MATISSE I Zwerftocht In Dordogne 2Xe (cotiuiq, uati (iekdaatie* Menselijke aardrijkskunde en Zwerftocht in Dordogne Bij de dood van Geen verachter der tradities Permanente tentoonstelling - boven en onder de grond Truffels en droesem en eigen teelt GRIJZE, okerkleurige en roejicruine rotsen dooisncJen door diepe spleten, hier en daar verschroeide stoppels en schrale tamariskstruiken, brandende hitte, volkomen droogte, een enkele herdershut door kilometers eenzaamheid gescheiden van de volgende, nu en dan om aan het leven te herinneren een kudde schapendat is het dorre, maar grootse land schap van de Causscs, die kalkstenen rotsplateaux gelegen tegen de Cevennea en tegen de uitlopers van het Massif Central. Deze uitgestrekte Causses die, boven diepe, smalle dalen, soms een hoogte van duizend meter bereiken, zijn niet opge nomen in het toeristisch verkeer. Er zijn geen hotels, er is geen electrisch licht, er is bijna geen dorp waar men de nacht kan doorbrengen. Als men autopech krijgt, moet men maar rustig wachten tot een schaarse automobilist voorbij komt, die in het op vele kilometers afstand gelegen gehucht hulp wil gaan OP MIJN TAFEL ligt het tweede deel j van de Scira-editie „Geschiedenis van de moderne schilderkunst", waarin het Fauvisme en het Expressionisme be- handeld worden. Als eerste naam staat die van Matisse daarin vermeld. De af- i beelding op de omslag is een reproauc- tie naar diens schilderij „Intérieur te Nice" waarvan het origineel zich in het Koninklijk Museum te Kopenhagen bevindt. Als vaandeldrager van de ..Fauves" W ifll de wilde dieren staat de Franse halen. Wie echter dat risico neemt", wordt beloond met het uit- schilder Henri Matisse hier genoteerd, j j^cht op een van de indrukwekkendste en verrassendste natuur- taferelen van Frankrijk. Reeds op ongeveer vijftig kilometer ten Noorden van Montpellier zal hij. na tussen rotsmuren langs I slingerende, maar uitstekende, wegen naar boven gereden te j zijn plotseling in het bijna tweehonderd meter diepe Keteldal van twintig tot dertigduizend jaar geleden aan zijn goden kwam offeren: Lascaux, Pech Merle, Bara-Bachau.daar krijgt de moderne mens de openbaring van een onver moede kunst. Gij kunt er de ontwikkeling der rotswand schildering vrijwel op de voet volgen. Bara-Bahau toont het eerste tasten van de techniek van deze kunst, die in Pech Merle reeds voorbeelden van volmaaktheid geeft en in Las- van Navacellcs in de uitgedroogde bedding van een vroeger riviertje een dorpje zien met, oase in een landschap van stenen, wat boompjes en bebouwde grond: een liefelijke groene krans rond een onheilspellend rotsgedrocht. Als men door de Causses rijdt, begrijpt men hoe onjuist de dikwijls geuite critiek is, dat Frankrijk gebieden ter grootte van enige Nederlandse provincies onbebouwd laat. Hoe daar echtc-r de landbouw uit te oefenen op stenen en zonder water? Dat laatste is er zo schaars, dat het zelfs in de directe om geving van Montpellier verboden is duiven te houden, opdat de zeldzame regen, die op de daken valt en bron van drink water is, niet bevuild wordt. Elke mogelijkheid om te ver bouwen wordt echter aangegrepen en zo ziet men hier en daar in tussen hoge rotsen gedrongen smalle dalen een stukje land van vijftig bij vijfentwintig meter, met wat mais, groenten en wijnstokken. Meestal dient dat voor eigen gebruik van de boer. Wel sterk moet de gehechtheid zijn aan de „grond der vaderen" en aan de traditie om in die stiefmoederlijke natuur een een zaam en onzeker bestaan te blijven leiden. Het enige gezel schap zijn de kudden kleine schapen, die de melk leveren, waarvan in de. grotten van Roquefort de