Met VELPON zie ie er geen barst van
Haarlemse scholieren helpen
school in India inrichten
.Clowntje Riek
Drie Amsterdamse exposities
Ergens pijn
Nergens pijn
„Achter Wallen
en Poorten"
Doel: f 15.000 voor de
Ranikhet High School
Heemstede
De weg naar
elkander
,,'t Silver Stoepke"
KALODERMA
GELEE
Santpoorts Kinderkoor
en gemengd kwartet
Elkedayzm
mmmnte
met
Agenda van twintig
punten was spoedig
behandeld
Sen en af S/
de nieuwe SENATOR
MEENK'S
POEDERS
;pXU piine:
VRIJDAG 19 NOVEMBER 1954
HAARLEMS DAGBLAD
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
5
Gummetjes-actie
prijs F 15.90
Middenstanders hielden
regionale jaarvergadering
Raad Bloemendaal
Voor de kinderen
FEUILLETON
De Haarlemse scholieren van het voort
gezet onderwijs zijn een gezamenlijk werk
begonnen, dat men niet moet uitvlakken:
een gummetjes-actie, die er toe moet lei
den, dat een schoolgebouw in India, ergens
aan de Zuidelijke voet van de Himalaya
de allérnodigste accomodatie krijgt. Het
Interscholair Comité, dat de actie op ver
zoek van het UNESCO-centrum te Am
sterdam organiseert, hoopt op 10 Decem
ber voor dit doel 15.000 te hebben bijeen
gebracht.
Het Interscholair Comité acht dit een
goede gelegenheid om bij de schooljeugd
belangstelling te wekken voor de wereld
problemen, een streven waartoe de jaar
lijkse viering van de UNO-dag op de scho
len tot dusver maar in geringe mate heeft
bijgedragen. Door de jeugd zelf bij het
werk voor de onderontwikkelde gebieden
te betrekken zal men haar zeker kunnen
interesseren bij een der belangrijkste
vraagstukken van deze tijd. Van de vijftig
scholen, wier medewerking is verzocht
Haarlem, Heemstede, Bloemendaal en
Zandvoort zal deze ongetwijfeld door
ongeveer 35 scholen worden verleend. De
overige voeren in vele gevallen reeds an
dere acties, die veelal op hetzelfde terrein
liggen.
Het gaat om de Ranikhet High-school,
die met Amerikaanse hulp is gebouwd in
India en door 725 leerlingen, 50 meisjes en
675 jongens wordt bezocht. De inrichting
van de school is nog verre van volledig
voor de natuurkunde en scheikunde
ontbreekt de apparatuur bijvoorbeeld nog
geheel. Een deel van de accomodatie zal
reeds kunnen worden bekostigd door de
hulp van de Rotary en de rest hoopt het
Interscholair Comité aan te vullen. Op het
Stadhuis ligt een enorme hoeveelheid gra
tis ter beschikking gestelde gummetjes
klaar die over de deelnemende scholen
verdeeld wordt en waarvan er zo veel
mogelijk voor de mimnimum prijs van 25
cent moeten worden verhandeld. Vele
leerlingen zijn al met groot enthousiasme
aan de verkoop begonnen. Het UNESCO-
ADVERTENTIE
BURGERLIJKE STAND
ONDERTROUWD: J. C. Cladder en R. P.
Coussement; F. L. Schalkwijk en M. J. M.
Hanskamp; G. Amsinga en A. T. Allebé; A.
de Weijze en F. H. van Dort.
GETROUWD: G. P. van der Meij en M. H.
M. Deelissen; P. L. Serné en W. D. de Visser;
J. de Bruin en M. Kleinman.
GEBOREN: Gijsbertus Richard, z. van R.
H. Vester en A. P. Brands; Johanna Geer-
truida, d. van K. W. Verbeek en J. Schippers;
Wilhelm Frans z., van W. F. Kuijpers en R.
Bruinenberg; Yvonne Cornelia, d. van C. A.
