Sklikan
Anegang wil verbinding
via Melkbrug handhaven
Daar
Onveiligheid op hoofdwegen
in Noorden van Haarlem
Autosnelweg ten Oosten
van Haarlem naar Hoofddorp
D-Concert met zangsolist
Jae» van Looy als tekenaar
Haarlems verkeersplan
STIENS-OPTIEK
Comité van actie wendde
zich tot minister van Verkeer
„Toestand Rijksstraatweg is dagelijkse
zorg voor gemeentebestuur"
Sociaal en cultureel
werk in Haarlem
Voor GERO naar
BROERSEN
WOENSDAG 1 DECEMBER 1954
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
18
Gierstraat 27
Telefoon 16764
Overdracht Rijksstraatweg
urgent geworden
Inbraak op Houtplein
Beschermheerschap
provinciaal orkest
Konijnen gestolen
Vinger tussen draaiende
tandwielen verbrijzeld
Een geschenk dat
de gever siert
Bij de vijfde jaarlijkse expositie
Bollenkweker maakt
bezwaar tegen plan voor
De Glip
HET HAARLEMSE VERKEERSPLAN staat in het middelpunt van de belangstelling
der Haarlemmers. Dat is reeds gebleken uit reacties van onze lezers, maar thans ook
uit een actie van het Anegang-comité, dat zich reeds met het gemeentebestuur in
verbinding heeft gesteld met zijn gedachte de rechtstreekse verbinding te behouden
van de Anegang over de Melkbrug naar de Lange Herenvest. In het voorlopige
verkeersplan zou de Melkbrug vervallen en bij de Damstraat en de Gedempte Oude
Gracht zouden twee bruggen gebouwd worden.
Tijdens een Dinsdagavond gehouden ver
gadering van de Vereniging Haerlem in de
Kroonzaal van restaurant Brinkmann,
waar de heer W. F. Happé, wethouder
van Openbare Werken, het verkeersplan
heeft toegelicht heeft hij o.a. meegedeeld,
dat de Kleine Houtstraat tussen de Gast-
huisvest en de Gedempte Oudegracht aan
de Oostzijde verbreed zal worden en dat
het verkeer naar de stad door de Kleine
Houtstraat geleid zal worden. Een lid van
het gemeentebestuur heeft het plan geop
perd ook het tweede deel van de Kleine
Houtstraat te verbreden. De heer Happé
zeide hiertegen bezwaren te hebben; de
huidige bochtige straat wenste hij te be
houden, omdat zij zo'n typisch historisch
karakter draagt. Voorts merkte hij op, dat
de Anegang een belangrijke winkelstraat
zal blijven, omdat zij de verbinding vormt
tussen twee belangrijke winkelstraten
(Grote en Kleine Houtstraat).
Van de gelegenheid tot het stellen van
vragen maakte de heer Holt, bewoner van
de Anegang, gebruik; hij vroeg de heer
Happé of het plan om de Melkbrug te la
ten vervallen en twee bruggen over het
Spaarne te bouwen wel een verbetering
betekent en of de omgeving er door ver
beterd wordt. De Gravestenenbrug blijft
bestaan en vlak er bij (Damstraat) komt
een nieuwe brug. De binnenscheepvaart is
er niet mee gediend en het is de vraag of
de nieuwe brug past bij de mooie histo
rische gebouwen in de omgeving. Zou het
niet aanbeveling verdienen, vroe<? de heer
Holt, de Melkbrug (die volgens het plan
zou vervallen) te verbreden, ook de Hoog
straat en de Hagestraat te verbreden,
waardoor een goede verbinding tot stand
komt tussen de Grote Houtstraat en het
Oosten der stad. Dan zal het echter nood
zakelijk zijn het gebouw op de hoek Korte
Veerstraat en het Spaarne, dat vele jaren
door Vroom en Dreesmann gebruikt is, te
slopen.
Dan ontstaat bij het Spaarne een plein,
dat uitstekend geschikt is als parkeerruim
te. De kelder van het gebouw kan gebruikt
worden als fietsenstalling, waaraan grote
behoefte bestaat, en als schuilkelder voor
de bescherming bevolking. En grote ver
fraaiing zal volgens de vragensteller ont
staan en hij beval het in overweging aan.
