Chinese vazen
p^i= mmmm mÊMm
saSSS
PRETTIG SOUVENIR
Jp ÓL"' 11
PARELEND MIDDAGJE
DE VIER
In „milliardairssloppen
De vier Chinese vazen
Studio van Paul Cézanne
open voor publiek
rTaaftlndS S^vefdal^aS St« Slaan' H« dach'
KORT VERHAAL door MICHAEL RETY
TOEN ARCH] BALD SALAIRE zijn haar echtgenoot achter, alleen, alleen met
zaak in antiquiteiten opende was hij een
jaar getrouwd met mevrouw Salaire en
een welgesteld man. Want mevrouw Sa-
de loden, koperen en porseleinen antiqui
teiten en de vazen, die uitdagend prijkten
in de salon.
In het mystieke halfduister van zijn win-
laire bracht, toen zij met Archibald kei nam hij een vel papier en berekende
trouwde, een niet onbelangrijke bruid- het bedrag, dat hij in één maand kon ver
schat mede, die een jaar later bij het ?l™lachend hief hij het
'j j i Papier tegen het licht. Zoveel inkomsten
overlijden van haar vader vermeerderd zou hij deze maand niet derven. Maar hoe
Werd met zijn versterf, waarvan zij op vergiste hij zich! Want wat er in het spel
Het Franse ministerie van Onderwijs
heeft de studio in Aix-en-Provence, waar
in de schilder Paul Cézanne werkte, %aan-
gekocht. De studio zal voor het publiek
worden opengesteld. Dank zij Franse en
buitenlandse hulp heeft men verscheidene
werken van de schilder kunnen aankopen,
die in dat atelier met een collectie voor
werpen, die door Cézanne gebruikt wer
den, tentoongesteld zullen worden.
Tekening hiernaast uit „French Cartoons"
maar de hoop in zijn hart was gering.
Mijnheer Salaire pakte een der porse-
Archibalds aanraden een winkel in an- mocht zijn, of er misschien geen belang- u hent mijnheer Archibald Safaire'"' zei leinen vazen en tilde haar op. Hij aarzelde
tiquiteiten kocht. Wat was natuurlijker stellin£ ^eer was bij de geachte cliëntèle
- 1 - - - - - voor antiek, of met mevrouw Salaire alle
j i ,u-iii i vuur armen, ui mei mevrouw öaiaire ane
1 i o Archibald zijn talenten ont- aspirant-kopers naar de Rivièra vertrok-
plooide?
de heer.
,Dat ben ik",* zei Archibald Salaire.
,Ik zoek vier vazen," zei de heer, „vier
nog, maar de adder kronkelde al heviger
in zijn hart, de rode ruggen ritselden in
zijn geest, de Chinese slaven sloegen de
ken waren, geen sterveling kwam in de va'zen van uitzonderlijke antiquiteit'. Naar Chinese handelaars. Toen hij een kwartier
7Ü Q t>T~\ A l'hhlbold irni-lr/NAbl »-> J 1^1^^ J 1 J U!.1 J 1_ Z 1
later in de salon terugkeerde hield hij in
■rfirnc: vaw tcmncririrnt jt? v, j a 6n Archibald Salaire verkocht niets, verluidt kan ik ze bij u vinden".
REEDS yAN KINDSBEEN AF had Ar- Niets, een hele week lang. En ook de twee- Archibald Salaire trok een bedenkeliik zÜn handen de kroon op het werk van de
E°JLZ°f^tVOOr de Wlek" En 00k de derde week kwam er ge zich t. ^e heer sche en n i et lem a nd t e^ zij n^ Chinese slavenarbeid.
an,,n,"fW,e" f" geen k°Per in de winkel- die zich met een kluitje in het riet liet
antiquiteiten aan de dag gelegd, ja, hij was
er zelfs in geslaagd een behoorlijke ver-
,T va.. Hij liep tussen de koperen, tinnen, loden sturen, maar de vazen van uitzonderlijke kreeg het bestaan van mevrouw Salaire
Sïï&TS kl--f,nif^LerS^^0r^de".e^ha!n- antiquiteit stonden in de salon en de oud- voofhaar man dat ondubbeSnnige aan!
