ANTARCTIS Een werelddeel van wonderenspoken en mysteries HET UITVOEREN VAN OUDE MUZIEK Film mèt en van Danny Kaye Onweerstaanbare vis comica Engelse Paragraaf Londen achteraf Dierbare vrienden MENSEN VERDWIJNEN IN WITTE DUISTERNIS EN SCHEPEN ZEILEN IN DE WOLKEN Internationaal tijdschrift voor perswetenschap Werken van Ghandi VREEMDE HISTORIE derden mijlen in de omtrek geen vaarwater te vinden is. Groene landschappen duiken plotseling aan de horizon op. Zij zien eruit alsof ze in enkele uren te bereiken zijn, maar liggen in werkelijkheid op vele weekreizen afstand. Zulke en andere mysteries zijn schering en inslag in dit gebied, dat groter is dan Noord-Amerika en Australië tezamen, maar voor het grootste deel nog terra incognita is. Een onbekend werelddeel vol verschrikkingen en geheimen, waar tegen al onze moderne wetenschap te pletter slaat. VREEMDE DINGEN gebeuren er in het verre, nog altijd ondoorvorste Zuid- ro^d „Tzuïïe" poolgebied. De zon kan er evengoed in het Westen als in het Oosten opgaan, dg aurora australis en velen van Er komen dubbele en driedubbele zonsopgangen en ondergangen voor. soms in hen worden bepaald lyrisch als zij dit een tijdsverloop van enkele uren. Schepen zeilen er, ondersteboven, in de natuurwonder trachten te beschrijven, wolken of banen zich een weg over de toppen van ijsbergen, hoewel er hon- dageraadlicht gehuld. Plooi na plooi ont vouwden de bogen en sluiers van rose en bleekgroen trillend licht zich hoog aan de hemel. Het helderste licht scheen te dri ven om zich op bepaalde plaatsen tot gril lige meanders te verzamelen, waaruit stra lenbundels omhoogschoten, die zich ver- volgens in golven verspreidden. Het spreekt tot de verbeelding, omdat het iets voi- OVER DIE WONDEREN vertelt de op de knieën vallen en ziet: het kamp van maakt-peestelijks suggereert, dat bezield Amerikaanse schrijver Thomas R. Henry bruine wolkenkrabbers verscheen onmid- met zwevend, etherisch leven. Men in zijn boek „The White Continent" dellijk weer. Toen hij opstond, verdween vraagt zich af, waarom de geschiedenis waarvan onlangs een voortreffelijke Ne- het weer. geen melding maakt van aurora-aanbid- derlandse bewerking verscheen en dat amtarctt^ is onk hpt land van de ders" boeiender lectuur vormt dan alle fantasti- „^duisternis" Twee mannen lopm er, Verschillende waarnemers hebben be- sche verzinsels van Jules Verne en Edgar hgt wU pekleedj in de sneeuw. Witte richt, dat het Zuiderlicht „zingt". Zij zeg- A}.!.a" Po? tezamen- Thomas Henry put uit wo]ken blekken de hemel, de aarde is gen dat er tijdens de helderste phase een officiële bronnen, reisjournalen van Zuid- ...:4 v>in Kot m7icM ruisend peloid weerklinkt „als van een beweren dat het naarmate de afneemt. Ge- Qisvm. «w de atmosfeer wintering in het Arctische ijs: Weken'ang voortr'alsóTVr "nTetT gebeurd is. *En zijn intens geëlectrificeerd en het vreemde ge- hadden de overlevenden de einoer afge- gtem komt uit dezelfde „chting. Een mo- luid wordt dan ook waarschijnlijk veroor- zocht naar de terugkeer van de Terra Nova. ment iater verschijnt hij weer, mogelijk zaakt door ontladingen nabij de grond, het schip dat hen naar de beschaafde we- drj;vend jn de iuéht een meter of wat Een ander onverklaarbaar raadsel van reld terug zou brengen. Op 17 Januari - j schreef de fotograaf der expeditie. Ponting. in zijn journaal: „Vandaag zocht ik mei mijn kijker het Noorden af, toen plotseling dc masten van een schip in zicht kwamen, die onnatuurlijk hoog boven de horizon i: reisjournalen van zuid- ^tj'zelfs'dUwïnd die hen in het gezicht ruisend geluid weerklinkt poolvorsers, waar hij talloze ïntrigerenae jaagt is wit door de sneeuwvlokken. Plot- zijden japon". Sommigen b£ „We laten ons niet langer koejeneren, we gaan onze eigen weg" uitstaken. Toen bemerkte ik, dat ik naar een spiegelbeeld staarde. Het werkelijke t schip bevond zich nog achter de horizon vooruit en op ooghoogte. Er