beroemde kaas ge maakt wordt. Merkwaardige qualificatie voor de meester der evenwichtige uitgebalan- ceerde compositie, voor de schilder die meende dat het kunstwerk een kal merende werking op het actieve den ken moest bewerkstelligen, te verge lijken met de ontspanning die een goede leunstoel biedt aan de vermoeide leden. Weinigen zijn het Fauvisme trouw gebleven. Men zegt Rouault, maar is dit wel stroom DE KAART VAN FRANK RIJK is echter het tegendeel van eentonig en zij biedt aan de minnaar van natuur en menselijke verscheidenheid een wonderlijke variatie. Als men de Causses naar het Wes ten verlaat in de richting van Albi plaatst een kromming van de weg de reiziger telkens voor prachtige panorama's. Hij rijdt de streek van de Tarn, de Lot en de Dordogne I waar? De geestelijke onder- binnen van Rouaults verbeeldingen kan verbeeldingen men stellig vergelijken met een wilde bergbeek, maar de uiterlijke vorm is statisch, ontleend aan de geometrie der j Romaanse glasramen. Het Fauvisme j betekende vooral de vrijmaking der primaire kleuren, een aantasting der optische illusie van de plastiek, een wegvagen der suggestieve maar mis- leidende schaduwen die door de poin- til listen al tot vibratie waren gebracht. Derain noch De Vlaminck hebben de j consequentie getrokken uit deze be- I weging, die te Chatou ontstond. De Het zijn niet alleen het rode water van de Tarn, de trillen de lijn der populieren lanes de Lot of de donkere bladeren der steeneiken of kastanje bomen aan de oevers der Dor dogne, die de reiziger doen stilhouden op de nog steeds schap, dat tot zwart-wit en bruin ge- sl|"e. klimmende en dalende reduceerd was, Derain ging over naar shngerwegen. Dat grootse, een bruine museumkleur. Het is Ma- maar harmonische landschap tisse, die door het Fauvisme heen de vormt het decor van een per- weg is gegaan, die voerde tot de ma- maneVte tentoonstelling van Vlaminck wendde zich tot het land- gische expressie der pure kleuren. Dat het publiek omstreeks 1906 ver- onrust en verontwaardigd was over deze aantasting der waarden behoeft ons niet te verwonderen. Men zag het als défaitisme en kon het in het beste geval aanvaarden als een stormloop op j een bouwvallige traditie, als zuiverend element. Een positieve bijdrage kon en wilde men van deze „wilden" niet af- wachten. Matisse was echter geen sloper, noch een verachter der tradities. De vereen- voudigingen, die hij nastreefde, waren geen dekmantels van onkunde en kwa- i men niet voort uit onvermogen tot plastische realisatie. Begaafd met een zeldzaam kleurgevoel en een sterk be- j grip voor maat en verhouding kon hij i vereenvoudigen zonder te verarmen. De contrasten van rust (vlak) en on- j rust (ornament) speelde hij feilloos tegen elkaar uit. Lijn en kleur steunen elkaar, maar behouden ieder afzonder- lijk hun intrinsieke waarden. HET IS NIET ZO gemakkelijk een goed inzicht in het oeuvre van Matisse te krijgen. In de Nederlandse musea ontbreekt hij vrijwel geheel. In het bui- tenland kan men soms collecties bij- j een zien. die door ondeskundige keuze i een verkeerd beeld van de schilder geven. In zijn lang en werkzaam leven zijn momenten van inzinking niet uit gebleven. Zijn hang naar een schone indeling van het vlak en het daarmee wat de natuur en de elkaar opvolgende beschavingen ge wrocht hebben. Naast de vele grotten, die een feeëriek schouwspel bie den van tere stalactieten en stalagmieten en transparante draperieën (waarvan die van Padirac de enige kermisach tige geëxploiteerde zijn) vindt men er de talrijke onder grondse voorhistorische tem pels, waar de primitieve mens caux tot volledig meesterschap gekomen is. Deze met