ANTARCTIS
Een werelddeel van
wonderenspoken en mysteries
HET UITVOEREN VAN OUDE MUZIEK
Film mèt en van Danny Kaye
Onweerstaanbare vis comica
Engelse Paragraaf
Londen achteraf
Dierbare vrienden
MENSEN VERDWIJNEN IN WITTE DUISTERNIS
EN SCHEPEN ZEILEN IN DE WOLKEN
Internationaal tijdschrift
voor perswetenschap
Werken van Ghandi
VREEMDE HISTORIE
derden mijlen in de omtrek geen vaarwater te vinden is. Groene landschappen
duiken plotseling aan de horizon op. Zij zien eruit alsof ze in enkele uren te
bereiken zijn, maar liggen in werkelijkheid op vele weekreizen afstand. Zulke
en andere mysteries zijn schering en inslag in dit gebied, dat groter is dan
Noord-Amerika en Australië tezamen, maar voor het grootste deel nog terra
incognita is. Een onbekend werelddeel vol verschrikkingen en geheimen, waar
tegen al onze moderne wetenschap te pletter slaat.
VREEMDE DINGEN gebeuren er in het verre, nog altijd ondoorvorste Zuid- ro^d „Tzuïïe"
poolgebied. De zon kan er evengoed in het Westen als in het Oosten opgaan, dg aurora australis en velen van
Er komen dubbele en driedubbele zonsopgangen en ondergangen voor. soms in hen worden bepaald lyrisch als zij dit
een tijdsverloop van enkele uren. Schepen zeilen er, ondersteboven, in de natuurwonder trachten te beschrijven,
wolken of banen zich een weg over de toppen van ijsbergen, hoewel er hon-
dageraadlicht gehuld. Plooi na plooi ont
vouwden de bogen en sluiers van rose en
bleekgroen trillend licht zich hoog aan de
hemel. Het helderste licht scheen te dri
ven om zich op bepaalde plaatsen tot gril
lige meanders te verzamelen, waaruit stra
lenbundels omhoogschoten, die zich ver-
volgens in golven verspreidden. Het spreekt
tot de verbeelding, omdat het iets voi-
OVER DIE WONDEREN vertelt de op de knieën vallen en ziet: het kamp van maakt-peestelijks suggereert, dat bezield
Amerikaanse schrijver Thomas R. Henry bruine wolkenkrabbers verscheen onmid- met zwevend, etherisch leven. Men
in zijn boek „The White Continent" dellijk weer. Toen hij opstond, verdween vraagt zich af, waarom de geschiedenis
waarvan onlangs een voortreffelijke Ne- het weer. geen melding maakt van aurora-aanbid-
derlandse bewerking verscheen en dat amtarctt^ is onk hpt land van de ders"
boeiender lectuur vormt dan alle fantasti- „^duisternis" Twee mannen lopm er, Verschillende waarnemers hebben be-
sche verzinsels van Jules Verne en Edgar hgt wU pekleedj in de sneeuw. Witte richt, dat het Zuiderlicht „zingt". Zij zeg-
A}.!.a" Po? tezamen- Thomas Henry put uit wo]ken blekken de hemel, de aarde is gen dat er tijdens de helderste phase een
officiële bronnen, reisjournalen van Zuid- ...:4 v>in Kot m7icM ruisend peloid weerklinkt „als van een
beweren dat het
naarmate de
afneemt. Ge-
Qisvm. «w de atmosfeer
wintering in het Arctische ijs: Weken'ang voortr'alsóTVr "nTetT gebeurd is. *En zijn intens geëlectrificeerd en het vreemde ge-
hadden de overlevenden de einoer afge- gtem komt uit dezelfde „chting. Een mo- luid wordt dan ook waarschijnlijk veroor-
zocht naar de terugkeer van de Terra Nova. ment iater verschijnt hij weer, mogelijk zaakt door ontladingen nabij de grond,
het schip dat hen naar de beschaafde we- drj;vend jn de iuéht een meter of wat Een ander onverklaarbaar raadsel van
reld terug zou brengen. Op 17 Januari - j
schreef de fotograaf der expeditie. Ponting.
