Shot IN DE WERELDPOLITIEK Het speelgoed der mensheid r Vijftig jaar geleden Moet de pers méér openbaren dan het officiële Kamerverslag? Rekken Probleem voor Kamer en pers raak van smaak Eerste Nederlandse modeshow in Londen Bello's baanvak wordt autoweg Hoe is het ontstaan?^ Fa. J. H. Schous i 3 Als de korte nacht langer duurt dan de lange dag Agenda voor Haarlem NESB-leider vrijgesproken van illegale grenspassage Dit woord: BEAMEN kJ Dertienjarige jongen ging er met auto's en met een autobus vandoor Uit Haarlems Dagblad van 30 November 1904 DINSDAG 30 NOVEMBER 1954 E>e vorige week is in de Tweede Kamer even een merkwaardige gedachtenwisseling gehouden, waarbij bepaalde relaties tussen parlement en pers in het geding waren. Slechts zeer zelden betrekt de Kamer dat gene, wat de parlementaire journalisten over de gang van zaken schrijven, in haar discussies. Dat men deze keer hiervan af week was mijns inziens alleszins begrijpe lijk. Immers, nadat Woensdags in het open baar gebezigde woorden uit de Handelin gen waren geschrapt en daardoor als niet gesproken golden, waren de volgende dag die woorden toch in meer dan één krant afgedrukt. Mr. Burger (P. v. d. A.) vroeg dé voorzitter wat hij daarvan dacht. Deze afgevaardigde erkende het formele recht van de journalisten te handelen zoals zij hadden gedaan. Hij vroeg zich echter af of het wenselijk is, dat hetgeen geacht wordt niet gezegd te zijn, desondanks in de pers toch wordt vermeld. Voorzitter Kortenhorst gaf op 's heren Burgers vraag te kennen, dat inderdaad een dergelijke gang van zaken tot overpeinzing aanleiding kan geven. De bedoeling van de reglementsbe paling omtrent schrapping uit de Hande ling van woorden, die eigenlijk niet dooi de beugel kunnen, wordt door dergelijke publicaties verijdeld. Maar, zei de voor zitter, men moest er zich wel goed reken schap van geven, dat er persvrijheid be staat en dat dus uitsluitend de journalisten moeten uitmaken of zij uit de Handelingen geschrapte woorden willen openbaren, dan wel met enige disci'etie te werk willen gaan. Hoe het ook zij, de persvrijheid staat voorop, maar de voorzitter kon niet ont kennen dat zich hier een probleem voor doet en eventueel zou hij daarover met de leden van de parlementaire pers wel eens willen spreken. De Kamerleden moeten goed begrijpen, dat in deze-n het laatste beslissende woord aan de pers zou zijn. Prof. mr. Oud (WD) ontried de voorzitter hierover met de pers te spreken, want de persvrijheid achtte hij in dezen buiten kijf te staan. Nu was het merkwaardig, dat mr. Burger en de Kamervoorzitter dit beginsel eveneens op de voorgrond hadden ge plaatst. Prof. Oud greep deze gelegenheid aan zijn hart te luchten over het zijns inziens ongewenste van de schrappingsbepaling. Door schrapping uit de Handelingen van bepaalde woorden zou men later niet meer kunnen nagaan, waarom dit of dat door de voorzitter als niet toelaatbaar was ge schrapt. Op dit punt echter kon dr. Korten horst prof. Oud gerust stellen door in her innering te brengen, dat wel degelijk ook de geschrapte woorden voor de geschied vorser bewaard blijven, doordat zij, voor zien van het voorzitterlijk stempel en van een paraaf van het lid, dat de woorden heeft gebezigd, keurig in een speciaal daar voor bestemde doos bewaard worden en dat ieder lid er later inzage van kan krijgen. Toen prof. Oud nog als bezwaar uitte, dat een dergelijke maatregel iets uit de Handelingen doet verdwijnen, dat toch in het openbaar gehoord is, herinnerde de voorzitter hem er aan, dat evenmin inter rupties waarop niet is ingegaan, een plaats in de Handelingen krijgen. Na deze discussie in de Tweede Kamer 1& in enige dagbladen verkondigd, dat er toch iets van een mogelijk gevaar voor aantasting van de persvrijheid in te be luisteren viel, dat er blijk was gegeven van gebrek aan begrip