„Hoger Onderwijs schiet doel
voorbij", meent mr. Meynen
übr.Tneijev
IN DE WERELDPOLITIEK
Het Westen heeft een ideologie
r
Agenda voor
Haarlem
„Het gaat onderwijs en bedrijf
beide om de persoonlijkheid"
Nieuw ontwapeningsplan van
de Sovjet-Unie in de UNO
Vijftig jaar geleden
Minister Cals tot werkgevers:
„Daarom is controverse
principiëel onmogelijk"
Hoe is het ontstaan?
S
Visjinski neemt als uitgangspunt
het jongste Brits-Franse voorstel
Het tekort aan leidende werkkrachten
Kortereafgerondeacademische
leergangen bepleit
JAPONNEN
DEUX PlèCES
GROTE HOUTSTRAATI
Regina garandeert U
4 extra voordelen!
Dit woord:
DOODVERF
Noors schip aan de
grond bij Maassluis
Geen zeepost meer naar
militairen in Korea
Snuif en wrijf
Tomaten worden duur
Ezra Yoram gezant van
Israel in ons land
Uit Haarlems Dagblad
van 1 October 1904
VRIJDAG 1 OCTOBER 1954
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
Mr. J. Meynen, voorzitter van de Contact
commissie Industrie-Hoger Onderwijs en
directeur van de AKU, heeft in de verga
dering van het Centraal Sociaal Werk
geversverbond een rede gehouden over
hoger onderwijs en bedrijfsleven.
Hij zei daarin dat hij generaal Eisenhower
tijdens diens bezoek aan ons land in 1946
gevraagd had, hoe Amerika in de jaren
1939-1940 zijn betrekkelijk klein beroeps
leger zo snel had kurunien uitbouwen tot
een millioenenleger. Eisenhower gaf toen
ten antwoord dat Amerika meer dan enig
ander land een groot deel van zijn jeugd
een academische opleiding gaf, waarbij het
leiding geven een grote plaats innam. Hier
door, zo zeide Eisenhower, had men de be
schikking over een brede laag van poten
tiële officieren en goed geschoolde onder
officieren en was het niet al te moeilijk,
om dit geraamte heen in korte tijd de divi
sies en legerformaties te vormen, die wij
behoefden.
Mr. Meynen was van oordeel, dat dit
antwoord ook een les behelst voor de op
lossing van het probleem der industriële
uitbouw van een land. Hij betoogde, dat
het steeds dringender noodzakelijk wordt
een zo goed mogelijk gebruik te maken
van ons vaderlandse intellect en zoveel
mogelijk te woekeren met de beschikbare
krachten, om te voldoen aan de steeds
dringender behoefte aan leidinggevende
figuren voor het bedrijfsleven.
Het contact industrie-hoger onderwijs is
gelukkig geen vrome wens meer, het is de
laatste jaren een goed werkende realiteit
geworden. Een van de resultaten is geweest
de medewerking aan de oprichting van
een studiecentrum voor doelmatige be
drijfsleiding, voorbereid door de commis-
sie-Duyvis van de Nederlandse Maat
schappij voor Nijverheid en Handel. Een
tweede belangrijk resultaat van dit contact
is geweest d!e gedachten wisseling tussen
■werkgevers en vertegenwoordigers van het
Hoger Onderwijs over de factoren, die de
„vraag" naar universitair geschoolde figu
ren bij de industrie bepalen en het „aan
bod" van afgestudeerden door de hoge
scholen en universiteiten.
Vervolgens vertelde spreker iets over de
resultaten van dit overleg, concluderend
dat wij zowel een kwalitatief als een kwan
titatief tekort aan leidende functionarissen
in het bedrijfsleven hebben.
Voor het type academicus, geschikt voor
de leidinggevende functies in de bedrijfs-
gang, is de persoonlijkheids- en karakter
vorming van veel gewicht. Het Nederland
se Hoger Onderwijs is als zodanig op deze
vorming niet ingesteld; zij wordt goeddeels
overgelaten aan het georganiseerde studen
tenleven en het bedrijfsleven zelf. Daarom
is de leeftijd, waarop de afgestudeerden
hun intrede in het bedrijfsleven doen van
groot belang. Zij dienen dan een zodanige
leeftijd te hebben, dat zij bij hun intrede
nog voor verdere specifieke bedrijfsvor-
ming openstaan. Deze leeftijd is thans rond
28 jaar, wat naar sprekers mening te hoog
is. Het hoger onderwijs heeft daarvoor be
grip: de Economische Hogeschool te Rot
terdam heeft dit getoond door de instel
ling van het baccalaureaat, een verkorte
afgeronde opleiding voor diegenen, die
vlugger de praktijk willen ingaan, zonder
de hoogste wetenschappelijke topklasse te
hebben doorgemaakt. Hier ligt voor het
bedrijfsleven een belangrijke taak om de
baccalaureüs een volwaardige kans te ge
ven. Thans is het verschil in studieduur
tussen baccalaureaat en doctoraal een jaar.
