Ontwerp arbeids verbod voor 14-jarige meisjes ter tafel RENAULT 4 Garage Den Hout c w#* ;l;; WRIGLEY Vrijer kapitaalverkeer met België .Clowntje Ridk Een verraderlijk complot Duel tussen P.v.d.A. en K.V.P. over de ontheffingsclausule Leden Partij v. d. Arbeid aanvaarden benoeming Instemming en critiek met R.T.C.-accoord nog goedkoper! TWEEDE KAMER K.V.P.-Kamerlid citeerde geheim stuk Gaat U met vacantie? Gedeputeerde Staten Na rijtberaad en onder protest Kleine uitkering aan ex-slavenarbeiders bij Birma-spoorweg Verslag Tweede Kamer over nieuw statuut Kerkelijk Nieusws ,moal u en Effecten- en Geldmarkt Voor de kinderen Ik liep laatst op een bruggetje, de verf was nat... Gelukkig dat ik CETREX meegenomen had Voorzitter RK werkgevers vereniging: FEUILLETON door Richard Keverne VRIJDAG 9 JULI ïf»4 (Van onze parlementaire redacteur) In de door de heer Weiter (KNP) voor gezeten avondvergadering van de Tweede Kamer leverde de re- en dupliek over het ontwerp tot verbod van bedrijfsarbeid voor 11-jarige meisjes, één zeer merkwaardig voorval op. Mevrouw Ploeg—Ploeg (Arbeid) vestigde er de aandacht op, dat toen zij rinsdagavond herinnerd had aan een voor ontwerp in 1939. opgesteld door de toen malige minister Eomme, waarin helemaal niet om principiële redenen namelijk in het belang van de meisjes doch louter met het oog op tijdelijke beperking van de werkloosheid een arbeidsverbod was opge nomen, zij het had gehad over een gepu bliceerd stuk. Daarentegen had de heer De Kort (KVP) gesproken over een ander, een uit sociaal oogpunt gunstiger indruk ma kend voor-ontwerp, dat eveneens van prof. Eomme afkomstig zou zijn geweest, maardat was een geheim stuk. En daarop kan men toch moeilijk een beroep doen. We hebben immers alleen te maken met wat werkelijk, blijkens de publicatie door de Hoge Haad van Arbeid, door minister Rorrrme was ingediend. En dat was uitsluitend het door spreekster aangehaalde voor-ontwerp geweest, zodat de heer De Kort haar ten onrechte voor de voeten had geworpen op „valse geruchten" te zijn af gegaan. De KVP-woordvoerder moest zijn be schuldiging dan ook terugnemen. Zelf bleek hij een scheve schaats te hebben gereden door zich op een geheim stuk te beroepen, waarmee hij zijn fractie-aanvoerder die hier overigens buiten stond geenszins een dienst had bewezen. Bij de behandeling der artikelen ver dedigde de heer De Kort een amende ment'om alleen onder zekere voorwaarden Wij verzoeken onze weekabonné's. die met vacantie gaan het abonnements geld vooruit aan de bezorger te vol doen. DE ADMINISTRATIE Mejuffrouw mr. A. E. R i b b i u s P e Ie- t i e r en de heer a. B. J. Pra k k e n heb ben thans medegedeeld, dat zij hun be noeming tot lid van de Gedeputeerde Sta ten van Noordholland aanvaarden. Hun mededeling ging vergezeld van een verklaring van de fractie van de Partij van de Arbeid, welke wij hieronder laten vol gen: „Naar aanleiding van de op 7 Juli jongstleden gehouden verkiezingen van de leden va.n Gedeputeerde Staten heeft de Statenfractie van de Partii van de Arbeid zich beraden over het al of niet zitting ne men van haar twee gekozen leden. De fractie laat nogmaals een woord van protest horen tegen het feit dat slechts twee van haar leden tot leden van Gede puteerde Staten zijn gekozen en dat daar voor als argument wordt aangevoerd de omstandigheid, dat de nieuw benoemde Commissaris der Koningin lid is van de Partij van de Arbeid. Hoewel de fractie van oordeel is, dat, nu haar slechts twee in plaats van drie zetels, zoals voorheen, in het college van Gede puteerde Staten zijn toegekend er aanlei ding zou zijn deze twee zeteis uit protest niet te aanvaarden, heeft zij na rijp beraad besloten zich niet aan het werk van het college van Gedeputeerde Staten te ont trekken. Bij haar besluitvorming werd zij mede geleid door de overweging dat naast de werkzaamheden, waarvoor het college van Gedeputeerde Staten aan de Provinciale Staten verantwoording