is geen be- de Antarctis is het feit dat iedereen er en alleen de masten waren zichtbaar. Daar- vredigende verklaring voor deze myste- „instinctmatig" naar links afwijkt ver- boven vertoonde zich een wonderbaarlijk rieuze verdwijningen, maar wel weet men, dwaalde mannen en honden beschrijven en omgekeerd beeM van het gehe^ schio dat ze nooit op dagen met een helder-blau- altijd en zonder het zich in het mms c- met romp en al. En boven deze luchtspie- we hemel voorkomen en waarschijnlijk wust te zijn, een grote cirkel in linkse rich- geling bevond zich no? een tweede schip, veroorzaakt worden doordat het licht een ting, zodat zij, wanneer het landschap ge <1 doch dit stond rechtop. De Terra Nova was oneindig aantal keren heen en weer ge- duidelijke merktekens heeft, onvermijdelijk toen dertig mijl 'van ons verwijderd." kaatst wordt tussen het wolkendek, de op hun uitgangspunt terugkeren. Dit eigen- Een ander fata morgana werd door ver- sneeuwvlakten en de ijswanden, zodat het aardige instinct schijnt door aile Antarcti- srhe'denellêenvTn Sha^tcms exidftie als het ware verdoold raakt in z«n ei«en sche dieren êed€eld te worden: pinguïn- in 1914 ee7;en Het wor^t in ^in dagboek reflecties en geen schaduwen meer kan sporen in de sneeuw draaien altijd naar Vic k' w°rdt in zijn dagboek vormen Het is de accumulatie van licht, links, zeehonden bewegen zich stevast in verd™®en in dat wordt opgesloten tussen hemel en aar- linkse kringen over het ijs en de vlucht von fhnriJL PilSSiÏJ de, zoals de accumulatie van warmte in van roofmeeuwen vertoont dezelfde afwij- weer en Tnt hpldil w^n een broeikas: het zien verdrinkt in het king. Voor de Noordpoolstreken geldt juist weer en rees tot halverwege helder boven j. h het tegendeel, daar draait alles „van na- de einder. Een kwartier later ging zij op nieuw onder. Wij schreven het vreemde verschijnsel toe aan een scheur in het ijs in het Westen, waardoor de strook open water de luchtlaag erboven had ver warmd." Elders raoporfeert Shaek'eton: Aan het begin van de winter was de zon onderge gaan en geheel verdwenen. Ik had gezegd, dat we haar negentig d'apen niet meer te zien zouden kriigen, maar acht dagen later kwam ze opnieuw op. Op andere dagen zagen wij de zon normaal ondergaan. we«r opkomen en onnieuw verdwijnen, wel vijf maal achter elkaar, tot het ons begon te vervelen." Zulke valse zonsopgangen zijn door vele waarnemers opgemerkt. Zij' worden onge twijfeld veroorzaakt door samengestelde optische verschijnselen, die ontstaan wan neer het licht luchtlagen van verschillende temperaturen en dichtheden oasseert, maar nog niemand heeft het verschijnsel precies kunnen definiëren. Ook in de woestijnen komen, zoals men weet, dergelijke fata morgana voor. maar in het Zuidpoolgebied zijn zij veel talrijker, duidelijker en lang duriger. Zo is het te verklaren, dat wel haast iedereen die dit gebied bezoekt, der gelijke wonderlijke dingen meemaakt. Sommigen zien gehele landschappen met bomen en al uit het pak»'" oprijzen, ande ren turen in opperste verbazing naar een school walvissen, die vrolijk in de lucht boven de bergkammen heen en weer dar telt. EEN VERWANT FENOMEEN, dat door de veelvuldige breking van het po^ire licht veroorzaakt wordt, ervoer dr. Sinle van de Amerikaanse marinestaf toen hij enkele jaren geleden met een expeditie Antarctis bezocht. Hij was bezig een onder zoek in te stellen op een ijsvlakte drie kilo meter van zijn tentenkamp en iets daar boven verheven. De tenten waren goed zichtbaar in de sneeuw en de geleerde, die druk aan het werk was, lette niet op ze. Toen zag hij plotseling, dat ze ontzaglijk veel groter geworden waren. Het kamp doemde als een stad van '■eusachti^e pyra- midevormi«e wolkenkrabbers vlak voor hem op. Hoe verbijsterend dit ook was, wat eron volgde was nog veel vreemder. Er dreef een wolk voor de zon en de wind draaide een paar graden. Op hetzelfde mo ment