De spreker was van oordeel, dat vier jaar
voor het baccalaureaat voldoende zou moe
ten zijn en zes jaar voor doctoraal.
Ten aanzien van de tweede vraag, of het
Hoger Onderwijs onder het huidige systeem
kwantitatief en kwalitatief aan de vraag
kan voldoen, zei mr. Meynen dat door de
industrie sterk het bezwaar wordt gevoeld,
dat het studieprogramma in verschillende
studierichtingen te overladen geacht wordt,
met het gevolg, dat een opleiding in Delft
bij een theoretische studietijd van vijf jaar
in de praktijk 7 a 8 jaar vereist en de stu
die voor doctorandus in de economie min
stens zes jaar. Voorts merkte hij op, dat
als basisbeginsel door ons hoger onderwijs
wordt aanvaard, dat er slechts één eind
streep is, de graad van dus. of ingenieur.
Wie deze ene eindstreep niet bereikt, valt
ADVERTENTIE
■viMOCMOOOOKOOOOODOCO-O^OOOCOOCOOCOCOCCOOOOOC
GROTE SORTERING
AATI6
XXOOOOOOCCOBOOOCXXX
onderweg af en is grotendeels als verloren
intellect te beschouwen. Dit is sterk in
tegenstelling met de Angelsaksische lan
den, waar men drie opeenvolgende eind
strepen kent, die elk een afgerond geheel
aangeven.
De commissie Industrie-Hoger Onderwijs
acht het een eerste noodzaak, dat het ren
dement van het Hoger Onderwijs wordt
vergroot. Zij meent, dat het wenselijk is,
dat voor de functies die sterk op de prak
tijk zijn ingericht, zowel aan de technische
als aan de economische instellingen van
hoger onderwijs een academische graad in
een kortere studieduur zal kunnen worden
gehaald dan voor die functies, welker
werkzaamheden van meer wetenschappe
lijke aard zijn en waarvoor dus een hogere
wetenschappelijke vorming is vereist. Een
dergelijke kortere studie zal een afgerond
geheel dienen te zijn, welke in circa vier
jaar kan worden volbracht. Deze kortere
studie dient de normale te worden en de
langere de uitzondering.
Vaklieden en lager technisch
kader
Na mr. Meynen sprak de heer J. W. Wil-
lemsen, voorzitter van de commissie vak
opleiding van de Stichting van de Arbeid,
over de opleiding voor vaklieden en lager
technisch kader.
Hij betoogde onder meer dat de ambachts
school bij velen niet d'ie waardering heeft
die haar in een industrialiserend land als
het onze toekomt. Ook de onderwijzers
van de lagere school hebben over het al
gemeen geringe belangstelling voor dit
schooltype, hetgeen spreker des te meer
betreurde, omdat zij het zijn, die in eerste
instantie ouders en kinderen advies geven
over de meest wenselijke richting voor
verdere opleiding.
Ook bij verbetering met alle middelen
van het aanzien der lagere technische
school en van het peil der leerlingen, dient
men zich wel te realiseren, dat deze school
slechts een voorbereiding op de ontwikke
ling tot vakman kan geven, meende de
spreker, die in ernstige overweging gaf,
na een jaar een selectie te doen plaatsvin
den voor een interne splitsing. Zij, die in
het afgelopen jaar blijk hebben gegeven
voor doorstroming naar hoger niveau in
aanmerking te komen, worden in bijzondere
klassen gegroepeerd, waarin het mogelijk
moet zijn peil en tempo van het onderricht
op te voeren.