PAS IN HET VLIEGTUIG naar Nice
een viertal Chinese vazen van uitzonder- daar misschien de oorzaak voor zijn droe- doende werden Afgewezen. Hij hing met "allen die ™verg£genvan zorgdoze ve?_
oms betrapte Archibald Salaire van een onverkoopbaar verleden. Hij zette teit van de vazen, die hij nog in zijn kei- teven had nieTSIer die gouden !fndies
er op dat zij de vazen met zich tussen een Boedha en Javaanse half- der had maar tóen ze eenmaal aan het Hie rie hQi Q gouaen ran<Ues>
ie»; tnp^nraV ?e niter^t teriev oeri a^r, maar loen z.e eenmaal aan het die de heer en dame eromheen hadden
bogen
zijn vrouw
—«o— «...vu ,rauiJ uai. hij onoevangen inaruK van een jonge maagd vazen en miinheer Salaire beeon zich te
wmSafaTree ni"estaVmdeen maakt'doelloos6Slenterde hh naa^boven" de. lenJ,ewei- De heer en dame liePen er realiseren, dat hij mevrouw Salaire in wel-
ie. een keizerliik ge- inJ .moesten echte vazen hebben, gekozen bewoordingen van zijn transactie
a?le^^vac"nRegm^ers^^ar^maanwenste vier de eeuwen getrotseerd hebbende va- op de hoogte moest brengen. Maar"hoe^zou
aiie acantie„anöers naar de maan. zen, Chinese vazen uit de Ming-dynastie. zij dat opnemen' Schieo ze inderdaad wel
Hij kwam er nu ook toe zich naar de salon Als ze mooi waren wilde hun'opdracht- zo'n behageTte' devSjfdufzend X en
die volgens mevrouw
uit de Ming-dynastie, een keizerlijk ge
slacht van vele eeuwen vóór Christus.
Hij kon nooit nalaten er tegenover zijn
cliëntèle met de grootste ophef
over te spreken, maar de klanten
kregen de vazen zelf nimmer te
zien. Ze stonden in de salon en ze
bleven er. Op dit punt was me
vrouw Salaire onverbiddelijk. Al
les moest vermeden worden wat
een mogelijkheid tot beschadiging
inhield. Zij drong er bij Archi
bald zelfs op aan dat hij de aanwe
zigheid der vazen zou verzwijgen.
Hoe licht immers kon de begeerte
van een oneerlijk individu wor
den opgewekt en hoe rampzalig
zouden de gevolgen zijn! Alleen
al een poging om ze in handen te
krijgen kon leiden tot de onver-
kwikkelijkste tafrelen, waarbij
het nog maar de vraag was of hun
beider leven zo dierbaar aan
henzelf en anderen geen gevaar
liep afgesneden te worden. Archi
bald hoorde haar gelaten aan,
maar in de zaak, bij afwezigheid
van zijn echtgenote, schepte hij
over de vazen op en prees ze he
melhoog.
Hij hield van mevrouw Salaire,
hij was gelukkig met haar en haar
geld en hij hield ook van de va
zen, doch hij betreurde het dat zij
voor mevrouw Salaire meer be
tekenden dan hij aanvankelijk ge
neigd was geweest te veronder
stellen. Want al zat hij op flu
weel, al liep de zaak uitstekend
en hield hij voor zichzelf een be-
vrouwks!wpCen«!te7?v2i Ti<= m0~ 16 begesen om Peinzend bij de porseleinen gever er wel nzesduizend gulden per stuk
geen geval op achteruit gingen, hij onder
kende de waarde der vazen zeer wel en de
de Ming-dynastie van onze huidige jaar- „Tweeduizend gulden?" riep Archibald,
telling is verwijderd en hoe zorgzaam dat die zijn oren niet kon geloven.
had ze toch niet liever haar vazen
terug in de salon. Zou hij haar dan
maar zesduizend gulden geven?