Kern wordt uitgebreid
In zijn antwoord deelde de heer Happé
ADVERTENTIE
RUIME KEUZE IN
Barometers
Thermometers
Vochtmcters
Prisma-kijkers
Veldkijkers
Loupen-Leesglazen
Microscopen enz.
mee, dat hij reeds op de hoogte was van
het plan, maar dat hij het nog niet vol
doende bestudeerd heeft. Ook zou hij eerst
de mening willen weten van de adviseurs.
Wat het ontworpen plan betreft zeide spre
ker, dat het doel van het bouwen van brug
gen bij de Gedempte Oudegracht en bij de
Damstraat is de kern van Haarlem te ver
ruimen. Het gedeelte tussen het Spaarne
en de Lange Herenvest zou bij het centrum
getrokken kunnen worden. Dan is een
goede verbinding nodig en twee bruggen
Minister begreep bedoeling
van telegram niet
Wat betreft het antwoord van de minis
ter van Verkeer en Waterstaat op het te
legram van de Haarlemse gemeenteraad
over de beveiliging van de Rijksstraatweg
hebben wij thans vernomen, dat op 19 No
vember de minister in een antwoord aan
de burgemeester heeft herinnerd aan een
vroegere brief van Rijkswaterstaat, waar
in werd voorgesteld het verkeer door mid
del van vluchtheuvels en andere afschei
dingsmogelijkheden te sorteren en op die
manier overzichtelijker te maken.
De minister heeft door dit antwoord
blijk gegeven de bedoeling van de Haar
lemse raad en de motie-Prikkel te hebben
misverstaan. Het was immers al gebleken
dat het vluchtheuvelplan niet voor onmid
dellijke uitvoering gereed was. Waar het
de raad om ging en nog gaat is de tot
standkoming van een oplossing op korte
termijn, waardoor het stadsverkeer, waar
bij speciaal aan de wandelende en fietsende
bevolking van Noord-Haarlem wordt ge
dacht, weer met een gerust hart van de
Rijksstraatweg kan gebruik maken.
Dat over deze in wezen toch eenvoudige
kwestie nu al jaren gecorrespondeerd en
onderhandeld moet worden, vormt een be
wijs temeer, dat de toestand, waarbij een
zün geprojecteerd. Ook is gedacht aan de 8nelverkeersweg over zulk een lange af
bouw van een monumentaal gebouw aan gtand binngn de bebouwde kom van de ge_
meente in beheer is bij het rijk, onhoud
baar is. Daarom geloven wij, dat de ge-
de Oostzijde van het Spaarne. Als de
nieuwe bruggen er zouden komen dan
heeft de Melkbrug een onbelangrijke
functie. Ter plaatse zou wel een bushalte
komen. Spreker is van mening, dat de ge
dachte van de twee bruggen geen schade
voor de 'Anegang zal opleveren. Voorts
merkte spreker op, dat bij verwezenlijking
van het plan veel gesloopt moet worden.
Uit een financieel oogpunt moet dat echter
zoveel mogelijk beperkt worden. Het ge
bouw van V. en D. zal niet goedkoop zijn.
De gedachte van hen, die de verbinding
via de Melkbrug willen handhaven, zal in
ieder geval in de toekomst worden beke
ken. Er staat nog niets vast.
meente er goed aan zal doen om aan te
dringen op overdracht van de weg, opdat
zij zelf dan de maatregelen kan nemen wel
ke bitter noodzakelijk zijn.
Dinsdagavond is ingebroken in een huis
op het Houtplein in Haarlem. Men is via
een slaapkamerraam binnengedrongen.
Verscheidene vertrekken en de kasten
daarin werden doorzocht. Uit twee geld
kistjes en een portefeuille heeft men 355
weggenomen. Ook enige pakjes sigaretten
worden vermist.
