Chandu in Concertgebouw
Op z'n politie fluitjes
Landsteiner-plaquettes
en médailles uitgereikt
Prof. mr. dr. J. A. Oosterbaan nam
afscheid als Doopsgezind predikant
Show en indiscretie
Een kleermaker
heeft eens gezegd:
Kort en bondig
Minister Suurhoff sprak tot jonge
Haarlemse geestverwanten
Jubileumexpositie Jan Visser
Huis op zand
Haarlemse Jazz Club
vierde eerste lustrum
Intrede dr M. v. d. Voet
in 's Gravenhage
MAANDAG 27 SEPTEMBER 1954
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
8
Amateurtoneel
Haarlemse wint
jeugdwedstrijd in
voordrachtkunst
R.K.-ULO aan Gedempte
Oudegracht aanbesteed
Jazz-klanken in Brinkmann
„de kleren maken de man
Biljarten
Van Hassel winnaar van
internationale vijf kamp
Hij zinspeelde twee keer op Kamerontbinding
Sedert 1947 houdt de afdeling Haarlem
van het Nederlandse Rode Kruis regelma
tig bijeenkomsten voor het uitreiken van
de Landsteiner-plaquette of médaille. Za
terdag is de dertigste uitreiking geschied
in het gebouw aan de Paviljoens laan en
van 1947 af zijn 95 plaquettes en 1852
médailles uitgereikt.
De bijeenkomst van Zaterdag was be
stemd voor vijf dames en heren, die vijf
tien maal hun diensten beschikbaar hadden
gesteld en in aanmerking kwamen voor de
plaquette en voor drie-entachtig dames en
heren, die vijf maal bloed afgestaan hebben
en een médaille ontvingen.
De voorzitter der Haarlemse afdeling, de
heer Ch. E. Visser, die wegens zijn aan
staand aftreden de uitreiking voor de laat
ste maal verrichtte, dankte de dames en
heren namens het Rode Kruis voor het feit
dat zij zich als donor beschikbaar hadden
gesteld. Ook was het hem een behoefte
namens de duizenden patiënten, die dank
zij de bloedtransfusiedienst gered worden,
woorden van dank te spreken. Indien er
geen bron was, waaruit de transfusiedienst
kan putten om de taak te volbrengen, dan
zou er weinig gedaan kunnen worden.
Vroeger is er wel eens sprake geweest om
bloed van de ene mens te laten gebruiken
door een ander, maar er deden zich mis
lukkingen voor, omdat men nog onvoldoen
de op die hoogte was van het wezen van
het bloed. Aan prof. Landsteiner, wiens
beeltenis op de onderscheiding is aange
bracht, is het te danken, dat veel ten goede
bereikt is. Deze ontdekte in 1900 wat er
met het mengen van bloed van twee men
sen bereikt kon worden. Hij ontdekte drie
groepen in het bloed, later is er een vierde
bijgekomen en ook zijn er ondergroeperin
gen ontstaan. Het heeft tot 1917 geduurd,
alvorens in ons land proeven werden ge
nomen en pas sedert 1930 was men zich
bewust van het grote belang van bloed
transfusie. De heer Visser deelde mee, dat
aap de andere zijde van de plaquette er.
médaille een pelikaan voorkomt, die jon
gen met haar bloed voedt. Dat is het sym
bool van de naastenliefde. Zij, die bloed
afgestaan hebben, weten wat naastenliefde
is, want zij hebben een taak verricht zon
der te weten voor wie. Dat is het beste
bewijs van naastenliefde.
Nadat de heer Visser de plaquettes en
médailles had uitgereikt, hield dokter Van
der Gugten een korte beschouwing over
aspecten van het bloed en besteedde daar
bij aandacht aan de Rhesus-factor.
De Landsteiner plaquettes werden uit-
De Frieze vereniging „Gysbert Japicx"
te Haarlem heeft Zaterdagavond het win
terseizoen geopend met een toneelvoorstel
ling in het gebouw St. Bavo. Deze keer
trad niet de eigen toneelclub voor het voet
licht, maar het gezelschap „De Jounpra-
ters" uit Leeuwarden met „Hüs op San",
een stuk dat de in het begin van dit jaar
overleden bekende Friese auteur dr. D.
Kalma speciaal voor dit gezelschap schreef.
„De Jounpraters" hebbben slechts vier le
den: een dame en drie heren. En aangezien
„Hüs op San" elf rollen telt, is doubleren
onvermijdelijk. Maar de auteur heeft
uiteraard daarmee rekening gehouden en
bovendien de uit te beelden karakters
aangepast aan de capaciteiten van de spe
lers. Zodat men in dit geval met recht kan
spreken van rollen die hen op het lijf zijn
geschreven. De moeilijkheid zit hem dus
alleen in het vele doubleren en daartegen
bleken „De Jounpraters", de een wat
beter, de ander wat minder wel opge
wassen te zijn.