Maar al ze die ook niet wou? Als
ze nu met alle geweld de vazen
wou, de vazen en niets dan de va
zen? Zevenduizend gulden....?
Maar ze wou de vazen, o, hij had
het vooruit kunnen weten: de va
zen, anders bestond er niets voor
haar.
Waarom had hij ze verkocht?
Waarom had hij zich door zijn
gouddorst zo laten meeslepen?
Allerlei kleine gevallen kwamen
hem in de herinnering, waarbij
mevrouw Salaire van haar ge
hechtheid aan de vazen had blijk
gegeven. Het leed geen twijfel: de
verontwaardiging van mevrouw
Salaire zou verschrikkelijk zijn.
Ze was verschrikkelijk als ze
verontwaardigd was. Dan maar
zeggen dat de vazen gestolen wa
ren? Maar hij had geen aangifte
gedaan. Je laat toch geen vazen
stelen zonder aangifte te doen. Hij
moest eerlijk opbiechten. Haar
boosheid trotseren. Haar ontzag
lijke woede tegemoet zien. Maar
nog liever maakte hij rechtsom
keert. Kon hij de vazen niet terug
kopen? Maar waar? Archibald
Salaire huiverde. De stewardess,
als een echte gastvrouw, schoot
onmiddellijk toe met een kop hete
koffie. „Een beetje hoogtevrees is
geen zeldzaamheid," zei ze. „Was het maar
hootevrees," dacht Archibald Salaire....
Maar toen hij mevrouw Salaire eenmaal
op beide wangen had gekust en al haar
uc woctiut' uci v cl /.cl I /.^r I wei en ue I - VJ e UCIUC wanten iiau kcauöi cii ai naai
gedachte, dat hij er goed geld aan kon ver- fuesren rler i a W(fedmzend gulden zei de heer. De vragen naar de zaak, zijn gezondheid en
dienen, speelde hem menigmaal door het i. t\ handelaren ge- dame knikte instemmend, alsof ze wou de koers der aandelen had beantwoord,
hoofd.
Wanneer hij door de salon kwam, zou 1 j
hij nooit verzuimen even bij de vazen stil k?d dromenrvan we belegen Amerikanen,
te staan. Hij verving de namen die zijn
vrouw aan ze had gegeven: Roos
±geïLïiT\l6e!d1!l W0er °P' De fdd0r ?fëëen- Wat betekenen voor ons nu twee- kreeg hij weer moed. Hij raakte zelfs niet
der begeerte kronkelde in zijn geest. H,j duizend gulden?" van zijnJstuk, loen ze hem met enige teder-
,-ia'^ei Archibald Salaire. „Dat is heid en nog meer nadruk verzocht, de om-
die er een lieve dollar voor over hadden een bod. Dat geeft te denken
om de Roos van Ming,de Bekoorlijke Thee-
standigheden te schetsen waarin de Roos
van Ming, de Bekoorlijke Theetuin, het
Ming, Bekoorlijke Theetuin, Paviljoen van T ?ET GAF INDECR?AAD te denken en Paviljoen%an de zon en het Noodlot'swiel
de zon en Noodlotswiel (namen die ze, als Noodlotsw.el bu hun frigidaire te zetten, he zou mevrouw Salaire als ze er niet zich bevonden. Onmiddellijk gaf hij haar
een soort whiskey met soda had gemixed g g 1J in Zljn fantasieen °P. dat hij onkundig van was geweest, wel het meest
ppri klpiiriop cphildprincr waarin rlp va?pn
een kleurige schildering, waarin de vazen
uit Chinese theereclames en romans) door f" keer zeI,fs de ^inke]b,el met hoorde, te denken hebben gegeven dat haar man schitterden in een Chinese luister als nooit
meer nuchtere titels als Vijf rode ruggen t(ien Gr. eon koper binnen kwam en diens zich schoorvoetend naar de salon begaf tevoren zo geestdriftig dat het mevrouw
of Tien rode ruggen, waarbij men niet aanwez-igheid pas bemerkte op het ogen- om de Roos van Mmg.de Bekoorlijke Thee- Sala5re argwanend had moeten stemmen,
moet denken aan door Chinese handelaars,
geslagen Chinese slaven, maar aan de geld
sommen die ze voor Archibald vertegen
woordigden. Hij stelde zich al voor dat hij
ze zou verkopen en zijn banksaldo met zo
veel duizend vermeerderen! Maar het beeld
van een handenwringende mevrouw Sa-
als ze maar een beetje kijk op haar man
had gehad.
