Na veertig jaar legt G. de Vries functie bij Haarlems Openbaar Slachthuis neer Vergroot kantoor geopend op de Stadskweektuin rieven aan de redactie Spanje in Teisterbant Federmann-optiek Bloemendaal Telepaat Ariës deed onthullingen DONDERDAG 14 OCTOBER 1954 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 7 POEDER CREME „Een goede buur is beter. van Johan Elsensohn „De wondere wereld van de Stille Zuidzee', HOTEL BOUWES Zandvoort Het gehele jaar geopend In het jaar 1914, toen de lieer G. de Vries benoemd werd tot adjunct-directeur van het Openbaar Slachthuis te Haarlem, werden 20.213 dieren geslacht (na 1 Augustus daalde het aantal iets door de oorlog) hetgeen neerkomt op 2.500.000 kg vlees en in het afgelopen jaar 52.947 dieren (8.700.000 kg vlees). Deze cijfers brengen wij in herinnering, omdat het Woensdag 20 October veertig jaar geleden is, dat de heer De Vries in gemeentedienst trad. Vandaag wordt hij vijfenzestig jaar en dat houdt in, dat hü op de laatste dag van deze maand zijn directoraat moet neerleggen. Ter ge legenheid daarvan biedt het gemeentebestuur een receptie aan, die gehouden zal worden op Maandagmiddag 18 October om half vijf in het Stadhuis. Het personeel van het Slachthuis krijgt Donderdagmiddag 21 October gelegenheid de directeur te huldigen ter gelegenheid van het jubileum en afscheid te nemen. Binnenkort zal de heer De Vries zich in Amersfoort vestigen na een welbesteed en druk leven in Haarlem. De heer De Vries is op 14 October 1889 in Gouda geboren, genoot in Amersfoort, waar zijn vader inmiddels benoemd was tot leraar aan de HBS, middelbaar onderwijs. In 1906 begon hij zijn studie als dierenarts aan de universiteit te Utrecht en vijf jaar later was hij afgestudeerd. De heer De Vries vestigde zich als dierenarts te Amers foort en na een periode van drie jaar ver trok hij naar Oldebroek, waar hij waarne mend paardenarts werd bij het leger en provinciaal dierenarts van Gelderland. Op 20 October 1914 volgde zijn benoeming tot adjunct-directeur van het Haarlemse Open bare Slachthuis en op 1 Juli 1946 tot di recteur. Toen de aanstaande jubilaris dierenarts was wijde men zich uitsluitend aan klini sche behandeling; in de loop der jaren is daaraan grote verandering gekomen en prophylactische maatregelen (t.b.c.-bestrij ding, voorkomen van mond- en klauwzeer, enzovoort) vragen de aandacht. Deze wij ziging heeft de heer De Vries niet recht streeks meegemaakt, omdat zijn werk zaamheden op een ander terrein lagen. Wel heeft hij er belangstelling voor gehad. Gaarne had hij zich aan studie willen wij den, maar de tijd ontbrak hem door het drukke leven aan het Slachthuis. Er zijn echter enkele publicaties verschenen. Als ADVERTENTIE Amateurtoneel Voorbeeldig spel in een voorstelling, waarvan men het hoogstens kan betreuren, dat een gebrek aan tekstvastheid het tem po ongunstig beïnvloedde, liet gisteravond de arbeiderstoneelvereniging „Herman Hey- ermans" zien bij de opvoering van „Een goede buur is beter..." Het geschiedde in de stadsschouwburg ten overstaan van een zaal, die gerust voller had kunnen zijn, want telkenmale wordt de toeschouwer weer getroffen door de echtheid en natuur lijkheid, waarmee de spelers dezer vereni ging hun figuren creëren. Volkstoneel in de goede zin, fris van de lever, recht naar het hart, het is de kracht van „Herman Heyer- mans". De opvoering van Elsensohns stuk heeft het nog eens bewezen. Er bleek ook, dat dit blijspel beslist niet het minste is onder de vrolijke toneelstukken, waaruit het amateurtoneel kan kiezen. De intrige is eenvoudig; de dramatis personae bieden alle gelegenheid