Twijg van de boom van Salomo Het leven is een sprookje in de stad tussen de bergen WITTE STEENKOOL IS DE GROOTSTE RIJKDOM Afrika Instituut Volgens de Ethiopische overlevering stamt keizer Haile Selassie rechtsreeks af van de Koningin van Sheba Bij twee fragmenten uit een beeldroman De hoogte der bergen en de rol der rivieren Regentijd is op 25 September gegarandeerd afgelopen I—Tatert] tZ 99 99 IN DE ETALAGE van kunsthandel Leffelaar aan de Wagenweg te Haarlem wordt de volgende week een merkwaardige Ethiopische „beeldroman" tentoon gesteld. Het is een groot, primitief schilderstuk, dat een Haarlemse journalist enige tijd geleden voor een paar tientjes op de markt van Addis Abeba wist te bemachtigen. In zes rijen van twaalf bonte afbeeldingen, die voorzien zijn van korte Amhaarse teksten, wordt in deze „beeldroman" de geschiedenis van de afstamming der Ethiopische keizers verteld. Twee fragmenten daaruit zijn op deze en de volgende pagina gereproduceerd. Het is een wonderlijke geschie denis, waaruit blijkt, dat de Ethiopiërs er van overtuigd zijn, dat keizer Haile Selassie in rechte lijn afstamt van koning Salomo en de koningin van Sheba. deling is gevallen, maar in het bezit van zijn eigen zoon. Menelik keert behouden terug in Aksoem. De Ark wordt daar in een tempel geplaatst enis volgens de Ethiopiërs daar nog heden ten dage aanwezig! Magda, koningin van Sheba, doet na de terugkeer van haar zoon afstand van de troon en Menelik wordt tot keizer van Ethiopië gekroond. DE HISTORISCHE JUISTHEID van dit verhaal, dat is vastgelegd in één der oudste Ethiopische geschriften, de „Kebra Nagast" („Heerlijkheid der Koningen") is zacht uitgedrukt twijfelachtig. Men heeft met vrij grote stelligheid kunnen vaststellen, dat de koningin van Sheba heerste over het land van Sab'a, dat in Zuid Arabië lag. Bovendien zijn er in Aksoem inscripties DE KONINGIN VAN SHEBA was vol gens deze legende een Ethiopische vorstin, die Makeda of Magda heette. De hoofdstad van haar rijk was Aksoem, een plaats in het Noorden van Ethiopië, die nog alijd een soort bedevaartsoord voor de Abessijnse kopten is. Magda is, als men dit verhaal geloven mag, op een merkwaardige manier aan de regering gekomen. Als zij pas ge boren is, wordt het land geterroriseerd door een grote draak, die vele offers eist De vader van Magda slaagt er in de draak te doden (we zien hem in de „beeldroman" met bebloed zwaard staan bij het zieltogen de monster) en wordt vervolgens uitge roepen tot koning. Hij sterft kort nadat Magda volwassen is geworden. In zijn tes tament heeft hij bepaald, dat zijn dochter hem als koningin moet opvolgen, maar de stamhoofden wensen niet geregeerd te worden door een vrouw en jagen haar weg. Dan wordt echter de zon verduisterd. Het volk beschouwt dit als een straf van God en verzoekt Magda in allerijl terug te komen. Zij wordt dan zonder verwijl tot koningin gekroond. ENIGE TIJD LATER verschijnt er aan het hof van de jonge en beeldschone vors tin een reizend koopman. Hij vertelt haar, dat hij naar Jeruzalem vertrekt en vraagt haar om aanbevelingsbrieven. De koningin, die vernomen heeft van de grote wijsheid van koning Salomo, geeft hem een fraai bewerkte flacon met reukwater mee en verzoekt hem deze aan de vorst van Israël te overhandigen. Salomo toont zich zeer verheugd over dit geschenk en geeft de koopman een brief mee, waarin hij de koningin van Sheba uitnodigt om hem per soonlijk met een beizoek te vereren. Magda geeft direct aan deze uitnodiging gevolg. In het Oude Testament lezen wij in I Konin gen 10, dat zij „met een zwaar