MATISSE I
Zwerftocht In Dordogne
2Xe (cotiuiq, uati (iekdaatie*
Menselijke aardrijkskunde en
Zwerftocht in Dordogne
Bij de dood van
Geen verachter
der tradities
Permanente tentoonstelling
- boven en onder de grond
Truffels en droesem
en eigen teelt
GRIJZE, okerkleurige en roejicruine rotsen dooisncJen door
diepe spleten, hier en daar verschroeide stoppels en schrale
tamariskstruiken, brandende hitte, volkomen droogte, een
enkele herdershut door kilometers eenzaamheid gescheiden van
de volgende, nu en dan om aan het leven te herinneren
een kudde schapendat is het dorre, maar grootse land
schap van de Causscs, die kalkstenen rotsplateaux gelegen tegen
de Cevennea en tegen de uitlopers van het Massif Central.
Deze uitgestrekte Causses die, boven diepe, smalle dalen,
soms een hoogte van duizend meter bereiken, zijn niet opge
nomen in het toeristisch verkeer. Er zijn geen hotels, er is geen
electrisch licht, er is bijna geen dorp waar men de nacht kan
doorbrengen. Als men autopech krijgt, moet men maar rustig
wachten tot een schaarse automobilist voorbij komt, die in het
op vele kilometers afstand gelegen gehucht hulp wil gaan
OP MIJN TAFEL ligt het tweede deel j
van de Scira-editie „Geschiedenis van
de moderne schilderkunst", waarin het
Fauvisme en het Expressionisme be-
handeld worden. Als eerste naam staat
die van Matisse daarin vermeld. De af- i
beelding op de omslag is een reproauc-
tie naar diens schilderij „Intérieur te
Nice" waarvan het origineel zich in
het Koninklijk Museum te Kopenhagen
bevindt.
Als vaandeldrager van de ..Fauves" W ifll
de wilde dieren staat de Franse halen. Wie echter dat risico neemt", wordt beloond met het uit-
schilder Henri Matisse hier genoteerd, j j^cht op een van de indrukwekkendste en verrassendste natuur-
taferelen van Frankrijk. Reeds op ongeveer vijftig kilometer
ten Noorden van Montpellier zal hij. na tussen rotsmuren langs
I slingerende, maar uitstekende, wegen naar boven gereden te
j zijn plotseling in het bijna tweehonderd meter diepe Keteldal
van twintig tot dertigduizend
jaar geleden aan zijn goden
kwam offeren: Lascaux, Pech
Merle, Bara-Bachau.daar
krijgt de moderne mens de
openbaring van een onver
moede kunst. Gij kunt er de
ontwikkeling der rotswand
schildering vrijwel op de voet
volgen. Bara-Bahau toont het
eerste tasten van de techniek
van deze kunst, die in Pech
Merle reeds voorbeelden van
volmaaktheid geeft en in Las-
van Navacellcs in de uitgedroogde bedding van een vroeger
riviertje een dorpje zien met, oase in een landschap van stenen,
wat boompjes en bebouwde grond: een liefelijke groene krans
rond een onheilspellend rotsgedrocht.
Als men door de Causses rijdt, begrijpt men hoe onjuist de
dikwijls geuite critiek is, dat Frankrijk gebieden ter grootte
van enige Nederlandse provincies onbebouwd laat. Hoe daar
echtc-r de landbouw uit te oefenen op stenen en zonder water?
Dat laatste is er zo schaars, dat het zelfs in de directe om
geving van Montpellier verboden is duiven te houden, opdat
de zeldzame regen, die op de daken valt en bron van drink
water is, niet bevuild wordt. Elke mogelijkheid om te ver
bouwen wordt echter aangegrepen en zo ziet men hier en daar
in tussen hoge rotsen gedrongen smalle dalen een stukje land
van vijftig bij vijfentwintig meter, met wat mais, groenten en
wijnstokken. Meestal dient dat voor eigen gebruik van de boer.
Wel sterk moet de gehechtheid zijn aan de „grond der vaderen"
en aan de traditie om in die stiefmoederlijke natuur een een
zaam en onzeker bestaan te blijven leiden. Het enige gezel
schap zijn de kudden kleine schapen, die de melk leveren,
waarvan in de. grotten van Roquefort de beroemde kaas ge
maakt wordt.