Roest en C. E. Reijer; Willem Frederik, z.
van. J. Kuiken en A. Smits.
OVERLEDEN: Wed. D. M. Stolk—Ooster-
om, 78 j., (v.); G. J. Jager—Dolman, 70 j.
(v.); A. H. Michaelis, 63 j, (v.).
centrum zal de opbrengst via haar eigen
internationale betaalmiddel, de „unums",
die een waarde van 19 vertegenwoordi
gen, aan de Ranikhet High-school doen
toekomen.
Als de opzet slaagt, zal oo*k Haarlem zijn
deel hebben geleverd als- een van de hon
derden scholen in Amerika, Engeland,
Frankrijk, Denemarken en Nederland, die
in actie zijn voor scholen in minder be
voorrechte landen. Het vorig jaar brach
ten zij gezamenlijk ƒ400.000 in dergelijke
acties op.
Voorts worden de scholieren in de ge
legenheid gesteld met leerlingen van de
geadopteerde school, die veelal nog in hut
ten en bergholen wonen, te corresponderen.
Voor diegenen, die mogelijk nog weife
len, wanneer hen een gummetje met de
naam „UNESCO" erop wordt aangeboden,
volgen hier nog een paar gegevens: India
heeft een bevolking van 360 millioen zie
len. De gemiddelde leeftijd is 27 jaar. Het
hoge sterftecijfer is voornamelijk te wijten
aan ondervoeding. Incidentele hulpacties
kunnen deze niet opheffen, het land en
zijn bevolking zélf moeten ontwikkeld
worden. Dat gebeurt door de technische
hulpverlening, waarin Nederlandse des
kundigen een groot aandeel hebben. Deze
gaat gepaard met de hulp van de UNESCO
bij het opbouwen van het onderwijs: een
reusachtige opdracht, want 80 procent van
de bevolking is analfabetisch, alleen al 99
procent van de vrouwen.
Donderdag werd in café-restaurant
Brinkmann te Haarlem een regionale
voorlichtingsvergadering gehouden van de
Koninklijke Nederlandse Middenstands
bond onder voorzitterschap van de heer
L. de Groot. De bondssecretaris, de heer
D. Swagerman gaf in zijn rede een over
zicht van het gevoerde middenstandsbeleid,
de actie van de KNMB in dit jaar en in
de naaste toekomst.
Spreker verklaarde, dat in iedere lande
lijke partij het bestuur te maken heeft met
de vraag hoe men de leden op de hoogte
moet houden met de activiteit van het
bondsbureau en het dagelijks bestuur. Im
mers, dikwijls is bewezen, dat een jaar
lijkse vergadering, waarbij het jaarver
slag wordt voorgedragen en eventueel nog
een periodiek onvoldoende is en aangezien,
volgens de heer Swagerman het ook bij
de meest intensieve voorlichting nodig
blijft om een groot vertrouwen te hebben
in de centrale figuur van het dagelijks be
stuur, de bondssecretaris, is men over
gegaan tot de regionale voorlichtingsver
gaderingen.
De heer Swagerman meende, dat de
centrale hoofdlijn van het beleid natuur
lijk stabiel, maar dat op deze wijze de be
zwaren uit de bond naar voren komen,
omdat een ieder op de regionale dagen
bijeen kan komen zonder de eigen zaak
voor langere tijd in de steek te moeten
laten.
Spreker wees er vervolgens op, dat deze
vergaderingen in de diverse delen van het
land een bijzonder groot succes zijn ge
weest en voorts legde hij de nadruk op
het belang van het contact met de bona
fide huisvrouwenorganisaties. Ook was hij
van oordeel dat onder meer het reisbon-
nen- en cadeaustelsel afgeraden moest
worden. Ten aanzien van de fiscale pro
blemen voor de middenstand meende de
heer Swagerman, dat de algemene be
lastingdruk te hoog genoemd moest wor
den. Ook besprak hij nog het belang van
de internationale samenwerking en ten
slotte voltooide hij zijn inleiding met het
opsommen van de voor- en nadelen van
de sociale verzorging voor de midden
stander.