tot typeringskunst; het stuk groeit de spelers nergens boven het hoofd. Voornaamste eis is natuurlijkheid van toon. Regie en spelers van Heyermans hebben dat niet misverstaan. Het viel mij op hoezeer aan die allesbeheersende voor waarde was voldaan. De spil waar alles in „Een goede buur is beter..." om draait vormt de Jodenman Sal Jacobs, eigenaar van een zaak in ijzerwa ren, concurrent van zijn buurman, die in dezelfde artikelen handelt en zelfs schoon vader van de oudste zoon van die buurman door een merkwaardige speling van het (liefdes)lot. Evert Hatenboer was deze dankbare rol toegewezen en hij deed het voortreffelijk. Hij zette het mannetje op de planken met onnavolgbaar élan en sugges tieve plastiek. Een komiek van het zuiver ste water! Zijn tegenspeler Jan Huisman had niet de minste moeite met de ruwe, maar in wezen gevoelige Brandes, de con current, die het ook als vader zwaar te ver duren krijgt. Heel mooi zoals hij in III de verzoening met zijn zoon inleidde. Ik zag zo'n zelfde fijn aangevoelde scène tussen Gerard Schouten en Rie Herens-Schiffer in begin van III. Wanneer Schouten zich wat losser gaat bewegen en minder gesticuleert kan hij zulke hoogtepunten meer bereiken. De aanleg is er. Een beetje stug bleef nog Eep Schiffer jr.. Hij zal zich met de plan ken vertrouwder moeten maken om de no dige zelfverzekerdheid in zijn optreden op te doen. Cor Peper-Heijnis maakte van de dochter met een ongelukkig verleden wat zij kon. Helemaal uit de verf heeft Elsen sohn deze figuur niet laten komen. Dat be moeilijkte de aanvaardbare weergave. Aag Booms-Klein gaf de wat overdreven aan hankelijke moeder voldoende relief om haar in haar menselijke grootheid en zwakte te begrijpen. De bijfiguren waren niet bepaald sterk. De scène met de „Amerikaanse" handelsreiziger nogal schutterig. Het ge brek aan routine van sommige der spelers zal daaraan wel debet zijn. Toch zal men vooral de tekstvastheid moeten zien als de voornaamste oorzaak van het „wit" in het spel. Regisseur Veerhoff, die zijn bent tot zulke mooie spelprestaties weet op te voe ren en altijd voor een knappe mise-en-scène zorgt, zal, gelijk dat heet, moeten donderen. Anders wordt deze voor de vereniging langzamerhand stereotype zwakheid een demonstratie van nonchalance, ook al voert men ziekte der spelers aan als excuus. Ik merk dit laatste op als een goed bedoelde waarschuwing. Zo langzamerhand kent men mijn sympathie voor „Heijermans". Ik steek dit evenmin onder stoelen of banken als de critiek, die ik op duidelijk aanwijs bare tekorten moet uitoefenen. Toneelspe len is zo mooi. Zien toneelspelen een genot, wanneer de spelers zich helemaal voor hun laak inzetten. P. W. FRANSE de heer De Vries binnenkort in Amersfoort woont, is hij dicht bij (Jtrecht en dan hoopt hij als liefhebebrij onderzoekingen te doen op het gebied van de veeartsenij kunde. Werk aan slachthuis wijzigde zich Wij willen een terugblik werpen en er aan herinneren, dat het leven in en om het Slachthuis in de loop van de veertig jaar gewijzigd is. Toen de heer De Vries zich in 1914 voor het eerst naar de omgeving van de Slachthuisstraat begaf, stonden er aan het begin van de Schalkwijkerweg eni ge huizen en verder in de Slachthuisstraat een aantal. Deze straat vormde de enige verbinding van de Schalkwijkerweg met het Slachthuis. Honderden huizen zijn er daarna gebouwd en het gebouw, dat in 1907 in gebruik is genomen, staat niet meer op een afgelegen plaats. Er is echter voldoende ruimte gereserveerd voor ver groting en indien in de naaste toekomst moet worden overgegaan tot modernise ring, dan bestaat