omtrent de taak van de parlementaire pers, en dat er hier helemaal geen probleem aan de orde was. Het eerste is terstond met verwijzing naar hetgeen zowel mr. Burger als de Ka mervoorzitter gezegd hebben, volkomen te weerleggen. Verder was er geen sprake ADVERTENTIE is 't met Uw zenuwen slecht gesteld. Werkelijk herstel valt alleen te bereiken met Sanato- gen - de natuurlijke zenuw bouwstof in geconcentreerde vorm. Dat geeft U nieuwe kracht, waardoor die depri merende zenuwklachten wor den verdreven en U weer van een goede nachtrust kunt ge nieten - Neem DINSDAG 30 NOVEMBER Concertgebouw: Noordh. Philh. Orkest m. m. v. Pierre Mollet, bariton 8 uur. Vleeshal: Slagers vaktentoonstelling, 2.3022.30 uur. Stadsschouwburg: „Muiterij op de Caine", Nedérl. Comedie, 8 uur. Palace: „Door dik en dun", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Roxy: „Road to Bali", 14 jaar, 8 uur. Rembrandt: ..Koning der melodieën", alle leeft., 6.45 en 9.15 uur. Lido: „De man met een millioen", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Luxor: ..Een liefde in Parijs", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: ..Honderd meisjes en één zeeman", alle leeft., 8 uur. Minerva: „Lili", alle leeft., 8.15 uur. WOENSDAG 1 DECEMBER Minervatheater: „The late Edwina Black", British Society of Amsterdam. 8.15 uur. Vleeshal: Slagers vaktentoonstelling. 10-12.30 en 13.3023 uur. Kapel Minahassastraat: H. v. d. Brink, 8 uur. Stadsschouwburg: „Mui terij op de Caine", Nederl. Comedie, 8 uur. Palace: „Door dik en dun", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Road tot Bali", 14 jaar, 2.30 en 8 uur. Rembrandt: „Koning dei- melodieën", alle leeft., 1.45, 4.15, 6.45 en 9.15 uur. Lido: ..De man met een millioen", alle leeft., 2, 4,15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Een liefde in Parijs", 18 jaar, 2, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Honderd meisjes en één zee man". alle leeft., 2.30. 7 en 9.15 uur. Wjjkgebouw Ged. Oude Gracht 104: Spreker ds. H. S. J. Kalf over „Het jaar 2000". van, dat men zich niet voldoende reken schap zou hebben gegeven van de taak van de parlementaire pers. Deze moet een zo duidelijk en zo getrouw mogelijk beeld geven van hetgeen in de Kamer gebeurt. Maar dit wil niet zeggen, dat zij ook de plicht heeft al het in het openbaar in 's lands vergaderzaal gesprokene weer te geven. Gebruik van de persvrijheid moet gepaard gaan met het aan de dag leggen van verantwoordelijkheidsbesef omtrent hetgeen men schrijft. En nu de mogelijk heid bestaat van schrapping uit de Hande lingen, doet zich telkens dat die bepaling wordt toegepast voor iedere parlementaire journalist de vraag voor, of hij tot plicht heeft, vanwege het algemeen belang, dat hij steeds bij de vervulling van zijn taak in het oog heeft te houden, de bedoeling van de reglementsbepaling te verijdelen door tot publicatie over te gaan van het geen geschrapt is. Zeker, in menig geval zal een journalist tot de slotsom kunnen komen, dat het nodig is de geschrapte woorden wél ter kennis van zijn lezers te brengen. Maar evenzeer zal de journalist vaak beseffen, dat zulks onjuist en het algemeen belang er niet mee gediend zou zijn. Laat ik tot besluit nog even het geval van vorige week Woensdag tot voorbeeld nemen. Een der Kamerleden liet zich een onhoffelijk woord ontvallen, dat de afge vaardigde voor wie het bestemd was als kwetsend aanvoelde. Met volledige instem ming van het Kamerlid dat het onhoffelijke woord geuit had, liet de voorzitter de ge wraakte woorden uit de Handelingen schrappen, waardoor het voorval in feite dus ongedaan werd gemaakt. Het ontgaat mij welk nut het nu gehad heeft die woor den toch in een krant op te nemen. Reeds dit verschil van inzicht toont zon neklaar, dat er hier wel degelijk sprake is van een probleem. En hetgeen iedere par