burgerlijk Wetboek.
Wat viel er toen te genieten van de glas
heldere uiteenzetting, opgeluisterd door
sprekende, leerrijke voorbeelden, boven
dien in veelal geestige vorm tot ons ge
bracht. Zelden valt het journalisten ten deel
op zulk een meesterlijke wijze enig begrip
bijgebracht te krijgen omtrent een verre
van eenvoudige materie. Maar hier hadden
wij in ons midden een figuur van uitzon
derlijk kaliber, als kenner van het recht en
als docent een grootmeester. Zo kon het
niet anders, of de gezamenlijke Parlemen
taire Pers was vervuld van dankbare be
wondering voor de ontvangen geestelijke
schatten. En zo kon het ook niet anders of
bij hem, die eens als student op privatissi-
mum van Meijers had gezeten, gingen de
gedachten daarheen terug, naar die onver
getelijke Leidse jaren, die voor hem wer
kelijk lessen voor het leven werden.
Dr. E. VAN RAALTE
Prof. mr. E. M. Meyers zal Donderdag
middag in het groot auditorium van de
rijksuniversiteit te Leiden in een bijzondere
bijeenkomst worden herdacht. De herden
kingsrede wordt uitgesproken door prof. mr.
R. P. Cleveringa.
Bouw van clubhuizen leidde
tot verheugend resultaat
Donderdagavond zal het verbond van
Haarlemse speeltuinverenigingen in het
clubgebouw van de afdeling „Flora" aan
de Jasmijnstraat de algemene jaarvergade
ring houden. Behalve de diverse benoe
mingen van commissies en het behandelen
van de jaarverslagen staat voorts de be
noeming van het dagelijks bestuur op de
agenda. Met het oog op de totstandkoming
van de reorganisatie op de vergadering
van 1 April 1954 treedt het bestuur in zijn
geheel af. Opnieuw beschikbaar als ver-
bondsbestuurder stellen zich de heren A.
de Groot, voorzitter; J. Kuiper, secretaris;
J. I. Jansen, penningmeester; D. Rook-
huiszen.
De heren J. Dekker en H. van Dijk zul
len zich, met het oog op hun functie in de
afdeling „Jeugdland" nog nader beraden
(uiteraard voor de jaarvergadering) over
het aanvaarden van een benoeming in het
dagelijks bestuur.
In het voorwoord bij het jaarverslag
over 1953 merkt de verbondsvoorzitter op,
dat door een regeling tot het opnemen van
credieten, die men heeft kunnen afsluiten
bij de Nutsspaarbank, enigermate kon wor
den voorzien in de behoefte tot het bou
wen van clubhuizen. Dit is, aldus de voor
zitter, een verheugend resultaat, hetgeen
nog eens duidelijk in het licht stelt welk
groot belang er voor de bij het verbond
aangeslotenen is gelegen in het ingestelde
bouwfonds, dat het mogelijk zal maken
op steeds korter termijn in de behoefte aan
clubhuizen te voorzien.
Ook de verdeling van de grondstukken
is van een bijzonder groot belang voor het
Haarlemse speeltuinwerk. Een adviescom
missie heeft een diepgaande studie van dit
probleem gemaakt en aan de gemeente
Haarlem een voorstel voorgelegd, waarin
aangegeven is welke gronden zullen dienen
te worden gereserveerd voor de inrichting
als speeltuin. Dit voorstel is door de ge
meente gunstig ontvangen en er wordt
ernstig gewerkt aan de oplossing van het
probleem.
Eenheid
Tegenover deze winstpunten staan, al
dus het voorwoord, ook verliesposten. De
eenheid, aldus de voorzitter, dreigde ver
broken te worden door het gebrek aan
vertrouwen in het verbondsbeleid, dat
helaas bij vijf verenigingen blijkt te be
staan.
De verbondsvoorzitter besluit zün in
leiding met de woorden „Moge het komen
de jaar deze eenheid tot werkelijkheid
maken".
Het financieel overzicht van de vijftien
bij het verbond aangesloten verenigingen
sloot per 31 December 1953 met een batig
saldo van f 3088,29. Het financieel over-
zich van het bouwfonds over het jaar 1953
gaf een batig saldo van f 10842,38 aan.
