Frankrijk kampt niet met één,
maar met twee revoltes
IN DE WERELDPOLITIEK
Goede bedoelingen die vrees wekken
'°j£ef[ehar
Nationalisten willen teveel;
colonswillen te weinig
GmliecmWtlftC
Nationale strijdkrachten voor
Oost-Duitsland gevraagd
Algerije zit boordevol tegenstrijdigheden
Gemeenschappelijke generale staf öf
één Oost-Europees opperbevel
WOENSDAG 1 DECEMBER 1954
3
Het stralend witte overhemd
met een stralend succes
Agenda voor Haarlem
Wantrouwen
Twee Frankrijken
Heintje Davids benoemd
tot ereburgeres van
Amsterdam
(Van onze reisredacteur)
TUNIS, 26 November. Het is nu 127 jaar geleden dat 's werelds meest histo
rische slag met een vliegenklapper werd uitgedeeld: de man die sloeg was de
toenmalige Turkse bey van "Algerije; de man die de klap kreeg, de Franse consul
peval. Een boordevolle maat liep over. Frankrijk greep in en drie jaar later
was Algerije Frans. Dat is het nu nog, méér dan toen zelfs. De evolutie die deze
reusachtige smeltkroes aan het verhitten is, heeft Algerije van kolonie tot deel
van Frankrijk gemaakt. Dat die evolutie voltooid is, beweert niemand, ook
Frankrijk niet. Noch op politiek, noch op economisch, noch op sociaal gebied,
hoewel er in de laatste twintig jaar en vooral sinds de jongste oorlog grote
vorderingen zijn gemaakt. Maar de smeltpot bevat nog teveel tegenstrijdig
heden en tegenstellingen, teveel elementen, die zich nog niet kunnen of willen
binden. Men zou het proces nog meer tijd moeten gunnen. Is die tijd er? De
wereld waarin wij leven, heeft haast, Azië heeft zich vrijgemaakt, Afrika komt
in beweging.
Resterende tegenstellingen en tegenstrij
digheden in Algerije? Zij zijn er in over
vloed.
Gesluierde vrouwen in een trolley-bus.
„Bidonvilles", „Taudi's" en „Gourbis", na
men waarachter de ellendige behuizing van
het grootste deel der bevolking schuil gaat,
naast moderne steden waarin de wolken
krabbers uit de grond schieten. Een „fel
lah", een inheemse boer, die met een hou
ten ploeg en een paar ossen een lap grond
vol keien bewerkt, naast de hyper-moderne
geheel gemechaniseerde landbouwbedrijven
der Franse „colons". Merkwaardige uit
zonderingen op de regel ook: donkerbruine
Fransen, Italianen, Spanjaarden en Israë
lieten naast blanke Algerijnen met blond
haar en blauwe ogen. Bedelende inheemse
werklozen, die van honger kreperen, naast
Franse landbouwers met eigen vliegveld,
maar ook Franse wegwerkers naast Alge
rijnse millionnairs, Franse communisten
naast verfranste Algerijnen met 't Legioen
van Eer in het knoopsgat.
Het land zelf is een en al tegenstelling,
sneeuw in de Atlas, een hete zon in de
Sahara. De drie departementen van het
Noorden, Algiers, Oran en Constantine,
samen haast de helft van. Frankrijk groot,
nog mijjen op het moederland ten achter,
maar eeuwen vooruit op de geweldige
„Territoires du Sud", die drieënhalf maal
zo groot zijn als Frankrijk. Trouwens, men
spreekt over „Terre Francaise", over drie
Franse departementen, maar waar zijn de
Franse departementen, die een gouverneur-
generaal, een eigen parlement en twee
kiescolleges hebben?, waarvan er één een
millioen Fransen plus wat Muzelmannen
en het andere de resterende acht millioen
Muselmannen vertegenwoordigt, kiescol
leges die nochtans gelijkelijk vertegen
woordigd zijn. Zelfs op locaal niveau is de
democratisering niet veel verder. Maar kan
men hier werkelijk de rekenlineaal van de
West-Europese democratie aanleggen zon
der te zeer te vereenvoudigen?