heir, met kemelen dragende specerijen en zeer veel gouds en kostelijk gesteente" naar Salomo reisde om „hem met raadselen te ver zoeken." We zien dan in de „beeldroman" hoe Salomo te harer ere een feestmaal aan richt. Maar omdat zij een vrouw is, kan zij niet mede aanzitten. Slechts door een tralievenster mag zij in het vrouwenver blijf toezien hoe Salomo zich met zijn man nelijke gasten tegoed doet. Later ervaart zij in lange gesprekken onder vier ogen de wijsheid van Salomo en wordt zelfs de zijne. Ze looft de God van Israël en keert overladen met geschenken terug. Daar wordt dan haar zoon geboren, die ze Menelik noemt en die opgroeit tot het evenbeeld van zijn vader. Als de jongen oud genoeg Is, zendt Magda hem naar Jeru zalem. Salomo ontvangt deze, zijn eerstge boren zoon met grote feestelijkheden. Zijn vader wil hem zelfs benoemen tot zijn troonopvolger, maar Menelik weigert. Hij heeft zijn moeder beloofd terug te keren naar Aksoem. Dan zalft Salomo hem met heilige olieën tot koning van Ethiopië. VOORDAT MENELIK echter de terug reis aanvaardt, zegt Salomo tegen zijn raadslieden en krijgsoversten: „Mijn eerst geboren zoon zend ik weg om te heersen over Ethiopië. Zendt ook gij uw eerstge boren zonen met hem als raadslieden en krijgsoversten." Niemand durft dit bevel te weerstreven, maar begrijpelijkerwijze zijn de jongelingen, die Menelik moeten verge zellen, niet erg geestdriftig. Uit wraak dringen zij het Allerheiligste van de tempel binnen en stelen daar de Ark des Ver- bonds. Onder de heilige dekkleden zetten zij een houten staketsel neer en nemen de Ark rnee naar Ethiopië. Het bezit van dit heiligdom geeft hen wonderbare krachten: „zij reizen zo snel als arenden en leggen dertien dagreizen in één dag af." In de nacht, volgende op de dag van hun vertrek, krijgt Salomo een vreemde droom. Hij ziet Israël verduisterd en de zon nog slechts schijnen over Ethiopië. Hij vraagt Zadok om uitleg. De hogepriester peinst lang .krijgt een bang vermoeden en spoedt zich naar de tempel. Daar ziet hij, dat de Ark verdwenen is! Onmiddellijk zet Salo mo met een schare krijgsvolk de achter volging in, maar Menelik en zijn gezellen zijn niet meer in te halen. Vermoeid en terneergeslagen keert Salomo terug in Jeruzalem. Hij troost zich met de gedachte, dat de Ark niet in handen van een vreem- *-'OOOOOOOCC^<~OOCOC*XOOOOOQOOOCOCOOODOOGOCGOOOOOOOOOOOOCOC gevonden, die er op wijzen, dat in de vierde eeuw van onze jaartelling de koningen van Ethiopië nog steeds een godsdienst beleden, die meer verwant was aan het geloof van ae oude Egyptenaren dan aan dat van de Israëlieten. Belangrijker dan de historische waarheid van deze legende is echter het feit, dat de Ethiopiërs onvoorwaardelijk in de Salomo- nische afstamming van hun keizer geloven eri dit geloof zullen wij, ook al kunnen we het niet geheel delen, moeten respecteren. De Salomonische afstamming van de heer sende dynastie is voor het Ethiopische volk een realiteit, waaraan niet te tornen valt en uit deze realiteit hebben zij de kracht ge put om eeuwenlang stand te houden tegen vreemde en vijandige invloeden, die hun ïrjK en nun geroot bedreigaen. De keizer ontleent een zeer groot deel van zijn macht en aanzien aan het feit, dat hij de enige is, die zich noemen mag: „Uit verkorene GodSi Koning der Koningen, Overwinnende Leeuw van de Stam van Juda, Twijg van de Boom van Salomo" en hij wordt door zijn koptische onderdanen dan ook min of meer als een half-godde- lijk wezen beschouwd. Iemand die niet tot deze dynastie behoort, zou nooit als staats hoofd geduld worden. Zelfs