De hoofdfiguur in het stuk is een kei
harde, egoïtische zakenman, voor wie zijn
bedrijf op de eerste plaats komt en de men
sen, die daarin werken, op de laatste. Hij
ziet alleen zijn eigen belang en stoort zich
niet aan goede raad van de voorman van
zijn personeel, een man die precies onder
woorden weet te brengen wat er mis is in
het bedrijf. De directeur heetft een harde
les nodig en die krijgt hij ook van een
vroegere vriendin, die aan het hoofd staat
van een concurrerend bedrijf. Zij ontdekt
dat de man, die haar liefde versmaadde,
een technicus van haar fabriek voor grof
geld omkocht om de plannen van een
nieuwe vinding te stelen. En hoewel zij
daarvoor de kans op vergelding krijgt,
maakt zij er geen gebruik van. In een wer
kelijk indrukwekkend gespeelde slotscène
brengt zij de harde egoïst tot het inzicht
dat hij zijn levenshouding op verkeerde
principes had gebaseerd.
De vier „Jounpraters" leverden met deze
opvoering een opmerkelijke prestatie. Drie
van hen hadden ieder drie rollen te spe
len, maar zij deden het zodanig, dat men
het wellicht niet gemerkt zou hebben als
men het programma niet had gelezen.
Vooral mejuffrouw Tine Winters wist ge-
slalte te geven aan haar creaties van de
secretaresse en de zakenvrouw. De heer
J. Oreel was vooral als de oude filosofe
rende kantoorklerk op dreef en de heer
T. Zuidema lag de rol van voorman het
best. De leider van het gezelschap, de heer
L. Popma met de kleinste doublure
handicap had zich tenvolle ingeleefd
in de moeilijke rol van de hoofdfiguur, die
hij vooral in het derde bedrijf tot leven
wist te brengen. S. K.
De heer Ch. E. Visser reikte aan hen, die
vijftien keer hun diensten hebben bewezen
de Landsteiner-plaquette uit.
gereikt aan de heren F. W. v. d. Berg, P.
van Garderen, P. Jongbloed1, L. Schagen
en mevrouw C. E. Teeuwenv. d. Bos.
De Landsteiner médailles ontvingen:
mej. W. J. Allard, zr. Anna Louise, H.
Backer, H. Bast, A. H. Bemer, G. Boes, mej.
H. J. v. d. Boogaard, P. Bood, H. Bosschers,
mej. A. G. Th. Bouman, W. Bouman, mej.
H. G. Caalen, zr. Carista, A. Cramer, A. J.
Daans, J. J. P. van Deenen, mej. P. Dui-
venoorde, G. v. d. Dussen, mej. C. P. M.
Floris, mevr. G. B. Franke-Soest, J. D. van
Geen, P. J. Graaman, mej. C. T. A. Grego
ry, J. A. Grönloh, E. van Heezik, mevr. Ph.
Henschgens-Krens, A. Hoogenboom, mevr.
M. Hoonakker-Eikenhout, M. Hunik, M.
de Jager, A. J. Jansen, mevr. T. Jansen-
De Jager, mevr. H. Koek-Van Esmond, J.
van Kraanen, mevr. G. C. Kraay-Luikei,
mej. C. C. S. Th. Kroon, mevr. S. Kuyer-
Koelmeyer, C. Leeuwis, mei. M. van Loon,
mevr. J. Ludding-Rijbroek.T. Luikel, mevr.
A. M. Luyk-Doesburg, J. Maaskant, mevr.
A. van Meir-De Geus, mej. D. .T. Memelink.
mevr. M. v. d. Mev-Mense, N. Merks, W.
H. J. Meyer, A. J. M. Mudde, H. G. Muize-
laar, H. Muller, L. H. Muller, mevr. J. de
Niet-Harmsen, Y. Nieuwenhuizen, T. Pen-
ninga, mej. J. Prent, C. V. Pijpers. J. Ram-
kema, J. D. Roos. G. Ruisbroek, mevr. W.
Scheen-Jas, H. Sikman, G. S'aemaker, G.
J. A. Smit, mevr. C. Smits-Sch'opens, C. J.
Sweerts. M. Tadema, mevr. H. Tentink-
Uiterwijk, J. Toeset, mej. M. Verduyn, W.
Verhey, A. Verhoef, P. J. H. Verhaak, G.
Visser, J. F. W. Volk, mevr. J. Volk-Bergs-
ma. M. Vonkeman, J. van Waarde, B. A.
Willemse, mej. J. C. Zoon, mevr. A. M.