Opleiding in de bedrijven
De heer Willemse gaf daarna een over
zicht van de opleiding in de bedrijven,
waarbij hij als meest belangrijke systeem
het leerlingenstelsel volgens titel 2 van de
Nijverheidsonderwijswet noemde. Na de
oorlog heeft het zich ontwikkeld en heeft
het aantal leerlingen volgens dit stelsel de
30.000 overschreden. Toch geeft dit aantal
nog geen reden tot tevredenheid als men
bedenkt, dat hiermee nog niet de helft van
de abituriënten van de technische dag
scholen het eindexamen met goed gevolg
passeert, aldus spreker.
Hij noemde het een nationaal belang,
ADVERTENTIE
natuurzuivere schuimrubbermatras
blijft Uw leven lang nieuw
gewelfd bovenvlak
130 jaar vakmanschap
Uitsluitend verkrijgbaar
in de goede bedden- en
meubelzaak.
LATEX
MATRAS
N.V: v/h GEBR. PETERS. A F D. REGINA LATEX. N. Z. VOORBURGWAL 2, AMSTERDAM-C
Bij de vernieuwing van het onderwijs
zal de aanpassing aan de veranderde maat
schappij een der belangrijkste drijfveren
moeten zijn, zo heeft de minister van On
derwijs, kunsten en Wetenschappen, mr. J.
M. L. Th. Cals, gisteren in een rede voor
het Centraal Sociaal Werkgeversverbond te
kennen gegeven.
Het doel van de vorming, waaraan de
sc-hool haar medewerking ver-leent, vex*toont
verschillende aspecten, die wel onder
scheiden maar uit hun aard niet te scheiden
zijn: een zo goed en volledig mogelijke ont
plooiing van de persoonlijkheid der leer
lingen, zowel in de ontwikkeling van hun
dat de bedrijfsopleiding voor wat de tech
nische zijde betreft, zoveel mogelijk uni
form geschiedt en de examens voor een
paalde vakgroep in het gehele land op een
zoveel mogelijk gelijk niveau worden af
gestemd. Dit grote belang leidt vanzelf tot
landelijke leerlingstelsels per bedrijfstak.
Een van de knelpunten van het technisch
onderwijs is de opleiding van leraren. Het
steeds toenemend aantal technische scho
len en het grote aantal „onbevoegden", dat
zich thans onder het corps leraren bevindt,
maakt een uitbreiding van het aantal be
schikbare bevoegde leraren dringend ge
wenst. Daarnaast is het noodzakelijk ge
bleken, de opleiding zelf te herzien. De
gehele opleiding van leerkrachten is thans
in één organisatie samengebundeld, waarin
het bedrijfsleven volop gelegenheid krijgt
ervaringen en wensen naar voren te bren
gen.
Bazencursussen
Een probleem van de eerste orde noemde
spreker voorts het gebrek, voor vrijwel de
gehele Nederlandse industrie, aan goed op
geleide bazen. Ook op dit gebied is een
verhoogde activiteit duidelijk waarneem
baar. Zo zijn er door een vrij groot aantal
instituten bazencursussen- georganiseerd.
capaciteiten als ook in een bewust mede-
vormen van de sociale zijde van hun wezen,
een zo goed mogelijke voorbereiding van
de leerlingen op hun toekomstige functie(s)
en in de maatschappij en een zonder te
grote schokken doen verlopen van de over
gang van het beschermde opvoedingsmilieu
naar de volle maatschappij, dus van de op
leiding naar het beroep.
„Wie de moderne ontwikkeling van het
moderne bedrijfsleven gadeslaat, weet
maar al te goed," aldus spreker, „dat juist
daar aan de totale persoonlijkheid van de
mens steeds meer waarde wordt gehecht,
omdat gebleken is, dat alleen specifieke be
kwaamheid en vaardigheid van de
employé's geen waarborg bieden voor de
welvaart van de ondernemingen. Men kan
dus rustig zeggen, dat de bovengenoemde
doelstelling in haar geheel zowel voor
individu als voor gemeenschap gelijkelijk
van belang is en dat er derhalve principiëel
geen grond aanwezig is voor het bestaan
van een controverse tussen onderwijs en
maatschappij."
Wanneer ondanks het groeiend inzicht
aan beide zijden in feite de controvei'se
onderwijsbedrijfsleven nog blijkt te be
staan, dan bestaan er misschien oorzaken,
die buiten de sfeer van het onderwijs en
het bedrijfsleven liggen en die het blijven
voortbestaan der controverse in de hand
werken. De minister kwam hierbij tot de
erkenning, dat één van die oorzaken te
vinden is in de vaak starre wettelijke rege
lingen van het Nederlandse onderwijs.