de gelegenheid daartoe. Plannen zijn er wel gemaakt, maar gewacht wordt op ervaringen over moderne wijze van slachten. Het Amerikaanse systeem van slachten wordt hier en daar ingevoerd, omdat dat doelmatig beschouwd wordt. Zou men daartoe in Haarlem overgaan, dan zullen ingrflpende verbouwingen moe ten worden aangebracht. In 1932 heeft het Slachthuis een uitbreiding ondergaan: koelhuizen zijn ingericht, een ijsfabriek is gesticht en ook is een grossiersverkoop- lokaal in gebruik genomen. In 1914 was de heer C. F. van Oyen di recteur; deze is later hoogleraar geworden en hij werd opgevolgd door dr. F. P. Key- ser, aan wie in 1946 wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd eervol ontslag werd verleend. De gemeenteraad benoemde de adjunct-directeur, de heer G. de Vries, tot directeur en binnenkort zal hjj zijn taak aan een jongere moeten over dragen. De benoeming van de opvolger moet nog geschieden. Vleeskeuringswet In het begin van de ambtelijke loopbaan van de heer De Vries waren er twee die renartsen aan het Slachthuis verbonden: de adjunct-directeur was in het bijzonder belast met de keuring. Nadat de Vleeskeu- ringswet van 1919 in 1922 van kracht was geworden namen de werkzaamheden bij zonder toe. Men moest ook aandacht be steden aan de buitendienst in de omliggen de gemeenten Haarlemmerliede en Spaarn- woudeHaarlemmermeer, Schoten, Bloe- mendaal, Heemstede, Bennebroek, Zand- voort. Pas in 1930 werd een derde dieren arts benoemd en het aantal keurmeesters onderging een uitbreiding. De werkzaamheden in het Slachthuis be staan uit de normale slachting (dit houdt in aanvoer van vee, keuren, slachten en vervoer van vlees), waarbij belanghebben den zijn de vleesgrosiers en een klein aantal particuliere slagers, welk aantal steeds vermindert; verder uit de invoer van vee uit het buitenland en de keuring van vlees voor de export. De normale slachting is van groot belang: het publiek is er weinig van op de hoogte, maar onder leiding van de heer De Vries wordt er voor gezorgd, dat aan de hygiëne grote zorg wordt be steed. De invoer van vlees uit het buitenland verschilt veel. In de periode na de oorlog tot 1950, toen er nog distributie van vlees was, werden Deense paarden en ossen, Ierse ossen en Duitse paarden aangevoerd. Vlees i§ in de loop der jaren ingevoerd uit Brazilië, Argentinië en soms uit Frankrijk. Export neemt belangrijke plaats in De export van vlees en in het bijzonder van vleeswaren neemt in Haarlem een be langrijke plaats in. De keuring geschiedt door een rijksdienst. In de Verenigde Sta ten hebben het Nederlandse vlees en de vleeswaren grote aftrek door de goede kwaliteit. Ook wordt geëxporteerd naar Venezuela, Engeland, Duitsland, enkele malen naar Egypte, Indonesië, Bermuda eilanden, Antillen, Zuid-Afrika, Israel en zovoort. Vleesgebruik nam af Wij schreven reeds, dat er een groot ver schil ligt in het aantal geslachte dieren in de loop der jaren. Daaraan willen wij nog toevoegen, dat in 1920 (vóór de invoering van de Vleeskeuringswet) 24.660 dieren ge slacht werden, in 1923 (na de invoering) 25.478 dieren in het Slachthuis en 6342 el ders in de keuringskring Haarlem, in 1939 48.665 in het Slachthuis en 6880 elders en in het afgelopen jaar 47.541 in het Slacht huis en 5406 elders. Uit deze cijfers blijkt, dat het aantal ge slachte dieren sedert 1939 gedaald is: het aantal kilogrammen vlees is echter geste gen en wel van 6.500.000 kg. tot 8.700.000 kg. Vóór de oorlog werden vele nuchtere kalveren geslacht en een minder aantal varkens: dat is thans andersom, waardoor meer vlees verkregen wordt. Ook is