Enquête onder 4.000 alleenstaanden
in Haarlem op komst
Dooi maakte van goede sleebaan
in Overveen grote modderbrei
„Haarlems" Orgelconcert in
Amsterdams Concertgebouw
Oud-diaconessen in de bloemet jes
Van Gend en Loos vroeg
flinke boete
Duizenden bezoekers
op het Kopje
Haarlems burgemeester over het maatschappelijk opbouwwerk
Groepsverschijnselen
op de voorgrond
MAANDAG 14 FEBRUARI 1955
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
Haarlemse Economische rechter
Singapore Hotel
Klein meisje aangereden
Kerkelijk Nieuws
Haarlemse evangelist
reist door Zweden
Om aandacht op lacune
iii W.A.G. te vestigen
Om groepsverschijnselen
Opmerkelijke reikwijdte
Ontruiming stadswijk
Hoewel de sleebaan op het Kopje van
Bloemend-aal vooral des middags in bij
zonder slechte conditie was hebben de
beoefenaars imn de sleesport toch nog
gebruik, gemaakt van deze vooral des
winters zo drukbezochte helling.
Hoe gelukkig deze compositie in haar
verhouding van solo tot orkest uitgevallen
is en hoe rijk zij is, niet enkel alleen aan
effect, maar tevens aan muzikale inhoud en
geladenheid, heb ik destijds, toen zij onder
Toon Vei-hey met de HOV ten doop ge
houden werd, met overtuiging betoogd. De
hernieuwde kennismaking met dezelfde
solist, maar in een andere omgeving en
onder een vreemde dirigent, met het zeld
zaamste orchestrale apparaat tot zijn be
schikking, bevestigde onze vroegere in-
drukken. Met een magistrale uitvoering
het Amsterdamse Concertgebouw heeft het
werk nu als het ware zijn definitieve wij
ding ontvangen en op overtuigende wijze
zijn voorname betekenis aangetoond.
Dit zou reeds eerder gebeurd zijn, indien
de onbespeelbaarheid van het orgel in het
Concertgebouw de uitvoering niet verdaagd
had. Het orgel, door Maarschalkerweerd in
1891 gebouwd, wordt namelijk sinds een
paar jaar door de Utrechtse firma Sanders
gerestaureerd. Het is een ingrijpende ver
bouwing geworden, niet alleen wat trac-
tuur maar ook wat omvang en dispositie
betreft. Het oude instrument, dat enigszins
het karakter van een Cavaillé Coll en 46
spelen had, waaronder 10 mixturen en 9
tongwerken (verdeeld over drie manualen
en pedaal) is nu gewijzigd in een orgel met
electrische tractuur en zeer veranderde
dispositie, waarmee men, als ik het wel
heb, aan verschillende smaken tegemoet
wil komen. Wanneer het instrument hele
maal voltooid is, zal het 59 sprekende
registers tellen, verdeeld over vier klavie
ren en pedaal. Zover is men met de res
tauratie nog niet gevorderd. Deze gaat zeer
langzaam vooruit: het is vaak nachtwerk,
daar de zaal gewoonlijk overdag eri
's avonds in gebruik is. Dit maakt dat het
vierde klavier nu nog niet te gebruiken is en
dat pas op het laatste moment de rest van
het instrument normaal bespeelbaar ge
maakt kon worden.
Wie dit niet wist zal er niets aan gemist
hebben. Maar de dispositie van een orgel
vormt tenslotte een organisch geheel en
daarom lijkt het mij voorbarig over deze
belangrijke restauratie nu reeds meer te
zeggen.
Jean Martinon toonde zich deze middag
verder met zijn interpretaties van een
suite van Rameau, de Symphonie in Es no.
99 van Haydn en vooral met de tweede
suite uit het ballet „Bacchus et Ariane"
van Roussel een fijnzinnig en tempera
mentrijk muzikant en een meester van de
maatstok.
JOS. DE KLERX.
