Shot
IN DE WERELDPOLITIEK
Het speelgoed der mensheid
r
Vijftig jaar geleden
Moet de pers méér openbaren
dan het officiële Kamerverslag?
Rekken
Probleem voor Kamer en pers
raak van smaak
Eerste Nederlandse
modeshow in Londen
Bello's baanvak
wordt autoweg
Hoe is het ontstaan?^
Fa. J. H. Schous i
3
Als de korte nacht
langer duurt dan
de lange dag
Agenda voor Haarlem
NESB-leider vrijgesproken
van illegale grenspassage
Dit woord: BEAMEN
kJ
Dertienjarige jongen ging
er met auto's en met
een autobus vandoor
Uit Haarlems Dagblad
van 30 November 1904
DINSDAG 30 NOVEMBER 1954
E>e vorige week is in de Tweede Kamer
even een merkwaardige gedachtenwisseling
gehouden, waarbij bepaalde relaties tussen
parlement en pers in het geding waren.
Slechts zeer zelden betrekt de Kamer dat
gene, wat de parlementaire journalisten
over de gang van zaken schrijven, in haar
discussies. Dat men deze keer hiervan af
week was mijns inziens alleszins begrijpe
lijk. Immers, nadat Woensdags in het open
baar gebezigde woorden uit de Handelin
gen waren geschrapt en daardoor als niet
gesproken golden, waren de volgende dag
die woorden toch in meer dan één krant
afgedrukt. Mr. Burger (P. v. d. A.) vroeg
dé voorzitter wat hij daarvan dacht. Deze
afgevaardigde erkende het formele recht
van de journalisten te handelen zoals zij
hadden gedaan. Hij vroeg zich echter af of
het wenselijk is, dat hetgeen geacht wordt
niet gezegd te zijn, desondanks in de pers
toch wordt vermeld. Voorzitter Kortenhorst
gaf op 's heren Burgers vraag te kennen,
dat inderdaad een dergelijke gang van
zaken tot overpeinzing aanleiding kan
geven. De bedoeling van de reglementsbe
paling omtrent schrapping uit de Hande
ling van woorden, die eigenlijk niet dooi
de beugel kunnen, wordt door dergelijke
publicaties verijdeld. Maar, zei de voor
zitter, men moest er zich wel goed reken
schap van geven, dat er persvrijheid be
staat en dat dus uitsluitend de journalisten
moeten uitmaken of zij uit de Handelingen
geschrapte woorden willen openbaren, dan
wel met enige disci'etie te werk willen
gaan. Hoe het ook zij, de persvrijheid staat
voorop, maar de voorzitter kon niet ont
kennen dat zich hier een probleem voor
doet en eventueel zou hij daarover met de
leden van de parlementaire pers wel eens
willen spreken. De Kamerleden moeten
goed begrijpen, dat in deze-n het laatste
beslissende woord aan de pers zou zijn.
Prof. mr. Oud (WD) ontried de voorzitter
hierover met de pers te spreken, want de
persvrijheid achtte hij in dezen buiten kijf
te staan. Nu was het merkwaardig, dat mr.
Burger en de Kamervoorzitter dit beginsel
eveneens op de voorgrond hadden ge
plaatst.
Prof. Oud greep deze gelegenheid aan
zijn hart te luchten over het zijns inziens
ongewenste van de schrappingsbepaling.
Door schrapping uit de Handelingen van
bepaalde woorden zou men later niet meer
kunnen nagaan, waarom dit of dat door de
voorzitter als niet toelaatbaar was ge
schrapt. Op dit punt echter kon dr. Korten
horst prof. Oud gerust stellen door in her
innering te brengen, dat wel degelijk ook
de geschrapte woorden voor de geschied
vorser bewaard blijven, doordat zij, voor
zien van het voorzitterlijk stempel en van
een paraaf van het lid, dat de woorden
heeft gebezigd, keurig in een speciaal daar
voor bestemde doos bewaard worden en
dat ieder lid er later inzage van kan
krijgen.