in de Ethiopische Grondwet, die in 1930 werd opgesteld, kan men lezen in artikel 3 dat het geslacht van keizer Haile Selassie „zonder onderbreking af stamt van Menelik I, zoon van Koning Salomo en koningin Magda van Ethiopië, die bekend is als de koningin van Sheba." INTUSSEN is keizer Haile Selassie zelf de man geweest, die de meest, revolution- naire veranderingen in zijn Ulnd teweeg bracht. Hij heeft een voortdurende strijd gevoerd tegen de conservatieve elementen in de regering. Ethiopië losgemaakt uit een eeuwenlang isolement en zelf de eerste- stappen gedaan om van het feodale keizer rijk. een modern bestuurde, democratische staat te maken. Hij schafte de slavernij af, gaf het volk een grondwet en regelde de instelling van een parlement. Hij liet zich voorlichten door buitenlandse adviseurs, bevorderde het onderwijs en stichtte met eigen middelen een universiteit. Ethiopië is thans een volwaardig lid van de UNO en Ethiopische soldaten hebben in Korea gevochten. Een jonge garde van uitstekend geschoolde en capabele Ethio pische intellectuelen staat, de keizer thans terzijde om nog meer hervormingen door te voeren. De verrassend snelle ontwikke ling, die Ethiopië in nog geen veertig jaar heeft doorgemaakt, is vo'ir het grootste deel te danken aan het initiatief en de wijsheid van Haile Selassie en we zou den hem dan ook gerust kunnen beschou wen als een waardige nazaat van de wijze Sa lomo. De Europeanen in Addis Abeba verdienen over het algemeen behoorlijk, doch men kan maar heel weinig overhouden, want het leven is er werkelijk krankzinnig duur. Deze wetenschap ontlenen wij aan een gesprek, dat wij dezer dagen hadden met mevrouw A. Gerzon Caffé in Bloemendaal, oud-lerares aan het Kennemer Lyceum en bekend als vertaalster van talrijke Engelse romans. Onze gastvrouw bleek een prima bron van informatie, want zij heeft tijdens drie bezoeken na de oorlog twintig maanden doorgebracht in de hoofdstad van Ethiopië, waar haar zoon werkzaam in het bedrijfsleven en haar schoonzoon lid van het Hooggerechts hof en advocaat is. Wat hier volgt is slechts een kleine bloemlezing uit de vele interessante indrukken die zij ons op charmante wijze verstrekte. Een groot deel van het inkomen gaat naar de kruidenier. Een rekening van driehonderd of vierhonderd gulden per maand is heel gewoon. En dan moet men daarbij in aanmerking nemen, dat dure blikjes met delicatessen (zes gul den voor een paar borrel worstjes) al leen worden gekocht als men gasten heeft. Hetgeen overigens nogal eens voorkomt, want het uitgaansleven blijft hier vrijwel tot cocktailparties en recep ties beperkt. Die hoge prijzen worden voornamelijk veroorzaakt door transport kosten vrijwel alles is import en belasting. Maar het doet vreemd aan dat bij voort>eeld inheemse kaas het zelfde kost als uit Europa ingevoerde of dat pinda's (een product van eigen bodem) er duurder zijn dan in Neder land! En dan de hurenZevenhonderd gulden „doet" in Addis Abeba per maand een eenvoudig huis. Nu is het waar, dat de meeste firma's zelf voor woningen ten behoeve van het perso neel zorgen, maar in de vrije beroepen kan men deze factor niet uitwissen. Er zijn vele flatgebouwen en de meeste huizen zijn voorzien van Europees- aandoend comfort. Maar het gebeurt dikwijls dat de boel niet werkt. Electri- citeit is zo enorm kostbaar, dat de gey sers in de meeste badkamers met hout worden gestookt. En als de telefoon wei gert er zijn ongeveer tweeduizend aansluitingen dan kan het voorkomen dat er, weken na het opgeven van de klacht, een reparateur verschijnt, die niet