de top pen der vingers, met stof of steen in de klei der onder grondse rotswanden getrok ken zowel poëtische als rea listische diercomposities, in zwart of polichroom, onthul len een rijke, voor goed ver dwenen fauna: bizons, anti lopen, mammoets, beren In het geheimzinnig half duister van deze praehisto- rische gewelven ondergaat men de grootsheid van het raadsel, hoe het mogelijk is, dat de eerste mensenrassen hun plastische verbeeldings kracht met zo'n onfeilbare technische beheersing van lijn, vorm en beweging tot uit drukking konden brengen. En men vraagt zich af, welke in nerlijke bewogenheid, welke intuïtie, welke bezwerings- drang hen geleid kan hebben. ALLEEN PÉRICORD telt reeds tachtig dogne rijk is aan praehistorie in zijn grot- der muren, waai vu s.ccnts Ki.-.ne vt.is: er van dergelijke grotten. Ook daar merkt ten, het is eveneens rijk aan jongere ge- openingen, de massieve vestingtorens, de rijk niet alleen gevormd wordt door zijn schiedenis in haar steden, dorpen, gehuch- vernuftig aangebrachte schietgaten wijzen schone oorden, maar vopral door de over- ten. Het is de streek waar de honderd- op het defensief karakter van deze gods- al aanwezige geestelijke activiteit. Is het jarige oorlog en de godsdiensttwisten ge- huizen: behoeders van de ziel en van het niet wonderlijk, dat bijna al deze grotten woed hebben. Op vele deuren ziet men lichaam. De van rode baksteen opgetrok- ontdekt zijn door eenvoudige boeren, door nog de klopper in de vorm van een hand, ken kathedraal van Albi is zo'n vesting plattelandsonderwijzers en dorpspastoors, ten teken dat de bewoners protestanten kerk. Als u echter het mooiste voorbeeld die, het belang der opgravingen vermoe- waren. In dit gebied, dat de wisselvallig- van dat soort gebouwen wil zien, moet u dend, deze begonnen voordat de officiële heid van de strijd herhaaldelijk andere niet aarzelen, gaande naar Lascaux, in de wetenschap zich ermee bemoeide! meesters gaf, zijn zelfs de straatjes der buurt van Montignac de route nationale Hoe lang zullen deze resten van voorbije dorpen strategisch aangelegd: smal en met 704 te verlaten en een onaanzienlijk land- beschavingen bestand zijp. tegen de in- veel bochten teneinde een „massaal" op- weggetje in te rijden. werking van andere temperaturen, voch- trekken van de vijand te beletten. De ver- Na ongeveer zes kilometer komt u in tigheid en luchtstromingen dan die, waar- sterkte kastelen zijn in dat in de twaalfde het minuscule dorpje Saint Amand-de- door zij eeuwenlang omgeven waren? In eeuw reeds onveilige gebied zo talrijk, dat Coly, waar een prachtig, uit de twaalfde Lascaux tracht men de schadelijke invloed vrijwel elke rotspiek ermee bekroond is: eeuw daterend, volkomen intact en vrij- van de buitenlucht af te wenden door een Castelneau, Beynac, Biron, Boureilles, wel niet gerestaureerd fort-bedehin's voor soort sluizensysteem, waardoor de bezoe- Commarque. Ook de kleinere adellijke u oprijst. De eenvoud van lijnen en vo- ker na ongeveer drie kwartier gebrek aan landgoederen en grote boerderijen zijn ge- lumen, de naakte gevels, de afwezigheid zuurstof begint te krijgen en kortademig flankcerd door versterkte torens. Zelfs van brede ramen, het dak van kalkstenen wordt. Subtiele wraak der ouden. vele Romaanse kerken, in dit gebied bij- geven het zowel een karakter van reli- vT jZO HET GEBIED tussen Tam en Dor- zonder vrees dp deur oncn samenhangende gereduceerde verfge- zonder vices de deur open bruik heeft wel eens tot verschraling der kleur geleid. Na de, in het voorjaar te Rotterdam fin museum Boymans) gehouden ten toonstelling, waar voor de eerste maal de plastieken van