Een middeleeuws gebruik: de gesproken krant in de kerk ZWITSAL „KERKESPRAAK" Gezonde Bab/es Romance in cijfers Glimlachjes Tot in de 19e eeuw bleef het in zwang Concert met toelichting van het N.Ph.Ö. DONDERDAG 20 JANUARI 1955 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT „Sm ii-art" \toute4ibee* Het Nederlands Ballet heeft een bestuur UNO-atoomconferentie zal in Genève samenkomen Vlielands bevolking acht natuurschoon in gevaar Burgemeester van Vledder keert de aanval om van de Maatschappij van Weldadigheid Van oudsher is de kerkdienst niet louter en alleen gebruikt voor de prediking en de verkondiging van het evangelie. In de oud ste bronnen alshet Oorkondenboek van Holland, en Zeeland en ae Saksenspiegel (plm. 1200) kan men reeds aanwijzingen vinden dat na de godsdienstoefening in de perk voorlezing werd gedaan van een aan tal zakelijke mededelingen die voor de ge meente van belang waren. Niet slechts werden voorgenomen huwelijken afgekon digd of attestaties van lidmaatschap, neen. het gebruik strekte zich uit tot atlerlei we reldlijke aangelegenheden: mededelingen van de overheid, notariële publicaties be treffende verkopingen, berichten over het laftdbouwleven, ja over een rondtrekkende wonderdokter, over de leer misviering en r.og in de 19e eeuw over het in de vaart brengen van een nieuwe trekschuit, de koepokinenting en. de verkiezingen. Dat dit Middeleeuwse gebruik, waaraan men de naam „Kerkespraak" gaf, zich zo lang heeft kunnen handhaven, is eigenlijk heel begrijpelijk. De Zondagse mededelin gen in de kerk vormden voor het platteland „het nieuws" tot de tijd dat de dagbladen hun weg vonden naar de verspreide behui zingen van onze Nederlandse dorpen. Toen dat geschiedde, verdween de Kerkespraak: voordien was ze onmisbaar. Bij geen andere gelegenheid dan bij de kerkgang verzamel den zich de dorpelingen in zo groten getale cn in een zo bij uitstek geschikt gebouw, ingericht immers tot het aanhoren van de woorden des predikers. Vandaar dan ook dat in de dorpen van grote oppervlakte, dikwijls bestaande uit een aantal gehuch ten en in het land verspreide boerderijen, zoals men die in het Noorden en Oosten van, het land nog veelvuldig aantreft, de Kerkespraak het diepst was ingeburgerd en de bezwaren tegen opheffing het krach tigst tot uiting kwamen. Intussende Kerkespraak is verdwenen en zou vergeten zijn als de ijverige socioloog dr. H. J. Prak- ke zijn echt-Drentse neus niet in deze ma terie had gestoken en er een boekje van had opengedaan onder de titel Kerkgang om Nieuws. Dr. Prakke vertelt daarin merkwaardige dingen en in het bijzonder wordt zijn betoog boeiend als hij beschrijft hoe in 1841 de Synode der Hei-vormde Kerk tegen het „euvel der Kerkespraak" te velde trok. Reeds eerder, in 1817, had de Synode zich met deze materie beziggehouden. „Be droefd over de grote verdorvenheid van ze den en vele ontheiliging van den openbaren godsdienst", had zij zich toen gewend tot Zijne Excellentie de Commissaris-Generaal belast met de Zaken der Hei-vormde Kerk om te verzoeken de afkondiging van we reldse zaken in de kerkgebouwen, „een ge bruik, zoo niet volstrekt onbetamelijk, ten mindste hoogst wanstaltig", te verbieden. Merkwaardig is wat een der leden van de Synode over de Kerkespraak mededeelt. Men laat, zegt hij, door de predikant van de preekstoel zelfs het verkopen van var kens „en nog veel onreiner voorwerpen" afkondigen. Hij acht dit „onvoegzaam en aanstotelijk". Daar voor deze afkondigin gen iets betaald wordt gewoonlijk was de prijs van een afkondiging drie stuivers zijn vele predikanten die in principe vóór afschaffing zijn, daarvan huiverig, omdat zrj hun opvolgers zouden benadelen. Elders blijkt dat de opbrengst der mededelingen het schamele predikantssalaris welkom aanvulde en dat velen dit extraatje werke lijk niet missen konden. Men vond toen een tussenvorm: de kerkespraak zou plaats vinden na het uitspreken van de Zegen, niet van de preekstoel en niet door de predikant zelve, maar door de koster of