Ontwerp arbeids verbod voor
14-jarige meisjes ter tafel
RENAULT 4
Garage Den Hout
c
w#* ;l;;
WRIGLEY
Vrijer kapitaalverkeer
met België
.Clowntje Ridk
Een verraderlijk
complot
Duel tussen P.v.d.A. en K.V.P. over
de ontheffingsclausule
Leden Partij v. d. Arbeid
aanvaarden benoeming
Instemming en critiek
met R.T.C.-accoord
nog goedkoper!
TWEEDE KAMER
K.V.P.-Kamerlid citeerde
geheim stuk
Gaat U met vacantie?
Gedeputeerde Staten
Na rijtberaad en
onder protest
Kleine uitkering aan
ex-slavenarbeiders bij
Birma-spoorweg
Verslag Tweede Kamer
over nieuw statuut
Kerkelijk Nieusws
,moal u
en
Effecten- en
Geldmarkt
Voor de kinderen
Ik liep laatst op een bruggetje, de verf was nat...
Gelukkig dat ik CETREX meegenomen had
Voorzitter RK werkgevers
vereniging:
FEUILLETON
door Richard Keverne
VRIJDAG 9 JULI ïf»4
(Van onze parlementaire redacteur)
In de door de heer Weiter (KNP) voor
gezeten avondvergadering van de Tweede
Kamer leverde de re- en dupliek over het
ontwerp tot verbod van bedrijfsarbeid voor
11-jarige meisjes, één zeer merkwaardig
voorval op.
Mevrouw Ploeg—Ploeg (Arbeid)
vestigde er de aandacht op, dat toen zij
rinsdagavond herinnerd had aan een voor
ontwerp in 1939. opgesteld door de toen
malige minister Eomme, waarin helemaal
niet om principiële redenen namelijk
in het belang van de meisjes doch louter
met het oog op tijdelijke beperking van de
werkloosheid een arbeidsverbod was opge
nomen, zij het had gehad over een gepu
bliceerd stuk. Daarentegen had de heer De
Kort (KVP) gesproken over een ander, een
uit sociaal oogpunt gunstiger indruk ma
kend voor-ontwerp, dat eveneens van prof.
Eomme afkomstig zou zijn geweest,
maardat was een geheim stuk. En
daarop kan men toch moeilijk een beroep
doen. We hebben immers alleen te maken
met wat werkelijk, blijkens de publicatie
door de Hoge Haad van Arbeid, door
minister Rorrrme was ingediend. En dat was
uitsluitend het door spreekster aangehaalde
voor-ontwerp geweest, zodat de heer De
Kort haar ten onrechte voor de voeten had
geworpen op „valse geruchten" te zijn af
gegaan.
De KVP-woordvoerder moest zijn be
schuldiging dan ook terugnemen. Zelf bleek
hij een scheve schaats te hebben gereden
door zich op een geheim stuk te beroepen,
waarmee hij zijn fractie-aanvoerder die
hier overigens buiten stond geenszins
een dienst had bewezen.
Bij de behandeling der artikelen ver
dedigde de heer De Kort een amende
ment'om alleen onder zekere voorwaarden
Wij verzoeken onze weekabonné's. die
met vacantie gaan het abonnements
geld vooruit aan de bezorger te vol
doen.
DE ADMINISTRATIE
Mejuffrouw mr. A. E. R i b b i u s P e Ie-
t i e r en de heer a. B. J. Pra k k e n heb
ben thans medegedeeld, dat zij hun be
noeming tot lid van de Gedeputeerde Sta
ten van Noordholland aanvaarden.
Hun mededeling ging vergezeld van een
verklaring van de fractie van de Partij van
de Arbeid, welke wij hieronder laten vol
gen:
„Naar aanleiding van de op 7 Juli
jongstleden gehouden verkiezingen van de
leden va.n Gedeputeerde Staten heeft de
Statenfractie van de Partii van de Arbeid
zich beraden over het al of niet zitting ne
men van haar twee gekozen leden.
De fractie laat nogmaals een woord van
protest horen tegen het feit dat slechts
twee van haar leden tot leden van Gede
puteerde Staten zijn gekozen en dat daar
voor als argument wordt aangevoerd de
omstandigheid, dat de nieuw benoemde
Commissaris der Koningin lid is van de
Partij van de Arbeid.
Hoewel de fractie van oordeel is, dat, nu
haar slechts twee in plaats van drie zetels,
zoals voorheen, in het college van Gede
puteerde Staten zijn toegekend er aanlei
ding zou zijn deze twee zeteis uit protest
niet te aanvaarden, heeft zij na rijp beraad
besloten zich niet aan het werk van het
college van Gedeputeerde Staten te ont
trekken.