waren de tenten volkomen verdwenen en strekte zich slechts cm kale ijsvlakte voor de onderzoeker uit. Niet wetend wat hij ervan moest denken, liet dr. Siple zich De bovenste foto toont de Mount Lister in Zuid- Victorialand, één der wei nige Antarctische berg toppen, die boven de eeuwige ijskap uitsteken. Het graf van Shackle- ton op South Georgia Is land waar hij in 1922, poolexpeditie, overleed is links onder te zien. Het houten hekje om het graf is nog net zo gaaf en nieuw als toen het, twin tig jaar geleden, geplaatst werd: een gevolg van de steriele atmosfeer in deze streken. Daarnaast: Een groepje penguins, met de robben, de meeuwen en enkele andere diersoorten de enige bewoners van het witte werelddeel. Op de achtergrond Mount Ere bus op Ross Island. De foto's zijn overge nomen uit de Encyclo paedia Brittannica. ture" rechtsom. Of dit op een of andere manier samenhangt met de beweging van onze planeet in de hemelruimte, men kan er slechts naar gissen. EN DAN TENSLOTTE deze vreemde onthulling: ondanks het barre klimaat en de verschrikkelijke koude (watertempe raturen van honderd graden onder nul zijn "een zeldzaamheid en zelfs 's zomers stijgt het kwik vrijwel nimmer boven Kef vries punt) zijn er geen ziekten in het Zuidpool gebied. De ervaringen van de eerder ge noemde Amerikaanse marine-expeditie zijn daar een sprekend voorbeeld van. Ver koudheid en grien verdwenen cr^er de expeditieleden zodra hun schenen in An tarctica aangekomen waren. Daarna kwa men deze ziekten niet meer vnor totdat, maanden later, enkele vliegtuigbemannin- pon in het basiskamp arriveerden, die klaarblijkeliik ziektekiemen bij z?rh droe gen. Een zachtaardig epidemietle brak uit, dat echter slechts een week duurde. Daar na kwam verkoudheid niet meer voor. tot dat de schepen in de bewoonde wereld te ruggekeerd waren. Dat alles is te danken aan de volkomen zuivere, we^aast steriele lucht in het Poolgebied, d'e niet bezwangerd i<? met stof en infect'ekiemen. Worden er bacillen van buiten-af ingevoerd, zoals in Let geval van de vliegtuipbemanningen, dan gaan dce Vrijwel onnrddellijk te gronde aan de felle koude, waarop zij uiteraard niet zijn ingesteld. Om dezelfde reden komen er poen mijten voor die graan eten, geen spor™ d!a brood kunnen doen ^schimmelen, noch ook rot tingsbacteriën. die alles aantasten en be derven. Planken en spanten van hutten, tientallen jaren her door Poo1reiz":ers ge bouwd, zijn no" net zo gaaf a^ef •'e juist uit de zagerij gekomen ziin, soiive-konoen en andere ijzerwaren verton°n "een spoor van roestvorming. Hetzelfde go1dt voor het voedsel, door vroc"ere expedities achter gelaten. Rozijnen, boter, suikergoed, zelfs ongezouten vlees zijn na laren no" even vers en Peurip. waarbii vaak gp""nrt a teerd wondt, dat heter en vlees er met de jaren zelfs smakelijker op worden. Vandaar dat admiraal Bvrd ems het denkbeeld opoerde. van het Zuidpool"ebied een soort internationale ijskast te maken voor het bedaren van overtollige voedsel voorraden. Hij wilde op die manier de we reld vrijwaren teven de gevo^en van toe komstige misoogsten en hon"ermoden, maar de were'd had gezien d« exhorbi- tante transportkosten geen interesse. HETZELFDE GELDT trouwens voor alle Zuidpoolprojecten die in de loop der tijden ontworpen zijn: zij stierven allemaal een roemloze dood door gebrek aan belangstel ling. Antarctis heeft in tegenstelling tot de Noordpool (nog) geen strategische be tekenis en aan ontginning van zijn fantas tische rijkdommen (de bodem bevat stellig onnoemelijke schatten aan mineralen, delfstoffen en edele metalen) valt niet te denken, omdat dit alles bedolven lipt on der een millioenen jaren oude ijskap, waar van niemand zelfs bij benadering de dikte kent en die met geen der thans bekende middelen rendabel ontsloten kan worden. „Duizenden plutoniumbommen zouden misschien nauwelijks voldoende zijn om dit ijspantser open te breken", schrijft Thomas