lementaire journalist zich in geval van toe passing der schrappingsmaatregel heeft af te vragen en zeker ook zal afvragen, levert het objectieve bewijs, dat men in derge lijke gevallen wel degelijk met een „pro bleem" heeft te maken, over welks oplos sing de Kamerleden evenzeer recht op een oordeel bezitten als hunnerzijds de parle mentaire journalisten over in het openbaar handelen en spreken van Kamerleden vrijelijk hun oordeel mogen kenbaar maken. Er is de vorige week in de Kamer niets gebeurd noch gezegd, dat reden tot pijn lijke verbazing om niet te zeggen ver bolgenheid van de zijde van de pers zou kunnen geven. Maar wie doordrongen is van de hoogheid van het journalistieke vak, zich er voor wachtend om vanwege die hoogheid te hoog te paard te gaan zitten begrip heeft voor de rechten van Kamer èn van de pers, en verantwoordelijkheidsbesef jegens het grote goed van de persvrijheid, zal tot de slotsom moeten komen dat een mijns inziens minder juist inzicht en begrip omtrent die rechten en plichten sommige journalisten parten heeft gespeeld. Dr. E. VAN RAALTE Mr. J. A. W. uit Groningen, een der lei ders van de voormalige N.E.S.B., is door de Almelose rechtbank vrijgesproken. Hij werd verdacht van illegale grenspassage bij Losser. Veertien dagen geleden behandelde de Almelose rechtbank deze zaak, welke in hoger beroep diende. De officier van Justitie eiste f 100 boete of een maand. Hij verwierp het verweer van mr. W., die meende dat de minister buiten zijn be voegdheid was gegaan, toen hij in het be wakingsvoorschrift 1946 een artikel opnam inzake het strafbaar verklaren van het verlaten van een „bewakingsgebied". Ook beriep mr. W. zich op overmacht, hetgeen de officier eveneens verwierp. De recht bank kwam tot vrijspraak, omdat er, be halve de bekentenis van mr. W. geen an der bewijsmiddel was. ADVERTENTIE de nieuwe half zware shag van Niemeijer is iets bijzonders! Extra geurig en pittig, maar toch bijzonder zacht van smaak. Probeer SHOT en U proeft 't meteen (Van onze correspondent in Londen) Bij de eerste Nederlandse modeshow, gisteren in Londen gehouden, ontbrak niet de blijkbaar onvermijdelijke kaas, jenever en Volendamse meisjes. Maar zij vormden in ieder geval de omlijsting van iets geheel nieuws. Onze groeiende damescoufectie-industrie maakte haar debuut in het deftige Dor chester hotel. Voor honderden belangstel lenden, meestal inkopers van grote zaken en mode-journalisten, die door K.L.M.- stewardessen naar hun plaatsen werden gebracht, paradeerden gedurende een uur vijf Nederlandse en vijf Engelse manne quins om een collectie voorj aars- en zo merkleding van meer dan 150 modellen ter waarde van honderd duizend gulden te demonstreren. Zoals ambassadeur Stikker in zijn ope ningswoord zeide, was net niet de bedoe ling van onze industrie het op te nemen tegen de luxe van Dior of Fath, Hartnell of Amies, en evenmin om te concurreren te gen het goedkope Engelse massaprodüet. Daarentegen geloven onze dames-modefa brikanten dat er ook in Engeland een af zetgebied ligt voor redelijk geprijsde mo dellen van het betere genre. Onze uitvoer van dames-confectie heeft thans een waarde van zeventig millioen gulden tegen slechts twee millioen voor de oorlog. Nederlandse dameskleding wordt in twintig verschillende landen verkocht. Mr. Stikker vertrouwde dat de uitvoer naar Engeland, welke nog onbetekenend is, belangrijk zal kunnen worden verhoogd. In totaal namen 23 firma's aan de show deel, namelijk uit Amsterdam, Haarlem, Utrecht en Assen. De organisatoren kunnen met voldoening op hun. werk terugzien, want de toeschou wers, al toonden zij, zoals Engelsen be- In Bergen houdt men zich al enige jaren bc-zig met de vraag wat er moet gebeuren als in 1955 de stoomtramlijn Alkmaar BergenBergen aan Zee door de Neder landse Spoorwegen wordt opgeheven. Op 4 Maart