Op de Ginkelse heide begon tien jaar
Ëeleden de slaó om Arnhem
Regering wijst toepassing
van behoefte-element af
„Notariswetje" met verrassend
grote meerderheid aanvaard
te»
Relaas van de heldenstrijd met zware verliezen
van de Eerste Britse Luchtlandingsdivisie
Mislukking van strijd die snelle
bevrijding had kunnen brengen
Hulde aan de
Red Barets
Ultimatum aan Carré
Eerste Kamer
Soepelheid bij de
credietverlening
3
Uiterlijk eind September
CAO-accoord geëist
De radiomusicus
M. Kistemaker verongelukt
Middenstandsnota geen toverboek
DONDERDAG 16 SEPTEMBER 1954
Zondag 17 September 1944 was een zomerse dag. Wijd koe-
pelde een diepblauwe hemel zich over het land. Terwijl de
mensen in het bezette Nederland uit de kerk kwamen, klonk
het gedreun van vliegtuigmotoren. Het geluid werd sterker
en sterker, het zwol aan tot het gedaver van honderden en
honderden machines, die in een onafgebroken stroom Oost
waarts vlogen: bommenwerpers en jagers, transporttoestellen
en zweefvliegtuigen. En bij Arnhem openden zich duizenden
parachutes en kwamen de mannen van de Eerste Britse
Luchtlandingsdivisie neer, een divisie die onder commando
stond van Engelands jongste generaal, Robert E. Urquhart.
Op de Ginkelse heide bij Ede en op de velden en akkeps
rondom Wolfheze en Heelsum streken de zweefvliegtuigen
met wapens en munitie neer. De slag om Arnhem was
begonnen.
Na de landing in Normandië waren de
geallieerde invasielegers naar het Noorden
opgerukt. Op 25 Augustus bevrijdden zij
Parijs, tien dagen daarna was de vijand
uit de Belgische hoofdstad verdreven. Op
4 September viel Antwerpen in Engelse
handen. De opmars naar deze stad ging
zo snel dat de Duitsers geen gelegenheid
meer hadden de havenwerken te ver
nielen.
Maar daarna kwamen Eisenhowers troe
pen voor hindernissen, die niet alleen
de opmars belemmerden, maar ook dui
zenden mensenlevens zouden kosten bij
het forceren van een doorbraak. Langs de
grens van Frankrijk en België met Duits
land strekte zich een dubbele rij vestings
gordels uit, de Siegfried- en de Maginot-
linie. De Duitse bezetting hiervan was
hoewel niet zo goed uitgerust in om
vang vrijwel gelijk aan de gealliëerde
legers.
Toen ontwierp maarschalk Montgomery
het plan de beide Duitse linies rechts te
te laten liggen en op te rukken over de
grote rivieren. Luchtlandingstroepen zou
den te voren strategische punten moeten
bezetten. De gealliëerde legers konden
dan van Nederland uit Duitsland binnen-
rukk op een plaats, waar geen Siegfried-
linie was. Als men slaagde lag de weg
door de Duitse laagvlakte open en Hitiers
grote wapensmidse en industriecentrum,
het Ruhrgebied, binnen het bereik.
Het was een gedurfd plan, maar zeker
niet onverantwoord. Feitelijk berustte het
op dezelfde principes als de Duitse op
mars in Mei 1940, toen de legers achter
de Maginotlinie om door Nederland en
België Frankrijk binnenvielen, nadat val
schermjagers vooraf strategisch belang
rijke punten hadden bezet.
Was het plan van Montgomery gelukt,
dan zou de tweede wereldoorlog vermoe
delijk aanzienlijk minder mensenlevens
hebben gekost. Voor ons land zou de be
vrijding in September of October 1944 ge
komen zijn, .zodat de vreselijke honger
winter ons bespaard zou zijn gebleven.
De plannen werden verder uitgewerkt.