voorlezer. Koster ten plattelande was in vroeger tijd veelal de schoolmeester die tevens voorzan ger, doodgraver en klokluider was. De pre dikant en hij deelden de inkomsten broeder lijk. Wat de aandacht verdient is dat in 1817 tegen het gebruik als zodanig geen stelling werd genomen. Men kon er toen eenvoudig niet buiten. Alle andere communicatiemid delen misten nu juist wat de Kerkespraak ADVERTF.NTTF moderne binnenhuiskunst verantwoorde vormen en kleuren voor het huis van hedèn t decoratieve stoffen in grote verscheidenheid meubelen t pas-toe moderne huiskamer stoel reeds voor" fl. 17.50 lampen sierkunst J WONINGINRICHTING BEVERWIJK 250 MODELKAMERS De Vereniging Vrienden van het Noord hollands Philharmonisch Orkest heeft het initiatief genomen belangrijke concerten in de Dinsdag- en Vrijdagavondserie te doen voorafgaan door een deskundige bespre king. Voor het eerst gebeurt dit door de heer Paul Chr. van Wetering. Deze geeft op 25 Januari om kwart over zeven in de bovenzaal van het Concertge bouw een toelichting op het Vioolconcert van Tsjaikowsky en de Symphonie in d. kl. van César Frank, welke werken later op avond door het N.Ph.O. worden uitge voerd. wel bezat: velen, binnenshuis, op een plaats waar rust en orde heerste, mededeling doen van wat voor velen van belang was. Ja, men kende de omroeper; men kon door klokluiden de gemeentenaren samenroepen, zoals dat in tijden van oorlog of waters nood geschiedde en nog geschiedt: er was de „boerebrief" of stok die in vastgestelde volgorde van boerderij tot boerderij ge bracht werd, maar ook wel eens bleef ste ken. Tegen cl? Kerkespraak konden al deze middelen om nieuws te verspreiden het te zamen echter niet opnemen en derhalve bleef zij gehandhaafd. Op welke gelijkwaar dige wijze kon men de boeren anders op merkzaam maken op de datum waarop de Loting plaats vond, op de beoordeling en goedkeuring van de remplaganten (degenen die voor anderen in dienst traden), op het „schouwen" van wegen, paden en vaarwa ters, op de piarktdagen en op talloze an dere zaken? In 1841 vond een merkwaardige gebeur tenis plaats in Delfzijl. Daar weigerde de predikant „ingenomen met den waren Godsdienstijver" de in functie treding van de nieuwe burgemeester af te kondigen, gelijk hij de koster reeds verhinderd had in de kerk een mededeling inzake opgave van gedekte merries te doen, door de orga nist te gelasten na het uitspreken van de zegen, onmiddellijk het orgel te bespelen. Opnieuw richtte zich nu de Synode tot de Minister en deze wendde zich tot de „Gou verneurs van Gelderland, Utrecht, Vries land, Overijssel, Groningen en Drenthe" met het verzoek „voortaan alle aankondi gingen die van de godsdienst vreemd zijn, niet in, maar buiten de kerk te doen ge schieden". Dr. Prakke heqft in de Rijksarchieven in verscheidene provincies gespeurd naar de reacties van het platteland op deze maat regel. Hij vond curieuze dingen. In sommi ge plaatsen schikte men zich. In andere poogde men tot oen vergelijk te komen. In een aantal zei men kortweg: 't Kén niet anders, al zei men het hofflijk, zoals in Achtkarspelen dat betoogde „dat het niet wel. mogelijk is die wijze van publiciteit geheel af te schaffen", of in Tietjerkstera- deel dat schreef,: „Alzoo deze bekendma kingen geene aanstootelijkheid geven, ach ten wij het vooralsnog ook niet noodig maatregelen daar te stellen". De burge meester van Beilen schreef: „Het Gemeen te Bestuur noch het Collegie van Kerkvoog den en Kerkeraad een middel wetende om aan UwH.Ed.Gestr. besluit te kunnen vol doen, steld derhalve voor, de bedoelde af kondigingen te doen plaats hebben gelijk voor dezen". In Ruinen weigerde de predi kant van de opbrengst der afkondigingen afstand te doen: in Smilde vroeg men „na dere inlichtingen, daar een en ander berust op stellige verbintenissen". ADVERTENTIE Vl Een belangwekkende vraag die dr. Prak ke in zgn „Kerkgang om Nieuws" heeft willen beantwoorden is deze: moet men iri het verzet tegen de afschaffing van de Kerkespraak in het kerkgebouw, dat zich