Er worden in ons land steeds meer maat
schappelijke werkers gevraagd, ook voor
de kerken ligt hier een zeer belangrijke
taak. Dit was het uitgangspunt van de
voorlichtingsmiddag, die in het A.M.V.J.-
gebow in Amsterdam gehouden is.
Een flink aantal jongeren en enkele
ouders waren gewomen om te luisteren
naar wat het Centraal Instituut voor
Christelijk Sociale Arbeid (de Cicsa) en
het Instituut „Kerk en Wereld" te Drie
bergen wat de opleiding voor maatschap
pelijk werk betreft aan mogelijkheden
bieden.
De Cicsa, gevestigd in Amsterdam en
Groningen, is interkerkelijk, terwijl „Kerk
en Wereld" op „De Horst" in Driebergen
uitgaat van de Hervormde Kerk.
„Het protestants-christelijk karakter van
de Cicsa bestaat vooraf hierin, dat uit de
overtuiging dat het Evangelie bevrijdende
en beslissende woorden spreekt over heel
het leven, gezamenlijk gezocht wordt naar
het antwoord, dat de Bijbel geeft op de
vragen van het maatschappelijk werk," zo
werd medegedeeld.
Heeft men op „Kerk en Wereld" het di
ploma voor maatschappelijk werk behaald,
dan kan men er na nog een half jaar stu
die een examen voor evangelist afleggen.
ONDERTROUWD: 28 Juni, J. Hoornweg
en A. V. van Kleven; J. M. Andeweg en H. L.
J. J. Tent; A. Meijll en J. G. van der Vegt;
W M. van der Vlis en Chr. Alblas; J. K.
Looijen en A. van der Wilt.
BEVALLEN van een zoon: 25 Juni, M. W.
IJlstrade Regt; 26 Juni, M. J. Hoogen-
doorn—Verboog; 27 Juni, A. M. van der
HulstSchoorl; G. BakkerBlom; M. W.
Janssen—Rhee; 28 Juni, M. Visser—Bok; P.
Groenheijdevan Staalduinen; C. S. van Da
lenvan Zijtveld; N. de VriesRoussac.
BEVALLEN van een dochter: 25 Juni, R.
AdmiraalWatson; 26 Juni, M. Beerepoot
Snoeks, 2 d.; M. E. Landman—Bijleveld; A.
M. G. Bangmavan Raamsdonk; A. Derk-
senKerremans; 27 Juin, J. H. van Lieshout
—van Deventer; M. A. Schousvan den
Hoek; C. Vreelingvan Kalken; W. C. A.
HuijbersWiercx; 28 Juni, J. OomenMars
man; A. J. ScholteMeure; C. Hoekstra
Laagland.
OVERLEDEN: 25 Juni, G. G. A. van der
Burght, 12 d., Gasthuisvest; C. W. M. Knip—
Heere, 77 j„ Brouwersvaart; 26 Juni, D. Pol
Verweij, 66 j., Orionweg; 27 Juni, G. Tanis,
37 j„ Gasthuisvest; A. Hubers, 91 j„ Hage-
straat.
Ze kijken het eten uit je mond, en daar
blijft het niet bij, ze halen het er nog uit
ook. Maar Ria Postma uit Haarlem schijnt
daartegen geen bezwaar te maken, al zijn
het ongebraden duiven die haar de mond
in vliegen. Ria is trouwens een grote
dierenvriend, zij houdt er ook nog konijnen,
kippen en een poes op na. En we hebben
het gevoel dat die evenmin een slecht
leventje hebben.
(Verkort weergegeven)
Graham. De buitengewone gevolgen
van Graham's optreden heeft ook mijns in
ziens niets met suggestie te maken. Hij is
een boetprediker die een oproep doet voor
geestelijke herbewapening en op „zijn"
wijze de mens tot God terug wil brengen,
al mogen velen een fijnere vorm verkiezen;
mogelijk is hij ook een werktuig voor
hogere kracht. Er zijn meer voorbeelden.
Vele zijn de wegen die de mens weder tot
God kunnen voeren en uit die verbonden
heid kan eenheidsbesef met alle mensen
geboren worden en als gevolg de alle duis
ternis overwinnende „Stralende Vrede."
J. A. HEIJDEMAN
Herbewapening en Christendom.
„Christenen over de gehele wereld, geen
herbewapening meer, maar een werkelijk
vertrouwen in God, dat is wat deze wereld
nodig heeft"., aldus J. A. F. te Haarlem.