ADVERTENTIE
sanforised
i.' mmjj dubbele manchetten
ïJpjTM gevoerd front
WÉfj onkreukbare Aeroline
prijs F 15.90
shirts
Tv .-v"
WOENSDAG 1 DECEMBER
Minervatheater: „The late Edwina Black",
British Society of Amsterdam, 8.1.1 uur.
Kapel Minahassastraat: H. v. d. Brink, 8
uur. Vleeshal: Slagers vaktentoonstelling.
13.3023 uur. Stadsschouwburg: „Muiterij
op de Caine", Nederl. Comedie, 8 uur. Ge
dempte Oude Gracht 104: ds. H. S. J. Kalf,
8.15 uur. Palace: „Door dik en dun", alle
leeft., 7 en 9.15 uur. Roxy: „Road to Bali"
14 jaar, 8 uur. Rembrandt: „Koning der me
lodieën", alle leeft., 6.45 en 9.15 uur. Lido:
..De man met een millioen", alle leeft., 7 en
9.15 uur. Luxor: „Een liefde in Parijs", 18
jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Honderd
meisjes en één zeeman", alle leeft., 7 en
9.15 uur. m
DONDERDAG 2 DECEMBER
Stadsschouwburg: „Muiterij op de Caine",
Nederl. Comedie. 8 uur. Zuiderkapel, Zui
derstraat: J. A. Bruijn, 8 uur. Lange Veer-
straat: Genezingsdienst van de Tempel, 7.45
uur. Palace: „Door dik en dun", alle leeft.,
2. 4.15, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Road tot Bali",
jaar, 2.30 en 8 uur. Rembrandt: „Koning dei-
melodieën", alle leeft., 1.45, 4.15. 6.45 en 9.15
uur. Lido: „De man met een millioen", alle
leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Eén
liefde in Parijs". 18 jaar. 2, 7 en 9.15 uur.
Minerva: „Casablanca", 18 jaar, 8.15 uur.
Frans Hals: „De man in het grijs", 18 jaar,
2.30, 7 cn 9.15 uur.
Nóg een tegenstelling: Naarmate Frank
rijk meer voor Algerije doet, stijgt het ver
langen naar eigen zeggenschap. Is dit on
dankbaarheid voor de drooglegging van de
moerassen in het Noorden en de bevloeiïng
van de droge rest, voor de wegen en de
spoorlijnen, de vliegvelden en het telefoon
net, de geweldige kapitalen geïnvesteerd
in handel, industrie en landbouw, voor de
hypermoderne steden, voor de ziekenhui
zen, de scholen en de sociale instellingen?
Frankrijk heeft de eindeloze stam-oor-
log gedoofd, het heeft een nomaden-bevol
king tot een millioenenvolk gemaakt, het
heeft het van epidemieën verlost, het haalt
de jeugd uit de onwetendheid van het an
alfabetisme, het heeft een achterlijk en
arm gebied een eindweegs opgetrokken in
de twintigste eeuw.
Het heeft zelfs ik zou het bijna ver
geten de Algerijnen een eigen intellec
tuele élite gegeven, doortrokken van de
Franse cultuur. En het devies van de Fran
se republiek „vrijheid, gelijkheid en broe
derschap" is aan deze intellectuelen niet
onopgemerkt voorbijgegaan.
Het verlangen daarnaar doet zich thans
gelden: bij de gematigden die de evolutie
willen versnellen, bij de extremisten, die
tegenstelling numero zoveel thans in
het Aurès-gebergte een klassieke guerilla
tegen een moderne troepenmacht voeren.