De heren S. J. de Jongh, arts dr. H. van der Loos, predikant, A. S. van Rijn, pastoor,
P. Cloeck, J. J. Haije Jr., W. A. van Leeuwen en J. F. H. Noordhoff, allen wonende
in Haarlem-Noord, die de leiding hebben genomen aan de verzameling van hand
tekeningen van bewoners van het stadsdeel Haarlem-Noord voor een petitionnement
naar aanleiding van de onveiligheid op de Rijksstraatweg en de Schoterweg, hebben
zich met een brief tot de minister van Verkeer en Waterstaat gewend. Zij ver
zoeken de minister om de verwerkelijking van de uiterst dringend noodzakelijke
beveiligingsmaatregelen langs het gehele traject van de Rijksstraatweg en de
Schoterweg te Haarlem met de grootste spoed te bevorderen.
Voorts hebben zij gevraagd, hen als ver
tegenwoordigers van hen, die het petition
nement getekend hebben, in audiëntie te
willen ontvangen ter nadere toelichting
van hun verzoek en ter overhandiging van
de bij het petitionnement behorende lijsten
met handtekeningen.
In de toelichting wordt o.a. opgemerkt:
De ondertekenaars van de petitie zijn
verontrust door de toenemende onveiligheid
en het hand over hand toenemen van ver
keersongelukken, waaronder verscheidene
met dodelijke afloop, op de Rijksstraatweg
en de Schoterweg.
De ongerustheid door het uitblijven van
doeltreffende maatregelen van overheids
wege is overgegaan in ontstemming, van
welke ontstemming het zeer grote aantal
handtekeningen onder dit petitionnement
op zichzelf reeds blijk geeft. De ontstem
ming wordt in niet geringe mate mede ver
wekt door de beperkingen, die bedoelde
verkeersonveilgheid aan de meer dan
80.000 bewoners van Haarlem-Noord op
legt, zowel in hun sociaal, als in hun eco
nomisch leven, in de keuze van de school
voor hun kinderen, in hun kerkbezoek,
etcetera.
Met alle besef voor de moeilijkheden, die
ten behoeve van een doeltreffende beveili
ging op genoemde wegen overwonnen zul
len moeten worden en voor de noodzaak
deswege van uitvoerig en weloverwogen
beraad tussen alle hierbij betrokken instan
ties heeft de zeer lange duur van dit be-
ra^d helaas bij de bevolking van het door
genoemde wegen door midden gesneden
stadsdeel de indruk gewekt, als zou iedere
bewogenheid met de desastreuze gevolgen
van het inmiddels uitblijven van doeltref
fende maatregelen bij de verantwoordelijke
overheidspersonen ontbreken.
De Commissaris der Koningin in de pro
vincie Noordholland, dr. M. J. Prinsen,
heeft het beschermheerschap aanvaard van
de Stichting het Noordhollands Philhar-
monisch Orkest.
In de nacht van Maandag op Dinsdag
zijn in een perceel aan het Donkere Spaar
ne in Haarlem drie konijnen gestolen. In
een ander perceel, eveneens aan het Don
kere Spaarne, werden twee konijnen weg
genomen. De Kerstdagen zijn weer in
zicht
„Dinsdag hebben B. en W. van Haar
lem voor de vierde maal de antwoorden
vastgesteld op vragen van een lid van de
gemeenteraad over de verkeersverbindin
gen Noord-Zuid. Indien een antwoord ge
reed was, veranderden de omstandigheden
en dan moest er weer een wijziging komen
in de antwoorden. Thans is een plan be
kend geworden, dat mogelijk voor verwe
zenlijking vatbaar is, namelijk een Ooste
lijke randweg, die Oostelijker ligt dan de
vroeger geprojecteerde weg". Dit deelde de
heer W. F. Happé Dinsdagavond mee op
een vergadering van de Vereniging Haer
lem, waarop het Haarlemse verkeersplan
aan de orde was.
Zoals wij in ons blad van Zaterdag
meedeelden was het resultaat van een be
spreking van burgemeester mr. Creaners
en wethouder Happé met de minister van
Verkeer en Waterstaat, de mededeling, dat
de aanvankelijk door de Rijkswaterstaat
onmiddellijk ten Oosten van Haarlem ge
projecteerde autosnelweg, welke de ver
binding zou moeten vormen tussen de Vel-
sertunnel en Den Haag, er niet komt. In
plaats daarvan bereidt de Rijkswaterstaat
een verder ten Oosten van Haarlem gele
gen weg voor.
