Twijg van de boom van Salomo
Het leven is een sprookje in
de stad tussen de bergen
WITTE STEENKOOL IS DE GROOTSTE RIJKDOM
Afrika Instituut
Volgens de Ethiopische overlevering stamt
keizer Haile Selassie rechtsreeks af
van de Koningin van Sheba
Bij twee fragmenten uit
een beeldroman
De hoogte der bergen en
de rol der rivieren
Regentijd is op 25 September
gegarandeerd afgelopen
I—Tatert] tZ
99
99
IN DE ETALAGE van kunsthandel Leffelaar aan de Wagenweg te Haarlem
wordt de volgende week een merkwaardige Ethiopische „beeldroman" tentoon
gesteld. Het is een groot, primitief schilderstuk, dat een Haarlemse journalist
enige tijd geleden voor een paar tientjes op de markt van Addis Abeba wist
te bemachtigen. In zes rijen van twaalf bonte afbeeldingen, die voorzien zijn
van korte Amhaarse teksten, wordt in deze „beeldroman" de geschiedenis van
de afstamming der Ethiopische keizers verteld. Twee fragmenten daaruit zijn
op deze en de volgende pagina gereproduceerd. Het is een wonderlijke geschie
denis, waaruit blijkt, dat de Ethiopiërs er van overtuigd zijn, dat keizer Haile
Selassie in rechte lijn afstamt van koning Salomo en de koningin van Sheba.
deling is gevallen, maar in het bezit van
zijn eigen zoon.
Menelik keert behouden terug in Aksoem.
De Ark wordt daar in een tempel geplaatst
enis volgens de Ethiopiërs daar nog
heden ten dage aanwezig! Magda, koningin
van Sheba, doet na de terugkeer van haar
zoon afstand van de troon en Menelik
wordt tot keizer van Ethiopië gekroond.
DE HISTORISCHE JUISTHEID van dit
verhaal, dat is vastgelegd in één der oudste
Ethiopische geschriften, de „Kebra Nagast"
(„Heerlijkheid der Koningen") is zacht
uitgedrukt twijfelachtig. Men heeft met
vrij grote stelligheid kunnen vaststellen,
dat de koningin van Sheba heerste over het
land van Sab'a, dat in Zuid Arabië lag.
Bovendien zijn er in Aksoem inscripties
DE KONINGIN VAN SHEBA was vol
gens deze legende een Ethiopische vorstin,
die Makeda of Magda heette. De hoofdstad
van haar rijk was Aksoem, een plaats in
het Noorden van Ethiopië, die nog alijd een
soort bedevaartsoord voor de Abessijnse
kopten is. Magda is, als men dit verhaal
geloven mag, op een merkwaardige manier
aan de regering gekomen. Als zij pas ge
boren is, wordt het land geterroriseerd
door een grote draak, die vele offers eist
De vader van Magda slaagt er in de draak
te doden (we zien hem in de „beeldroman"
met bebloed zwaard staan bij het zieltogen
de monster) en wordt vervolgens uitge
roepen tot koning. Hij sterft kort nadat
Magda volwassen is geworden. In zijn tes
tament heeft hij bepaald, dat zijn dochter
hem als koningin moet opvolgen, maar de
stamhoofden wensen niet geregeerd te
worden door een vrouw en jagen haar weg.
Dan wordt echter de zon verduisterd.
Het volk beschouwt dit als een straf van
God en verzoekt Magda in allerijl terug te
komen. Zij wordt dan zonder verwijl tot
koningin gekroond.
ENIGE TIJD LATER verschijnt er aan
het hof van de jonge en beeldschone vors
tin een reizend koopman. Hij vertelt haar,
dat hij naar Jeruzalem vertrekt en vraagt
haar om aanbevelingsbrieven. De koningin,
die vernomen heeft van de grote wijsheid
van koning Salomo, geeft hem een fraai
bewerkte flacon met reukwater mee en
verzoekt hem deze aan de vorst van Israël
te overhandigen. Salomo toont zich zeer
verheugd over dit geschenk en geeft de
koopman een brief mee, waarin hij de
koningin van Sheba uitnodigt om hem per
soonlijk met een beizoek te vereren. Magda
geeft direct aan deze uitnodiging gevolg. In
het Oude Testament lezen wij in I Konin
gen 10, dat zij „met een zwaar heir, met
kemelen dragende specerijen en zeer veel
gouds en kostelijk gesteente" naar Salomo
reisde om „hem met raadselen te ver
zoeken."