Toen prof. Oud nog als bezwaar uitte,
dat een dergelijke maatregel iets uit de
Handelingen doet verdwijnen, dat toch in
het openbaar gehoord is, herinnerde de
voorzitter hem er aan, dat evenmin inter
rupties waarop niet is ingegaan, een plaats
in de Handelingen krijgen.
Na deze discussie in de Tweede Kamer
1& in enige dagbladen verkondigd, dat er
toch iets van een mogelijk gevaar voor
aantasting van de persvrijheid in te be
luisteren viel, dat er blijk was gegeven van
gebrek aan begrip omtrent de taak van de
parlementaire pers, en dat er hier helemaal
geen probleem aan de orde was.
Het eerste is terstond met verwijzing
naar hetgeen zowel mr. Burger als de Ka
mervoorzitter gezegd hebben, volkomen te
weerleggen. Verder was er geen sprake
ADVERTENTIE
is 't met Uw zenuwen slecht
gesteld. Werkelijk herstel valt
alleen te bereiken met Sanato-
gen - de natuurlijke zenuw
bouwstof in geconcentreerde
vorm. Dat geeft U nieuwe
kracht, waardoor die depri
merende zenuwklachten wor
den verdreven en U weer van
een goede nachtrust kunt ge
nieten - Neem
DINSDAG 30 NOVEMBER
Concertgebouw: Noordh. Philh. Orkest m.
m. v. Pierre Mollet, bariton 8 uur. Vleeshal:
Slagers vaktentoonstelling, 2.3022.30 uur.
Stadsschouwburg: „Muiterij op de Caine",
Nedérl. Comedie, 8 uur. Palace: „Door dik
en dun", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Roxy:
„Road to Bali", 14 jaar, 8 uur. Rembrandt:
..Koning der melodieën", alle leeft., 6.45 en
9.15 uur. Lido: „De man met een millioen",
alle leeft., 7 en 9.15 uur. Luxor: ..Een liefde
in Parijs", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals:
..Honderd meisjes en één zeeman", alle leeft.,
8 uur. Minerva: „Lili", alle leeft., 8.15 uur.
WOENSDAG 1 DECEMBER
Minervatheater: „The late Edwina Black",
British Society of Amsterdam. 8.15 uur.
Vleeshal: Slagers vaktentoonstelling. 10-12.30
en 13.3023 uur. Kapel Minahassastraat: H.
v. d. Brink, 8 uur. Stadsschouwburg: „Mui
terij op de Caine", Nederl. Comedie, 8 uur.
Palace: „Door dik en dun", alle leeft., 2,
4.15, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Road tot Bali", 14
jaar, 2.30 en 8 uur. Rembrandt: „Koning dei-
melodieën", alle leeft., 1.45, 4.15, 6.45 en 9.15
uur. Lido: ..De man met een millioen", alle
leeft., 2, 4,15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Een
liefde in Parijs", 18 jaar, 2, 7 en 9.15 uur.
Frans Hals: „Honderd meisjes en één zee
man". alle leeft., 2.30. 7 en 9.15 uur.
Wjjkgebouw Ged. Oude Gracht 104:
Spreker ds. H. S. J. Kalf over „Het jaar
2000".
van, dat men zich niet voldoende reken
schap zou hebben gegeven van de taak van
de parlementaire pers. Deze moet een zo
duidelijk en zo getrouw mogelijk beeld
geven van hetgeen in de Kamer gebeurt.