schuldig is, door de wetgever aan dit college een eigen taak is toegewezen, die aan de beoordeling door Provinciale Staten is onttrokken. In het belang van de bevolking van Noordholland meent de fractie dan ook. dat de Partij van de Arbeid in het college van Gedeputeerde Staten niet mag ontbre ken teneinde de partii in staat te stellen ook in het college van Gedeputeerde Sta ten zelf op te komen voor een progressief beleid". machtiging door de Directeur-Generaal van de Arbeid te doen verlenen voor het af geven van een vergunning om niet-leer- plichtige meisjes van 14 jaar bepaalde ar beid te laten verrichten. Die voorwaarden zouden dan hierop moeten neerkomen, dat er tenminste voor het meisje een bijzonder belang tot het verrichten van de arbeid be staat, dat haar binnen de arbeidstijd ruim gelegenheid wordt geboden tot het volgen van algemeen vormend onderricht en dat de werkzaamheden der meisjes afgeschei den van het overig personeel geschieden. Staatssecretaris m r. d r. Van R h ij n vond het verkeerd de uitvoerende macht op deze manier te veel aan banden te leggen. Op het ogenblik is er nog niet de nodige gelegenheid voor het gewenste algemeen vormend onderwijs ten deze. Dat het een bijzonder belang voor het meisje zou zijn in een fabriek te werken, is zo ondenkbaar, dat het niet mogelijk is een dergelijke rege ling deugdelijk te hanteren. Het maakt de indruk, dat het amendement is ingegeven door een zeker gebrek aan vertrouwen in de wijze waarop onder verantwoordelijk heid van de minister het departement en de inspectie de Arbeidswet toepassen. De voorsteller van het amendement legde hierna nog eens uit, dat het zijn bedoeling is, de ontheffingen zo zelden mogelijk te doen plaats vinden. Mevrouw LipsOdinot (commun.) meende, dat de heer De Kort zijn doer in feite zou bereiken door aanneming van het amendement van Mevrouw PloegPloeg om op een later te bepalen tijdstip, gelegen na 1 Juli 1955, de mogelijkheid tot onthef fing van het vei'bod te schrappen met be trekking tot 14-jarige meisjes. Hiermee hing een hele reeks amende menten samen, bedoelende het verbod in principe uit te strekken tot meisjes van 15 jaar, echter met de mogelijkheid, het be drijfsleven de gelegenheid te geven zich aan de nieuwe situatie aan te passen. De heer Stapelkamp (A.R.) voelde er in principe alles voor, dat er een be- drijfsverbod voor 15-jarige meisjes komt, alsmede verlenging van de leerplicht, maar opneming thans in de wet van een „blanco volmacht", zoals die bedoeld wordt in het amendement-PloegPloeg, kon hem niet toelachen. De heer Kikkert (C.H.) was het hier mee eens, hij vond het verder verkieslijker onder de tegenwoordige omstandigheden af te wachten en beval daarom intrekking van het amendement alsook van de motie-De Kort aan, die een soortgelijke geest ademde. Mevrouw F o r t a n i e rD e W i t (VVD) verklaard, als behorende tot de „loyale op positie", met belangstelling te hebben waargenomen hoe kennelijk afgevaardig den van twee der grootste regeringspartijen de P. v. d. A. en de KVP niet vol doende vertrouwen in de voortvarendheid van het kabinet koesterden om enige stuw kracht te ontplooien. De staatssecretaris stelde vast, dat de ge hele Kamer een zo spoedig mogelijke in voering van een verbod van bedrijfsarbeid voor 15-jarige meisjes wenst, maar dat men tevens inziet dat dit nog niet terstond kan gebeuren. Ten eerste gaat er nog enige tijd heen met voorbereiding van maatregelen opdat er voldoende gelegenheid tot zinvolle vrije tijds-besteding zij en voorts dient de industrie gelegenheid te hebben, zich aan te passen. Bij het verbod voor 14-jarigen zijn slechts 6500, bijeen voor 15-jarigen echter al 17000 meisjes betrokken. De staatssecretaris kon in beginsel met het amendement-PloegPloeg meegaan, maar zag in de vorm wel enig bezwaar. Hij liet de beslissing aan de Kamer over. Er bleef nog één meningsverschil tussen hem en de voorstelster aan het