een belangrijke factor: het minder gebruik van vlees door de bevolking. De heer De Vries is vele uren van de dat; in touw voor het Slachthuis geweest. Vroe ger kon het gebeuren, dat hij verscheidene nachten geroepen werd om vlees te keu ren: sedert kort is hieraan een einde geko men. Slachten op Zondag is nog mogelij k en daarom moet er altijd een dierenarts zich gereed houden om naar het Slachthuis te gaan. Al heeft het publiek rechtstreeks weinig met het Slachthuis té maken, het kan er van overtuigd zijn, dat er hard gewerkt moet worden en dat men de gehele dag bij zondere zorg aan de werkzaamheden be steed. De heer De Vries heeft als directeur grote aandacht besteed aan het technische en economische gedeelte van het bedrijf en aan de hygiëne wat de vleeskeuring be treft. Hij laat een goed bedrijf achter, dat G. de Vries weliswaar gemoderniseerd moet worden, maar het Slachthuis verricht goed werk ten gunste van de bevolking van Haarlem en omgeving. Daarvoor verdient de jubile rende en scheidende directeur hulde. In de Woensdagavondreeks van de Socië teit Teisterbant, sprak gisteravond de heer L. H. H. Schutte, schifder, en lector aan de hogeschool te Delft, over Spanje. Voor een geboeid gezelschap deed' hij met woord' en beeld Spanje leven, soaLs het gezien wordt door een kunstzinnig sen intelligent tourist: overzichtelijk. Allereerst hielp hij*, voorzover nodig, de aanwezigen uit de dtroom, dat Spanje een land van de zon is. Hlij besprak het klimaat der verschillende provincies en de sterke weerswisselingen. De sociale verhoudingen in het land vooral de scherpe stands scheidingen bezag hij beurtelings met een Spaans en een „Westers" oog, om de scherpe veroordeling, die bijvoorbeeld een Nederlander zou hebben, te temperen, met wat begrip voor de practische Spaanse situatie, die door de Spanjaard niet als hinderlijk wordt ervaren. Daarna richtte de heer Schutte de „verruimde" blik van het gezelschap op de bevolking, die een zuivere kern van Keltische Basken heeft en verder invloeden vertoond van de vele veroveraars, die Spanje gekend heeft: Phoendciërs, Romeinen, West-Gothen, Mo ren. Van deze laaftsten vooral behandelde de spreker de invloed op de kunst. Hij wees op de opvallende moderniteit van vele eeuwenoude kerkjes en gebouwen en zocht de verklaring in de doelmatigheid' en logica van bouwwijze, die de sierlijkheid niet tekort deed. Met fraaie plaatjes, ge toond via de epidiascoop, werd het ge sprokene aanschouwelijk gemaakt. Aan de gemeente-universiteit van Am sterdam zijn geslaagd voor het artsexamen (eerste gedeelte) de heren J. W. Eckhardt en O. L. M. Bijvoet beiden te Haarlem. „Het meer dan veertien jaar verwachte ogenblik is aangebroken, nu het vergrote gebouw van de dienst van de Hout en de Plantsoenen aan de Kleverlaan in gebruik genomen wordt", aldus merkte de direc teur, de heer J. A. Dorresteyn Woensdag middag op, toen vele gasten in de oranjerie bijeen waren ter gelegenheid van de her opening van het gebouw. De directeur herinnerde er aan, dat ir. G. Friedhoff mooie plannen had gemaakt, maar door de oorlog konden ze niet ver wezenlijkt worden. De dienst heeft zich moeten behelpen, vooral na de bevrijding, toen de werkzaamheden zich steeds uit breidden. De wachtkamer werd eerst bij het kantoor getrokken en later werd een deel van de oranjerie als kantoor van de loonadministratie ingericht. Ir. H. A. Breu- ning maakte na de bevrijding een nieuw ontwerp, dat eenvoudiger van opzet was en nadat de raad een jaar geleden een cre- diet beschikbaar had gesteld is kort daar op met de verbouwing begonnen. De bij het kantoor