Maar dit wil niet zeggen, dat zij ook de
plicht heeft al het in het openbaar in
's lands vergaderzaal gesprokene weer te
geven. Gebruik van de persvrijheid moet
gepaard gaan met het aan de dag leggen
van verantwoordelijkheidsbesef omtrent
hetgeen men schrijft. En nu de mogelijk
heid bestaat van schrapping uit de Hande
lingen, doet zich telkens dat die bepaling
wordt toegepast voor iedere parlementaire
journalist de vraag voor, of hij tot plicht
heeft, vanwege het algemeen belang, dat
hij steeds bij de vervulling van zijn taak
in het oog heeft te houden, de bedoeling
van de reglementsbepaling te verijdelen
door tot publicatie over te gaan van het
geen geschrapt is. Zeker, in menig geval
zal een journalist tot de slotsom kunnen
komen, dat het nodig is de geschrapte
woorden wél ter kennis van zijn lezers te
brengen. Maar evenzeer zal de journalist
vaak beseffen, dat zulks onjuist en het
algemeen belang er niet mee gediend zou
zijn. Laat ik tot besluit nog even het geval
van vorige week Woensdag tot voorbeeld
nemen. Een der Kamerleden liet zich een
onhoffelijk woord ontvallen, dat de afge
vaardigde voor wie het bestemd was als
kwetsend aanvoelde. Met volledige instem
ming van het Kamerlid dat het onhoffelijke
woord geuit had, liet de voorzitter de ge
wraakte woorden uit de Handelingen
schrappen, waardoor het voorval in feite
dus ongedaan werd gemaakt. Het ontgaat
mij welk nut het nu gehad heeft die woor
den toch in een krant op te nemen.
Reeds dit verschil van inzicht toont zon
neklaar, dat er hier wel degelijk sprake is
van een probleem. En hetgeen iedere par
lementaire journalist zich in geval van toe
passing der schrappingsmaatregel heeft af
te vragen en zeker ook zal afvragen, levert
het objectieve bewijs, dat men in derge
lijke gevallen wel degelijk met een „pro
bleem" heeft te maken, over welks oplos
sing de Kamerleden evenzeer recht op een
oordeel bezitten als hunnerzijds de parle
mentaire journalisten over in het openbaar
handelen en spreken van Kamerleden
vrijelijk hun oordeel mogen kenbaar
maken.
Er is de vorige week in de Kamer niets
gebeurd noch gezegd, dat reden tot pijn
lijke verbazing om niet te zeggen ver
bolgenheid van de zijde van de pers zou
kunnen geven. Maar wie doordrongen is
van de hoogheid van het journalistieke vak,
zich er voor wachtend om vanwege die
hoogheid te hoog te paard te gaan zitten
begrip heeft voor de rechten van Kamer èn
van de pers, en verantwoordelijkheidsbesef
jegens het grote goed van de persvrijheid,
zal tot de slotsom moeten komen dat een
mijns inziens minder juist inzicht en begrip
omtrent die rechten en plichten sommige
journalisten parten heeft gespeeld.
Dr. E. VAN RAALTE
Mr. J. A. W. uit Groningen, een der lei
ders van de voormalige N.E.S.B., is door de
Almelose rechtbank vrijgesproken. Hij
werd verdacht van illegale grenspassage bij
Losser. Veertien dagen geleden behandelde
de Almelose rechtbank deze zaak, welke
in hoger beroep diende. De officier van
Justitie eiste f 100 boete of een maand. Hij
verwierp het verweer van mr. W., die
meende dat de minister buiten zijn be
voegdheid was gegaan, toen hij in het be
wakingsvoorschrift 1946 een artikel opnam
inzake het strafbaar verklaren van het
verlaten van een „bewakingsgebied". Ook
beriep mr. W. zich op overmacht, hetgeen
de officier eveneens verwierp. De recht
bank kwam tot vrijspraak, omdat er, be
halve de bekentenis van mr. W. geen an
der bewijsmiddel was.
ADVERTENTIE
de nieuwe half zware shag van
Niemeijer is iets bijzonders!
Extra geurig en pittig, maar toch bijzonder
zacht van smaak.
Probeer SHOT en U proeft 't meteen
(Van onze correspondent in Londen)
Bij de eerste Nederlandse modeshow,
gisteren in Londen gehouden, ontbrak niet
de blijkbaar onvermijdelijke kaas, jenever
en Volendamse meisjes. Maar zij vormden
in ieder geval de omlijsting van iets geheel
nieuws.
