Chinese vazen p^i= mmmm mÊMm saSSS PRETTIG SOUVENIR Jp ÓL"' 11 PARELEND MIDDAGJE DE VIER In „milliardairssloppen De vier Chinese vazen Studio van Paul Cézanne open voor publiek rTaaftlndS S^vefdal^aS St« Slaan' H« dach' KORT VERHAAL door MICHAEL RETY TOEN ARCH] BALD SALAIRE zijn haar echtgenoot achter, alleen, alleen met zaak in antiquiteiten opende was hij een jaar getrouwd met mevrouw Salaire en een welgesteld man. Want mevrouw Sa- de loden, koperen en porseleinen antiqui teiten en de vazen, die uitdagend prijkten in de salon. In het mystieke halfduister van zijn win- laire bracht, toen zij met Archibald kei nam hij een vel papier en berekende trouwde, een niet onbelangrijke bruid- het bedrag, dat hij in één maand kon ver schat mede, die een jaar later bij het ?l™lachend hief hij het 'j j i Papier tegen het licht. Zoveel inkomsten overlijden van haar vader vermeerderd zou hij deze maand niet derven. Maar hoe Werd met zijn versterf, waarvan zij op vergiste hij zich! Want wat er in het spel Het Franse ministerie van Onderwijs heeft de studio in Aix-en-Provence, waar in de schilder Paul Cézanne werkte, %aan- gekocht. De studio zal voor het publiek worden opengesteld. Dank zij Franse en buitenlandse hulp heeft men verscheidene werken van de schilder kunnen aankopen, die in dat atelier met een collectie voor werpen, die door Cézanne gebruikt wer den, tentoongesteld zullen worden. Tekening hiernaast uit „French Cartoons" maar de hoop in zijn hart was gering. Mijnheer Salaire pakte een der porse- Archibalds aanraden een winkel in an- mocht zijn, of er misschien geen belang- u hent mijnheer Archibald Safaire'"' zei leinen vazen en tilde haar op. Hij aarzelde tiquiteiten kocht. Wat was natuurlijker stellin£ ^eer was bij de geachte cliëntèle - 1 - - - - - voor antiek, of met mevrouw Salaire alle j i ,u-iii i vuur armen, ui mei mevrouw öaiaire ane 1 i o Archibald zijn talenten ont- aspirant-kopers naar de Rivièra vertrok- plooide? de heer. ,Dat ben ik",* zei Archibald Salaire. ,Ik zoek vier vazen," zei de heer, „vier nog, maar de adder kronkelde al heviger in zijn hart, de rode ruggen ritselden in zijn geest, de Chinese slaven sloegen de ken waren, geen sterveling kwam in de va'zen van uitzonderlijke antiquiteit'. Naar Chinese handelaars. Toen hij een kwartier 7Ü Q t>T~\ A l'hhlbold irni-lr/NAbl »-> J 1^1^^ J 1 J U!.1 J 1_ Z 1 later in de salon terugkeerde hield hij in ■rfirnc: vaw tcmncririrnt jt? v, j a 6n Archibald Salaire verkocht niets, verluidt kan ik ze bij u vinden". REEDS yAN KINDSBEEN AF had Ar- Niets, een hele week lang. En ook de twee- Archibald Salaire trok een bedenkeliik zÜn handen de kroon op het werk van de E°JLZ°f^tVOOr de Wlek" En 00k de derde week kwam er ge zich t. ^e heer sche en n i et lem a nd t e^ zij n^ Chinese slavenarbeid. an,,n,"fW,e" f" geen k°Per in de winkel- die zich met een kluitje in het riet liet antiquiteiten aan de dag gelegd, ja, hij was er zelfs in geslaagd een behoorlijke ver- ,T va.. Hij liep tussen de koperen, tinnen, loden sturen, maar de vazen van uitzonderlijke kreeg het bestaan van mevrouw Salaire Sïï&TS kl--f,nif^LerS^^0r^de".e^ha!n- antiquiteit stonden in de salon en de oud- voofhaar man dat ondubbeSnnige aan! PAS IN HET VLIEGTUIG naar Nice een viertal Chinese vazen van uitzonder- daar misschien de oorzaak voor zijn droe- doende werden Afgewezen. Hij hing met "allen die ™verg£genvan zorgdoze ve?