Overtuigend spel van de
Ratnplaanspelers
De Ramplaanspelers vertoonden Zater
dag- en Zondagavond in gebouw „Domi"
te Overveen het toneelstuk „Singapore
Hotel" van Johan Fabricius. Zij deden
hiermee een goede keus, daar het stuk
met zijn uiteenlopende types en karakters
en de geheel aparte, haast „koloniale"
sfeer, voor een sterk op elkaar ingespeeld
team als de „Ramplaanspelers" wel bij
zonder geschikt is.
Een wat oudere planter, Stephen Rawns-
ley, keert uit Engeland naar Malakka te
rug, waaruit hij door de inval van de Ja
panners in de tweede wereldoorlog ver
dreven is. Zijn jonge voruw Margaret, met
wie hij sinds kort is getrouwd, vergezelt
hem en samen zullen zij zich ergens nabij
Singapore op een rubberplantage gaan
vestigen.
Margaret ontmoet in het hotel een vroe
gere vriend uit de oorlog, de gewezen R.
A.F.-officier Robert Price, die in Malakka
het plantersvak wilde gaan leren, alhoe
wel hij er absoluut niet voor geschikt is.
Mede door het toedoen van zijn half-Chi-
Hese vriendin Lucy O'Flannery geraakt
hij in speelschulden, waaruit hij zich poogt
te redden door het stelen van duizend dol
lar uit de kas van de onderneming waar
hij werkt. Hij wil dit bedrag maandelijks
weer van zijn eigen salaris terugbetalen,
doch wordt inmiddels ontslagen en is dus
niet in staat het tekort aan te vullen. Ge
laten wacht hij nu de komst van de politie
af. Dan ontmoet hij Margaret. Zij probeert
hem te helpen, zonder dat zij de moed
heeft haar huidige man te vertellen dat
Robert Price en zij elkaar nog van vroeger
kennen. Price weigert haar hulp en ver
laat na een heftige scène de kamer.
Hij pleegt zelfmoord wat de aanleiding
is tot een diepgaand verhoor door de po
litie, waarbij ook de planter John Duncan
de vroeger chef van Price en vriend van
Stephen Rawnsley betrokken wordt. Allen
proberen dapper de polit-'e wat op de mouw
te spelden om niet van moord te worden
beticht en het eigen privé-leven te ver
hullen. Ondanks alle pogingen van de ver
dorven Lucy om John Duncan als de
moordenaar te kenschetsen, blijkt tenslotte
dat een zelfmoord gepleegd werd. Door de
sympathieke houding van Duncan, die
verklaart dat Price geen enkele fraude
gepleegd heeft, wordt de arme kerel voor
de buitenwereld van deze blaam gezui
verd en ook komt de verzoening tussen
Margaret en haar echtgenoot to stand.
Onder regie van Jaap van der Veldt ga
ven de Ramplaanspelers een sterk expres
sieve opvoering met sluitend ensemble-
spel. Stuk voor stuk waren de karakters
goed getroffen. Mischien mag worden op
gemerkt dat Joop van Deenen, in een ove
rigens uitstekende vertolking, wel eens
wat erg heftig werd, waardoor hij de cli
max in zijn spel minder goed voorbereide
dan mogelijk was.
De vertoning in zijn geheel was echter
overtuigend en ook nu weer leverde deze
groep het bewijs dat zij haar lauweren op
de planken met reden oogst.
H.S.
Zaterdagmiddag cum half vier is een acht
jarig meisje uit Heemstede op de Zand-
voortselaan, ter hoogte van de Zandvoort-
sebrug, door een personenauto aangere
den. Het meisje liep een lichte hersen
schudding en een oogwond op en is naar
haar huis vervoerd.
Het ongeval ontstond, toen de auto een
rij voor de spoorbomen wachtende auto's
aan de linkerzijde passeerde. Het meisje,
dat wilde oversteken, kwam plotseling tus
sen twee wachtende auto's te voorschijn.
Vrije Evaaig. Gemeenten
Bedankt voor Brussel (Belg. Evang. Zen
dingskerk) J. I. v. Wijk, te Gouda (nad.
beslissing).