van dit jaar besloot de gemeente raad van Bergen tot exploitatie van een gemeentelijke tramverbinding over de oude lijn. Een dergelijke exploitatie zou echter veel duurder worden dan men aanvankelijk meende, daar de Nederlandse Spoorwegen voor de railverbinding f 200.000 vroegen. Maandagavond heeft de gemeenteraad, na een debat van vier uren, besloten het raadsbesluit van 4 Maart in te trekken en van de Nederlandse Spoorwegen het baan vak BergerwegBreelaan, het stations- emplacement en het stationsgebouw aan te kopen voor één gulden en op het baan vak een autoweg aan te leggen, opdat de tram door autobussen vervangen zal kun nen worden. De overige toegangswegen tot het dorp zullen dan niet overbelast worden door het autobusverkeer. De verbinding met Bergen aan Zee zal voorlopig nog via (Ie Eeuwige Laan en Zeeweg onderhouden moeten worden. taamd, hun geestdrift slechts zelden, waren uitermate geboeid door hetgeen getoond werd. De grote verrassing vormden de fijnleren suède sportcombinaties alsmede de origi nele regenkleding. Het accent van deze show lag op de mantels, die het wat ont werp, prijs en uitvoering betreft volgens de optimistisohe verwachtigen zeker wel in de winkels zullen doen, al vormen de invoerrechten en de hoge aankoopbelasting van 25 tegenwerkende factoren. Een Londens blad is zo enthousiast over deze collectie, dat het zijn artikel in het Nederlands begon: „Hollandse mode is fan tastisch, gefeliciteerd!" Tiroolse hoeden voor keizer Haile Selassie Voor keizer Haile Selassie van Ethiopië en zijn gevolg, die een bezoek van vier dagen aan Oostenrijk brengen, zijn twintig Tiroolse hoeden besteld, nadat de keizer te kennen had gegeven een dergelijk hoofddeksel te willen bezitten. Viskotter voor IJsland Van de scheepswerf „De Hoop" te Har- dinxveld is een viskotter te water gelaten, bestemd voor een IJslandse rederij. Een reusachtige ruimtevaarder zweeft statig hoven de 34e straat in New York in een optocht, georganiseerd door een groot warenhuis. Op de achtergrond ziet men het Empire State Building. Er is waarschijnlijk geen land ter wereld dat zo drastisch, zo onverhoeds is geconfronteerd met een belangrijk levensbeschouwelijk vraagstuk dos tijds als Duitsland na zijn verpletterende nederlaag aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Een levensbeschouwelijk vraagstuk, dat door de geestelijke groei der wereldbevolking is meegebracht, doch dat in de meeste andere landen nog slechts latent en bij verspreide groepen leef-:, omdat het in die landen niet omhooggeheven is door de omstandigheden: het vraagstuk van het anti-militairisme. Men zou dit strijdvaardige, steke lige woord gemakkelijk door een ander kunnen vervangen, bijvoorbeeld door: absoluut vredesstreven. Duitsland staat - of stond - onttakeld, ont wapend en onderworpen in de wereld, waarin het tevergeefs naar militaire glorie heeft gesprongen, driemaal in één tijdperk der nieuwe geschiedenis. Dat het vraagstuk van een hernieuwde bewapening en een nieuwe militaire rol juist in dit land tot hevige spanningen heeft geleid, omdat geen enkel ander land zozeer aan den lijve heeft ondervonden welke onmenselijke paradox er steekt in het verlangen naar een vredige wereld tegenover een nieuwe bewapening, is een aanwijzing voor het feit dat zelfs in landen met een verleden vol militaire „heroïek" en in volken die in soldateske glorie zijn grootgebracht, de lichtende vonk kan baanbreken die eens in alle landen en in alle volken het vuur van de vrede zal ontsfeken. Men moet dit vraagstuk kunnen zien zonder politieke bijkomstigheden, zonder politieke pro en contra's, als een zuiver menselijk probleem dat met zovele andere de aspecten vormt der beschavingsgeschie denis. Men moet zich durven en kunnen verheffen boven alles, wat op het politieke wereldtoneel van heden zich afspeelt en