_ oms betrapte Archibald Salaire van een onverkoopbaar verleden. Hij zette teit van de vazen, die hij nog in zijn kei- teven had nieTSIer die gouden !fndies er op dat zij de vazen met zich tussen een Boedha en Javaanse half- der had maar tóen ze eenmaal aan het Hie rie hQi Q gouaen ran<Ues> ie»; tnp^nraV ?e niter^t teriev oeri a^r, maar loen z.e eenmaal aan het die de heer en dame eromheen hadden bogen zijn vrouw —«o— «...vu ,rauiJ uai. hij onoevangen inaruK van een jonge maagd vazen en miinheer Salaire beeon zich te wmSafaTree ni"estaVmdeen maakt'doelloos6Slenterde hh naa^boven" de. lenJ,ewei- De heer en dame liePen er realiseren, dat hij mevrouw Salaire in wel- ie. een keizerliik ge- inJ .moesten echte vazen hebben, gekozen bewoordingen van zijn transactie a?le^^vac"nRegm^ers^^ar^maanwenste vier de eeuwen getrotseerd hebbende va- op de hoogte moest brengen. Maar"hoe^zou aiie acantie„anöers naar de maan. zen, Chinese vazen uit de Ming-dynastie. zij dat opnemen' Schieo ze inderdaad wel Hij kwam er nu ook toe zich naar de salon Als ze mooi waren wilde hun'opdracht- zo'n behageTte' devSjfdufzend X en die volgens mevrouw uit de Ming-dynastie, een keizerlijk ge slacht van vele eeuwen vóór Christus. Hij kon nooit nalaten er tegenover zijn cliëntèle met de grootste ophef over te spreken, maar de klanten kregen de vazen zelf nimmer te zien. Ze stonden in de salon en ze bleven er. Op dit punt was me vrouw Salaire onverbiddelijk. Al les moest vermeden worden wat een mogelijkheid tot beschadiging inhield. Zij drong er bij Archi bald zelfs op aan dat hij de aanwe zigheid der vazen zou verzwijgen. Hoe licht immers kon de begeerte van een oneerlijk individu wor den opgewekt en hoe rampzalig zouden de gevolgen zijn! Alleen al een poging om ze in handen te krijgen kon leiden tot de onver- kwikkelijkste tafrelen, waarbij het nog maar de vraag was of hun beider leven zo dierbaar aan henzelf en anderen geen gevaar liep afgesneden te worden. Archi bald hoorde haar gelaten aan, maar in de zaak, bij afwezigheid van zijn echtgenote, schepte hij over de vazen op en prees ze he melhoog. Hij hield van mevrouw Salaire, hij was gelukkig met haar en haar geld en hij hield ook van de va zen, doch hij betreurde het dat zij voor mevrouw Salaire meer be tekenden dan hij aanvankelijk ge neigd was geweest te veronder stellen. Want al zat hij op flu weel, al liep de zaak uitstekend en hield hij voor zichzelf een be- vrouwks!wpCen«!te7?v2i Ti<= m0~ 16 begesen om Peinzend bij de porseleinen gever er wel nzesduizend gulden per stuk geen geval op achteruit gingen, hij onder kende de waarde der vazen zeer wel en de de Ming-dynastie van onze huidige jaar- „Tweeduizend gulden?" riep Archibald, telling is verwijderd en hoe zorgzaam dat die zijn oren niet kon geloven. had ze toch niet liever haar vazen terug in de salon. Zou hij haar dan maar zesduizend gulden geven? Maar al ze die ook niet wou? Als ze nu met alle geweld de vazen wou, de vazen en niets dan de va zen? Zevenduizend gulden....? Maar ze wou de vazen, o, hij had het vooruit kunnen weten: de va zen, anders bestond er niets voor haar. Waarom had hij ze verkocht? Waarom had hij zich door zijn gouddorst zo laten meeslepen? Allerlei kleine gevallen kwamen hem in de herinnering, waarbij mevrouw Salaire van haar ge hechtheid aan de vazen had blijk gegeven. Het leed geen twijfel: de verontwaardiging van mevrouw Salaire zou verschrikkelijk zijn. Ze was verschrikkelijk als ze verontwaardigd was. Dan maar zeggen dat de vazen gestolen wa ren? Maar hij had geen aangifte gedaan. Je laat toch geen vazen stelen zonder aangifte te doen. Hij moest eerlijk opbiechten. Haar boosheid trotseren. Haar ontzag lijke woede tegemoet zien. Maar nog liever maakte hij rechtsom keert. Kon hij de vazen niet terug kopen? Maar waar? Archibald Salaire huiverde. De stewardess, als een echte gastvrouw, schoot onmiddellijk toe met een kop hete koffie. „Een beetje hoogtevrees is geen zeldzaamheid," zei ze. „Was het maar hootevrees," dacht Archibald Salaire.... Maar toen hij mevrouw Salaire eenmaal op beide wangen had gekust en al haar uc woctiut' uci v cl /.cl I /.