Merkwaardige qualificatie voor de
meester der evenwichtige uitgebalan-
ceerde compositie, voor de schilder die
meende dat het kunstwerk een kal
merende werking op het actieve den
ken moest bewerkstelligen, te verge
lijken met de ontspanning die een
goede leunstoel biedt aan de vermoeide
leden.
Weinigen zijn het Fauvisme trouw
gebleven. Men zegt Rouault, maar is
dit wel
stroom
DE KAART VAN FRANK
RIJK is echter het tegendeel
van eentonig en zij biedt aan
de minnaar van natuur en
menselijke verscheidenheid
een wonderlijke variatie. Als
men de Causses naar het Wes
ten verlaat in de richting van
Albi plaatst een kromming
van de weg de reiziger telkens
voor prachtige panorama's.
Hij rijdt de streek van de
Tarn, de Lot en de Dordogne
I waar? De geestelijke onder- binnen
van Rouaults verbeeldingen kan
verbeeldingen
men stellig vergelijken met een wilde
bergbeek, maar de uiterlijke vorm is
statisch, ontleend aan de geometrie der j
Romaanse glasramen. Het Fauvisme j
betekende vooral de vrijmaking der
primaire kleuren, een aantasting der
optische illusie van de plastiek, een
wegvagen der suggestieve maar mis-
leidende schaduwen die door de poin-
til listen al tot vibratie waren gebracht.
Derain noch De Vlaminck hebben de j
consequentie getrokken uit deze be- I
weging, die te Chatou ontstond. De
Het zijn niet alleen het rode
water van de Tarn, de trillen
de lijn der populieren lanes de
Lot of de donkere bladeren
der steeneiken of kastanje
bomen aan de oevers der Dor
dogne, die de reiziger doen
stilhouden op de nog steeds
schap, dat tot zwart-wit en bruin ge- sl|"e. klimmende en dalende
reduceerd was, Derain ging over naar shngerwegen. Dat grootse,
een bruine museumkleur. Het is Ma- maar harmonische landschap
tisse, die door het Fauvisme heen de vormt het decor van een per-
weg is gegaan, die voerde tot de ma- maneVte tentoonstelling van
Vlaminck wendde zich tot het land-
gische expressie der pure kleuren.
Dat het publiek omstreeks 1906 ver-
onrust en verontwaardigd was over
deze aantasting der waarden behoeft
ons niet te verwonderen. Men zag het
als défaitisme en kon het in het beste
geval aanvaarden als een stormloop op j
een bouwvallige traditie, als zuiverend
element. Een positieve bijdrage kon en
wilde men van deze „wilden" niet af-
wachten.
Matisse was echter geen sloper, noch
een verachter der tradities. De vereen-
voudigingen, die hij nastreefde, waren
geen dekmantels van onkunde en kwa- i
men niet voort uit onvermogen tot
plastische realisatie. Begaafd met een
zeldzaam kleurgevoel en een sterk be- j
grip voor maat en verhouding kon hij i
vereenvoudigen zonder te verarmen.
De contrasten van rust (vlak) en on- j
rust (ornament) speelde hij feilloos
tegen elkaar uit. Lijn en kleur steunen
elkaar, maar behouden ieder afzonder-
lijk hun intrinsieke waarden.
HET IS NIET ZO gemakkelijk een
goed inzicht in het oeuvre van Matisse
te krijgen. In de Nederlandse musea
ontbreekt hij vrijwel geheel. In het bui-
tenland kan men soms collecties bij- j
een zien. die door ondeskundige keuze i
een verkeerd beeld van de schilder
geven. In zijn lang en werkzaam leven
zijn momenten van inzinking niet uit
gebleven. Zijn hang naar een schone
indeling van het vlak en het daarmee
wat de natuur en de elkaar
opvolgende beschavingen ge
wrocht hebben.