Zwanenburg-Smink, mevr. C. Zwart-Van
Bilderbeek. mej. Tj. Zijlstra.
Op de Zaterdagavond gehouden landelijke
jeugdwedstrijd in voordrachtskunst van de
stichting litteraire kring „Amicitia" te Bilt-
hoven, kende de jury de volgende prijzen
toe:
Groep A (1619 j.): 1. Noortje de Vries.
Haarlem: 2. Evalize de Vries. Heerlen: 3.
Elisabeth Fuchs. Huiza (N.H.); 4. Elsje
Scheen uit Blithoven.
Groep 3 (20—22 j.): 1. Johanna van den
Berg, Eindhoven: 2. Marinus Elling, Utrecht;
3. Lydwine Vos. Utrecht.
De jury bestond uit mevr. Hester G. C.
JanssenKlenke, voordrachtskunstenares te
Bilthoven, de heer Jac. van Elsaker, voor
drachtskunstenaar te Rotterdam en de heer
H. F. Witte, wethouder van onderwijs van
de gemeente de Bildt.
Maandagmorgen werd door architect B.
Ooms namens het bestuur van de R.K. Jon
gensschool voor ULO te Haarlem in het
openbaar aanbesteed het bouwen van een
acht-klassige ULO-school met gymnastiekzaal
en rijwielberging op een terrein aan de Ge
dempte Oude Gracht en Gortestraat te Haar
lem met inbegrip van glas- en verfwerken.
Er waren 26 inschrijvingen. Laagste in-
schrijfster was de firma „De Twaalf Pro
vinciën" te Velsen voor f241.825; hoogste
inschrijfster was de firma Bastiaan Lubken
te Haarlem voor f283.328. De begroting
luidde: f230.000.
Restaurant Brinkmann is van Zaterdag
avond negen uur tot des nachts drie uur
herschapen geweest is een paradijs voor
jazzliefhebbers. Welke zaal men ook bin
nenging, steeds klonken schelle trompetsto
ten of drumroffels de bezoeker tegemoet.
Hier trachtte men ruim baan te maken voor
een jongeman, die met zijn omvangrijke
stringbas door de gangen van het restaurant
liep, daar zag men weer musici die, hun kla
rinet of trombone boven de menigte uitste
kend. zich eveneens een weg baanden naar
een der zalen.
De Haarlemse Jazz Club, die naar aanlei
ding van haar eerste lustrum dit muzikale>
doolhof had geschapen, had zich, naast de
aanwezigheid van eigen huisorkesten, ook de
medewerking van niet-Haarlemse orkesten
verzekerd, waaronder The Orchestra of the
Dutch Swing College.
Voordat dit vermaarde orkest zijn optre
den begon, riep leider Peter Schilperoort het
bestuur van de jubilerende club by zich op
het toneel, om het ten overstaan van een
talrijk publiek te feliciteren met het eerste
lustrum. De heer Schilperoort complimen
teerde het bestuur met een dergelijke club,
„die doorgaat voor een der beste, zo niet de
beste Nederlandse jazzclub". Als geschenk
bood hy twee flessen champagne aan.
Enthousiast
Ongeveer honderd musici hebben tijdens
dit festijn hun muzikaalste beentje voorge
zet. In vele zalen werd gedanst, doch één
zaaltje had men gereserveerd voor het hou
den van jamsessions, waarbij musici van
verschillende orkesten elkaar ontmoetten.
Zij werden aangemoedigd door een enthou
siast publiek, dat niet zozeer voor het dan
sen dan wel voor de muziek zelf geko
men was.
In een der zalen op de hoogste verdieping
werden jazzfilms vertoond; een zaaltje er
naast had men ingericht tot „barrelhouse",
waar pianisten de muziek verzorgden.
Tenslotte dient vermeld te worden het
expositiezaaltje, waarin onder meer een
verzameling foto's van sterren uit de jazz-
wereld en publicaties over de Haarlemse
Jazz Club tentoongesteld waren.
Prof. mr. dr. J. A. Oosterbaan, die
Maandag 4 October zijn inaugurele rede
zal houden in de aula van de Gemeente
lijke Universiteit te Amsterdam, heeft Zon
dagmorgen afscheid genomen als predikant
van de Verenigde Doopsgezinde Gemeente
te Haarlem.
De dienst begon met het zingen van Lied
118, verzen 1 en 2 en nadat gelezen, was
Phïlippenzen 4, verzen 4 tot 7 zong de ge
meente Lied 108, verzen 2 en 5.
De predikant had tot tekst gekozen de
brief van Pauius aan de Romeinen, hoofd
stuk 15 vers 13: „De God nu der hope ver-
vuile u met louter vreugde en vrede in
uw geloof, om overvloedig te zijn in de
hoop, door de kracht des heiligen Geestes".