We zien dan in de „beeldroman" hoe
Salomo te harer ere een feestmaal aan
richt. Maar omdat zij een vrouw is, kan zij
niet mede aanzitten. Slechts door een
tralievenster mag zij in het vrouwenver
blijf toezien hoe Salomo zich met zijn man
nelijke gasten tegoed doet. Later ervaart
zij in lange gesprekken onder vier ogen de
wijsheid van Salomo en wordt zelfs de
zijne. Ze looft de God van Israël en keert
overladen met geschenken terug.
Daar wordt dan haar zoon geboren, die
ze Menelik noemt en die opgroeit tot het
evenbeeld van zijn vader. Als de jongen
oud genoeg Is, zendt Magda hem naar Jeru
zalem. Salomo ontvangt deze, zijn eerstge
boren zoon met grote feestelijkheden.
Zijn vader wil hem zelfs benoemen tot zijn
troonopvolger, maar Menelik weigert. Hij
heeft zijn moeder beloofd terug te keren
naar Aksoem. Dan zalft Salomo hem met
heilige olieën tot koning van Ethiopië.
VOORDAT MENELIK echter de terug
reis aanvaardt, zegt Salomo tegen zijn
raadslieden en krijgsoversten: „Mijn eerst
geboren zoon zend ik weg om te heersen
over Ethiopië. Zendt ook gij uw eerstge
boren zonen met hem als raadslieden en
krijgsoversten." Niemand durft dit bevel te
weerstreven, maar begrijpelijkerwijze zijn
de jongelingen, die Menelik moeten verge
zellen, niet erg geestdriftig. Uit wraak
dringen zij het Allerheiligste van de tempel
binnen en stelen daar de Ark des Ver-
bonds. Onder de heilige dekkleden zetten
zij een houten staketsel neer en nemen de
Ark rnee naar Ethiopië. Het bezit van dit
heiligdom geeft hen wonderbare krachten:
„zij reizen zo snel als arenden en leggen
dertien dagreizen in één dag af."
In de nacht, volgende op de dag van hun
vertrek, krijgt Salomo een vreemde droom.
Hij ziet Israël verduisterd en de zon nog
slechts schijnen over Ethiopië. Hij vraagt
Zadok om uitleg. De hogepriester peinst
lang .krijgt een bang vermoeden en spoedt
zich naar de tempel. Daar ziet hij, dat de
Ark verdwenen is! Onmiddellijk zet Salo
mo met een schare krijgsvolk de achter
volging in, maar Menelik en zijn gezellen
zijn niet meer in te halen. Vermoeid en
terneergeslagen keert Salomo terug in
Jeruzalem. Hij troost zich met de gedachte,
dat de Ark niet in handen van een vreem-
*-'OOOOOOOCC^<~OOCOC*XOOOOOQOOOCOCOOODOOGOCGOOOOOOOOOOOOCOC
gevonden, die er op wijzen, dat in de vierde
eeuw van onze jaartelling de koningen van
Ethiopië nog steeds een godsdienst beleden,
die meer verwant was aan het geloof van
ae oude Egyptenaren dan aan dat van de
Israëlieten.
Belangrijker dan de historische waarheid
van deze legende is echter het feit, dat de
Ethiopiërs onvoorwaardelijk in de Salomo-
nische afstamming van hun keizer geloven
eri dit geloof zullen wij, ook al kunnen we
het niet geheel delen, moeten respecteren.
De Salomonische afstamming van de heer
sende dynastie is voor het Ethiopische volk
een realiteit, waaraan niet te tornen valt en
uit deze realiteit hebben zij de kracht ge
put om eeuwenlang stand te houden tegen
vreemde en vijandige invloeden, die hun
ïrjK en nun geroot bedreigaen.
De keizer ontleent een zeer groot deel
van zijn macht en aanzien aan het feit, dat
hij de enige is, die zich noemen mag: „Uit
verkorene GodSi Koning der Koningen,
Overwinnende Leeuw van de Stam van
Juda, Twijg van de Boom van Salomo" en
hij wordt door zijn koptische onderdanen
dan ook min of meer als een half-godde-
lijk wezen beschouwd. Iemand die niet tot
deze dynastie behoort, zou nooit als staats
hoofd geduld worden.