Onze groeiende damescoufectie-industrie
maakte haar debuut in het deftige Dor
chester hotel. Voor honderden belangstel
lenden, meestal inkopers van grote zaken
en mode-journalisten, die door K.L.M.-
stewardessen naar hun plaatsen werden
gebracht, paradeerden gedurende een uur
vijf Nederlandse en vijf Engelse manne
quins om een collectie voorj aars- en zo
merkleding van meer dan 150 modellen ter
waarde van honderd duizend gulden te
demonstreren.
Zoals ambassadeur Stikker in zijn ope
ningswoord zeide, was net niet de bedoe
ling van onze industrie het op te nemen
tegen de luxe van Dior of Fath, Hartnell of
Amies, en evenmin om te concurreren te
gen het goedkope Engelse massaprodüet.
Daarentegen geloven onze dames-modefa
brikanten dat er ook in Engeland een af
zetgebied ligt voor redelijk geprijsde mo
dellen van het betere genre.
Onze uitvoer van dames-confectie heeft
thans een waarde van zeventig millioen
gulden tegen slechts twee millioen voor de
oorlog. Nederlandse dameskleding wordt
in twintig verschillende landen verkocht.
Mr. Stikker vertrouwde dat de uitvoer
naar Engeland, welke nog onbetekenend is,
belangrijk zal kunnen worden verhoogd. In
totaal namen 23 firma's aan de show deel,
namelijk uit Amsterdam, Haarlem, Utrecht
en Assen.
De organisatoren kunnen met voldoening
op hun. werk terugzien, want de toeschou
wers, al toonden zij, zoals Engelsen be-
In Bergen houdt men zich al enige jaren
bc-zig met de vraag wat er moet gebeuren
als in 1955 de stoomtramlijn Alkmaar
BergenBergen aan Zee door de Neder
landse Spoorwegen wordt opgeheven. Op
4 Maart van dit jaar besloot de gemeente
raad van Bergen tot exploitatie van een
gemeentelijke tramverbinding over de oude
lijn. Een dergelijke exploitatie zou echter
veel duurder worden dan men aanvankelijk
meende, daar de Nederlandse Spoorwegen
voor de railverbinding f 200.000 vroegen.
Maandagavond heeft de gemeenteraad,
na een debat van vier uren, besloten het
raadsbesluit van 4 Maart in te trekken en
van de Nederlandse Spoorwegen het baan
vak BergerwegBreelaan, het stations-
emplacement en het stationsgebouw aan
te kopen voor één gulden en op het baan
vak een autoweg aan te leggen, opdat de
tram door autobussen vervangen zal kun
nen worden. De overige toegangswegen tot
het dorp zullen dan niet overbelast worden
door het autobusverkeer. De verbinding
met Bergen aan Zee zal voorlopig nog via
(Ie Eeuwige Laan en Zeeweg onderhouden
moeten worden.
taamd, hun geestdrift slechts zelden, waren
uitermate geboeid door hetgeen getoond
werd.
De grote verrassing vormden de fijnleren
suède sportcombinaties alsmede de origi
nele regenkleding. Het accent van deze
show lag op de mantels, die het wat ont
werp, prijs en uitvoering betreft volgens
de optimistisohe verwachtigen zeker wel
in de winkels zullen doen, al vormen de
invoerrechten en de hoge aankoopbelasting
van 25 tegenwerkende factoren.
Een Londens blad is zo enthousiast over
deze collectie, dat het zijn artikel in het
Nederlands begon: „Hollandse mode is fan
tastisch, gefeliciteerd!"
Tiroolse hoeden voor
keizer Haile Selassie
Voor keizer Haile Selassie van Ethiopië
en zijn gevolg, die een bezoek van vier
dagen aan Oostenrijk brengen, zijn twintig
Tiroolse hoeden besteld, nadat de keizer
te kennen had gegeven een dergelijk
hoofddeksel te willen bezitten.