Deze tekst is het slot van de brief van
Pauius en vormt het besluit van de
hoofdstukken 12 tot en met 15. Daarna
volgen weliswaar nog persoonlijke mede
delingen van Pauius maar het betoog ein
digt toch met het tekstwoord. Dit is ate het
ware de gehele weergave van het Evan
gelie, zoals Pauius die zag. Spreker zeide,
dat het goed was daarover deze morgen
te spreken. De hoofdstukken 12 tot en met
15 zijn vermaningen voor het Christelijke
leven. Vermaningen hebben in het Grieks
dezelfde betekenis als vertroostingen. Dat
moet men goed weten, als men de brief
van Pauius leest. Vermaningen en ver
troostingen gaan samen en in de brief
staat de rijkdom van het leven. Christus
staat in het centrum van de bevrijding van
het leven. Hij heeft de mens bevrijd van
de zonde en van de macht van het kwade.
Weliswaar heeft men gepoogd Christus te
doen sterven door het kwade te brengen,
maar Hij heeft overwonnnen, want Zijn
macht was sterker dan de dood.
Prof. Oosterbaan vervolgde, dat Pauius
zegt, dat het Christelijke leven geculmi
neerd wordt in de liefde. Is die liefde er
In het Concertgebouw heeft Zondagavond
een niet talryk publiek dat rukwinden en
stortregens had getrotseerd kennis geno
men van de wyzc, waarop Chandu, „menta-
list", semi- en para-normale begaafdheden
gebruikt om een commerciële en boeiende
avond te kunnen brengen. Hjj vergastte het
publiek allereerst op enkele eenvoudige proe
ven op telepathisch terrein en „wils"-opleg-
ging. Hij slaagde erin, verschillende proef
personen een door hem „overgebracht" cijfer
te laten noemen.
Op grond hiervan mag worden aangenomen
dat zijn sterkste staaltje het raden op het
podium van een woord, waaraan een dame
in de zaal „sterk moest denken" een on
waarachtig showstuk was. Hij liet namelijk
twee dames een cijfer noemen, combineerde
de twee cijfers tot een getal, en een derde
dame moest in een woordenboek de pagina
met dat nummer opslaan en sterk aan een
woord denken, dat volgens de gekozen cij
fers moest afgeteld worden in de kolom.
Chandu speelde het spel overtuigend; hij zei
het woord. Het is echter duidelijk, dat Chan
du de pagina van het- woordenboek heeft
doen noemen, de cijfers heeft doen zeggen,
die de pagina opleverden, waarvan hij tevo
ren het woord had nagekeken. Opvallend was
ook. dat Chandu ook voor deze proef weer
dames uitnodigde; deze zijn in de regel na
melijk meer beïnvloedbaar dan mannen.
Maar hij deed voor de pauze alleen maar
„show", zoals hij zei, al toonde hij verrassen
de staaltjes herinneringsvermogen en „zien
zonder-ogen".
Na de pauze kwam, wat Chandu psychome
trische séance noemt. Tientallen personen uit
de zaal hadden foto's met vragen op het po
dium gedeponeerd. Chandu gaf blijk uit de
foto's te weten, in welke omstandigheden de
betrokken persoon verkeerde en gaf tiental-
ADVERTENTIE
Maar dat is niet waar. Niet de kleren, maar
de schoenen maken de man en dat geldt
vooral in ons natte Nederland, waar Uw
costuum een groot deel van het jaar bedekt
is door een regenjas.
Maar Uw schoenen zijn ALTIJD zichtbaar.
Neem daarom nog vandaag het goede besluit
eens te gaan kijken naar de zeer uitgebreide
collectie bij BATA, dè zaak voor heren
schoenen.
De verkeersagent die
ervoor zorgt, dat de
weggebruikers veilig
over het gecompli
ceerde kruispunt van
Kruisweg, Staten Bol
werk en Kennemer-
plein worden ge
loodst, was vanmor
gen voor het eerst
uitgerust met een
fluitje, dat in schrille
toon tot oplettendheid
maande. Het fluitje
fungeert als het oran-
jelicht bij de stopsig
nalen: 't waarschuwt
het verkeer, dat er
een verandering op
treedt in de vrijge
geven rijrichting. Nu
nog een witte „baton"
in de hand en de
Haarlemse verkeers
agent krijgt werkelijk
iets van de zwier van
zijn Parijse collega.