Matisse getoond wer den, zien wij verlangend uit naar een overzichtsexpositie van zijn picturale werk. De enorme belangstelling voor zijn experimenten als wandschilder in het kerkje te Vence (Frankrijk) lijkt wel wat onevenredig ten opzichte van zijn eigenlijke betekenis als vrij schil- der. Deze laatste zal zonder twijfel in volle glorie naar voren treden nu zijn leven door de dood is afgesloten. Exposities in Frankrijk zullen stel lig binnen afzienbare tijd gehouden worden. Mogen wij er ook een glimp van opvangen. Voor de velen die zijn werk slechts door, zij het uitnemende, kleurreproducties kennen zal het een openbaring zijn. OTTO B. DE KAT zonder talrijk, gelijken op forten. De dikte gieuze ernst als van militaire kracht. Duw want er is Polynesiëde hemel" wandtapijt, ontworpen door Henri Matisse (1947) MB geen bewaker die u in de weg zal staan. Het interieur, aangrijpend van eenvoud, zal u ccn uiterst vernuftig verdedigings systeem tonen: geheime trappen, uithol lingen in de pilaren, nissen van waaruit de boogschutters de ingangsdeur konden bestrijken, doorgangen, waarlangs zij zich konden terugtrekken op een nieuwe ver dedigingslinie, schietgaten. Langs smalle in de muren of pilaren verborgen kronkel trappen kunt gij naar boven klimmen, de oorspronkelijke balken van het dak zien en de wonderlijke door het dak beschutte koepel van los op elkaar liggende en in elkaar geschoven stukken kalksteen. Men vraagt zich zo onthutst af hoe die stenen op elkaar blijven, dat men uit natuurlijke reactie behoedzaam, heel behoedzaam ver der stapt. Als gij na uw bezoek iets gaat drinken in het dorpscafétje, waar het koper van vele voorvaderlijke pannen u Hollands glimmend toeblinkt, eert de waardin mis schien ook u door de moderne vruchten sap te schenken in antieke porseleinen bekers en weigert zij misschien ook be taling voor hetgeen uw kinderen drinken. (Zie verder paiina 5) (Vervolg van pagina 4) Want: „les enfants. ga doit boire" het is toch natuurlijk dat kinderen dorst heb ben? WANNEER GIJ uw intrek neemt in een van de dorpjes langs de mooie Dordogne kunt ge u elke dag, in een straal van on geveer zestig kilometer enige van de grot ten, van de Romaanse kerken, of van de duizend kastelen en adellijke landhuizen, waarmee Périgord bezaaid is, serveren. Of wel gij kunt wandelen in dorpjes, die geheel en al „historisch monument" zijn. Zo Cordes, ten noorden van Cahors, of het tweehonderd zielen tellende middeleeuwse Saint Cirq-La^opie, hooggelegen op een rots aan de oevers van de Lot. Een dorp, destijds zo ontoegankelijk, dat Richard Leeuwenhart in 1199 het beleg ervan moest opbreken. Zo ook Domme, honderd- vijftig meter boven de Dordogne, met hui zen daterend uit de tijd van Philips de Stoute die het dorp met een geweldige, imposante Porte des Tours liet versterken. Zo de grote stad Sarlat, die, uitgezonderd één lelijke moderne winkelstraat, een staalkaart biedt van huizen, kerken en gebouwen uit dc twaalfde tot de achttien de eeuw. Men wandelt daar temidden van monumenten uit Middeleeuwen en Re naissance, die ondanks het verenigd ge weld van mensen en elementen nog goed behouden zijn. Litteraire herinneringen mengen zich hier met historische. Men ziet hot huis waar La Boétie gewoond heeft, voor wie de fijne analyst der menselijke ziel, Montaigne, zelf uit deze streek ge boortig, het prachtige essay over de vriendschap geschreven heeft. In Sarlat kunt gij ook de studie der daken voortzetten, die gij zuidelijker be gonnen bent. Daar rode ronde Saraceense pannen, hier schuine dakmuren, los lig gend op het houtwerk en bestaande uit op elkaar geplaatste stukken gehouwen kalk- i een zonder