Maar ze had geen argwaan, want ze kon
zich eenvoudig niet voorstellen dat de va
zen ooit iets zou overkomen, noch dat
mijnheer Salaire ze, al was het met over
winst, van de hand zou doen. „Ik heb wat
gespeeld in het casino", vertrouwde ze hem
toe.. „Weet je dat er in Parijs twee vazen
laire, de wanhoog in de ogen en met ver- blik' dat de be' ten tweede male ging, ten tuin, het Paviljoen van de zon en het
wilderde trekken op hem afstormend ver- teken dat de man zich verwijderde. Uit Noodlotswiel aldus toe te spreken. „Jullie
dreef deze zoete gedachte en bracht hem e?n haastig ingesteld onderzoek bleek hem staan hier nu al bijna een eeuw. Mevrouw staan', die ik altijd al had willen hebben?
terug in de werkelijkheid. De adder der n'et dat bij iets miste. Het voorval droeg Salaire is op vacantie. Mevrouw Salaire -
begeerte stak echter nog dikwijls genoeg er ecbter niet toe bij hem in een beter wil jullie niet kwijt. Maar, vraag ik mij
haar kopje op om de vazen in Archibald's bumeur te brengen. Hij besloot voortaan af, zal mevrouw Salaire een eeuw nodig
in de winkel te blijven en zocht de salon hebben
geest levend te houden.
MISSCHIEN zou Archibald Salaire schemer van het onderbewuste.
om over jullie verlies heen te
niet meer op. De vazen verdwenen in de komen? Als ik jullie verkoop heb ik vier
maal tweeduizend gulden, dat is achtdui-
Ze komen uit de Ming-dynastie. Die ga ik
kopen. Ik heb er genoeg geld voor."
„Hoeveel?" vroeg Archibald, wie het
week om het hart werd.
„Zevenduizend gulden," zei mevrouw
Salaire achteloos.
„ZevenduiMaar zou je dat nu wel
nooit de beproevingen hebben behoeven te TOT OP HET EIND van de derde week, zend gu^en. Dat betekent vierduizend voor
ondergaan, waarvan het vervolg dezer ge- juist toen Archibald Salaire besloten had "jevrouw Salaire en vierduizend voor auj. doen?" weerstreefde mijnheer Salaire.
schiedenis rept, als mevrouw Salaire het aan de herhaalde verzoeken van zijn echt- fou mevrouw Salaire daar nu bezwaar js het jouw geld of het mijne?" vroeg
niet in haar hoofd had gehaald op vacantie genote toe te geven en ook maar naar de Gge" bebben? Als ik haar nu eens vijf in mevrouw Salaire.
te gaan. Het idee was op zichzelf goed, het Rivièra te gaan, een heer en dame zijn a.ats van vierduizend gulden geef? Dan )!Het jouwe, liefste, natuurlijk," ant-
was, eenvoortreffelijk: idee, alleen Archi- winkel binnenstapten. Met het passage- woordde hii.
biljet voor het vliegtuig naar Nice in zijn
Wij mogen zo'n kans niet. laten lopen. Ik „Ik wil die vazen hebben," zei mevrouw
zak schreed hij* hen wantrouwend'tegemoet* heb mij'n bele maand er uib Ik hou er nog Salaire. „Ze passen prachtig bij de andere.
bald voelde er niets voor. Hij zou daar zijn
zaak vier weken lang in de steek laten!
Zo vertrok mevrouw Salaire voor verblijf Het zouden ook wel weer kijkers, geen °P ^om> moest het maar doen,
van een maand naar de Rivièra en bleef kopers zijn. Hij begroette hen hoffelijk,
vind ik.'