En het publiek moet
er zich natuurlijk een
fluit van aantrekken.
len malen zijn „goede raad". Bijvoorbeeld:
U kunt beter naar Uw vrouw terug gaan en
de huidige betrekkingen verbreken, U zit niet
met Uw éigen vrouw hier. En: U is een lijn
trekker en Uw vader begint er ook genoeg
van te krijgen. En: U heeft minderwaardig
ten opzichte van die jongen gehandeld. En:
het is maar goed dat U iets over de toekomst
vraagt en niet over Uw verleden, want dat is
niet zo fraai; ik zal het maar niet hebben
over die 23ste Januari hè? En het slachtoffer
knikte van nee.
Niettemin had Chandu verzekerd, dat hij
op geen enkele wijze discretie zou verbreken,
dat hij dat trouwens nog nooit had gedaan.
Maar dan blijft de vraag, hoe betiteld moet
worden dat een persoon in de zaal, die zich
door handopsteking heeft kenbaar moeten
maken en dus door een deel der zaal gekend
wordt, dingen moet aanhoren, die tot dus
verre met indiscreet werden betiteld. Mis
schien met marCHANDeren?
dan is er geen wet meer nodig en men be
hoeft geen angst te hebben voor de straf.
Dat de God cler hope de gemeente vervult is
bepalend voor de toekomst. Hii is ook de
God vain het verleden, maar Pauius be
paalt zich uitsluitend tot de toekomst.
„Wij mogen er van verzekerd zijn, dat
God, de God der hope is. Dan zal eens de
ganse mensheid verenigd zijn en men zal
vervuld zijn met louter vreugde en vrede".
Spreker zeide, dat het Koninkrijk nog niet
in volheid is gekomen. Er zijn nog nega
tieve gevoelens op te noemen, zoals leed,
verdriet, zorgen en angst. Maar laat men
die gevoelens varen en de God der hope
vervulle de gemeente, dan zal het Chris
telijke leven vreugde zijn, dat gericht is
op de toekomst. De kracht der hoop moet
de Christen tegemoet treden. Wie dat er
varen heeft in het leven, die wordt op
nieuw bevestigd en verzekerd. Er is dan
een nieuwe bron, waaruit men gevoed
wordt. Spreker is God dankbaar, dat hij in
zijn werk iets heeft mogen ervaren van de
kracht.
Pi-of. Oosterbaan besloot met te zeggen,
dat de tekst een samenvatting is van het
geen het Evangelie hem gezegd heeft.
Daarom wilde hij de gemeente dit woord
op het hart binden
Na orgelspel herinnerde prof. Ooster
baan er aan, dat hij van 1938 tot 1940 in
Broek op Langendiik zijn predikambt ver
vuld heeft. Hij heeft daar goede jaren
doorgemaakt en denkt daaraan met dank
baarheid. Van 1940 tot 1950 was hij in Bar-
singerhorn, een uitgestrekt werkterrein: de
streek stond niet gemakkelijk open voor
het Evangelie. In 1950 kwam de predikant
in Haarlem en werkte hij voor het eerst
in een grote stadsgemeente. Dat betekende
een samenwerking met collega's. Die sa
menwerking is er één van blijdschap en
verrijking geworden.
Vervolgens richtte prof. Oosterbaan zich
tot de dienende en de grote kerkeraad. Hij
vond het een zege voor de gemeente, dat er
zc'n bijzondere geest in deze colleges heerst.
Er was nooit verbittering of verwijdering
en er heerst een broederlijke gezindheid,
zoals die in elke gemeente behoort te be
staan. Voorts sprak de predikant de maat
schappelijke werkster, mejuffrouw Bakker,
de organist Jacob Bijster en andere mede
werkenden toe, om hun dank te zeggen
voor hun steun. Tenslotte bracht hij ook de
leden der gemeente dank.
Nadat prof. Oosterbaan in gebed was
voorgegaan zong de gemeente nog Lied 42:
„Halleluja, eeuwig dank en ere."
De internationale biljart-vijf kamp in Ant
werpen is gewonnen door de Belg Van
Hassel.
Onze landgenoot Van de Pol verloor van
Van Hassel met drietwee.
Het eindklassement luidt: 1. Van Hassel
(België) totan' 4 punten; 2. Van de Pol
(Nederland) 214 pnt.; 3. Boulanger (België)
2 pnt.; 4. Rudolph (Duitsland) lVz pnt.; 5.
Tiedtke (Duitsland) 0 pnt.
In de Kunsthandel Leffelaar is Zaterdag
middag ter gelegenheid van de vijfenzeven
tigste verjaardag van de Haarlemse kunst
schilder Jan Visser een ere-tentoonstelling
van diens werk geopend. Hierbij werd het
woord gevoerd door de voorzitter van de
vereniging van Beeldende Kunstenaars „De
Brug", de heer Ferdinand Erfmann.