eens de draden van de aansluiting weet te onderscheiden. Een Nederland se ingenieur is thans met de reorganisa tie daarvan belast. Tedere Europeaan heeft ten minste drie man personeel: een tuinman, een kok en een bediende, die weinig uitvoe ren, maar een behoorlijk loon verdie nen. De meesten van deze inheemse huisknechten hebben buiten de stad een eigen landje, waar ze soms drie maan den arh'ereen gaan werken, zich in hun betrekking latende vervangen door een ander, voor wiens betrouwbaarheid zij borg staan. Dat is wel nodig, want eer lijkheid behoort niet tot de meest be oefende nationale deugden. Wij hebben eens een bediende gehad, vertelt me vrouw Gerzon, die in huis zelfs nooit een speld zou ontvreemden, maar die door de politie werd gearresteerd als hoofd van een dievenbende. Om nog even tot de kruideniers terug te keren: dat zijn haast allemaal Grie ken, zoals de textielhandelaren uit India komen. De Ethiopiërs venten meestal of drijven kleine, onaanzienlijke winkel tjes. Kunstnijverheid wordt er niet of nauwelijks beoefend, alleen wat vlecht werk door de vrouwen. Men moet alle boodschappen zelf doen, want bezorgd wordt er niets. Zo kan men bijvoorbeeld dagelijks de Nederlandse gezant bij de slager ontmoeten de mannen doen de dagelijkse inkopen, want zij hebben de auto's en brengen ook de kinderen naar de Franse of Engelse school. Do afstanden zijn te groot om te lopen en de autobussen vervoeren meer ongedier te dan passagiers. Schouwburgen zijn er in Addis Abeba niet, wel drie bioscopen. De Oostenrijkse dirigent van het muziekcorps van de Keizerlijke garde heeft een „Société des amis de la musique" gesticht, d-ie drie of vier keer per jaar concerten geeft, waarvoor zeer veel belangstelling be staat. Hij heeft zich veel moeite gegeven om de leden van deze band, allemaal inheemsen, besef van muziek bij te brengen. Het was een aandoenlijk mo ment, vooral voor de iets meer dan tweehonderd Nederlanders die er wo nen, vrouwen en kinderen meegerekend, toen deze jongemannen, die geen noot kunnen lezen, ter gelegenheid van de aankomst van Prins Bernhard op het vliegveld krachtig en zuiver het Wil helmus vertolkten. Het klimaat van Addis Abeba is heer lijk, maar vermoeiend. De ligging van de rommelige stad is sprookjesachtig mooi. Het uitzicht op de bergen is over al even prachtig, zodat men op ieder uur van de dag waar men zich ook bevindt kan genieten. En bij het in vallen van de duisternis kent men hier werkelijk l'heure bleu, dat men in Frankrijk alleen in prospectussen van het bureau voor vreemdelingenverkeer aantreft. XX»OOOt*XXXXXX*X<XXXXX*XC<X)COCOCIO>XIOO(XXXOCCCOOCCXXOCOC<X>XOCCXyXX>X«X*>-«^XX)C<XXXXXPC<X)C<XX)OCOOClOOCO^CCrXXX}C<;0 .a tYvteue ïragmeiit uit de koptische beeldroman ever c.e afkomst van I!- ile Selassie, waarvan men op pagina 4 een uitvoerige beschrijving vindt. UITDAGEND rijst uit de Afri kaanse vlakten het hoogland van Ethiopië op. De Egypte naren vermoedden er de voor naamste bronnen van de Nijl, koning Salomo haalde er zijn legendarische schatten van daan. Na hem liet het geheim zinnige „Land van de mensen mot de verbrande gezichten" (zoals men de naam zou kun nen vertalen) grote en kleine Aziatische en Europese heer sers niet met rust. Talloos zijn dr.n ook de pogingen geweest om deze natuurlijke bergves ting 900.000 vierkante kilo meter te veroveren. Even zovele malen zijn deze in vasies, na aanvankelijke suc cessen, op een mislukking uitgelopen. De indringers, reeds uitgeput door de moei lijkheden, die de natuur hen in de weg legde, werden ver slagen en verdreven öf indien