Na afloop van deze lezing werd zowel
des ochtends als des middags de gelegen
heid gegeven om vragen te stellen en toen
bleek duidelijk het grote nut van een der
gelijke regionale vergadering, want ieder
een zag kans om de specifiek plaatselijke
problemen aan een nauwgezet onderzoek
te laten onderwerpen. Laat in de middag
werd de vergadering pas gesloten.
ADVERTENTIE
hebt U gevonden. Nu wilt U zich
gaan verloven!
U zult de weg naar 't SILVER STOEP-
KE ook gemakkelijk vinden en voor
VERLOVINGSRINGEN naar Uw wens
is dit de juiste weg.
Gaat daarom hand in hand
met het merk „CONSTANT"
GROTE HOUTSTRAAT 49
De kleine zaak met de grootste keuze
ADVERTENTIE
maakt handen zacht ah jluiveel
Joop Huizinga, die zijm muzikale sporen
wat betreft het leiden va.n kinderkoren
reeds cum laude verdiend heeft, gaf Don
derdagavond een uitvoering met het „Sant
poorts kinderkoor" in de Nederlands Her
vormde kapel.
Al telde het omvangrijke programma
ook nog andere medewerkers, zoals „Sant
poorts gemengd kwartet" en de pianist
Albert de Groot, de grootste belangstelling
ging niettemin uit naar de groep jongens
en meisjes, die Huizinga op het kleine po
dium om zich heen geschaard had. De
frisse zang verried door de grote accura
tesse en aandacht hoe zeer deze uitnemen
de leider deze jeugd tot een werkelijk
zangkoor heeft weten te maken. Slechts
zij, die weten wat er aan paedogogisch in
zicht te pas komt om de jeugd van vijf tot
elf jaar tot gedisciplineerd zingen te bren
gen, beseffen over welk een geduld deze
dirigent moet beschikken.
Voor genoemd kinderkoor was deze uit
voering een eerste optreden in het publiek.
Het was veelbelovend. Helder en rhyth-
misch voerde het bekende tweestemmige
liedjes uit, waarbij de zonder begeleiding
gezongen werkjes zeker niet minder goed
klonken dan die welke Albert de Groot
van instrumentale kleur voorzag. Piet
Lustenhouwers marsliedje „Wandel mee"
klonk als een klok en was een gezellig slot
van een goed begin. Wij zullen zeker nog
wel meer van deze vereniging, onder
afdeling van het Kapelkoor, horen.
Van Santpoort Gemengd Kwartet hoor
den wij behalve een aantal geestelijke lie
deren, een drietal werkjes van de om
streeks de eeuwwisseling zo geliefde com
ponist Franz Abt, die weliswaar ietwat
zwaar van sentiment zijn, maar die zich
gemakkelijk en vlot lieten zingen door het
optredende viertal. Het kwartet had zich
inderdaad op de samenzang toegelegd, pro
fiterend van de bekwame begeleiding. De
onderlinge zuiverheid dient toch nog met
grote aandacht bestudeerd te worden, want
„het boterde" nog niet al'tiid. De klank van
dit viertal was beschaafd en ook deze
groep zal in de toekomst wel meer van
zich doen spreken.
De grootste attractie voor jong en oud
was de opvoering van de vrolijke éénacter
„Die dove kwartel".
A. J. VAN DER WEIJDEN
ADVERTENTIE
De gemeenteraad van Bloemendaal had
ruim een half uur nodig om de agenda
van twintig punten af te handelen. Ir. De
Vassy was nog wegens ziekte afwezig en
B. en W. vonden het noodzakelijk een
plaatsvervanger te benoemen in twee
commissies, waarin de heer VasSy zitting
heeft. Anders kan het gebeuren, dat op
vergaderingen van de commissies het ver
eiste quorum niet aanwezig is. Mr. H. W.