^r I wei en ue I - VJ e UCIUC wanten iiau kcauöi cii ai naai gedachte, dat hij er goed geld aan kon ver- fuesren rler i a W(fedmzend gulden zei de heer. De vragen naar de zaak, zijn gezondheid en dienen, speelde hem menigmaal door het i. t\ handelaren ge- dame knikte instemmend, alsof ze wou de koers der aandelen had beantwoord, hoofd. Wanneer hij door de salon kwam, zou 1 j hij nooit verzuimen even bij de vazen stil k?d dromenrvan we belegen Amerikanen, te staan. Hij verving de namen die zijn vrouw aan ze had gegeven: Roos ±geïLïiT\l6e!d1!l W0er °P' De fdd0r ?fëëen- Wat betekenen voor ons nu twee- kreeg hij weer moed. Hij raakte zelfs niet der begeerte kronkelde in zijn geest. H,j duizend gulden?" van zijnJstuk, loen ze hem met enige teder- ,-ia'^ei Archibald Salaire. „Dat is heid en nog meer nadruk verzocht, de om- die er een lieve dollar voor over hadden een bod. Dat geeft te denken om de Roos van Ming,de Bekoorlijke Thee- standigheden te schetsen waarin de Roos van Ming, de Bekoorlijke Theetuin, het Ming, Bekoorlijke Theetuin, Paviljoen van T ?ET GAF INDECR?AAD te denken en Paviljoen%an de zon en het Noodlot'swiel de zon en Noodlotswiel (namen die ze, als Noodlotsw.el bu hun frigidaire te zetten, he zou mevrouw Salaire als ze er niet zich bevonden. Onmiddellijk gaf hij haar een soort whiskey met soda had gemixed g g 1J in Zljn fantasieen °P. dat hij onkundig van was geweest, wel het meest ppri klpiiriop cphildprincr waarin rlp va?pn een kleurige schildering, waarin de vazen uit Chinese theereclames en romans) door f" keer zeI,fs de ^inke]b,el met hoorde, te denken hebben gegeven dat haar man schitterden in een Chinese luister als nooit meer nuchtere titels als Vijf rode ruggen t(ien Gr. eon koper binnen kwam en diens zich schoorvoetend naar de salon begaf tevoren zo geestdriftig dat het mevrouw of Tien rode ruggen, waarbij men niet aanwez-igheid pas bemerkte op het ogen- om de Roos van Mmg.de Bekoorlijke Thee- Sala5re argwanend had moeten stemmen, moet denken aan door Chinese handelaars, geslagen Chinese slaven, maar aan de geld sommen die ze voor Archibald vertegen woordigden. Hij stelde zich al voor dat hij ze zou verkopen en zijn banksaldo met zo veel duizend vermeerderen! Maar het beeld van een handenwringende mevrouw Sa- als ze maar een beetje kijk op haar man had gehad. Maar ze had geen argwaan, want ze kon zich eenvoudig niet voorstellen dat de va zen ooit iets zou overkomen, noch dat mijnheer Salaire ze, al was het met over winst, van de hand zou doen. „Ik heb wat gespeeld in het casino", vertrouwde ze hem toe.. „Weet je dat er in Parijs twee vazen laire, de wanhoog in de ogen en met ver- blik' dat de be' ten tweede male ging, ten tuin, het Paviljoen van de zon en het wilderde trekken op hem afstormend ver- teken dat de man zich verwijderde. Uit Noodlotswiel aldus toe te spreken. „Jullie dreef deze zoete gedachte en bracht hem e?n haastig ingesteld onderzoek bleek hem staan hier nu al bijna een eeuw. Mevrouw staan', die ik altijd al had willen hebben? terug in de werkelijkheid. De adder der n'et dat bij iets miste. Het voorval droeg Salaire is op vacantie. Mevrouw Salaire - begeerte stak echter nog dikwijls genoeg er ecbter niet toe bij hem in een beter wil jullie niet kwijt. Maar, vraag ik mij haar kopje op om de vazen in Archibald's bumeur te brengen. Hij besloot voortaan af, zal mevrouw Salaire een eeuw nodig in de winkel te blijven en zocht de salon hebben geest levend te houden. MISSCHIEN zou Archibald Salaire schemer van het onderbewuste. om over jullie verlies heen te niet meer op. De vazen verdwenen in de komen? Als ik jullie verkoop heb ik vier maal tweeduizend gulden, dat is achtdui- Ze komen uit de Ming-dynastie. Die ga ik kopen. Ik heb er genoeg geld voor." „Hoeveel?" vroeg Archibald, wie het week