Brandweercommandant Vernout vijftig jaar vrijwilliger „Willem 1, graaf van Holland en de Hollandse hoogheemraadschappen" Stijgend aantal huurmachtigingen in omloop m BOEKHOUDEN KANO. CORRESPONDENTIE Heemstede omstreeks Juli 1955 van kwalijke geuren verlost Toewijding, inzicht en bovenal kalmte Wee Aa/oüt# Aoo/Jt Aeeft- de Ze6e*/ieèd> east iets aeeds/ SLEUTEL WEG? Vier avonden van het Muzenforum Jubileum-uitgave van Rijnland Haarlemse woningnood in cijfers Meer dan drieduizend acute gevallen Expositie moderne binnenhuiskunst Compost en verw armings gas uit rioolwater ZATERDAG 28 AUGUSTUS 1954 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSGHE COURANT lij Wales Anthraciet t/m 31 Augustus ZOMERPRIJZEN „VICTORIOUS" WALES „SEVEN SISTERS" WALES Brandstoffenhandel De Spaarnestad" Mr. G. Binnerts overleden Kunst in Bloemendaal DE SLEUTELSPECIALIST Firma De Jager gooit het roer om UW met vacantie Deze week is men begonnen met de reorganisatie van de Wagenweg in Haarlem, waarvan het wegdek vernieuwd en de indeling iets gewijzigd wordt. Bij het slopen van het oude wegdek stuitte men op een overblijfsel van een reeds lang vergeten Haarlems vervoermiddel, de ceintuurbaan, welke in 1929 zijn diensten staakte om gedeeltelijk vervangen te worden door de ook alweer vergeten Brockwaybussen. Toen we gistermiddag tussen het stukgehakte asfalt nog een railfragment van het smalspoor ontwaarden, herinnerden we ons plotseling weer de kleine blauw-grijze trammetjes, die zo levensgevaarlijk de Koninginneweg uit konden komen om na enkele tientallen meters te stoppen voor het ruime bruine wachthuisje aan het begin van de Hazepaterslaan, want die waren er toen nog. Zoals wij reeds eerder schreven, werd in Mei van dit jaar te Heemstede een aan vang gemaakt met de bouw van een grote rioolwaterzuiveringsinstallatie, met welke werkzaamheden het einde in zicht komt van de kwalijke geuren, die vooral de om wonenden van de Haven reeds jaren lang het verblijf soms allesbehalve aangenaam hebben gemaakt. Het gebouwencomplex van de zuiveringsinstallatie verrijst achter de terreinen van de gemeentereiniginigdus tamelijk afgelegen van de aangrenzende Cruquiusweg, zodat men van dat punt af nauwelijks kan zien, welk een intensieve arbeid gedurende deze vier maanden reeds is verricht. De adjunct-directeur van Publieke Wer ken, de heer H. G. Peterse, die met de dagelijkse leiding is belast, verzekerde ons over de gemaakte vorderingen bijzonder tevreden te zijn, zodat er alle reden be staat om aan te nemen, dat het werk in Februari 1955 kan worden opgeleverd. Uiteraard met voorbehoud van onvoor ziene omstandigheden. Daarna wordt een aanvang gemaakt met de montage van de installatie, welke men omstreeks Juli 1955 in werking hoopt te kunnen stellen. Wan neer dan het bezonken rioolvuil met bag germachines uit de Haven verwijderd is, kunnen de bewoners uit deze omgeving eindelijk in de ware zin des woords. her ademen. want zij zullen dan voor altijd van de hinderlijke geuren uit dit water zijn verlost. Geen enkele bezoeker aan deze instal latie in wording zal zich kunnen onttrek ken aan een gevoel van respect en bewon dering voor de combinatie van vernuft en technische bekwaamheid, waarmee hier naar de oplossing van dit probleem wordt gestreefd. Zo zal het hoofdgebouw onder meer een pompenkelder bevatten en daar boven een machinehal, een transformator ruimte met laboratorium en werkplaats en verder douches en een hal. Het reeds be staande grote stamriool wordt dan met het machinegebouw verbonden, zodat het rioolwater via slingergoten naar de kelder kan worden afgevoerd. Hier bevinden zich enige pompen met een gezamenlijke capa citeit van veertienhonderd kubieke meter per uur; om precies te zijn: twee pompen van tweehonderd, één pomp van vierhon- dterd en één van zeshonderd kubieke me ter. Via het pompgebouw wordt het riool water dan van het zand ontdaan en naar een voorbezinkingsbassin