Naast de vele grotten, die
een feeëriek schouwspel bie
den van tere stalactieten en
stalagmieten en transparante
draperieën (waarvan die van
Padirac de enige kermisach
tige geëxploiteerde zijn) vindt
men er de talrijke onder
grondse voorhistorische tem
pels, waar de primitieve mens
caux tot volledig meesterschap
gekomen is. Deze met de top
pen der vingers, met stof of
steen in de klei der onder
grondse rotswanden getrok
ken zowel poëtische als rea
listische diercomposities, in
zwart of polichroom, onthul
len een rijke, voor goed ver
dwenen fauna: bizons, anti
lopen, mammoets, beren
In het geheimzinnig half
duister van deze praehisto-
rische gewelven ondergaat
men de grootsheid van het
raadsel, hoe het mogelijk is,
dat de eerste mensenrassen
hun plastische verbeeldings
kracht met zo'n onfeilbare
technische beheersing van lijn,
vorm en beweging tot uit
drukking konden brengen. En
men vraagt zich af, welke in
nerlijke bewogenheid, welke
intuïtie, welke bezwerings-
drang hen geleid kan hebben.
ALLEEN PÉRICORD telt reeds tachtig dogne rijk is aan praehistorie in zijn grot- der muren, waai vu s.ccnts Ki.-.ne vt.is: er
van dergelijke grotten. Ook daar merkt ten, het is eveneens rijk aan jongere ge- openingen, de massieve vestingtorens, de
rijk niet alleen gevormd wordt door zijn schiedenis in haar steden, dorpen, gehuch- vernuftig aangebrachte schietgaten wijzen
schone oorden, maar vopral door de over- ten. Het is de streek waar de honderd- op het defensief karakter van deze gods-
al aanwezige geestelijke activiteit. Is het jarige oorlog en de godsdiensttwisten ge- huizen: behoeders van de ziel en van het
niet wonderlijk, dat bijna al deze grotten woed hebben. Op vele deuren ziet men lichaam. De van rode baksteen opgetrok-
ontdekt zijn door eenvoudige boeren, door nog de klopper in de vorm van een hand, ken kathedraal van Albi is zo'n vesting
plattelandsonderwijzers en dorpspastoors, ten teken dat de bewoners protestanten kerk. Als u echter het mooiste voorbeeld
die, het belang der opgravingen vermoe- waren. In dit gebied, dat de wisselvallig- van dat soort gebouwen wil zien, moet u
dend, deze begonnen voordat de officiële heid van de strijd herhaaldelijk andere niet aarzelen, gaande naar Lascaux, in de
wetenschap zich ermee bemoeide! meesters gaf, zijn zelfs de straatjes der buurt van Montignac de route nationale
Hoe lang zullen deze resten van voorbije dorpen strategisch aangelegd: smal en met 704 te verlaten en een onaanzienlijk land-
beschavingen bestand zijp. tegen de in- veel bochten teneinde een „massaal" op- weggetje in te rijden.
werking van andere temperaturen, voch- trekken van de vijand te beletten. De ver- Na ongeveer zes kilometer komt u in
tigheid en luchtstromingen dan die, waar- sterkte kastelen zijn in dat in de twaalfde het minuscule dorpje Saint Amand-de-
door zij eeuwenlang omgeven waren? In eeuw reeds onveilige gebied zo talrijk, dat Coly, waar een prachtig, uit de twaalfde
Lascaux tracht men de schadelijke invloed vrijwel elke rotspiek ermee bekroond is: eeuw daterend, volkomen intact en vrij-
van de buitenlucht af te wenden door een Castelneau, Beynac, Biron, Boureilles, wel niet gerestaureerd fort-bedehin's voor
soort sluizensysteem, waardoor de bezoe- Commarque. Ook de kleinere adellijke u oprijst. De eenvoud van lijnen en vo-
ker na ongeveer drie kwartier gebrek aan landgoederen en grote boerderijen zijn ge- lumen, de naakte gevels, de afwezigheid
zuurstof begint te krijgen en kortademig flankcerd door versterkte torens. Zelfs van brede ramen, het dak van kalkstenen
wordt. Subtiele wraak der ouden. vele Romaanse kerken, in dit gebied bij- geven het zowel een karakter van reli-
vT jZO HET GEBIED tussen Tam en Dor- zonder vrees dp deur oncn
samenhangende gereduceerde verfge- zonder vices de deur open
bruik heeft wel eens tot verschraling
der kleur geleid.