in zijn journaal: „Vandaag zocht ik mei
mijn kijker het Noorden af, toen plotseling
dc masten van een schip in zicht kwamen,
die onnatuurlijk hoog boven de horizon
i: reisjournalen van zuid- ^tj'zelfs'dUwïnd die hen in het gezicht ruisend geluid weerklinkt
poolvorsers, waar hij talloze ïntrigerenae jaagt is wit door de sneeuwvlokken. Plot- zijden japon". Sommigen b£
„We laten ons niet langer koejeneren,
we gaan onze eigen weg"
uitstaken. Toen bemerkte ik, dat ik naar
een spiegelbeeld staarde. Het werkelijke t
schip bevond zich nog achter de horizon vooruit en op ooghoogte. Er is geen be- de Antarctis is het feit dat iedereen er
en alleen de masten waren zichtbaar. Daar- vredigende verklaring voor deze myste- „instinctmatig" naar links afwijkt ver-
boven vertoonde zich een wonderbaarlijk rieuze verdwijningen, maar wel weet men, dwaalde mannen en honden beschrijven
en omgekeerd beeM van het gehe^ schio dat ze nooit op dagen met een helder-blau- altijd en zonder het zich in het mms c-
met romp en al. En boven deze luchtspie- we hemel voorkomen en waarschijnlijk wust te zijn, een grote cirkel in linkse rich-
geling bevond zich no? een tweede schip, veroorzaakt worden doordat het licht een ting, zodat zij, wanneer het landschap ge <1
doch dit stond rechtop. De Terra Nova was oneindig aantal keren heen en weer ge- duidelijke merktekens heeft, onvermijdelijk
toen dertig mijl 'van ons verwijderd." kaatst wordt tussen het wolkendek, de op hun uitgangspunt terugkeren. Dit eigen-
Een ander fata morgana werd door ver- sneeuwvlakten en de ijswanden, zodat het aardige instinct schijnt door aile Antarcti-
srhe'denellêenvTn Sha^tcms exidftie als het ware verdoold raakt in z«n ei«en sche dieren êed€eld te worden: pinguïn-
in 1914 ee7;en Het wor^t in ^in dagboek reflecties en geen schaduwen meer kan sporen in de sneeuw draaien altijd naar
Vic k' w°rdt in zijn dagboek vormen Het is de accumulatie van licht, links, zeehonden bewegen zich stevast in
verd™®en in dat wordt opgesloten tussen hemel en aar- linkse kringen over het ijs en de vlucht
von fhnriJL PilSSiÏJ de, zoals de accumulatie van warmte in van roofmeeuwen vertoont dezelfde afwij-
weer en Tnt hpldil w^n een broeikas: het zien verdrinkt in het king. Voor de Noordpoolstreken geldt juist
weer en rees tot halverwege helder boven j. h het tegendeel, daar draait alles „van na-
de einder. Een kwartier later ging zij op
nieuw onder. Wij schreven het vreemde
verschijnsel toe aan een scheur in het ijs
in het Westen, waardoor de strook open
water de luchtlaag erboven had ver
warmd."
Elders raoporfeert Shaek'eton: Aan het
begin van de winter was de zon onderge
gaan en geheel verdwenen. Ik had gezegd,
dat we haar negentig d'apen niet meer te
zien zouden kriigen, maar acht dagen later
kwam ze opnieuw op. Op andere dagen
zagen wij de zon normaal ondergaan. we«r
opkomen en onnieuw verdwijnen, wel vijf
maal achter elkaar, tot het ons begon te
vervelen."
Zulke valse zonsopgangen zijn door vele
waarnemers opgemerkt. Zij' worden onge
twijfeld veroorzaakt door samengestelde
optische verschijnselen, die ontstaan wan
neer het licht luchtlagen van verschillende
temperaturen en dichtheden oasseert, maar
nog niemand heeft het verschijnsel precies
kunnen definiëren. Ook in de woestijnen
komen, zoals men weet, dergelijke fata
morgana voor. maar in het Zuidpoolgebied
zijn zij veel talrijker, duidelijker en lang
duriger. Zo is het te verklaren, dat wel
haast iedereen die dit gebied bezoekt, der
gelijke wonderlijke dingen meemaakt.
