Na veertig jaar legt G. de Vries functie
bij Haarlems Openbaar Slachthuis neer
Vergroot kantoor geopend
op de Stadskweektuin
rieven aan de redactie
Spanje in Teisterbant
Federmann-optiek
Bloemendaal
Telepaat Ariës deed
onthullingen
DONDERDAG 14 OCTOBER 1954
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
7
POEDER
CREME
„Een goede buur is beter.
van Johan Elsensohn
„De wondere wereld
van de Stille Zuidzee',
HOTEL BOUWES
Zandvoort
Het gehele jaar geopend
In het jaar 1914, toen de lieer G. de Vries benoemd werd tot adjunct-directeur van
het Openbaar Slachthuis te Haarlem, werden 20.213 dieren geslacht (na 1 Augustus
daalde het aantal iets door de oorlog) hetgeen neerkomt op 2.500.000 kg vlees en in
het afgelopen jaar 52.947 dieren (8.700.000 kg vlees). Deze cijfers brengen wij in
herinnering, omdat het Woensdag 20 October veertig jaar geleden is, dat de heer De
Vries in gemeentedienst trad. Vandaag wordt hij vijfenzestig jaar en dat houdt in,
dat hü op de laatste dag van deze maand zijn directoraat moet neerleggen. Ter ge
legenheid daarvan biedt het gemeentebestuur een receptie aan, die gehouden zal
worden op Maandagmiddag 18 October om half vijf in het Stadhuis. Het personeel
van het Slachthuis krijgt Donderdagmiddag 21 October gelegenheid de directeur te
huldigen ter gelegenheid van het jubileum en afscheid te nemen. Binnenkort zal de
heer De Vries zich in Amersfoort vestigen na een welbesteed en druk leven in
Haarlem.
De heer De Vries is op 14 October 1889
in Gouda geboren, genoot in Amersfoort,
waar zijn vader inmiddels benoemd was tot
leraar aan de HBS, middelbaar onderwijs.
In 1906 begon hij zijn studie als dierenarts
aan de universiteit te Utrecht en vijf jaar
later was hij afgestudeerd. De heer De
Vries vestigde zich als dierenarts te Amers
foort en na een periode van drie jaar ver
trok hij naar Oldebroek, waar hij waarne
mend paardenarts werd bij het leger en
provinciaal dierenarts van Gelderland. Op
20 October 1914 volgde zijn benoeming tot
adjunct-directeur van het Haarlemse Open
bare Slachthuis en op 1 Juli 1946 tot di
recteur.
Toen de aanstaande jubilaris dierenarts
was wijde men zich uitsluitend aan klini
sche behandeling; in de loop der jaren is
daaraan grote verandering gekomen en
prophylactische maatregelen (t.b.c.-bestrij
ding, voorkomen van mond- en klauwzeer,
enzovoort) vragen de aandacht. Deze wij
ziging heeft de heer De Vries niet recht
streeks meegemaakt, omdat zijn werk
zaamheden op een ander terrein lagen. Wel
heeft hij er belangstelling voor gehad.
Gaarne had hij zich aan studie willen wij
den, maar de tijd ontbrak hem door het
drukke leven aan het Slachthuis. Er zijn
echter enkele publicaties verschenen. Als
ADVERTENTIE
Amateurtoneel
Voorbeeldig spel in een voorstelling,
waarvan men het hoogstens kan betreuren,
dat een gebrek aan tekstvastheid het tem
po ongunstig beïnvloedde, liet gisteravond
de arbeiderstoneelvereniging „Herman Hey-
ermans" zien bij de opvoering van „Een
goede buur is beter..." Het geschiedde in
de stadsschouwburg ten overstaan van een
zaal, die gerust voller had kunnen zijn,
want telkenmale wordt de toeschouwer
weer getroffen door de echtheid en natuur
lijkheid, waarmee de spelers dezer vereni
ging hun figuren creëren. Volkstoneel in de
goede zin, fris van de lever, recht naar het
hart, het is de kracht van „Herman Heyer-
mans". De opvoering van Elsensohns stuk
heeft het nog eens bewezen. Er bleek ook,
dat dit blijspel beslist niet het minste is
onder de vrolijke toneelstukken, waaruit
het amateurtoneel kan kiezen. De intrige
is eenvoudig; de dramatis personae bieden
alle gelegenheid tot typeringskunst; het
stuk groeit de spelers nergens boven het
hoofd. Voornaamste eis is natuurlijkheid
van toon. Regie en spelers van Heyermans
hebben dat niet misverstaan. Het viel mij
op hoezeer aan die allesbeheersende voor
waarde was voldaan.