gelegen woning is verplaatst naar de Oostzijde; daar is een nieuwe wo ning voor de directeur opgetrokken en het voormalige kantoor is verbouwd. De leden van het personeel zijn verheugd in een rus tiger en prettiger ongeving dan tot voor kort, te kunnen werken; het publiek kan nu ook behoorlijk ontvangen worden. De heer Dorresteyn dankte allen, die aan de werkzaamheden ftebben meegewerkt. De heer A. J. M. Angenent zeide, dat een wethouder belangstelling moet hebben voor alle zaken, die de gemeente aangaan, maar hij verheugde zich er over mee te kunnen werken aan de dienst van Hout en Plantsoenen. Op de diensten wordt critiek uitgeoefend en Hout en Plantsoenen wordt daarbij niet gespaard, zij het ook, dat de critiek niet zo groot is. De dienst verricht een bijzondere taak in de ge meente; in alle delen van de gemeente kan men door de parken en plantsoenen waarnemen wat de dienst doet. De heer Angenent gaf een overzicht van de groei en van de werkzaamheden van Hout en Plantsoenen sedert 1902, toen een gemeentelijke dienst opgericht is. Toen was hij ondergebracht in de omgeving van de Polhuizen en bij de Schotersingel. In 1910 volgde de verhuizing naar de Kleverlaan, in 1924 werd de begraafplaats onder de ADVERTENTIE Voor elk gelaat een bril die staat. Grote Houtstraat 37 Rijksstraatweg 246 B Leverancier alle ziekenfondsen Mr. dr. Th. Regout, die reeds diverse rei zen met zijn echtgenote per auto naar Afri ka had gemaakt, is begin Februari van dit jaar in een vliegtuig op Schiphol gestapt voor het maken van een reis om de wereld. Het doel was een indruk te krijgen van Japan en daar heeft hjj twee maanden ver toefd. Zijn reis-ervaringen heeft de heer Regout Woensdagavond in het Concertge bouw meegedeeld aan de leden van de af deling Haarlem van de Nederlandse Reis- vcreniging en verder heeft hij de film „De wondere wereld van de Stille Zuidzee", die tijdens zijn reis is opgenomen, vertoond. Toen de heer en mevrouw Regout in het begin van dit jaar uit ons land vertrokken vroor het hard; de volgende dag kwamen zij in India, waar een tropisch klimaat heerste. Het echtpaar heeft daar enkele dagen vertoefd en de reis naar Tokio voort gezet. De heer Regout deelde mee, dat hem tevoren verteld was, dat hij er rekening mee moest houden, dat het erg duur is in Japan, dat de wegen slecht zijn om zelf met een auto een tocht te maken en dat moeiljjkheden te verwachten zijn met de taal. Hoe het echtpaar zich door de moei lijkheden heeft geslagen vertelde spreker op uitvoerige wijze Interessante bijzonder heden van het leven in Japan werden met belangstelling aangehoord. Bezoeken zijn gebracht aan Nagasaki, waar nog steeds de Nederlandse vlag wappert, aan Hiro shima, die in Augustus 1945 door een atoombom getroffen is, waardoor 80.000 bewoners werden gedood en aan de tempel steden Kyoto en Nikko. Uit de films bleek, dat de heer Regout grote aandacht heeft besteed aan de schoonheid van Japan in de lente. Op zijn terugtocht hebben de heer en mevrouw Re gout een bezoek gebracht aan de Hawaiï- eilanden en bijzonder belangwekkend wa ren de beelden over uitbarstingen in deze omgeving. Na afloop heeft de heer C. Spaargaren de spreker dank gezegd. dienst gebracht en in 1937 werd de Noor derbegraafplaats in gebruik genomen. Thans bestaan er plannen een deel van deze begraafplaats te bestemmen als R.K. kerkhof, daar het Sint Barbara-kerkhof aan het Soendaplein te klein wordt. Ook zijn er plannen voor de aanleg van een derde openbare begraafplaats. Voorts her innerde de heer Angenent aan de schooi en werktuinen en de kinderboerderij. In 1902 moest 56,5 ha