zij er soms in slaagden zich te handhaven onder gingen de invloed van hun nieuwe omgeving in zo sterke mate, dat zij zich geheel en al met de oorspronkelijke bevol king assimileerden. De moderne techniek heeft Ethiopië veel meer toeganke lijk gemaakt. De reiziger, die thans bijvoorbeeld per auto van Assab, de kleine Eritrese haven aan de Rode Zee, door de Danakil woestijn naar het ruim tweeduizend meter ho ger gelegen Dessie rijdt, ver geet de enorme inspanning en de ontberingen, die tot in de negentiende eeuw onzer jaar telling de invallers zich moes ten getroosten, alvorens zij de hoogvlakte hadden bereikt en tot de eigenlijke strijd konden overgaan. Slechts uit een vliegtuig, komend uit Cairo, is het nog mogelijk een in druk te krijgen van de defen sieve kracht, die er in vroe ger tijd van de oostelijke rand van het Ethiopische Massief moei zijn uitgegaan. Ten onrechte wordt dit het Afrikaans Zwitserland ge noemd. Het grootste gedeelte "an het Ethiopisch Massief bestaat uit een omhoogge- drukfe vlakte, waarin de ero- s'e diene kloven heeft gesne den. In de loop der tijden werden deze wijder. De over gebleven steenklompen gaven het landschap een pseudo- bergachlig karakter. Deze mas sa's Amba's genoemd hebben in de geschiedenis van Ethiopië een grote rol ge speeld. Door hun loodrechte wanden waren ze voor niet- ineewijden moeilijk te be klimmen. Ze werden daarom in gebruik genomen als berg plaatsen voor de Keizerlijke schatten. Ook dienden ze voor de mannelijke leden van de Keizerlijke familie, die geacht konden worden de rechten op de troon van de wettige op volger te kunnen of te willen betwisten, als gevangenis. Monniken en nonnen zochten en zoeken nog steeds de af zondering in de Amba-toppen om er als heremieten of in kloosters te leven. De Amba's zijn soms zo uitgestrekt, dat zij een hele provincie om vatten. De bestuurders kwa men er door de natuurlijke grenzen van hun ambtsge bieden dikwijls toe zichzelf als onafhankelijke vorsten te beschouwen en een eigen dy nastie te stichten. Echte bergen vindt men voornamelijk in het noord westelijk gedeelte. Tussen Ak soem en Gondar strekt zich het Semien-gebergte uit met als hoogste toppen de Ras Da- jan (4.620 meter) en de Boe- kit (4.510 meter). Even ten Zuiden van Gondar ligt het Tsjoke-gebergte met aan de voet het Tana-meer. De hoog ste toppen van deze keten reiken eveneens boven de vierduizend meter. Ongeveer in Zuid-Oostelijke richting nemen de bergen in hoogte af. Gewezen moet nog worden op de woestijn, die als Italiaans Somaliland bekend staat en de diepe nauwe rivierdalen met hun hoge vochtigheid en daarmede samenhangende weelderige plantengroei. Woi- na Dega is, wat het eerste woord betreft, van Portugese oorsprong. Het wil letter lijk vertaald zeggen „wijn- land". Hiertoe kan men het grootste gedeelte van de hoog vlakte rekenen. In Noord- Ethiopië wordt dit gebied voornamelijk gekarakteriseerd door lage struiken. In het Zui den komt meer variatie in de plantengroei. Hier is van een golvend en geleidelijk stijgend in de Ethiopische provincies Ogaden en Boranaland over gaat. BIEDT ETHIOPIË geologisch gesproken sterk uiteenlopende contrasten, klimatologisch her haalt zich dit beeld. De bergen hebben hier en daar zelfs mi croklimaten doen ontstaan, die tot uitdrukking komen in afzonderlijke oerflora's. Een gewas, dat op deze wijze zijn oorspronkelijk karakter heeft kunnen bewaren, is het Tieff: een grassoort, die de zaden opleverde, waarvan duizenden jaren voor het begin onzer parklandschap sprake. Het hoogste gedeelte van het pla teau heet