Frankrijk kampt niet met één, maar met twee revoltes IN DE WERELDPOLITIEK Goede bedoelingen die vrees wekken '°j£ef[ehar Nationalisten willen teveel; colonswillen te weinig GmliecmWtlftC Nationale strijdkrachten voor Oost-Duitsland gevraagd Algerije zit boordevol tegenstrijdigheden Gemeenschappelijke generale staf öf één Oost-Europees opperbevel WOENSDAG 1 DECEMBER 1954 3 Het stralend witte overhemd met een stralend succes Agenda voor Haarlem Wantrouwen Twee Frankrijken Heintje Davids benoemd tot ereburgeres van Amsterdam (Van onze reisredacteur) TUNIS, 26 November. Het is nu 127 jaar geleden dat 's werelds meest histo rische slag met een vliegenklapper werd uitgedeeld: de man die sloeg was de toenmalige Turkse bey van "Algerije; de man die de klap kreeg, de Franse consul peval. Een boordevolle maat liep over. Frankrijk greep in en drie jaar later was Algerije Frans. Dat is het nu nog, méér dan toen zelfs. De evolutie die deze reusachtige smeltkroes aan het verhitten is, heeft Algerije van kolonie tot deel van Frankrijk gemaakt. Dat die evolutie voltooid is, beweert niemand, ook Frankrijk niet. Noch op politiek, noch op economisch, noch op sociaal gebied, hoewel er in de laatste twintig jaar en vooral sinds de jongste oorlog grote vorderingen zijn gemaakt. Maar de smeltpot bevat nog teveel tegenstrijdig heden en tegenstellingen, teveel elementen, die zich nog niet kunnen of willen binden. Men zou het proces nog meer tijd moeten gunnen. Is die tijd er? De wereld waarin wij leven, heeft haast, Azië heeft zich vrijgemaakt, Afrika komt in beweging. Resterende tegenstellingen en tegenstrij digheden in Algerije? Zij zijn er in over vloed. Gesluierde vrouwen in een trolley-bus. „Bidonvilles", „Taudi's" en „Gourbis", na men waarachter de ellendige behuizing van het grootste deel der bevolking schuil gaat, naast moderne steden waarin de wolken krabbers uit de grond schieten. Een „fel lah", een inheemse boer, die met een hou ten ploeg en een paar ossen een lap grond vol keien bewerkt, naast de hyper-moderne geheel gemechaniseerde landbouwbedrijven der Franse „colons". Merkwaardige uit zonderingen op de regel ook: donkerbruine Fransen, Italianen, Spanjaarden en Israë lieten naast blanke Algerijnen met blond haar en blauwe ogen. Bedelende inheemse werklozen, die van honger kreperen, naast Franse landbouwers met eigen vliegveld, maar ook Franse wegwerkers naast Alge rijnse millionnairs, Franse communisten naast verfranste Algerijnen met 't Legioen van Eer in het knoopsgat. Het land zelf is een en al tegenstelling, sneeuw in de Atlas, een hete zon in de Sahara. De drie departementen van het Noorden, Algiers, Oran en Constantine, samen haast de helft van. Frankrijk groot, nog mijjen op het moederland ten achter, maar eeuwen vooruit op de geweldige „Territoires du Sud", die drieënhalf maal zo groot zijn als Frankrijk. Trouwens, men spreekt over „Terre Francaise", over drie Franse departementen, maar waar zijn de Franse departementen, die een gouverneur- generaal, een eigen parlement en twee kiescolleges hebben?, waarvan er één een millioen Fransen plus wat Muzelmannen en het andere de resterende acht millioen Muselmannen vertegenwoordigt, kiescol leges die nochtans gelijkelijk vertegen woordigd zijn. Zelfs op locaal niveau is de democratisering niet veel verder. Maar kan men hier werkelijk de rekenlineaal van de West-Europese democratie aanleggen zon der te zeer te vereenvoudigen? ADVERTENTIE sanforised i.' mmjj dubbele manchetten ïJpjTM gevoerd front WÉfj onkreukbare Aeroline prijs F 15.90 shirts Tv .-v" WOENSDAG 1 DECEMBER Minervatheater: „The late Edwina Black", British Society of Amsterdam, 8.1.1 uur. Kapel Minahassastraat: H. v. d. Brink, 8 uur. Vleeshal: Slagers vaktentoonstelling. 