niet name in de drie Noordelijke provin ciën uitte, alleen maar zieïl gehechtheid aan de traditie, conservatisme van het platteland of stonden er werkelijke belan gen op het spel? Hij maakt duidelijk dat het laatste inderdaad het geval was. Wie leest hoe men zich in allerlei dorpen het hoofd brak over een andere plaats voor de afkondiging - schoollokaal, gemeentehuis, dorpsherberg wie hoort van klachten „dat vele ingezetenen zonder kwaad opzet in het vervullen hunner pligten nalatig blij ven, ja dat de belastingen met veel meer moeite geïnd werden, moet wel tot de slot som komen dat men de Kerkespraak als communicatie-middel in „prae-journalische tijden" waarlijk nodig had. Pas toen de dag bladen met hun advertentie-rubrieken in alle of de meeste boerderijen waren door gedrongen, ging de aloude instelling te gronde. Maar verminderde kerkgang was er een onvoorzien gevolg van. En het duurde geruime tijd voor de omzetting van nieuwshoren en nieuwslezen zich had vol trokken. Nog lange jaren namen de dorpe lingen slechts enkele abonnementen op de krant uit de stad en lieten zich op de Brink het nieuws voorlezen. Aan luisterbijeen komsten vor nieuwsontvangst bleef men gewend en gehecht. En is het met het nieuws door de radio anders? Toen dr. Prakke mij enthousiast over zijn boekje Kerkgang om Nieuws vertelde, maakte ik een vergelijking met het toneel. De parallel is zeer duidelijk: in de Middel eeuwen verduidelijkte de geestelijkheid in de kerk door „vertoningen?" hoogtepunten in het godsdienstige leven: Kerstmis, Pasen enz. Daarna versterkten leken hun groep en kregen de spelen een ietwat wereldlijker karakter. Toen werden zij buiten de kerk, aanvankelijk op het kerkhof, opgevoerd om tenslotte op de markt te belanden. De band met de Kerk is dan verbroken. Zo is het ook met de nieuwsvoorziening gegaan: van de predikant naar de koster, van de Kerk naar de Brink. Op een sociologisch-belangrijke periode uit de „prae-journalische" nieuwsversprei- ding op zo boeiende wijze de aandacht te hebben gevestigd, is een verdienste van dr. Prakke die ook de „krantenmensen" zeker hogelijk zullen waarderen. P. II SCHRöDER Ook in luxe dozen van 50 en 100 stuks KING'S CROSS IS AL JARENLANG DE SIGARET MET HET GROOTSTE AANTAL VASTE ROKERS Het bestuur van de stichting Het Neder lands Ballet is gisteravond door mr, H. J. Reinink, secretaris-generaal van het minis terie van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen, in een der zalen van het minis terie geïnstalleerd. Het bestuur is als volgt samengesteld: mr. Evert Cornel is, voorzitter; B. van Leersum, secretaris; mejuffrouw Paula Balma, secre taresse; A. Delbrüek, penningmeester; prof. Hendrik Andriessen, J. van der Kieft, drs. G. R. Kruissink, J. M. Monningh, B. Ver hoeven en A. van Velsen, leden. De installatie geschiedde in het bijzijn van de leidster van het Nederlands Ballet, mevrouw Sonia Gaskell, van vertegenwoor digers van het ministerie en de gemeente 's-Gravenhage. ADVERTENTIE POEDER ZALF ZEEP OLIE LOTION Uitsluitend bij Apothekers en Drogisten A'ederlandse invitatie afgewezen NEW YORK (Reuter) Een UNO-com- missie, die belast is met het organiseren van een internationale wetenschappelijke con ferentie over het gebruik van atoomenergie, heeft eenstemmig besloten, dat de confe rentie in het UNO-gebouw te Genève zal worden gehouden. De commissie besloot echter nog nader te beraadslagen over de datum waarop de conferentie zal worden gehouden. De Algemene Vergadering heeft voorgesteld de conferentie in Augustus te houden. Nederland had een uitnodiging gezonden om de conferentie in dat land te beleggen, doch de commissie besloot gebruik te riïaken van de faciliteiten van het Europese UNO-hoofdkwartier in Genève. De secre taris-generaal van de UNO, Dag Hammars- kjoeld, werd eenstemmig gevraagd het voorzitterschap over de bijeenkomsten van de commissie te aanvaarden. Hamraars- kjoeld verklaarde op de bijeenkomst dat meer dan 80 landen zouden worden uitge nodigd de conferentie bij te wonen. De