De gealliëerden zouden in drie richtingen
Nederland binnenrukken: aan de kust van
de Noordzee in de richting van Zeeland,
waarbij tegelijkertijd de toevoerwegen
naar de haven van Antwerpen van vijan
delijke troepen konden worden gezuiverd;
de Oostelijke legergroep zou een aanval
op Limburg uitvoeren. Het hoofddoel ech
ter was een bliksemsnelle frontale aanval
van België uit, voorafgegaan door een
landing van Amerikaanse parachutisten
bij Eindhoven en Nijmegen en Engelsen
en Polen bij Arnhem. De voornaamste op
dracht van deze luchtlandingstroepen was
de bruggen over de rivieren en andere be
langrijke verkeerspunten te bezetten en
voor vernieling te vrijwaren. Als datum
voor deze actie werd 17 September vast
gesteld.
Met sneltreinvaart
door Nederland"
Kort na de luchtlanding reed een oor
logscorrespondent in zijn jeep van het
front in Nederland naar de studio van de
Belgische omroep in Brussel. Alle uit
zendingen werden onderbroken om het
woord te geven aan Frank Gillard, ver
slaggever van de B.B.C., met een extra
rapport uit Nederland. „Luisteraars, het
gaat goed in Nederland. Het Tweede Leger
heeft snel contact gemaakt met de bij
Eindhoven gelande parachutisten, die
overal de bruggen en de wegkruisingen
bezet hadden. De hoofdmacht ging om
de stad heen en trekt nu met sneltrein
vaart verder door Holland. In vijf uur
rukten we dertig mijl op. We staan nu
aan de Waal op drie mijl van Nijmegen
en zijn nog slechts zeven mijl van Duits
land".
Inderdaad, het ging goed in Nederland.
Eén dag later rukten generaal Dempsey's
troepen Nijmegen binnen. Velen waren in
deze stad reeds op de hoogte van de plan
nen omdat een Nederlandse officier, inge
deeld bij de Amerikanen, even het tele
foonnummer van een kennis had gedraaid
om hem voor te bereiden.
De brug over de Waal bleef gespaard.
Weldra ratelden de rupsbanden van zware
Engelse tanks door de Betuwe in de rich
ting van Arnhem.
Diezelfde Zondagmiddag waren andere
vliegtuigen doorgevlogen naar de om
geving van Arnhem. Voor de aanval op
deze stad waren 10.000 man bestemd, allen
behorend tot de Eerste Britse Luchtlan
dingsdivisie. Zondag zouden 5000 man
neerkomen, de anderen Maandag. Later in
de week zouden nog versterkingen van de
Poolse paratroopers worden neergelaten.
Men had berekend dat het Tweede Leger
ongeveer 48 uur nodig zou hebben om
Arnhem te bereiken en de parachutisten te
ontzetten. Toch was rekening gehouden
met de mogelijkheid van vertraging. Daar
om waren generaal Urquhart's troepen
zó uitgerust, dat zij vier dagen zonder
hulp van de grondtroepen in het bezette
gebied konden blijven.
De eerste landing verliep even vlot als
een oefening ergens in Engeland. Slechts
een enkel schot werd gelost. Van de 2000
man bij Heelsum vonden er twee bij de
landing de dood: één brak zijn nek toen
hij de grond raakte, de ander kwam om
door het vroegtijdig ontploffen van een
kist munitie. De Duitsers waren volkomen
verrast. Veldmaarschalk Model, die zijn
hoofdkwartier had in hotel „De Tafel
berg" in Oosterbeek, en zijn staf in hotel
„Hartenstein" lieten hun kwartieren hals
over kop in de steek.
Daar het concentreren van de op ver
uiteenliggende plaatsen neergekomen man
schappen enkele uren kostte, besloot gene
raal Urquhart met de hoofdmacht de
nacht in Oosterbeek door te brengen.
Slechts een bataljon van 350 man onder
leiding van luitenant-kolonel Frost wist
bij verrassing door Oosterbeek-Laag Arn
hem binnen te dringen en de brug over
de Rijn te bereiken. Pogingen om deze
brug te bezetten mislukten. De kolonel
besloot daarom de huizen in de omgeving
van de oprit bezet te houden tot de vol
gende dag, wanneer de troepen uit Ooster
beek en de versterkingen, die 's Maandags
zouden landen, in Arnhem arriveerden.
Enkelen tegen velen...