De spil waar alles in „Een goede buur is
beter..." om draait vormt de Jodenman Sal
Jacobs, eigenaar van een zaak in ijzerwa
ren, concurrent van zijn buurman, die in
dezelfde artikelen handelt en zelfs schoon
vader van de oudste zoon van die buurman
door een merkwaardige speling van het
(liefdes)lot. Evert Hatenboer was deze
dankbare rol toegewezen en hij deed het
voortreffelijk. Hij zette het mannetje op de
planken met onnavolgbaar élan en sugges
tieve plastiek. Een komiek van het zuiver
ste water! Zijn tegenspeler Jan Huisman
had niet de minste moeite met de ruwe,
maar in wezen gevoelige Brandes, de con
current, die het ook als vader zwaar te ver
duren krijgt. Heel mooi zoals hij in III de
verzoening met zijn zoon inleidde. Ik zag
zo'n zelfde fijn aangevoelde scène tussen
Gerard Schouten en Rie Herens-Schiffer in
begin van III. Wanneer Schouten zich wat
losser gaat bewegen en minder gesticuleert
kan hij zulke hoogtepunten meer bereiken.
De aanleg is er. Een beetje stug bleef nog
Eep Schiffer jr.. Hij zal zich met de plan
ken vertrouwder moeten maken om de no
dige zelfverzekerdheid in zijn optreden op
te doen. Cor Peper-Heijnis maakte van de
dochter met een ongelukkig verleden wat
zij kon. Helemaal uit de verf heeft Elsen
sohn deze figuur niet laten komen. Dat be
moeilijkte de aanvaardbare weergave. Aag
Booms-Klein gaf de wat overdreven aan
hankelijke moeder voldoende relief om haar
in haar menselijke grootheid en zwakte te
begrijpen. De bijfiguren waren niet bepaald
sterk. De scène met de „Amerikaanse"
handelsreiziger nogal schutterig. Het ge
brek aan routine van sommige der spelers
zal daaraan wel debet zijn. Toch zal men
vooral de tekstvastheid moeten zien als de
voornaamste oorzaak van het „wit" in het
spel. Regisseur Veerhoff, die zijn bent tot
zulke mooie spelprestaties weet op te voe
ren en altijd voor een knappe mise-en-scène
zorgt, zal, gelijk dat heet, moeten donderen.
Anders wordt deze voor de vereniging
langzamerhand stereotype zwakheid een
demonstratie van nonchalance, ook al voert
men ziekte der spelers aan als excuus. Ik
merk dit laatste op als een goed bedoelde
waarschuwing. Zo langzamerhand kent men
mijn sympathie voor „Heijermans". Ik
steek dit evenmin onder stoelen of banken
als de critiek, die ik op duidelijk aanwijs
bare tekorten moet uitoefenen. Toneelspe
len is zo mooi. Zien toneelspelen een genot,
wanneer de spelers zich helemaal voor hun
laak inzetten. P. W. FRANSE
de heer De Vries binnenkort in Amersfoort
woont, is hij dicht bij (Jtrecht en dan hoopt
hij als liefhebebrij onderzoekingen te
doen op het gebied van de veeartsenij
kunde.
Werk aan slachthuis
wijzigde zich
Wij willen een terugblik werpen en er
aan herinneren, dat het leven in en om het
Slachthuis in de loop van de veertig jaar
gewijzigd is. Toen de heer De Vries zich
in 1914 voor het eerst naar de omgeving
van de Slachthuisstraat begaf, stonden er
aan het begin van de Schalkwijkerweg eni
ge huizen en verder in de Slachthuisstraat
een aantal. Deze straat vormde de enige
verbinding van de Schalkwijkerweg met
het Slachthuis. Honderden huizen zijn er
daarna gebouwd en het gebouw, dat in
1907 in gebruik is genomen, staat niet
meer op een afgelegen plaats. Er is echter
voldoende ruimte gereserveerd voor ver
groting en indien in de naaste toekomst
moet worden overgegaan tot modernise
ring, dan bestaat de gelegenheid daartoe.