Algemene Vergadering had bepaald dat alle landen die lid zijn van de UNO de con ferentie zouden kunnen bijwonen. Tegen het voornemen van de gemeente Vlieland, om een duinstrook ten Noorden van het dorp Oost-Vlieland van het staats bosbeheer aan te kopen rnet het doel de grond na aankoop uit te geven voor de bouw van een kamphotel met honderd bed den, enige vacantiehuizen voor leerlingen yan lagere- en middelbare scholen en nog enkele andere projecten, bestaat groot be zwaar van de zijde der bevolking. Men be schouwt het als een ernstige schending van het natuurschoon in de onmiddellijke na bijheid van het dorp, en een grote handi cap voor de in het dorp vertoevende gas ten, die hiervan niet meer kunnen profite ren en aan wie de gelegenheid wordt ont nomen om door dit gebied naar de bossen en de zeeduinen te trekken, daar die duin strook zeker omheind zal worden. Voorts wordt gevreesd, dat de omringende natuur ernstige schade wordt berokkend door het grote aantal personen, dat in' de vacantie- gelegenheden in deze betrekkelijk kleine strook een onderdak zal vinden. De ge volgen hiervan zullen mogelijk zijn, dat de omringende duinen en bossen voor het pu bliek afgesloten worden. Dit zou aldus die Vlielanders de doodsteek betekenen voor Vlieland als badplaats, waarvan een der grootste attracties is, de vrijheid om te gaan waar men wil. Deze eerste maand des jaars is, in weerwil van de romantische bochten waarin de natuur zich wringt om onze aandacht te trekken, de maand der nuchtere cijfers. Terwijl een gouden zon op de sneeuw sprookjesbeelden tekent, wor den balansen, jaarverslagen, rekeningen-courants on an dere getallenconstructies op gebouwd en voltooid door mannen en vrouwen die over papieren gebogen zitten zon der door het raam naar buiten te zien. Noch de naakte, zwar te bomen in hun winterslaap, noch de witte mutsen der hui zen en hekken, noch de als uit marmer gehouwen wolken boven het witte landschap kunnen ons er van afbrengen, in deze maand cijfers op el kander te stapelen en bereke ningen te maken over verlies, winst, saldo en dividend. Het zal wel nodig zijn, dat men zich daar zo druk over maakt. Doch wie menen mocht dat cijfers en romantiek el kanders absolute tegenstel lingen van nature zijn, moge zich verdiepen in de bewogen menselijke avonturen, die door koude cijfers en getallen kun nen worden uitgedrukt. Ter wijl onze evennaasten cijferen en rekenen, zullen wij achter de enen en de tweeën en de drieën eens zoeken naar het kloppende Leven, dat zich daar verschuilt in een van zijn duizenderlei vormen. Een boekhouder die vrij gezel is een man die als het ware de tweede macht van alle nuchterheid vormt is aan een nieuw jaar van cijfer- gegoochel begonnen. Hij heeft nieuwe, maagdelijke boek- houdboeken aangeschaft om ook dit zakelijke jaar weer keurig en consciëntieus in cij fers vast te leggen voor het nageslacht. Hij zit op zijn stoel zonder zich te storen aan het vreemdsoortige leven daarbuiten, dat zonder regel maat in golven en diepten langs hem stroomt, en zich niet aan nette kolommen en rechte liniëring houdt, doch in een wilde dans loopt en valt zoals het uitkomt. In een van die prachtige, nette boeken is ook het salaris van de boekhouder zelf ge noteerd. Hij is een gewaar deerde kracht sinds jaren, en dat is aan zijn beloning te zien. Iedere maand schrijft deze man zijn eigen salaris met zorgvuldige hand in sierlijke cijfers op een nieuwe regel en hij staart er vijf minuten lang met veel aandacht en ge noegen naar, voordat hij ver der gaat. Ge kunt veronder stellen dat hij een afgestompte materialist is, die droomt van wat hij voor dit aanzienlijke bedrag kan kopen en zich ver meit in hetgeen hij door nuch terheid en onkreukbaarheid heeft bereikt. De cijfers van zijn loon, in fier blauw op wit papier geschreven, doen hem plezierig aan. Ge kunt ervan denken wat ge wilt doch bedenk dan dat hij een boek houder is, een geboren zaken man, die geen tijd noch aan leg voor de meeslepende vu righeid van sommige