Maar de volgende dag kwamen de te
genslagen al. Generaal Urquhart kreeg
een radiobericht, dat de tweede groep van
5000 man tengevolge van zware mist bo
ven Engeland die Maandagmorgen niet
kon vertrekken. Pas in de late namiddag
kwamen zij aan. De Duitsers hadden ech
ter bij de papieren van een gesneuvelde
Engelse officier een schema van deze lan
ding gevonden. De landingsterreinen wa
ren dan ook omsingeld door de Duitse troe
pen en vele transportvliegtuigen, zweef
toestellen en parachutisten werden reeds in
de lucht slachtoffer van het vijandelijk
geschut.
Toch waagden generaal Urquhart en zijn man
nen een poging naar de Rijnbrug op te rukken.
Zij slaagden erin door te dringen tot aan de
rand van Arnhem. Deze tocht werd generaal
Urquhart bijna noodlottig: in de omgeving van
het Elisabeths Gasthuis was hij plotseling om
singeld door Duitse soldaten. Door zich in een
kelder te verbergen wist hij te ontkomen. Twee
etmalen moest hij zich schuilhouden tot een
zeventigjarige Arnhemse dame hem door de
achtertuintjes hielp ontsnappen. Dwars door
de Duitse linies kwam hij terug op zijn hoofd
kwartier in hotel Hartenstein'
Ook het weer sloeg om. Mist verhinderde
de vliegtuigen in Engeland op te stijgen.
Ook werden door de regenval de smalle
landwegen van de Betuwe onbegaanbaar
voor de Britse tanks, die van Nijmegen
naar Arnhem oprukten.
De Duitsers hadden zich na de eerste
verrassing snel hersteld. In allerijl werden
versterkingen aangevoerd. De 9de Hohen-
staufen-tankdivisie en de 10de Frunds-
berg-tankdivisie beide uit Frankrijk
teruggekeerd en bestaande uit jonge, fa
natieke SS'ers werden naar Gelderland
gedirigeerd. De eerste werd gelegerd in de
Betuwe tussen Arnhem en Eist om het
Tweede Leger te keren, de andere betrok
stellingen bij de „Kema" tussen Arnhem
en Oosterbeek.
Tegenover deze SS-troepen, versterkt
door twee infanteriedivisies, drie artille
rieregimenten, twee mortierbataljons. alle
uitgerust met zware wapenen, vlammen
werpers en „Tijger"-tanks, stond het
handjevol mannen van de luchtlandings
troepen. Zij hadden vrijwel geen zware
wapenen, hun voedselvoorraad vermin
derde snel, dagenlang hadden zij geen mi-
4p Parachute-Brigade ^^.LgchHan-
Iw^ingen
leluchMandingsbr.
Poolse oarachuf.
OOSTERBEEK*
leluchH. «Jfc AP'
verkeonings-TP1
„„u, kertmngs-
pnKLD pscadroo
pen werden
reruggevoecd
li
t.
parachutisten
RW*
lud .rSST
Rijnbrug
fH||LuchHandingen
Duitse aanvallen
nuut geslapen en steeds -werden zij terug
gedrongen.
Na enkele dagen waren de Britten sa
mengeperst op een terrein van negen bij
vijf mijl, dat van alle zijden zonder on
derbreking werd bestookt door de Duitse
artillerie. Zij vochten op het kerkhof van
Oosterbeek, zij vochten in de huizen, die
vaak aan vriend en vijand tegelijk onder
dak boden. Slechts een zesde deel van het
normale voedselrantsoen was per dag be
schikbaar. Hun afweer tegen de tanks
bestond tenslotte uit pistolen, waarmee zij
door de kijkgaten trachtten te schieten.
Zo werden de valschermtroepen terugge
drongen, straat na straat, huis na huis,
boom na boom. Hun aantal werd steeds
kleiner.
Toen werd er weer een telegram uit
het hoofdkwartier van generaal Urquhart
naar Londen geseind. Het bevatte slechts
enkele korte zinnen: „Sedert 24 uur niets
vernomen van onze troepen in Arnhem.