Plannen zijn er wel gemaakt, maar gewacht
wordt op ervaringen over moderne wijze
van slachten. Het Amerikaanse systeem
van slachten wordt hier en daar ingevoerd,
omdat dat doelmatig beschouwd wordt.
Zou men daartoe in Haarlem overgaan,
dan zullen ingrflpende verbouwingen moe
ten worden aangebracht. In 1932 heeft het
Slachthuis een uitbreiding ondergaan:
koelhuizen zijn ingericht, een ijsfabriek is
gesticht en ook is een grossiersverkoop-
lokaal in gebruik genomen.
In 1914 was de heer C. F. van Oyen di
recteur; deze is later hoogleraar geworden
en hij werd opgevolgd door dr. F. P. Key-
ser, aan wie in 1946 wegens het bereiken
van de pensioengerechtigde leeftijd eervol
ontslag werd verleend. De gemeenteraad
benoemde de adjunct-directeur, de heer G.
de Vries, tot directeur en binnenkort zal
hjj zijn taak aan een jongere moeten over
dragen. De benoeming van de opvolger
moet nog geschieden.
Vleeskeuringswet
In het begin van de ambtelijke loopbaan
van de heer De Vries waren er twee die
renartsen aan het Slachthuis verbonden:
de adjunct-directeur was in het bijzonder
belast met de keuring. Nadat de Vleeskeu-
ringswet van 1919 in 1922 van kracht was
geworden namen de werkzaamheden bij
zonder toe. Men moest ook aandacht be
steden aan de buitendienst in de omliggen
de gemeenten Haarlemmerliede en Spaarn-
woudeHaarlemmermeer, Schoten, Bloe-
mendaal, Heemstede, Bennebroek, Zand-
voort. Pas in 1930 werd een derde dieren
arts benoemd en het aantal keurmeesters
onderging een uitbreiding.
De werkzaamheden in het Slachthuis be
staan uit de normale slachting (dit houdt
in aanvoer van vee, keuren, slachten en
vervoer van vlees), waarbij belanghebben
den zijn de vleesgrosiers en een klein aantal
particuliere slagers, welk aantal steeds
vermindert; verder uit de invoer van vee
uit het buitenland en de keuring van vlees
voor de export. De normale slachting is
van groot belang: het publiek is er weinig
van op de hoogte, maar onder leiding van
de heer De Vries wordt er voor gezorgd,
dat aan de hygiëne grote zorg wordt be
steed.
De invoer van vlees uit het buitenland
verschilt veel. In de periode na de oorlog
tot 1950, toen er nog distributie van vlees
was, werden Deense paarden en ossen,
Ierse ossen en Duitse paarden aangevoerd.
Vlees i§ in de loop der jaren ingevoerd uit
Brazilië, Argentinië en soms uit Frankrijk.
Export neemt
belangrijke plaats in
De export van vlees en in het bijzonder
van vleeswaren neemt in Haarlem een be
langrijke plaats in. De keuring geschiedt
door een rijksdienst. In de Verenigde Sta
ten hebben het Nederlandse vlees en de
vleeswaren grote aftrek door de goede
kwaliteit. Ook wordt geëxporteerd naar
Venezuela, Engeland, Duitsland, enkele
malen naar Egypte, Indonesië, Bermuda
eilanden, Antillen, Zuid-Afrika, Israel en
zovoort.
Vleesgebruik nam af
Wij schreven reeds, dat er een groot ver
schil ligt in het aantal geslachte dieren in
de loop der jaren. Daaraan willen wij nog
toevoegen, dat in 1920 (vóór de invoering
van de Vleeskeuringswet) 24.660 dieren ge
slacht werden, in 1923 (na de invoering)
25.478 dieren in het Slachthuis en 6342 el
ders in de keuringskring Haarlem, in 1939
48.665 in het Slachthuis en 6880 elders en
in het afgelopen jaar 47.541 in het Slacht
huis en 5406 elders.
Uit deze cijfers blijkt, dat het aantal ge
slachte dieren sedert 1939 gedaald is: het
aantal kilogrammen vlees is echter geste
gen en wel van 6.500.000 kg. tot 8.700.000
kg. Vóór de oorlog werden vele nuchtere
kalveren geslacht en een minder aantal
varkens: dat is thans andersom, waardoor
meer vlees verkregen wordt. Ook is een
belangrijke factor: het minder gebruik van
vlees door de bevolking.