Van sport is er dit weekeinde weinig
terecht gekomen. Geen veldsport omdat de
groene terreinen onder een dikke sneeuw
laag waren bedekt, maar evenmin slee-
sport omdat dooi en felle zon de sleebaan
op het kopje aan de Hoge Duin en Daalse-
weg in Overveen in een modderbrei had
herschapen. Zelfs de toch wel dikke
sneeuwlaag was daartegen niet bestand.
Deze sneeuwlaag bracht Zaterdagavond al
veel narigheid. Veile modderwegen in de
gemeente Bloemendaal. zoals overal elders,
ondergespoten wielrijders die door de on
berijdbaarheid van de fietspaden noodge
dwongen van de rijweg moesten gebruik
maken en dan door haastige automobilis
ten werden ondergespat.
Op de Hoge Duin en Daalseweg zagen wij
een nieuwe sport beoefenen, die er niet aan
meewerkte om de sleebaan in- goede staat
te houden. Een aantal automobilisten
trachtte de weg in de hoogte op te rijden,
hetgeen alleen maar gelukte in een lage
versnelling en met een behoorlijke aan
loop.
Het sleeën op het kopje „Kijkduin" is
Zondag in de vroege morgenuren nog wel
mogelijk geweest en omdat er toen reeds
enige tientallen jeugdige sleeërs van de
sleebaan gebruik maakte liet de politie
door de dienst van Publieke Werken de
toegangswegen naar de Hoge Duin en
Daalseweg afzetten.
Er waren vele wandelaars en autmobi-
listen op de weg en de afzetting vlak bij
de kruispunten in plaats van een eind terug
op de afgesloten wegen veroorzaakte zowel
bij de afzetting aan de Midden Duin en
Daalseweg als die aan de Lonbar Petrilaan
verkeersopstoppingen, daar de nauwe we
gen daar niet zijn ingesteld op het parke
ren van tientallen auto's.
En al de wandelaars maakten het on-
Een Nederlandse evangelist, Peter van
Woerden, afkomstig uit Haarlem, maakt
op het ogenblik een evangelisatiereis door
Zweden onder auspiciën van de „Philadel
phia Community".
De heer Van Woerden is mede-direc
teur van radio Reveil, een in Lugano ge
vestigde organisatie die zendtijd huurt
van radio-Monte Carlo voor de uitzending
van religieuze programma's in het Frans,
Spaans, Duits en Italiaans.
In vele landen is de heer Van Woerden
als evangelist bekend. Hij preekt in bet
Frans, Duits en Italiaans en is ook een
voortreffelijk organist.*1
Zijn reis door Zweden voert hem door
verscheidene delen van het land. Een bij
eenkomst te Vaernamon in Zuid-Zweden
zal door de Zweedse radio worden uitge
zonden. Voor luisteraars die alleen Zweeds
verstaan, worden de toespraken vertaald.
In 1942 is de heer Van Woerden door
de Duitsers^ gearresteerd, omdat hij na een
door hem geleide kerkdienst het Wilhel
mus op het orgel speelde. Later, na zijn
vrijlating, kwam hij wederom in Duitse
gevangenschap wegens het verlenen van
hulp aan Joodse landgenoten. In de tijd
die hij toen in de cel doorbracht besloot hij
zich verder geheel aan de prediking van
het Evangelie te wijden.
mogelijk, dat de jeugd nog een kleine ver
goeding kreeg om op de berm langs de weg
te sleeën. Enkele voetgangers werden de
dupe van hun onoplettendheid.
Het Bloemendaalse Kopje
Langs de Zomerzorgerlaan nabij het
Openluchttheater stonden ook al vele
auto's geparkeerd. Het theater trok zeker
vierhonderd wandelaars, die hun aandacht
aan de schone met sneeuwbedekte land
schappen en vergezichten gaven. Ook op
het Kopje, de hoogste heuveltop in deze
omgeving, werden de vergezichten bewon
derd door bijna duizend bezoekers van de
uitkijkpost.