Henry, teneinde de onmogelijkheid van zo'n project aan te tonen. Maar wij leken vragen ons daarbij af: Is dat inderdaad onmogelijk en kan iemand 'n nuttiger ar beidsterrein voor de atoombom bedenken? H. C. De nieuwe film van Danny Kaye is verschenen. Of moet men zeggen: de nieuwe film met Danny Kaye? Ik aarzel even bij het formuleren van de zin, die de aankon diging behelst van „Knock on wood", de jongste „bestseller" uit Hollywood, waarin men de gevierde komiek opnieuw en voortreffelijk als altijd krijgt te aanschouwen. Want hoe zou deze film zijn, wanneer niet Danny Kaye er de hoofdrol in had ge speeld^ Geen schaduw, denk ik, van het geestige product, dat nu tot stand is ge komen geen film, waarbij men een vol uur lang onbedaarlijk pret heeft, voorop gesteld dan dat men Danny Kaye kan waarderen. Zijn komische gaven zvnmn een ander soort maar zeker wel zo doeltreffend als bijvoorbeeld Charles Chaplin ten toon spreidt. Hij is een onbetwist opwekker van de lach. Hij heeft een onweerstaan bare vis comica, een grote mimische kracht, die nergens beter dan op het witte doek tot zijn recht komt. Aan zijn mimiek ontleent Danny Kaye zijn faam. Het speurend oog van de camera kan haar tot in de détails vastleggen, kan ze alleen al door de eenvoudige weergave tot een onvergelijkelijke gebeurtenis maken. EEN FILM MET DANNY KAYE is in derdaad een film van Danny Kaye. in de hiërarchische zin zal dan zeker de regisseur beslissend zijn voor het totaal van het fil misch gebeuren, dezelfde regisseur heeft het alleen maar aan de gratie van Kaye s verschijning te danken dat zijn film beant woordt aan haar doelstellingen, de doel stellingen van de bevrijdende lach. Het is- Danny Kaye die daarvoor zorg draagt. Toe vallig? Neen, geen toeval maakt deze ac teur zo geschikt om via de film voor zu'ke plezierige ontspanning te zorgen. Zijn ver schijning moet de regisseur wel inspireren, ziin verschijning overwint zelfs het slecht ste vakmanschap. Dannv Kaye is niet van de orde van Chaplin. Hij overheerst het witte doek niet, hij is er niet de koning van. Hij is de prins van het witte doek. De filmmaker speelt met hem, maar men ver geet de man zodra Kaye verschijnt. Men gaat inderdaad de film zien om Danny Kaye. In de statische scènes, zoals men ze ook in ..Knock on wood" vindt, blijkt pas goed hoe heel de film draait om deze ac teur. Want hij hoeft maar in het beeld te zijn om u te boeien. Hij hoeft maar de ac tie te ontplooien, welke hem is voorge schreven om u met ingehouden spanning en verwathting vast te houden, te amuse ren, te laten genieten. Hoe beter de regis seur die actie opvangt hoe beter de film. Maar het is niet te veel gezegd, dat Danny Kaye zelf al zo boeit en amuseert, dat ge er de filmische zwakheden voor lief bij neemt. In die zin is dan een film mèt, een film van Danny Kaye. IN „KNOCK ON WOOD" maakt Danny een reeks schokkende avonturen mee, wan neer hij als buikspreker betrokken wordt bij een spionnage-affaire, waarvan hij zelf niets afweet. Twee geheime stukken wor den verborgen in zijn poppen. Hij reist er mee naar Zürich en Londen én zit al spoe dig tot over zijn oren in de verwikkelingen, wanneer hij voor de moordenaar wordt af gezien van een tweetal ongure individuen, die tot taak hadden de papieren te be machtigen. Het geheim der spionnage-af faire wordt hem onthuld. Nu moet hij met alieen het vege lijf bergen voor de politie, hij dient ook nog in de letterlijke zin buiten schot te blijven van de bende, die achter hem aan zit. Vermomd als Kozak danst hij mee in een ballet, telkens wegduikend voor de schurken, die achter hem aan zitten. Ze krijgen hem niet te pakken, maar wat do arme Danny heeft uit te staan als ballet- De eerste kennismaking van de buik spreker (Danny Kaye) en het dokteresje (Mai Zetterling) verloopt nogal schokkend. Als Danny bij het opstijgen in het vlieg tuig zijn riem aansnoert „neemt hij en passant Mai