Legt deze oversteluende hoeveelheid con
trasten eti contradicties het wezenlijke pro
bleem niet in een Gordiaanse knoop? Maakt
zij het Frankrijk niet onmogelijk een rede
lijk snelle uitweg te vinden? Neen. De
meeste tegenstrijdigheden zijn verzoenbaar,
de raakvlakken der gematigden bieden
kansen. Maar één wezenlijk probleem is
er en het is dit. dat al zoveel Franse rege
ringen op het dode punt heeft gebracht.
Frankrijk heeft namelijk niet met één re
bellie te doen, maar met twéé.
Aan de ene kant is er die van d<e natio
nalisten die hervormingen vragen, aan de
andere kant het grootste deel van de Fran
se bevolking hier met aan het hoofd de
grote „colons". Wie de nationalisten zijn,
heb ik al eerder verteld. Ik zal nu proberen
de „colons" te schetsen.
Het woord is een afkorting van „coloni-
sateur". Letterlijk genomen zijn zij de
Franse landbouwer? in Algerije, Jn feite
behoort het merendeel der Franse bevol
king hier tot deze groep.
Wie zijn zij, de colons, die in Algerije
zo'n ontzagwekkende macht vormen? De
meesten van hen stammen uit Oost- en
Zuid-Frankrijk en wonen al generaties op
de grond, die hun grootvaders aan een
vijandig land en een vijandige natuur ont
worsteld hebben. Hard, energiek, vastge-
worteld in deze bodem,wantrouwend jegens
alles en iedereen, die niet tot hun kamp
behoort. Wantrouwend jegens de inheem
sen, die zij luie, onbetrouwbare honden
noemen, wantrouwens jegens het buiten
land: „de Engelsen en Amerikanen willen
ons verraden", wantrouwend jegens alles
wat in Frankrijk niet uiterst-rechts wan
trouwend jegens alles wat nieuw is.
Stijfhoofdige patriaróhen, die zich blind
staren op hun onmiddellijke omgeving, be
wonderenswaardig in hun arbeidslust, sterk
in hun ondernemingszin, schrikwekkend in
hun menselijke bijziendheid. Eén allesbe
heersende hartstocht: hun land, hun Alge
rije, dat zij groot maakten en dat zij diep
in hun hart vrezen te gaan verliezen.
Zij verweren zich tegen deze mogelijk
heid met dezelfde hardnekkigheid waarmee
zij hun bestaan verworven. Hun invloed is
ongelofelijk. De riiksten onder hen beheer
sen vrijwel de gehele Franse pers hier. Zij
bespelen het politieke apparaat als een
harmonica. Hoe men er ook aan trekt, hun
accoorden komen eruit. Aan geld mankeert
het hun niet. Zij hebben hun pressiegroe
pen in het Franse parlement. Zij wippen
een vooruitstrevende gouverneur-generaal
als Chataigneau in een oogwenk. Zij heb
ben in regeringen als die van Laniel ge
makkelijk spel gehad.
Zo komen wij tot de laatste tegenstelling:
Er zijn twee Frankrijken present in Alge
rije, en vermoedelijk in Tunesië en Marok
ko ook. Het ene is het Frankrijk van de
colons, een aantal op leven en dood met
hf»n verbonden ambtenaren plus het meren
deel van de bevolking. Dit Frankrijk zal
nooit een wezenlnke stap nader doen tot
de inheemse bevolking. Het schreeuwt
moord en brand als de huidige minister van
Binnenlandse Zaken Mitterand verstandige
politieke en sociaal-economische hervor
mingen in het vooruitzicht stelt. Het eist
op hoge toon geweld.
Er is óók het echte Frankrijk, dat mil-
lioenen aan Algerije besteed heeft, dat dit
onvoltooide experiment wil voleinden, dat
wel eens gestruikeld mag z"n, maar aan de
eerlijke en reële bedoelingen waarvan
niet getwijfeld hoeft te worden. Het is dit
Frankriik waarvoor, juist nu. de colons
doodsbenauwd zijn. Met reden?