aankondigt, om te komen tot een onbevan gen uitzicht op dat merkwaardige, verwar de en soms troosteloze panorama der volks belevenissen. Dan zal men tot de conclusie moeten komen, dat de militaire heroiek haar tijdperk gehad heeft en onvermijde lijk stervende is. Waarom? Het is niet lou ter een conclusie die voortkomt uit de over tuiging, dat de militaire techniek zichzelf heeft achterhaald en ontkracht door een al te grote kracht, die over alle grenzen der strategische doelmatigheid is uitge groeid. Het is een conclusie, die voorname lijk gebaseerd is op symptomen van gees telijke groei, die als nieuwe sterren hier en daar verschijnen aan het uitspansel des geestes. De persoonlijke onwil om elkan der te doden dateert waarschijnlijk van de eerste oorlog af, doch de massale onwil daartoe is langzaam moeten groeien en gemeengoed worden door de eeuwen heen. Deze onwil leeft waarlijk niet enkel bij de leden der vredesverenigingen in de ruimste zin, al geven die er het luidst uiting aan. Hij leeft in alle mensen, die niet tot het misdadige type der moordenaars-uit-be- rekening behoren. Wie zou willen beweren dat dit type in de meerderheid is op de wereld? En toch trekken ook in onze tijd nog geestelijk-gezonde mensen in troepen tegen elkander op, met handgranaten en bajonetten in de vuist toch werpen geestelijk-gezonde mensen van grote hoog te uit hun verderfelijke bommenlasten op onschuldige mensen daar beneden. Toch staan geestelijk gezonde mensen juichend in dikke rijen langs de straten als een mi litaire parade voorbijtrekt. Moordenaars? Neen, doch mensen die leven in een dwin gende ban: een ban van nationale plicht, een ban van betovering, een ban van on wetendheid, een ban van eenvoudige dwang. En de meesten leven in een veelvoud van deze bans. Dat noemt men met een verzamelnaam: de ban der souvereiniteit. De souvereiniteit van een staat is het ar gument, waaronder al deze dingen kunnen worden opgelegd aan mensen, die in hun hart alleen maar in vrede willen leven en gruwen bij de gedachte, een medemens te moeten doden. In naam der souvereiniteit worden en werden oorlogen verklaard, nadat in naam der souvereiniteit legers waren opgebouwd en mensen in uniformen waren gestoken. Als een internationale code, die overal ter wereld opgeld deed, werd de veiligheid van de individuen vereenzelvigd met de veilig heid van het staatkundige perk waarbinnen de souvereiniteit werd uitgeoefend. Een tijdlang in de wereldgeschiedenis werd de souvereine staat verheven op een bijna goddelijk niveau: bet werd een eer, de wa penrok voor die souvereiniteit te dragen, ervoor te vechten, te moorden en te ster ven. Epos na epos werd geschreven over de heiligheid en onaantastbaarheid der souvereiniteit, wier vlag een bijna mystie ke verering ten deel viel. Vaderlandsliefde werd de hoogste menselijke deugd. Het va derland werd een levend, voelend, lijdend organisme, een soort godheid wiens stem beslissend was boven alle stemmen van menselijke beroering of geweten. De sen timenten ten aanzien van souvereiniteit en vaderland werden onaantastbaar, onweer sprekelijk, orakeltaal. De staatslieden klommen op de troon der souvereiniteit en schudden hun vuisten naar buiten. Soms ook naar binnen om de burger nog te meer te doordringen van zijn plicht, op te houden mens te zijn als de souvereiniteit in het geding was. En, zoals staatslieden dat kunnen, zij bleven te lang en te hoog op die troon om te beseffen, dat de zo on wankelbaar lijkende fundamenten ervan werden aangevreten door een geheimzinnig aarddier, een dier dat door alle tijdperken der geschiedenis heen alle fundamenten van alle menselijke bouwsels heeft aange vreten en nooit versaagde, ondanks de ver twijfelde pogingen om het uit te roeien: het aarddier dat ontwikkeling heet. Evolutie, met een vreemde naam. Het moge een schadelijk