Bij haar besluitvorming werd zij mede
geleid door de overweging dat naast de
werkzaamheden, waarvoor het college van
Gedeputeerde Staten aan de Provinciale
Staten verantwoording schuldig is, door de
wetgever aan dit college een eigen taak is
toegewezen, die aan de beoordeling door
Provinciale Staten is onttrokken.
In het belang van de bevolking van
Noordholland meent de fractie dan ook.
dat de Partij van de Arbeid in het college
van Gedeputeerde Staten niet mag ontbre
ken teneinde de partii in staat te stellen
ook in het college van Gedeputeerde Sta
ten zelf op te komen voor een progressief
beleid".
machtiging door de Directeur-Generaal van
de Arbeid te doen verlenen voor het af
geven van een vergunning om niet-leer-
plichtige meisjes van 14 jaar bepaalde ar
beid te laten verrichten. Die voorwaarden
zouden dan hierop moeten neerkomen, dat
er tenminste voor het meisje een bijzonder
belang tot het verrichten van de arbeid be
staat, dat haar binnen de arbeidstijd ruim
gelegenheid wordt geboden tot het volgen
van algemeen vormend onderricht en dat
de werkzaamheden der meisjes afgeschei
den van het overig personeel geschieden.
Staatssecretaris m r. d r. Van R h ij n
vond het verkeerd de uitvoerende macht op
deze manier te veel aan banden te leggen.
Op het ogenblik is er nog niet de nodige
gelegenheid voor het gewenste algemeen
vormend onderwijs ten deze. Dat het een
bijzonder belang voor het meisje zou zijn
in een fabriek te werken, is zo ondenkbaar,
dat het niet mogelijk is een dergelijke rege
ling deugdelijk te hanteren. Het maakt de
indruk, dat het amendement is ingegeven
door een zeker gebrek aan vertrouwen in
de wijze waarop onder verantwoordelijk
heid van de minister het departement en
de inspectie de Arbeidswet toepassen.
De voorsteller van het amendement legde
hierna nog eens uit, dat het zijn bedoeling
is, de ontheffingen zo zelden mogelijk te
doen plaats vinden.
Mevrouw LipsOdinot (commun.)
meende, dat de heer De Kort zijn doer in
feite zou bereiken door aanneming van het
amendement van Mevrouw PloegPloeg
om op een later te bepalen tijdstip, gelegen
na 1 Juli 1955, de mogelijkheid tot onthef
fing van het vei'bod te schrappen met be
trekking tot 14-jarige meisjes.
Hiermee hing een hele reeks amende
menten samen, bedoelende het verbod in
principe uit te strekken tot meisjes van 15
jaar, echter met de mogelijkheid, het be
drijfsleven de gelegenheid te geven zich aan
de nieuwe situatie aan te passen.
De heer Stapelkamp (A.R.) voelde
er in principe alles voor, dat er een be-
drijfsverbod voor 15-jarige meisjes komt,
alsmede verlenging van de leerplicht, maar
opneming thans in de wet van een „blanco
volmacht", zoals die bedoeld wordt in het
amendement-PloegPloeg, kon hem niet
toelachen.
De heer Kikkert (C.H.) was het hier
mee eens, hij vond het verder verkieslijker
onder de tegenwoordige omstandigheden af
te wachten en beval daarom intrekking van
het amendement alsook van de motie-De
Kort aan, die een soortgelijke geest ademde.
Mevrouw F o r t a n i e rD e W i t (VVD)
verklaard, als behorende tot de „loyale op
positie", met belangstelling te hebben
waargenomen hoe kennelijk afgevaardig
den van twee der grootste regeringspartijen
de P. v. d. A. en de KVP niet vol
doende vertrouwen in de voortvarendheid
van het kabinet koesterden om enige stuw
kracht te ontplooien.