Vliegen werd gekozen als plaatsvervanger
in de Woningwetcornmissie en de heer C.
SchuLz in de commissie voor Publieke
Werken.
De heer P i n x t e r was hersteld van
zijn ziekte en alvorens begonnen werd aan
de behandeling der punten bracht hij het
college van B. en W. en de raadsleden
dank voor hun blijken van belangstelling
tijdens zijn ziekte getoond.
De mededeling van B. en W., dat het
ontwerp van het nieuwe raadhuis spoedig
zal worden aangeboden, werd voor ken
nisgeving aangenomen.
Bij het verlenen van medewerking aan
schoolbesturen vroeg de heer F ij e n
■(KVP) of de verzoeken niet bij het begin
van het schooljaar ingediend kunnen wor
den. De voorzitter, burgemeester dr.
D. H. Peereboom Voller antwoordde, dat
schoolbesturen verzocht is verzoeken
voor het begin van het begrotingsjaar in te
dienen. Dan heeft de raad een beter over
zicht. Spreker verwachtte medewerking
van de schoolbesturen.
Op een vraag van de heer F ij e n of ook
zij, die op de gemeentebegroting genoemd
worden, in aanmerking komen voor een
verhoging van 6 deelde de voorzit
ter mee, dat deze zaak in onderzoek is.
Het voorstel de salarissen van het ge-
meervtepersoneel te verhogen werd aan
vaard.
De heer Van Holten vond het voor
stel een bijdrage aan het comité vluchte
lingenhulp 1.954 (verdubbeling van de bij
drage van het gemeentepersoneel) sym-
phatiek, maar is een besluit niet in strijd
met de gemeentewet. Vroeger zijn beslui
ten om bijdragen voor een bepaald doel te
verstrekken vernietigd.
De voorzitter herinnert er aan, dat
de minister van Binnenlandse Zaken in
een brief een voorstel over beschikbaar
stellen van een bedrag aanbeveelt.
De heer Van Holten: „Dat zegt mij
niets. Gedeputeerde Staten hebben te be
slissen over raadsbesluiten. Thans stelt de
minister de gemeentewet buiten werking".
Nadat nog de gedachte geopperd was
voor één keer een subsidie te verlenen
werd het oorspronkelijke voorstel van B.
en W. aanvaard.
De heer Van Holten had bezwaren
tegen het verlenen van garantie voor
rente en aflossing van hypotheken voor
bouwkaswoningen. Hij verwachtte, dat het
hypotheekwezen er schade door kan lijden.
Wethouder Hijszei er (A.R.) deelde
mee, dat Gedeputeerde Staten geen be
zwaren hebben tegen het verlenen van
garantie en vreesde de bezwaren van de
heer Van Holten niet.
Het voorstel werd aanvaard.
De restauratie van de in Zaandijk staan
de meelmolen „De Dood", die geruime tijd
was gestaakt, wordt hervat. De Zaandijker
molenmaker Husslage zal pogen De Dood in
oude glorie terug te brengen.
Oepoetie en Rick trokken hun bovenkleren uit, en de vrouw hing die netjes buiten
in de zon aan een drooglijn.
„Ziezo, die zullen wel gauw droog zijn", zei ze. „Komen jullie nu maar mee naar
binnen, dan zal ik wat lekkere limonade voor je klaarmaken; dat heb je wel ver
diend!"
Ze nam de jongens mee naar binnen en gaf ze stoelen. Toen ging ze in de keuken
en kwam terug met drie bekers heerlijk frisse limonade.
„Smaakt het?", vroeg ze.
Nouhet smaakte best, hoor. En ze kregen er ieder ook nog 'n groot stuk koek bij.
„Ik ben toch zo blij, dat er zulke flinke jongens in de buurt waren, toen het ge
beurde", zei de vrouw. „Ik moet er niet aan denken wat er gebeurd zou zijn, als
jullie niet zo kranig in 't water gesprongen waren en mijn Jantje gered hadden!"