(zie verder pagina 5)
Langzamerhand loopt het Holland Festival alweer ten einde. Aan de talrijke
artistieke manifestaties hebben wij uitvoerige besprekingen gewijd. Maar
ditkeer willen wij op een bijzonder aspect de aandacht vestigen: de voortreffe
lijke verzorging van de programmabladen. Over het algemeen is men erin
geslaagd deskundige medewerkers te vinden voor het schrijven van inleidende
artikelen en hartelijk gestemde welkomstwoorden. Niet altijd muntten de toe
lichtende artikelen door duidelijkheid uit, maar men kon er zich toch altijd
mee redden. Uitermate gelukkig is het bestuur geweest met het toevertrouwen
van het typografisch gedeelte aan de heren Dick Elffers en Jurriaan Schrofer,
die met voorname smaak en speelse variatiekunst de programma's ondanks hun
bescheiden omvang tot ware souvenirs hebben gemaakt. Ook het illustratie
materiaal is doorgaans voorbeeldig gekozen. Als voorbeeld daarvan reprodu
ceren wij hierbij het bovenste gedeelte van een pagina uit het programma van
de voorstellingen van „La Cenerentola" door de Scala uit Milaan, een heerlijk-
ouderwetse prent van de componist Rossini, omgeven door de aan zijn verbeel
dingskracht ontstegen hoofdfiguren uit enige van zijn vele opera's. Hoe be
koorlijk komen daarin tevens zijn op weelde ingestelde natuur en het gemak
van zijn schrijftrant tot uiting!
99
(Van onze correspondent in Rome)
In Rome ziet men weer, schaars als de
eerste lammetjes in het vroege voorjaar,
bordjes aan de deuren met de toverspreuk:
„Te huur". Er zijn heel wat jongere men
sen, voor wie dit iets volkomen onbekends
is: men moet bijna vijftien jaren terug
gaan in de herinnering wil men diezelfde
bordjes terugvinden.
Wat te huur wordt aangeboden, zijn
zeker geen eenvoudige flatjes voor een
bescheiden beurs. Het gaat om wat men
hier noemt „Signoriale appartementen" -
dus huizen voor welgestelden. Dat daarvan
plotseling een overvloed is, komt doordat
men er in de afgelopen jaren heil in zag
dure huizen te bouwen, waarvan de huur
waarde in een jaar of vier de bouwkosten
zou moeten dekken. Maar niemand voelde
er voor de kleine middenstand aan een
niet al te duur onderdak te helpen. Het is
namelijk in de eerste plaats de grond, die
de bouwkosten hoog maakt en een flat
gebouw voor middenstands-woningen
neemt evenveel plaats in als een met veel
marmer (of imitatie-marmer), veel „nik
kel" in de badkamers - in een dure flat
zijn er twee of drie - en een indrukwek
kend trappenhuis.
Dat zijn de dingen, waarin de „luxe"
zichtbaar wordt. Voor het overige wonen
milliardairs en kleine ambtenaartjes ge
lijkelijk in enorme blokken van tien,
twaalf verdiepingen. Parioli, de luxewijk
bij uitnemendheid, is zelfs dermate dicht
bebouwd, want iedereen wil in die deftige
buurt wonen en voornaam zijn, dat een
geestige architect heeft gesproken over „de
milliardairssloppen".
Al zouden wij nooit in een van die mo
derne flats van Parioli willen wonen, ook
al zouden wij de achthonderd a duizend
gulden per maand kunnen opbrengen, die
men daar voor vier kamers durft te vra
gen, toch gaan wij wel eens kijken hoe de
te huur geboden woningen er uit zien. Wat
ons dan altijd treft, is hoe aan de mooie
schijn geen degelijke afwerking beant
woordt. De „marmeren" vloeren blijken
marmerstueco, de vensters en deuren slui
ten slecht en voor alles: het hele cement-
blok werkt als een klankkast en men hoort
op de achtste verdieping de generaal van
driehoog zijn neus snuiten.