amendement be staan: zij wenst de onthefingsmogelijkheid voor 14-jarige meisjes te doen vervallen, zodra de wet op 15-jarigen van toepassing zal zijn. Dinsdag zal er gestemd worden. Het ministerie van Buitenlandse Zaken deelt mede: In de oorlogsjaren heeft Japan in het bezette gebied van Birma en Thailand een spoorlijn, de z.g. „dodenspoorweg", aange legd die beide landen verbond. Hierbij werd gebruik gemaakt van vele tienduizenden geallieerde krijgsgevangenen. Na de wa penstilstand is de spoorlijn opgebroken en werd het daarbij vrijgekomen materiaal door het geallieerde oppercommando ver kocht. De ontvangsten hiervan zijn thans verdeeld over de landen welker onderdanen aan de spoorlijn hebben gewerkt. Deze gel den zullen aan de betrokken ex-krijgsge vangenen worden uitgekeerd een uitkering ter grootte van enige tientallen guldens per pprsoon. Binnenkort zal in een officiële be kendmaking worden meegedeeld wat de be trokkenen moeten doen om in het bezit te kunnen komen van het uit te keren bedrag. In het Voorlopig Verslag van de Tweede Kamer inzake het wetsontwerp „aanvaar ding van een statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden" heeft de Tweede Kamer algemeen zijn grote voldoening doen blij ken, dat met Suriname en de Nederlandse Antillen volledige overeenstemming is be reikt in zake de nieuwe rechtsorde voor het Koninkrijk der Nederlanden. Men was ver heugd, dat gebleken is, dat langs de weg van vrijwilligheid en van onderhandelingen de koloniale verhouding kan worden omge zet in een van gelijkwaardigheid. Velelen gewaagden van hun hartelijke instemming met het resultaat. Het feit, dat overeenstemming over dit statuut eerst verkregen kon worden na zeer langdurige en moeilijke onderhandelingen, bewijst naar hun mening, dat weer nieuwe wijzi gingen of veranderingen er toe zouden lei den, dat het bereikte resultaat in gevaar zou worden gebracht en dat daardoor de onderlinge verhouding der rijksdelen op nieuw voor een zeer lange periode in on zekerheid zou blijven verkeren. „Een der gelijke toestand zou, zowel uit nationale als internationale overwegingen uiterst onge wenst zijn. De verantwoordelijkheid voor een dergelijke verstoring van een in over leg bereikt resultaat mag in géén geval be rusten bij de Nederlandse volksvertegen woordiging," aldus deze leden. Verscheidene weer andere leden, hoewel meer critisch tegenover het statuut staande, verklaarden toch met waardering kennis te hebben genomen van het feit, dat thans, na vele besprekingen, overeenstemming is be reikt over een nieuwe rechtsorde. Het sta tuut verdient dan ook volgens hen serieuze overweging. Gegeven de omstandigheid, dat dit ontwerp ter conferentie is aanvaard, wilden deze leden zich beperken tot de hoofdzaken en slechts wijzen op een aantal moeilijkheden vooral van staatsrechtelijke aard, welke zich ter zake van het ontwerp voordoen, en waarop zij in de volgende paragraaf nader zullen terugkomen. Vele leden spraken de verwachting uit, dat de regering haar beleid zal richten op de positieve bevordering van de ko- ninkrijksgedachie. Gewezen werd op het opnemen, ook in de hogere rangen, van daarvoor geschikte krachten in de strijd krachten en in de buitenlandse dienst. Ook zal dit naar hun mening meebrengen, dat de regering een ruim standpunt betrekt ten aanzien van de zaken, die Suriname en de Nederlandse Antillen raken. Bezwaar Wanneer wordt overgegaan tot wijziging van het statuut, welke afwijkt van de grondwettelijke bepalingen, moet volgens een artikel van het statuut de pi-ocedure, welke ten onzent geldt voor verandering van de Grondwet, worden toegepast, „met dien verstande, dat de nieuwe Kamers de voorgestelde verandering bij volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen kunnen aannemen." Tegen deze regelen hadden verscheidene leden zeer ernstig bezwaar. Zij waren van oordeel, dat wijzigingen in het Nederlandse staatsbestel, voor zover dit in de