De staatssecretaris stelde vast, dat de ge
hele Kamer een zo spoedig mogelijke in
voering van een verbod van bedrijfsarbeid
voor 15-jarige meisjes wenst, maar dat men
tevens inziet dat dit nog niet terstond kan
gebeuren. Ten eerste gaat er nog enige tijd
heen met voorbereiding van maatregelen
opdat er voldoende gelegenheid tot zinvolle
vrije tijds-besteding zij en voorts dient de
industrie gelegenheid te hebben, zich aan
te passen. Bij het verbod voor 14-jarigen
zijn slechts 6500, bijeen voor 15-jarigen
echter al 17000 meisjes betrokken. De
staatssecretaris kon in beginsel met het
amendement-PloegPloeg meegaan, maar
zag in de vorm wel enig bezwaar. Hij liet
de beslissing aan de Kamer over. Er bleef
nog één meningsverschil tussen hem en de
voorstelster aan het amendement be
staan: zij wenst de onthefingsmogelijkheid
voor 14-jarige meisjes te doen vervallen,
zodra de wet op 15-jarigen van toepassing
zal zijn. Dinsdag zal er gestemd worden.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken
deelt mede:
In de oorlogsjaren heeft Japan in het
bezette gebied van Birma en Thailand een
spoorlijn, de z.g. „dodenspoorweg", aange
legd die beide landen verbond. Hierbij werd
gebruik gemaakt van vele tienduizenden
geallieerde krijgsgevangenen. Na de wa
penstilstand is de spoorlijn opgebroken en
werd het daarbij vrijgekomen materiaal
door het geallieerde oppercommando ver
kocht. De ontvangsten hiervan zijn thans
verdeeld over de landen welker onderdanen
aan de spoorlijn hebben gewerkt. Deze gel
den zullen aan de betrokken ex-krijgsge
vangenen worden uitgekeerd een uitkering
ter grootte van enige tientallen guldens per
pprsoon. Binnenkort zal in een officiële be
kendmaking worden meegedeeld wat de be
trokkenen moeten doen om in het bezit te
kunnen komen van het uit te keren bedrag.
In het Voorlopig Verslag van de Tweede
Kamer inzake het wetsontwerp „aanvaar
ding van een statuut voor het Koninkrijk
der Nederlanden" heeft de Tweede Kamer
algemeen zijn grote voldoening doen blij
ken, dat met Suriname en de Nederlandse
Antillen volledige overeenstemming is be
reikt in zake de nieuwe rechtsorde voor het
Koninkrijk der Nederlanden. Men was ver
heugd, dat gebleken is, dat langs de weg
van vrijwilligheid en van onderhandelingen
de koloniale verhouding kan worden omge
zet in een van gelijkwaardigheid.
Velelen gewaagden van hun hartelijke
instemming met het resultaat. Het feit, dat
overeenstemming over dit statuut eerst
verkregen kon worden na zeer langdurige
en moeilijke onderhandelingen, bewijst
naar hun mening, dat weer nieuwe wijzi
gingen of veranderingen er toe zouden lei
den, dat het bereikte resultaat in gevaar
zou worden gebracht en dat daardoor de
onderlinge verhouding der rijksdelen op
nieuw voor een zeer lange periode in on
zekerheid zou blijven verkeren. „Een der
gelijke toestand zou, zowel uit nationale als
internationale overwegingen uiterst onge
wenst zijn. De verantwoordelijkheid voor
een dergelijke verstoring van een in over
leg bereikt resultaat mag in géén geval be
rusten bij de Nederlandse volksvertegen
woordiging," aldus deze leden.
Verscheidene weer andere leden, hoewel
meer critisch tegenover het statuut staande,
verklaarden toch met waardering kennis te
hebben genomen van het feit, dat thans, na
vele besprekingen, overeenstemming is be
reikt over een nieuwe rechtsorde. Het sta
tuut verdient dan ook volgens hen serieuze
overweging. Gegeven de omstandigheid,
dat dit ontwerp ter conferentie is aanvaard,
wilden deze leden zich beperken tot de
hoofdzaken en slechts wijzen op een aantal
moeilijkheden vooral van staatsrechtelijke
aard, welke zich ter zake van het ontwerp
voordoen, en waarop zij in de volgende
paragraaf nader zullen terugkomen.
Vele leden spraken de verwachting uit,
dat de regering haar beleid zal richten op
de positieve bevordering van de ko-
ninkrijksgedachie. Gewezen werd op het
opnemen, ook in de hogere rangen, van
daarvoor geschikte krachten in de strijd
krachten en in de buitenlandse dienst. Ook
zal dit naar hun mening meebrengen, dat
de regering een ruim standpunt betrekt ten
aanzien van de zaken, die Suriname en de
Nederlandse Antillen raken.
Bezwaar
Wanneer wordt overgegaan tot wijziging
van het statuut, welke afwijkt van de
grondwettelijke bepalingen, moet volgens
een artikel van het statuut de pi-ocedure,
welke ten onzent geldt voor verandering
van de Grondwet, worden toegepast, „met
dien verstande, dat de nieuwe Kamers de
voorgestelde verandering bij volstrekte
meerderheid der uitgebrachte stemmen
kunnen aannemen."
Tegen deze regelen hadden verscheidene
leden zeer ernstig bezwaar.
Zij waren van oordeel, dat wijzigingen in
het Nederlandse staatsbestel, voor zover dit
in de Grondwet is geregeld, niet door wij
ziging van het Statuut voor het Koninkrijk
tot stand mogen worden gebracht. Zij
meenden voorts, dat zodanige wijzigingen
alleen mogelijk moeten zijn, wanneer deze
niet ten minste twee-derde van de uitge-
Ned. Herv. kerk
Beroepen te Delft (toez.) J. Risseeuw te
Middelburg; te Spijk (Gr.) F. J. Goedhals
te Zwaagwesteinde; te Huizen (vac. Zwij-
nenburg) P. Blok te Kampen.