Overschot van onze divisie op zeer klein
gebied samengedrongen. Staan onder
zwaar vuur van mortieren en machine
geweren. Verliezen zijn groot. Voedselrant
soen tot uiterste minimum beperkt. Binnen
24 uur hulp dringend noodzakelijk".
Toen dit bericht in Londen werd ont
vangen, waren van de 350 mannen van
het commando-Frost in de huizen bij de
Rijnbrug nog 70 soldaten over. Zij hielden
stand en wachtten op versterking
De manschappen van de vrije Poolse
luchtlandingstroepen, de „First Polish
Independent Para Brigade", waren uit alle
delen van de wereld naar Engeland ge
komen om van daar uit hun bijdrage te
leveren aan de bevrijding van hun land.
Toen deze Poolse paratroopers onder
commando van generaal Sosabowski op
stegen en Oostwaarts koersten, was het
einddoel echter niet Warschau. Op 21 Sep
tember, 's middags om 5 uur, openden
hun valschermen zich boven de boom
gaarden van de Betuwe bij Driel en 1800
soldaten, 40 officieren en drie legeraal-
aalmoezeniers verzamelden zich achter de
hoge Rijndijk. Achter hen steeg de rook
van de branden in Arnhem en Nijmegen
naar de grauwe regenlucht. Rechts van
hen dreunde het geschut bij Oosterbeek
en Doorwerth.
De Duitse commandant nam onmiddel
lijk maatregelen. Sluipschutters van de
SS werden in de bomen aan de rivieroever
verborgen. Artillerie-officieren onder het
struikgewas van de hoge Veluwezoom
gaven hetgeen zij door hun kijkers bij
Driel waarnamen, telefonisch door aan de
bij Heelsum opgestelde kanonnen, die dit
dorpje onder vuur namen.
Het bleek dat het zware materiaal van
de Polen achter de Duitse linies was neer
gekomen door het slechte zicht. Bovendien
hadden de Duitsers de plannen voor een
nieuwe Poolse landing onderschept. Zij
Bovenstaande foto laat zien hoe hel nieuwe Rode-Kruisziekenhuis in Den Haag er uit gaat $ien. Het nieuwe ziekenhuis
zal in de plaats komen van het in 1943 op last van de bezetters afgebroken Rode-Kruisziekenhuis aan de Segbroeklaan. Voorde
financiering van de bouw en de eerste inrichting zal ongeveer een bedrag van 10.230.000 nodig zijn. Men denkt het
kapitaal, dat men uit eigen middelen niet requireren kan, aan te trekken met hulp van de gemeente Den Haag.
Kmco^e<yyx»3ocmx»5K*xicmx»C50oooooooocoooooooooooo5
De BCC, de Engelse radio-omroep, heeft
gisteravond hulde gebracht aan de
Britse First Airborne Division, de man
nen met de rode baret, die onder com
mando van generaal Urquhart op Zon
dag 17 September 1944 bij Arnhem wer- p
den neergelaten. Het radio-programma
was samengesteld uit opnamen die tien 8
jaar geleden ook waren uitgezonden, 'h
Men hoorde weer de reportages over de
tocht van de Dakota's en de zweefvlieg
tuigen uit Engeland naar Nederland, en
over de landingen bij Arnhem. Men
hoorde uit de stemmen der Red Barets
de diepe teleurstelling wanneer bleek
dat voorraden juist binnen het bereik
van de Duitsers waren neergekomen, 8
men kon luisteren naar het relaas van 8
inwoners uit plaatsen in de omgeving g
van Arnhem en tenslotte naar het on-
opgesmukte ooggetuige-verslag van een f
der parachutisten die met vele anderen, 8
nadat het bevel tot de terugtocht was r
gegeven, in een stikdonkere avond in 8
stromende regen erin slaagde de Rijn te
bereiken.
cooocooonoooo^^xooccoooooocooococoocxsooocooococcocooco
markeerden een landingsterrein binnen
hun gebied volgens de in Engeland ge
geven instructies. Alle manschappen en
al het materiaal vielen in hun handen.
In de avond van dezelfde dag trachtten
de bij Driel gelande Polen de rivier over
te steken. Onophoudelijk dreunden de
explosies der Duitse granaten tussen de
vaartuigen die onder vuur werden ge
nomen door de Duitse mitrailleurschutters.