Sommigen zien gehele landschappen met
bomen en al uit het pak»'" oprijzen, ande
ren turen in opperste verbazing naar een
school walvissen, die vrolijk in de lucht
boven de bergkammen heen en weer dar
telt.
EEN VERWANT FENOMEEN, dat door
de veelvuldige breking van het po^ire
licht veroorzaakt wordt, ervoer dr. Sinle
van de Amerikaanse marinestaf toen hij
enkele jaren geleden met een expeditie
Antarctis bezocht. Hij was bezig een onder
zoek in te stellen op een ijsvlakte drie kilo
meter van zijn tentenkamp en iets daar
boven verheven. De tenten waren goed
zichtbaar in de sneeuw en de geleerde, die
druk aan het werk was, lette niet op ze.
Toen zag hij plotseling, dat ze ontzaglijk
veel groter geworden waren. Het kamp
doemde als een stad van '■eusachti^e pyra-
midevormi«e wolkenkrabbers vlak voor
hem op. Hoe verbijsterend dit ook was,
wat eron volgde was nog veel vreemder.
Er dreef een wolk voor de zon en de wind
draaide een paar graden. Op hetzelfde mo
ment waren de tenten volkomen verdwenen
en strekte zich slechts cm kale ijsvlakte
voor de onderzoeker uit. Niet wetend wat
hij ervan moest denken, liet dr. Siple zich
De bovenste foto toont
de Mount Lister in Zuid-
Victorialand, één der wei
nige Antarctische berg
toppen, die boven de
eeuwige ijskap uitsteken.
Het graf van Shackle-
ton op South Georgia Is
land waar hij in 1922,
poolexpeditie, overleed
is links onder te zien. Het
houten hekje om het
graf is nog net zo gaaf en
nieuw als toen het, twin
tig jaar geleden, geplaatst
werd: een gevolg van de
steriele atmosfeer in deze
streken.
Daarnaast: Een groepje
penguins, met de robben,
de meeuwen en enkele
andere diersoorten de
enige bewoners van het
witte werelddeel. Op de
achtergrond Mount Ere
bus op Ross Island.
De foto's zijn overge
nomen uit de Encyclo
paedia Brittannica.
ture" rechtsom. Of dit op een of andere
manier samenhangt met de beweging van
onze planeet in de hemelruimte, men kan
er slechts naar gissen.
EN DAN TENSLOTTE deze vreemde
onthulling: ondanks het barre klimaat en
de verschrikkelijke koude (watertempe
raturen van honderd graden onder nul zijn
"een zeldzaamheid en zelfs 's zomers stijgt
het kwik vrijwel nimmer boven Kef vries
punt) zijn er geen ziekten in het Zuidpool
gebied. De ervaringen van de eerder ge
noemde Amerikaanse marine-expeditie zijn
daar een sprekend voorbeeld van. Ver
koudheid en grien verdwenen cr^er de
expeditieleden zodra hun schenen in An
tarctica aangekomen waren. Daarna kwa
men deze ziekten niet meer vnor totdat,
maanden later, enkele vliegtuigbemannin-
pon in het basiskamp arriveerden, die
klaarblijkeliik ziektekiemen bij z?rh droe
gen. Een zachtaardig epidemietle brak uit,
dat echter slechts een week duurde. Daar
na kwam verkoudheid niet meer voor. tot
dat de schepen in de bewoonde wereld te
ruggekeerd waren.
Dat alles is te danken aan de volkomen
zuivere, we^aast steriele lucht in het
Poolgebied, d'e niet bezwangerd i<? met
stof en infect'ekiemen. Worden er bacillen
van buiten-af ingevoerd, zoals in Let geval
van de vliegtuipbemanningen, dan gaan
dce Vrijwel onnrddellijk te gronde aan de
felle koude, waarop zij uiteraard niet zijn
ingesteld.