Grondwet is geregeld, niet door wij ziging van het Statuut voor het Koninkrijk tot stand mogen worden gebracht. Zij meenden voorts, dat zodanige wijzigingen alleen mogelijk moeten zijn, wanneer deze niet ten minste twee-derde van de uitge- Ned. Herv. kerk Beroepen te Delft (toez.) J. Risseeuw te Middelburg; te Spijk (Gr.) F. J. Goedhals te Zwaagwesteinde; te Huizen (vac. Zwij- nenburg) P. Blok te Kampen. Aangenomen de benoeming tot vicaris te Krimpen a. d. IJssel J. B. Cats te Alphen a. d. Rijn. Beroepbaar: C. J. Amesz te Amster dam-W.; A. v. d. Beek te Rotterdam-Hille- gersberg; H. C. Hubbeling te Assen; R. v. Lindenhout te Heemstede; J. W. Mazurel te Haarlem; J. W. B. Smit te Heemstede; J. Tammeling te Groningen; L. G. Voge laar te Kruiningen en H. J. Franke, zen- dingspred. te Rijp-Wetering. Geref. kerken Tweetal te Leiden (vac. J. Plomp) H. H. Grosheide te Charlois en dr. F. H. von Meyenfeldt te Amersfoort; te Lioessens E. Barends te Zuidhom. Examens. De classis Leiden heeft prae- paratoir geëxamineerd en beroepbaar ver klaard de heer H. Alting te Leiden, cand. aan de V.U. De heren F. L. Schalkwijk en L. T. Schalkwijk, beiden te Heemstede, zijn door de classis Haarlem geëxamineerd en beroepbaar verklaard. Geref. kerken art. 31 K.O. Tweetal te Leerdam (vac. C. de Waal) J. Kamphuis te Bunschoten-Spakenburg en G. Roukeme te Ede. Beroepen te Ommen (Gron.) D. v. d. Boom, cand. te Kampen. Chr. Geref. kerken Bedankt voor Nieuwpoort E. Venema te Maassluis. Aangenomen naar St. Pancras: C. L. Timmers, candidaat te Heemstede, die be dankte voor Balk (Fr.), Eist (Gld.), Gies- sen Oud- en Nieuwkerk, Hoek (Zeeuwsch- Vlaanderen), Krimpen aan de Lek en Krimpen aan de IJsel, Moerdijk, Neder- horst den Berg, Nieuwerkerk aan de IJseL en Oldemark (Ov.). ADVERTENTIE ADVERTENTIE 4 deurs sedan de luxe met tempera tuurmeter. verwarming enz. kortom ?eheel compleet Ondernemersprijs ƒ4650.— met schuifdak 4850. Brandstofverbruik 1 op 17. Wagenweg 164-168 - Tel. 12138 Haarlem. Schep vreugde in 'l leven verdrijft Uw zorgea UIV9rt nionter keel. brachte stemmen worden aanvaard. Zij waren het gevoelen toegedaan, dat de ten dezen aanzien thans geldende regelen moe ten worden gehandhaafd en dat tegen de afwijking van deze regelen, welke in het ontwerp-statuut zijn opgenomen, zodanige bezwaren bestaan, dat daaraan aanvanke lijk een overwegend karakter moet worden toegekend. Al was het dan afgelopen met de ijspret, de winter was nog niet helemaal afgelopen! Toen Rick en Bunkie op een dag uit school kwamen, begon het weer te sneeuwen. „Kijk!", zei Rick. „Het is nog geen zomer, hoor.... daar begint het weer!" Ja, het sneeuwde weer, en niet zo'n klein beetje ook; want binnen enkele uren was er aardig wat gevallen. De straten waren weer helemaal wit en het bleef maar door sneeuwen ook. „Het begint weer van voren af aan!", meende Bunkie. „Als 't een beetje wil, gaat het weer vriezen ook en dan kunnen we de schaatsen toch wel weer naar beneden halen!" Maar oom Tripje zei, dat ze daar maar niet op moesten rekenen. In de krant stond, dat er wel sneeuw verwacht werd, maar geen vorst. „Nee, jongens, dat schaatsen kun je wel uit je hoofd zetten", zei hij. „Maar sneeuw hebben we in ieder geval toch", zei Bunkie. „Dan gaan we maar sneeuwballen gooien en sleeën". Ja, dat konden ze in ieder geval. Want het sneeuwde ook die nacht flink door en toen ze de volgende dag naar school gingen, liepen ze over 'n dikke laag Maandag zal de inschrijving zijn open gesteld op de 3 X Belgische Buitenland se Lening van 1954, groot 100 millioen. waarvan reeds 50 millioen bij de grote levensverzekeringsmaatschappijen is ge plaatst en ook reeds 15 millioen op in- schrijvingsvoorwaarden is ondergebracht, wat wil zeggen dat zij, die het dichtst bij het vuur zitten, zich reeds van een flink bedrag dezer obligaties hebben verzekerd. Er blijft voor „Jan Publiek" dus niet meer dan 35 millioen over, een bedrag, dat bij de