Aangenomen de benoeming tot vicaris
te Krimpen a. d. IJssel J. B. Cats te Alphen
a. d. Rijn.
Beroepbaar: C. J. Amesz te Amster
dam-W.; A. v. d. Beek te Rotterdam-Hille-
gersberg; H. C. Hubbeling te Assen; R. v.
Lindenhout te Heemstede; J. W. Mazurel
te Haarlem; J. W. B. Smit te Heemstede;
J. Tammeling te Groningen; L. G. Voge
laar te Kruiningen en H. J. Franke, zen-
dingspred. te Rijp-Wetering.
Geref. kerken
Tweetal te Leiden (vac. J. Plomp) H. H.
Grosheide te Charlois en dr. F. H. von
Meyenfeldt te Amersfoort; te Lioessens E.
Barends te Zuidhom.
Examens. De classis Leiden heeft prae-
paratoir geëxamineerd en beroepbaar ver
klaard de heer H. Alting te Leiden, cand.
aan de V.U. De heren F. L. Schalkwijk en
L. T. Schalkwijk, beiden te Heemstede, zijn
door de classis Haarlem geëxamineerd en
beroepbaar verklaard.
Geref. kerken art. 31 K.O.
Tweetal te Leerdam (vac. C. de Waal)
J. Kamphuis te Bunschoten-Spakenburg
en G. Roukeme te Ede.
Beroepen te Ommen (Gron.) D. v. d.
Boom, cand. te Kampen.
Chr. Geref. kerken
Bedankt voor Nieuwpoort E. Venema te
Maassluis.
Aangenomen naar St. Pancras: C. L.
Timmers, candidaat te Heemstede, die be
dankte voor Balk (Fr.), Eist (Gld.), Gies-
sen Oud- en Nieuwkerk, Hoek (Zeeuwsch-
Vlaanderen), Krimpen aan de Lek en
Krimpen aan de IJsel, Moerdijk, Neder-
horst den Berg, Nieuwerkerk aan de IJseL
en Oldemark (Ov.).
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
4 deurs sedan de luxe met tempera
tuurmeter. verwarming enz. kortom
?eheel compleet
Ondernemersprijs ƒ4650.—
met schuifdak 4850.
Brandstofverbruik 1 op 17.
Wagenweg 164-168 - Tel. 12138
Haarlem.
Schep vreugde in 'l leven
verdrijft Uw zorgea
UIV9rt
nionter
keel.
brachte stemmen worden aanvaard. Zij
waren het gevoelen toegedaan, dat de ten
dezen aanzien thans geldende regelen moe
ten worden gehandhaafd en dat tegen de
afwijking van deze regelen, welke in het
ontwerp-statuut zijn opgenomen, zodanige
bezwaren bestaan, dat daaraan aanvanke
lijk een overwegend karakter moet worden
toegekend.
Al was het dan afgelopen met de ijspret, de winter was nog niet helemaal afgelopen!
Toen Rick en Bunkie op een dag uit school kwamen, begon het weer te sneeuwen.
„Kijk!", zei Rick. „Het is nog geen zomer, hoor.... daar begint het weer!"
Ja, het sneeuwde weer, en niet zo'n klein beetje ook; want binnen enkele uren was
er aardig wat gevallen. De straten waren weer helemaal wit en het bleef maar
door sneeuwen ook.
„Het begint weer van voren af aan!", meende Bunkie. „Als 't een beetje wil, gaat
het weer vriezen ook en dan kunnen we de schaatsen toch wel weer naar beneden
halen!"
Maar oom Tripje zei, dat ze daar maar niet op moesten rekenen. In de krant stond,
dat er wel sneeuw verwacht werd, maar geen vorst.
„Nee, jongens, dat schaatsen kun je wel uit je hoofd zetten", zei hij.
„Maar sneeuw hebben we in ieder geval toch", zei Bunkie. „Dan gaan we maar
sneeuwballen gooien en sleeën".
Ja, dat konden ze in ieder geval. Want het sneeuwde ook die nacht flink door en
toen ze de volgende dag naar school gingen, liepen ze over 'n dikke laag
Maandag zal de inschrijving zijn open
gesteld op de 3 X Belgische Buitenland
se Lening van 1954, groot 100 millioen.
waarvan reeds 50 millioen bij de grote
levensverzekeringsmaatschappijen is ge
plaatst en ook reeds 15 millioen op in-
schrijvingsvoorwaarden is ondergebracht,
wat wil zeggen dat zij, die het dichtst bij
het vuur zitten, zich reeds van een flink
bedrag dezer obligaties hebben verzekerd.