Om dezelfde reden komen er poen mijten
voor die graan eten, geen spor™ d!a brood
kunnen doen ^schimmelen, noch ook rot
tingsbacteriën. die alles aantasten en be
derven. Planken en spanten van hutten,
tientallen jaren her door Poo1reiz":ers ge
bouwd, zijn no" net zo gaaf a^ef •'e juist
uit de zagerij gekomen ziin, soiive-konoen
en andere ijzerwaren verton°n "een spoor
van roestvorming. Hetzelfde go1dt voor het
voedsel, door vroc"ere expedities achter
gelaten. Rozijnen, boter, suikergoed, zelfs
ongezouten vlees zijn na laren no" even
vers en Peurip. waarbii vaak gp""nrt a teerd
wondt, dat heter en vlees er met de jaren
zelfs smakelijker op worden.
Vandaar dat admiraal Bvrd ems het
denkbeeld opoerde. van het Zuidpool"ebied
een soort internationale ijskast te maken
voor het bedaren van overtollige voedsel
voorraden. Hij wilde op die manier de we
reld vrijwaren teven de gevo^en van toe
komstige misoogsten en hon"ermoden,
maar de were'd had gezien d« exhorbi-
tante transportkosten geen interesse.
HETZELFDE GELDT trouwens voor alle
Zuidpoolprojecten die in de loop der tijden
ontworpen zijn: zij stierven allemaal een
roemloze dood door gebrek aan belangstel
ling. Antarctis heeft in tegenstelling tot
de Noordpool (nog) geen strategische be
tekenis en aan ontginning van zijn fantas
tische rijkdommen (de bodem bevat stellig
onnoemelijke schatten aan mineralen,
delfstoffen en edele metalen) valt niet te
denken, omdat dit alles bedolven lipt on
der een millioenen jaren oude ijskap, waar
van niemand zelfs bij benadering de dikte
kent en die met geen der thans bekende
middelen rendabel ontsloten kan worden.
„Duizenden plutoniumbommen zouden
misschien nauwelijks voldoende zijn om dit
ijspantser open te breken", schrijft Thomas
Henry, teneinde de onmogelijkheid van
zo'n project aan te tonen. Maar wij leken
vragen ons daarbij af: Is dat inderdaad
onmogelijk en kan iemand 'n nuttiger ar
beidsterrein voor de atoombom bedenken?
H. C.
De nieuwe film van Danny Kaye is verschenen. Of moet men zeggen: de nieuwe
film met Danny Kaye? Ik aarzel even bij het formuleren van de zin, die de aankon
diging behelst van „Knock on wood", de jongste „bestseller" uit Hollywood, waarin
men de gevierde komiek opnieuw en voortreffelijk als altijd krijgt te aanschouwen.
Want hoe zou deze film zijn, wanneer niet Danny Kaye er de hoofdrol in had ge
speeld^ Geen schaduw, denk ik, van het geestige product, dat nu tot stand is ge
komen geen film, waarbij men een vol uur lang onbedaarlijk pret heeft, voorop
gesteld dan dat men Danny Kaye kan waarderen. Zijn komische gaven zvnmn een
ander soort maar zeker wel zo doeltreffend als bijvoorbeeld Charles Chaplin ten
toon spreidt. Hij is een onbetwist opwekker van de lach. Hij heeft een onweerstaan
bare vis comica, een grote mimische kracht, die nergens beter dan op het witte doek
tot zijn recht komt. Aan zijn mimiek ontleent Danny Kaye zijn faam. Het speurend
oog van de camera kan haar tot in de détails vastleggen, kan ze alleen al door de
eenvoudige weergave tot een onvergelijkelijke gebeurtenis maken.