De heer De Vries is vele uren van de dat;
in touw voor het Slachthuis geweest. Vroe
ger kon het gebeuren, dat hij verscheidene
nachten geroepen werd om vlees te keu
ren: sedert kort is hieraan een einde geko
men. Slachten op Zondag is nog mogelij k
en daarom moet er altijd een dierenarts
zich gereed houden om naar het Slachthuis
te gaan.
Al heeft het publiek rechtstreeks weinig
met het Slachthuis té maken, het kan er
van overtuigd zijn, dat er hard gewerkt
moet worden en dat men de gehele dag bij
zondere zorg aan de werkzaamheden be
steed. De heer De Vries heeft als directeur
grote aandacht besteed aan het technische
en economische gedeelte van het bedrijf en
aan de hygiëne wat de vleeskeuring be
treft. Hij laat een goed bedrijf achter, dat
G. de Vries
weliswaar gemoderniseerd moet worden,
maar het Slachthuis verricht goed werk
ten gunste van de bevolking van Haarlem
en omgeving. Daarvoor verdient de jubile
rende en scheidende directeur hulde.
In de Woensdagavondreeks van de Socië
teit Teisterbant, sprak gisteravond de heer
L. H. H. Schutte, schifder, en lector aan de
hogeschool te Delft, over Spanje. Voor een
geboeid gezelschap deed' hij met woord' en
beeld Spanje leven, soaLs het gezien wordt
door een kunstzinnig sen intelligent tourist:
overzichtelijk.
Allereerst hielp hij*, voorzover nodig, de
aanwezigen uit de dtroom, dat Spanje een
land van de zon is. Hlij besprak het klimaat
der verschillende provincies en de sterke
weerswisselingen. De sociale verhoudingen
in het land vooral de scherpe stands
scheidingen bezag hij beurtelings met
een Spaans en een „Westers" oog, om de
scherpe veroordeling, die bijvoorbeeld een
Nederlander zou hebben, te temperen, met
wat begrip voor de practische Spaanse
situatie, die door de Spanjaard niet als
hinderlijk wordt ervaren. Daarna richtte
de heer Schutte de „verruimde" blik van
het gezelschap op de bevolking, die een
zuivere kern van Keltische Basken heeft
en verder invloeden vertoond van de vele
veroveraars, die Spanje gekend heeft:
Phoendciërs, Romeinen, West-Gothen, Mo
ren. Van deze laaftsten vooral behandelde
de spreker de invloed op de kunst. Hij
wees op de opvallende moderniteit van
vele eeuwenoude kerkjes en gebouwen en
zocht de verklaring in de doelmatigheid' en
logica van bouwwijze, die de sierlijkheid
niet tekort deed. Met fraaie plaatjes, ge
toond via de epidiascoop, werd het ge
sprokene aanschouwelijk gemaakt.
Aan de gemeente-universiteit van Am
sterdam zijn geslaagd voor het artsexamen
(eerste gedeelte) de heren J. W. Eckhardt
en O. L. M. Bijvoet beiden te Haarlem.
„Het meer dan veertien jaar verwachte
ogenblik is aangebroken, nu het vergrote
gebouw van de dienst van de Hout en de
Plantsoenen aan de Kleverlaan in gebruik
genomen wordt", aldus merkte de direc
teur, de heer J. A. Dorresteyn Woensdag
middag op, toen vele gasten in de oranjerie
bijeen waren ter gelegenheid van de her
opening van het gebouw.
De directeur herinnerde er aan, dat ir.
G. Friedhoff mooie plannen had gemaakt,
maar door de oorlog konden ze niet ver
wezenlijkt worden. De dienst heeft zich
moeten behelpen, vooral na de bevrijding,
toen de werkzaamheden zich steeds uit
breidden. De wachtkamer werd eerst bij
het kantoor getrokken en later werd een
deel van de oranjerie als kantoor van de
loonadministratie ingericht. Ir. H. A. Breu-
ning maakte na de bevrijding een nieuw
ontwerp, dat eenvoudiger van opzet was
en nadat de raad een jaar geleden een cre-
diet beschikbaar had gesteld is kort daar
op met de verbouwing begonnen. De bij
het kantoor gelegen woning is verplaatst
naar de Oostzijde; daar is een nieuwe wo
ning voor de directeur opgetrokken en het
voormalige kantoor is verbouwd. De leden
van het personeel zijn verheugd in een rus
tiger en prettiger ongeving dan tot voor
kort, te kunnen werken; het publiek kan
nu ook behoorlijk ontvangen worden. De
heer Dorresteyn dankte allen, die aan de
werkzaamheden ftebben meegewerkt.