13.3023 uur. Stadsschouwburg: „Muiterij op de Caine", Nederl. Comedie, 8 uur. Ge dempte Oude Gracht 104: ds. H. S. J. Kalf, 8.15 uur. Palace: „Door dik en dun", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Roxy: „Road to Bali" 14 jaar, 8 uur. Rembrandt: „Koning der me lodieën", alle leeft., 6.45 en 9.15 uur. Lido: ..De man met een millioen", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Luxor: „Een liefde in Parijs", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Honderd meisjes en één zeeman", alle leeft., 7 en 9.15 uur. m DONDERDAG 2 DECEMBER Stadsschouwburg: „Muiterij op de Caine", Nederl. Comedie. 8 uur. Zuiderkapel, Zui derstraat: J. A. Bruijn, 8 uur. Lange Veer- straat: Genezingsdienst van de Tempel, 7.45 uur. Palace: „Door dik en dun", alle leeft., 2. 4.15, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Road tot Bali", jaar, 2.30 en 8 uur. Rembrandt: „Koning dei- melodieën", alle leeft., 1.45, 4.15. 6.45 en 9.15 uur. Lido: „De man met een millioen", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Eén liefde in Parijs". 18 jaar. 2, 7 en 9.15 uur. Minerva: „Casablanca", 18 jaar, 8.15 uur. Frans Hals: „De man in het grijs", 18 jaar, 2.30, 7 cn 9.15 uur. Nóg een tegenstelling: Naarmate Frank rijk meer voor Algerije doet, stijgt het ver langen naar eigen zeggenschap. Is dit on dankbaarheid voor de drooglegging van de moerassen in het Noorden en de bevloeiïng van de droge rest, voor de wegen en de spoorlijnen, de vliegvelden en het telefoon net, de geweldige kapitalen geïnvesteerd in handel, industrie en landbouw, voor de hypermoderne steden, voor de ziekenhui zen, de scholen en de sociale instellingen? Frankrijk heeft de eindeloze stam-oor- log gedoofd, het heeft een nomaden-bevol king tot een millioenenvolk gemaakt, het heeft het van epidemieën verlost, het haalt de jeugd uit de onwetendheid van het an alfabetisme, het heeft een achterlijk en arm gebied een eindweegs opgetrokken in de twintigste eeuw. Het heeft zelfs ik zou het bijna ver geten de Algerijnen een eigen intellec tuele élite gegeven, doortrokken van de Franse cultuur. En het devies van de Fran se republiek „vrijheid, gelijkheid en broe derschap" is aan deze intellectuelen niet onopgemerkt voorbijgegaan. Het verlangen daarnaar doet zich thans gelden: bij de gematigden die de evolutie willen versnellen, bij de extremisten, die tegenstelling numero zoveel thans in het Aurès-gebergte een klassieke guerilla tegen een moderne troepenmacht voeren. Legt deze oversteluende hoeveelheid con trasten eti contradicties het wezenlijke pro bleem niet in een Gordiaanse knoop? Maakt zij het Frankrijk niet onmogelijk een rede lijk snelle uitweg te vinden? Neen. De meeste tegenstrijdigheden zijn verzoenbaar, de raakvlakken der gematigden bieden kansen. Maar één wezenlijk probleem is er en het is dit. dat al zoveel Franse rege ringen op het dode punt heeft gebracht. Frankrijk heeft namelijk niet met één re bellie te doen, maar met twéé. Aan de ene kant is er die van d<e natio nalisten die hervormingen vragen, aan de andere kant het grootste deel van de Fran se bevolking hier met aan het hoofd de grote „colons". Wie de nationalisten zijn, heb ik al eerder verteld. Ik zal nu proberen de „colons" te schetsen. Het woord is een afkorting van „coloni- sateur". Letterlijk genomen zijn zij de Franse landbouwer? in Algerije, Jn feite behoort het merendeel der Franse bevol king hier tot deze groep. Wie zijn zij, de colons, die in Algerije zo'n ontzagwekkende macht vormen? De meesten van hen stammen uit Oost- en Zuid-Frankrijk en wonen al generaties op de grond, die hun grootvaders aan een vijandig land en een vijandige natuur ont worsteld hebben. Hard, energiek, vastge- worteld in deze bodem,wantrouwend jegens alles en iedereen, die niet tot hun kamp behoort. Wantrouwend jegens de inheem sen, die zij luie, onbetrouwbare honden noemen, wantrouwens jegens het buiten land: „de Engelsen en Amerikanen willen ons verraden", wantrouwend jegens alles wat in Frankrijk niet uiterst-rechts wan trouwend jegens alles wat