Viskotter voor IJsland
Van de scheepswerf „De Hoop" te Har-
dinxveld is een viskotter te water gelaten,
bestemd voor een IJslandse rederij.
Een reusachtige ruimtevaarder zweeft
statig hoven de 34e straat in New York
in een optocht, georganiseerd door een
groot warenhuis. Op de achtergrond ziet
men het Empire State Building.
Er is waarschijnlijk geen land ter wereld dat zo drastisch, zo onverhoeds
is geconfronteerd met een belangrijk levensbeschouwelijk vraagstuk dos
tijds als Duitsland na zijn verpletterende nederlaag aan het einde van de
Tweede Wereldoorlog. Een levensbeschouwelijk vraagstuk, dat door de
geestelijke groei der wereldbevolking is meegebracht, doch dat in de
meeste andere landen nog slechts latent en bij verspreide groepen leef-:,
omdat het in die landen niet omhooggeheven is door de omstandigheden:
het vraagstuk van het anti-militairisme. Men zou dit strijdvaardige, steke
lige woord gemakkelijk door een ander kunnen vervangen, bijvoorbeeld
door: absoluut vredesstreven. Duitsland staat - of stond - onttakeld, ont
wapend en onderworpen in de wereld, waarin het tevergeefs naar militaire
glorie heeft gesprongen, driemaal in één tijdperk der nieuwe geschiedenis.
Dat het vraagstuk van een hernieuwde bewapening en een nieuwe militaire
rol juist in dit land tot hevige spanningen heeft geleid, omdat geen enkel
ander land zozeer aan den lijve heeft ondervonden welke onmenselijke
paradox er steekt in het verlangen naar een vredige wereld tegenover
een nieuwe bewapening, is een aanwijzing voor het feit dat zelfs in landen
met een verleden vol militaire „heroïek" en in volken die in soldateske
glorie zijn grootgebracht, de lichtende vonk kan baanbreken die eens in
alle landen en in alle volken het vuur van de vrede zal ontsfeken.
Men moet dit vraagstuk kunnen zien
zonder politieke bijkomstigheden, zonder
politieke pro en contra's, als een zuiver
menselijk probleem dat met zovele andere
de aspecten vormt der beschavingsgeschie
denis. Men moet zich durven en kunnen
verheffen boven alles, wat op het politieke
wereldtoneel van heden zich afspeelt en
aankondigt, om te komen tot een onbevan
gen uitzicht op dat merkwaardige, verwar
de en soms troosteloze panorama der volks
belevenissen. Dan zal men tot de conclusie
moeten komen, dat de militaire heroiek
haar tijdperk gehad heeft en onvermijde
lijk stervende is. Waarom? Het is niet lou
ter een conclusie die voortkomt uit de over
tuiging, dat de militaire techniek zichzelf
heeft achterhaald en ontkracht door een
al te grote kracht, die over alle grenzen
der strategische doelmatigheid is uitge
groeid. Het is een conclusie, die voorname
lijk gebaseerd is op symptomen van gees
telijke groei, die als nieuwe sterren hier en
daar verschijnen aan het uitspansel des
geestes. De persoonlijke onwil om elkan
der te doden dateert waarschijnlijk van de
eerste oorlog af, doch de massale onwil
daartoe is langzaam moeten groeien en
gemeengoed worden door de eeuwen heen.
Deze onwil leeft waarlijk niet enkel bij de
leden der vredesverenigingen in de ruimste
zin, al geven die er het luidst uiting aan.
Hij leeft in alle mensen, die niet tot het
misdadige type der moordenaars-uit-be-
rekening behoren. Wie zou willen beweren
dat dit type in de meerderheid is op de
wereld? En toch trekken ook in onze tijd
nog geestelijk-gezonde mensen in troepen
tegen elkander op, met handgranaten en
bajonetten in de vuist toch werpen
geestelijk-gezonde mensen van grote hoog
te uit hun verderfelijke bommenlasten op
onschuldige mensen daar beneden. Toch
staan geestelijk gezonde mensen juichend
in dikke rijen langs de straten als een mi
litaire parade voorbijtrekt. Moordenaars?