Zelfs in de Ethiopische Grondwet, die in
1930 werd opgesteld, kan men lezen in
artikel 3 dat het geslacht van keizer
Haile Selassie „zonder onderbreking af
stamt van Menelik I, zoon van Koning
Salomo en koningin Magda van Ethiopië,
die bekend is als de koningin van Sheba."
INTUSSEN is keizer Haile Selassie zelf
de man geweest, die de meest, revolution-
naire veranderingen in zijn Ulnd teweeg
bracht. Hij heeft een voortdurende strijd
gevoerd tegen de conservatieve elementen
in de regering. Ethiopië losgemaakt uit een
eeuwenlang isolement en zelf de eerste-
stappen gedaan om van het feodale keizer
rijk. een modern bestuurde, democratische
staat te maken. Hij schafte de slavernij af,
gaf het volk een grondwet en regelde de
instelling van een parlement. Hij liet zich
voorlichten door buitenlandse adviseurs,
bevorderde het onderwijs en stichtte met
eigen middelen een universiteit.
Ethiopië is thans een volwaardig lid van
de UNO en Ethiopische soldaten hebben
in Korea gevochten. Een jonge garde van
uitstekend geschoolde en capabele Ethio
pische intellectuelen staat, de keizer thans
terzijde om nog meer hervormingen door
te voeren. De verrassend snelle ontwikke
ling, die Ethiopië in nog geen veertig jaar
heeft doorgemaakt, is vo'ir het grootste
deel te danken aan het initiatief en de
wijsheid van Haile Selassie en we zou
den hem dan ook gerust kunnen beschou
wen als een waardige nazaat van de wijze
Sa lomo.
De Europeanen in Addis Abeba verdienen over het algemeen behoorlijk, doch men
kan maar heel weinig overhouden, want het leven is er werkelijk krankzinnig
duur. Deze wetenschap ontlenen wij aan een gesprek, dat wij dezer dagen hadden
met mevrouw A. Gerzon Caffé in Bloemendaal, oud-lerares aan het Kennemer
Lyceum en bekend als vertaalster van talrijke Engelse romans. Onze gastvrouw
bleek een prima bron van informatie, want zij heeft tijdens drie bezoeken na de
oorlog twintig maanden doorgebracht in de hoofdstad van Ethiopië, waar haar
zoon werkzaam in het bedrijfsleven en haar schoonzoon lid van het Hooggerechts
hof en advocaat is. Wat hier volgt is slechts een kleine bloemlezing uit de vele
interessante indrukken die zij ons op charmante wijze verstrekte.
Een groot deel van het inkomen gaat
naar de kruidenier. Een rekening van
driehonderd of vierhonderd gulden per
maand is heel gewoon. En dan moet
men daarbij in aanmerking nemen, dat
dure blikjes met delicatessen (zes gul
den voor een paar borrel worstjes) al
leen worden gekocht als men gasten
heeft. Hetgeen overigens nogal eens
voorkomt, want het uitgaansleven blijft
hier vrijwel tot cocktailparties en recep
ties beperkt. Die hoge prijzen worden
voornamelijk veroorzaakt door transport
kosten vrijwel alles is import en
belasting. Maar het doet vreemd aan
dat bij voort>eeld inheemse kaas het
zelfde kost als uit Europa ingevoerde
of dat pinda's (een product van eigen
bodem) er duurder zijn dan in Neder
land!
En dan de hurenZevenhonderd
gulden „doet" in Addis Abeba per
maand een eenvoudig huis. Nu is het
waar, dat de meeste firma's zelf voor
woningen ten behoeve van het perso
neel zorgen, maar in de vrije beroepen
kan men deze factor niet uitwissen. Er
zijn vele flatgebouwen en de meeste
huizen zijn voorzien van Europees-
aandoend comfort. Maar het gebeurt
dikwijls dat de boel niet werkt. Electri-
citeit is zo enorm kostbaar, dat de gey
sers in de meeste badkamers met hout
worden gestookt. En als de telefoon wei
gert er zijn ongeveer tweeduizend
aansluitingen dan kan het voorkomen
dat er, weken na het opgeven van de
klacht, een reparateur verschijnt, die
niet eens de draden van de aansluiting
weet te onderscheiden. Een Nederland
se ingenieur is thans met de reorganisa
tie daarvan belast.