nieuw is. Stijfhoofdige patriaróhen, die zich blind staren op hun onmiddellijke omgeving, be wonderenswaardig in hun arbeidslust, sterk in hun ondernemingszin, schrikwekkend in hun menselijke bijziendheid. Eén allesbe heersende hartstocht: hun land, hun Alge rije, dat zij groot maakten en dat zij diep in hun hart vrezen te gaan verliezen. Zij verweren zich tegen deze mogelijk heid met dezelfde hardnekkigheid waarmee zij hun bestaan verworven. Hun invloed is ongelofelijk. De riiksten onder hen beheer sen vrijwel de gehele Franse pers hier. Zij bespelen het politieke apparaat als een harmonica. Hoe men er ook aan trekt, hun accoorden komen eruit. Aan geld mankeert het hun niet. Zij hebben hun pressiegroe pen in het Franse parlement. Zij wippen een vooruitstrevende gouverneur-generaal als Chataigneau in een oogwenk. Zij heb ben in regeringen als die van Laniel ge makkelijk spel gehad. Zo komen wij tot de laatste tegenstelling: Er zijn twee Frankrijken present in Alge rije, en vermoedelijk in Tunesië en Marok ko ook. Het ene is het Frankrijk van de colons, een aantal op leven en dood met hf»n verbonden ambtenaren plus het meren deel van de bevolking. Dit Frankrijk zal nooit een wezenlnke stap nader doen tot de inheemse bevolking. Het schreeuwt moord en brand als de huidige minister van Binnenlandse Zaken Mitterand verstandige politieke en sociaal-economische hervor mingen in het vooruitzicht stelt. Het eist op hoge toon geweld. Er is óók het echte Frankrijk, dat mil- lioenen aan Algerije besteed heeft, dat dit onvoltooide experiment wil voleinden, dat wel eens gestruikeld mag z"n, maar aan de eerlijke en reële bedoelingen waarvan niet getwijfeld hoeft te worden. Het is dit Frankriik waarvoor, juist nu. de colons doodsbenauwd zijn. Met reden? Ik citeer thans een brief, die een afge vaardigde in de Nationale Vergadering on 21 Mei jongstleden tot de toenmalige mi nisterpresident Laniel richtte: „Oo het moment dat de opeenvo'<nng van fouten en vergissingen, die in Viet nam het graf eesraven hebben van zo veel Franse levens en Franse hoon, 'n dramatisch relief verkrijgt,beginnen nieuwe ernstige bedreigingen te druk ken op Noord-Afriks. déél van het hart en de ziel van Frankrijk. Het is een van de tegenstrijdige en. onver klaarbare aspprton van onze politiek in de Franse Unie: dat zij voortgaat alsof men totaal onwetend was over de lessen van het Verre Oosten. Men sluit opzettelijk de oeen voor het be staan, overal in de wereld, maar voor al bij de volken die wij'de smaak van de vrijheid hebben doen proeven, van diepe nationale stromingen. En waar wij in Indochina onder druk van de feiten meer hebben moeten geven, dan men aanvankelijk van ons verlangde, ADVERTENTIE In luxe dozen met FEESTVERPAKKING 50 stuks Fl. 2.. 100 stuks Fl. 4.. DAAROM IS KINGS CROSS AL JARENLANG DE SIGARET MET HET GROOTSTE AANTAL VASTE ROKERS volgen wij in Noord-Afrika een poli tiek van onbewimpelde weigeringen en van straffe onderdrukking, zelfs jegens de gematigdste elementen. Men steunt de zwakke politieke construc ties door verachtelijk politieel geweld, lijnrecht in strijd met de liberale prin cipes, die ons in de ganse wereld be mind hebben gemaakt. Maar de ge beurtenissen, die het geweld poogt te keren of te vertragen worden er in wezen door versneld, want bij de ont wikkelden zet het de drang naar recht om in rebellie en bij de tot op heden onverschillige massa's kristalliseert het een besef van een nationaal conflict en dwingt het tot deelnemen". De afgevaardigde, die zes maanden ge leden deze brief schreef, ondertekende haar: Pierre Mendès-France. Zij gold in de eerste plaats Tunesië en Marokko, maai de toon stemt ook de colons in Algerije tot nadenken. ADVERTENTIE i Wj s W/J /v£j MOSKOU (Reuter/A.F.P.) Op de tweede dag van de conferentie te Moskou over de veiligheid in Europa, waaraan vertegenwoordigers der communistische landen in Oost-Europa