EEN FILM MET DANNY KAYE is in
derdaad een film van Danny Kaye. in de
hiërarchische zin zal dan zeker de regisseur
beslissend zijn voor het totaal van het fil
misch gebeuren, dezelfde regisseur heeft
het alleen maar aan de gratie van Kaye s
verschijning te danken dat zijn film beant
woordt aan haar doelstellingen, de doel
stellingen van de bevrijdende lach. Het is-
Danny Kaye die daarvoor zorg draagt. Toe
vallig? Neen, geen toeval maakt deze ac
teur zo geschikt om via de film voor zu'ke
plezierige ontspanning te zorgen. Zijn ver
schijning moet de regisseur wel inspireren,
ziin verschijning overwint zelfs het slecht
ste vakmanschap. Dannv Kaye is niet van
de orde van Chaplin. Hij overheerst het
witte doek niet, hij is er niet de koning
van. Hij is de prins van het witte doek. De
filmmaker speelt met hem, maar men ver
geet de man zodra Kaye verschijnt. Men
gaat inderdaad de film zien om Danny
Kaye. In de statische scènes, zoals men ze
ook in ..Knock on wood" vindt, blijkt pas
goed hoe heel de film draait om deze ac
teur. Want hij hoeft maar in het beeld te
zijn om u te boeien. Hij hoeft maar de ac
tie te ontplooien, welke hem is voorge
schreven om u met ingehouden spanning
en verwathting vast te houden, te amuse
ren, te laten genieten. Hoe beter de regis
seur die actie opvangt hoe beter de film.
Maar het is niet te veel gezegd, dat Danny
Kaye zelf al zo boeit en amuseert, dat ge
er de filmische zwakheden voor lief bij
neemt. In die zin is dan een film mèt, een
film van Danny Kaye.
IN „KNOCK ON WOOD" maakt Danny
een reeks schokkende avonturen mee, wan
neer hij als buikspreker betrokken wordt
bij een spionnage-affaire, waarvan hij zelf
niets afweet. Twee geheime stukken wor
den verborgen in zijn poppen. Hij reist er
mee naar Zürich en Londen én zit al spoe
dig tot over zijn oren in de verwikkelingen,
wanneer hij voor de moordenaar wordt af
gezien van een tweetal ongure individuen,
die tot taak hadden de papieren te be
machtigen. Het geheim der spionnage-af
faire wordt hem onthuld. Nu moet hij met
alieen het vege lijf bergen voor de politie,
hij dient ook nog in de letterlijke zin buiten
schot te blijven van de bende, die achter
hem aan zit. Vermomd als Kozak danst hij
mee in een ballet, telkens wegduikend voor
de schurken, die achter hem aan zitten. Ze
krijgen hem niet te pakken, maar wat do
arme Danny heeft uit te staan als ballet-
De eerste kennismaking van de buik
spreker (Danny Kaye) en het dokteresje
(Mai Zetterling) verloopt nogal schokkend.
Als Danny bij het opstijgen in het vlieg
tuig zijn riem aansnoert „neemt hij en
passant Mai Zetterling mee". Zo ontstaat
deze delicate situatie
danser is van zo'n komisch geweld dat men
zou wensen hem altijd in zulke perikelen
verzeild te zien. Zo'n scène als bijvoorbeeld
na de „eerste kus", die de verliefde buik
spreker verwerft van een dokteresje (door
Mai Zetterling met veel lieftalligheid ver
tolkt) zou men ook niet willen missen. De
physionomie van Danny is daarin onbetaal
baar. Men moet hem gaan zien om weer
werkelijk pret te hebben. „Knock on wood"
is niet mis, een persiflage bijna op de da
verende spionnage-huzarenstukjes van Hol
lywood, een Kaye-film van klasse!
P. W. FRANSE
MIJN VRIENDlaat ik hem Kruis
noemen, om in de muziek te blijven en
vanwege de verhoging die hij mij bezorgt
door zijn vaststaande denkbeelden, stond
onlangs onverwacht voor mij. Hij zag weer
critisch om zich heen en uit zijn blik
maakte ik op, dat er discussies te verwacht
ten waren. Tot beter
begrip van wat vol
gen gaat, dien ik ech
ter te vertellen, dat
mijn vriend Kruis een
bewonderaar is van
de muziek van Pa-
lestrina af tot en met
die van Mozart. Beet
hoven kan er nog mee
door, maar de com
ponisten uit de ne
gentiende eeuw zijn
volgens hem voor het
grootste deel lieden, die over anijsmelk
zitten te praten. En ik heb met mijn be
togen, dat Berlioz, Liszt en Wagner in ver
loren ogenblikken wel eens hartige taal
spraken, nooit succes bij hem gehad. Na
Mozart komt dan eigenlijk niets bijzonders
meer, want de romantiek en neo-roman-
tiek vallen uit en de impressionistische
Fransen vindt hij maar een soort namaak-
romantici. De modernen van de twintigste
eeuw bewondert hij, maar hij houdt niet
van hun muziek, zodat hij onlangs be
weerde enthousiast te zijn over datgene
wat na 1954 zal geschreven worden.