huidige ruimte op de kapitaalmarkt zo klein is, dat de koers der obligaties, waar voor bij inschrijving 100 moet worden betaald, na de emissie wel onmiddellijk boven pari zal stijgen. De grote omvang van het aanbod qp de kapitaalmarkt voor risicolijdende be'eg- ging blijkt wel duidelijk uit de geringe reactie, welke de aankondiging van deze Belgische lening op de obligatiemarkt te Amsterdam heeft teweeggebracht. Om en kele voorbeelden te noemen: de 3 X Nederland 1954, welke dit jaar een hoog ste stand van ÏOOX heeft bereikt, no teert thans 99 5/8 de 3 Investerings certificaten zijn van 100X tot 100 1/8, de 2"/a N.W.S. van 80 tot 78 7/8 en de 3 Nederl. Indië 1937 van 100 7/8 lot 100% teruggegaan, maar het gemiddeld rende ment bedraagt toch nog niet meer dan c.a. 3 zodat de nieuwe Belgische lening, welke na 1964 in 20 gelijke termijnen wordt afgelost, een rendementsvoordeel van c.a. '/2 onlevert. Deze Belgische emissie, welke straks vermoedelijk door enkele gemeentelenin gen en allicht ook döor de uitgifte van Belgische aandelen zal worden gevolgd, is een gebeurtenis, welke doet zien dat de normalisering van het internationaal kapi taalverkeer in het kader van de algemene Europese integratie en inzonderheid van de reeds lang bevorderde economische één wording van de Beneluxlanden een feit beeint te worden. Gisteren heeft te Brussel een ministeriële conferentie van de Beneluxlanden plaats gehad, waar de grondslagen zijn gelegd voor een vrijmaking van het kapitaalver keer tussen de betrokken landen, ook al blijft dit vooreerst onder controle van de centrale bankinstellingen. Deze controle wordt vooreerst nog ge wenst geacht met het oog op het betrekke lijk grote verschil tussen de rentestand hier en in België, zoals wel blijkt uit een ge lijktijdige emissie van een binnenlandse Belgische lening a 97 tegen een rente voet van 4% Dit verschil is voor een deel gevolg van het feit dat de vrije in wisselbaarheid van de Gulden tegenover de Belgische franc nog niet mogelijk is. Overigens kan er op worden gewezen dat ook vóór de oorlog het obligatierendement in België groter was dan ten onzent. In 1938 was de rentestand in Nederland na genoeg evenhoog als thans, n.l. c.a. 3.2 maar in België kon toen 4'/2 rente wor den gemaakt, hetgeen toen echter niet tot grote kapitaalsafvloeiïngen naar België heeft geleid. Hoewel het renteverschil voorlopig wel zal blijven bestaan, mag toch worden ver wacht dat het geleidelijk minder zal wor den naarmate het deviezen- en kapitaal verkeer tussen de drie landen geheel wordt vrijgegeven. Temeer omdat België sinds het einde van de oorlog een krachtige in dustriële ontwikkeling heeft doorgemaakt en op grond van haar financiële en econo mische positie als een goede debiteur mag worden beschouwd. België heeft het voor deel gehad in veel minder sterke mate door de oorlog te zijn getroffen dan ons land. Terwijl na de oorlog de hoge prijzen voor de vele producten uit de Congo haar een voorsprong hebben gegeven op ons land, dat Indië kwijt raakte en voor zijn economische rehabilitatie nieuwe hulp bronnen heeft moeten zoeken. Hoezeer België van de destijds bestaan de hoge productenprijzen heeft geprofi teerd, blijkt wel uit de ontwikkeling van zijn handelsbalans, die in 1947 nog een nadelig saldo aanwees van Bfrs. 1992 mil lioen, maar in 1951 een overschot van Bfrs 447 millioen opleverde. Terwijl Nederland in die jaren van de E.B.U. debiteur was, had België bij deze verrekeningspot een groot creditsaldo en het was dan ook in staat in 1949 ons een crediet van Bfrs 1900 millioen te verstrekken, dat in de loop van dit jaar geheel zal worden afgelost. ADVERTENTIE K K ENWATER VA N A - B E V E R Ook in het handelsverkeer tussen Neder land en België bleek laatstgenoemd land de«cterkste. Terwijl in 1936-1938 de Neder landse invoer uit België voor bijna 70 door de Nederlandse uitvoer naar België werd gedekt, liep dit percentage in 1950 tot c.a. 50 