Dega, gekenmerkt door koelte. In Noord-Ethiopië is de Dega klein, maar in het midden strekt hij zich over een grote aaneengesloten op pervlakte uit. Dat deze klimaatsverschil len diverse mogelijkheden voor de verbouw van land bouwgewassen openlaat, daar van zijn zich de Keizer en de genen zijner onderdanen, die vooraan staan in de moderni sering van hun land, terdege bewust. Behalve dat het re- genrijke gebied twee droge perioden kent, zodat er dus jaartelling de eerste Egypte naren de eetbaarheid ontdek ten cn die als de stamvader van onze gerst beschouwd kan worden. Dat ligging, weersgesteld heid en temperatuur ten twee keer geoogst kan wor den, valt het hemelwater er zo overvloedig, dat droge ri vierbeddingen, ook in die stre ken waar in hel geheel geen regen valt, in Ethiopië zo goed als onbekend zijn. In de droge nauwste met elkaar samen hangen, heeft de bevolking van Ethiopië ook ingezien. Het kwam op grond van eigen waarneming 4ot de volgende indeling van het klimaat: Kolla, Woina Dega en Dega. De eerste naam betekent „warm land". Hiertoe behoren de laagste delen van Ethiopië, en regenarme gebieden kun nen de rivieren irrigatiewer- ken voeden, ten behoeve van die cultures, waarvan het wel slagen afhankelijk is van een nauwkeurig gecontroleerde watertoevoer. Ethiopië behoort tot de lan den, waar het twee keer per jaar zomer is. Dat wil zeggen: twee keer per jaar bereikt er de zon zijn hoogste stand bo ven de horizon. Eén keer tij dens onze lente en één keer als bij ons de natuur zich voor de winter gereed maakt. De belangrijkste (regenwolken brengende) luchtstroom is voor Ethiopië de Zuid-West Moesson, die gedurende onze winter ongestoord over de In dische Oceaan vaagt. In Addis Abeba meet men in Mei nog slechts 8. Augustus geeft echter al 50 centimeter. Spoedig daarna is voor heel Ethiopië de regentijd afge lopen. In de hoofdstad is dat het duidelijkst waar te nemen. Kan men voor de 24ste Sep tember nog op verspreide buien rekenen, de 25ste is het ieder jaar gegarandeerd droog. Dan breekt voor Ethiopië de lente aan. hetgeen in de Kop tische gebieden gevierd wordt met het Maskalfeest: het Feest van de Geboorte. WORDT BUITEN Ethiopië nog het meest gesproken over de bodemschatten, die het land heet te bezitten, zijn grootste rijkdom bestaat uit witte steenkool. De bron er van is het Tana-meer, dat een oppervlakte heeft van 2.980 vierkante kilometer en ge legen is op 1.750 meter hoogte. Dertig riviertjes monden in dit veertien meter diepe meer uit, dat zij verenigd als de Tiss Abai, meer bekend als de Blauwe Nijl, verlaten. Van Tana-meer tot Roseires, een afstand van 750 kilometer, daalt de Blauwe Nijl 1.260 meter. In dit verval vormt de machtige 45 meter hoge Tiss- Isat-waterval een belangrijk element. Tussen Tana-meer en de Soedanese erens neemt de Blauwe Nijl 37 zijrivieren op. Bij Khartoem stroomt de Blauwe in de Witte Nijl. Er vloeit ook langs andere wegen veel water van de Ethiopische hoogvlakte naar de Nijl in Egypte, waar zon der deze rivier geen mens had kunnen leven. Het meeste wa ter brengt de Blauwe Nijl, die bij Roseires per seconde 14.150 kubieke meter doorlaat, tegen de Witte Nijl bij Taufikia slechts 396. De onberekenbare grote hoeveelheden vrucht baar slib, die bovendien gra tis naar Egypte worden ge ëxporteerd, hebben in Ethio pië lege ruimten achter ge laten „de brede dalen van verschrikkelijke diepte", zoals een Europese reiziger ze in de achttiende eeuw beschreef. Twee rivieren, waarvan het water niet of nauwelijks wordt gebruikt, speelden in hot recente verleden een rol. Italië