Tijdens de bijeenkomst van de Vereni
ging Haerlem lichtte de heer Happé de
plannen nader toe. Hij merkte op, dat de
toestand van de Rijksstraatweg een dage
lijkse zorg vormt van het gemeentebestuur.
Als de tunnel gereed is zal het verkeer
verdubbeld worden. Het komt op het punt
Delftlaan en Rijksstraatweg bijeen en het
rijk had gerekend op de provincie Noord
holland en de gemeente Haarlem, die dan
het verkeer verder moesten verzorgen.
De verantwoordelijkheid werd dus op an
dere instanties afgeschoven. Hierin is
echter verandering gekomen en het rijk
heeft thans meer begrip voor de situatie
en wil niet, dat alleen Haarlem en de pro
vincie de verantwoordelijkheid behoeven
te dragen.
Hoé de toestand in de toekomst zal wor
den is nog niet met zekerheid te zeggen.
Aan het nieuwe plan (randweg Oostelijker
van Haarlem dan vroeger) wordt gewerkt.
Eigenlijk is het geen nieuw plan, want
Haarlem heeft in het verleden reeds ge
propageerd voor deze verbinding. De nieu
we weg zou komen ten Oosten van de
Mooie Nel, over de Amsterdamsevaart en
de Ringvaart gaan en dan afbuigen via
Hoofddorp naar de Rijksweg, Amsterdam
Den Haag. Het laatste gedeelte van de weg
is wel nieuw. De heer Happé zeide, dat als
met voortvarendheid aan de weg gewerkt
zou worden er toch nog minstens vijf jaar
gewacht moet worden, voor hij gereed is.
Westelijke randweg
Het zal Intussen nodig zijn maatregelen
te treffen, om 't verkeergevaar, dat uit Vel-
sen dreigt, te verhinderen. Dan zou gebruik
gemaakt kunnen worden van een Weste
lijke randweg (Delftlaan, Kleverpark, Zijl-
weg, langs Houtvaart naar Zandvoortse-
laan). Deze is nog niet vastgesteld; de weg
zal van belang worden voor het streekver-
keer evenals voor het locale verkeer, maar
voor doorgaand verkeer wordt hij niet van
belang.
Een andere verbinding kan tot stand ko
men van de Rijksstraatweg, via de Vondel-
weg naar de Jan Gijzenvaart, langs de
Spaarndamseweg naar het Oosten of Zui
den van Haarlem.
Bij de gedachtenwisseling merkte ir. C.
K r ij n op, dat de Westelijke Noord-Zuid-
weg voor doorgaand verkeer van belang
kan worden, omdat aansluiting verkregen
kan worden bij Vogelenzang met wegen in
Zuid-Holland en dat de Oostelijke randweg
te ver van de stad afkomt, waardoor auto
rijders niet in Haarlem zullen komen voor
een bezoek. Van het Zuiden uit zijn wegen
gedacht om te bevorderen, dat men een be
zoek aan Haarlem brengt.
De heer Happé erkende, dat het ver
keer ook in het belang van de stad moet
zijn en dat de Oostelijke randweg op het
ogenblik wel ver van het centrum is ge
projecteerd; nader kan bezien worden of
ten verbinding met de stad te verkrijgen is.
De nieuwe weg moet een snelweg worden.
Dat is voor het Westen niet nodig. Spreker
meende, dat de Westelijke randweg uitslui
tend voor het streekverkeer van belang
wordt.
Omgeving Westergracht
In antwoord op een vraag over een Oost-
Westverbinding bij de Westergracht zeide
de heer Happé, dat er over gedacht is deze
gracht te dempen en een rechtstreekse ver
binding met de Tempeliersstraat tot stand
te brengen. Van belang is dan dat de spoor
baan opgehoogd is. Er staat over deze ver
binding nog niets vast en tot directe uit
voering behoeft niet te worden overgegaan.
Haarlem-Zuid
Vragen werden gesteld over verbindin
gen in Haarlem-Zuid, waarna de heer Hap
pé herinnerde aan diverse mogelijkheden.