terug en eerst de laatste jaren is de verhouding ten gunste van Nederland gewijzigd, ook al is thans de Belgische ex port naar Nederland nog altijd groter dan die van Nederland naar België. Maar in 1953 was het dekkingspercentage voor ons land toch weer tot 82 gestegen. Voor een groot deel was dit het gevolg van de verschillende loonpolitiek, welike m België werd gekoppeld aan de schommelin gen van het indexcijfer voor de kosten van levensonderhoud, terwijl hier een loon'oe- heersing plaats vond, welke aan de Neder landse export is ten goede gekomen. De ruilvoet, welke voor België in 1952 nog ruim drie punten bo-vm het niveau vrm 1938 lag, daalde in 1953 tot acht punten daarbeneden, zodat het voordelig saldo van de Belgische handelsbalans voor 1951,groot Bfrs 447 millioen, voor 1953 in een nadelig saldo van Bfrs 680 millioen verkeerde. Uit recente berekeningen van het secre tariaat van de Ned.-Belgisch-Luxemburgse Douane-Unie is gebleken dat na de jongste loonronde in Nederland rle lonen van ge noemde landen naar elkaar toegroeien, hetgeen uiteraard een economische samen werking vergemakkelijkt. Nu in ons land een nieuwe loonronde oo komst schijnt te zijn, mag wel worden verwacht dat er van een Nederlandse voorsprong weinig of niets zal overblijven. Hoe dit zij, er is alle reden om de nieuwe Belgische lening met vreugde te begroeten en ook verdere emissies van die kant tege moet te zien, omdat ze voor de Nederlandse belegger de mogelijkheid scheppen het rendement van zijn effectenportefeuille te verhogen. Ook een lening van de Wereld bank zal eerstdaags te Amsterdam worden uitgegeven, terwijl deze week een paar aandelenemissies Simon de Wit en Nier- strasz en een converteerbare obligatie lening van Van Berkel ziin aangekondigd. Dit alles wiist op een gelukkige normali sering van het kapitaalverkeer. „Mandement seen beletsel voor samenwerking met anders denkenden" In Den Haag heeft de Algemene Katho lieke Werkgeversvereniging gisteren haar algemene ledenvergadering gehouden. Voorzitter L. J. A. M. van Heijst zei in zijn openingswoord dat de vergadering reeds was vastgesteld, voordat men van het mandement van de bisschoppen had kun nen kennis nemen. Derhalve was op het ogenblik een uitgebreide'bespreking van het mandement niet mogelijk. Wel betreur de de spreker het dat zovelen buiten de Katholieke kring, voor wie het stuk in het geheel niet was bedoeld, gemeend hadden er critiek op te moeten leveren, een cri tiek welke aan de eigenlijke strekking van het mandement geheel voorbij gaat, aldus de beer Van Heijst. „Onze houding behoeft allerminst te ontaarden in hokjesgeest ofseparatisme", zo vervolgde de spreker, „integendeel: de bisschoppen zelf bevelen ten sterkste aan, dat wij ten nauwste en op een innige ma nier samenwerken met onze andersden kende beroeps- en standgenoten. In alle oprechtheid meen ik te mogen constateren, dat wij als Katholieke werkgevers, wat de na-oorlogse ontwikkeling betreft, ons in dat opzicht niets tc verwijten hebben", al dus zei deze spreker die het als een plicht van de Katholieken zag, dat zij de bisschoppelijke raadgevingen zouden be studeren en zich daarin verdiepen. Bij acclamatie werd hierna een vo'orstel aangenomen, aan het episcopaat een schrijven te richten waarin dank wordt ge bracht voor de belangrijke richtlijnen, die in het mandement der bisschopen zijn ge geven. De heer Léon Bekaert, voorzitter vah de Katholieke zusterorganisatie in België sprak hierna over „de keuze voor Europa: eenheid of verval". Tweede inleider was mr. B. J. M. van Spaendonck die over de handelspolitiek sprak. Er ontstond na de beide inleidingen een gedachtenwisseling,, waarbij door een tweetal bezoekers vragen werden gesteld en opmerkingen gemaakt. 