Slechts 58% doubleert niet bij het L.O.
Daarna roerde de minister enkele bijzon
dere vraagstukken aan, en wel speciaal die,
welke het bedrijfsleven raken. Allereerst is
dat de leerplichtverlenging en een daar
mede nauw verwant probleem, namelijk de
juiste vormgeving en inhoud van het on
derwijs aan degenen, die bij zulk een leer-
phchtverlenging betrokken zijn.
Bij de leerplichtverlenging zal moeten
worden bedacht, dat thans slechts 58
percent der leerlingen het zesjarig
lager onderwijs zonder doubleren door
loopt, dat 26 percent dat doet met één-
of tweemaal doubleren en dat 11 per
cent de zesde klasse niet haalt. Dit be
tekent, dat een groot percentage der
leerlingen thans reeds niet de vorming
ontvangt, die in overeenstemming is
met hun leeftijd en met de nabijzijnde
overgang naar het maatschappelijke
leven. In verband met de zogenaamde
„schoolmoeheid" en de geringe intel
lectuele begaafdheid van deze kinderen
zal het daarom zaak zijn, te zoeken
naar nieuwe onderwijsvormen, waar
door het nuttig effect van de leer
plichtverlenging voor de betrokkenen
persoonlijk, maar ook voor het be
drijfsleven zo groot mogelijk zal zijn.
Daarbij kwam het spreker voor, dat een
groot aantal mogelijkheden zal dienen te
worden geboden. Een nauw overleg met het
bedrijfsleven zal bij het zoeken naar die
nieuwe vormen noodzakelijk zijn. In dit
verband belichtte spreker enkele experi
menten, welke in samenwerking met het
bedrijfsleven worden uitgevoerd en waar
van de resultaten naar het zich laat aan
zien bijzonder bevredigend zijn, onder meer
de vakschool voor havenarbeiders in Rot
terdam, de ondergrondse vakschool voor
mijnwerkers te Heerlen en het leerlingstel
sel voor meisjes in de textielindustrie in
Twente. Ook in het buitengewoon lager on
derwijs worden veelbelovende proefnemin
gen gedaan.
Eigenlijk betekent doodverf', de kleur
van een dode, lijkkleur. Vondel gebruikt
het in die zin als hij van een oude vrouw
die hevig schrikt, zegt: Zij schepte haer'
doodverw, dus: zij werd doodsbleek. In
later tijd gebruikte men het woord ook
voor: grondverf, dus verf die niet aan
de oppervlakte komt. Daarmede hangt
samen de heden ten dage nog bekende
uitdrukking: iemand met iets doodver
ven. Dit betekent: iemand als de dader
beschouwen, maar toch hoofdzakelijk:
iemand bij geruchte voorbestemmen tot
een bepaald ambt. De betrokkene staat
voor de bepaalde functie als het ware
greeds in de grondverf.
Om half zeven Donderdagavond is het
Noorse tankschip „Mayken" nabij Maas
sluis aan de grond gelopen tengevolge van
machineschade. Twee sleepboten van Smit
en Co. zijn ter assistentie uitgevaren.
Daar het zich laat aanzien, dat het
Nederlandse detachement bij de UNO in
Korea reeds in de loop van de maand
December in zijn geheel in Nederland
terug zal zijn, wordt aan familieleden en
anderen, die corresponderen met Neder
landse militairen op Korea, aangeraden,
geen zeepost meer te verzenden.
Het is vrijwel uitgesloten, dat zeepost de
geadresseerden nog op tijd zal bereiken.
Wél kan men nog per luchtpost correspon
deren.