om het hart werd. „Zevenduizend gulden," zei mevrouw Salaire achteloos. „ZevenduiMaar zou je dat nu wel nooit de beproevingen hebben behoeven te TOT OP HET EIND van de derde week, zend gu^en. Dat betekent vierduizend voor ondergaan, waarvan het vervolg dezer ge- juist toen Archibald Salaire besloten had "jevrouw Salaire en vierduizend voor auj. doen?" weerstreefde mijnheer Salaire. schiedenis rept, als mevrouw Salaire het aan de herhaalde verzoeken van zijn echt- fou mevrouw Salaire daar nu bezwaar js het jouw geld of het mijne?" vroeg niet in haar hoofd had gehaald op vacantie genote toe te geven en ook maar naar de Gge" bebben? Als ik haar nu eens vijf in mevrouw Salaire. te gaan. Het idee was op zichzelf goed, het Rivièra te gaan, een heer en dame zijn a.ats van vierduizend gulden geef? Dan )!Het jouwe, liefste, natuurlijk," ant- was, eenvoortreffelijk: idee, alleen Archi- winkel binnenstapten. Met het passage- woordde hii. biljet voor het vliegtuig naar Nice in zijn Wij mogen zo'n kans niet. laten lopen. Ik „Ik wil die vazen hebben," zei mevrouw zak schreed hij* hen wantrouwend'tegemoet* heb mij'n bele maand er uib Ik hou er nog Salaire. „Ze passen prachtig bij de andere. bald voelde er niets voor. Hij zou daar zijn zaak vier weken lang in de steek laten! Zo vertrok mevrouw Salaire voor verblijf Het zouden ook wel weer kijkers, geen °P ^om> moest het maar doen, van een maand naar de Rivièra en bleef kopers zijn. Hij begroette hen hoffelijk, vind ik.' (zie verder pagina 5) Langzamerhand loopt het Holland Festival alweer ten einde. Aan de talrijke artistieke manifestaties hebben wij uitvoerige besprekingen gewijd. Maar ditkeer willen wij op een bijzonder aspect de aandacht vestigen: de voortreffe lijke verzorging van de programmabladen. Over het algemeen is men erin geslaagd deskundige medewerkers te vinden voor het schrijven van inleidende artikelen en hartelijk gestemde welkomstwoorden. Niet altijd muntten de toe lichtende artikelen door duidelijkheid uit, maar men kon er zich toch altijd mee redden. Uitermate gelukkig is het bestuur geweest met het toevertrouwen van het typografisch gedeelte aan de heren Dick Elffers en Jurriaan Schrofer, die met voorname smaak en speelse variatiekunst de programma's ondanks hun bescheiden omvang tot ware souvenirs hebben gemaakt. Ook het illustratie materiaal is doorgaans voorbeeldig gekozen. Als voorbeeld daarvan reprodu ceren wij hierbij het bovenste gedeelte van een pagina uit het programma van de voorstellingen van „La Cenerentola" door de Scala uit Milaan, een heerlijk- ouderwetse prent van de componist Rossini, omgeven door de aan zijn verbeel dingskracht ontstegen hoofdfiguren uit enige van zijn vele opera's. Hoe be koorlijk komen daarin tevens zijn op weelde ingestelde natuur en het gemak van zijn schrijftrant tot uiting! 99 (Van onze correspondent in Rome) In Rome ziet men weer, schaars als de eerste lammetjes in het vroege voorjaar, bordjes aan de deuren met de toverspreuk: „Te huur". Er zijn heel wat jongere men sen, voor wie dit iets volkomen onbekends is: men moet bijna vijftien jaren terug gaan in de herinnering wil men diezelfde bordjes terugvinden. Wat te huur wordt aangeboden, zijn zeker geen eenvoudige flatjes voor een bescheiden beurs. Het gaat om wat men hier noemt „Signoriale appartementen" - dus huizen voor welgestelden. Dat daarvan plotseling een overvloed is, komt doordat men er in de afgelopen jaren heil in zag dure huizen te bouwen, waarvan de huur waarde in een jaar of vier de bouwkosten zou moeten dekken. Maar niemand voelde er voor de kleine middenstand aan een niet al te duur onderdak te helpen. Het is namelijk in de eerste plaats de grond, die de bouwkosten hoog maakt en een flat gebouw voor middenstands-woningen neemt evenveel