Ik citeer thans een brief, die een afge
vaardigde in de Nationale Vergadering on
21 Mei jongstleden tot de toenmalige mi
nisterpresident Laniel richtte:
„Oo het moment dat de opeenvo'<nng
van fouten en vergissingen, die in Viet
nam het graf eesraven hebben van zo
veel Franse levens en Franse hoon,
'n dramatisch relief verkrijgt,beginnen
nieuwe ernstige bedreigingen te druk
ken op Noord-Afriks. déél van het
hart en de ziel van Frankrijk. Het is
een van de tegenstrijdige en. onver
klaarbare aspprton van onze politiek
in de Franse Unie: dat zij voortgaat
alsof men totaal onwetend was over
de lessen van het Verre Oosten. Men
sluit opzettelijk de oeen voor het be
staan, overal in de wereld, maar voor
al bij de volken die wij'de smaak van
de vrijheid hebben doen proeven, van
diepe nationale stromingen. En waar
wij in Indochina onder druk van de
feiten meer hebben moeten geven, dan
men aanvankelijk van ons verlangde,
ADVERTENTIE
In luxe dozen met
FEESTVERPAKKING
50 stuks Fl. 2..
100 stuks Fl. 4..
DAAROM IS KINGS CROSS AL JARENLANG DE SIGARET MET HET GROOTSTE AANTAL VASTE ROKERS
volgen wij in Noord-Afrika een poli
tiek van onbewimpelde weigeringen
en van straffe onderdrukking, zelfs
jegens de gematigdste elementen. Men
steunt de zwakke politieke construc
ties door verachtelijk politieel geweld,
lijnrecht in strijd met de liberale prin
cipes, die ons in de ganse wereld be
mind hebben gemaakt. Maar de ge
beurtenissen, die het geweld poogt te
keren of te vertragen worden er in
wezen door versneld, want bij de ont
wikkelden zet het de drang naar recht
om in rebellie en bij de tot op heden
onverschillige massa's kristalliseert het
een besef van een nationaal conflict en
dwingt het tot deelnemen".
De afgevaardigde, die zes maanden ge
leden deze brief schreef, ondertekende
haar: Pierre Mendès-France. Zij gold in
de eerste plaats Tunesië en Marokko, maai
de toon stemt ook de colons in Algerije tot
nadenken.
ADVERTENTIE
i Wj
s W/J /v£j
MOSKOU (Reuter/A.F.P.) Op de
tweede dag van de conferentie te Moskou
over de veiligheid in Europa, waaraan
vertegenwoordigers der communistische
landen in Oost-Europa deelnemen, hebben
de premiers van Tsjechoslowakije en Oost-
Duitsland, Siroky en Grolewohl, hel woord
gevoerd. Premier Grotewohl verklaarde,
dat Oost-Duitsland zich gedwongen zal
zien nationale strijdkrachten te organi
seren, als in West-Duitsland een geregeld
leger wordt gevormd.
De regering van de (Oost) Duitse Demo
cratische Republiek deelt het standpunt
van de Sovjet-Unie. Tsjechoslowakije en
Wat op deze plaats een dag geleden ten aanzien van het tanend belang
ener strikte, dogmatische souvereiniteit werd gezegd, moge als inleiding
worden genomen tot een in de praktijk afdalende beschouwing over enkele
aspecten van ons huidige Europa, waar de souvereiniteits-ontbinding met
zulke enorme moeilijkheden gepaard gaat. Vooropgesteld dient, dat de
souvereiniteitsontbinding in dit werelddeel niet mag worden gezien a's
een politiek-strategisch doel, dat toevallig van pas komt in een toevallige,
tijdelijke situatie. Als men haar bewust gaat nastreven in deze overweging
van opportunisme, moet men zich niet verwonderen wanneer men tegen
stand en spanningen oproept, die haar verhinderen en vertragen. Vooral,
wanneer men zoals momenteel in een merkwaardige verblinding door
talrijke invloedrijke en prominente politici en would-be politici voorop
gesteld wordt een afbraak van de kleine Europese souvereiniteiten
slechts propageert onder de volstrekt onlogische en onaanvaardbare leuze,
dat een nieuwe, grotere souvereiniteit moet worden geschapen
Als men stelt, dat de souvereiniteits-
idee met haar isolationistische onwerkelijk
heden en practische onhoudbaarheid haar
tijd gehad heeft, dan is die stelling abso
luut en generaal. Niet alleen geldig dus
voor de kleine en grótere landen, die toe
vallig in een samengaan gedrongen worden
door tijdsomstandigheden, doch geldig voor
alle souvereiniteit. Het wekt grote be
zorgdheid en vrees, dat sommigen zich
blijkbaar een nieuw Europa voorstellen
waarin alle kwalen en irrealiteiten, con
servatisme en machtsstrevingen, die eer
tijds de souvereiniteiten in Europa verwik
kelden in een reeks bloedige worstelingen
zonder uitzicht noch resultaat, in groter
verband opnieuw tot gelding worden ge
bracht tegen de buiten Europa liggende
sieren.