Behalve als kunstenaar huldigde de spre
ker de jubilaris als volijverig secretaris
dezer vereniging. „Altijd weer staan wij
verbaasd over de enorme energie en toe
wijding die Jan Visser voor zijn vereniging
aan de dag legt. Het citaat van La Roche
foucauld „De mens wordt naarmate hij
ouder wordt zowel dwazer als verstandi
ger" leek de heer Erfmann op deze kunste
naar van toepassing, het daarbij aan de be
oordeling van zijn omgeving overlatend hoe
dit gezegde te interpreteren. Onder ver
standig dient men niet verstandelijk te ver
staan wil men niet het mikpunt worden van
de bijtende opmerking van Oscar Wilde:
„Er zijn twee manieren om niet van kunst
te houden, namelijk: er gewoon niet van
houden en er op een verstandelijke manier
van houden."
Spreker schetste Jan Visser als een echt
Nederlandse schilder hetgeen al dadelijk
blijkt uit de voorkeur die hij heeft voor
twee typisch Nederlandse motieven: bloe
men en water en vroeg zich af of het deze
voorkeur geweest is die de schilder had
doen besluiten om in Haarlem, de bloemen
stad in de nabijheid der zee domicilie te
kiezen.
De kunst van Jan Visser heeft niets van
doen met de dikwijls cerebrale kunst
uitingen van deze tijd. Aan de moderne
stromingen heeft hij geen concessies ge
daan, hetgeen de inleider een winstpunt
noemde, daar hij van mening was dat de
herkenbaarheid toch nog altijd een be
langrijke factor was, stellig in de ogen van
het publiek.
De tentoonstelling-
Het algemeen beeld van het over twee
zalen verdeelde schilder- en tekenwerk van
Jan Visser vertoont geen essentiëel verschil
met hetgeen het Haarlemse publiek vijf
jaar geleden in het Frans Hals-museum op
de vorige jubileumtentoonstelling gezien
heeft. Zowel de onderwerpen, bestaande uit
stillevens, bloemstukken, landschappen en
enkele portretten als de toegewijde werk
wijze zijn op hetzelfde niveau gebleven. Het
grafisch oeuvre met name de lithografieën
blijven voor ons gevoel de sterkste uitin
gen van deze kunstenaar. De litho Staub-
bach-Lauterbrunnen en Herfst aan Zee
munten uit door overtuigende en forse
voordracht.
Van de schilderijen vermeld is in de
eerste plaats „Zee met net-schuim", waar
in de schakeringen van het vloeiende wa
ter mooi werden weergegeven. Luchtiger,
zowel van onderwerp als van voordracht,
zijn de zonnige kleine landschapjes zoals
„Tjalk op het Snekermeer". Puntig en
leuk is in dit laatstgenoemde het rode
figuurtje tussen water en wolken neer-
gepenseeld. „Als „portrettist" van bloem-
variëteiten laat Jan Visser zich als een
aandachtig waarnemer kennen die zijn
métier geheel beheerst.
In de knappe tekening „Harmonica
speler" zal het publiek gemakkelijk een
bekend, sympathiek Haarlems straattype
herkennen.
Het werk van Jan Visser heeft men ge
durende meerdere decennia op de expo
sities van de „Onafhankelijken" en „De
Brug" in Amsterdam kunnen zien. Vooral
in deze laatste vereniging is het door zijn
algemene verstaanbaarheid goed gesi
tueerd, daar de kunstenaars van deze
groepering de „brug" tussen kunstenaar
en publiek willen slaan en in stand hou
den. Jan Visser heeft behalve als schilder,
naam verworven als paedagoog en leraar
op de door hem geleide „Haarlemse schil
dersschool".
Op 2 en 9 October des namiddags om
drie uur zal een schoonzoon van de schil
der, de bekende musicus Paul Christiaan
van Westering, rondleidingen op de expo
sitie, die tot 9 October geopend blijft,
houden. OTTO B. DE KAT
Het hoofdbestuur van de Bond voor
Staatspensionnering heeft er bij de minister
van Sociale Zaken op aangedrongen de uit
kering van de Noodwet Ouderdomsvoorzie
ning zo spoedig mogelijk te verhogen in
overeenstemming met de laatst toegestane
loonronde. Het verzoekt tevens om driehon
derd gulden in plaats van tweehonderd vrij
te stellen van aftrek.
De minister van O., K. en W. heeft in
gesteld een commissie van advies voor de
toekenning van de Prof. van der Leeuw-prijs
1954. In deze commissie zijn benoemd tot:
voorzitter en lid: S. Dresden te 's Graven-
hage; leden: Ed. van Beinurn en F. de Nobel,
beiden te Amsterdam; secretaris: B. P. Wa-
gemans te Voorburg.