bewerkt worden en thans 108,74 ha, waarbij nog 14,70 ha komt voor de begraafplaatsen. De dienst telde in 1902 27 leden, in 1910 29 en thans 76 vaste werkkrachten en 29 losse; daarbij komen nog arbeiders volgens de Gemeen telijke Sociale werkvoorziening, met wie gunstige resultaten zijn bereikt. Voorts gaf de heer Angenent een over zicht van de jaarlijkse werkzaamheden in de kweektuin, waar 1000 bomen gekweekt worden, 10.000 heesters, 1800 rozen, 750 groen blijvende heesters, 45.000 voorjaar perkplanten en 80.000 zomer perkplanten. Ook deelde de wethouder mee, dat dank zij het Centraal Bloembollencomité 62.000 bioembollen geplant zijn, dat 165 bloem bakken worden verzorgd, dat de dienst 100 versieringen in gemeentelijke gebouwen verzorgt, dat jaarlijks 45 excursies naar de Stadskweektuin worden gemaakt en dat het aantal bezoekers op 10.000 geschat kan worden. Ook vertelde de heer Angenent wat er gedaan is op het gebied van natuürbeséher- ming en hij liet een fluitje, een gummistok en een sabel zien, die vroeger gebruikt werden. Tenslotte merkte de heer Angenent op het overzicht te hebben gegeven, om een indruk te geven van de belangrijkheid van de dienst. Een dergelijke dienst behoort goed gehuisvest te worden en het verheug de hem, dat thans het vergrote gebouw ge reed is gekomen. Hierna bestond er gelegenheid het kan toorgebouw en de woning van de directeur in ogenschouw te nemen. ADVERTENTIE Dagelijks: MUZIEK van 6.30 uur af Zat. en Zond. Uitgebreid Cabaret-programma Zondagmiddag Matinée. BURGERLIJKE STAND ADVERTENTIE C. Wilsonvan den Balt, z.; G. Seders GEBOORTEN: G. Berg, d.; I. Beunder- Dedding, z. ONDERTROUWD: J. Drupsteen en H. H. van den Berg; Th. H. Heeremans en A. van Schie. GEHUWD: Th. H. Wijsman en E. S. Y. Versteegh; J. Wethmar en R. J. Roelofs. OVERLEDEN: G. H. Halenbeek, 32 j.; C. van Tijen, 79 j.; W. Immer—Molenkamp, 74 u C. H. A. Bodt, 66 j. I De dame, die belangstelling-heeft voor een goede huidverzorging, is voorzichtig. Zij kiest eerst de juiste creme voor haaf huid en gebruikt daarna de poeder harer keuze in kleur en geur. 4711 Tosca Creme en Poeder wijzen U de juiste en veiligste weg naar de beste make-up. (Verkort weergegeven) Sirenegeloei. Naar aanleiding van een opmerking in deze rubriek over het gebruik van de sirene van de Ripperda-kazerne, vraag ik me af of heel Haarlem-Noord moet weten, dat de soldaten moeten op staan, eten, theedrinken, enzovoort. Het naargeestige sirenegeluid schrikt voortdu rend de bewoners in wijde omtrek van de kazerne op. Er is toch zeker wel een ander middel te vinden om de op het kazerne-ter rein aanwezige soldaten te waarschuwen? Ik weet dat velen het op prijs zouden stel len van de sirene verlost te worden. G. B. Ik heb nog kort geleden ervaren, dat het in de wachtkamer van een dierenarts in dex-daad zo toegaat, als in uw blad van Zaterdag 9 October wordt verhaald door Tineke Raat in haar artikel „Aan het ziek bed van het dier". Maar dat het niet al tijd zo gaat moge blijken uit het volgende: Maandagavond 4 October jl. (Wereld dierendag) kwam ik met mijn zieke poes in de wachtkamer van het gebouw van de Dierenbescherming in de Ridderstraat op de tijd, dat on- en min-vermogenden zich kunnen vervoegen voor hulp voor hun dier. Na anderhalf uur wachten, om kwart voor tien, was ik aan de beurt en ik liet op verzoek van de dierenarts de kaart zien, die door een assistente was uitge schreven. De arts keek naar mijn adres, nam mij goed op en zei toen: „Het spijt mij, ik kan U niet helpen. U hebt een veel te mooie jas aan en U woont in de In dische buurt". Die jas heb ik uit een na