Tedere Europeaan heeft ten minste
drie man personeel: een tuinman, een
kok en een bediende, die weinig uitvoe
ren, maar een behoorlijk loon verdie
nen. De meesten van deze inheemse
huisknechten hebben buiten de stad een
eigen landje, waar ze soms drie maan
den arh'ereen gaan werken, zich in hun
betrekking latende vervangen door een
ander, voor wiens betrouwbaarheid zij
borg staan. Dat is wel nodig, want eer
lijkheid behoort niet tot de meest be
oefende nationale deugden. Wij hebben
eens een bediende gehad, vertelt me
vrouw Gerzon, die in huis zelfs nooit
een speld zou ontvreemden, maar die
door de politie werd gearresteerd als
hoofd van een dievenbende.
Om nog even tot de kruideniers terug
te keren: dat zijn haast allemaal Grie
ken, zoals de textielhandelaren uit India
komen. De Ethiopiërs venten meestal of
drijven kleine, onaanzienlijke winkel
tjes. Kunstnijverheid wordt er niet of
nauwelijks beoefend, alleen wat vlecht
werk door de vrouwen. Men moet alle
boodschappen zelf doen, want bezorgd
wordt er niets. Zo kan men bijvoorbeeld
dagelijks de Nederlandse gezant bij de
slager ontmoeten de mannen doen
de dagelijkse inkopen, want zij hebben
de auto's en brengen ook de kinderen
naar de Franse of Engelse school. Do
afstanden zijn te groot om te lopen en
de autobussen vervoeren meer ongedier
te dan passagiers.
Schouwburgen zijn er in Addis Abeba
niet, wel drie bioscopen. De Oostenrijkse
dirigent van het muziekcorps van de
Keizerlijke garde heeft een „Société des
amis de la musique" gesticht, d-ie drie
of vier keer per jaar concerten geeft,
waarvoor zeer veel belangstelling be
staat. Hij heeft zich veel moeite gegeven
om de leden van deze band, allemaal
inheemsen, besef van muziek bij te
brengen. Het was een aandoenlijk mo
ment, vooral voor de iets meer dan
tweehonderd Nederlanders die er wo
nen, vrouwen en kinderen meegerekend,
toen deze jongemannen, die geen noot
kunnen lezen, ter gelegenheid van de
aankomst van Prins Bernhard op het
vliegveld krachtig en zuiver het Wil
helmus vertolkten.
Het klimaat van Addis Abeba is heer
lijk, maar vermoeiend. De ligging van
de rommelige stad is sprookjesachtig
mooi. Het uitzicht op de bergen is over
al even prachtig, zodat men op ieder
uur van de dag waar men zich ook
bevindt kan genieten. En bij het in
vallen van de duisternis kent men hier
werkelijk l'heure bleu, dat men in
Frankrijk alleen in prospectussen van
het bureau voor vreemdelingenverkeer
aantreft.
XX»OOOt*XXXXXX*X<XXXXX*XC<X)COCOCIO>XIOO(XXXOCCCOOCCXXOCOC<X>XOCCXyXX>X«X*>-«^XX)C<XXXXXPC<X)C<XX)OCOOClOOCO^CCrXXX}C<;0
.a tYvteue ïragmeiit uit de koptische beeldroman ever c.e afkomst van I!- ile Selassie, waarvan men op pagina 4 een uitvoerige beschrijving vindt.
UITDAGEND rijst uit de Afri
kaanse vlakten het hoogland
van Ethiopië op. De Egypte
naren vermoedden er de voor
naamste bronnen van de Nijl,
koning Salomo haalde er zijn
legendarische schatten van
daan. Na hem liet het geheim
zinnige „Land van de mensen
mot de verbrande gezichten"
(zoals men de naam zou kun
nen vertalen) grote en kleine
Aziatische en Europese heer
sers niet met rust. Talloos zijn
dr.n ook de pogingen geweest
om deze natuurlijke bergves
ting 900.000 vierkante kilo
meter te veroveren. Even
zovele malen zijn deze in
vasies, na aanvankelijke suc
cessen, op een mislukking
uitgelopen. De indringers,
reeds uitgeput door de moei
lijkheden, die de natuur hen
in de weg legde, werden ver
slagen en verdreven öf
indien zij er soms in slaagden
zich te handhaven onder
gingen de invloed van hun
nieuwe omgeving in zo sterke
mate, dat zij zich geheel en al
met de oorspronkelijke bevol
king assimileerden.