Neen, doch mensen die leven in een dwin
gende ban: een ban van nationale plicht,
een ban van betovering, een ban van on
wetendheid, een ban van eenvoudige
dwang.
En de meesten leven in een veelvoud
van deze bans. Dat noemt men met een
verzamelnaam: de ban der souvereiniteit.
De souvereiniteit van een staat is het ar
gument, waaronder al deze dingen kunnen
worden opgelegd aan mensen, die in hun
hart alleen maar in vrede willen leven en
gruwen bij de gedachte, een medemens te
moeten doden.
In naam der souvereiniteit worden en
werden oorlogen verklaard, nadat in naam
der souvereiniteit legers waren opgebouwd
en mensen in uniformen waren gestoken.
Als een internationale code, die overal ter
wereld opgeld deed, werd de veiligheid van
de individuen vereenzelvigd met de veilig
heid van het staatkundige perk waarbinnen
de souvereiniteit werd uitgeoefend. Een
tijdlang in de wereldgeschiedenis werd de
souvereine staat verheven op een bijna
goddelijk niveau: bet werd een eer, de wa
penrok voor die souvereiniteit te dragen,
ervoor te vechten, te moorden en te ster
ven. Epos na epos werd geschreven over
de heiligheid en onaantastbaarheid der
souvereiniteit, wier vlag een bijna mystie
ke verering ten deel viel. Vaderlandsliefde
werd de hoogste menselijke deugd. Het va
derland werd een levend, voelend, lijdend
organisme, een soort godheid wiens stem
beslissend was boven alle stemmen van
menselijke beroering of geweten. De sen
timenten ten aanzien van souvereiniteit en
vaderland werden onaantastbaar, onweer
sprekelijk, orakeltaal. De staatslieden
klommen op de troon der souvereiniteit en
schudden hun vuisten naar buiten. Soms
ook naar binnen om de burger nog te
meer te doordringen van zijn plicht, op te
houden mens te zijn als de souvereiniteit
in het geding was. En, zoals staatslieden
dat kunnen, zij bleven te lang en te hoog
op die troon om te beseffen, dat de zo on
wankelbaar lijkende fundamenten ervan
werden aangevreten door een geheimzinnig
aarddier, een dier dat door alle tijdperken
der geschiedenis heen alle fundamenten
van alle menselijke bouwsels heeft aange
vreten en nooit versaagde, ondanks de ver
twijfelde pogingen om het uit te roeien: het
aarddier dat ontwikkeling heet. Evolutie,
met een vreemde naam.
Het moge een schadelijk dier zijn, doch
in het Grote Plan heeft het zijn taak, zo
als alle dieren en schepselen. Het weet mis
schien zelf niet waarom het ondergraaft
en vernielt. Maar het werkt gestadig door,
zonder ophouden, ondergronds; tot het re
sultaat van zijn arbeid op een dag plotse
ling aan het licht treedt, omdat er iets in
stort. Omdat van onder op de Evolutie
door de aardkorst wroet naar de opper
vlakte, om erkend te worden.
De souvereiniteit heeft, mèt de verering
van het militairisme. haar tijd gehad. Zij
heeft haar nut gehad en haar rol gespeeld
in de eeuwige voortgang der historie. De
staatkundige grenzen hebben afgedaan als
omheiningen van een absolute onafhanke
lijkheid. Zij zijn overspoeld door de contac
ten in cultureel, economisch, politiek, zui-
ver-humaan en wetenschappelijk opzicht.
De volken hebben buiten de meesten
van hun staatslieden om gehoor gege
ven aan de geest, die in hen is en de hand
gereikt aan de anderen. Zij hebben de sou
vereiniteit van haar absolutisme bevrijd en
zij zijn bezig, zich te ontworstelen aan de
ban van het absolute, souvereine militairis
me.