De heer A. J. M. Angenent zeide, dat een
wethouder belangstelling moet hebben
voor alle zaken, die de gemeente aangaan,
maar hij verheugde zich er over mee te
kunnen werken aan de dienst van Hout
en Plantsoenen. Op de diensten wordt
critiek uitgeoefend en Hout en Plantsoenen
wordt daarbij niet gespaard, zij het ook,
dat de critiek niet zo groot is. De dienst
verricht een bijzondere taak in de ge
meente; in alle delen van de gemeente
kan men door de parken en plantsoenen
waarnemen wat de dienst doet.
De heer Angenent gaf een overzicht van
de groei en van de werkzaamheden van
Hout en Plantsoenen sedert 1902, toen een
gemeentelijke dienst opgericht is. Toen was
hij ondergebracht in de omgeving van de
Polhuizen en bij de Schotersingel. In 1910
volgde de verhuizing naar de Kleverlaan,
in 1924 werd de begraafplaats onder de
ADVERTENTIE
Voor elk gelaat
een bril die staat.
Grote Houtstraat 37
Rijksstraatweg 246 B
Leverancier alle ziekenfondsen
Mr. dr. Th. Regout, die reeds diverse rei
zen met zijn echtgenote per auto naar Afri
ka had gemaakt, is begin Februari van dit
jaar in een vliegtuig op Schiphol gestapt
voor het maken van een reis om de wereld.
Het doel was een indruk te krijgen van
Japan en daar heeft hjj twee maanden ver
toefd. Zijn reis-ervaringen heeft de heer
Regout Woensdagavond in het Concertge
bouw meegedeeld aan de leden van de af
deling Haarlem van de Nederlandse Reis-
vcreniging en verder heeft hij de film „De
wondere wereld van de Stille Zuidzee", die
tijdens zijn reis is opgenomen, vertoond.
Toen de heer en mevrouw Regout in het
begin van dit jaar uit ons land vertrokken
vroor het hard; de volgende dag kwamen
zij in India, waar een tropisch klimaat
heerste. Het echtpaar heeft daar enkele
dagen vertoefd en de reis naar Tokio voort
gezet. De heer Regout deelde mee, dat hem
tevoren verteld was, dat hij er rekening
mee moest houden, dat het erg duur is in
Japan, dat de wegen slecht zijn om zelf
met een auto een tocht te maken en dat
moeiljjkheden te verwachten zijn met de
taal. Hoe het echtpaar zich door de moei
lijkheden heeft geslagen vertelde spreker
op uitvoerige wijze Interessante bijzonder
heden van het leven in Japan werden met
belangstelling aangehoord. Bezoeken zijn
gebracht aan Nagasaki, waar nog steeds
de Nederlandse vlag wappert, aan Hiro
shima, die in Augustus 1945 door een
atoombom getroffen is, waardoor 80.000
bewoners werden gedood en aan de tempel
steden Kyoto en Nikko.
Uit de films bleek, dat de heer Regout
grote aandacht heeft besteed aan de
schoonheid van Japan in de lente. Op zijn
terugtocht hebben de heer en mevrouw Re
gout een bezoek gebracht aan de Hawaiï-
eilanden en bijzonder belangwekkend wa
ren de beelden over uitbarstingen in deze
omgeving. Na afloop heeft de heer C.
Spaargaren de spreker dank gezegd.
dienst gebracht en in 1937 werd de Noor
derbegraafplaats in gebruik genomen.
Thans bestaan er plannen een deel van
deze begraafplaats te bestemmen als R.K.
kerkhof, daar het Sint Barbara-kerkhof
aan het Soendaplein te klein wordt. Ook
zijn er plannen voor de aanleg van een
derde openbare begraafplaats. Voorts her
innerde de heer Angenent aan de schooi
en werktuinen en de kinderboerderij. In
1902 moest 56,5 ha bewerkt worden en
thans 108,74 ha, waarbij nog 14,70 ha komt
voor de begraafplaatsen. De dienst telde
in 1902 27 leden, in 1910 29 en thans 76
vaste werkkrachten en 29 losse; daarbij
komen nog arbeiders volgens de Gemeen
telijke Sociale werkvoorziening, met wie
gunstige resultaten zijn bereikt.