Boot na boot verdween in de donkere
golven van de Rijn. Slechts 350 Polen
slaagden erin de overkant te bereiken.
Evenzoo verging het de twee regimenten
van het Tweede Leger, die met zware
verliezen wisten door te stoten tot de
Rijn, enkele kilometers ten Westen van
Arnhem.
Aftocht der enkelingen
„Met slechts steun uit de lucht zullen
uw mannen gedurende vier dagen in vij
andelijk gebied kunnen blijven", aldus
luide de legerorder, die de luchtlandings
troepen hadden ontvangen vóór het begin
van de strijd. Zonder noemenswaardige
steun uit de lucht en met een veel ster
kere tegenstand dan werd verwacht, hiel
den generaal Urquhart en zijn mannen
het negen dagen en negen nachten uit.
Op 25 September werd wat er restte
van de Eerste Britse Luchtlandings
divisie en de Eerste Poolse Parachu
tistenbrigade verzameld in de Neder
lands Hervormde kerk van Ooster
beek-Laag. Zwijgend lazen de man
schappen de legerorder op de deur
van de consistoriekamer: „Hier
kunnen jullie twee uur rust nemen.
Probeer in die tijd te eten van wat je
over hebt. Was je en houdt je gereed
om een nieuwe positie in te nemen.
In die stelling zullen we moeten
staan of vallen en vechten tot de laat
ste man".
Enkele uren daarna kwam het bevel om
terug te trekken op de Zuidelijke oever
van de Rijn. Op 5 km ten Westen van Arn
hem vond de overtocht plaats. De troepen
konden geen weerstand meer bieden en
een Duitse aanval zou hen zeker ver
nietigen.
Om tien uur waren de mannen uit hun
loopgraven geklommen onder een hels
bombardement. De gealliëerde artillerie
schoot van de Betuwe uit om de aftocht
te dekken. Hun schoenen waren omwik
keld met dekens om gerucht tegen te gaan.
De regen viel in stromen neer. Ieder hield
de jas van zijn voorman vast zonder hem
te zien. Soms ratelde een mitrailleur of
barstte een mortiergranaat in de nabij
heid. Dan viel een man uit de achter el
kaar lopende soldaten. Geruisloos werd
hij terzijde geschoven. Een ander nam
zwijgend zijn plaats in.
Bij iedere bocht in de vluchtroute stond
de piloot van een zweefvliegtuig, die hun
stil de weg wees en daarna weer in het
duister terugtrad.
Zo bereikten ze de rivier. In het helle
licht van het mondingsvuur der kanonnen,
ontploffende granaten en vlammenwerpers
zagen ze de kleine bootjes, waarmee Ca
nadezen van het Tweede Leger af- en aan
voeren. Urenlang lagen ze aan de oever,
plat in de modder, tot het hun beurt was
om over te steken. Dan waadden ze tot
hun middel in het water naar de boten.
Tegen de morgenschemering verdwaalde
een bataljon en viel in handen der Duit
sers. Deze doorzagen de gealliëerde plan
nen en onmiddellijk werd het vuur ver
legd naar de weerloze mannen op het
bruggehoofd aan de Rijnoever en de on
bewapende bootjes op de rivier.
De mannen die de andere oever wisten
te bereiken, klommen op de dijk en lieten
zich door de modder omlaag glijden. Aan
de voet van de dijk stond een cantine-
wagen met hete thee. Daarna gingen zij
verder, naar Nijmegen, dat in gealliëerde
handen kon blijven omdat generaal Urqu
hart's troepen bij Arnhem de Duitsers
hadden vastgehouden en zo de uiterst
kwestbare speerpunt BelgiëEindhoven
Nijmegen voor tegenaanvallen hadden ge
vrijwaard.
In Nijmegen werden de verlieslijsten
opgemaakt. Generaal Urquhart was met
10.000 man naar Nederland gekomen; 2.200
keerden er terug. De lichamen van 2000
parachutisten werden geborgen. Bijna 6000
mannen werden vermist: gewond, gevan
gen genomen of verdronken in het water
van de Rijn.