cement verbonden. Weer iets noordelijker platte pannen of lei. De da- len van Frankrijk ce toit tranquille oü marchent les eolombes, zoals de dichter Valéry zegt bieden de liefhebber van menselijke aardrijkskunde wel een zeer merkwaardige en boeiende verscheiden heid. Het is echter wel enigszins anachronis tisch om bijvoorbeeld een poslzegel van de Tour de France te kopen in een met wijn ranken omslingerd huisje uit de veertiende eeuw. dat dienst-doet als postkantoor. En de kissproof-rouge op de lippen der postière heeft er iets onwezenlijks. De toe rist moet soms wel eens de ogen sluiten voor het heden om het verleden beter te kunnen zien en de hulp der verbeeldings kracht aanwenden om zich gevoeliger in de „oude tijd" te wanen. De provincies Quercy en Périgord zouden dan ook slechts een zij het groots en aantrekkelijk openluchtmuseum zijn temidden van een prachtige natuur, indien de traditie er niet zo sterk was en de bewoners deze traditie niet tot iets levends en tastbaars maakten. Zoals overal en in alles is tenslotte ook hier het voorstelbaar-menselijke en levend- menselijke het interessantst. DE BEWONERS van Périgord gehoorza men meer aan hun verbeelding dan aan voorgeschreven principes. Het zijn indivi dualisten in hun gedachten en gevoelens. Maar als men enige tijd in een der mooie dorpjes verblijft en de inheemsen niet als „rare vreemden" bekijkt, nemen deze u 5 op als een wolkome gast. Dan vertelt de truffelzoeker hoe hij er 's nachts op uit trekt om in het geheim, langs allerlei dwaalspoorwegen, de truffel, specialiteit van Périgord, te gaan zoeken onder be paalde eiken, op vindplaatsen, die alleen van vader op zoon bekend zijn. Dan nodigt een boer u uit om bij hem thuis uw sigaren te komen maken van zijn eigen geteelde tabak, die Perigordische tabak, die hij aan de Staat moet afleveren voor „gris" en „gauloises", maar waarvan hij een vast gesteld deel voor eigen gebruik mag be houden. Gij moet er dan niet tegen op zien 's morgens al van zijn „mare" te proe ven, alcohol van druivendroesem. Iedere boer distilleert zelf de vruchten, die hij heeft en maakt zijn persoonlijke alcohol, die nooit geheel op die van zijn buurman gelijkt. Zoveel kleine wijnbouwers, zoveel soorten mares. En misschien wordt gij wel uitgenodigd, zoals ik het voorrecht heb ge had, om wafels te komen bakken op Peri gordische wijze: met het oude, zware wafelijzer boven een knappend houtvuur. De schoorstenen in Périgord zijn zeer bij zonder: een schouw van ruim twee meter breedte en één meter diepte, met aan de korte zijden banken waarop gezin en gas ten plaats nemen. Men zit dus werkelijk „in" de schoorsteen. Daar warmt men zich in de winter, daar is het plekje voor de avondkout. terwijl het vlammende hout de zware waterketel verwarmt of de pan, waarin een gehypertrophieerde ganzen lever tot godenspijs bereid wordt. Er is geen grootse beschaving zonder grootse keuken, heeft Duhamel eens ge zegd. De beschaving van Périgord moet dan wel zeer groots zijn. Want dat toch niet zeer vruchtbare land mais, tabak, wijn levert vele specialiteiten voor een traditionele keuken: truffels, grote paddenstoelen, noten, ganzenlever, inge legde eend en gansstreling voor de tongpapillen. TRADITIE. Deze uit zich ook in de ver houding kiezer-gemeenteraadslid. Als gij door Quercy en Périgord gaat, zult gij tegen sommige huizen, naast de ingangs- deur of tegen het tuinhek, een slanke den zien staan, kaal tot de kruin, met halver wege twee witte vlaggetjes, die een bordje omgeven, waarop staat: „Hulde aan onze gekozene". Dat wijst erop, dat daar een behoeder der gemeentenaren en een waker over de gemeentebelangen