De kamer onderzoekend rondziend, zei
hij: „Bach is toch een fantastische compo
nist" Aangezien ik het hiermee geheel eens
ben, volstond ik met ja te zeggen, maar ik
was volkomen overtuigd, dat het nog maar
een inleidend woord betekende. „Ik had je
graag eens zijn Chromatische Fantasie
voorgespeeld en over enkele détails ervan
willen praten. Er zijn van sommige passa
ges afwijkende lezingen en er is veel in,
dat tot uitwisseling van gedachten kan
leiden," zei hij. Nu is hij geen beroeps
musicus, maar hij speelt zeer goed. Ik ging
dus naar de vleugel en nodigde hem uit te
beginnen. Daar kwam het: „Dacht je, dat
ik het karakter van deze sterke, on-senti-
mentele muziek op wie wollige, mollige
moderne instrumenten geweld zou kunnen
doen en de klank ervan bederven? Neen,
reserveer die vleugel maar voor de brave
borst Chopin, met zijn Nocturnes, zijn Im
promptus suikerwater, mijn waarde".
„Of", merkte ik op, „voor Beethovens
Hammerklaviersonate", om ook wat zoetig
heid te noemen. Maar hij luisterde niet
meer en verdween.
MET DAT AL had hij een probleem
aangesneden, dat de moeite van het over
peinzen waard is. Het luidt: begaat men
een zonde tegen de stijlzuiverheid, als men
de muziek der oude meesters uitvoert op
instrumenten die zij niet kenden en waar
voor ze dus niet geschreven hebben? En
moet men van het spelen dezer muziek af-
zien, als men geen clavec.vmbel en/of cla
vichord ter beschikking heeft?
Het behoeft geen betoog, dat het uitvoe
ren van werken op de instrumenten waar
voor ze geschreven zijn, artistiek volko
men juist is. Natuurlijk, de oude instru
menten of de reconstructies daarvan moe
ten van zodanige kwaliteit zijn, dat ze geen
schade doen aan de indruk, die de com
positie behoort te ma-
ken. In het bijzonder
de oude blaasinstru
menten zijn, wat zui
verheid en gehele
makelij betreft, de
minderen van de mo
derne. Maar dat de in
strumenten van onze
tijd, die hun voor
lopers terecht of ten
onrechte verdrongen
hebben, voor het weer
geven der gedachten
der oude meesters ongeschikt zouden zijn,
kan ik onmogelijk onderschrijven. Die com
ponisten dachten daarover zelf veel ruimer.
Zij stelden het speciale klankkarakter min
der op de voorgrond. Zo moet Bach, naar
algemeen wordt aangenomen, Preludia en
Fugae uit zijn Wohltemperirte Klavier die
daarvoor geschikt waren, behalve op zijn
clavecymbel of clavichord, ook op het or
gel hebben gespeeld.
Het argument, dat niet iedereen over
een piano voor de nieuwere muziek en te
gelijkertijd over een clavecymbel of clavi
chord voor die van de vroegere meesters
kan beschikken, wil ik niet aanvoeren. Dit
is een aangelegenheid van practische en
niet van artistieke aard.