Er blijft voor „Jan Publiek" dus niet meer
dan 35 millioen over, een bedrag, dat bij
de huidige ruimte op de kapitaalmarkt zo
klein is, dat de koers der obligaties, waar
voor bij inschrijving 100 moet worden
betaald, na de emissie wel onmiddellijk
boven pari zal stijgen.
De grote omvang van het aanbod qp de
kapitaalmarkt voor risicolijdende be'eg-
ging blijkt wel duidelijk uit de geringe
reactie, welke de aankondiging van deze
Belgische lening op de obligatiemarkt te
Amsterdam heeft teweeggebracht. Om en
kele voorbeelden te noemen: de 3 X
Nederland 1954, welke dit jaar een hoog
ste stand van ÏOOX heeft bereikt, no
teert thans 99 5/8 de 3 Investerings
certificaten zijn van 100X tot 100 1/8, de
2"/a N.W.S. van 80 tot 78 7/8 en de 3
Nederl. Indië 1937 van 100 7/8 lot 100%
teruggegaan, maar het gemiddeld rende
ment bedraagt toch nog niet meer dan c.a.
3 zodat de nieuwe Belgische lening,
welke na 1964 in 20 gelijke termijnen
wordt afgelost, een rendementsvoordeel
van c.a. '/2 onlevert.
Deze Belgische emissie, welke straks
vermoedelijk door enkele gemeentelenin
gen en allicht ook döor de uitgifte van
Belgische aandelen zal worden gevolgd, is
een gebeurtenis, welke doet zien dat de
normalisering van het internationaal kapi
taalverkeer in het kader van de algemene
Europese integratie en inzonderheid van de
reeds lang bevorderde economische één
wording van de Beneluxlanden een feit
beeint te worden.
Gisteren heeft te Brussel een ministeriële
conferentie van de Beneluxlanden plaats
gehad, waar de grondslagen zijn gelegd
voor een vrijmaking van het kapitaalver
keer tussen de betrokken landen, ook al
blijft dit vooreerst onder controle van de
centrale bankinstellingen.
Deze controle wordt vooreerst nog ge
wenst geacht met het oog op het betrekke
lijk grote verschil tussen de rentestand hier
en in België, zoals wel blijkt uit een ge
lijktijdige emissie van een binnenlandse
Belgische lening a 97 tegen een rente
voet van 4% Dit verschil is voor een
deel gevolg van het feit dat de vrije in
wisselbaarheid van de Gulden tegenover
de Belgische franc nog niet mogelijk is.
Overigens kan er op worden gewezen dat
ook vóór de oorlog het obligatierendement
in België groter was dan ten onzent. In
1938 was de rentestand in Nederland na
genoeg evenhoog als thans, n.l. c.a. 3.2
maar in België kon toen 4'/2 rente wor
den gemaakt, hetgeen toen echter niet tot
grote kapitaalsafvloeiïngen naar België
heeft geleid.
Hoewel het renteverschil voorlopig wel
zal blijven bestaan, mag toch worden ver
wacht dat het geleidelijk minder zal wor
den naarmate het deviezen- en kapitaal
verkeer tussen de drie landen geheel wordt
vrijgegeven. Temeer omdat België sinds
het einde van de oorlog een krachtige in
dustriële ontwikkeling heeft doorgemaakt
en op grond van haar financiële en econo
mische positie als een goede debiteur mag
worden beschouwd. België heeft het voor
deel gehad in veel minder sterke mate
door de oorlog te zijn getroffen dan ons
land. Terwijl na de oorlog de hoge prijzen
voor de vele producten uit de Congo haar
een voorsprong hebben gegeven op ons
land, dat Indië kwijt raakte en voor zijn
economische rehabilitatie nieuwe hulp
bronnen heeft moeten zoeken.
Hoezeer België van de destijds bestaan
de hoge productenprijzen heeft geprofi
teerd, blijkt wel uit de ontwikkeling van
zijn handelsbalans, die in 1947 nog een
nadelig saldo aanwees van Bfrs. 1992 mil
lioen, maar in 1951 een overschot van Bfrs
447 millioen opleverde. Terwijl Nederland
in die jaren van de E.B.U. debiteur was,
had België bij deze verrekeningspot een
groot creditsaldo en het was dan ook in
staat in 1949 ons een crediet van Bfrs 1900
millioen te verstrekken, dat in de loop van
dit jaar geheel zal worden afgelost.