De moderne techniek heeft
Ethiopië veel meer toeganke
lijk gemaakt. De reiziger, die
thans bijvoorbeeld per auto
van Assab, de kleine Eritrese
haven aan de Rode Zee, door
de Danakil woestijn naar het
ruim tweeduizend meter ho
ger gelegen Dessie rijdt, ver
geet de enorme inspanning en
de ontberingen, die tot in de
negentiende eeuw onzer jaar
telling de invallers zich moes
ten getroosten, alvorens zij de
hoogvlakte hadden bereikt en
tot de eigenlijke strijd konden
overgaan. Slechts uit een
vliegtuig, komend uit Cairo,
is het nog mogelijk een in
druk te krijgen van de defen
sieve kracht, die er in vroe
ger tijd van de oostelijke
rand van het Ethiopische
Massief moei zijn uitgegaan.
Ten onrechte wordt dit het
Afrikaans Zwitserland ge
noemd. Het grootste gedeelte
"an het Ethiopisch Massief
bestaat uit een omhoogge-
drukfe vlakte, waarin de ero-
s'e diene kloven heeft gesne
den. In de loop der tijden
werden deze wijder. De over
gebleven steenklompen gaven
het landschap een pseudo-
bergachlig karakter. Deze mas
sa's Amba's genoemd
hebben in de geschiedenis van
Ethiopië een grote rol ge
speeld. Door hun loodrechte
wanden waren ze voor niet-
ineewijden moeilijk te be
klimmen. Ze werden daarom
in gebruik genomen als berg
plaatsen voor de Keizerlijke
schatten. Ook dienden ze voor
de mannelijke leden van de
Keizerlijke familie, die geacht
konden worden de rechten op
de troon van de wettige op
volger te kunnen of te willen
betwisten, als gevangenis.
Monniken en nonnen zochten
en zoeken nog steeds de af
zondering in de Amba-toppen
om er als heremieten of in
kloosters te leven. De Amba's
zijn soms zo uitgestrekt, dat
zij een hele provincie om
vatten. De bestuurders kwa
men er door de natuurlijke
grenzen van hun ambtsge
bieden dikwijls toe zichzelf
als onafhankelijke vorsten te
beschouwen en een eigen dy
nastie te stichten.
Echte bergen vindt men
voornamelijk in het noord
westelijk gedeelte. Tussen Ak
soem en Gondar strekt zich
het Semien-gebergte uit met
als hoogste toppen de Ras Da-
jan (4.620 meter) en de Boe-
kit (4.510 meter). Even ten
Zuiden van Gondar ligt het
Tsjoke-gebergte met aan de
voet het Tana-meer. De hoog
ste toppen van deze keten
reiken eveneens boven de
vierduizend meter. Ongeveer
in Zuid-Oostelijke richting
nemen de bergen in hoogte af.
Gewezen moet nog worden op
de woestijn, die als Italiaans
Somaliland bekend staat en
de diepe nauwe rivierdalen
met hun hoge vochtigheid en
daarmede samenhangende
weelderige plantengroei. Woi-
na Dega is, wat het eerste
woord betreft, van Portugese
oorsprong. Het wil letter
lijk vertaald zeggen „wijn-
land". Hiertoe kan men het
grootste gedeelte van de hoog
vlakte rekenen. In Noord-
Ethiopië wordt dit gebied
voornamelijk gekarakteriseerd
door lage struiken. In het Zui
den komt meer variatie in de
plantengroei. Hier is van een
golvend en geleidelijk stijgend
in de Ethiopische provincies
Ogaden en Boranaland over
gaat.
BIEDT ETHIOPIË geologisch
gesproken sterk uiteenlopende
contrasten, klimatologisch her
haalt zich dit beeld. De bergen
hebben hier en daar zelfs mi
croklimaten doen ontstaan,
die tot uitdrukking komen in
afzonderlijke oerflora's. Een
gewas, dat op deze wijze zijn
oorspronkelijk karakter heeft
kunnen bewaren, is het Tieff:
een grassoort, die de zaden
opleverde, waarvan duizenden
jaren voor het begin onzer
parklandschap sprake. Het
hoogste gedeelte van het pla
teau heet Dega, gekenmerkt
door koelte. In Noord-Ethiopië
is de Dega klein, maar in het
midden strekt hij zich over
een grote aaneengesloten op
pervlakte uit.