Na de, in het voorjaar te Rotterdam
fin museum Boymans) gehouden ten
toonstelling, waar voor de eerste maal
de plastieken van Matisse getoond wer
den, zien wij verlangend uit naar een
overzichtsexpositie van zijn picturale
werk. De enorme belangstelling voor
zijn experimenten als wandschilder in
het kerkje te Vence (Frankrijk) lijkt
wel wat onevenredig ten opzichte van
zijn eigenlijke betekenis als vrij schil-
der. Deze laatste zal zonder twijfel in
volle glorie naar voren treden nu zijn
leven door de dood is afgesloten.
Exposities in Frankrijk zullen stel
lig binnen afzienbare tijd gehouden
worden. Mogen wij er ook een glimp
van opvangen. Voor de velen die zijn
werk slechts door, zij het uitnemende,
kleurreproducties kennen zal het een
openbaring zijn.
OTTO B. DE KAT
zonder talrijk, gelijken op forten. De dikte gieuze ernst als van militaire kracht. Duw
want er is
Polynesiëde hemel" wandtapijt,
ontworpen door Henri Matisse (1947)
MB
geen bewaker die u in de weg zal staan.
Het interieur, aangrijpend van eenvoud,
zal u ccn uiterst vernuftig verdedigings
systeem tonen: geheime trappen, uithol
lingen in de pilaren, nissen van waaruit
de boogschutters de ingangsdeur konden
bestrijken, doorgangen, waarlangs zij zich
konden terugtrekken op een nieuwe ver
dedigingslinie, schietgaten. Langs smalle
in de muren of pilaren verborgen kronkel
trappen kunt gij naar boven klimmen, de
oorspronkelijke balken van het dak zien
en de wonderlijke door het dak beschutte
koepel van los op elkaar liggende en in
elkaar geschoven stukken kalksteen. Men
vraagt zich zo onthutst af hoe die stenen
op elkaar blijven, dat men uit natuurlijke
reactie behoedzaam, heel behoedzaam ver
der stapt.
Als gij na uw bezoek iets gaat drinken
in het dorpscafétje, waar het koper van
vele voorvaderlijke pannen u Hollands
glimmend toeblinkt, eert de waardin mis
schien ook u door de moderne vruchten
sap te schenken in antieke porseleinen
bekers en weigert zij misschien ook be
taling voor hetgeen uw kinderen drinken.
(Zie verder paiina 5)
(Vervolg van pagina 4)
Want: „les enfants. ga doit boire" het
is toch natuurlijk dat kinderen dorst heb
ben?
WANNEER GIJ uw intrek neemt in een
van de dorpjes langs de mooie Dordogne
kunt ge u elke dag, in een straal van on
geveer zestig kilometer enige van de grot
ten, van de Romaanse kerken, of van de
duizend kastelen en adellijke landhuizen,
waarmee Périgord bezaaid is, serveren.
Of wel gij kunt wandelen in dorpjes, die
geheel en al „historisch monument" zijn.
Zo Cordes, ten noorden van Cahors, of het
tweehonderd zielen tellende middeleeuwse
Saint Cirq-La^opie, hooggelegen op een
rots aan de oevers van de Lot. Een dorp,
destijds zo ontoegankelijk, dat Richard
Leeuwenhart in 1199 het beleg ervan
moest opbreken. Zo ook Domme, honderd-
vijftig meter boven de Dordogne, met hui
zen daterend uit de tijd van Philips de
Stoute die het dorp met een geweldige,
imposante Porte des Tours liet versterken.
Zo de grote stad Sarlat, die, uitgezonderd
één lelijke moderne winkelstraat, een
staalkaart biedt van huizen, kerken en
gebouwen uit dc twaalfde tot de achttien
de eeuw. Men wandelt daar temidden van
monumenten uit Middeleeuwen en Re
naissance, die ondanks het verenigd ge
weld van mensen en elementen nog goed
behouden zijn. Litteraire herinneringen
mengen zich hier met historische. Men ziet
hot huis waar La Boétie gewoond heeft,
voor wie de fijne analyst der menselijke
ziel, Montaigne, zelf uit deze streek ge
boortig, het prachtige essay over de
vriendschap geschreven heeft.
In Sarlat kunt gij ook de studie der
daken voortzetten, die gij zuidelijker be
gonnen bent. Daar rode ronde Saraceense
pannen, hier schuine dakmuren, los lig
gend op het houtwerk en bestaande uit op
elkaar geplaatste stukken gehouwen kalk-
i een zonder cement verbonden. Weer iets
noordelijker platte pannen of lei. De da-
len van Frankrijk ce toit tranquille oü
marchent les eolombes, zoals de dichter
Valéry zegt bieden de liefhebber van
menselijke aardrijkskunde wel een zeer
merkwaardige en boeiende verscheiden
heid.