plaats in als een met veel marmer (of imitatie-marmer), veel „nik kel" in de badkamers - in een dure flat zijn er twee of drie - en een indrukwek kend trappenhuis. Dat zijn de dingen, waarin de „luxe" zichtbaar wordt. Voor het overige wonen milliardairs en kleine ambtenaartjes ge lijkelijk in enorme blokken van tien, twaalf verdiepingen. Parioli, de luxewijk bij uitnemendheid, is zelfs dermate dicht bebouwd, want iedereen wil in die deftige buurt wonen en voornaam zijn, dat een geestige architect heeft gesproken over „de milliardairssloppen". Al zouden wij nooit in een van die mo derne flats van Parioli willen wonen, ook al zouden wij de achthonderd a duizend gulden per maand kunnen opbrengen, die men daar voor vier kamers durft te vra gen, toch gaan wij wel eens kijken hoe de te huur geboden woningen er uit zien. Wat ons dan altijd treft, is hoe aan de mooie schijn geen degelijke afwerking beant woordt. De „marmeren" vloeren blijken marmerstueco, de vensters en deuren slui ten slecht en voor alles: het hele cement- blok werkt als een klankkast en men hoort op de achtste verdieping de generaal van driehoog zijn neus snuiten. Iets aparts zijn in die moderne huizen de kamertjes voor het personeel. In Italië heeft men nog personeel: uiterst werkza me, eerlijke, toegewijde dienstmeisjes die met het gezin meeleven en voor een laag loontje schoonmaken, poetsen, wassen, ko ken en wat al niet meer. De bouwers van de nieuwe flats zijn het personeel beslist niet goedgezind. De op de zonderlingste wijze overgeschoten hoekjes van het huis, ergens onder een trap of af geschermd van een rommelkamer, worden tot „salottino" voor het dienstmeisje uit geroepen! (vervolg van pagina 4) Ik heb er al twee namen voor bedacht." „Die moet je me maar vertellen als je de vazen hebt," zei mijnheer Salaire. „Het moet een verrassing blijven." Maar onderlussen peinsde hij zich nog altijd suf hoe hij haar op zijn verrassing zou voorbereiden. Ik moet naar Amsterdam terug, dacht hij. Ik kan het haar niet ver tellen. „Wat ben je stil," zei mevrouw Salaire, „voel je je niet goed?" „Nee, niet zo heel best,'' zei Archibald. „Dat is de verandering van lucht. Daar moet je aan wennen," zei mevrouw. „Weet je wat? We nemen morgen de trein naar Parijs. Ik wil beslist die vazen morgen kopen." „En dan?" vroeg mijnheer Salaire. „Ga je dan terug naar huis?" „Natuurlijk niet," zei zijn vrouw. „Ik misschien wel," zei mijnheer.... EN HET GEBEURDE te Parijs, dat de heer en mevrouw Salaire, toen zij de win kel van de antiquair binnentraden, naast de twee vazen, welke mevrouw ter aan vulling van haar (niet meer aanwezige) collectie nodig had, vier vazen aantroffen, die verdacht veel leken op de Bekoorlijke Theetuin, de Roos van Ming, het Paviljoen van de zon en het Noodlotswiel. Ze waren zo precies daaraan gelijk, dat de schrik Archibald Salaire om het hart sloeg. En mevrouw Salaire ontging die overeenkomst evenmin. „Wanneer ik niet zo zeker wist, dat ze thuis bij ons in de salon stonden," zei ze, „zou ik zweren, dat het miin vazen waren. Ik zou er een eed op doen." „Niet zo haastig met een eed, vrouw." zei Archibald Salaire. ..Koop je twee va zen. Dan gaan we weg." Maar mevrouw Salaire was zo maar niet te bewegen weg te gaan. Ze draaide om de vazen heen, betastte ze bewonderde ze, maakte vergelijkingen met de vazen in Amsterdam, onderkende gelijkenis in ieder motief, ja, zelfs in de beschadigingen en bracht door haar opgewonden geredeneer en haar verklaringen, dat zij deze vazen ook zou kopen, een paniek teweeg bij haar man, die de laatste mogelijkheid zag ver dwijnen om zijn laaghartig verraad onge daan te maken. Doch zie. De eigenaar van de zaak, een man van eer, achtte de beweringen van mevrouw Salaire, als zou zij te Amsterdam vier dezelfde vazen in