deelnemen, hebben de premiers van Tsjechoslowakije en Oost- Duitsland, Siroky en Grolewohl, hel woord gevoerd. Premier Grotewohl verklaarde, dat Oost-Duitsland zich gedwongen zal zien nationale strijdkrachten te organi seren, als in West-Duitsland een geregeld leger wordt gevormd. De regering van de (Oost) Duitse Demo cratische Republiek deelt het standpunt van de Sovjet-Unie. Tsjechoslowakije en Wat op deze plaats een dag geleden ten aanzien van het tanend belang ener strikte, dogmatische souvereiniteit werd gezegd, moge als inleiding worden genomen tot een in de praktijk afdalende beschouwing over enkele aspecten van ons huidige Europa, waar de souvereiniteits-ontbinding met zulke enorme moeilijkheden gepaard gaat. Vooropgesteld dient, dat de souvereiniteitsontbinding in dit werelddeel niet mag worden gezien a's een politiek-strategisch doel, dat toevallig van pas komt in een toevallige, tijdelijke situatie. Als men haar bewust gaat nastreven in deze overweging van opportunisme, moet men zich niet verwonderen wanneer men tegen stand en spanningen oproept, die haar verhinderen en vertragen. Vooral, wanneer men zoals momenteel in een merkwaardige verblinding door talrijke invloedrijke en prominente politici en would-be politici voorop gesteld wordt een afbraak van de kleine Europese souvereiniteiten slechts propageert onder de volstrekt onlogische en onaanvaardbare leuze, dat een nieuwe, grotere souvereiniteit moet worden geschapen Als men stelt, dat de souvereiniteits- idee met haar isolationistische onwerkelijk heden en practische onhoudbaarheid haar tijd gehad heeft, dan is die stelling abso luut en generaal. Niet alleen geldig dus voor de kleine en grótere landen, die toe vallig in een samengaan gedrongen worden door tijdsomstandigheden, doch geldig voor alle souvereiniteit. Het wekt grote be zorgdheid en vrees, dat sommigen zich blijkbaar een nieuw Europa voorstellen waarin alle kwalen en irrealiteiten, con servatisme en machtsstrevingen, die eer tijds de souvereiniteiten in Europa verwik kelden in een reeks bloedige worstelingen zonder uitzicht noch resultaat, in groter verband opnieuw tot gelding worden ge bracht tegen de buiten Europa liggende sieren. Wij behoeven slechts een brochure, samengesteld uit voordrachten van de voorzitter der Beweging van Europese Federalisten, prof. dr. H. Brugmans, in te zien om te worden geconfronteerd met een opvatting, die iedere weldenkende Euro peaan met grote huivering vervullen moet in weerwil van de ongetwijfeld zeer goede bedoelingen, waarmee deze brochure en deze voordrachtenreeks werden gecom poneerd. Het is niet dan met de grootste omzich tigheid, dat wij de vinger leggen op de tegenstrijdigheden en gevaren in deze op vatting, aangezien wij het enthousiasme en de oprechtheid kennen van prof. Brugmans in zijn streven naar vereniging der Euro pese landen tot een federatie. Doch men moet bij alle eerbied voor deze strijdbare liefde de gevaren niet voorbijzien, die voor de Europese mens en voor de wereldburger te voorschijn kunnen worden geroepen door een dwalende oprechtheid. De brochure gaat uit van een obsessie, die ook reeds in de politieke gebeurtenis sen van de laatste maanden met opmerke lijke vasthoudendheid verkondigd is in federalistische kringen: de obsessie, dat het Europese federalisme een nederlaag geleden heeft door het mislukken der Europese Defensiegemeenschap. In dezell- de brochure wordt echter met nadruk ver zekerd: „Men kan niet een bepaald onder deel van het openbare leven losmaken uit het grotere geheel om het te „europeani seren," terwijl de rest rustig nationaal be heerd blijft." En verder: „Verdedigen kan men vandaag alleen nog: Europa in wereld- verband. Maar ook hier heeft men in eerste instantie getracht, het probleem op te los sen op zichzelf en zonder schepping van een verantwoordelijke politiek-democrati- sche regering, bevoegd voor de Europese zaken