ADVERTENTIE
K K ENWATER
VA N
A - B E V E R
Ook in het handelsverkeer tussen Neder
land en België bleek laatstgenoemd land
de«cterkste. Terwijl in 1936-1938 de Neder
landse invoer uit België voor bijna 70
door de Nederlandse uitvoer naar België
werd gedekt, liep dit percentage in 1950
tot c.a. 50 terug en eerst de laatste jaren
is de verhouding ten gunste van Nederland
gewijzigd, ook al is thans de Belgische ex
port naar Nederland nog altijd groter dan
die van Nederland naar België. Maar in
1953 was het dekkingspercentage voor ons
land toch weer tot 82 gestegen.
Voor een groot deel was dit het gevolg
van de verschillende loonpolitiek, welike m
België werd gekoppeld aan de schommelin
gen van het indexcijfer voor de kosten van
levensonderhoud, terwijl hier een loon'oe-
heersing plaats vond, welke aan de Neder
landse export is ten goede gekomen. De
ruilvoet, welke voor België in 1952 nog
ruim drie punten bo-vm het niveau vrm
1938 lag, daalde in 1953 tot acht punten
daarbeneden, zodat het voordelig saldo van
de Belgische handelsbalans voor 1951,groot
Bfrs 447 millioen, voor 1953 in een nadelig
saldo van Bfrs 680 millioen verkeerde.
Uit recente berekeningen van het secre
tariaat van de Ned.-Belgisch-Luxemburgse
Douane-Unie is gebleken dat na de jongste
loonronde in Nederland rle lonen van ge
noemde landen naar elkaar toegroeien,
hetgeen uiteraard een economische samen
werking vergemakkelijkt. Nu in ons land
een nieuwe loonronde oo komst schijnt te
zijn, mag wel worden verwacht dat er van
een Nederlandse voorsprong weinig of niets
zal overblijven.
Hoe dit zij, er is alle reden om de nieuwe
Belgische lening met vreugde te begroeten
en ook verdere emissies van die kant tege
moet te zien, omdat ze voor de Nederlandse
belegger de mogelijkheid scheppen het
rendement van zijn effectenportefeuille te
verhogen. Ook een lening van de Wereld
bank zal eerstdaags te Amsterdam worden
uitgegeven, terwijl deze week een paar
aandelenemissies Simon de Wit en Nier-
strasz en een converteerbare obligatie
lening van Van Berkel ziin aangekondigd.
Dit alles wiist op een gelukkige normali
sering van het kapitaalverkeer.
„Mandement seen beletsel voor
samenwerking met anders
denkenden"
In Den Haag heeft de Algemene Katho
lieke Werkgeversvereniging gisteren haar
algemene ledenvergadering gehouden.
Voorzitter L. J. A. M. van Heijst zei in
zijn openingswoord dat de vergadering
reeds was vastgesteld, voordat men van het
mandement van de bisschoppen had kun
nen kennis nemen. Derhalve was op het
ogenblik een uitgebreide'bespreking van
het mandement niet mogelijk. Wel betreur
de de spreker het dat zovelen buiten de
Katholieke kring, voor wie het stuk in het
geheel niet was bedoeld, gemeend hadden
er critiek op te moeten leveren, een cri
tiek welke aan de eigenlijke strekking van
het mandement geheel voorbij gaat, aldus
de beer Van Heijst.
„Onze houding behoeft allerminst te
ontaarden in hokjesgeest ofseparatisme",
zo vervolgde de spreker, „integendeel: de
bisschoppen zelf bevelen ten sterkste aan,
dat wij ten nauwste en op een innige ma
nier samenwerken met onze andersden
kende beroeps- en standgenoten. In alle
oprechtheid meen ik te mogen constateren,
dat wij als Katholieke werkgevers, wat de
na-oorlogse ontwikkeling betreft, ons in
dat opzicht niets tc verwijten hebben", al
dus zei deze spreker die het als een
plicht van de Katholieken zag, dat zij de
bisschoppelijke raadgevingen zouden be
studeren en zich daarin verdiepen.
Bij acclamatie werd hierna een vo'orstel
aangenomen, aan het episcopaat een
schrijven te richten waarin dank wordt ge
bracht voor de belangrijke richtlijnen, die
in het mandement der bisschopen zijn ge
geven.
De heer Léon Bekaert, voorzitter vah de
Katholieke zusterorganisatie in België
sprak hierna over „de keuze voor Europa:
eenheid of verval". Tweede inleider was
mr. B. J. M. van Spaendonck die over de
handelspolitiek sprak.
Er ontstond na de beide inleidingen een
gedachtenwisseling,, waarbij door een
tweetal bezoekers vragen werden gesteld
en opmerkingen gemaakt.