geleid, waar een roerinstallatie het bezonken slib weer naar een verdiept binnengedeelte voert, waar het in een grote put wordt opgevangen. Het gezuiverde water wordt daarna in het Spaarne afgeleid. Het achtergebleven slib moet dan even wel nog een speciale bewerking ondergaan. Het wordt via het hoofdgebouw naar een slibgistingstank gevoerd, waar het gedeel telijk aan de vernietiging zal zijn prijsge geven. Dit geschiedt door middel van de hierin reeds aanwezige zure bacteriën, die op een temperatuur van dertig graden worden gebracht, zodat zij zich hier onder de meest gunstige omstandigheden kunnen ontwikkelen. Het resterende slib komt dan Een overzicht van de werkzaamheden aan de Heemsteedse rioolwaterzuiveringsinstallatie. op veertien slibvelden terecht; gewone zandvelden, waar het is opgesloten tussen betonwanden met drainageleidingen. Compost Hier wordt het gedroogd en daarna in kiepkarren naar een verzamelplaats ver voerd, van waaruit het aldus verkregen slib kan worden aangewend als een ideale compost voor de Heemsteedse plantsoenen. Aldus dient het gesmade rioolvuil uiteinde lijk nog een fleurige en wehnekende be stemming, in de vorm van een weelderige fauna. Maar dit is niet het enige nuttige effect dat knappe technici voor dit afval hebben uitgedacht. Zo worden bijvoorbeeld ook de gassen die zich in de slib tank ontwik kelen opgevangen en tot de verwarming van hoofd- en bijgebouwen aangewend. De plannen voor dit indrukwekkende bouwwerk, dat door de diepe putten en de betonbekistingen een beetje doet denken aan tunnelbouw, werden in overleg met Openbare Werken ontworpen door het Ingenieursbureau Dorroliver, waarvan ir. JBuurma de vorderingen geregeld contro leert. Van de zijde van de gemeente wordt het toezicht uitgeoefend door ir. E. A. Bierdrager, directeur van Openbare Wer ken. De werkzaamheden worden uitge voerd door de firma J. P. A. Nelissen uit Haarlej- Een gouden jubileum is al iets bijzon ders, maar wanneer het over een man gaat, die zich vijftig jaar gegeven heeft als vrijwilliger van de brandweer, dan kan zeker van een uniek jubileum gesproken worden. De heer H. C. Vernout, comman dant van de Haarlemse brandweer, meldde zich op 6 September 1904 als vrijwilliger en gedurende een halve eeuw is hij de brandweer niet alleen trouw gebleven, maar ook heeft hij zijn krachten gegeven aan de zorg voor de brandveiligheid en de brandbestrijding in de gemeente Haar lem. Toen de heer Vernout op vijftienjarige leeftijd zich aan de brandweer verbond, was de toestand primitief te noemen in vergelijking met de uitrusting, waarover de brandweer op het ogenblik beschikt. Als er brand uitgebroken was, moesten de vrijwilligers een haspelwagen trekken. Er bestond in die tijd ook een wagen van de politie, getrokken door een paard. „Jetje"' werd de wagen genoemd, die een gezonde concurrentie met de vrijwilligers voerde. Betrof het een brand op korte afstand, dan waren de jongemannen met de haspelwa gen het eerst bij de brand, maar moesten zij een eind lopen, dan werden zij door het paard en de wagen gepasseerd. Op 27 Februari 1912 werd de heer Ver nout benoemd tot sergeant; op 1 Augustus 1915 tot sergeant-majoor; op 22 Mei 1922 tot tweede luitenant; op 9 November 1927 tot eerste luitenant; op 15 Maart 1930 (de militaire rangen waren inmiddels ver dwenen) tot hoofdbrandmeester; op 15 April 1947 tot waarnemend commandant en op 1 April 1948 tot commandant. De snelle promoties tot de hoogste rang in het corps van vrijwilligers had de heer Vernout te danken aan zijn grote belang stelling voor het brandweerwezen, zijn ijver, zijn helder inzicht en zijn kalm op treden in het corps. Als de heer Vernout de afgelopen vijftig jaar overziet, dan komen hem de vele ver anderingen in het brandweerwezen voor ogen; in de afgelopen jaren heeft hij ech ter weinig tijd gehad aan het verleden te denken, want de toekomst vraagt zijn aan dacht. Haarlem breidt zich steeds uit; nieuwe