Dat deze klimaatsverschil
len diverse mogelijkheden
voor de verbouw van land
bouwgewassen openlaat, daar
van zijn zich de Keizer en de
genen zijner onderdanen, die
vooraan staan in de moderni
sering van hun land, terdege
bewust. Behalve dat het re-
genrijke gebied twee droge
perioden kent, zodat er dus
jaartelling de eerste Egypte
naren de eetbaarheid ontdek
ten cn die als de stamvader
van onze gerst beschouwd kan
worden.
Dat ligging, weersgesteld
heid en temperatuur ten
twee keer geoogst kan wor
den, valt het hemelwater er
zo overvloedig, dat droge ri
vierbeddingen, ook in die stre
ken waar in hel geheel geen
regen valt, in Ethiopië zo goed
als onbekend zijn. In de droge
nauwste met elkaar samen
hangen, heeft de bevolking
van Ethiopië ook ingezien.
Het kwam op grond van eigen
waarneming 4ot de volgende
indeling van het klimaat:
Kolla, Woina Dega en Dega.
De eerste naam betekent
„warm land". Hiertoe behoren
de laagste delen van Ethiopië,
en regenarme gebieden kun
nen de rivieren irrigatiewer-
ken voeden, ten behoeve van
die cultures, waarvan het wel
slagen afhankelijk is van een
nauwkeurig gecontroleerde
watertoevoer.
Ethiopië behoort tot de lan
den, waar het twee keer per
jaar zomer is. Dat wil zeggen:
twee keer per jaar bereikt er
de zon zijn hoogste stand bo
ven de horizon. Eén keer tij
dens onze lente en één keer
als bij ons de natuur zich voor
de winter gereed maakt. De
belangrijkste (regenwolken
brengende) luchtstroom is
voor Ethiopië de Zuid-West
Moesson, die gedurende onze
winter ongestoord over de In
dische Oceaan vaagt.
In Addis Abeba meet men
in Mei nog slechts 8. Augustus
geeft echter al 50 centimeter.
Spoedig daarna is voor heel
Ethiopië de regentijd afge
lopen. In de hoofdstad is dat
het duidelijkst waar te nemen.
Kan men voor de 24ste Sep
tember nog op verspreide
buien rekenen, de 25ste is het
ieder jaar gegarandeerd droog.
Dan breekt voor Ethiopië de
lente aan. hetgeen in de Kop
tische gebieden gevierd wordt
met het Maskalfeest: het Feest
van de Geboorte.
WORDT BUITEN Ethiopië
nog het meest gesproken over
de bodemschatten, die het
land heet te bezitten, zijn
grootste rijkdom bestaat uit
witte steenkool. De bron er
van is het Tana-meer, dat een
oppervlakte heeft van 2.980
vierkante kilometer en ge
legen is op 1.750 meter hoogte.
Dertig riviertjes monden in
dit veertien meter diepe meer
uit, dat zij verenigd als de
Tiss Abai, meer bekend als de
Blauwe Nijl, verlaten. Van
Tana-meer tot Roseires, een
afstand van 750 kilometer,
daalt de Blauwe Nijl 1.260
meter. In dit verval vormt de
machtige 45 meter hoge Tiss-
Isat-waterval een belangrijk
element. Tussen Tana-meer
en de Soedanese erens neemt
de Blauwe Nijl 37 zijrivieren
op. Bij Khartoem stroomt de
Blauwe in de Witte Nijl.
Er vloeit ook langs andere
wegen veel water van de
Ethiopische hoogvlakte naar
de Nijl in Egypte, waar zon
der deze rivier geen mens had
kunnen leven. Het meeste wa
ter brengt de Blauwe Nijl, die
bij Roseires per seconde 14.150
kubieke meter doorlaat, tegen
de Witte Nijl bij Taufikia
slechts 396. De onberekenbare
grote hoeveelheden vrucht
baar slib, die bovendien gra
tis naar Egypte worden ge
ëxporteerd, hebben in Ethio
pië lege ruimten achter ge
laten „de brede dalen van
verschrikkelijke diepte", zoals
een Europese reiziger ze in de
achttiende eeuw beschreef.