Hij hoopte, dat het Florapark behouden
kan blijven. Ook zijn er plannen een ver
binding te maken van de Schipholweg
langs het Zuider Buiten Spaarne tot een
te bouwen brug over de Spaarnelaan. Ver
der gaat de route naar de bollenstreek en
Zandvoort via bestaande wegen. Deze die
nen behoorlijk gefundeerd te worden.
Voorts deelde de heer Happé mee dat de
situatie op het Stationsplein in studie is;
veel wordt gevoeld voor vergj-oting van het
plein tot de Lange Molenstraat en minder
voor doorgaand verkeer door deze straat.
De Amsterdamse poort blijft behouden,
maar er zal wel een verandering in de om
geving komen.
Dinsdagmiddag heeft zich in een werk-
tuigfabriek aan de Leidsevaart in Haarlem
een bedrijfsongeval voorgedaan. Een 35-
jarige Haarlemse draaier was bezig met
het draaien van een cylinder. Hij was nog
niet lang in dit bedrijf werkzaam en kende
waarschijnlijk de machine, die hij han
teerde, niet voldoende. Hij probeerde met
zijn linkerhand een tandwiel op een
draaiende drijfas te verzetten. Een van zijn
vingers raakte bekneld tussen twee cu-aai-
ende tandwielen. De vinger werd verbrij
zeld.
De Commissie van Overleg voor sociaal
en cultureel werk, die in Haarlem een
keer per week voor mensen die tijdelijk
niet in het arbeidsproces zijn opgenomen
een bijeenkomst houdt, kan met enige vol
doening op haar arbeid, welke een jaar
geleden begon, wijzen.
Op verzoek van de heer J. de Smalen,
die met overtuiging en niet aflatende be
zieling deze bijeenkomsten leidt, trad dit
werk tot nu toe niet in de openbaarheid:
het moest de kans krijgen te groeien en
ziji). nut te bewijzen. Gezien de prettige
sfeer op de wekelijkse samenkomst in
„Cultura", gezien ook de regelmatige en
trouwe opkomst en levendige belangstel
ling dergenen voor wie deze activiteit be
doeld is, kan men nu inderdaad van een
zeker succes gewagen, hoe gaarne men
ook overigens zou zien, dat dit werk in
het geheel niet nodig zou zijn. Want gis
teren bleek wel uit tal van critische vra
gen, die aan een uit mevrouw A. Ha
maker-Willink, drs. W. Hazevoet en de
heren W. van Willinge en J. H. Bartman
bestaand forum werden gesteld, hoe de
uitschakeling uit het arbeidsproces een
nijpend probleem vormt, vooral voor die
genen die al op rijpere leeftijd zijn ge
komen. Natuurlijk ging de belangstelling
daarbij in hoge mate uit naar het werk
van de stichting „Het leven begint bij
veertig", die door een frisse aanpak van
dit probleem de aandacht heeft getrokken
en zeker ook al successen heeft geboekt.
Wel bleek het forum in meerderheid van
oordeel dat het nog te vroeg is om nu
reeds te kunnen vaststellen of ook op de
duur dezelfde resultaten bereikt kunnen
worden. Maar het moest toegeven, -dat
voor de betrokkenen reeds van belang is,
dat nieuwe hoop gewekt is bij een groep
mensen welke tegen hun wil aan de kant
staan. Natuurlijk heeft het forum niet op
alle hierover gestelde vragen een afdoend
of bevredigend antwoord kunnen geven,
het heeft zelf iets kunnen opsteken van
situaties en toestanden in het sociale leven
waarmee het niet dogelijks in aanraking
komt.
Alle bijeenkomsten van de Commissie
van Overleg voor sociaal en cultureel
werk worden in duplo gegeven, hetgeen
ook met het optreden van dit forum het
geval zal zijn. De heer De Smalen, ge
assisteerd door de heer Jaspers, heeft na
melijk twee groepen gevormd om het aan
tal deelnemers aan de bijeenkomsten niet
zo groot te maken, dat het directe contact
verloren gaat. Bij een v*.n de twee groe
pen getuigt ook altijd een vaste kern van
bejaarden van zijn belangstelling voor de
problemen van het dagelijks leven.