Wij behoeven slechts een brochure,
samengesteld uit voordrachten van de
voorzitter der Beweging van Europese
Federalisten, prof. dr. H. Brugmans, in te
zien om te worden geconfronteerd met een
opvatting, die iedere weldenkende Euro
peaan met grote huivering vervullen moet
in weerwil van de ongetwijfeld zeer
goede bedoelingen, waarmee deze brochure
en deze voordrachtenreeks werden gecom
poneerd.
Het is niet dan met de grootste omzich
tigheid, dat wij de vinger leggen op de
tegenstrijdigheden en gevaren in deze op
vatting, aangezien wij het enthousiasme en
de oprechtheid kennen van prof. Brugmans
in zijn streven naar vereniging der Euro
pese landen tot een federatie. Doch men
moet bij alle eerbied voor deze strijdbare
liefde de gevaren niet voorbijzien, die voor
de Europese mens en voor de wereldburger
te voorschijn kunnen worden geroepen
door een dwalende oprechtheid.
De brochure gaat uit van een obsessie,
die ook reeds in de politieke gebeurtenis
sen van de laatste maanden met opmerke
lijke vasthoudendheid verkondigd is in
federalistische kringen: de obsessie, dat
het Europese federalisme een nederlaag
geleden heeft door het mislukken der
Europese Defensiegemeenschap. In dezell-
de brochure wordt echter met nadruk ver
zekerd: „Men kan niet een bepaald onder
deel van het openbare leven losmaken uit
het grotere geheel om het te „europeani
seren," terwijl de rest rustig nationaal be
heerd blijft." En verder: „Verdedigen kan
men vandaag alleen nog: Europa in wereld-
verband. Maar ook hier heeft men in eerste
instantie getracht, het probleem op te los
sen op zichzelf en zonder schepping van
een verantwoordelijke politiek-democrati-
sche regering, bevoegd voor de Europese
zaken als geheel."
Wat was echter de E.V.G. anders dan een
„bepaald onderdeel losmaken om het te
europeaniseren (namelijk de defensie) ter
wijl de rest rustig nationaal beheerd
blijft"? Inplaats van zich te verheugen
over de mislukking der E.V.G. als bewijs
van zijn eigen, inderdaad logische stelling,
vindt prof. Brugmans de mislukking een
nederlaag voor de federalisten. In werke
lijkheid echter is het een overwinning van
het federalistische denken geweest, dat de
„europeanisering" van de defensie deed
mislukken, omdat het federalistische den
ken intuïtief afkerig moet zijn en in
waarheid ook is van de nieuwe machts
idee, die in de E.V.G. lag opgesloten. Een
leger is een exponent van een souvereine
macht. De door de federalisten zo verfoeide
souvereine eigendunkelijkheid stond ais
een enorme schim achter de E.V.G., die de
herleving zou hebben betekend van het
stokpaard der absolute souvereiniteit, nu
beoefend binnen de wijdere grenzen
van een afgeperkt Europa, doch even
isolationistisch, even bloeddorstig, even
vergoddelijkt als welke souvereiniteit in
het barre verleden ook.