ADVERTENTIE
Uw verkoudheid van neus
keel of borst weg met
NEW YORK (Reuter/A.F.P.) De
Russische afgevaardigde Visjinski heeft
Donderdagavond aan de Algemene Ver
gadering van de UNO een „nieuw" ont
wapeningsplan voorgelegd. In het Russi
sche plan wordt voorgesteld: onvoorwaar
delijk verbod van atoom-, waterstof- of
andere wapenen tot massavernietiging,
„aanzienlijke vermindering" van gebruike
lijke wapens en het „vestigen van inter
nationaal toezicht op de toepassing van
deze besluiten, met als uitgangspunt de
Franse en Britse voorstellen van 11 Juni
-954". Visjinski stelde een vermindering
van vijftig percent voor op de militaire
uitgaven en van de strijdkrachten over een
Bij de analyse van het grote conflict, dat heden ten dage over alle détail-
punten van de politieke tegenstellingen heen grote mensengroepen geschei
den houdt en zelfs aanspoort om in volkomen isolatie de vooruitgang
dienstbaar te maken aan een voorziene krachtmeting op leven en dood -
bij de analyse van dit broeiende conflict tussen Oost en West speelt het
woord „ideologie" vaak een overheersende rol. Men neemt aan dat de
zogenaamde „volksdemocratieën", de Sovjet-Unie en haar getrouwen,
geleid worden door de ideologie van het communisme, dat de massa's
inspireert (of dwingt) tot saamhorigheid en krachtsinspanning - en dat de
andere volken, de „vrije", zoals zij worden gekenschetst, in ideologisch
opzicht een grote mate van besluiteloosheid en machteloosheid, gebrek aan
geestdrift en bezieling, onderlinge twistziekte en naijver te zien geven.
Daardoor krijgt men het niet opwekkende toekomstbeeld, waarin de ideolo
gie van de ene kant het gebrek aan ideologische beweegkracht aan de
andere kant komt opvullen - met andere woordendat het communisme
langzamerhand geheel en al bezit neemt van de wereld. Dit toekomstbeeld
brengt de „vrije volken" tot angst en bewapening. Maar het is daarbij ge
steld als met de mens van vlees en bloed, die een stok zwaait tegen een
spook. Het kost hem zijn zelfbeheersing en krachten, doch hij raakt niets.
En als hij wat raakt en stukslaat, is het iets dat beter heel had kunnen
blijven en overigens niets met het spook te maken heeft.
VRIJDAG 1 OCTOBER
Waalse Kerk: Orgelconcert door Hendrik
Lasschuit met medewei-king van Gerda
Brands en Guus Spaan, fluit, 8 uur. Nassau-
plein 8: Theosofische Vereniging; „Vliegen
de schotels", spr. J. v. d. Schoot. 8 uur.
Minerva: „De rode Pimpernel", 14 jaar, 8.15
uur. City: „The quiet man", 14 jaar, 6.45 en
9.15 uur. Roxy: „Gestolen liefde", 18 jaar, 7
en 9.15 uur. Lido: „Manon van de bronnen",
14 jaar, 8 uur. Frans Hals: „Spartacus, de
bevrijder der slaven", 14 jaar, 7 en 9.15 uur.
Palace: „Fernandel weet 't te verkopen",
alle leeft., 7 en 9.15 uur. Luxor: „Lieveling
der vrouwen", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Rem
brandt: „Rhapsodie", alle leeft., 7 en 9.15 uur.
ZATERDAG 2 OCTOBER
Stadsschouwburg: „Een theehuis voor
Tobiki", Haagse Comedie, 8 uur. Minervaj
„De rode Pimpernel", 14 jaar, 2.30, 7 en 9.15
uur. City: „The quiet man", 14 jaar, 2.15,
6.45 en 9.15 uur. Roxy: „Gestolen liefde",
18 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur. Lido: „Manon
van de bronnen", 14 jaar, 2 en 8 uur. Frans
Hals: „Sparfacus, de bevrijder der slaven",
14 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur. Palace: „Fernan-
del weet 't te verkopen", alle leeft., 2, 4.15,
7 en 9.15 uur. Luxor: „Lieveling der vrou
wen", 18 jaar, 2, 4.15. 7 cn 9.15 uur. Rem
brandt: „De prins student", alle leeft., 2, 4.15,
T en 9.15 uur.
Wat men echter voor een ideologische
beweegkracht van het Sovjet-areaal houdt,
is in wezen niets anders dan een staats
structuur, een politieke machtsprocedure,
die zich verschuilt achter Marx en En
gels doch in feite louter de staatsmacht
dient en zich niet bekommert om de ideo
logische ontvankelijkheid der mensen. Het
ligt trouwens in de aard van een ideolo
gie in het algemeen besloten, dat zij on
mogelijk kan worden verbonden met een
staat en een staatspolitieke omgrenzing.