als geheel." Wat was echter de E.V.G. anders dan een „bepaald onderdeel losmaken om het te europeaniseren (namelijk de defensie) ter wijl de rest rustig nationaal beheerd blijft"? Inplaats van zich te verheugen over de mislukking der E.V.G. als bewijs van zijn eigen, inderdaad logische stelling, vindt prof. Brugmans de mislukking een nederlaag voor de federalisten. In werke lijkheid echter is het een overwinning van het federalistische denken geweest, dat de „europeanisering" van de defensie deed mislukken, omdat het federalistische den ken intuïtief afkerig moet zijn en in waarheid ook is van de nieuwe machts idee, die in de E.V.G. lag opgesloten. Een leger is een exponent van een souvereine macht. De door de federalisten zo verfoeide souvereine eigendunkelijkheid stond ais een enorme schim achter de E.V.G., die de herleving zou hebben betekend van het stokpaard der absolute souvereiniteit, nu beoefend binnen de wijdere grenzen van een afgeperkt Europa, doch even isolationistisch, even bloeddorstig, even vergoddelijkt als welke souvereiniteit in het barre verleden ook. Wanneer men de brochure verder leest, komt men tot de ontstellende ontdekking, dat deze gedachte prof. Brugmans niet zo zeer benauwd heeft als men zou mogen verwachten van een historicus, die de af braak der souvereiniteit moet hebben onderkend en de nieuwe geest van grenzen loze universele solidariteit moet hebben kunnen zien oprijzen uit de wereldgeschie denis. Hij tracht namelijk met de ene hand verachtelijk de kleine Europese sou- vereiniteitslust afwijzend, met de andere de nieuwe Europese souvereiniteit begroe tend een nieuw soort mens in de ban van een nieuw soort betovering te brengen, een Europese mens in de betovering van een Europese machtsidee, onder de vlag van een nieuwe, conservatief getinte sou vereiniteit. Hij zegt dat de federalisten op voeders zijn „van zichzelf en anderen: op voeders tot Europese burgerzin en fier heid." Helaas klinkt hier opnieuw het trompet geschal der tegen elkander optrekkende naties, die zich op de borst kloppen van fierheid en zich door elkander niets laten vertellen noch adviseren, doch in hun fier heid en burgerzin liever naar de wapenen grijpen volgens de oude, souvereine methode. De grootheid van Europa komt op 't voetstuk, waar zo vele andere gouden kalveren zijn afgeslagen. Want, zo zegt prof. Brugmans: „Hier staan twee werelden onverzoenlijk tegenover elkaar. De grenzen kunnen niet worden uitgewist of verdoe zeld. Hier moet gekozen worden. Ons Europees federalisme is zo hartstochtelijk, omdat het bepaald wordt door die keuze." Arme federalist, die nu dus zal moeten deen wat hij in zijn puur menselijk enthou siasme zoveien heeft verweten: kiezen voor eer. souvereiniteit, samengedrongen achter een onuitwisbare grens, hartstochtelijk kiezen voor een omperking, die weliswaar Europa heet doch verder dezelfde irreële politieke samenstelling tot een afweerfront aan hem oplegt, als eertijds de Nederlan der tegenover de Belg en de Oostenrijker tegen de Pruis deed staan in de ban van verblindend wapengeschitter en sprookjes achtig gebral over vaderland en souverei niteit. ,.De grenzen kunnen niet worden uitge wist," zegt prof. Brugmans. Hij doelt daar bij op de grens, die hijzelf getrokken heelt aan zijn eigen afkeer van grenzen. Hij wil de afbraak der souvereiniteilsmanie laten ophouden bij het bereiken van de nieuwe souvereiniteit, die hij zelf heeft uitgestip peld. Zal die afbraak zich daaraan storen? Hier duikt het enorme misverstand op, dat amateur-politici altijd weer maken ten aanzien van hun eigen taak in een avant- garde-beweging als die der Europese federalisten. Zij zijn de apostelen der universele idee, zonder voorbehoud of ze zijr. niets. In ieder geval niets meer dan lijdzame reizigers in de trein van de practi sche politiek, die stopt waar de dienst regeling aangeeft en stil blijft staan op ieder dood