harts tochten heeft. Maar er is iets met die kleine doch indrukwekkende reeks cijfers van zijn maand loon, dat als de sluier der mysterie de ware zin ervan verhult. Want toen in ëen der dagen dezer maand de direc teur met een genoegelijke, in nemende glimlach de boek houder een vorstelijke salaris verhoging offreerde, verviel de onkreukbare in een zicht bare verwarring, waardoor hij steeds meer op een gewoon mens ging lijken. Hij werd zeer rood van gezicht, hief zijn handen halverwege zijn borst en stiet onsamenhangen de klanken uit. Dat had ik niet verwacht, stamelde hij tenslotte met grote inspanning. Zozo, des te beter, des te mooier, galmde het van achter het bureau. Dan is het een dubbele verrassing, zou ik menen. Jaja, een verrassing. Maar ik.... eh.... ik kan het onmogelijk aannejnen. De boekhouder keek smekend en ongelukkig. Het was natuurlijk seven stil. Zelfs een directeur komt wel eens voor verrassingen te staan, en moet dan zoals ieder mens even zoeken naar wat hij zeggen kan. Niet aannemen? Maar... dat... Man! Geen valse be scheidenheid, verzoek ik je! Neen, de boekhouder ver zekerde met grote nadruk dat het geen valse bescheidenheid mocht heten. Maar hij kon de verhoging niet aannemen. Hij was er natuurlijk zeer vereerd mee, en er dankbaar voor, maar toch, het ging onmoge lijk. Hij wilde liever zijn oude salaris houden. Hij was er zo aan gehecht, om zo te zeggen. Het was hem zo vertrouwd geworden. Hij wilde er liever geen afstand van doen. Dus, als de directeur zo goed wilde zijn Wel alle donders! Zo goed zijn! Wat is dat voor dwaasheid. Ik denk er niet aan! brulde de directeur, die alleen maar goed wilde zijn als hij er zelf plezier in had. Hij had het geld van die maandelijkse verhoging al af geschreven, hij had het op geofferd en hij wilde genoegen aan de opoffering beleven. En nu kwam deze idioot dat ge noegen bederven. Hij was aan het oude bedrag gehecht. Wie had ooit iets van dat kaliber horen verkondigen? Luister, man, zei de directeur met ingehouden toorn. Ik houd niet van die rare dingen. Je salaris gaat omhoog of ik zoek een andere boekhouder, verstaan? Nog nimmer had hij zoveel moeite moeten doen om zijn geld kwijt te raken en die gedachte maakte hem nog bozer. De boekhouder knikte ge laten. Als het niet anders kan, zei hij deemoedig. Hij wei felde even en dacht diep na. Zijn blik zwierf even weg, alsof hij in het verleden ver toefde. Kijk eens, zei hij moe dig. De kwestie is deze. Het gaat om een meisje. Een meisje met kastanjebruin haar en zwarte ogen. Het is veer tig jaar geleden. Zij mocht me even. Later niet meer. Ik mocht alléén haar, mijn leven lang, en daarom ben ik vrij gezel gebleven. Ik heb haar proberen te vergeten maar het lukte niet erg. ik kon niets vergeten wat met haar te ma ken had. Mijn oude salaris was precies het getal van haar telefoonnummer. Ik schreef het iedere maand in en het was een maandelijkse herdenking, om zo te zeggen. Maar als u erop staat. De directeur liet zijn mond open hangen en staarde naar zijn boekhouder. De man van cijfers en boekhoudboeken. Wie had dat kunnen denken. Bel je oude salaris op en vraag of er nog hoop is, zei hij tenslotte. Doch de boekhouder schudde droef het hoofd. De nummers zijn ver anderd en zij is getrouwd bo vendien, zei hij nevelig. Maar ik bedenk daar Hij hield op en keek angstig. Ik bedenk daar dat we met een vierdubbele verhoging zouden komen tot het auto nummer van haar vader. Wat denkt u De romantische nevelen trokken als bij bliksemslag weg voor de gedachten van de directeur, die plotseling weer zeer helder en zakelijk was. Wat ik denk? Dat ik er niet over dénk! schreeuw de hij woest. Ik wil niets meer over deze nonsens ho ren! De boekhouder maakte zich klein en manoeuvreerde naar de deur. Hij voorzag jaren van lege, nietszeggende cijferreek sen zonder inhoud en zonder romantiek. Het zij zo, dacht hij. Dan keerde hij zich om, met de deurknop in de hand. Er zit misschien ook nog iets in een veelvoud van haar huisnummer, zei hij wei felend. Ik