Wanneer men de brochure verder leest,
komt men tot de ontstellende ontdekking,
dat deze gedachte prof. Brugmans niet zo
zeer benauwd heeft als men zou mogen
verwachten van een historicus, die de af
braak der souvereiniteit moet hebben
onderkend en de nieuwe geest van grenzen
loze universele solidariteit moet hebben
kunnen zien oprijzen uit de wereldgeschie
denis. Hij tracht namelijk met de ene
hand verachtelijk de kleine Europese sou-
vereiniteitslust afwijzend, met de andere
de nieuwe Europese souvereiniteit begroe
tend een nieuw soort mens in de ban
van een nieuw soort betovering te brengen,
een Europese mens in de betovering van
een Europese machtsidee, onder de vlag
van een nieuwe, conservatief getinte sou
vereiniteit. Hij zegt dat de federalisten op
voeders zijn „van zichzelf en anderen: op
voeders tot Europese burgerzin en fier
heid."
Helaas klinkt hier opnieuw het trompet
geschal der tegen elkander optrekkende
naties, die zich op de borst kloppen van
fierheid en zich door elkander niets laten
vertellen noch adviseren, doch in hun fier
heid en burgerzin liever naar de wapenen
grijpen volgens de oude, souvereine
methode. De grootheid van Europa komt
op 't voetstuk, waar zo vele andere gouden
kalveren zijn afgeslagen. Want, zo zegt
prof. Brugmans: „Hier staan twee werelden
onverzoenlijk tegenover elkaar. De grenzen
kunnen niet worden uitgewist of verdoe
zeld. Hier moet gekozen worden. Ons
Europees federalisme is zo hartstochtelijk,
omdat het bepaald wordt door die keuze."
Arme federalist, die nu dus zal moeten
deen wat hij in zijn puur menselijk enthou
siasme zoveien heeft verweten: kiezen voor
eer. souvereiniteit, samengedrongen achter
een onuitwisbare grens, hartstochtelijk
kiezen voor een omperking, die weliswaar
Europa heet doch verder dezelfde irreële
politieke samenstelling tot een afweerfront
aan hem oplegt, als eertijds de Nederlan
der tegenover de Belg en de Oostenrijker
tegen de Pruis deed staan in de ban van
verblindend wapengeschitter en sprookjes
achtig gebral over vaderland en souverei
niteit.
,.De grenzen kunnen niet worden uitge
wist," zegt prof. Brugmans. Hij doelt daar
bij op de grens, die hijzelf getrokken heelt
aan zijn eigen afkeer van grenzen. Hij wil
de afbraak der souvereiniteilsmanie laten
ophouden bij het bereiken van de nieuwe
souvereiniteit, die hij zelf heeft uitgestip
peld. Zal die afbraak zich daaraan storen?
Hier duikt het enorme misverstand op, dat
amateur-politici altijd weer maken ten
aanzien van hun eigen taak in een avant-
garde-beweging als die der Europese
federalisten. Zij zijn de apostelen der
universele idee, zonder voorbehoud of ze
zijr. niets. In ieder geval niets meer dan
lijdzame reizigers in de trein van de practi
sche politiek, die stopt waar de dienst
regeling aangeeft en stil blijft staan op
ieder dood spoor, waar zijn machinist hem
hebben wil.
De ontwikkeling gaat verder, de trein
rijdt over nieuwgelegde sporen. De avam-
gardisten banen de wegen der rails over
grote vlakten en door wilde bossen, doch
zij bemoeien zich niet met iedere kronkel
in de rails en met. de aanleg van stations
compleet-met-retirades.