Eens zal men zeggen: het was schoon,
die blinkende sabels en die kleurige uni
formen, die kruitdamp, die vlaggen, die
trompetstoten voor de aanval. De mens
heid zal terugzien op haar speelgoed uit
haar eigen jeugd, zoals het kind man
geworden zijn loden soldaatjes met enige
weemoed beziet. De puberteit der mens
heid met betrekking tot het speelgoed is in
volle gang. Wij leven in een tijd, die zeker
niet voor ons de voleinding der volwassen
heid zal brengen.
Doch het is goed, de zo scherp afgeteken
de, verre toekomst der mensen te zien en
er de moed uit te putten, verder te leven.
Zeker, Duitsland zal zijn nieuw leger krij
gen en de Europese Unie het hare, en er
zal wellicht nog eens getracht worden de
vlag der souvereiniteit in wat groter ver
band als een opnieuw verguld kalf op een
voetstuk te laten wapperen. Doch er is geen
terug, geen man kan weer kind worden,
geen geslacht kan de geestelijke groei doen
omkeren in een hernieuwde onmondigheid.
De jongen in een Duitse stad, die op de
fiets door de straten rijdt met zijn kame
raden, getooid met een bord waarop men
lezen kan: „Ich will gute Arbeit leisten,
aber kein Gewehr tragen" is een profeet.
Hij is doch hij weet het niet ouder,
volwassener en zekerder in het bezit der
waarheid dan de grijze staatsman, die de
Duitse autoriteiten op de schouder komt
kloppen om te zeggen, dat zij zich moeten
prepareren op een nieuwe heldenrol als
militaire natie, omdat zij de „burcht der
Westelijke beschaving" zijn.
De burcht der Westelijke beschaving zal
immers niet triomferen, voordat de laatste
soldaat zijn wapenrusting heeft afgewor
pen om met alle andere mensen samen
mens te kunnen zijn in vrede en veilig
heid. J. L.
Beamen is natuurlijk: ergens amen
op zeggen, met iets instemmen. Amen,
het woord waarmee het gebed wordt
besloten, is van Hebreeuwse herkomst.
Het betekent: voorwaar, het is zo en
werd als uitdrukking van bevestiging
gebruikt aan het eind van brieven of
boeken. Eigenlijk zou het werkwoord
moeten luiden: be-amen-en en dat is
dan ook de vorm die men in het Middel
nederlands vindt. Ook komt amenen
voor, waarvan de afgeleide vorm: ame-
len dialectisch nog gebruikt wordt in
de zin van: lang uitweiden over iets dat
van weinig betekenis is, kletsen.
Als ik mij niet vergis komt Sinterklaas
aimaar vroeger. Ik geloof niet dat ik mij
vergis want als ik iets zeker weet dan is
het dat de dagen steeds korter worden.
Vroeger was een dag een bijna grenzeloze
zee met honderd onverwachte avonturen;
nu heb ik mij pas geschoren of ik sta al
weer voor de spiegel. En tussen scheren en
scheren zijn de boterhammenworst en de
soep de enige avonturen; een beetje sma
keloos en nogal lauw.
Sinterklaas komt almaar vroeger. Tus
sen de laatste zomeravond aan zee en het
eerste speculaasje ligt nauwelijks meer tijd
voor bezimiing op het heerlijk avondje dat
komen gaat en ik heb mijn zandemmertje
en schopje nog niet opgeborgen in het
schuurtje achter in de tuin of ik druk mijn
neusje al plat tegen de schouwvensters der
winkeliers waarachter al het beweeglijke
speelgoed mijner liefste dromen lokt. Wij
moeten met dat steeds sneller bij de pin
ken zijn toch wel even oppassen want als
het zo doorgaat gaat alles door elkander
lopen, struikelt sinterklaas over de baard
van het kerstmannetje en loopt dat kerst
mannetje de lentefee in de weg. En dan
blijft er wat het schadelijkst is geen
spatie meer voor het verlangen naar wat
komen gaat. Op zich zelve goede dingen
worden beter door de blijde verwachting.