Het is echter wel enigszins anachronis
tisch om bijvoorbeeld een poslzegel van de
Tour de France te kopen in een met wijn
ranken omslingerd huisje uit de veertiende
eeuw. dat dienst-doet als postkantoor. En
de kissproof-rouge op de lippen der
postière heeft er iets onwezenlijks. De toe
rist moet soms wel eens de ogen sluiten
voor het heden om het verleden beter te
kunnen zien en de hulp der verbeeldings
kracht aanwenden om zich gevoeliger in
de „oude tijd" te wanen. De provincies
Quercy en Périgord zouden dan ook slechts
een zij het groots en aantrekkelijk
openluchtmuseum zijn temidden van een
prachtige natuur, indien de traditie er niet
zo sterk was en de bewoners deze traditie
niet tot iets levends en tastbaars maakten.
Zoals overal en in alles is tenslotte ook
hier het voorstelbaar-menselijke en levend-
menselijke het interessantst.
DE BEWONERS van Périgord gehoorza
men meer aan hun verbeelding dan aan
voorgeschreven principes. Het zijn indivi
dualisten in hun gedachten en gevoelens.
Maar als men enige tijd in een der mooie
dorpjes verblijft en de inheemsen niet als
„rare vreemden" bekijkt, nemen deze u
5 op als een wolkome gast. Dan vertelt de
truffelzoeker hoe hij er 's nachts op uit
trekt om in het geheim, langs allerlei
dwaalspoorwegen, de truffel, specialiteit
van Périgord, te gaan zoeken onder be
paalde eiken, op vindplaatsen, die alleen
van vader op zoon bekend zijn. Dan nodigt
een boer u uit om bij hem thuis uw sigaren
te komen maken van zijn eigen geteelde
tabak, die Perigordische tabak, die hij aan
de Staat moet afleveren voor „gris" en
„gauloises", maar waarvan hij een vast
gesteld deel voor eigen gebruik mag be
houden. Gij moet er dan niet tegen op
zien 's morgens al van zijn „mare" te proe
ven, alcohol van druivendroesem. Iedere
boer distilleert zelf de vruchten, die hij
heeft en maakt zijn persoonlijke alcohol,
die nooit geheel op die van zijn buurman
gelijkt. Zoveel kleine wijnbouwers, zoveel
soorten mares. En misschien wordt gij wel
uitgenodigd, zoals ik het voorrecht heb ge
had, om wafels te komen bakken op Peri
gordische wijze: met het oude, zware
wafelijzer boven een knappend houtvuur.
De schoorstenen in Périgord zijn zeer bij
zonder: een schouw van ruim twee meter
breedte en één meter diepte, met aan de
korte zijden banken waarop gezin en gas
ten plaats nemen. Men zit dus werkelijk
„in" de schoorsteen. Daar warmt men zich
in de winter, daar is het plekje voor de
avondkout. terwijl het vlammende hout de
zware waterketel verwarmt of de pan,
waarin een gehypertrophieerde ganzen
lever tot godenspijs bereid wordt.
Er is geen grootse beschaving zonder
grootse keuken, heeft Duhamel eens ge
zegd. De beschaving van Périgord moet
dan wel zeer groots zijn. Want dat toch
niet zeer vruchtbare land mais, tabak,
wijn levert vele specialiteiten voor
een traditionele keuken: truffels, grote
paddenstoelen, noten, ganzenlever, inge
legde eend en gansstreling voor de
tongpapillen.
TRADITIE. Deze uit zich ook in de ver
houding kiezer-gemeenteraadslid. Als gij
door Quercy en Périgord gaat, zult gij
tegen sommige huizen, naast de ingangs-
deur of tegen het tuinhek, een slanke den
zien staan, kaal tot de kruin, met halver
wege twee witte vlaggetjes, die een bordje
omgeven, waarop staat: „Hulde aan onze
gekozene". Dat wijst erop, dat daar een
behoeder der gemeentenaren en een waker
over de gemeentebelangen woont. Burge
meester en wethouders hebben meestal
tussen de witte vlaggetjes nog een drie
kleur van klein formaat. In deze uiting
van vreugde, dank en verering des kiezers
wordt soms ook de vrouw van zijn ver
tegenwoordiger betrokken. Zo zag ik voor
het huis van een dokter-gemeenteraadslid
een tweede paal met op het bordje: „Ere
aan mevrouw". Roerende uiting van haast
kinderlijke eerbied voor het vroede ge
zin of bewijs, dat mevrouw de ver
kiezingszege bevochten heeft?