Iets aparts zijn in die moderne huizen
de kamertjes voor het personeel. In Italië
heeft men nog personeel: uiterst werkza
me, eerlijke, toegewijde dienstmeisjes die
met het gezin meeleven en voor een laag
loontje schoonmaken, poetsen, wassen, ko
ken en wat al niet meer.
De bouwers van de nieuwe flats zijn het
personeel beslist niet goedgezind. De op de
zonderlingste wijze overgeschoten hoekjes
van het huis, ergens onder een trap of af
geschermd van een rommelkamer, worden
tot „salottino" voor het dienstmeisje uit
geroepen!
(vervolg van pagina 4)
Ik heb er al twee namen voor bedacht."
„Die moet je me maar vertellen als je
de vazen hebt," zei mijnheer Salaire. „Het
moet een verrassing blijven."
Maar onderlussen peinsde hij zich nog
altijd suf hoe hij haar op zijn verrassing
zou voorbereiden. Ik moet naar Amsterdam
terug, dacht hij. Ik kan het haar niet ver
tellen.
„Wat ben je stil," zei mevrouw Salaire,
„voel je je niet goed?"
„Nee, niet zo heel best,'' zei Archibald.
„Dat is de verandering van lucht. Daar
moet je aan wennen," zei mevrouw. „Weet
je wat? We nemen morgen de trein naar
Parijs. Ik wil beslist die vazen morgen
kopen."
„En dan?" vroeg mijnheer Salaire. „Ga
je dan terug naar huis?"
„Natuurlijk niet," zei zijn vrouw.
„Ik misschien wel," zei mijnheer....
EN HET GEBEURDE te Parijs, dat de
heer en mevrouw Salaire, toen zij de win
kel van de antiquair binnentraden, naast
de twee vazen, welke mevrouw ter aan
vulling van haar (niet meer aanwezige)
collectie nodig had, vier vazen aantroffen,
die verdacht veel leken op de Bekoorlijke
Theetuin, de Roos van Ming, het Paviljoen
van de zon en het Noodlotswiel. Ze waren
zo precies daaraan gelijk, dat de schrik
Archibald Salaire om het hart sloeg. En
mevrouw Salaire ontging die overeenkomst
evenmin.
„Wanneer ik niet zo zeker wist, dat ze
thuis bij ons in de salon stonden," zei ze,
„zou ik zweren, dat het miin vazen waren.
Ik zou er een eed op doen."
„Niet zo haastig met een eed, vrouw."
zei Archibald Salaire. ..Koop je twee va
zen. Dan gaan we weg."
Maar mevrouw Salaire was zo maar niet
te bewegen weg te gaan. Ze draaide om de
vazen heen, betastte ze bewonderde ze,
maakte vergelijkingen met de vazen in
Amsterdam, onderkende gelijkenis in ieder
motief, ja, zelfs in de beschadigingen en
bracht door haar opgewonden geredeneer
en haar verklaringen, dat zij deze vazen
ook zou kopen, een paniek teweeg bij haar
man, die de laatste mogelijkheid zag ver
dwijnen om zijn laaghartig verraad onge
daan te maken.
Doch zie. De eigenaar van de zaak, een
man van eer, achtte de beweringen van
mevrouw Salaire, als zou zij te Amsterdam
vier dezelfde vazen in haar bezit hebben,
zeer aanvechtbaar. Hij, zo zei hij, was de
enige in Europa, die zulke vazen bezat.
Mevrouw Salaire bestreed het. De eige
naar verzekerde het met des te meer klem.
Mevrouw Salaire ontkende het ten stellig-
J ste. De eigenaar riep de toorn der goden
af, als het niet zo was. Mevrouw Salaire
twijfelde er heel erg aan of hij wel de
waarheid sprak. De eigenaar vond zichzelf
een man aan wie men niet mocht wantrou
wen. De discussie, gelijk zij verliep, over
trof de stoutste voorstellingen die men zich
van mevrouw Salaire kan maken.