Wanneer alles in één ononderbroken stroom
doorgaat worden de hoogtepunten geëgali
seerd en is voor een goed deel de aardig
heid eraf. Kerstmis (in zijn wereldse vorm
en niet in zijn religieuze diepte) en Sinter
klaas worden evenals de dagen voor ma
en pa, steeds meer vervlakt door de com
mercie die er en geeft haar eens onge
lijk IK doe dat niet belang bij heeft
de situatie der goedgeefsheid te rekken.
Wat te veel uitgerekt wordt verliest zijn
spanning. Wie op 1 November zijn leren
leersje bij de schoorsteen zet is op 1 De
cember niet meer in alle staten van opwin
ding om het heerlijk avondje dat komen
gaat. Ik verwacht niet dat de commercie
zich aan mijn overwegingen een ogenblik
zal storen. Wat niet wegneemt dat het ge
lijk zoals steeds aan mijn zijde is.
ELIAS
De politie in Roosendaal heeft een der
tienjarige jongen aangehouden, die uit het
rijksobservatiehuis te Zeist was ontsnapt.
De politie was gewaarschuwd door buurt
bewoners, die de knaap met een auto
voor zijn ouderlijke woning zagen ver
schijnen.
Uit zijn verhoor is gebleken, dat de
jongen Zondagavond in Zeist is ontvlucht
en op een gestolen fiets naar Amsterdam
is gegaan. In de Kerkstraat stapte hij in
een onbeheerde auto, waarmee hij naar
Roosendaal reed.
De jongen is onlangs ook ontvlucht uit
een gesticht in Breda. Hij had toen een
auto weggenomen en was ermee in Zun-
dert tegen een boom gereden, waardoor
de wagen niet verder kon rijden. Hij was
toen 's nachts achter het stuur van een
bij een garage staande autobus gaan zit
ten. Hij reed eerst naar Amsterdam en
daarna naar Dordrecht. Toen hij in de
cabine lag te slapen werd hij door de
politie aangehouden.
-X
ADVERTENTIE
Een nuttig geschenk 3
in deze tijd is het g
verplaatsbare
pefroleum-
apparaat
Pitsos kachel ƒ39.75 8
Demon kachel 46.
P.O.D. rad. ƒ95.—
Zojuist ontvingen wij
weer de Aladdin Blue 8
flame Heater 95.o
Ook in SCHAATSEN g
ruim gesorteerd 8
Oude Groenmarkt
16—14 8
Haarlem 8
Tel. K 2500 - 11266 8
cox;ccccoo»:cccoco^cccccoccoccccccoccoco
Voor de Haarlemsche Rechtbank
heeft thans de zaak gediend tegen de 45-
jarige vrouw Datema, die beschuldigd
wordt haar man en de vader van haar
dertien kinderen, door middel van arseni
cum om het leven te hebben gebracht,
na dit vergif op 6 Juni 1904 te Haarlem
te hebben gekocht en het op 12 Juni in
zijn drinkkom te hebben gedaan, ver
mengd met koffie, ei en suiker. Datema
is op 13 Juni overleden. De lijkschouwer
vond in de maag een hoeveelheid arseni
cum voldoende om 15 menschen te dooden.
Verscheidene getuigen verklaarden dat
een verhouding met een kostganger, die
deswege door Datema het huis uitgewezen
was, de aanleiding tot het misdrijf is ge
weest. De beklaagde ontkende deze ver
houding niet, doch wel dat zij haar man
het vergif had toegediend
Het O.M. vorderde een gevangenisstraf
voor het leven.
De verdediger, mr. J. Lieftinck, be
schouwde de beklaagde als een slachtoffer
van den voormaligen kostganger, onder
wiens invloed zij heeft gehandeld. Hij
vroeg de grootst mogelijke clementie.