woont. Burge meester en wethouders hebben meestal tussen de witte vlaggetjes nog een drie kleur van klein formaat. In deze uiting van vreugde, dank en verering des kiezers wordt soms ook de vrouw van zijn ver tegenwoordiger betrokken. Zo zag ik voor het huis van een dokter-gemeenteraadslid een tweede paal met op het bordje: „Ere aan mevrouw". Roerende uiting van haast kinderlijke eerbied voor het vroede ge zin of bewijs, dat mevrouw de ver kiezingszege bevochten heeft? Gevoelens en gedachten gaan waarheen zij willen. Toen ik in dat land van kort geleden nog zo wispelturige politiek dat betoon van erende aanhankelijkheid zag, gingen mijn gedachten als vanzelf naar mijn woonplaats. Met een zekere vertede ring stelde ik mij voor hoe mooi en stem mingsvol en rustgevend het zou zijn als ook daar die traditie gevolgd zou worden: negenendertig nationale iepen voor negen endertig woningen. Zeker, ik gaf mij er rekenschap van, dat het spontane element wel enigszins afwezig zou zijn: de eerbe wijzen zouden slechts geplant mogen wor den door een speciaal daarvoor benoemde functionaris en na toestemming van de schoonheidscommisie, na onderzoek van de plantenkundige dienst, na contróle van de brandweer. Zij zouden moeten voldoen aan eisen van hoogte, dikte, dichtheid van bladeren, kleur van groen en de letters „hulde" zouden eenvormig moeten zijn. Maar tochbij het inslaan van een straat toegewuifd te worden door een edelachtbare iep Op dat ogenblik klapperde olijk, oncon ventioneel en op een niet voor geschreven tijd een wit vlaggetje aan de enigszins scheefstaande den en ik begreep eens te meer, dat wat reizen belangwek- kend maakt juist de kennismaking Is met het niet- overplantbare, het andere, het niet- eigene. De Causscs. Quer cy en Périgord bieden dat in rijk-geschakeerde overvloed. S. ELTE. SERIE BlOGRAFIEëN EN PORTRETTEN. VAN AUTEURS Het is een goede gewoonte van de uit gevers ABC-maatschappij en Em. Querido in iedere herfst een jaarboekje onder de titel „Singel 262" te laten verschijnen. Ook nu zijn er vierentwintig biografieën (met foto's) bijeengebracht van Nederlandse auteurs. Sommigen schrijven over zich zelf, anderen worden door geestverwanten of vrienden getypeerd, enkele levensschet sen blijven tot curieuze aantekeningen van wetenswaardigheden beperkt andere boelen als kleine essay's. Het belangwek kendst zijn stellig de herdrukken van ar tikelen door D. A. M. Binnendijk over Marsman, door Jan Greshoff over Arthur van Schendel en door Menno ter Braak over W. A. Paap. Van de verdere bijdragen moet in de eerste plaats de inleiding door Karei Jonckheere tot het lezen in het werk van Raymond Brulez worden genoemd en het artikel, dat de toneelregisseur Johan de Meester aan de nagedachtenis van zijn va der wijdde. Verder kan men tussen zeer veel meer lezen dat Maria Dermoüt in Haarlem op de Meisjes-HBS is geweest en dat Annie Schmidt schrijft omdat zij moet: „Iedere morgen staat de beige Vrouw Plicht met de grote voeten aan mijn bed en zegt: d'r uit. sloerie. En werk!". De schrijver Max Dendermonde, die als Henk Hazelhof op 17 Juni 1919 in Win schoten werd geboren, wiens „De wereld gaat aan vlijt ten onder" onlangs in de rubriek Litteraire Kanttekeningen werd besproken. Hij is redacteur van het week blad „De Groene Amsterdammer" en van dc radio-rub rieken „Artistieke Staalkaart" en „Met en zonder omslag". Voordo nierofoon De afbeelding hierboven laat een oude wandtekening in een grol te Lescaux zien. De overige illustraties bij dit artikel geven een indruk van de schoonheid van het be schreven gebied. Aan het slot vindt men een foto van het huldebetoon aan een in de gemeenteraad