34)
Jim noteerde het adres van het kantoor,
bedankte de concierge en wandelde terug
in de richting van het park. Hij was niet
ontevreden. Hij was van plan naderhand
een bezoek te brengen aan nr. 87, waar hij
heel rustig mevrouw Richards te spreken
zou vragen. Daarmee zou hij geen enkel
risico lopen. Maar eerst wilde hij met Matt
gesproken hebben, om te horen, wat deze
voor nieuws had. Hij nam plaats op een
bank aan de rand van het park, vanwaar
hij de flatgebouwen goed kon gadeslaan.
Hij zou nog even geduld moeten oefenen,
voordat hij Matt aan de lunch weer zou
treffen, en dit was een mooi moment om
nog eens rustig over het probleem na te
denken. Jim hield van zonnewarmte en
voelde zich uiterst behagelijk. Als gefasci
neerd bleef hii naar de hoofdingang van
het grote flatgebouw kijken. Precies zoals
Matt gedaan had, nam hij iedereen, die in
en uitging met belangstelling op; vaag ont
wikkelde hij de theorie, dat het jongetje
wannéér het hier werkelijk verborgen
werd gehouden waarschijnlijk niet de
hele dag binnen zou blijven. Het was heel
goed mogelijk, dat hij op dit moment er
gens in het park speelde. Bii een jongen
van zijn leeftijd, die gewend was aan
voortdurende bewaking liep men weinig
risico. Hij zou niet opvallen tussen de hon
derden andere kinderen van zijn leeftijd.
Waarschijnlijk had men een heel aanvaard
baar verhaaltje verteld inzake de reden
van zijn plotseHng vertrek naar de grote
stad
Het uur van de lunch naderde en vele
kindermeisjes met kinderwagens begonnen
naar huis terug te keren. Bij het flatge
bouw reden taxi's voor, die gezinsvaders
uit de City thuisbrachten, of vrouwen, die
gewinkeld hadden. Opeens viel Jim's oog
op een grijze auto, welke niet ver van het
flatgebouw scheen te staan wachten. Het
drong tot Jim door, dat deze auto er al
enige tijd stond en vaag herinnerde hij
zich, dat hij hem een kwartier of zo gele
den had zien komen aanrijden.
Er had een vrouw achter het stuur geze
ten, maar véél aandaoht had hij er ver
der niet aan geschonken. Nu zat er nie
mand in de wagen. Jim's aandacht werd
er eigenlijk alleen weer op gevestigd door
de wonderlijke gedragingen van een
vreemd oud heertje, dat vol belangstelling
om de auto heen scharrelde. De oude man
bekeek de doodgewone auto alsof 't iets
héél bijzonders was. Jim had het gevoel,
dat hij hem kon horen zeggen: „Wat een
prachtige wagen! Ik wou dat ik zo'n wagen
had...."
De oude man liep verder, maar na en
kele ogenblikken zag Jim hem in de bocht
van de weg stilstaan bij een armoedig ge
klede man, die lucifers verkocht. Deze
laatste draalde zich enigszins om en Jim
zag een hele rij onderscheidingen op zijn
versleten jasje; hij kende dit type: een
oorlogsveteraan, die niet weer aan de slag
had kunnen komenHet oude heertje
scheen medelijden te hebben, gaf de man
iets en babbelde vriendelijk met hem. Jim
sloeg het tafreeltje geamuseerd gade.
Opeens scheen er echter iets met de
oude heer te gebeuren! Alle vriendelijke
goedmoedigheid verdween en er kwam een
scherpe, waakzame uitdrukking op zijn
gezicht. Hij staarde als gefascineerd naar
de grijze auto, die langzaam voor de in
gang van het bewuste flatgebouw reed en
daar stopte. Er zat thans een man achter
het stuur. Even later stapte deze uit en
hoewel Jim er geen eed op zou willen
doen, toch was hij er na de nauwkeurige
beschrijvingen van Matt vrijwel zeker
vam, dat 't Scott was
Zoals Jim later aan Matt Tarrant toegaf,
had hij instinctief gevoeld, dat er iets te
gebeuren stond en dat hij te laat zou zijn,
als hij niet onmiddellijk handelend optrad.
Jim sprong op van de bank, waarop hij
zo rustig had zitten zonnen, en had slechts
één doel voor ogen: zo spoedig mogeiijk bij
de ingang van het flatgebouw te komen
om te zien wat Scott in zijn schild voerde.