AA
1
(Uit „Paris Match")
HET ZICH VERMEIEN in de schoonheid
van de klank is een uitvloeisel van de ont
wikkeling van het klavier, maar dit vond
ontegenzeggelijk een bij uitstek gunstige
voedingsbodem in het romantische ge
voelsleven van de negentiende eeuw. In
zijn voortreffelijke studie „Muziek, Spiegel
des Tiids" formuleert Rudolf Mengelberg
zijn standpunt tegenover dit vraagstuk als
volgt: „Het instrument dat de kunstenaar
bespeelt, evenals de wijze van het bespe
len, is organisch met de tijd verbonden.
Men kan geen organen van een andere ge
neratie gebruiken zonder zichzelf geweld
aan te doen". En iets verder: „Een histori
sche reconstructie van oude muziek geeft
een artistiek tijdsbeeld, maar geen onmid
dellijke door het gehele organisme onder
gane schoonheidsontroeringGeheel
verkeerd evenwel blijft de gevolgtrekking,
dat deze praktijk de enig juiste is."
Zeker, dit standpunt blijft zelfs verde
digbaar, wanneer men bereid is te erken
nen, dat er componisten zijn geweest, wier
kunst meer aan hun tijd was gebonden dan
die van anderen. Rameau's en Couperins
werken waren dat meer dan die van Bach,
de buitentijdse, de universele geest, wiens
muziek zich in haar absolute schoonheid,
in haar ontbondenheid van de tijdgeest
het moge stout klinken aan het gehele
probleem schijnt te onttrekken.
WILLEM ANDRIESSEN
In Januari 1955 verschijnt het eerste
nummer van het driemaandelijkse tijd
schrift „Gazette, international journal of
newspaper science". Het blad wordt uit-*
gegeven door H. E. Stenfert Kroese N.V.
te Leiden, de redactie is toevertrouwd aan
de heren prof. dr. K. Baschwitz (directeur
van het Instituut voor Perswetenschap aan
de Universiteit van Amsterdam) en Folke
Dahl, een vooraanstaande Zweedse pers
historicus. Laatstgenoemde verwierf zich
onder meer grote verdienste met zijn
onderzoekingen naar de oorsprong van het
Nederlandse krantenwezen. De redactie
wordt bijgestaan door een grote kring van
geleerden, verbonden aan universitaire in
stellingen over de gehele wereld.
Met dit initiatief vervult het Instituut
voor Perswetenschap een opdracht, die
het ontving tijdens het internationale con
gres, dat gedurende de Pinksterdagen 1953
in Amsterdam werd gehouden.
NIEUW BESTUUR VERENIGING
VAN TONEELSCHRIJVERS
Op de algemene vergadering van de Ver
eniging van Nederlandse Toneelschrijvers
is het bestuur als volgt samengesteld: Ary
den Hertog, voorzitter; Herman Roelvink,
vice-voorzitter; mr. Hans A. Keuls, secre
taris: Henk Bakker, penningmeester; Willy
van Hemert, Willem Hoffman, Martie Ver-
denius, leden.
r-
PARIJS, November, Uit Eng*
land in Frankrijk komt men In een licht»,
rc lucht, waar de dingen onafhankelijk vajj
eikaar gebeuren, in plaats van alle dad®»
lijk door de atmosfeer met elkaar in ver*
band gebracht te worden. Als men de eer*
ste dagen nog eens cloor de herinn ing aan
Engeland wordt ingenomen, lijkt het alsof
men door een mistvlaagje wandelt. Er is
dan ook even iets te zien of te horen dat
uit de herinnering komt, misschien een
willekeurige kpuze, maar men is al gauw
geneigd zich te verbeelden dat de inval
merkwaardig geschikt was om Engeland
te vertegenwoordigen en dat een handjevol
ervan een heel portret is.
Er moet dan in ieder geval het geklap
van de deuren van de electrische treinen
naar de voorsteden bezuiden Londen bij
zijn. Iedere coupé heeft zijn eigen klapdeur,
ook als zij per wagon met elkaar verbon
den' zijn. Bij iedere halte hoort men van
zijn plaats af het geratel op en neer gaan
langs de trein. Men kan zich dat geluid
het best aan het begin van de avond voor
stellen, als de forensen terug komen uit de
stad; er staan dan bij de uitgang van de
stations twee controleurs die voor ieder
kaartje een ,,'k you" hebben en achter het
hek een paar kinderen die hun vader mo
gen afhalen; beneden aan de trap uit het
station brandt het licht in een kleine si-
garettenkiosk waar een juffrouw razend
snelle zaken doet. De donkere lage dorps
straat die onder het viaduct doorloopt ia
al gauw weer leeg op een queue bij de bus
halte na, die even later opgeveegd wordt.