De directeur van het Haarlemse Van
Gend en Loos-filiaal moest hedenmorgen
voor de Economische politirechter ver
schijnen omdat er op 5 November van het
vorig jaar twee grote loodkisten met aarde
werk namens dit bedrijf vervoerd waren
door een wagen van een andere vervoer
der, die geen vergunning bezat. Soms is de
aanvoer van te bestellen goederen op de
stations zo groot, dat Van Gend en Loos
materiaal te kort komt om alles nog op de
zelfde dag te bezorgen en in zo'n geval
worden er andere vervoerders bij betrok
ken. Dat was deze maal ook gebeurd, maai
de vervoerder werd er op betrapt dat er voor
dë wagen waarin hij het goed voor Van
Gend en Loos vervoerde, niet de daartoe
vereiste papieren had. Naar de officier van
justitie in zijn requisitoir zeide zou deze ver
voerder, inspringende in een besteldienst in
aansluiting op de treinen, een vergunning
op naam Van Van Gend en Loos moeten
hebben. Alleen dan zou volgens hem vol
daan worden aan de eisen van de Wet
Autovervoer Goederen op dit punt. Hij eis
te een boete van 25.
Deze moeilijkheden doen zich naar de
raadsman van het vervoersbedrijf mede
deelde ook in andere plaatsen in Neder
land voor en het is de overheid bekend,
maar er werd nog geen voorziening voor
getroffen. Als oplossing voor dit vergun
ningenprobleem was destijds een coupure
regeling ontworpen, maar daarmee is in de
W.A.G. net geen rekening meer mee gehou
den. Dat is volgens de raadsman het enige,
dat Van Gend en Loos als verontschuldi
ging kan aanvoeren. Juist omdat deze
kwestie haar hoog zit stelt de N.V. prijs op
deze openbare behandeling en verzoekt zij
een schriftelijk vonnis om de aandacht van
de overheid er nog eens krachtig op te ves
tigen. Om die reden werd ook namens Van
Gend en Loos een flinke boete gevraagd,
een naar de economische politierechter wel
zeer ongebruikelijk verzoek. Hij zal op 21
Februari schriftelijk uitspraak doen.
Op het abonnementsconcert van het
Concertgebouw-Orkest te Amsterdam werd
Zondagmiddag, onder leiding van Jean
Martinon en met Albert ae Klerk als
solist, het „Concerto per organo romantico
e orchestra" (opus 58) van Anthon van
der Horst uitgevoerd. Eigenlijk was dit in
zekere zin een Haarlemse aangelegenheid,
niet omdat een Haarlemmer als solist op
trad, maar omdat deze belangwekkende
compositie haar ontstaan dankt' aan de
activiteit en het initiatief van de commis
sie van het internationale orgelconcours in
de Spaarnestad, dat deze zomer voor de
vijfde keer zal plaats hebben.
Zoals velen zich zullen herinneren,
werd door voornoemde commissie aan drie
Nederlandse componisten: Henk Badings,
Sem Dresden en Anthon van der Horst,
opdracht gegeven een concert voor orgel en
orkest te schrijven. Aan deze opdracht
werd gevolg gegeven en tijdens de Haar
lemse orgeldagen van 1952 werden de com
posities, die tijdig klaar gekomen waren,
de concerten van Badings en Van dei-
Horst, ten gehore gebracht. De compositie
van Dresden kwam een jaar later aan de
beurt. Het bleek, dat de tamelijk schaarse
litteratuur voor orgel-solo en orkest met
drie belangrijke werken uitgebreid was en
men kon verwachten, dat ze hun weg bin
nen en over de landsgrenzen wel zouden
vinden. Hetgeen intussen reeds gedeeltelijk
bewaarheid is.