wijken worden aangelegd en als daar brand uitbreekt, dan zal de brand weer paraat moeten zijn, paraat, zoals zij is, zolang de heer Vernout van het corps deel uitmaakt. De aanstaande jubilaris heeft vele ver anderingen meegemaakt; auto's zijn aan geschaft, nieuwe vindingen zijn toegepast en de brandweer is ondergebracht in een kazerne, van waaruit maatregelen worden getroffen, om uit te rukken en om branden te voorkomen. De verbetering van het ma terieel heeft gelijke tred gehouden met de maatregelen van preventie. Door de laat ste behoeft de brandweer niet zo vaak meer uit te rukken dan bijvoorbeeld vóór de oorlog. In grote bedrijven blijft het aan tal branden beperkt, dank zij de voorzorgs maatregelen, waartoe ook de Haarlemse brandweer heeft bijgedragen. Reorganisatie na de bevrijding Na de bevrijding beeft de heer Vernout ■de reorganisatie van de Haarlemse brand weer voorbereid. De taak van de vrijwilli ger is zeer groot geworden. Dat is voor een belangrijk deel te danken aan de man, die zijn gehele leven in dienst heeft gesteld van de brandweer. In de oorlog werd een beroeps brandweer gevormd en de vrijwilligers mochten alleen in actie komen voor de luchtbescherming. De heer Vernout wist contact te onderhouden onder de vrijwil ligers en als het in Mei 1945 noodzakelijk was geweest om op te treden, dan zouden zij gereed hebben gestaan. Aanvankelijk bleef de beroepsbrandweer in functie, maar de toenmalige burgemees ter, de heer M. A. Reinalda, had de wens te kennen gegeven, dat er gestreefd moest worden de oude toestand, die zo goed had gefunctionneerd, terug te krijgen. De heer Vernout kreeg de opdracht plannen voor de reorganisatie voor te bereiden. Na on derhandelingen van enkele jaren heeft de burgemeester van Haarlem op 5 April 1948 de zorg van de brandbestrijding en wat daarmee samen hangt, opgedragen aan de vrijwilligers. Dezen hervatten hun arbeid in nauwe samenwerking met een groep be- roepspersoneel. Taak van de commandant De taak van de heer Vernout, die van 1 April 1948 als commandant optreedt, is niet gering. Hij doet dat uit burgerzin en liefde voor zijn stad. Zijn vrije tijd is be stemd voor de brandweer; iedere dag kan rnen hem in de kazerne aantreffen. Hij moet er voor zorgen, dat de brandweerlie den in kennis worden gesteld van de nieu we blusmiddelen en over de maatregelen ter voorkoming van brand, adviezen ver- Brandweercommandant H. C. Vernout. strekken als er in Haarlem zaken aan de orde zijn, waarbij de brandveiligheid in het geding is en leiding geven aan het corps. Daarbij is de heer Vernout altijd een voorbeeld van het corps. Dit heeft tot gevolg, dat de brandweerlieden gaarne zijn bevelen opvolgen en stipt doen wat hij zegt. In de laatste dagen hebben wij weer eens waargenomen, dat de commandant altrjd aanwezig is op de plaats, waar zijn tegen woordigheid vereist wordt. De brandweer lieden weten uit ervaring, dat de heer Ver nout op elk uur van de dag gereed staat, want hij mist geen enkele brand. Receptie op de jubileumdag Het gouden jubileum van commandant Vernout zal op Maandag 6 September ge vierd worden met een receptie in restau rant Brinkmann; tussen drie en vijf uur kunnen gelukwensen worden aangeboden. Twee dagen later is er feest voor de leden van het corps, die aan een maaltijd zullen aanzitten. ADVERTENTIE (super kwaliteit) afm. 20/30 (III) 10.75 (le soort) afm. 20/30 (III) 10.25 Ook alle andere soorten en afme tingen. ALLEEN-VERKOOP: ADVERTENTIE 'mmmmm Auping matrassen hebben een onover troffen binnenvering, zijn sterk en be kleed met fraaie, duurzame damasten. En de hoofdzaak van alles: zij zijn warm cn U slaapt er heerlijk op. Fr. Varkenmarkt 610 (Spaarne bjj Viaduct), Telefoon 14164 en 13904. In Belle lie en Terre in Frankrijk is plot seling overleden mr. C. Binnerts, plaats vervangend directeur van het Centraal Or gaan voor de Economische Betrekkingen met het Buitenland en secretaris van de exportcommissie