„O", zei Bunkie bescheiden. „We waren toch met zijn drieën, en het was maar een
klein stukje zwemmen!"
Toen de kleren helemaal droog waren en Oepoetie, Rick en Bunkie ze hadden aan
getrokken, namen ze afscheid. De vrouw bedankte hen nogeens heel hartelijk en
wuifde ze na, tot ze om een hoek van de weg verdwenen waren
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
V
o
■t
7
Oy|*
Het Amsterdamse tentoonstellingsseizoen
staat momenteel in het teken van de aqua
rel en de tekening. Dit is een toevallige
omstandigheid, die echter aanleiding biedt
tot vergelijkende besprekingen.
De najaarstentoonstelling van Arti et
Amicitiae bestaat uit aquarellen, gouaches,
tekeningen, grafiek en beeldhouwwerk,
door leden der maatschappij vervaardigd.
Om bij de beeldhouwkunst te beginnen:
het meest werden wij door een sterke Por
tretbuste van een Spanjaard door Kees
Schrikker getroffen. Volgen we verder de
catalogus alfabetisch dan dient de krach
tige tekening van Abbing, voorstellend een
arbeider, gezeten aan een tafeltje, genoemd
te worden. Van een gecompliceerd stilleven
van een gipsfiguur, die in een spiegel weer
kaatst wordt, maakte mevrouw Bauer
Stumpff een levendige pastel. De aquarel
len van Cees "Bolding winnen de laatste
jaren meer en meer aan directheid. Zijn
Vissershaven Esgberg is heel levendig ge
daan. Beweging van water, boten en lucht
zijn met brio voorgedragen. Vloeiend in de
natte waterverf schetste Van Duimen
Krumpelman een Oosters tafreel. Filarski
herkent men dadelijk aan de mat-lichtende
kleur van zijn gouacheverven.
Dirk van Gulik maakte van de „daken
van Amsterdam" een aquarel, goud-geel
van toon, breed van visie en uitvoering.
Dirk Harting zond een recente tekening uit
Portugal, die wij al eens eerder bespraken
toen deze in het Huis Van Looy te zien
was.C. J. Maks was gelukkig met zijn Gi-
tane-dansers. Arie van Mever handhaaft
in zijn aquarellen „Rozen" en „Zelfportret"
de zelfde diffuse toon van zijn olieverf. Ton
Meyer maakte in Zuid-Frankrijk een poë
tisch werkje. Op schetsmatige wijze aan
geduid weet mej. Coba Ritsema een gepor
tretteerd jongetje helder te typeren. So-
rella frappeert op Arti-tentoonstellingen
steeds door een originele vondst, zo ook nu
met twee poppenkopjes getooid met mo
dieuze hoeden. Tenslotte vermelden we de
namen van J. G. Veldheer en Jac. Bodaan,
beiden kort geleden overleden en met een
eigen groep geëerd.
Werk van Bob Buys
Bij antiquariaat en kunsthandel Hans
Marcus, Rokin 55, zijn enige aquarellen
van Bob Buys te zien. Het zijn bijna alle
Parijse stadsgezichten, in de afgelopen
zomer vervaardigd. Buys laat ditmaal een
ander Parijs dan het bekende aspect van
Seine-oevers of Jardin de Luxembourg
zien. Hij heeft zich teruggetrokken in de
stillere buurt achter het Panthéon en zijn
aquarellen van de meer imposante dan
fraaie fagade van de St. Etienne du Mont
doen op het eerste gezicht eerder aan ver
beeldingen van een Franse provinciestad
dan aan Parijs denken. Dit is geen disquali-
ficatie. Inderdaad bezit deze wereldstad
meer punten waar men zich kan wanen in
een kleine plaats. Er is daar een intimiteit
en een stilte, die ons het roezige leven
van de metropool doet vergeten. Voortref
felijk geeft Bob Buys dit weer in een aqua
rel, waar tussen de zuilen van het Panthéon
een groepje mensen als verloren doorwan-
VRAAB
JUISTE
SOORT
delt. Hoe verlaten men zich in een Parijs
hotel kan voelen, vertolkt hij door een
kijkje uit de eigen kamer naar de over
kant van een binnenplaats, waar twee lot
genoten enigszins verveeld over een ijze
ren balustrade hangen.