spoor, waar zijn machinist hem hebben wil. De ontwikkeling gaat verder, de trein rijdt over nieuwgelegde sporen. De avam- gardisten banen de wegen der rails over grote vlakten en door wilde bossen, doch zij bemoeien zich niet met iedere kronkel in de rails en met. de aanleg van stations compleet-met-retirades. Niemand zal twijfelen aan het grote nut van een verenigd Europa in economisch, politiek en cultureel opzicht. Niemand zal het overigens kunnen tegenhouden, omdat het ligt op de weg der ontwikkeling. Maar niemand zal het slechtere dienst bewijzen dan door het te willen dwingen in een oud, afgedankt, museumgereed dwangbuis, alleen on.dat de tijdelijkheden van de practische politiek daar ogenschijnlijk aanleiding toe geven. De Europese mens is een wereld burger. Als de mens zich ontworstelt aan de ban der souvereiniteit, zal geen macht fei wereld de na hem volgende generaties meer kunnen terugdwingen in hetzelfde pak van oude lappen. Zelfs al is het ieis wijder. Tenslotte: deze brochure, deze voor drachtenreeks van prof. Brugmans doen met weemoed denken aan de oude leuze der B.E.F.: „Europa één in een vei-enigde wereld." Het is een ontrouw. J. L. Polen, dat „ingeval van bekrachtiging van de Parijse accoorden" de acht communis tische landen, die op de conferentie zijn vertegenwoordigd, „gezamenlijk maatrege len moeten treffen om hun staatsgrenzen te verdedigen, elke aanval af te slaan en de vrede in Europa te verzekeren". Duits land moet nooit meer een gevaar voor ziin buren kunnen worden. Premier Siroky pleitte voor „gezamen lijke maatregelen ter versterking en coör dinering van de strijdkrachten" als verde diging tegen „de herleving van een Duits militarisme". Een nieuwe Duitse weer macht zou een gevaar vormen voor de grenzen van Tsjechoslowakije, Polen en de Duitse Democratische Republiek". Als de Parijse verdragen bekrachtigd zouden wor den, zouden speciaal deze drie landen ge zamenlijk maatregelen dienen te nemenè Minister Molotov zei op de receptie: „Ik weet niet of u zult besluiten tot een ge meenschappelijke generale staf of één op perbevel voor het geheel, maar in elk ge val staan wij gunstig tegenover uw wens meer aandacht te schenken aan uw defen sie in geval van bekrachtiging van de Pa rijse overeenkomsten." Hij stelde voor te drinken op de kracht van de verenigde legers van de landen die op de conferentie vertegenwoordigd zijn. Onmiddellijk daar- na verontschuldigde hij zich er voor, dat hij het „grote Chinese leger, dat 20 mil lioen man sterk is", bij de heildronk had vergeten. Zich schertsend tot de Chinese ambassadeur wendend, zei hij: „Ik hoop tenminste, dat dat geen militair geheim is?" In kringen, die in contact met de confe rentie staan wordt maarschalk Rokos- sofsky, de opperbevelhebber van het Pool se leger, genoemd als mogelijke chef van een gemeenschappelijk opperbevel. In wel ingelichte kringen te Moskou verwacht men, dat de conferentie een verdrag voor wederzijdse verdediging zal opleveren als antwoord op de voorgestelde bewapening van West-Duitsland. In politieke kringen te Bonn is men van mening dat het dreigement de vorming van een Oost-Duits leger in hoofdzaak bedoeld is om de ratificatie van de Parijse overeenkomsten tegen te houden. ADVERTENTIE KUNSTHANDEL HAARLEM VV A - NWEG 102 KUN5TNÖYERE GESCHENKEN Immortelle Bloemsierkunst Tijdens een „afscheidsvoorstelling voor de gewone man" in het Ttheater Carré te Amsterdam heeft de hoofdstedelijke wet houder voor Kunstzaken, mr. A. de Roos, die sprak namens burgemeester d'Ailly, de scheidende „Heintje" Davids benoemd tot ereburgeres van de stad Amsterdam. Alvorens de heer De Roos de erepenning van de stad overhandigde, vroeg hij welke naam erin gegraveerd moest worden: me vrouw Pinkhof, mevrouw Davids of Hein tje Davids, waarop onmiddellijk het ant woord kwam: „Alleen Heintje".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1954 | | pagina 5