weet het niet, maar ik zou het even kunnen uitrekenen. Toen verhief de directeur zich achter zijn schrijftafel en wees met uitgestrekte hand naar de gang, terwijl hij op zeer luide toon verkondigde: Nog één woord over deze sentimentaliteit, en ik zal je laten zakken tot op haar schoenenmaat! Dat deed de deur dicht, fi guurlijk en in praktijk. Want het meisje had een zeer klein voetje in die tijd en de vrij gezel zou tot behoeftige om standigheden zijn vervallen. Doch wie weet? Misschien zou hij er toch nog gelukkiger mee zijn geweest. J.L. J Twee kleine berichten, die los van elkaar in de grote stroom nieuws van elke dag opgenomen waren, gaven ieder iets weer van een geleidelijk gebeuren in onze wereld. Het eerste zei dat de Deense minister van Handel, mevrouw Lis Goes, zojuist aan haar tiende kind, een zoon, het leven ge schonken had. Uit het tweede bericht bleek dat te Am sterdam sedert enige dagen zeven vrouwe lijke politie-agenten in actieve dienst zijn getreden. Waarlijk, twee treffende bewijzen van een ontwikkeling die zich stilaan in onze maatschappij voltrekt. Dat in Denemarken een huisvrouw minister van Handel ge worden is, spreekt boekdelen. Wij juichen het van harte toe. Evenzo de komst van vrouwelijke agenten in Amsterdam. Wie meent dat door deze emancipatie een zekere bekoring van het schone geslacht verloren gaat, vergist zich. De minister huisvrouw in Denemarken is pas opnieuw moeder geworden en wat de dames-agen ten betreftcharmante verschijningen! Daarvan kunnen de vele belangstellen den, die het doen en laten van de dienares sen van Hermandad met kennelijk genoe gen gadeslaan, getuigen. De voornaamste taak dezer agenten is, om tijdens het sur veilleren door Amsterdams drukke stra ten, weifelmoedige mensen" behulpzaam te zijn bij het oversteken cn een wakend oog te houden op de rondhuppelende jeugd. Gewis, een goede en nuttige taak. Bovendien zijn zij geoefend in jiu-jiutsu en wordt haar geleerd hoe het verkeer, uit diverse richtingen aanstormend, op de juiste wijze geleid kan worden. Dit laatste hebben wij zelf Woensdagmiddag mogen aanschouwen en u kunt ons geloven, nooit zagen wij zoveel glimlachende autobe stuurders in Amsterdam als daar op die hoek van de Dam. In deze tijd, nu verbeteringen en uit vindingen op wetenschappelijk en tech nisch gebied elkaar in een snelle en voort durende hordenloop steeds weer inhalen, is de schone kunst, een glimlach te toveren op een anders gezicht, wat in vergetelheid geraakt. Wij weten niet of het departement van Handel in Denemarken nu beter be heerd wordt dan vroeger, Ook niet of de vrouwelijke agenten eerder een verkeers- knoop kunnen ontwarren dan haar man nelijke collega's. Maar wij weten zeker, dat zij allen, naast de vereiste bekwaam heid, een ingeschapen gave bezitten, fleu righeid en charme te brengen in haar werk en glimlachjes te voorschijn te tove ren uit de grauwe dagelijkse sleur. En dat is héél veel. H. S. In de Dinsdagmiddag gehouden open bare raadsvergadering heeft de burge meester van Vledder, ihr. R. O. van Hol the tot Echten, zich verdedigd tegen de aan vallen, die de Maatschappij van Weldadig heid heeft gericht tegen de burgemeester en het gemeentebestuur van Vledder, door de mededeling dat de maatschappij door de gemeente zodanig werd tegengewerkt dat zij ernstig overwoog de gemeente te verlaten. Uitvoerig ging de burgemeester op een aantal beschuldigingen in. Hij ver klaarde zich niet te willen bemoeien met de interne aangelegenheden van de maat schappij en sprak als zijn mening uit dat het wellicht overweging verdient de mid delen van de maatschappij weer liquide te maken, om daardoor de- inkomsten te ver groten. Tenslotte sprak hij de hoop uit op een betere samenwerking in de toekoms*. Door enkele raadsleden werden vragen gesteld over en critiek uitgeoefend op het beleid van de maatschappij. Tot slot sprak de raad zijn vertrouwen uit in het beleid van Burgemeester en Wethouders.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1955 | | pagina 5