Wij leren in deze zoals gewoonlijk zeer
knap gedane aquarellen een ander facet
van Bob Buys kennen: iets bewogens, iets
van het drukkende angstgevoel, dat de
steenmassa's in de eenzame mens kunnen
opwekken, wist hij te vertolken.
Drie temperamenten
Bij kunsthandel M. L. de Boer, Keizers
gracht 542 zijn aquarellen en gouaches van
Johan Buning, Herbert Fiedler en Jan
Groenestein tentoongesteld. De limiet in
de techniek en de speciale keuze uit het
oeuvre der drie exposanten zorgde hier
voor een goed samenspel. In wezen heb
ben we hier met drie heel verschillende
temperamenten te doen. Het bewogen ex
pressionisme van Fiedler vermoedt men
eerder dan men het gewaar wordt in de
brede landschappen uit de Provence. Ster
ker breekt dit zich los in een voortreffe
lijke verbeelding van een Amsterdamse
gracht met een wegscherende meeuw. In
getogen en vol concentratie is een meisjes
kopje van dezelfde schilder.
Groenestein boetseerde in de van hem
bekende levendige trant een geestige Don
Quichote en een gevoelig paardje. Van zijn
aquarellen is die van een mestkar met
werkende mannen en paarden het boei
endst. Met de lichte toets toeet Groenestein
een bewegelijke maar volledig verantwoor
de compositie van zo'n onderwerp te ma
ken. Een grote beperking legde hij zich op,
toen hij met weinig kleur, spaarzaam aan
gebracht, een paar knotwilgen in een uit
gestrekt landschap schilderde.
Johan Bunings inzending omvat een
kleine bloemlezing uit vroeger werk. Daar
is weer de statige aquarel van een open
staand hek en het Atelierintérieur, voor
treffelijk samengesteld uit eenvoudige mo
tieven, veel meer dan een vluchtige im
pressie, een samenvatting van de in veel
voorafgaande arbeid verworven kunde.
Verwonderlijk, dat zo'n compleet werk
stuk niet reeds lang in een openbare of
particuliere collectie een plaats heeft ge
vonden.
OTTO B. DE KAT
ADVERTENTIE
:aa| jegen koorts, kiesp.jn,
Historisch verhaal naar het gelijknamige
toneelspel van JAN VAN DAM
Bewerkt door A. Zwart
36)
Maar toen de bevolking dat hoorde, was
er bijna een oproer ontstaan, omdat vrou
wen en kinderen en ouden van dagen en
zieken achtergelaten zouden moeten wor
den. Toen had een kapitein voorgesteld om
ook deze mee te nemen, beschermd door
zestien vendels. Men zou dan zien de
Geuzenschepen te bereiken en te vluchten.
Maar gisteren was het bericht binnenge
komen, dat een overgelopen Waalse sol
daat het plan aan de Spanjolen had ver
raden, zodat er niets van kon komen, ale
voorbereidingen ten spijt.
De beide jongens keken mistroostig over
de binnenplaats. Er zaten veel soldaten uit
Everts vendel rondom, maar schieten
deden zij niet: dat konden ze wel zo lang
zamerhand.
„Pieter! Kijk!" riep Evert plotseling, ter
wijl hij met een ruk overeind zat. Hij wees
naar de leeg gegeten duiventillen, die op
het dak van een schuur stonden. Klapwie
kend cirkelde er een duif boven en streek
dan sierlijk neer en wandelde met knik
kende kop naar binnen.