Niemand zal twijfelen aan het grote nut
van een verenigd Europa in economisch,
politiek en cultureel opzicht. Niemand zal
het overigens kunnen tegenhouden, omdat
het ligt op de weg der ontwikkeling. Maar
niemand zal het slechtere dienst bewijzen
dan door het te willen dwingen in een oud,
afgedankt, museumgereed dwangbuis, alleen
on.dat de tijdelijkheden van de practische
politiek daar ogenschijnlijk aanleiding toe
geven. De Europese mens is een wereld
burger. Als de mens zich ontworstelt aan
de ban der souvereiniteit, zal geen macht
fei wereld de na hem volgende generaties
meer kunnen terugdwingen in hetzelfde
pak van oude lappen. Zelfs al is het ieis
wijder.
Tenslotte: deze brochure, deze voor
drachtenreeks van prof. Brugmans doen
met weemoed denken aan de oude leuze
der B.E.F.: „Europa één in een vei-enigde
wereld." Het is een ontrouw. J. L.
Polen, dat „ingeval van bekrachtiging van
de Parijse accoorden" de acht communis
tische landen, die op de conferentie zijn
vertegenwoordigd, „gezamenlijk maatrege
len moeten treffen om hun staatsgrenzen
te verdedigen, elke aanval af te slaan en
de vrede in Europa te verzekeren". Duits
land moet nooit meer een gevaar voor ziin
buren kunnen worden.
Premier Siroky pleitte voor „gezamen
lijke maatregelen ter versterking en coör
dinering van de strijdkrachten" als verde
diging tegen „de herleving van een Duits
militarisme". Een nieuwe Duitse weer
macht zou een gevaar vormen voor de
grenzen van Tsjechoslowakije, Polen en de
Duitse Democratische Republiek". Als de
Parijse verdragen bekrachtigd zouden wor
den, zouden speciaal deze drie landen ge
zamenlijk maatregelen dienen te nemenè
Minister Molotov zei op de receptie: „Ik
weet niet of u zult besluiten tot een ge
meenschappelijke generale staf of één op
perbevel voor het geheel, maar in elk ge
val staan wij gunstig tegenover uw wens
meer aandacht te schenken aan uw defen
sie in geval van bekrachtiging van de Pa
rijse overeenkomsten." Hij stelde voor te
drinken op de kracht van de verenigde
legers van de landen die op de conferentie
vertegenwoordigd zijn. Onmiddellijk daar-
na verontschuldigde hij zich er voor, dat
hij het „grote Chinese leger, dat 20 mil
lioen man sterk is", bij de heildronk had
vergeten. Zich schertsend tot de Chinese
ambassadeur wendend, zei hij: „Ik hoop
tenminste, dat dat geen militair geheim is?"
In kringen, die in contact met de confe
rentie staan wordt maarschalk Rokos-
sofsky, de opperbevelhebber van het Pool
se leger, genoemd als mogelijke chef van
een gemeenschappelijk opperbevel. In wel
ingelichte kringen te Moskou verwacht
men, dat de conferentie een verdrag voor
wederzijdse verdediging zal opleveren als
antwoord op de voorgestelde bewapening
van West-Duitsland.
In politieke kringen te Bonn is men van
mening dat het dreigement de vorming
van een Oost-Duits leger in hoofdzaak
bedoeld is om de ratificatie van de Parijse
overeenkomsten tegen te houden.
ADVERTENTIE
KUNSTHANDEL
HAARLEM
VV A - NWEG 102
KUN5TNÖYERE GESCHENKEN
Immortelle Bloemsierkunst
Tijdens een „afscheidsvoorstelling voor
de gewone man" in het Ttheater Carré te
Amsterdam heeft de hoofdstedelijke wet
houder voor Kunstzaken, mr. A. de Roos,
die sprak namens burgemeester d'Ailly, de
scheidende „Heintje" Davids benoemd tot
ereburgeres van de stad Amsterdam.
Alvorens de heer De Roos de erepenning
van de stad overhandigde, vroeg hij welke
naam erin gegraveerd moest worden: me
vrouw Pinkhof, mevrouw Davids of Hein
tje Davids, waarop onmiddellijk het ant
woord kwam: „Alleen Heintje".