haar bezit hebben, zeer aanvechtbaar. Hij, zo zei hij, was de enige in Europa, die zulke vazen bezat. Mevrouw Salaire bestreed het. De eige naar verzekerde het met des te meer klem. Mevrouw Salaire ontkende het ten stellig- J ste. De eigenaar riep de toorn der goden af, als het niet zo was. Mevrouw Salaire twijfelde er heel erg aan of hij wel de waarheid sprak. De eigenaar vond zichzelf een man aan wie men niet mocht wantrou wen. De discussie, gelijk zij verliep, over trof de stoutste voorstellingen die men zich van mevrouw Salaire kan maken. Na de lichte charge ging zij onmiddellijk tot de onbarmhartige aanval over. Ze be gon voor de zekerheid met haar tegenstan der een vervalser te noemen. Ze betoogde daarna dat hij voor een vervalser niet het benodigde genie bezat, noemde hem ver volgens toch een vervalser omdat ze geen lelijker woord voor hem kon vinden en eindigde haar beschuldigingen met hem de grootste vervalser te noemen van deze eeuw, het hoogste wat je als vervalser kon bereiken. Het was slechts aan de tussen komst van Archibald Salaire te danken, dat het incident zonder handgemeen af liep. Hij loodste zijn echtgenote de winkel uit, zond haar, ontdaan van opwinding, naar bed en keerde terug naar de winkel om voor de genoegdoenende som van twaalfduizend gulden de vazen terug te kopen, die hij zelf voor achtduizend ver kocht had. Toen hij de winkel uitkwam, botste hij bijna tegen een dame en een heer, die er juist ingingen. Hij nam een vliegtuig- biljet voor het toestel, dat des avonds naar Nederland vertrok en keerde terug naar mevrouw Salaire om haar te overreden toch nog maar een weekje naar de Rivièra te gaan, waarin ze toestemde ofschoon ze er eigenlijk geen zin meer in had. Maar ze deed het alleen als Archibald haar bij wijze van compensatie de vazen schonk, voor welker aankoop ze naar dat verschrikke lijke Parijs en die afschuwelijke man was gegaan. Hij stemde toe en kocht de vazen. Dat kostte hem nog eens vijfduizend gulden. ZO KWAM HET, dat Archibald Salaire in de maand, dat hij weigerde op vacantie te gaan, een verlies boekte van negendui zend gulden. Bij de terugkeer van zijn vrouw prijkten in de salon de Roos van Ming, de Bekoorlijke Theetuin, het Pavil joen van de zon en het Noodlotswiel on veranderd op hun oude plaatsen. En daar naast stonden een dauwdrup van Jade en de Lotusbloem van de keizer. Mevrouw Salaire koesterde de vazen als of ze haar kinderen waren. En zij misprees de Pariise handelaar, die haar zo weinig rechtschapen had behandeld. Mijnheer Salaire deed het enige wat hij in deze om standigheden kon doen: hij zweeg. Zijn zwijgen was welsprekender dan alle namen van alle Chinese vazen van alle Chinese keizers bij elkaar. Het was alleen in Chi nese ruggen uit te drukken! WIE de gezamenlijke gegevens van de vele Verenigingen voor Vreemdelingenver keer combineert, kan zich niet aan de in druk onttrekken, dat ons land langzamer hand op een bijoute- rieënkast begint te lijken. Nauwelijks is men déze, als sieraad aanbevolen land streek uit, of men komt in géne buurt schap, die als een kleinood te boek staat. En als er nog een plas tegenaan ligt, dan is het ongetwijfeld een parel. Nederland bezit vooral in parels een groot assortiment, want het is een wa terrijk land. En wan neer er toevallig eens een streep zon over heen strijkt ziet men al die parels om strijd oplichten. De Kaag schijnt in deze kost bare collectie wel het meest uit te blinken, getuige de overtreffende trap „parel der plassen". Bij harde wind en laaghangende bewol king toont overigens ook De Kaag een ruwer facet en wij hebben bij een recent zeilmiddagje een ogenblikje gevreesd pa relduiker te zullen worden. Tot nu toe durfden wij ons nauwelijks in de zeilsport begeven, omdat wij geen pijp roken en al evenmin