Met een paar passen waren de beide
soldaten er bij. Pieter gaf Evert een zetje
en hij zat op de schuur. Voorzichtig nam
hij de duif, en jawel! Er zat een briefje om
zijn poot. Behoedzaam haalde hij het er
vanaf, liet het triomfantelijk aan Pieter
zien, sprong van de schuur en zij haastten
zich naar binnen om het aan Ripperda te
brengen. Evert had nog de tegenwoordig
heid van geest om ook de duif mee te ne
men; een lekker hapje waaraan de gou
verneur zich te goed zou kunnen doen met
zijn kolonel.
Zo begon het.
„Een bericht van de Prins'" riep Rip
perda, toen hij het gelezen had. „De duif
moet afgedwaald zijn, want hier staat dat
we Batenburg vandaag of morgen kunnen
verwachten. Hij geeft een code voor vuur-
seinen, zodat we berichten kunnen uitwis
selen". Ripperda stond op. Zijn vermagerde
gezicht straalde. „Evert", zei hij, „Evert
Talesius, nu krijg je toch nog de kans om
voor Haarlem te vechten".
Zonder kloppen werd de deur openge
worpen en een opgewonden soldaat ver
soheen.
„Excellentie!" begon hij meteen, zonder
verlof tot spreken af te wachten. „De to
renwachter van de Bavo zegt dat de Span
jaarden in de hout een kunstmatige nevel
maken. Ze verbranden denkelijk nat stro.
Of u onmiddellijk wilt komen kijken!"
Zonder nog een woord te wisselen ren
den de vier mannen naar buiten. Toen zij
op de Botermarkt waren, zagen zij het
al. Er was veel volk verzameld en allen
keken naar de dikke witte rookwolken, die
in het Zuiden opstegen.
„Excellentie!" riep Evert. „Ik begrijp
het, geloof ik!"
„Spreek!"
„De troepen van Batenburg naderen na
tuurlijk al. Ik denk dat ze de duif gevan
gen hebben, het bericht gelezen, en haar
toen weer nebben laten vliegen. Die rook
maken ze, dat wij de vuursignalen niet
kunnen zien en geven!"
Ripperda stampte op de grond.
„Onze laatste hoop vervlogen!" riep hij
radeloos.
Evert beet zijn tanden op elkaar.
„Excellentie", zei hij dan. „Geeft u mij
verlof om met mijn vendel een uitval te
doen en contact met bevelhebber Baten
burg op te nemen! Dan kan.het misschien
nog gered worden!"
Terwijl zij snel terugliepen naar de Doe
len, schudde Ripperda zijn hoofd.
„De mannen zullen weigeren", zei hij,
„en dat kunnen we hun niet kwalijk ne
men. Het zou zelfmoord zijn".
„Ik ben er van'overtuigd, excellentie",
hield Evert aan, „dat ze niet zullen weige
ren. Integendeel! Bij Heiligerlee en Jem-
mingen hebben we met elkaar gevochten.
De mannen en ik zijn aan elkaar ver
knocht! Ze zullen zeker meegaan!"
Ripperda bleef staan en legde een hand
op Everts schouder.
„Probeer het", zei hij met ontroering in
zijn stem. „Het is een daad van wanhoop,
maar probeer het!"
„Aantreden!" beval Evert op de binnen
plaats.
De soldaten sprongen op en gingen in
rijen achter elkaar staan. Ook zij hadden
elkaar opgewonden op de rook gewezen.
„Mannen!" begon Evert. „Met de rook,
die jullie zien, wil de vijand de laatste
ontzettingspoging van de Prins verijdelen.