Zetterling mee". Zo ontstaat deze delicate situatie danser is van zo'n komisch geweld dat men zou wensen hem altijd in zulke perikelen verzeild te zien. Zo'n scène als bijvoorbeeld na de „eerste kus", die de verliefde buik spreker verwerft van een dokteresje (door Mai Zetterling met veel lieftalligheid ver tolkt) zou men ook niet willen missen. De physionomie van Danny is daarin onbetaal baar. Men moet hem gaan zien om weer werkelijk pret te hebben. „Knock on wood" is niet mis, een persiflage bijna op de da verende spionnage-huzarenstukjes van Hol lywood, een Kaye-film van klasse! P. W. FRANSE MIJN VRIENDlaat ik hem Kruis noemen, om in de muziek te blijven en vanwege de verhoging die hij mij bezorgt door zijn vaststaande denkbeelden, stond onlangs onverwacht voor mij. Hij zag weer critisch om zich heen en uit zijn blik maakte ik op, dat er discussies te verwacht ten waren. Tot beter begrip van wat vol gen gaat, dien ik ech ter te vertellen, dat mijn vriend Kruis een bewonderaar is van de muziek van Pa- lestrina af tot en met die van Mozart. Beet hoven kan er nog mee door, maar de com ponisten uit de ne gentiende eeuw zijn volgens hem voor het grootste deel lieden, die over anijsmelk zitten te praten. En ik heb met mijn be togen, dat Berlioz, Liszt en Wagner in ver loren ogenblikken wel eens hartige taal spraken, nooit succes bij hem gehad. Na Mozart komt dan eigenlijk niets bijzonders meer, want de romantiek en neo-roman- tiek vallen uit en de impressionistische Fransen vindt hij maar een soort namaak- romantici. De modernen van de twintigste eeuw bewondert hij, maar hij houdt niet van hun muziek, zodat hij onlangs be weerde enthousiast te zijn over datgene wat na 1954 zal geschreven worden. De kamer onderzoekend rondziend, zei hij: „Bach is toch een fantastische compo nist" Aangezien ik het hiermee geheel eens ben, volstond ik met ja te zeggen, maar ik was volkomen overtuigd, dat het nog maar een inleidend woord betekende. „Ik had je graag eens zijn Chromatische Fantasie voorgespeeld en over enkele détails ervan willen praten. Er zijn van sommige passa ges afwijkende lezingen en er is veel in, dat tot uitwisseling van gedachten kan leiden," zei hij. Nu is hij geen beroeps musicus, maar hij speelt zeer goed. Ik ging dus naar de vleugel en nodigde hem uit te beginnen. Daar kwam het: „Dacht je, dat ik het karakter van deze sterke, on-senti- mentele muziek op wie wollige, mollige moderne instrumenten geweld zou kunnen doen en de klank ervan bederven? Neen, reserveer die vleugel maar voor de brave borst Chopin, met zijn Nocturnes, zijn Im promptus suikerwater, mijn waarde". „Of", merkte ik op, „voor Beethovens Hammerklaviersonate", om ook wat zoetig heid te noemen. Maar hij luisterde niet meer en verdween. MET DAT AL had hij een probleem aangesneden, dat de moeite van het over peinzen waard is. Het luidt: begaat men een zonde tegen de stijlzuiverheid, als men de muziek der oude meesters uitvoert op instrumenten die zij niet kenden en waar voor ze dus niet geschreven hebben? En moet men van het spelen dezer muziek af- zien, als men geen clavec.vmbel en/of cla vichord ter beschikking heeft? Het behoeft geen betoog, dat het uitvoe ren van werken op de instrumenten waar voor ze geschreven zijn, artistiek volko men juist is. Natuurlijk, de oude instru menten of de reconstructies daarvan moe ten van zodanige kwaliteit zijn, dat ze geen schade doen aan de indruk, die de com positie behoort te ma- ken. In het bijzonder de oude blaasinstru menten zijn, wat zui verheid en gehele makelij betreft, de minderen van de mo derne. Maar dat de in strumenten van onze tijd, die hun voor lopers terecht of ten onrechte verdrongen hebben, voor het weer geven der gedachten der oude meesters ongeschikt zouden zijn, kan ik onmogelijk onderschrijven. Die com ponisten dachten daarover zelf veel ruimer. Zij stelden het speciale klankkarakter min der op de voorgrond. Zo