Stond de man op het punt er vandoor te
gaan? Zou hij na enkele ogenblikken weer
te voorschijn komen in gezelschap van de
kleine Beverley? Dit waren de vragen, die
bij Jim opkwamen. En hij voelde zich be
zorgd. Want als dit inderdaad 't geval zou
zijn, hoe zou hij hen dan kunnen achter
volgen? Terwijl hij haastig de weg over
stak keek hij links en rechts, of er mis
schien een taxi in de buurt was. Op dit
lunch uur was er echter slechts weinig ver
keer. Vlak in de buurt was alleen een
lichte bestelwagen en een vrachtauto. Op
enige afstand van de grijze auto bleef Jim
stilstaan, zijn aandacht verdelend tussen
deze wagen en eventuele taxi's die langs
konden komen. Zijn eerste opwinding
maakte plaats voor rustiger overleg en op
eens herinnerde hii zich weer het vriende
lijke oude heertje. Hij trachtte hem te vin
den, maar de oude man bleek verdwenen
te zijn. Alleen de armoedige lucifer-ver
koper was er nog en slenterde in Jim's
richting langs het trottoir.
Enkele ogenblikken later kwam Scott
aangenomen dat 't werkelijk deze schurk
was het flatgebouw uit, gevolgd door
een bediende, die twee koffers droeg, ter
wijl een vrolijke ruigharige terrier om hen
heen sprong.
Jirn mompelde een verwensing. Er was
nog steeds geen taxi te bekennen, en hier,
pal onder zijn ogen, was Scott bezig zich
uit de voeten te maken; hij scheen daarbij
de nodige haast te hebben. Jim was er
thans van overtuigd, dat 't inderdaad Scott
was. De hond was een bewijs en ook de
manier, waarop de man tot de bediende
sprak, klopte met hetgeen Matt hem over
Scott's spreekwijze verteld had. Jim botste
bijna tegen hem aan, toen hü nonchalant
langs slenterde. Hij hoorde hem zeggen:
„Ik ben vermoedelijk Zondagavond weer
terug, maar op zijn laatst Maandagmorgen.
Ik zal je telefonisch mijn adres opgeven,
Voor 't geval ik langer uit zou blijven. Dan
kun je mijn post opzenden". Het schonk
Jim op dat moment weinig voldoening,
dat hij deze woorden opving, want een
ogenblik later klapte het portier van de
grijze auto dicht en reed deze weg in
Oostelijke richting. Er was op dat moment
echter nog iets anders, dat Jim in verba
zing bracht: waar was de lucifer-verkoper
gebleven, die hij zo pas nog gezien had?
Het leek er op, dat deze ook in de auto
verdwenen wasTim snapte er niets
van. Wanhopig keek hij om zich heen. Er
was nergens een taxi te bekennen en het
was dus uitgesloten de grijze auto achterna
te gaan!
Scott zou hier stellig niet terugkomen
In de sombere stemming, welker ovei- hem
kwam, voelde Jim dit'intuïtief aan. Hij kon
thans best hel risico nemen de concierge te
ondervragen. Misschien dat de man, bij het
zien van een bi nkbiljet van een Pond, wel
iets te vertellen zou hebben! En 'wie weet
hoe belangrijk die informaties zouden
zijn.Jim liep door de ingang naar bin
nen, maar de concierge was nergens te be
kennen. Hij besloot te wachten. Elk klein
ste detail in de puzzle kon van belang zijn.
En er waren thans allerlei nieuwe factoren.
Jim piekerde hierover en voelde zijn onge
duld toenemen, toen de concierge uitbleef.
Opeens hoorde hij ergens boven op een van
de trappen een kinderstem zeggen: „Moe
ten we vér lopen?"
Een vrouwenstem antwoordde: „Nee,
liefje. Het zal buiten bij de vijvers heerlijk
koel zijn. Misschien kunnen we straks ook
nog in een bootje gaan varen".
„Ja, een bootje dat 's leuk", zei het kind
Jim trok zich terug in een nis, toen het
tweetal door de hal kwam en met gefronst
voorhoofd sloeg hij de vrouw en het kind
gade. De eerste was gekleed in verpleeg-
sterscostuurn. Ze droeg een mandje, toege
dekt Triet een servet. Ze was van middel
bare leeftijd, vrij dik, en had een saai, on
aantrekkelijk uiterlijk. Haar stem had de
beroeps-vriendelijkheid, verpleegsters vaak
eigen. Jim hoorde haar zeggen: „Voorzich
tig, liefje", toen het kind de laatste trap
afkwam, doch het klonk mat, als had ze
't duizenden keren eerder gezegd, 't Was
echter vooral het kind, dat Jim zijn volle
aandacht trok. Het bleek een stevig
maar enigszins nerveus jongetje te zijn, ge
kleed in een grijs flanellen pakje, met een
tweekleurig schoolpetje op het hoofd.
De jongen sprong van de laatste drie tre
den af, hetgeen een verwijt van de ver
pleegster uitlokte. „Ik heb je toch gezegd,
dat je voorzichtig moest zijn!"
(Wordt vervolgd).