uit het centraal orgaan. De heer Binnerts, die de leeftijd van 52 jaar bereikte, bracht zijn vacantie dooi* in Belle lie en Terre. Zijn stoffelijk overschot is daar ter aarde besteld. De heer Binnerts studeerde aan de rijks universiteit te Leiden en was van 1929 tot 1933 advocaat te Amsterdam. In 1933 werd hij benoemd tot directeur van de uitgeverij J. B. Wolters te Batavia. De oorlogsjaren bracht hij door in een Japans kamp. Van 1946 tot 1949 was hg werkzaam bij de U.N.O.; onder meer was hij lid van de Ko reaanse commissie. Van 1949 tot 1952 trad mr. Binnerts op als vertegenwoordiger van ons land in de Balkancommissie. Op 1 Fe bruari 1953 werd hij benoemd tot plaats vervangend directeur van het Centraal Or gaan voor de Economische Betrekkingen met het Buitenland. •:-;r In alle N.V. zaken verkrijgbaar vanaf f. 92.50 FABRIEK AUPING - DEVENTER ADVERTENTIE LANGE VEERSTRAAT 10 TEL. 11493 Het Muzenforum te Bloemendaal heef* voor het komende seizoen een viertal uit voeringen georganiseerd. Op Vrijdag 12 November zal het Gooise amateurtoneelgezelschap „De Plankeniers" een opvoering geven van Molière's „Le Tartuffe" of G. A. Thomas' „Winter- sunshine". Op Vrijdag 14 Januari speelt het Hon gaarse strijkkwartet. De jonge Nederlandse pianist John Pennink geeft op Vrijdag 18 Februari een recital. De laatste bijeenkomst tenslotte, op Vrijdag 18 Maart, is gewijd aan de ver toning van een avant-gardefilm welke in overleg met de Filmliga zal worden ge kozen. De uitvoeringen worden gegeven in de aula van het Kennemerlyceum, mede om de betere busverbindingen. Het comité Muzenforum is uitgebreid met mejuffrouw A. M. Voetelink en de heren S. A. Wilson, U. J. Cerfontaine en G. d'Olivat. Als secretaresse fungeert ook thans mevrouw B. C. van GelukVan Doo- ren, Zeeweg 24, Overveen. De Rjjksseruminrichting heeft vastge steld dat de dood van vele honderden vissen in een vijver te Wenoim bij Apeldoorn niet is veroorzaakt door vergiftiging van het water, zoals aanvankelijk werd veronder steld. De oorzaak is geweest een gebrek aan zuurstof, ontstaan doordat een snelle op stuwing van het water in de vijver gepaard ging met een plotselinge daling van de ba rometerstand. In de verenigde vergadering van Rijn land van 10 September 1952 is het feit ter sprake gebracht, dat Rijnland toen geacht kon worden zevenhonderdvijftig jaar te bestaan. Er is besloten dit jubileum niet door een afzonderlijke viering te geden ken; maar voor een gepaste herinnering aan het verleden bleek door een aantal leden wel te worden gevoeld. Dijkgraaf en hoogheemraden hebben besloten tot een herdenking niet zozeer van de stichting Rijnland als wel van de stichters, de graven van Holland, die hierin werkzaam zijn geweest en dan niet in de eerste plaats graaf Dirk VII, die in 1202 aan de regering was, doch veeleer graaf Willem I, wiens waterstaatswerk de dankbare erkenning van de nazaat verdient en die door het doen leggen van de Spaarndam zulk een overwegende invloed op de vorming van Rijnland heeft uitgeoefend. Dit schrijft de secretaris van het hoog heemraadschap, de heer S. J. Fockema Andreae, in een boek, onder de titel „Willem I, graaf van Holland, 1203-1222 en de Hollandse hoogheemraadschappen", ter toelichting van het gedenkteken van Graaf Willem I, vervaardigd door prof. L. O. Wenckebach en geplaatst aan het boe zemgemaal van Rijnland te Katwijk aan Zee. De heer Fockema Andreae heeft reeds meer werken over Rijnland gepubliceerd en belangstellenden in de geschiedenis van waterschappen en wat daarmee verband houdt, zullen met grote interesse zijn on derzoek naar Graaf Willem I lezen. „Het bestuur van Rijnland hoopt, dat de bladzijden zullen bijdragen tot de waar dering van ons krachtige voorgeslacht, dat nu ongeveer 750 jaren geleden de dijken en dammen bouwde en de besturen daar over vormde, onder leiding der voortreffe lijke leden van het eigen Hollandse Gra venhuis en vooral van graaf Willem I, die