De Vrijdag gehouden inschrijving op de
3'4 procent lening van de N.V. Bank voor
Nederlandse Gemeenten, groot f 10 millioen,
is zo groot geweest, dat bij de toewijzing
een zeer aanzienlijke reductie moet worden
toegepast.
HAARLEM EN OMGEVING
Wy herinneren er aan, dat Woensdag
middag om half één de plechtige onthulling
zal geschieden van het naambordje voor de
Overste Den Oudenlaan in Aerdenhout, een
nieuwe zijlaan van de Juliana van Stolberg
laan.
Aan de rijksuniversiteit te Leiden is
geslaagd voor het artsexamen 1ste gedeelte
de heer C. H. Verwers te Haarlem en voor
het artsexamens 2de gedeelte mej. H. M.
Hazevoet te Heemstede.
In de Grote of Sint Jacobskerk te 's Gra
venhage deed Zondagavond dr. M. van der
Voet, gekomen van Haarlem-Noord (Scho
ten) zijn intrede als ziekenhuispredikant van
de Haagse Hervormde gemeente. Dr. Van
der Voet is in zyn ambt bevestigd door ds.
M. N. W. Smit, eveneeens predikant in 's Gra
venhage. Deze bepaalde zijn gemeente bij
het woord uit Mattlieus 22, vers 9 b.
Nadat de nieuwe predikant de vragen van
het formulier bevestigend had beantwoord
zong de gemeente hem staande toe Gezang
180 vers 1: „Beveel gerust uw wegen".
Daarna besteeg dr. Van der Voet de kansel
om zijn intrede-pi-edikatie te houden. Daar
voor koos hij als tekst uit de derde brief van
Johannes, vers 2 b dat het u in alles
wél ga en gij gezond zijt, gelijk het uwe ziel
wèl gaat".
Na er aan herinnerd te hebben, dat het
overgaan van Haarlem naar 's Gravenhage
meer betekent dan een enkele reis. wees
spreker er op, dat hij veel omgang met zie
ken achter de rug heeft, maar naarmate de
ervaring zich breder gaat uitstrekken, komt
men dichter bij de grens van de routine.
Toch is er altijd een aanknopingspunt in het
werk van de ziekenhuispredikant en wordt
er een muur doorbroken door de blijdschap,
die in Christus is. De tekst schenkt de
vreugde, dat wij niet alleen gaan, maar dat
Gods geest ook met ons gaat. Dit is de over
winningskracht, waarmee wij elkander mo
gen begroeten. God groet de predikant op
zijn werk en wijst hem er op, op dat de ziel
van de zieke geen privé-kamer is.
Opdat het ons welga is er een gids nodig,
bij wie wij te raden kunnen gaan, zodat wij
op het kruispunt van wegen het goede pad
zullen kiezen, zeide spreker. Christus is de
weg en Hij belooft ons wel een veilige haven,
doch niet altijd een gemakkelijke reis. De
liefde van Christus is alleen de waarachtige
doorbraak, die het grote herstel mogelijk
maakt. De run op specialisten en psychia
ters zou niet zo intens en frequent zijn, als
allen de wachtkamer Gods zouden kennen en
in Hem, Zijn zegenende kracht, rust zouden
vinden. Spreker besloot met een beroep op
de gemeente te doen hem als een Rode
Kruissoldaat niet alleen te laten staan en
hem niet te vergeten. Hij dankte God, Die
hem tot dit grote werk wil roepen en vroeg
de gemeente om aanwijzing en hulp.
Met een persoonlijk woord tot de vertegen
woordigers van verscheidene collega's en de
vele leden van de gemeente uit Haarlem-
Noord, waaronder ds. G. Koch besloot spreker
zijn predicatie.
Aan het einde van de dienst zong de ge
meente dr. Van der Voet staande de zegen
bede uit Psalm 134 toe. Onder de aanwezigen
waren wethouder mr. J. van Aartsen. na
mens het gemeentebestuur van 's Gravenhage
en afgevaardigden van diverse kerkgenoot
schappen.
„Waar het in 1956 voor de jongeren om
gaat", luidde de titel van de rede, welke de
minister van Sociale Zaken en Volksge
zondheid, de heer J. G. Suurhoff, Za
terdagavond in de tuinzaal van het Haar
lemse Concertgebouw hield voor de leden
van afdeling Haarlem van Nieuwe Koers.
„De jongerenorganisatie van de Partij
van de Arbeid is positief geweest in de op
gave van dit onderwerp; zij beseft dat de
Tweede Kamerverkiezingen die in 1956
zullen plaatsvinden, beslissend zijn voor de
politieke koers in ons land. Vandaar dat
de Haarlemse afdeling, die in 1953 na een
non-actief van drie jaar werd opgericht,
met enthousiasme start om de problemen
der hedendaagse politiek onder het oog te
zien", zo zei de bewindsman met waar
dering over het initiatief van het jeugdige
bestuur.