dier zijn, doch in het Grote Plan heeft het zijn taak, zo als alle dieren en schepselen. Het weet mis schien zelf niet waarom het ondergraaft en vernielt. Maar het werkt gestadig door, zonder ophouden, ondergronds; tot het re sultaat van zijn arbeid op een dag plotse ling aan het licht treedt, omdat er iets in stort. Omdat van onder op de Evolutie door de aardkorst wroet naar de opper vlakte, om erkend te worden. De souvereiniteit heeft, mèt de verering van het militairisme. haar tijd gehad. Zij heeft haar nut gehad en haar rol gespeeld in de eeuwige voortgang der historie. De staatkundige grenzen hebben afgedaan als omheiningen van een absolute onafhanke lijkheid. Zij zijn overspoeld door de contac ten in cultureel, economisch, politiek, zui- ver-humaan en wetenschappelijk opzicht. De volken hebben buiten de meesten van hun staatslieden om gehoor gege ven aan de geest, die in hen is en de hand gereikt aan de anderen. Zij hebben de sou vereiniteit van haar absolutisme bevrijd en zij zijn bezig, zich te ontworstelen aan de ban van het absolute, souvereine militairis me. Eens zal men zeggen: het was schoon, die blinkende sabels en die kleurige uni formen, die kruitdamp, die vlaggen, die trompetstoten voor de aanval. De mens heid zal terugzien op haar speelgoed uit haar eigen jeugd, zoals het kind man geworden zijn loden soldaatjes met enige weemoed beziet. De puberteit der mens heid met betrekking tot het speelgoed is in volle gang. Wij leven in een tijd, die zeker niet voor ons de voleinding der volwassen heid zal brengen. Doch het is goed, de zo scherp afgeteken de, verre toekomst der mensen te zien en er de moed uit te putten, verder te leven. Zeker, Duitsland zal zijn nieuw leger krij gen en de Europese Unie het hare, en er zal wellicht nog eens getracht worden de vlag der souvereiniteit in wat groter ver band als een opnieuw verguld kalf op een voetstuk te laten wapperen. Doch er is geen terug, geen man kan weer kind worden, geen geslacht kan de geestelijke groei doen omkeren in een hernieuwde onmondigheid. De jongen in een Duitse stad, die op de fiets door de straten rijdt met zijn kame raden, getooid met een bord waarop men lezen kan: „Ich will gute Arbeit leisten, aber kein Gewehr tragen" is een profeet. Hij is doch hij weet het niet ouder, volwassener en zekerder in het bezit der waarheid dan de grijze staatsman, die de Duitse autoriteiten op de schouder komt kloppen om te zeggen, dat zij zich moeten prepareren op een nieuwe heldenrol als militaire natie, omdat zij de „burcht der Westelijke beschaving" zijn. De burcht der Westelijke beschaving zal immers niet triomferen, voordat de laatste soldaat zijn wapenrusting heeft afgewor pen om met alle andere mensen samen mens te kunnen zijn in vrede en veilig heid. J. L. Beamen is natuurlijk: ergens amen op zeggen, met iets instemmen. Amen, het woord waarmee het gebed wordt besloten, is van Hebreeuwse herkomst. Het betekent: voorwaar, het is zo en werd als uitdrukking van bevestiging gebruikt aan het eind van brieven of boeken. Eigenlijk zou het werkwoord moeten luiden: be-amen-en en dat is dan ook de vorm die men in het Middel nederlands vindt. Ook komt amenen voor, waarvan de afgeleide vorm: ame- len dialectisch nog gebruikt wordt in de zin van: lang uitweiden over iets dat van weinig betekenis is, kletsen. Als ik mij niet vergis komt Sinterklaas aimaar vroeger. Ik geloof niet dat ik mij vergis want als ik iets zeker weet dan is het dat de dagen steeds korter worden. Vroeger was een dag een bijna grenzeloze zee met honderd onverwachte avonturen; nu heb ik mij pas geschoren of ik sta al weer voor de spiegel. En tussen scheren en scheren zijn de boterhammenworst en de soep de enige avonturen; een beetje sma keloos en nogal lauw. Sinterklaas komt almaar vroeger. Tus sen de laatste zomeravond aan