de grootste onder hen mag heten", aldus de heer Fockema. De schrijver geeft een uitvoerig over zicht van de toestand van zeven a acht eeuwen geleden en wijdt aandacht aan het leven van Willem I en andere graven. In zijn slotbeschouwing merkt de heer Focke ma Andreae op, dat de Hollanders zelf, door eigen vinding en energie, hun verde diging tegen het buiten- en binnenwater hebben tot stand gebracht; maar hun gra ven en vooral graaf Willem I waren het, die hierin systeem brachten en die voor de noodzakelijke bestuursverbanden heb ben gezorgd. Toen de nood begon te nijpen, toen Holland te klein werd voor zijn zonen en zelfs het behoud van het verworvene hachelijk scheen, toen keerde Floris III van het keizerhof naar huis met de weten schap, dat het de taak van de overheid kon en moest zijn, hierin voor te gaan en spe ciaal de voorzieningen van regionaal be lang te treffen. Hij vestigde het beginsel, maar kon niet veel bereiken. Willem I was het, die na zijn moeilijke jeugd, na door zoveel strijd het graafschap te hebben ge wonnen een programma ontwikkelde en het volbracht; die stuk voor stuk, jaar na jaar vitale delen der bedijkingsstelsels tot stand bracht en besturen daarvoor in het leven riep. Hij wist uit ervaring, dat emigratie geen algemeen redmiddel kon zijn. Hij had begrepen, dat het erop aan kwam Hollands eigen bestaansbasis te ver breden en te versterken, zou Holland met ere kunnen blijven leven. Hiervoor wist hij anderen te bezielen. Nu het 750 jaar gele den is, dat Willem I zijn bestuur over Holland aanving, kan het passend heten, zijn figuur onder de aandacht van de na zaat te brengen door een zichtbaar teken, aan het nieuwe boezemgemaal van Rijn land te Katwijk, waar het bronzen beeld een stevige standplaats zal innemen met het aangezicht naar de onbedwingbare zee. De uitgave is verlucht met vele afbeel dingen en verzorgd door Iris Pers N.V. te Wormerveer. Een foto van het beeld van Graaf Willem I, dat bij het boezemgemaal te Katwijk geplaatst is. Ontwerper van het beeld is prof. L. O. Wenckebach. De zo juist getelde mutaties in de kaar tenbakken van bet Haarlemse Huisves tingsbureau bieden over de maand Juli een merkwaardig beeld. In de groepen der onhoudbare gevallen en zeer urgente gevallen heeft zich een, zij het dan ook zeer geringe, daling voor gedaan, welke moet worden toegeschreven aan het in gebruik nemen van het nieuwe complex van „Patrimonium". Deze daling wordt echter weer te niet gedaan door het betrekkelijk grote aantal nieuw ingeschre ven gegadigden voor woningen voor ouden van dagen. De cijfers zijn: onhoudbare gevallen 1 Juli 762, 1 Augustus 758. Er konden 32 onhoudbare gevallen worden geholpen, maar er werden er 22 nieuwe ingeschre ven, negen overgeboekt van ae groep der zeer ungenten en drie afgevoerd wegens vertrek naar elders. Zeer urgente gevallen: 1 Juli 2049, 1 Augustus 2047. Er werden 88 gezinnen ge holpen, negen overgeboekt naar de on- houdbaren, negen afgevoerd wegens ver trek en ingeschreven 104. De ouden van dagen kwamen van 253 op 263 woningzoekenden, omdat er twaalf nieuwe gevallen werden ingeschreven en slechts twee geholpen konden worden. Beter nog dan deze totaalcijfers geven de getallen der uitgereikte huurmachtigin gen een indruk van de woningnood in Haarlem. De administratie der huurmach tigingen is, gelijk die van wijn, gespecifi ceerd volgens jaarklassen. Zo waren op 1 Juli zestien Haarlemmers, die al van 1947 (of eerder) op een huis wachten, in het bezit van zulk een docu ment. Een maand later waren het er nog vijftien. Degenen die dat sinds 1948 doen waren op de eerste van de maand 39 in getal, op de laatste 37, de groep van 1949 daalde van '85 op 80, die van 1950 van 150 op 142, die van 1951 van 185 op 177, die van 1952 van 331 tot 314. Bij de jongste jaargroepen 1953 en 1954 treedt uiteraard een stijging op. Want de 364 op 1 Juli aanwezige huur machtigingen voor hen die op 1 Januari 1953 als