Voorts gaf de heer Angenent een over
zicht van de jaarlijkse werkzaamheden in
de kweektuin, waar 1000 bomen gekweekt
worden, 10.000 heesters, 1800 rozen, 750
groen blijvende heesters, 45.000 voorjaar
perkplanten en 80.000 zomer perkplanten.
Ook deelde de wethouder mee, dat dank
zij het Centraal Bloembollencomité 62.000
bioembollen geplant zijn, dat 165 bloem
bakken worden verzorgd, dat de dienst 100
versieringen in gemeentelijke gebouwen
verzorgt, dat jaarlijks 45 excursies naar de
Stadskweektuin worden gemaakt en dat
het aantal bezoekers op 10.000 geschat kan
worden.
Ook vertelde de heer Angenent wat er
gedaan is op het gebied van natuürbeséher-
ming en hij liet een fluitje, een gummistok
en een sabel zien, die vroeger gebruikt
werden.
Tenslotte merkte de heer Angenent op
het overzicht te hebben gegeven, om een
indruk te geven van de belangrijkheid van
de dienst. Een dergelijke dienst behoort
goed gehuisvest te worden en het verheug
de hem, dat thans het vergrote gebouw ge
reed is gekomen.
Hierna bestond er gelegenheid het kan
toorgebouw en de woning van de directeur
in ogenschouw te nemen.
ADVERTENTIE
Dagelijks: MUZIEK van 6.30 uur af
Zat. en Zond. Uitgebreid Cabaret-programma
Zondagmiddag Matinée.
BURGERLIJKE STAND
ADVERTENTIE
C. Wilsonvan den
Balt, z.; G. Seders
GEBOORTEN: G.
Berg, d.; I. Beunder-
Dedding, z.
ONDERTROUWD: J. Drupsteen en H. H.
van den Berg; Th. H. Heeremans en A. van
Schie.
GEHUWD: Th. H. Wijsman en E. S. Y.
Versteegh; J. Wethmar en R. J. Roelofs.
OVERLEDEN: G. H. Halenbeek, 32 j.; C.
van Tijen, 79 j.; W. Immer—Molenkamp, 74
u C. H. A. Bodt, 66 j.
I De dame, die belangstelling-heeft
voor een goede huidverzorging,
is voorzichtig.
Zij kiest eerst de juiste creme voor haaf
huid en gebruikt daarna de poeder
harer keuze in kleur en geur.
4711 Tosca Creme en Poeder
wijzen U de juiste en veiligste
weg naar de beste make-up.
(Verkort weergegeven)
Sirenegeloei. Naar aanleiding van een
opmerking in deze rubriek over het gebruik
van de sirene van de Ripperda-kazerne,
vraag ik me af of heel Haarlem-Noord
moet weten, dat de soldaten moeten op
staan, eten, theedrinken, enzovoort. Het
naargeestige sirenegeluid schrikt voortdu
rend de bewoners in wijde omtrek van de
kazerne op. Er is toch zeker wel een ander
middel te vinden om de op het kazerne-ter
rein aanwezige soldaten te waarschuwen?
Ik weet dat velen het op prijs zouden stel
len van de sirene verlost te worden. G. B.