gekozene. VORMEN met enige overdrijving ge schreven de liedjes van Barend Bluf nog de verkwikkendste uitzendingen van de Nederlandse omroep, het luisteren naar de buitenlandse programma's leidt vaak tot aangename verrassingen. Dat was bijvoorbeeld Maandagavond het geval toen wij op de Chaine parisienne (218, 259, 280 en 498 meter, 22.15 uur) de „Tri bune de l'histoire" ontdekten. Een uitzen ding, welke een kaleidoscopisch geschiede nisbeeld biedt naar aanleiding van actuele gebeurtenissen. Het bezoek van de Keizer van Ethiopië aan Pa rijs vormde deze keer het uitgangspunt voor een voortreffelijk klankbeeld over vor stelijke bezoeken, in de loop der eeuwen aan Frankrijk ge bracht. Van Julius Caesar af tot Tsaar Ni- colaas van Rusland toe werd met woord, muziek en signaal de politieke en culturele betekenis van deze bezoeken verduidelijkt. Het opmerkelijke bij dergelijke program ma's van de Franse radio is steeds weer, dat zij nergens „belerend" en daardoor onuitstaanbaar worden. Integendeel, met een kwinkslag werden soms de omstandig heden getekend waaronder een dergelijk bezoek plaats had. Toen gesproken werd over een bezoek dat de nog jonge kroon prins Wilhelm aan Napoleon 111 bracht, heette het: „Hij zou in 1871 terugkomen, niet geheel tot ons genoegen". De reeks hield trouwens al voor de tweede wereld oorlog op: hoe dichter men bij de eigen tijd komt, des te minder blijven de herin neringen rose. Daarom besloten de samen stellers maar liever met een kostelijke pa rodie: het staatsiebczoek van de Koning van Cerdagne (wie denkt daarbij niet aan De Geneètet's onvolprezen Land van Ko- kanje?) aan de Franse president, waarbij de hoge heren volkomen gelijkluidende toespraken houden.... „We hebben lang gezocht naar het volkslied van Cerda ne". aldus de commentator, „en tenslotte maar dat van het Vaticaan genomen, dat wordt toch bijna nooit gespeeld". En hij besloot met het ware woord: „Ja, het Parijse volk houdt van koningen, van die van anderen". Dinsdagavond stemden wij om acht uur af op Paris-Inter (1829 meter) om het pro gramma „Le coeur volant" van Armand Lanoux te horen. „Le coeur volant" (Het vliegend hart) was de naam van een der eerste ballonnen van de Gebroeders Mont- golfier, als wij ons niet vergissen. Lanoux voert zijn luisteraars in gedachten mee naar vreemde landen en streken en weet daarvan steeds in schone taal, met citaten van befaamde schrijvers, het beeld op te roepen, daarbij geholpen door langoureuse melodieën. De uitzending ging overigens de afgelopen week niet door wegens de ar- beidsmoeilijkheden, welke de Franse om roep met de artisten ondervindt. Daarom werd een herhaling van een aflevering uit een soortgelijke reeks, welke Armand I-a- noux in de zomer onder de titel „Aux ter- rasses du songe" maakte, gegeven. Ook die serie voldoet uitstekend wanneer men be hoefte heeft aan een programma dat, zon der te veel geestelijke inspanning te ver gen, door woord en muziek een romantiek suggereert, die al welhaast niet meer van deze wereld is. J- B. „DAVID BALFOlR" VAN STEVENSON IN DE PRISMA-REEKS De liefhebber van de romantische avon turenroman kan de uitgeverij „Het Spec trum" te Utrecht alleen maar dankbaar zijn, dat in de Prisma-reeks „David Bal four, misleid en verliefd" van Robert Louis Stevenson werd uitgegeven. Want dit ver haal van de jonge edelman, die zwervend door Engeland trekt is zo boeiend en zit zo boordevol verrassende wendingen, dat men geheel en al opgaat in de benarde situaties, waarin dc overmoedige titelheld geraakt. Bert Voeten zorgde voor de uit rekende vertaling.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1954 | | pagina 16