woningzoekenden stonden inge schreven werden met 37 later opgespoor den vermeerderd, waartegenover er maar 27 werden geholpen. De in 1954 uitgereik te huurmachtigingen (voornamelijk nood gevallen als onbewoonbaarverklaringen, medische indicaties en dakloos geworde- nen wegens uitspraken van de kanton rechter) stegen van 284 naar 339, omdat er 74 exemplaren werden uitgereikt en sleohts negentien gegadigden konden wor den geholpen. In totaal bedroeg aan het begin van de maand het aantal huurmachtigingen in om loop 1454, aan het eind 1478, hetgeen op zichzelf een veelzeggend cijfer is, wanneer men bedenkt, dat per 1 Januari van een aantal van 1200 werd uitgegaan en dat oor spronkelijk de gedachte voorzat per half jaar de woningzoekenden uit het eerste kwartaal volgende op de dag waarop de laatste huurmachtigingen werden uitge schreven in dit geval dus 1 Januari 1953 van dit document te voorzien. Dit is, gezien de geringe doorstroming der huurmachtigingen in circulatie, nog niet gebeurd. Gerangschikt naar de reden van de uit reiking van de huurmachtiging betrof dit in 103 gevalien onbewoonbaarverklaringen. In de loop van de maand werden zes ge vallen gehojpen en een nieuw geval inge schreven. Van de 101 grote gezinnen met eën huurmachtiging werden er vier gehol pen en evenveel ingeschreven. Op 1 Juli waren er 35 gezinnen dakloos wegens een uitspraak van de kantonrech ter. Vijf huishoudens konden worden ge holpen, een nieuw geval kreeg een huur machtiging. Grote veranderingen zijn er de laatste dagen tot stand gekomen in het meubel magazijn van de firma De Jager, Grote Houtstraat hoek Raamvest, die zich van nu af aan uitsluitend op het moderne inté rieur gaat toeleggen. Dat blijkt reeds uit de grote étalages waar thans nog slechts een keurcollectie meubilair in nieuwe trant veelal in blank hout en met effen bekleding prijkt, maar dat demonstreert zich nog duidelijker in het intérieur van de zaak, dat een volledige metamorfose heeft ondergaan. Op de han gende trap, die als symbool van de ver nieuwing de parterre met de eerste étage verbindt, vertelde binnenhuisarchitect Fokke Keemink ons, dat de heer De Jager dezer dagen zijn gehele voorraad aan old finish- en pseudo-kloosterstijl-meubelen aan een opkoper verkocht heeft om plaats te maken voor louter exclusieve moderne eetkamers en bankstellen, waarvoor de heer Keemink grotendeels zelf de ontwer pen maakte. Bovendien zijn er tal van aparte tapijten en gordijnstoffen in bin nen- en buitenland, alsmede een uitgebrei de collectie lichte en sierlijke Noorse meu belen aangekocht en met dat alles is dan nu een bijzonder aantrekkelijke expositie ingericht, die stellig in brede kring be langstelling zal vinden. Vooral de eerste étage, waar de heer Keemink met het fraaie nieuwe materiaal een aantal com plete model-intérieurs heeft samengesteld, is een bezoek ten volle waard. Men ziet er onder andere een bankstel, dat geheel van hout en schuimrubber is vervaardigd, blank verlakte boekenkasten met verstel bare planken en tal van andere nouveau tés van binnenhuiskunst, alle smaakvol tot kleine eenheden gerangschikt, waarbij vooral veel aandacht besteed is aan de harmonie van kleuren en vormen. Een uitgebreide collectie van ten dele experi mentele schilderijen van C. Kievit, Her man Seij, Peter de Haard en L. van Roode completeert het debuut van deze nieuwe expositieruimte, waar men binnenkort ook lezingen over binnenhuisarchitectuur en demonstraties van beeldhouwers, schilders en pottenbakkers aan het werk zal kunnen zien. Wegens vacantie is het bureau van de Haarlemse Unie van Vrouwelijke Vrijwil ligers (U.V.V.) in het Stadhuis van Dins dag 31 Augustus tot en met Vrijdag 3 Sep tember alleen in de morgenuren geopend. ADVERTENTIE OPLEIDINGEN voor PRACTIJKEXAMENS Nederlands. Engels. Frans. Duits KON. ERK. PITMANSCHOOL Wilhelminastraat 47 Tel. 18441

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1954 | | pagina 10