34) Jim noteerde het adres van het kantoor, bedankte de concierge en wandelde terug in de richting van het park. Hij was niet ontevreden. Hij was van plan naderhand een bezoek te brengen aan nr. 87, waar hij heel rustig mevrouw Richards te spreken zou vragen. Daarmee zou hij geen enkel risico lopen. Maar eerst wilde hij met Matt gesproken hebben, om te horen, wat deze voor nieuws had. Hij nam plaats op een bank aan de rand van het park, vanwaar hij de flatgebouwen goed kon gadeslaan. Hij zou nog even geduld moeten oefenen, voordat hij Matt aan de lunch weer zou treffen, en dit was een mooi moment om nog eens rustig over het probleem na te denken. Jim hield van zonnewarmte en voelde zich uiterst behagelijk. Als gefasci neerd bleef hii naar de hoofdingang van het grote flatgebouw kijken. Precies zoals Matt gedaan had, nam hij iedereen, die in en uitging met belangstelling op; vaag ont wikkelde hij de theorie, dat het jongetje wannéér het hier werkelijk verborgen werd gehouden waarschijnlijk niet de hele dag binnen zou blijven. Het was heel goed mogelijk, dat hij op dit moment er gens in het park speelde. Bii een jongen van zijn leeftijd, die gewend was aan voortdurende bewaking liep men weinig risico. Hij zou niet opvallen tussen de hon derden andere kinderen van zijn leeftijd. Waarschijnlijk had men een heel aanvaard baar verhaaltje verteld inzake de reden van zijn plotseHng vertrek naar de grote stad Het uur van de lunch naderde en vele kindermeisjes met kinderwagens begonnen naar huis terug te keren. Bij het flatge bouw reden taxi's voor, die gezinsvaders uit de City thuisbrachten, of vrouwen, die gewinkeld hadden. Opeens viel Jim's oog op een grijze auto, welke niet ver van het flatgebouw scheen te staan wachten. Het drong tot Jim door, dat deze auto er al enige tijd stond en vaag herinnerde hij zich, dat hij hem een kwartier of zo gele den had zien komen aanrijden. Er had een vrouw achter het stuur geze ten, maar véél aandaoht had hij er ver der niet aan geschonken. Nu zat er nie mand in de wagen. Jim's aandacht werd er eigenlijk alleen weer op gevestigd door de wonderlijke gedragingen van een vreemd oud heertje, dat vol belangstelling om de auto heen scharrelde. De oude man bekeek de doodgewone auto alsof 't iets héél bijzonders was. Jim had het gevoel, dat hij hem kon horen zeggen: „Wat een prachtige wagen! Ik wou dat ik zo'n wagen had...." De oude man liep verder, maar na en kele ogenblikken zag Jim hem in de bocht van de weg stilstaan bij een armoedig ge klede man, die lucifers verkocht. Deze laatste draalde zich enigszins om en Jim zag een hele rij onderscheidingen op zijn versleten jasje; hij kende dit type: een oorlogsveteraan, die niet weer aan de slag had kunnen komenHet oude heertje scheen medelijden te hebben, gaf de man iets en babbelde vriendelijk met hem. Jim sloeg het tafreeltje geamuseerd gade. Opeens scheen er echter iets met de oude heer te gebeuren! Alle vriendelijke goedmoedigheid verdween en er kwam een scherpe, waakzame uitdrukking op zijn gezicht. Hij staarde als gefascineerd naar de grijze auto, die langzaam voor de in gang van het bewuste flatgebouw reed en daar stopte. Er zat thans een man achter het stuur. Even later stapte deze uit en hoewel Jim er geen eed op zou willen doen, toch was hij er na de nauwkeurige beschrijvingen van Matt vrijwel zeker vam, dat 't Scott was Zoals Jim later aan Matt Tarrant toegaf, had hij instinctief gevoeld, dat er iets te gebeuren stond en dat hij te laat zou zijn, als hij niet onmiddellijk handelend optrad. Jim sprong op van de bank, waarop hij zo rustig had zitten zonnen, en had slechts één doel voor ogen: zo spoedig mogeiijk bij de ingang van het flatgebouw te komen om te zien wat Scott in zijn schild voerde. Stond de man op het punt er vandoor te gaan? Zou hij na enkele ogenblikken weer te voorschijn komen in gezelschap van de kleine Beverley? Dit waren de vragen, die bij Jim opkwamen. En hij voelde zich be zorgd. Want als dit inderdaad 't geval zou zijn, hoe zou hij hen dan kunnen achter volgen? Terwijl hij haastig de weg over stak keek hij links en rechts, of er mis schien een