Een ideologie is een product en een uit
sluitend eigendom van de geest. Het is
een levensbeschouwing, die er weliswaar
naar streeft de omstandigheden in politiek
en staatkundig opzicht te scheppen, waar
in zij het best gedijen kan, doch nooit ge
heel en al kan worden omgezet in een
stelsel van machtsregelen en wetten, zon
der haar eigen ziel prijs te geven aan het
willekeurige doel, waarheen de met haar
geïdentificeerde machtsconstellatie zich ge
lieft te richten.
De Sovjet-groep is een staatkundige sa
menleving van deels met dwangmaatrege
len tot samenwerking gebrachte volken.
De communistische ideologie is een sociale,
revolutionnaire ideologie, die de bevrij
ding van de arbeidende klasse in haar
vaandel heeft geschreven. In de Sovjet-
Unie is niet alleen de „geknechte" ar
beider niet bevrijd, doch hij heeft een
nieuwe knechtsschap moeten aanvaarden
onder het juk van een nieuwe heersers-
klasse van onvervalste rijken, een stand
van welgestelden die de Sovjet-propaganda
niet eens meer probeert te verbergen. Het
regeringssysteem van de Sovjetstaten heeft
het heft allerminst in handen van de ar
beidende klasse gelegd, zoals de commu
nistische theorie voorschreef, doch het
heeft slechts de omstandigheden geschapen
waarin de staat die arbeidende klasse tot
de grootste prestatie in dienst van het
staatkundige doel kon brengen.
Er zijn dus twee afzonderlijke stromen,
die de „vrije volken" op zich af zien ko
men: de communistische ideologie en de
Sovjet-Russische staatkundige machts
constellatie. De eerste is het spook, waar-
tegen men met kanonnen en bommen niets
kan uitrichten, de tweede is een zuivére
materiële belichaming, die men slechts met
wapenen kan weerstaan zo zij mocht aan
vallen.
Verwarring
De verwarring van deze twee afzonder
lijk optredende factoren in wat men de
„Russische dreiging" gelieft te noemen lijkt
de grootste reden te zijn van de onoplos
baar lijkende tegenstellingen en de on-
wei'kzaamheid van Westelijke maatrege
len inzake de verstandhouding met de
Sovjet-Unie. Want waar de communisti
sche ideologie in het buiten de Sovjet
sfeer gelegen gebied optreedt, wordt zij
met Westelijke wapens tegemoetgetreden,
die in de lucht slaan. En waar de Russi
sche staatsmacht haar aggressieve tanden
laat zien, probeert het Westen met ideolo
gische leuzen de volken en de mensen te
waarschuwen. Wanneer men er toe zou
kunnen komen een duidelijk onderscheid
tussen ideologie en staatsmacht te zien,
zou men beide vei-schijnselen tegemoet
kunnen tx-eden met de afweer, die effi
ciënt en doelmatig is.
De moeizame, kostbare en soms ondra
gelijke lasten vex-oorzakende inspanning
van het Westen op militair terrein wordt
bepaald door de vx-ees, dat Rusland uit een
of andere overweging het Westen zal aan
vallen. Men leidt die aanvalszucht af uit
de communistische ideologie, doch men
stelt zich onlogisch genoeg teweer met
middelen die tegen een ideologie niet kun
nen helpen. Dan klaagt men over het feit,
dat de vrije volken niet geestdriftig ach
ter die bewapening staan en dat het hun
dus aan ideologische geestdrift ontbreekt.
Ei-go, men zegt dat zij geen „anti-ideolo
gie" hebben.
Doch wie de Europese en Amerikaanse
mensen volken doorziet, kan niet tot
een andere conclusie komen dan dat hun
ideologie de sterkste, de overtuigendste,
de meest logische en de onwrikbaarste ter
wei-eld en der historie is. Want deze ideo
logie, die slechts door één woord vrij
heid kan worden omschreven, is het
pi-oduet van een langzame en moeilijke
woi-steling van beschavingspeil naar ho
ger beschavingspeil dwars door de
bloedplassen der Franse Revolutie, door de
Hervorming, door de burgeroorlogen en
door de politieke emancipatiegevechten
heen waai-door de onmisbaarheid der
persoonlijke vx-ijheid en de noodzakelijk
heid der nationale onaantastbaarheid tot
dogma's voor mens en volk zijn geworden.