Van de 1850 Polen keerden er op iedere
vijf soldaten één niet terug; op elke vier
officieren sneuvelde er één.
Nu zijn de doden bijeengebracht. In de
streek, waar zij eens de strijd streden,
die ons een snelle bevrijding had kunnen
brengen, werden zij ter aarde besteld: in
de bossen bij Oosterbeek ruisen hoge ber
ken zacht hun klaagzang over de honder
den zerken. De graftekens banen zich aan
een, rij na rij, blok na blok, vak na vak,
als het zwijgende appèl van hen die vielen.
Er zijn zerken met Engelse namen en
met Poolse. In enkele stenen is een Ne
derlandse naam gebeiteld. Daar rust een
landgenoot, die tien jaar geleden met de
Britse valschermtroepen meekwam om
zijn land te bevrijden. Ook staan er vele
zerken met één regeltje: Unknown but
known to God, Onbekend, maar bekend
bij God. FREEK VAN DER MEER
De beeldhouwer John Edward Svenson uit
Ontario legt de laatste hand aan dit enor
me beeld van de „Ranchero" Het beeld zal
in Los Angelos worden onthuld. Het is
gemaakt uit een blok hout van niet min
der dan 35.000 pond, afkomstig van een
3000 jaar oude redwood-boom. De kunste
naar werkte er negen maanden aan.
De algemene bedrijfsbond van kunste
naars en werknemers in de film-, theater-
en amusementsbedrijven, aangesloten bij
het N.V.V., heeft aan de directie van de
N.V. Carré in Amsterdam een ultimatum
gesteld. De bond wenst de totstandkoming
van een collectieve arbeidsovereenkomst
voor het brj Carré werkende personeel. De
directie leek aanvankelijk niet ongenegen,
hieraan mee te werken, doch wees tenslotte
het verzoek van de bond af.
De algemene bedrrjfsbond eist nu dat er
uiterlijk eind September overeenstemming
over een CAO is.
Doorda/t hij met zijn scooter slipte is de
52-jarige rad'ioimisicus M. Kistemaker
Woensdag te Hilversum door een met ste
nen beladen vrachtauto overreden. Enkele
uren later is hij in een ziekenhuis over
leden.
De heer Kistemaker was oud-violist van
het Metropole-orkest. Sinds de reorgani
satie in 1951 had hij als hoofdbestuurder
en bondsvoorzitter de leiding van de Ne
derlandse Toonkunstenaarsbond. Zijn plot
seling heengaan wekte ontsteltenis in de
studio's, waar Woensdagavond de orkest
repetities onmiddellijk werden beëindigd
(Van onze parlementaire redacteur)
Allerminst met de hakken over de sloot,
triomfeerde minister Donker, toen gisteren
het wetsontwerp inzake de notariële leef
tijdsgrens en het pensioenfonds aange
nomen werd met 23 tegen 7 stemmen.
Deze grote overwinning was een verras
sing. Blijkbaar waren tal van senatoren, die
aanvankelijk tot tegenstemmen geneigd
schenen, door de sterke argumenten van de
bewindsman bekeerd. Zo valt het te ver
klaren, dat van de Anti-Revolutionnairen
slechts één lid (prof. mr. Hellema), van de
KVP-fractie alleen de heren Kropman en
Ruys de Beerenbrouck tegen, de anderen
allemaal voor stemden. De VVD bleef in de
oppositie en met haar, als enige C.H.-
senator, de heer Reyers. Ofschoon zijn
fractieleider mr .Kolff hem tartte, uiteen te
zetten waarom hij na 's ministers betoog
nog niet overtuigd was, bewaarde hij een
volstrekt stilzwijgen.
De rede van de minister van Justitie
maakte een uitstekende indruk.