Gevoelens en gedachten gaan waarheen
zij willen. Toen ik in dat land van kort
geleden nog zo wispelturige politiek dat
betoon van erende aanhankelijkheid zag,
gingen mijn gedachten als vanzelf naar
mijn woonplaats. Met een zekere vertede
ring stelde ik mij voor hoe mooi en stem
mingsvol en rustgevend het zou zijn als
ook daar die traditie gevolgd zou worden:
negenendertig nationale iepen voor negen
endertig woningen. Zeker, ik gaf mij er
rekenschap van, dat het spontane element
wel enigszins afwezig zou zijn: de eerbe
wijzen zouden slechts geplant mogen wor
den door een speciaal daarvoor benoemde
functionaris en na toestemming van de
schoonheidscommisie, na onderzoek van
de plantenkundige dienst, na contróle van
de brandweer. Zij zouden moeten voldoen
aan eisen van hoogte, dikte, dichtheid van
bladeren, kleur van groen en de letters
„hulde" zouden eenvormig moeten zijn.
Maar tochbij het inslaan van een
straat toegewuifd te worden door een
edelachtbare iep
Op dat ogenblik klapperde olijk, oncon
ventioneel en op
een niet voor
geschreven tijd
een wit vlaggetje
aan de enigszins
scheefstaande den
en ik begreep eens
te meer, dat wat
reizen belangwek-
kend maakt juist
de kennismaking
Is met het niet-
overplantbare, het
andere, het niet-
eigene.
De Causscs. Quer
cy en Périgord
bieden dat in
rijk-geschakeerde
overvloed.
S. ELTE.
SERIE BlOGRAFIEëN EN
PORTRETTEN. VAN AUTEURS
Het is een goede gewoonte van de uit
gevers ABC-maatschappij en Em. Querido
in iedere herfst een jaarboekje onder de
titel „Singel 262" te laten verschijnen. Ook
nu zijn er vierentwintig biografieën (met
foto's) bijeengebracht van Nederlandse
auteurs. Sommigen schrijven over zich
zelf, anderen worden door geestverwanten
of vrienden getypeerd, enkele levensschet
sen blijven tot curieuze aantekeningen van
wetenswaardigheden beperkt andere
boelen als kleine essay's. Het belangwek
kendst zijn stellig de herdrukken van ar
tikelen door D. A. M. Binnendijk over
Marsman, door Jan Greshoff over Arthur
van Schendel en door Menno ter Braak
over W. A. Paap.
Van de verdere bijdragen moet in de
eerste plaats de inleiding door Karei
Jonckheere tot het lezen in het werk van
Raymond Brulez worden genoemd en het
artikel, dat de toneelregisseur Johan de
Meester aan de nagedachtenis van zijn va
der wijdde. Verder kan men tussen zeer
veel meer lezen dat Maria Dermoüt in
Haarlem op de Meisjes-HBS is geweest en
dat Annie Schmidt schrijft omdat zij moet:
„Iedere morgen staat de beige Vrouw
Plicht met de grote voeten aan mijn bed
en zegt: d'r uit. sloerie. En werk!".
De schrijver Max Dendermonde, die als
Henk Hazelhof op 17 Juni 1919 in Win
schoten werd geboren, wiens „De wereld
gaat aan vlijt ten onder" onlangs in de
rubriek Litteraire Kanttekeningen werd
besproken. Hij is redacteur van het week
blad „De Groene Amsterdammer" en van
dc radio-rub rieken „Artistieke Staalkaart"
en „Met en zonder omslag".
Voordo
nierofoon
De afbeelding hierboven laat een oude
wandtekening in een grol te Lescaux zien.
De overige illustraties bij dit artikel geven
een indruk van de schoonheid van het be
schreven gebied. Aan het slot vindt men
een foto van het huldebetoon aan een in
de gemeenteraad gekozene.