latenschap en ik vroeg of mijn dier wel geholpen zou zijn, als ik die jas had thuis gelaten. „Misschien", was het ant woord. Mijn oude fiets, die buiten stond, had de dierenarts natuurlijk niet gezien, waarschijnlijk evenmin de auto van een andere persoon, die voor mij was en wel geholpen werd. Ik vind deze behandeling in strijd met de reclamebiljetten en verzen in de wachtkamer. Ik ben met mijn zieke poes naar huis gegaan en heb een en ander ook ter kennis gebracht van de dieren bescherming. F. ABSPOEL (De polikliniek is er uitsluitend voor on- of min-vermogenden. De dienstdoende dierenartsen mogen dan ook alleen be handelen als zij ervan overtuigd zijn met on- of min-vermogenden te doen te heb ben en in alle andere gevallen moeten zij een bewijs vragen, bijvoorbeeld een van Drees-trekking, een een belastingbewijs enz. Bij informatie de heer Heek, dierenarts, vernamen dat dit ook aan de heer Abspoel is ge vraagd, maar dat hij dit bewijs niet ter plaatse kon leveren of overleggen. Wan neer hij echter alsnog met een briefje komt, of in mogelijk toekomstige gevallen een dergelijk briefje bij zich heeft, kan hij ervan overtuigd zijn, dat zijn dier ge holpen wordt. Het zal wel duidelijk zijn, dat de dierenartsen hier strenge maat staven moeten aanleggen, om een onrecht matige concurrentie met hun collega's te voorkomen. En wat die jas betreft: als de heer Abspoel die jiiet gedragen had, had de dienstdoende dierenarts misschien on middellijk de overtuiging gehad, die het vragen van een bewijs voorkomt. Niette min menen wij, dat het antwoord „Mis schien" voor elke bezoeker vreemd zal klinken en verwarrend zal zijn. Red.) Helderzienden en andere paranormaal begaafden behoren zich naar wij onlangs nog uitvoerig betoogd hebben niet te laten verleiden tot openbare „séances" voor een lekenpubliek. Hoewel wij dit standpunt onverminderd handhaven, moet ons toch van het hart dat de Haagse tele- paath Aries, die gisteren voor een matig- bezette zaal in „De Leeuwerik" zijn kun nen toonde, een heel wat sympathieker in druk maakte dan de meeste zijner vak broeders die aan de weg timmeren. In al zijn experimenten massa-hypnose, tele pathie en helderziendheid legde hij een bescheidenheid aan de dag, die gunstig af stak bij de arrogante vrijpostigheid die het gros der „amusements-paragnosten" zich aanmatigt, terwijl hij ook bij zijn clair- voyante beschrijvingen van mensen uit het publiek nergens de grenzen der discretie overschreed. Met dat al liet hij vooral op dit laatste gebied enkele frappante staaltjes zien; een dame voorspelde hij, dat haar onlangs ge- emigreerde zoon volgend jaar voorgoed uit Australië terug zou keren, mensen met niet-geïdentificeerde kwalen werden zon der aarzeling naar allerlei specialisten ver wezen en een man kreeg te horen, dat zijn pas-overleden vader geen natuurlijke dood gestorven was, waaromtrent hem later „on der vier ogen" nadere confidenties beloofd werden. De aangekondigde hypnotische experimenten met individuele personen werden op last van de politie en terecht! afgelast, maar desondanks was er ge legenheid te over om eens lekker te grie zelen. Wat niet wegneemt, dat ook deze avond ons weer gesterkt heeft in de over tuiging, dat zelfs in wezen onschuldige vertoningen als deze, grote psychologische gevaren in zich bergen. Het Amsterdamse Concertgebouw Orkest tijdens de uitvoering in het UNO-gebouw in New York. Een zeer groot aantal diplomaten en andere prominenten woonden dit muzikale evenement, dat onder leiding stond van Eduard van Beinum, bij.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1954 | | pagina 13