Het verlangen naar vrijheid is 'geen ty
pisch Westelijke ideologie, en is niet ge
bonden aan de grenzen die men tussen de
Sovjet-constellatie en de zogenaamde vrije
wereld heeft getrokken. De ideologie der
vrijheid heeft in de Westelijke landen en
ook in Amerika echter een afdoend ant
woord gegeven aan de verdwaasde groe
peringen van links en x-echts, die bij tijd
en wijle trachtten een andere inhoud aan
dat woord „vrijheid" te geven. En waar de
worsteling tussen deze extreme groepen en
de vrijheidslievenden de democraten in
de ware zin nog onbeslist is, is door
onjuiste toepassing der democratische be
ginselen teveel voeding gegeven aan de
extx-emisten. Daar moeten mistoestanden
worden opgeruimd die niet passen in het
patroon der vrijheid. Mistoestanden op
sociaal, politiek, religieus gebied, die de
democx-atie zelf zal moeten uitx-oeien
en slechts behoeft uit te roeien om ook
daar af te rekenen met die vx-eemde ideo
logie, waarvoor men zich ten om-echte met
atoomkanonnen bewapent.
Toverwoord
Er is geen enkel woord, dat de tover
kracht van het woord „vrijheid" bezit of
benadert. Daax-mee zijn ijzeren poorten te
openen en stalen wallen te slechten zonder
schot of stoot. Doch dan moet men het
toverwoox-d niet ijdel gebruiken in een
sfeer van onvrijheid in eigen huis. Het
moet een klankbord hebben in een achtex--
land waar de vrijheid tot een levend, ge
degen begrip is geworden en tot practische
toepassing in alle consequenties is ge
bracht. Men vergeet maar al te lichtvaar
dig, welke bewogen geschiedenis vooraf is
gegaan aan de betx-ekkelijke democratie,
die wij thans in vele Westelijke landen
kennen. Het is een worsteling naar de vrij
heid geweest een worsteling die vele
andere volken nog voor de boeg hebben
óf waar zij middenin zitten. Men kan zeg
gen dat alle mensen individueel en alle
volken als mensengroeperingen dorsten
naar en worstelen naar vrijheid en dus alle
op weg zijn naar een vorm van democratie.
En aangezien de vorm van dèmoci-atie,
waarin wij Westelijke volken thans onze
nationale inspanningen tot gelding bren
gen, kennelijk niet de laatste en hoogst-
bex-eikbare vorm is, zal ook in onze lan
den de worsteling verdergaan, zij het met
de reeds veroverde democratische wapenen
en onder eerbiediging van democratische
regels. Doch slechts in deze „vex-edelde"
vorm zal het Westen het hoofd kunnen
bieden aan alles wat het van buiten af
bedreigt.
De ideologie van het communisme moet
in verband met de reeds totstandgekomen
democratische instelling van de Westelijke
Europese mens vex-ouderd worden ge
noemd. Wanneer niet een wereldoorlog
ons werelddeel terugslingert in de geschie
denis der sociale ontwikkeling, zal het als
ideologie bij ons nooit een kans meer
kunnen maken. Tenzij men in het Westen
de bedreiging uit het Oosten blijft verwar
ren met de ideologische aanval van het
communisme, zal men zich hier met het
zuivex-houden en ontwikkelen der demo
cx-atie een genoegzaam pantser kunnen
vex-schaffen. Doch wanneer men dat pant
ser verruilt voor een ovei-zwenking naar
het rechtse extremisme om het linkse te
verslaan, is ook de democratie en daarmee
de Westelijke ideologie verloren. De af
wijzende reactie op predikingen van
rechts, als die van MacCarthy in Amerika
en neo-fascistische grootheden in Duits
land, belooft echter dat men in 't Westen
daarvoor zeer beducht is. Juist uit die hoe
ken klinkt steeds de verwarrende leuze
die Russische staatsmacht en communis
tische theorie over een kam scheert. Juist
van die kant wordt de stok tegen het
spook aanbevolen, terwijl het ware wapen,
de democratische beleving, wordt ver
zwakt.
Beheerst
Dit alles vaststellende moet men tot de
overtuiging komen, dat men met een Wes
telijke bewapening en een vastberaden
houding tegenover de Sovjet-Unie dit
staatspolitieke blok kan weerhouden van
aggressie en brengen tot een stabiele sa
menwerking op de gebieden, waarop sta
ten plegen samen te werken. Als intussen
de Sovjet-staatsmacht haar „communisme"
doet vervlakken tot een meer democratisch
lijkende bestuursprocedure, zal dat de sa
menwerking ten goede komen. Zij zal er
op den duur niet aan kunnen ontkomen,
aangezien het Russische volk langzamer
hand onder „vrijheid" hetzelfde gaat ver
staan als de Westelijke volken. Dat is de
oxxtwikkeling, die zich reeds aftekent en
ook logisch te verwachten valt.