De onderwerpen welke worden behan
deld zijn zeer gevarieerd. Bovendien wordt
altijd ingehaakt op de actualiteit. Zo werd
de vorige week de verkeersveiligheid van
de Rijksstraatweg besproken. Voor De
cember staan lezingen op het programma
door de heer C. Visser, die in opdracht
van het rijk een studiex-eis maakte naar
Zuid-Afrika, en daai-over zal vertellen en
er ook een film over zal vertonen, en door
de kunstenaar Aart van Dobbenburgh, die
zal spreken' over Kerstmis in de kunst.
Ook die voordracht wox-dt met lichtbeel
den geïllustreerd.
Niet altijd blijven de deelnemers aan
dit vormingswerk binnen, vooral in de
zomermaanden worden er excursies ge
maakt, die zich tot de Hoge Veluwe en het
Arnhemse Openluchtmuseum uitstrekken.
ADVERTENTIE
zit 'm de kneep
Landbouwers! Dit stoere pak
maakt Beva voor U uit
Schuttersveld-manchester, speciaal
voor Beva gemaakt. Oersterk,
mooi, soepelen practisch niet
te slijten. Alle naden van
Beva-kleding extra versterkt. Dit
kloeke pak, waarin U ook buiten
het werk om gezien moogt worden,
zit gemakkelijk en royaal.
•VAKKLEDING
VOÖR ALLE BEROEPEN
Het vierde Dinsdagavondconcert van het
Noordhollands Philhai-monisch Orkest, on
der leiding van Toon Verhey, had als
ik het -zo mag zeggen een grillig karak
ter. Eigenlijk hinkte het op tegenstellingen
in het programma. Maar die contrasten
bleken de kracht te bezitten van opwek
kende injecties, die het concert een boeiend
verloop verzekerden. Het was echter vrij
gedurfd om tussen Rameau en Ravel het
brillante, romantische bravour van „Car
naval Romain" van Berlioz in te schake
len en na de. „Rhapsodie Espagnole" van
Ravel een flinke stap terug te doen naar
de naïeve sfeer van een jeugdwerk van
Schubert. Er was oorspijs voor alle sma
ken. Wie op dit punt veelzijdig ingesteld
is, kon zich aan een rijke tafel te goed
doen, want al de gerechten van het menu
mochten er wezen.
Tot de zeldzaamheden van de muzikale
spijskaart behoorde ook het feit, dat er
deze avond nu eens geen instrumentale,
maar een vocale solist meewerkte. Pierre
Mollet is zijn naam. Hij beschikt over een
markante baritonstem, geeft blijk van
voortreffelijke muzikaliteit, van degelijke
zangkunst, geheel ingesteld op de rijke
schakeringen van het Frans en bovendien
heeft hij het temperament om zijn presta
ties op intelligente wijze en met smaak aan
het publiek mee te delen. De Zonne-hymne
uit „Les Indes galantes" van Rameau had
met haar machtige aanroepingen en haar
lyrische beschouwingen reeds veel indruk
gemaakt, niet het minst door het mooie
ADVERTENTIE
PELIKAN geschenk,
etui met PELIKAN
vulpen, drukpot-
lood, fraai lede
ren el ui met
handige reis-
inktflacon.
Men kan zich voorstellen dat er museum
bezoekers zijn, die het bij de bezichtiging
van een kunstwerk wel eens als een gemis
voelen te weinig van de persoonlijkheid
van de kunstenaar af te weten. Wij heb
ben geleerd dat het schilderij of de teke
ning uit zichzelf tot ons moet spreken,
maar wij weten ook dat een enkele bijzon
derheid, ergens gelezen of beluisterd, ons
in een meer vertrouwde sfeer tegenover
het werk kan brengen. Dit gevoel van een
bijna persoonlijk contact met de kunste
naar ondervinden wij op de jaarlijkse ten
toonstellingen van het werk van Jacobus
van Looy in hoge mate. De gunstige con
dities hiervoor zijn dan ook ruimschoots
aanwezig. Daar is onze kennis van de ge
schriften van Van Looy, daar is de nabij
heid van de woning en het atelier waar
hij tot het einde van zijn leven woonde en
werkte. Maar niet weinig draagt hiertoe
bij de persoon van de heer Scheffer, die
als kleine .iongen al bij Van Looy in het
atelier kwam en die nu nog steeds, als
(rouwe vereerder van de meester, diens
werken bewaakt.