wilde ze dienstbaar ma ken na de verovering van Ethiopië aan een groot scheeps kolonisatieplan, dat een paar millioen mensen aan grond moest helpen en van dc betrokken gebieden een twee de Egypte moest maken. De bezettingsmoeilijkheden en de enorm veel arbeidskrachten en kapitaal verslindende we genaanleg lieten de uitvoering van andere omvangrijke pro jecten niet toe en de beide stromen gaan nog ongestoord, als vroeger, door de woestij nen van Bale en Ogaden, om ergens ten Zuiden van Moga- disjoe, de haven van Italiaans Somaliland in de Indische Oceaan te eindigen. Het zijn de Webi Shebeli en de Juba. Enkele van de in dit nummer van „Erbij" voorkomende artikelen konden geschreven worden dank zij de gege vens, die ons werden verstrekt door het Het Afrika Instituut werd onmiddellijk na de bevrijding van ons land door het be drijfsleven, de overheid en de Economi sche Hogeschool te Rotterdam opgericht Het streeft naar een gestage uitbreiding van de Nederlandse economische belangen en activiteiten in het gehele werelddeel. Door het Studiecentrum in Leiden worden die werkzaamheden verricht, welke ten doel hebben de wetenschappelijke kennis van de Afrikaanse gebieden te verzamelen en uit te dragen. Mede door de activiteit van het Afrika Instituut is een zodanige belangstelling voor dit werelddeel als afzetgebied van Nederlandse producten opgewekt, dat de zichtbare export naar deze gebieden opge lopen is van 131 millioen gulden in 1948 tot een bedrag dat dit jaar rond de 500 millioen gulden zal liggen. Er werd in de nu achter ons liggende jaren veel gedaan om de handelshuizen uit het voormalige Nederlands-Indië voor de Afrikaanse ge bieden te interesseren. Het verheugende resultaat is, dat de Nederlandse handel thans in belangrijke mate is ingeschakeld in het economische verkeer. De reeks van vestigingen neemt nog steeds toe. Door de stoot te geven tot de oprichting van het Nederlands Exploratie Syndicaat voor Afrika, waarin zich een aantal be langrijke tropische landbouwmaatschap- pijen, banken en mijnbouwondernemingen hebben verenigd, werd de eerste stap ge daan naar de inschakeling in het produc tieproces in Afrika met gebruikmaking van de elders opgedane tropenervaringen. De resultaten zijn bemoedigend, hetgeen even eens van de Nederlandse industrieën in Afrika gezegd mag worden. Ook onze uit voerders van grote werken hebben reden tot tevredenheid. De aandacht van het Afrika Instituut blijft er op gericht de ontwikkeling van de Nederlandse economische belangen met kracht en voortvarendheid te bevorderen. Dit geschiedt onder meer door het uitzen den van speciale missies en het organise ren van oriënterende groepsreizen van vooraanstaande ondernemers. Prins Bern hard, beschermheer van het Instituut neemt zeer actief deel aan deze stimuleren de taak. De algemene economische belang stelling in eigen land wordt geleid en levend gehouden door het maandblad „Mededelingen van het Afrika Instituut". Gesteld mag worden, dat het Instituut met zijn gespecialiseerde medewerkers nog een groot en rijk arbeidsterrein voor zich heeft. De grote resultaten, welke voor Ne derland in Afrika bereikt zijn, werden nog slechts luttele jaren geleden als onmogelijk beschouwd. Met de steeds duidelijker wor dende ontwikkeling van dit werelddeel zullen de waakzaamheid en activiteit nog toenemen, als de middelen ter financiering dit toelaten. Strijders uit de dagen van Menelik •CMUCHT»* .A. »OUB HW«OM 1 I a« uwuiiw». jit} Q> BiMAMI Tl® ioo« O «.«- f c ,AUlouw.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1954 | | pagina 16