Men doet goed er de toon van een restau
rant bij te voegen, van een zakelijk eethuis
of van één met lange pauzes, dat maakt
weinig verschil voor de gewaarwording van
de bezoeker, dat hij met de bediening een
spel speelt waarvan geen van beide nar-
tijen de regels kent. Er zijn altijd klachten
over de maaltijden in Engelse restaurants,
sinds de afschaffing van de rantsoenering
ook met hernieuwde energie van de Engel
sen zelf, maar het is toch niet altijd s'echt:
de erwtjes zijn meestal onnatuurlijk groen
en er staan enige huisbakken gerechten
misplaatst op het menu, maar die paar
dingen zouden vanzelfsprekend worden als
er niet de gelaatsuitdrukking van de kell-
ners was, verstrooid op de manier van hen
die voorwenden zich ergens volmaakt thuis
te voelen. De import van buitenlanders
heeft er geen verbetering in gebracht: Chi
nezen en Fransen tonen al spoedig deze'fde
naar binnen gekeerde blik. Als enige uit
zondering doet zich van tijd tot tijd een
Engelsman voor die een eigen makkelijke
manier van doen heeft.
Vervolgens een blik langs een paar ne-
gentiende-eeuwse straten in het West End
of Chelsea niet de speciaal voor het ste
delijk vertoon aangelegde straten, maar
die aan de achterkant, met huizen waar
een paar treden naar de bijna vierkante
groene voordeur met de ringvormige kooe-
ren klopper leiden; de benedenverdieping
is geheel gepleisterd (er zijn twee ramen
links of rechts van de deur) en daarboven
z\]n twee of drie verdiepingen van doiker-
bruin-achtige baksteen, met alweer bijna
vierkante ramen; het dak is plat, slordig
bezet met schoorstenen en antennes. Zo
kan het straten ver doorgaan. Op de hoek
is het naambordje, met evenwichtige zwar
te kapitalen op het wit als het een korte
naam is, maar gierig smalle als er meer
dan vjjftien letters op moeten. Kleur is er
op geen enkele manier, behalve misschien
op de dozen en pakken van een onver
wachte kruidenierswinkel; hier en daar
staat op de stoep nog een flesje melk dat
iemand vergeten heeft binnen te halen en
bij één van de huizen zijn twee auto's ge
parkeerd.
Ter aanvulling dan nog de lucht van de
zware kolen, in de open haarden gestookt,
die vooral voor de voorsteden zo karakte
ristiek is dat men haar 's zomers bijna
mist; de koele lucht van tabak in de wa
gens van de Underground en de ingelijste
reclames langs de roltrappen in de sta
tions, die vergeleken met de Parijse weel
derig zijn; het geschreeuw van de spreeu
wen die soms opeens bij honderden op de
daklijsten langs de Trafalgar Square ko
men zitten en de lage gemetselde muurtjes
op straathoeken om de kuilen met kelder
bodems waar gebombardeerde huizen ge
staan hebben. Al zulke dingen kunnen on
wrikbaar in de herinnering blijven, want
zij zijn nergens anders zo.
MONTEVIDEO (United Press) De
executieve raad van de UNESCO, deze
week in zitting bijeen, heeft een Jnd'a®e
motie aangenomen om de mogelijkheid te
bestuderen werken van Ghandi in de voor
naamste levende talen over te brengen. Een
tweede Indiase motie machtigt de direc
teur-generaal van de UNESCO een pro
gramma op te stellen voor de reproductie
van Aziatische en Afrikaanse meesterwer
ken van oude en moderne kunst en voor
het uitgeven van boekjes er over tegen
populaire prijs.