Hij voerde allereerst tegenover prof. Die
penhorst (A.R.) aan, dat invoering van de
leeftijdsgrens geenszins de verplichting
medebrengt voor schadeloosstelling van
Rijkswege aan de 70-jarigen en anderen,
die er nu uitgaan. Overigens is de kans ge
ring, dat het te houden referendum onder
het notariaat een negatief resultaat zou op
leveren, zodat er geen schadeloosstelling
zou komen. Aan de ontworpen regeling ligt
ook ten aanzien van de premie de solidari-
teitsgedachte ten grondslag: de beroepsge
noten zullen het er over eens dienen te zijn,
dat de sterken wat meer betalen dan de
zwakken. De praktijk heeft geleerd, dat
deze wet de enige kans is om hiertoe te
komen. Immers, geheel vrijwillig was dit
met bereikbaar, omdat hiervoor het solida
riteitsgevoel in de Broederschap helaas niet
sterk genoeg scheen te zijn. De koppeling
van de pensioenregeling aan de leeftijds
grens heeft ongetwijfeld haar bezwaren,
doch daarzonder komt men er niet. Dat
staat zo vast als een huis. Zeker, er bestaat
in dezen noch een juridisch noch een zede
lijk, alleen een feitelijk-historisch verbond.
Gedurende een dag of 14, nadat men in
November 1952 binnen het Notariaat niet
tot een conclusie was gekomen, was 's mi
nisters eerste opwelling zelf geweest: dan
alleen maar een leeftijdsgrens zonder pen-
sioeneringsbepaling. Tenslotte had hij ech
ter gemeend, met dit ontwerp de notarissen
aan een pensioeneringsvoorziening te moe
ten helpen. Zelf bleken zij niet bij machte
die tot stand te doen komen!
Prof. Molenaar kreeg ten aanzien van
zijn kritiek op de leeftijdsgrens zijn partij
genoot prof. Oud uitgespeeld. De VVD-
woordvoerder had onder meer betoogd, dat
meer activiteit gewenst was van de Kamers
van Toezicht om met behulp van artikel 52
der Notariswet Koninklijk ontslag te be
vorderen ten aanzien van ongeschikt ge
bleken notarissen. De minister van Justitie
kan echter die onafhankelijke Kamers van
Toezicht geen bevelen geven.
Geen noodzaak tot gewetensbezwaar
Nu het hoofdbezwaar van prof. Molenaar,
te weten het referendum, waarbij tal van
leden van het notariaat zich voor moeilijk
heden geplaatst zien, aangezien ze met
sommige onderdelen der regeling wel, met
andere niet accoord kunnen gaan. Dit is een
algemeen verschijnsel/ook in het parle
ment. Bijna alle zaken hebben zowel voor
als nadeien en dan is het een kwesite van
afwegen. De straks ontslagen wordende 70-
jarigen en ouderen zullen pensioen krijgen,
ofschoon zij geen premie betaald hebben,
hetgeen in het bijzonder lasten voor de
jongere notarissen met zich meebrengt. Dit
zou dan volgens prof. Molenaar voor som
mige der belanghebbenden een gewetens
conflict opleveren. Neen, zegt de minister:
zulk een oude notaris stemt uitsluitend
over de vraag of er een pensioenfonds zal
komen, los van zijn eigen belangen, want
men behoeft niet een pensioen aan te
vragen. Pas als het ogenblik voor een der
gelijke aanvrage aanbreekt dus nadat
het referendum tot oprichting van het Pen
sioenfonds heeft geleid zou het gewe
tensconflict kunnen ontstaan. Dit kan de
betrokkene dan oplossen door geen brief in
te zenden met het verzoek om pensioen;
immers, in gevolge de gemaakte regeling
krijgt men het pensioen alleen op verzoek.
De minister meende derhalve, de vol
strekte onhoudbaarheid te hebben aange
toond van prof. Molenaar's bewering, dat
de regering „vervloekt handig gemanoeu
vreerd" had met het bepaalde omtrent het
referendum.
Levenslange benoeming geeft geen recht
tot de dood in functie te blijven. Zij sluit
bijvoorbeeld wel degelijk de mogelijkheid
van vroeger ontslag wegens ongeschiktheid
in. Nu gaat de wet aanwezigheid van
ongeschiktheid op 70-jarige leeftijd aan
nemen. Hier is dus geen sprake van „on
rechtmatige onteigening zonder staatsscha-
deloosstelling" jegens de destijds levens
lang benoemden, zo kreeg het ene, tegen
zijnde, C.H.-lid te horen.