En voor het zover is democratie be
tekent in zeker opzicht ook: zelfbeheersing.
Slechts on-Westers extremisme zal aan
sporen tot overijling en geweld. Laat de
Westelijke democratie er standvastig weer
stand aan bieden. J. L.
periode van zes maanden tot een jaar „op
de overeengekomen grondslagen" rekenend
naar de begroting en de strijdkrachten op
31 December 1953. Eisenhowers plan voor
vreedzaam gebruik van atoomenergie
neemt volgens Visjinski de dreiging van
een oorlog niet weg. Ook het jongste voor
stel van Dulles gaf geen uitgewerkt pro
gram, doch „de kansen op overeenstem
ming zijn verre van uitgeput".
Westelijke UNO-diplomaten tónen 'zich
verheugd over wat zij beschouwen als een
wijziging in de Sovjet-politiek. Samenge
vat komen de Westelijke commentaren
hierop neer:
Aan de ene kant stemmen de Russen er
mee in, dat een vermindering van de ge
bruikelijke wapens en de strijdkrachten
voox-af dient te gaan aan een verbod van
atoomwapens. Voorts zijn zij nader tot het
Westen gekomen door de Brits-Fx-anse
voox-stellen over te nemen en „deze, hoe
wel mei zekere belangrijke weglatingen,
als hun eigen voorstellen in te dienen".
Ook hebben zij er mee ingestemd, dat de
bewapening in termijnen in plaats van
verhoudingsgewijze moet worden vermin
derd, zodat zij blijkbaar hun eis voor een
rechtstreekse vermindering met één derde
hebben laten vallen. Tenslotte schónen zij
hun campagne voor een onmiddellijk ver
bod van atoomwapens, die zij sinds de op-
ï-oep van de Wereldvredesraad te Stock
holm in 1950 voerden, te hebben gestaakt.
Aan de andere kant blijft, volgens Wes
telijke kringen, het Russische standpunt
ten aanzien van het toezicht op de be
wapening nog „vaag". Ook blijven de
Russen staan op een verbod van atoom
wapens. voordat een „luchtdicht" con-
tróie-stelsel is opgebouwd. Tenslotte wordt
het in Westelijke kringen als een bezwaar
gevoeld, dat de Russen in het beginsta
dium der ontwapening het toezicht willen
toevertrouwen aan een onder de Veilig
heidsraad staande commissie, waardoor de
grote mogendheden van haar veto-recht
gebruik kunnen maken.
De voornaamste Britse UNO-afgevaar-
digde, Selwyn Lloyd, heeft zijn rede tot
Maandag uitgesteld om het Russische plan
te bestudex-en. Lloyd is een van degenen,
die in Londen het Brits-Amerikaanse plan
indienden voor een verbod van atoomwa
pens, behalve ingeval van verdediging
tegen een aanval, en een „bevriezen" van
de militaire uitgaven en de omvang van
de strijdkrachten. Volgens Visjinski moet
dit plan het uitgangspunt zijn voor een in
ternationaal ontwapeningsverdrag.
De tomatenprijs gaat de laatste dagen
zeer snel omhoog. Aan de veiling te Pijn-
acker werd tot f 13,50 betaald voor een
bak van 121/» kilo. Het is in de geschiede
nis van de veiling nog xiooit eerder voox-ge-
komen, dat de prijs van de tomaten in het
laatst van September al boven de gulden
per kilo uit kwam.
Tot gezant van Israel in ons land is be
noemd de heer Ezra Yoram, voorheen ge
zant van Israel in Joegoslavië.
HAARLEM. De slagersgezellen zul
len thans door hun patroons in het genot
van Zondagsrust'worden gesteld. Zij heb
ben op het publiek een beroep gedaan,
op Zondag geen vleesch meer te koopen
of te laten bezorgen, doch des Zaterdags,
opdat de gezellen van de gewenschte
Zondagsrust kunnen genieten, temeer
daar de meesten hunner des Zaterdags
18 a 19 uren moeten wei-ken. Zij hoopen,
dat de bui-gex-s van Haarlem aan hun
wensch zullen voldoen, daar dan ook de
patroons hun winkel kunnen sluitea.