Twee rivieren, waarvan het
water niet of nauwelijks
wordt gebruikt, speelden in
hot recente verleden een rol.
Italië wilde ze dienstbaar ma
ken na de verovering van
Ethiopië aan een groot
scheeps kolonisatieplan, dat
een paar millioen mensen aan
grond moest helpen en van dc
betrokken gebieden een twee
de Egypte moest maken. De
bezettingsmoeilijkheden en de
enorm veel arbeidskrachten
en kapitaal verslindende we
genaanleg lieten de uitvoering
van andere omvangrijke pro
jecten niet toe en de beide
stromen gaan nog ongestoord,
als vroeger, door de woestij
nen van Bale en Ogaden, om
ergens ten Zuiden van Moga-
disjoe, de haven van Italiaans
Somaliland in de Indische
Oceaan te eindigen. Het zijn
de Webi Shebeli en de Juba.
Enkele van de in dit nummer van
„Erbij" voorkomende artikelen konden
geschreven worden dank zij de gege
vens, die ons werden verstrekt door het
Het Afrika Instituut werd onmiddellijk
na de bevrijding van ons land door het be
drijfsleven, de overheid en de Economi
sche Hogeschool te Rotterdam opgericht
Het streeft naar een gestage uitbreiding
van de Nederlandse economische belangen
en activiteiten in het gehele werelddeel.
Door het Studiecentrum in Leiden worden
die werkzaamheden verricht, welke ten
doel hebben de wetenschappelijke kennis
van de Afrikaanse gebieden te verzamelen
en uit te dragen.
Mede door de activiteit van het Afrika
Instituut is een zodanige belangstelling
voor dit werelddeel als afzetgebied van
Nederlandse producten opgewekt, dat de
zichtbare export naar deze gebieden opge
lopen is van 131 millioen gulden in 1948
tot een bedrag dat dit jaar rond de 500
millioen gulden zal liggen. Er werd in de
nu achter ons liggende jaren veel gedaan
om de handelshuizen uit het voormalige
Nederlands-Indië voor de Afrikaanse ge
bieden te interesseren. Het verheugende
resultaat is, dat de Nederlandse handel
thans in belangrijke mate is ingeschakeld
in het economische verkeer. De reeks van
vestigingen neemt nog steeds toe.
Door de stoot te geven tot de oprichting
van het Nederlands Exploratie Syndicaat
voor Afrika, waarin zich een aantal be
langrijke tropische landbouwmaatschap-
pijen, banken en mijnbouwondernemingen
hebben verenigd, werd de eerste stap ge
daan naar de inschakeling in het produc
tieproces in Afrika met gebruikmaking van
de elders opgedane tropenervaringen. De
resultaten zijn bemoedigend, hetgeen even
eens van de Nederlandse industrieën in
Afrika gezegd mag worden. Ook onze uit
voerders van grote werken hebben reden
tot tevredenheid.
De aandacht van het Afrika Instituut
blijft er op gericht de ontwikkeling van
de Nederlandse economische belangen met
kracht en voortvarendheid te bevorderen.
Dit geschiedt onder meer door het uitzen
den van speciale missies en het organise
ren van oriënterende groepsreizen van
vooraanstaande ondernemers. Prins Bern
hard, beschermheer van het Instituut
neemt zeer actief deel aan deze stimuleren
de taak. De algemene economische belang
stelling in eigen land wordt geleid en
levend gehouden door het maandblad
„Mededelingen van het Afrika Instituut".
Gesteld mag worden, dat het Instituut
met zijn gespecialiseerde medewerkers nog
een groot en rijk arbeidsterrein voor zich
heeft. De grote resultaten, welke voor Ne
derland in Afrika bereikt zijn, werden nog
slechts luttele jaren geleden als onmogelijk
beschouwd. Met de steeds duidelijker wor
dende ontwikkeling van dit werelddeel
zullen de waakzaamheid en activiteit nog
toenemen, als de middelen ter financiering
dit toelaten.
Strijders uit de dagen van Menelik
•CMUCHT»*
.A. »OUB HW«OM
1 I a« uwuiiw».
jit} Q> BiMAMI
Tl® ioo« O
«.«- f c ,AUlouw.