„Dit tekeningetje maakte meneer Van
Looy op het terras van het Prado", vertelt
Scheffer mij. Wij staan voor een kleine
tekening, waarop niets anders te zien is
dan een bewogen wolkenlucht. „Ja, zo
heeft meneer het geschreven aan meneer
Allebé, hij wou wat uitrusten van al die
schilderijen, even een sigaartje roken bui
ten, dat mag niet in het museum hè en
toen tekende meneer die wolkenlucht. Als
u goed kijkt, kunt u zien dat er „Prado"
onder geschreven staat."
Ik weet wel dat zo'n familiaire toelich
ting ons over de artistieke waarde van zo'n
tekeningetje niets wijzer maakt, maar het
deelhebben aan de toewijding, die door de
heer Scheffer aan de persoon en het werk
van Van Looy gegeven wordt, kan er toe
bijdragen ons meer vertrouwd te maken
met deze kunst en misschien met de kunst
in het algemeen. Ik moet u bekennen, dat
ik geneigd ben te geloven dat zo'n mede
deling van meer betekenis kan zijn dan
een voortreffelijke ontleding of kunst
historische beschouwing van het werk.
Deze anecdote sluit namelijk precies aan
bij de eigenlijke bedoeling van de kunste
naar, die niet anders wilde dan ons aan
zijn eigen ontroering doen deelnemen.
In dit kort verhaal immers is de hele
Van Looy getekend. Wij zien de nog jonge
kunstenaar, wiens eerste ontwikkelings
stadium bekroond is met de hem toege
kende Prix-de-Rome, alleen op reis, dwa
lend door de zalen van het machtige Prado
te Madrid, door de werken van Velasques
en El Greco geboeid en overweldigd. Naast
zijn gevoel van ontzag en bewondering
heeft hij de behoefte zich als persoonlijk
heid te handhaven. Om tot zichzelf weer
te keren, om te „verademen", betreedt hi.i
het terras. Hij steekt een sigaartje op en
zijn oog volgt de rusteloze bewegingen der
wolken aan de hemel. Hij kijkt niet naar
het Spaanse landschap, want ook dat is
„het andere", ook daarin ziet hij El Greco
FTij kijkt naar de wolken, en het ziin de
Hollandse wolkenluchten die hij ziet. Het
kleine tekeningetje, dat hij dan maakt,
vertelt ons dat de kunstenaar naast en
tijdens zijn studies van de oude meesters
bezig is dat gedeelte van zijn eigen wezen
vrij te maken, dat van hem alleen is. Dat
het niet. alleen gaat om de bekwaamheid,
maar dat deze pas zin krijgt, wanneer hij
de rijkdom van eigen innerlijk beleven
helnt vertolken.
Wie Van Looy van nabij nog beter wil
leren kennen, moet niet verzuimen deze
vijfde jaarlijkse tentoonstelling, die bijna
alleen tekeningen omvat, in het naar hem
genoemde museum te gaan bekijken. Als
tekenaar was hij misschien hét sterkst
tijdens die eerste reis, die hem naar Tanger
«n Soanje voerde, maar ook in de daarou
volgende perioden ontstonden zeldzaam
mooie tekeningen.
Tot Maandag 6 December kunt u deze
expositie nog bezichtigen.