Nee, dat zou ik nooit durven verkondi
gen, voor zover dit herbewapening betreft,
zelfs niet op een samenkomst door Christe
nen belegd.
Ik zou weerloosheid, lafheid propageren.
U, J.A.F., heeft in de Bijbel gebladerd
zoals uit enkele hieruit gerukte teksten
blijkt, die u in uw artikel „Christenen"
tussen de regels doorgevlochten hebt. Hoe
ver u gekomen bent weet ik niet, maar,
nogal tamelijk achteraan, wordt ook over
de overheid gesproken en over de bijzon
dere taak die God de overheid gegeven
heeft. Kennen wij de taak van de over
heid niet, dan is dit een groot Christelijk
schandaal, daar de voorlichting omtrent
gezin, gemeenschap, gemeente, militaire
dienst, vaderland tot nu toe tekort gescho
ten is. U spreekt van vertrouwen; dan
moet u aan liefde denken, maar, onafschei
delijk verbonden aan liefde is de gerechtig
heid; dit verliezen velen uit het oog. Daar
er nu velen zijn, die niet op God vertrou
wen en die hier ook openlijk van gewa
gen, is het toch onmogelijk om te ontwa
penen. Zij die denken dat dit wel mogelijk
is bedriegen zichzelf en zij sluiten de ogen
voor de duivelse infectie van het commu
nisme, die als een epidemie om zich heen
grijpt en die het onmogelijk maakt om de
wereld in zijn geheel te ontwapenen,
maar die ons vertrouwen op God des te
meer kan versterken, opdat ongerechtig
heid nooit zege%'iere.
Velsen-Noord
J. L. SCHREUDER
Avond-Vierdaagse. Zonder afbreuk te
willen doen aan al het goede organisato
rische werk van de N.W.B. of het plaatse
lijk bestuur, wil ik toch een paar opmer
kingen maken.
In de eerste plaats neemt Haarlem als
stad met duizenden sportbeoefenaren maar
een sobere plaats in in de rij van Avond
vierdaagsen met een deelnemersaantal
van 800 personen. Van verschillende plaat
sen ontving ik berichten waar het aantal
deelnemers in de duizenden bedraagt, zoals
bij voorbeeld Gouda met 3500 deelnemers.
Daar Haarlem zo'n groot aantal sportver
enigingen heeft, was het aantal deelnemers
toch wel beschamend klein.
In de tweede plaats viel het mij op dat
aan de laatste wandelaars, die Zaterdag
middag binnenkwamen, geen bloemen
werden uitgereikt. Ook deze wandelaars
hadden toch wel xecht op een aardige at
tentie, al komen zü dan wat later binnen.
In de derde plaats: waar blijven de be
kende muziekkorpsen of drumbands, die de
gezelligheid brengen bij het binnenkomen
van de wandelaars? Een pittige mars doet
wonderen.
Mogelijk kan het bestuur aan deze pun
ten bij de volgende Avond-Vierdaagse
meer aandacht besteden en alle sport- en
bedrijfsverenigingen tot deelnemen aan dit
wandelfes'ijn uitnodigen.
Een mede wandelaar
W. G. W. K.
(Van de zijde van de organisatoren van
de Avond-Vierdaagse in Haarlem verna
men wij dat de bloemen niet door of na
mens de organisatoren aan de wandelaars
worden geschonken, maar door ouders of
familieleden van de wandelaars.
Muziekkorpsen of drumbands zal men
nimmer bij de Avond-Vierdaagse zien en
horen, aldus de organisatoren. In Nijmegen
is wei muziek, maar daar worden dan ook
Vierdaagse afstandmarsen georganiseerd
met afdelingen militairen, politie enzovoort
die marcheren met muziek. Bij de Avond-
Vierdaagse maakt men propaganda voor
het wandelen.
Verder wordt door het organisatie-co
mité van de Avond-Vierdaagse in Haarlem
alle mogelijke aandacht besteed aan de
spSrt- en bedrijfsverenigingen, die allen
worden uitgenodigd zo veel mogelijk leden
te laten deelnemen. Dat het aantal deelne
mende wandelaars in verhouding met het
aantal sportbeoefenaren in Haarlem zo
klein is wordt ook door de organisatoren
betreurd. Er is echter reeds een vooruit
gang te zien. Dit jaar namen 350 wande
laars meer deel dan verleden jaar. Red.)