Bevelhebber Batenburg nadert op het
ogenblik mee negen vendels, maar door het
rookgordijn kunnen wij geen contact met
hem opnemen! We moeten snel handelen,
mannen. Zijn jullie bereid een uitval met
mij te doen? Er is weinig kans dat jullie
er levend vanaf komen, maar als maar één
van jullie hem bereikt is het genoeg. Dan
kan hij zeggen, dat Haarlem gereed is om
hem te helpen en ook tot de aanval over
te gaan. Maar, zeg ik jullie, het is niet zé
ker, dat Batenburg er al is. Misschien is
het een list en dan zijn jullie reddeloos
verloren. Jullie kunnen weigeren, als je
wilt!" Evert zweeg en gespannen namen
hij en Pieter en Ripperda de soldaten op.
Maar nog geen tien seconden later klonk
het uit alle kelen:
„Present, luitenant!"
„Maak jullie dan terstond in orde! En
dankjewel, mannen ik wist wel dat ik op
jullie kon rekenen!"
In koortsachtige haast begonnen de sol
daten hun geweren na te zien en ook Evert
controleerde onmiddellijk of hij genoeg ko
gels in zijn zakken had.
Met een gelukkige glimlach op zijn ge
zicht klopte Ripperda Evert weer op de
schouder. Maar eer hij uiting van zijn
dankbaarheid kon geven, zei Pieter:
„Excellentie, mag ik met Evert mee? Hij
is mijn vriend!"
Ripperda knikte zonder een woord te
zeggen. Nog steeds glimlachte hij.
„Jullie zijn dappere jongens", zei hij ont
roerd. Dan vermande hij zich. „Ik zal nu
snel alle andere vendels in gereedheid
brengen, zodat wij op het eerste teken
kunnen uitvallen om jullie en Batenburg
te helpen!" Hij verdween snel naar bin
nen.
Nog geen kwartier later verlieten het
vendel en Evert en Pieter de stad. Door
een deur vlak boven het water van de
Grote Houtpoort gingen zij naar buiten.
Plat liggend met het musket in de aanslag
peddelden zij naar de overkant. Doordat
de vette witrook iedereen het uitzicht be
nam, konden zij de Spanjolen niet zien,
maar de Spanjolen hen natuurlijk even
min. Daardoor werd niet geschoten en was
de overtocht, met het ene vlot dat er was,
na twintig minuten ordelijk voltooid.
In gebogen houding, de een na de ander,
Evert voorop en dan Pieter, slopen zij
voorwaarts naar de Hout. Het was dood
stil. Er zongen wat vogels. Toen zij vijf
minuten hadden gelopen, gaf Evert het'
sein tot stoppen, en allen gingen plat op de
grond liggen.
„Begrijp jij waarom er niet geschoten
wordt?" vroeg Evert aan Pieter.
„Het is me een raadsel", fluisterde deze.
„En dan die stilte' Je kuftt hier ook bijna
geen hand voor ogen zien!"
Verwonderd schudde Evert zijn hoofd.
Dan gaf hij een sein en voort ging het
weer, hoewel steeds langzamer Voetje voor
voetje schuifelden zij tenslotte voort. En
plotseling doemden de eerste Spaanse ten
ten uit de witte nevel op. Evert liet zich
onmiddellijk vallen, gevolgd door alle an
deren. Hij beduidde dat iedereen op zijn
plaats moest bliiven en begon langzaam
naar voren te kruipen.
„Pas op!" fluisterde Pieter hem achterna.
Pieter kende deze omgeving op zijn duim
pje, sinds zijn tocht naar Delft.
Nog steeds was het doodstil. Evert was
bij de tent aangekomen en lichtte voor
zichtig het zeil op en keek van onderen
met één oog naar binnen.
„Leeg!" fluisterde hij dan. Hij kroop te
rug, angstig gadegeslagen door Pieter en
de mannen die hem door de mist nog kon
den zien. „Ik denk dat het kamp verlaten
is", zei hij zacht.
„Zouden de Spanjaarden de benen heb
ben genomen bij de nadering van Baten
burg?" vroeg Pieter. zijn gezicht lachend.
Evert haalde zijn schouders op.
„Ik weet het niet", zei hij. ,.Ik vertrouw
het niet. Laten we verder gaan".
(Wordt vervolgd).