Na de lichte charge ging zij onmiddellijk
tot de onbarmhartige aanval over. Ze be
gon voor de zekerheid met haar tegenstan
der een vervalser te noemen. Ze betoogde
daarna dat hij voor een vervalser niet het
benodigde genie bezat, noemde hem ver
volgens toch een vervalser omdat ze geen
lelijker woord voor hem kon vinden en
eindigde haar beschuldigingen met hem de
grootste vervalser te noemen van deze
eeuw, het hoogste wat je als vervalser kon
bereiken. Het was slechts aan de tussen
komst van Archibald Salaire te danken,
dat het incident zonder handgemeen af
liep. Hij loodste zijn echtgenote de winkel
uit, zond haar, ontdaan van opwinding,
naar bed en keerde terug naar de winkel
om voor de genoegdoenende som van
twaalfduizend gulden de vazen terug te
kopen, die hij zelf voor achtduizend ver
kocht had.
Toen hij de winkel uitkwam, botste hij
bijna tegen een dame en een heer, die er
juist ingingen. Hij nam een vliegtuig-
biljet voor het toestel, dat des avonds naar
Nederland vertrok en keerde terug naar
mevrouw Salaire om haar te overreden
toch nog maar een weekje naar de Rivièra
te gaan, waarin ze toestemde ofschoon ze
er eigenlijk geen zin meer in had. Maar ze
deed het alleen als Archibald haar bij wijze
van compensatie de vazen schonk, voor
welker aankoop ze naar dat verschrikke
lijke Parijs en die afschuwelijke man was
gegaan.
Hij stemde toe en kocht de vazen. Dat
kostte hem nog eens vijfduizend gulden.
ZO KWAM HET, dat Archibald Salaire
in de maand, dat hij weigerde op vacantie
te gaan, een verlies boekte van negendui
zend gulden. Bij de terugkeer van zijn
vrouw prijkten in de salon de Roos van
Ming, de Bekoorlijke Theetuin, het Pavil
joen van de zon en het Noodlotswiel on
veranderd op hun oude plaatsen. En daar
naast stonden een dauwdrup van Jade en
de Lotusbloem van de keizer.
Mevrouw Salaire koesterde de vazen als
of ze haar kinderen waren. En zij misprees
de Pariise handelaar, die haar zo weinig
rechtschapen had behandeld. Mijnheer
Salaire deed het enige wat hij in deze om
standigheden kon doen: hij zweeg. Zijn
zwijgen was welsprekender dan alle namen
van alle Chinese vazen van alle Chinese
keizers bij elkaar. Het was alleen in Chi
nese ruggen uit te drukken!
WIE de gezamenlijke
gegevens van de vele
Verenigingen voor
Vreemdelingenver
keer combineert, kan
zich niet aan de in
druk onttrekken, dat
ons land langzamer
hand op een bijoute-
rieënkast begint te
lijken. Nauwelijks is
men déze, als sieraad
aanbevolen land
streek uit, of men
komt in géne buurt
schap, die als een
kleinood te boek staat.
En als er nog een plas
tegenaan ligt, dan is
het ongetwijfeld een
parel.
Nederland bezit
vooral in parels een
groot assortiment,
want het is een wa
terrijk land. En wan
neer er toevallig eens
een streep zon over
heen strijkt ziet men
al die parels om strijd
oplichten. De Kaag
schijnt in deze kost
bare collectie wel het meest uit te blinken,
getuige de overtreffende trap „parel der
plassen".
Bij harde wind en laaghangende bewol
king toont overigens ook De Kaag een
ruwer facet en wij hebben bij een recent
zeilmiddagje een ogenblikje gevreesd pa
relduiker te zullen worden.
Tot nu toe durfden wij ons nauwelijks
in de zeilsport begeven, omdat wij geen pijp
roken en al evenmin een verweerde-kop-
met-scherpe-trekken bezitten, zonder wel
ke wij niet op het water meenden thuis te
horen. Maar de zeilsport is wat dit aangaat
gelukkig sterk gehumaniseerd en toen wij
onlangs een man met een rood hemd en
een sigaar aan zagen zeilen verdwenen alle
innerlijke remmingen.