taxi in de buurt was. Op dit lunch uur was er echter slechts weinig ver keer. Vlak in de buurt was alleen een lichte bestelwagen en een vrachtauto. Op enige afstand van de grijze auto bleef Jim stilstaan, zijn aandacht verdelend tussen deze wagen en eventuele taxi's die langs konden komen. Zijn eerste opwinding maakte plaats voor rustiger overleg en op eens herinnerde hii zich weer het vriende lijke oude heertje. Hij trachtte hem te vin den, maar de oude man bleek verdwenen te zijn. Alleen de armoedige lucifer-ver koper was er nog en slenterde in Jim's richting langs het trottoir. Enkele ogenblikken later kwam Scott aangenomen dat 't werkelijk deze schurk was het flatgebouw uit, gevolgd door een bediende, die twee koffers droeg, ter wijl een vrolijke ruigharige terrier om hen heen sprong. Jirn mompelde een verwensing. Er was nog steeds geen taxi te bekennen, en hier, pal onder zijn ogen, was Scott bezig zich uit de voeten te maken; hij scheen daarbij de nodige haast te hebben. Jim was er thans van overtuigd, dat 't inderdaad Scott was. De hond was een bewijs en ook de manier, waarop de man tot de bediende sprak, klopte met hetgeen Matt hem over Scott's spreekwijze verteld had. Jim botste bijna tegen hem aan, toen hü nonchalant langs slenterde. Hij hoorde hem zeggen: „Ik ben vermoedelijk Zondagavond weer terug, maar op zijn laatst Maandagmorgen. Ik zal je telefonisch mijn adres opgeven, Voor 't geval ik langer uit zou blijven. Dan kun je mijn post opzenden". Het schonk Jim op dat moment weinig voldoening, dat hij deze woorden opving, want een ogenblik later klapte het portier van de grijze auto dicht en reed deze weg in Oostelijke richting. Er was op dat moment echter nog iets anders, dat Jim in verba zing bracht: waar was de lucifer-verkoper gebleven, die hij zo pas nog gezien had? Het leek er op, dat deze ook in de auto verdwenen wasTim snapte er niets van. Wanhopig keek hij om zich heen. Er was nergens een taxi te bekennen en het was dus uitgesloten de grijze auto achterna te gaan! Scott zou hier stellig niet terugkomen In de sombere stemming, welker ovei- hem kwam, voelde Jim dit'intuïtief aan. Hij kon thans best hel risico nemen de concierge te ondervragen. Misschien dat de man, bij het zien van een bi nkbiljet van een Pond, wel iets te vertellen zou hebben! En 'wie weet hoe belangrijk die informaties zouden zijn.Jim liep door de ingang naar bin nen, maar de concierge was nergens te be kennen. Hij besloot te wachten. Elk klein ste detail in de puzzle kon van belang zijn. En er waren thans allerlei nieuwe factoren. Jim piekerde hierover en voelde zijn onge duld toenemen, toen de concierge uitbleef. Opeens hoorde hij ergens boven op een van de trappen een kinderstem zeggen: „Moe ten we vér lopen?" Een vrouwenstem antwoordde: „Nee, liefje. Het zal buiten bij de vijvers heerlijk koel zijn. Misschien kunnen we straks ook nog in een bootje gaan varen". „Ja, een bootje dat 's leuk", zei het kind Jim trok zich terug in een nis, toen het tweetal door de hal kwam en met gefronst voorhoofd sloeg hij de vrouw en het kind gade. De eerste was gekleed in verpleeg- sterscostuurn. Ze droeg een mandje, toege dekt Triet een servet. Ze was van middel bare leeftijd, vrij dik, en had een saai, on aantrekkelijk uiterlijk. Haar stem had de beroeps-vriendelijkheid, verpleegsters vaak eigen. Jim hoorde haar zeggen: „Voorzich tig, liefje", toen het kind de laatste trap afkwam, doch het klonk mat, als had ze 't duizenden keren eerder gezegd, 't Was echter vooral het kind, dat Jim zijn volle aandacht trok. Het bleek een stevig maar enigszins nerveus jongetje te zijn, ge kleed in een grijs flanellen pakje, met een tweekleurig schoolpetje op het hoofd. De jongen sprong van de laatste drie tre den af, hetgeen een verwijt van de ver pleegster uitlokte. „Ik heb je toch gezegd, dat je voorzichtig moest zijn!" (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1954 | | pagina 6