Ik heb nog kort geleden ervaren, dat het
in de wachtkamer van een dierenarts in
dex-daad zo toegaat, als in uw blad van
Zaterdag 9 October wordt verhaald door
Tineke Raat in haar artikel „Aan het ziek
bed van het dier". Maar dat het niet al
tijd zo gaat moge blijken uit het volgende:
Maandagavond 4 October jl. (Wereld
dierendag) kwam ik met mijn zieke poes
in de wachtkamer van het gebouw van de
Dierenbescherming in de Ridderstraat op
de tijd, dat on- en min-vermogenden zich
kunnen vervoegen voor hulp voor hun
dier. Na anderhalf uur wachten, om kwart
voor tien, was ik aan de beurt en ik liet
op verzoek van de dierenarts de kaart
zien, die door een assistente was uitge
schreven. De arts keek naar mijn adres,
nam mij goed op en zei toen: „Het spijt
mij, ik kan U niet helpen. U hebt een veel
te mooie jas aan en U woont in de In
dische buurt". Die jas heb ik uit een na
latenschap en ik vroeg of mijn dier wel
geholpen zou zijn, als ik die jas had
thuis gelaten. „Misschien", was het ant
woord. Mijn oude fiets, die buiten stond,
had de dierenarts natuurlijk niet gezien,
waarschijnlijk evenmin de auto van een
andere persoon, die voor mij was en wel
geholpen werd. Ik vind deze behandeling
in strijd met de reclamebiljetten en verzen
in de wachtkamer. Ik ben met mijn zieke
poes naar huis gegaan en heb een en ander
ook ter kennis gebracht van de dieren
bescherming. F. ABSPOEL
(De polikliniek is er uitsluitend voor on-
of min-vermogenden. De dienstdoende
dierenartsen mogen dan ook alleen be
handelen als zij ervan overtuigd zijn met
on- of min-vermogenden te doen te heb
ben en in alle andere gevallen moeten zij
een bewijs vragen, bijvoorbeeld een
van Drees-trekking, een
een belastingbewijs enz. Bij informatie
de heer Heek, dierenarts, vernamen
dat dit ook aan de heer Abspoel is ge
vraagd, maar dat hij dit bewijs niet ter
plaatse kon leveren of overleggen. Wan
neer hij echter alsnog met een briefje
komt, of in mogelijk toekomstige gevallen
een dergelijk briefje bij zich heeft, kan hij
ervan overtuigd zijn, dat zijn dier ge
holpen wordt. Het zal wel duidelijk zijn,
dat de dierenartsen hier strenge maat
staven moeten aanleggen, om een onrecht
matige concurrentie met hun collega's te
voorkomen. En wat die jas betreft: als de
heer Abspoel die jiiet gedragen had, had
de dienstdoende dierenarts misschien on
middellijk de overtuiging gehad, die het
vragen van een bewijs voorkomt. Niette
min menen wij, dat het antwoord „Mis
schien" voor elke bezoeker vreemd zal
klinken en verwarrend zal zijn. Red.)
Helderzienden en andere paranormaal
begaafden behoren zich naar wij onlangs
nog uitvoerig betoogd hebben niet te
laten verleiden tot openbare „séances"
voor een lekenpubliek. Hoewel wij dit
standpunt onverminderd handhaven, moet
ons toch van het hart dat de Haagse tele-
paath Aries, die gisteren voor een matig-
bezette zaal in „De Leeuwerik" zijn kun
nen toonde, een heel wat sympathieker in
druk maakte dan de meeste zijner vak
broeders die aan de weg timmeren. In al
zijn experimenten massa-hypnose, tele
pathie en helderziendheid legde hij een
bescheidenheid aan de dag, die gunstig af
stak bij de arrogante vrijpostigheid die het
gros der „amusements-paragnosten" zich
aanmatigt, terwijl hij ook bij zijn clair-
voyante beschrijvingen van mensen uit het
publiek nergens de grenzen der discretie
overschreed.
Met dat al liet hij vooral op dit laatste
gebied enkele frappante staaltjes zien; een
dame voorspelde hij, dat haar onlangs ge-
emigreerde zoon volgend jaar voorgoed
uit Australië terug zou keren, mensen met
niet-geïdentificeerde kwalen werden zon
der aarzeling naar allerlei specialisten ver
wezen en een man kreeg te horen, dat zijn
pas-overleden vader geen natuurlijke dood
gestorven was, waaromtrent hem later „on
der vier ogen" nadere confidenties beloofd
werden. De aangekondigde hypnotische
experimenten met individuele personen
werden op last van de politie en terecht!
afgelast, maar desondanks was er ge
legenheid te over om eens lekker te grie
zelen. Wat niet wegneemt, dat ook deze
avond ons weer gesterkt heeft in de over
tuiging, dat zelfs in wezen onschuldige
vertoningen als deze, grote psychologische
gevaren in zich bergen.
Het Amsterdamse Concertgebouw Orkest tijdens de uitvoering in het UNO-gebouw in New York. Een zeer groot aantal
diplomaten en andere prominenten woonden dit muzikale evenement, dat onder leiding stond van Eduard van Beinum, bij.