De laatste tijd zijn de verhoudingen tus
sen de partijen belangrijk verscherpt, zo
zei minister Suurhoff verdei-, hoewel grote
geschilpunten verdwenen zijn door een
economisch verheugende gang van zaken.
Enkele jaren geleden waren het de Indo
nesische kwestie en de verhouding van ons
land tot Suriname en de Nederlandse An
tillen die de gemoederen in beroering
brachten, maar deze zaken werden opge
lost; ook de prijsbeheersing is geen pro
bleem meer. De kinderbijslag kwam er
door en de ouderdomsverzekering als com
promis. Hieruit blijkt wel dat de samen
werking hecht was; de periode van hoog
conjunctuur welke wij thans beleven is er
een uitvloeisel van. Onze export breidt zich
steeds meer uit en de deviezenvoorraad
groeit; voor iedereen is er werkgelegenheid.
Nederland kan trots zijn op het snelle her
stel na de oorlog. De heer Suurhoff noem
de de oud-minister van Financiën, prof. mr.
P. Lieftinck, een der promotors van de hui
dige welvaart en was de mening toegedaan
dat zelfs de onaangename taak van belas
tingambtenaar hem niet impopulair kon
maken. Wat Lieftinck voor Nederlands wel
zijn verrichtte is van blijvende en onschat
bare waarde, aldus de heer Suurhoff.
Ideologie strijdpunt
Het strijdpunt rees echter in de ideolo
gische sfeer; van katholieke zijde kwam
men met het mandement dat een hernieuwd
standpunt ten opzichte van de andere po
litieke stromingen, inzonderheid de socia
listische, inhield. De Partij van de Arbeid,
zeide spreker, is er van overtuigd dat po
litiek en godsdienst elkaar nauw raken;
maar op sociaal en maatschappelijk ter
rein vinden mensen van verschillende
levensopvatting elkaar dikwijls. Hierdoor
komt het ook dat in de Partij van de Ar
beid een Protestantse en Rooms-Katholieke
werkgemeenschap ontstonden.
De minister zeide dat onze democratie
is aangetast door het bisschoppelijk woord.
Lid van N.V.V., P. v. d. A. of Vara kan de
Rooms-katholiek niet meer worden, het is
hem niet toegestaan de socialistische radio
programma's te beluisteren of een socia
listische krant te lezen. En omdat het hem
dringend wordt aangeraden, zal hij K.V.P.
moeten stemmen of blanco. Dit gebrek aan
keus kan niet anders dan verlammend
werken op de politieke activiteit van ons
volk wat een nadeel voor de maatschappij
betekent.
Moeilijke taak voor P. v. d. A.
Partijvorming zal de komende tijd in
het centrum van de belangstelling staan.
De heer Suurhoff wees erop, dat de Partij
van de Arbeid de moeilijke taak heeft zich
met veel beleid teweer te stellen tegen de
beweringen dat zij een anti-clericale be
weging zou zijn. De jongeren, zo besloot
hij, konden zich hierop voorbereiden door
actief deel te nemen aan het werk van
Nieuwe Koers.
„Zij moeten klaar zijn voor de taak wel
ke hen in 1956 wacht en mogelijk reeds
eerder"; minister Suurlioif zinspeelde er
in zijn toespraak twee keer op, dat men
ernstig rekening moet houden met de mo
gelijkheid van een verkiezing voor die tijd.
Het cabaret van de Zaanse zusterafdeling
gaf met een fris program van goede tek
sten en aardig spel een fleurige noot aan
de bijeenkomst. Voor een verdienstelijke
muzikale omlijsting zorgde de pianiste
Milly Fraenkei.
„Hoe denkt het geacht forum over de H_
lijn?" was een der vragen die de Nieuwe
Koersers op het vijftal achter de groene
tafel afvuurden. Er werd over en weer
heel wat geschertst, maar men bleek het
toch allemaal eens te zijn: niets voor ons!
Ook de subsidiëring van kerken dooi
de gemeente zoals dat onlangs te Nijmegen
geschiedde, kwam ter sprake. Het forum
kwam tot de slotsom dat, zoals de heer
Suurhoff tevoren betoogd had, de kerk
in ons land een wezenlijk element in het
volksleven vormt en zeker steun verdient.
Waaraan de heer Voogd toevoegde het niet
meer dan billijk; te vinden dat een over
heid die voor het welzijn van haar bur
gers waakt, ook de mogelijkheid tot vrije
ontplooiing van het kerkelijk leven schept
en waarborgt.