VORMEN met enige overdrijving ge
schreven de liedjes van Barend Bluf nog
de verkwikkendste uitzendingen van de
Nederlandse omroep, het luisteren naar de
buitenlandse programma's leidt vaak tot
aangename verrassingen.
Dat was bijvoorbeeld Maandagavond het
geval toen wij op de Chaine parisienne (218,
259, 280 en 498 meter, 22.15 uur) de „Tri
bune de l'histoire" ontdekten. Een uitzen
ding, welke een kaleidoscopisch geschiede
nisbeeld biedt naar aanleiding van actuele
gebeurtenissen. Het
bezoek van de Keizer
van Ethiopië aan Pa
rijs vormde deze keer
het uitgangspunt voor
een voortreffelijk
klankbeeld over vor
stelijke bezoeken, in
de loop der eeuwen aan Frankrijk ge
bracht. Van Julius Caesar af tot Tsaar Ni-
colaas van Rusland toe werd met woord,
muziek en signaal de politieke en culturele
betekenis van deze bezoeken verduidelijkt.
Het opmerkelijke bij dergelijke program
ma's van de Franse radio is steeds weer,
dat zij nergens „belerend" en daardoor
onuitstaanbaar worden. Integendeel, met
een kwinkslag werden soms de omstandig
heden getekend waaronder een dergelijk
bezoek plaats had. Toen gesproken werd
over een bezoek dat de nog jonge kroon
prins Wilhelm aan Napoleon 111 bracht,
heette het: „Hij zou in 1871 terugkomen,
niet geheel tot ons genoegen". De reeks
hield trouwens al voor de tweede wereld
oorlog op: hoe dichter men bij de eigen
tijd komt, des te minder blijven de herin
neringen rose. Daarom besloten de samen
stellers maar liever met een kostelijke pa
rodie: het staatsiebczoek van de Koning
van Cerdagne (wie denkt daarbij niet aan
De Geneètet's onvolprezen Land van Ko-
kanje?) aan de Franse president, waarbij
de hoge heren volkomen gelijkluidende
toespraken houden.... „We hebben lang
gezocht naar het volkslied van Cerda ne".
aldus de commentator, „en tenslotte maar
dat van het Vaticaan genomen, dat wordt
toch bijna nooit gespeeld". En hij besloot
met het ware woord: „Ja, het Parijse volk
houdt van koningen, van die van anderen".
Dinsdagavond stemden wij om acht uur
af op Paris-Inter (1829 meter) om het pro
gramma „Le coeur volant" van Armand
Lanoux te horen. „Le coeur volant" (Het
vliegend hart) was de naam van een der
eerste ballonnen van de Gebroeders Mont-
golfier, als wij ons niet vergissen. Lanoux
voert zijn luisteraars in gedachten mee
naar vreemde landen en streken en weet
daarvan steeds in schone taal, met citaten
van befaamde schrijvers, het beeld op te
roepen, daarbij geholpen door langoureuse
melodieën. De uitzending ging overigens de
afgelopen week niet door wegens de ar-
beidsmoeilijkheden, welke de Franse om
roep met de artisten ondervindt. Daarom
werd een herhaling van een aflevering uit
een soortgelijke reeks, welke Armand I-a-
noux in de zomer onder de titel „Aux ter-
rasses du songe" maakte, gegeven. Ook die
serie voldoet uitstekend wanneer men be
hoefte heeft aan een programma dat, zon
der te veel geestelijke inspanning te ver
gen, door woord en muziek een romantiek
suggereert, die al welhaast niet meer van
deze wereld is. J- B.
„DAVID BALFOlR" VAN STEVENSON
IN DE PRISMA-REEKS
De liefhebber van de romantische avon
turenroman kan de uitgeverij „Het Spec
trum" te Utrecht alleen maar dankbaar
zijn, dat in de Prisma-reeks „David Bal
four, misleid en verliefd" van Robert Louis
Stevenson werd uitgegeven. Want dit ver
haal van de jonge edelman, die zwervend
door Engeland trekt is zo boeiend en zit
zo boordevol verrassende wendingen, dat
men geheel en al opgaat in de benarde
situaties, waarin dc overmoedige titelheld
geraakt. Bert Voeten zorgde voor de uit
rekende vertaling.