zee en het eerste speculaasje ligt nauwelijks meer tijd voor bezimiing op het heerlijk avondje dat komen gaat en ik heb mijn zandemmertje en schopje nog niet opgeborgen in het schuurtje achter in de tuin of ik druk mijn neusje al plat tegen de schouwvensters der winkeliers waarachter al het beweeglijke speelgoed mijner liefste dromen lokt. Wij moeten met dat steeds sneller bij de pin ken zijn toch wel even oppassen want als het zo doorgaat gaat alles door elkander lopen, struikelt sinterklaas over de baard van het kerstmannetje en loopt dat kerst mannetje de lentefee in de weg. En dan blijft er wat het schadelijkst is geen spatie meer voor het verlangen naar wat komen gaat. Op zich zelve goede dingen worden beter door de blijde verwachting. Wanneer alles in één ononderbroken stroom doorgaat worden de hoogtepunten geëgali seerd en is voor een goed deel de aardig heid eraf. Kerstmis (in zijn wereldse vorm en niet in zijn religieuze diepte) en Sinter klaas worden evenals de dagen voor ma en pa, steeds meer vervlakt door de com mercie die er en geeft haar eens onge lijk IK doe dat niet belang bij heeft de situatie der goedgeefsheid te rekken. Wat te veel uitgerekt wordt verliest zijn spanning. Wie op 1 November zijn leren leersje bij de schoorsteen zet is op 1 De cember niet meer in alle staten van opwin ding om het heerlijk avondje dat komen gaat. Ik verwacht niet dat de commercie zich aan mijn overwegingen een ogenblik zal storen. Wat niet wegneemt dat het ge lijk zoals steeds aan mijn zijde is. ELIAS De politie in Roosendaal heeft een der tienjarige jongen aangehouden, die uit het rijksobservatiehuis te Zeist was ontsnapt. De politie was gewaarschuwd door buurt bewoners, die de knaap met een auto voor zijn ouderlijke woning zagen ver schijnen. Uit zijn verhoor is gebleken, dat de jongen Zondagavond in Zeist is ontvlucht en op een gestolen fiets naar Amsterdam is gegaan. In de Kerkstraat stapte hij in een onbeheerde auto, waarmee hij naar Roosendaal reed. De jongen is onlangs ook ontvlucht uit een gesticht in Breda. Hij had toen een auto weggenomen en was ermee in Zun- dert tegen een boom gereden, waardoor de wagen niet verder kon rijden. Hij was toen 's nachts achter het stuur van een bij een garage staande autobus gaan zit ten. Hij reed eerst naar Amsterdam en daarna naar Dordrecht. Toen hij in de cabine lag te slapen werd hij door de politie aangehouden. -X ADVERTENTIE Een nuttig geschenk 3 in deze tijd is het g verplaatsbare pefroleum- apparaat Pitsos kachel ƒ39.75 8 Demon kachel 46. P.O.D. rad. ƒ95.— Zojuist ontvingen wij weer de Aladdin Blue 8 flame Heater 95.o Ook in SCHAATSEN g ruim gesorteerd 8 Oude Groenmarkt 16—14 8 Haarlem 8 Tel. K 2500 - 11266 8 cox;ccccoo»:cccoco^cccccoccoccccccoccoco Voor de Haarlemsche Rechtbank heeft thans de zaak gediend tegen de 45- jarige vrouw Datema, die beschuldigd wordt haar man en de vader van haar dertien kinderen, door middel van arseni cum om het leven te hebben gebracht, na dit vergif op 6 Juni 1904 te Haarlem te hebben gekocht en het op 12 Juni in zijn drinkkom te hebben gedaan, ver mengd met koffie, ei en suiker. Datema is op 13 Juni overleden. De lijkschouwer vond in de maag een hoeveelheid arseni cum voldoende om 15 menschen te dooden. Verscheidene getuigen verklaarden dat een verhouding met een kostganger, die deswege door Datema het huis uitgewezen was, de aanleiding tot het misdrijf is ge weest. De beklaagde ontkende deze ver houding niet, doch wel dat zij haar man het vergif had toegediend Het O.M. vorderde een gevangenisstraf voor het leven. De verdediger, mr. J. Lieftinck, be schouwde de beklaagde als een slachtoffer van den voormaligen kostganger, onder wiens invloed zij heeft gehandeld. Hij vroeg de grootst mogelijke clementie.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1954 | | pagina 5