Naar aanleiding van prof. Hellema's cri-
tiek, dat de fiscale rechtspraak geen aftrek
van de pensioen-premie als beroepskosten
zou toelaten, wees de minister er op, dat
genoemde senator zich in dezen vergiste.
De wet legt de pensioenregeling op. Daar
door houdt de premiebetaling direct ver
band met de uitoefening van het beroep en
dus gaat het hier om beroepskosten. De
ouderdomsvoorziening is immers in de be
roepssfeer betrokken.
Hier is dus geen sprake van een belas
ting-privilege, evenmin van een regeling
buiten de (belasting-) wet om. Omtrent een
ander fiscaal punt durfde de minister met
prof. Hellema „wedden", dat in geval van
een rechterlijke beslissing het ministeriële
standpunt als juist erkend zou worden.
Aan het slot van zijn met grote belang
stelling aangehoorde rede wees de minister
er nog eens op, dat aan de verplichte deel
neming in het notarieel pensioenfonds,
evenals dat bij een bedrijfspensioenfonds
het geval is, het solidariteitsbeginsel ten
grondslag ligt. Het was alleen maar jam
mer, dat bij sommigen van de notarissen
nog steeds te veel aan het solidariteitsge
voel was blijven ontbreken.
Na korte replieken ging het wetsontwerp
met vlag en wimpel over de streep.
„De middenstandsnota is geen to
verboek met pasklare oplossingen voor
de middenstandsproblemen, maar de
beschouwingen die er in en buiten het
parlement aan zijn gewijd, hebben ons
op weg geholpen naar een verdere
oplossing van de middenstandskwes
ties. Tal van vraagstukken zijn reeds
in behandeling als gevolg van de
nota, die meer dan ooit de midden
stand in de algemene belangstelling
heeft geplaatst". Dit zei gistermiddag
de staatssecretaris voor middenstands
zaken, dr. Veldkamp, in de Tweede
Kamer.
De toepassing van het behoefte-element
ter gezondmaking van de middenstand,
waarvoor de heren Peschar (P.v.d.A.) en
Haken (C.P.N.) hadden gepleit, wees de
staatssecretaris volstrekt af. Wanneer het
aantal middenstandsbedrijven wordt be
perkt zou dat theoretisch wel tot hogere
inkomsten leiden van de bevoorrechte
middenstanders, maar dat weegt niet op
tegen de grote bezwaren. Kleine bedrij
ven moeten de gelegenheid krijgen uit te
groeien tot bedrijven en daarom moet de
middenstand open blijven staan voor men
sen, die voldoen aan eisen van vakbe
kwaamheid. Toepassing van het behoefte
element zou leiden tot verstarring op een
laag peil. Uitvoerig zette de staatssecre
taris ook uiteen dat met het behoefte
element de rechtvaardigheid dikwijls in
het gedrang zou komen en dat op de over
heid een niet te dragen verantwoorde
lijkheid zou komen te rusten.
Tot zijn genoegen had dr. Veldkamp
geconstateerd dat het credietbeleid alge
mene instemming had genoten. In het bui
tenland is de credietverlening aan de mid
denstand zeer beperkt. De klachten over
te weinig soepelheid bij de credietver
lening verminderen. Er is een grote mate
van soepelheid aan het groeien bij de
middenstandsbank.
De staatssecretaris verklaarde, dat voor
gegarandeerde credieten geen afsluitpro-
visie wordt berekend en dat de rente niet
6 maar 5 percent bedraagt. Het berekenen
van een lagere rente dan de normale zou
niet juist zijn, want dat zou neerkomen
op het verlenen van subsidie.
Tegen zes uur brak dr. Veldkamp zijn rede
af. Vandaag zal hij nog mededelingen doen
over de aanstelling van de middenstands-
consulenten, waarna de staatssecretaris
van Financiën, dr. Van den Berge, diverse
belastingkwesties zal behandelen. De com
munisten dienden een motie in waarin
wordt aangedrongen op een instelling van
een ministerie voor de middenstand en
op een speciale belastingpolitiek voor de
middenstand.