moet Bach, naar algemeen wordt aangenomen, Preludia en Fugae uit zijn Wohltemperirte Klavier die daarvoor geschikt waren, behalve op zijn clavecymbel of clavichord, ook op het or gel hebben gespeeld. Het argument, dat niet iedereen over een piano voor de nieuwere muziek en te gelijkertijd over een clavecymbel of clavi chord voor die van de vroegere meesters kan beschikken, wil ik niet aanvoeren. Dit is een aangelegenheid van practische en niet van artistieke aard. AA 1 (Uit „Paris Match") HET ZICH VERMEIEN in de schoonheid van de klank is een uitvloeisel van de ont wikkeling van het klavier, maar dit vond ontegenzeggelijk een bij uitstek gunstige voedingsbodem in het romantische ge voelsleven van de negentiende eeuw. In zijn voortreffelijke studie „Muziek, Spiegel des Tiids" formuleert Rudolf Mengelberg zijn standpunt tegenover dit vraagstuk als volgt: „Het instrument dat de kunstenaar bespeelt, evenals de wijze van het bespe len, is organisch met de tijd verbonden. Men kan geen organen van een andere ge neratie gebruiken zonder zichzelf geweld aan te doen". En iets verder: „Een histori sche reconstructie van oude muziek geeft een artistiek tijdsbeeld, maar geen onmid dellijke door het gehele organisme onder gane schoonheidsontroeringGeheel verkeerd evenwel blijft de gevolgtrekking, dat deze praktijk de enig juiste is." Zeker, dit standpunt blijft zelfs verde digbaar, wanneer men bereid is te erken nen, dat er componisten zijn geweest, wier kunst meer aan hun tijd was gebonden dan die van anderen. Rameau's en Couperins werken waren dat meer dan die van Bach, de buitentijdse, de universele geest, wiens muziek zich in haar absolute schoonheid, in haar ontbondenheid van de tijdgeest het moge stout klinken aan het gehele probleem schijnt te onttrekken. WILLEM ANDRIESSEN In Januari 1955 verschijnt het eerste nummer van het driemaandelijkse tijd schrift „Gazette, international journal of newspaper science". Het blad wordt uit-* gegeven door H. E. Stenfert Kroese N.V. te Leiden, de redactie is toevertrouwd aan de heren prof. dr. K. Baschwitz (directeur van het Instituut voor Perswetenschap aan de Universiteit van Amsterdam) en Folke Dahl, een vooraanstaande Zweedse pers historicus. Laatstgenoemde verwierf zich onder meer grote verdienste met zijn onderzoekingen naar de oorsprong van het Nederlandse krantenwezen. De redactie wordt bijgestaan door een grote kring van geleerden, verbonden aan universitaire in stellingen over de gehele wereld. Met dit initiatief vervult het Instituut voor Perswetenschap een opdracht, die het ontving tijdens het internationale con gres, dat gedurende de Pinksterdagen 1953 in Amsterdam werd gehouden. NIEUW BESTUUR VERENIGING VAN TONEELSCHRIJVERS Op de algemene vergadering van de Ver eniging van Nederlandse Toneelschrijvers is het bestuur als volgt samengesteld: Ary den Hertog, voorzitter; Herman Roelvink, vice-voorzitter; mr. Hans A. Keuls, secre taris: Henk Bakker, penningmeester; Willy van Hemert, Willem Hoffman, Martie Ver- denius, leden. r- PARIJS, November, Uit Eng* land in Frankrijk komt men In een licht», rc lucht, waar de dingen onafhankelijk vajj eikaar gebeuren, in plaats van alle dad®» lijk door de atmosfeer met elkaar in ver* band gebracht te worden. Als men de eer* ste dagen nog eens cloor de herinn ing aan Engeland wordt ingenomen, lijkt het alsof men door een mistvlaagje wandelt. Er is dan ook even iets te zien of te horen dat uit de herinnering komt, misschien een willekeurige kpuze, maar men is al gauw geneigd zich te verbeelden dat de inval merkwaardig geschikt was om Engeland te vertegenwoordigen en dat een handjevol ervan een heel portret is. Er moet dan in ieder geval het geklap van de deuren van de electrische treinen naar de voorsteden bezuiden Londen bij zijn. Iedere coupé heeft zijn eigen klapdeur, ook als zij per wagon met elkaar verbon den' zijn. Bij iedere halte hoort men van