Het begin was nog even moeilijk, toen
de verhuurder, die krachtig steunend onze
boot optuigde, ons verzocht of wij nog
eventjes de grootschoot wilden scheren.
Maar gelukkig herinnerden wij ons op dat
moment plotseling, dat wij nog iets op de
wal hadden laten liggen en bleek onze zeil-
gezellin intussen te weten, hoe men scho
ten 'scheert. Teruggekomen constateerden
wij tevreden, dat alles „ree" was, welke
term de verhuurder helaas ontging. Bij
onze vraag of er thermiek was, zagen wij
het meisje blozend in een werkzaamheid
opgaan en de verhuurder op de linkerslaap
krabben. „Jazeker", zei hij tenslotte, „maar
veel last zal u daar niet van hebben, want
dit bootje is tóch een beetje loefgierig". Na
deze indrukwekkende woorden ging hij
heen. Het meisje helderde alles op door te
zeggen, dat de boot, gewoon een beetje
wreed-op-het-roer was.
„En als jij nu even de fok bak zet", zei-
de zij, „dan gaan we maar". Het bleek om
een touw te gaan, dat voor de mast langs
strak aangehaald diende te worden. Wij
leerden voorts, dat het afzetten van de
boot weinig zin heeft, wanneer deze even
later weer moet aanleggen om die afzetter
zelve op te halen.
Maar even later huppelde ons vaartuig
je dan toch dartel als een kalf het Zwei-
land in zoals een van de Kagerplassen
heet. Het buiswater daalde met volle mep
pen op ons neer, maar wij dachten aan de
ontberingen onzer vaderen en groetten vro
lijk het volk in andere boten. „We gaan
door de wind", zei het meisje nu. Wij
waren er dadelijk bij om dat te beamen.
Een zeilpartij bij een fijne motregen heeft
ons wel geleerd, dat er zonder wind weinig
te beginnen is. „Ik bedoel overstag", lichtte
zij toe, de helmstok plotseling verontschul
digend doch dringend tussen onze ribben
drijvend. Voor ons was het voornamelijk
een kwestie van verzitten naar de kant
waar nu het buiswater vandaan kwam.
GERUIME TIJD bleven wij rustig aan
de wind zeilen zonder dat zich meteorolo
gische of terminologische moeilijkheden
voordeden. Wij hielden het windvaantje
goed in het oog en om het wat te contro
leren keken wij regelmatig of de blonde
lokken van het meisje wel in dezelfde
richting wapperden.
„Sorry", zei zij plotseling, „ik zat op
jouw schoot". Wij keken een beetje ver
wilderd op, maar het viel niet te loochenen.
Wij waren onze bakboord fokkeschoot ge
heel uit het oog verloren en hebben hem
op haar aanwijzingen maar belegd op een
kikker, hetgeen ook alweer eenvoudiger
gaat dan het klinkt.
Op de terugweg, plat voor de wind zei
lend, merkten wij een familie op, die ge
heel aan lager wal was geraakt. Het was
treffend om ook hier op de Kaag mensen
aan de zelfkant van het leven te zien wor
stelen om hun misgrepen goed te maken.
Harde terechtwijzingen zoals „koekebak-
ker" werden een gezinshoofd daarbij niet
onthouden.
TENSLOTTE kregen ook wij beiden te
maken met het verschijnsel, dat zich voor
al op Nederlandse plassen zo vaak voor
doet: het plotseling ingehaald worden door
een schip met zure appelen, dat men in
het geheel niet had opgemerkt.
Wij koersten naar het riet van de Laker-
polder, haalden de fok en het grootzeil
neer en kropen er onder. Een aalscholver,
die de Kaag kende, deed plotseling alsof hij
ons niet gezien had en dook onder, als om
van de verantwoordelijkheid af te zijn.
Terwijl de regen op het zeil neertakker-
de heeft het meisje ons op gedempte toon
een paragraaf van het Binnenaanvarings-
reglement voorgelezen. KO BRUGBIER