OTTO B. DE KAT.
geluid van deze jonge Zwitserse bariton,
toen Pierre Mollet, in een tweede beurt
van optreden, zijn volle maat gaf met de
drie zo verschillend getypeerde zangstuk
ken, waaruit Ravel's cyclus „Don Quichot-
te a Dulcinée" bestaat. Hier toonde de zan
ger zijn veelzijdigheid in het weergeven
van steeds wisselende impressies en in het
aannemelijk maken van die echt-Rave-
liaanse spiritualiteit om onder het masker
van verrassende grappigheid en spotlust
zijn diepe ernst te verbergen. Zo liet Mollet
ons geboeid luisteren naar het innig-ro-
mantische lied van de aanhef, naar het
aangrijpende gebed, dat het middendeel
vormt en naar het uitgelaten drinklied
een toast aan de vreugde! waarmee de
cyclus zo brillant besluit. De geniale
dwaasheid van het Don Quichotte-type
had zich in dit drieluik voor ons gemani
festeerd. Wij mochten er Pierre Mollet
dankbaar om zijn, maar hem niet alleen,
want ook Verhey en zijn orkest hadden
hun belangrijk aandeel in deze herschep
ping van Ravel's zwanezang kundig en met
geestdrift geleverd; zelfs uit de laatste
pirouette van fagotten en contrabassen kon
men de overtuigende opgewektheid proe
ven van het „Je bois la joie!" Die finale
van de cyclus is trouwens een stuk om zich
een roes te spelen!
Dit is echter ook het geval met de „Rhap
sodie Espagnole" van dezelfde componist,
die Verhey op het zangstuk liet volgen.
Maar de spelers moeten er het hoofd koel
bij houden, zoals ze dit vooral deden toen
Verhey het slotdeel „Féria" liet her
halen. Het herhalen van een deel uit dit
werk is niets ongewoons; het gebeurde
reeds bij de eerste uitvoering, onder Co
lonne, op dringend verzoek van de „enge
lenbak" en onder protest van de „orkest
zetels". En daarmee was het niet uit; want
na de reprise klonk een stentorstem uit de
hogere regionen van de schouwburg: „En
nu nog een keer voor die daar beneden,
die het nog niet gesnapt hebben!"
De verklaring van dit razend moeilijke
stuk, waarin Ravel met zoveel verfijnde
kleurzin zijn „Habanera" uit de „Sites
auriculaires" te pas gebracht heeft, was
in ieder geval een knappe prestatie die
respect afdwong.
Verhey had het programma van deze
avond ingezet met de ouverture „Iphigenia
in Aulis" van Gluck, welke indruk maakte
door de volle klank van de strijkers. De
ouverture „Carnaval Romain" werd een
éclatant hoogtepunt van het concert en de
Derde van Schubert klonk bekoorlijk in
al haar eenvoud. Pardon, wat zeg ik? De
finale van dit jeugdwerk (Schubert was
amper achttien jaar, toen hij het schreef)
is lang niet eenvoudig: zij verraadt de
meester die later de grote C-dur zou schrij
ven. Wat er eenvoudig aan is, gehoord na
de geraffineerde klankcomplexen van een
Ravel, is de vertrouwde sfeer en de klas
sieke zuiverheid van de stijl. Als nage
recht orfi van te snoepen.
JOS. DE KLERK.
ADVERTENTIE
MAG.
Anegang 44 A
AMPHORA
Telefoon 15725
SERVIEZEN
KEUKENS
Reeds in ons blad van 1 November heb
ben w\i een uitvoei-ige beschrijving gege
ven van het uitbreidingsplan voor de Heem-
steedse buurtschap De Glip, dat Donder
dagmiddag 2 December in de Heemsteedse
raad zal worden behandeld.
Nu de termijn voor de ter visielegging
verstreken is, blijkt er slechts één be
zwaarschrift tegen het plan te zijn binnen
gekomen, namelijk van de firma Philippo
eri Zonen.
Dit bezwaarschrift vindt zijn grondslag
in de omstandigheid, dat een deel van de
teelgrond van deze firma bestemd is voor
de aanleg van een weg en het bouwen van
woningen. De cultuui-grond van deze firma
is echter reeds onder het thans geldende
uitbreidingsplan voor het buurtschap de
Glip bestemd voor de aanleg van wegen en
de bouw van woningen. Deze bebouwing zal
volgens het ontwerp-plan intensiever wor
den, waardoor de financiële opbrengst van
de grond groter zal kunnen zijn. B. en W.
zijn daarom van oordeel, dat deze belang
hebbende door de onderhavige wijziging
geenszins in haar rechten bekort wordt, zo
dat het bezwaarschrift als ongegrond be
hoort te worden aangemerkt.