een verweerde-kop- met-scherpe-trekken bezitten, zonder wel ke wij niet op het water meenden thuis te horen. Maar de zeilsport is wat dit aangaat gelukkig sterk gehumaniseerd en toen wij onlangs een man met een rood hemd en een sigaar aan zagen zeilen verdwenen alle innerlijke remmingen. Het begin was nog even moeilijk, toen de verhuurder, die krachtig steunend onze boot optuigde, ons verzocht of wij nog eventjes de grootschoot wilden scheren. Maar gelukkig herinnerden wij ons op dat moment plotseling, dat wij nog iets op de wal hadden laten liggen en bleek onze zeil- gezellin intussen te weten, hoe men scho ten 'scheert. Teruggekomen constateerden wij tevreden, dat alles „ree" was, welke term de verhuurder helaas ontging. Bij onze vraag of er thermiek was, zagen wij het meisje blozend in een werkzaamheid opgaan en de verhuurder op de linkerslaap krabben. „Jazeker", zei hij tenslotte, „maar veel last zal u daar niet van hebben, want dit bootje is tóch een beetje loefgierig". Na deze indrukwekkende woorden ging hij heen. Het meisje helderde alles op door te zeggen, dat de boot, gewoon een beetje wreed-op-het-roer was. „En als jij nu even de fok bak zet", zei- de zij, „dan gaan we maar". Het bleek om een touw te gaan, dat voor de mast langs strak aangehaald diende te worden. Wij leerden voorts, dat het afzetten van de boot weinig zin heeft, wanneer deze even later weer moet aanleggen om die afzetter zelve op te halen. Maar even later huppelde ons vaartuig je dan toch dartel als een kalf het Zwei- land in zoals een van de Kagerplassen heet. Het buiswater daalde met volle mep pen op ons neer, maar wij dachten aan de ontberingen onzer vaderen en groetten vro lijk het volk in andere boten. „We gaan door de wind", zei het meisje nu. Wij waren er dadelijk bij om dat te beamen. Een zeilpartij bij een fijne motregen heeft ons wel geleerd, dat er zonder wind weinig te beginnen is. „Ik bedoel overstag", lichtte zij toe, de helmstok plotseling verontschul digend doch dringend tussen onze ribben drijvend. Voor ons was het voornamelijk een kwestie van verzitten naar de kant waar nu het buiswater vandaan kwam. GERUIME TIJD bleven wij rustig aan de wind zeilen zonder dat zich meteorolo gische of terminologische moeilijkheden voordeden. Wij hielden het windvaantje goed in het oog en om het wat te contro leren keken wij regelmatig of de blonde lokken van het meisje wel in dezelfde richting wapperden. „Sorry", zei zij plotseling, „ik zat op jouw schoot". Wij keken een beetje ver wilderd op, maar het viel niet te loochenen. Wij waren onze bakboord fokkeschoot ge heel uit het oog verloren en hebben hem op haar aanwijzingen maar belegd op een kikker, hetgeen ook alweer eenvoudiger gaat dan het klinkt. Op de terugweg, plat voor de wind zei lend, merkten wij een familie op, die ge heel aan lager wal was geraakt. Het was treffend om ook hier op de Kaag mensen aan de zelfkant van het leven te zien wor stelen om hun misgrepen goed te maken. Harde terechtwijzingen zoals „koekebak- ker" werden een gezinshoofd daarbij niet onthouden. TENSLOTTE kregen ook wij beiden te maken met het verschijnsel, dat zich voor al op Nederlandse plassen zo vaak voor doet: het plotseling ingehaald worden door een schip met zure appelen, dat men in het geheel niet had opgemerkt. Wij koersten naar het riet van de Laker- polder, haalden de fok en het grootzeil neer en kropen er onder. Een aalscholver, die de Kaag kende, deed plotseling alsof hij ons niet gezien had en dook onder, als om van de verantwoordelijkheid af te zijn. Terwijl de regen op het zeil neertakker- de heeft het meisje ons op gedempte toon een paragraaf van het Binnenaanvarings- reglement voorgelezen. KO BRUGBIER

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1954 | | pagina 16