zijn plaats af het geratel op en neer gaan langs de trein. Men kan zich dat geluid het best aan het begin van de avond voor stellen, als de forensen terug komen uit de stad; er staan dan bij de uitgang van de stations twee controleurs die voor ieder kaartje een ,,'k you" hebben en achter het hek een paar kinderen die hun vader mo gen afhalen; beneden aan de trap uit het station brandt het licht in een kleine si- garettenkiosk waar een juffrouw razend snelle zaken doet. De donkere lage dorps straat die onder het viaduct doorloopt ia al gauw weer leeg op een queue bij de bus halte na, die even later opgeveegd wordt. Men doet goed er de toon van een restau rant bij te voegen, van een zakelijk eethuis of van één met lange pauzes, dat maakt weinig verschil voor de gewaarwording van de bezoeker, dat hij met de bediening een spel speelt waarvan geen van beide nar- tijen de regels kent. Er zijn altijd klachten over de maaltijden in Engelse restaurants, sinds de afschaffing van de rantsoenering ook met hernieuwde energie van de Engel sen zelf, maar het is toch niet altijd s'echt: de erwtjes zijn meestal onnatuurlijk groen en er staan enige huisbakken gerechten misplaatst op het menu, maar die paar dingen zouden vanzelfsprekend worden als er niet de gelaatsuitdrukking van de kell- ners was, verstrooid op de manier van hen die voorwenden zich ergens volmaakt thuis te voelen. De import van buitenlanders heeft er geen verbetering in gebracht: Chi nezen en Fransen tonen al spoedig deze'fde naar binnen gekeerde blik. Als enige uit zondering doet zich van tijd tot tijd een Engelsman voor die een eigen makkelijke manier van doen heeft. Vervolgens een blik langs een paar ne- gentiende-eeuwse straten in het West End of Chelsea niet de speciaal voor het ste delijk vertoon aangelegde straten, maar die aan de achterkant, met huizen waar een paar treden naar de bijna vierkante groene voordeur met de ringvormige kooe- ren klopper leiden; de benedenverdieping is geheel gepleisterd (er zijn twee ramen links of rechts van de deur) en daarboven z\]n twee of drie verdiepingen van doiker- bruin-achtige baksteen, met alweer bijna vierkante ramen; het dak is plat, slordig bezet met schoorstenen en antennes. Zo kan het straten ver doorgaan. Op de hoek is het naambordje, met evenwichtige zwar te kapitalen op het wit als het een korte naam is, maar gierig smalle als er meer dan vjjftien letters op moeten. Kleur is er op geen enkele manier, behalve misschien op de dozen en pakken van een onver wachte kruidenierswinkel; hier en daar staat op de stoep nog een flesje melk dat iemand vergeten heeft binnen te halen en bij één van de huizen zijn twee auto's ge parkeerd. Ter aanvulling dan nog de lucht van de zware kolen, in de open haarden gestookt, die vooral voor de voorsteden zo karakte ristiek is dat men haar 's zomers bijna mist; de koele lucht van tabak in de wa gens van de Underground en de ingelijste reclames langs de roltrappen in de sta tions, die vergeleken met de Parijse weel derig zijn; het geschreeuw van de spreeu wen die soms opeens bij honderden op de daklijsten langs de Trafalgar Square ko men zitten en de lage gemetselde muurtjes op straathoeken om de kuilen met kelder bodems waar gebombardeerde huizen ge staan hebben. Al zulke dingen kunnen on wrikbaar in de herinnering blijven, want zij zijn nergens anders zo. MONTEVIDEO (United Press) De executieve raad van de UNESCO, deze week in zitting bijeen, heeft een Jnd'a®e motie aangenomen om de mogelijkheid te bestuderen werken van Ghandi in de voor naamste levende talen over te brengen. Een tweede Indiase motie machtigt de direc teur-generaal van de UNESCO een pro gramma op te stellen voor de reproductie van Aziatische en Afrikaanse meesterwer ken van oude en moderne kunst en voor het uitgeven van boekjes er over tegen populaire prijs.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1954 | | pagina 14