Anthon van der Horst orgelkenner
par excellence liet zich voor zijn werk
inspireren door het Haarlems concertorgel
van Cavaillé Coll, vandaar de bijtitel „per
organo romantico." Het is een omvangrijk
driedelig stuk, waaraan het eerste deel
„aan de Orgelstad Haarlem en hare be
stuurder en," het tweede aan Jeanne
Demessieux en het derde aan Albert de
Klerk opgedragen werd. Die laatste op
drachten zijn meer dan een gewone hulde
betuiging: men kan er fijne psycho
logische typeringen in herkennen, in de
geest van de muzikale portretten uit de
Franse barok.
HAARLEMS BURGEMEESTER mag dan vanmorgen de Valentijn-bloemen-
hulde in ontvangst hebben genomen van de georganiseerde bloemisterij als
erkenning van zijn verdiensten voor het Zonnebloemwerk onder de werkende
meisjes, het is zeker niet het enige sociale werk waarvoor hij zich interesseert en
waaraan hij zich met geestdrift wijdt.
Sinds September van het vorige jaar heeft de activiteit van mr. P. O. F. M.
Cremers op maatschappelijk terrein mede gestaitf gekregen in de toen ingestelde
functie van de onder hem ressorterende adviseur voor maatschappelijk opbouw
werk in Haarlem, drs. W. Hazevoet.
Intussen is het gehele complex van de op dit gebied werkzame krachten zo inge
wikkeld en is het daardoor ook zo kwetsbaar voor verkeerde uitleggingen en op
vattingen, dat wij het op prijs hebben gesteld, dat burgemeester Cremers ons
in een onderhoud een uiteenzetting over de betekenis van het maatschappelijk
opbouwwerk in Haarlem heeft willen geven.
De burgemeester begon met op te mer
ken, dat vooralsnog het niet mogelijk is
een waterdichte omschrijving van hei be
grip maatschappelijk opbouwwerk te ge
ven, veel beter kan men een opsomming'
geven van de werkzaamheden, waarvan het
totaal als maatschappelijk opbouwwerk
kan worden gekwalificeerd.
In de eerste plaats valt onder die taak
het instellen van een onderzoek naar die
verschijnselen die erop wijzen, dat bepaalde
groepen in onze samenleving maatschappe
lijk afglijden of het gevaar lopen naar een
lagere maatschappelijke positie te geraken.
Uiteraard houdt men zich ook bezig met
hen die reeds op een onmaatschappelijk ni
veau zijn aangeland.
Voorts zal men de hier geschetste ver
schijnselen moeten onderkennen, indelen
naar hun aard en plaats om vervolgens de
oorzaken te kunnen opsporen. Daarna is
men in het stadium gekomen waarin even
tueel conclusies kunnen worden getrokken
en aangegeven kan worden op welke wijze
men de aan de gang zijnde declassering kan
tegengaan.
Tenslotte moet dan aangegeven worden
door welke particuliere instelling of over
heidsdienst deze maatregelen genomen
moeten worden.
Want dit is vooral belangrijk: de advi
seur maatschappelijk opbouwwerk doet zelf
niets, ten hoogste laat hij doen, opdat alle
reeds op maatschappelijk terrein werkzame
krachten zich ten volle kunnen blijven ont
plooien, maar dat des te beter kunnen doen
nu de adviseur voor het maatschappelijk
opbouwwerk er is om te stimuleren en te
coördineren.
Burgemeester Cremers wees ons er voorts
op, dat het maatschappelijk opbouwwerk
zich nimmer bemoeit met individuele ge
vallen. Persoonlijke kwesties en omstan
digheden zijn aangelegenheden voor het
Sociaal voorlichtingsbureau en voor de
dienst van Sociale Zaken, bijvoorbeeld.
Het gaat hier om groepsverschijnselen
en die groepen kunnen naar verschillende
maatstaven worden ingedeeld, bijvoorbeeld
plaatselijk (volgens straten en wijken),
naar beroepen (bijvoorbeeld de door het
Zonnebloemwerk bestreken vijftienjarige
fabrieksmeisjes, schippers, woonwagenbe
woners), naar omstandigheden (blinden,
ongehuwde moeders, alleenstaanden), naar
leeftijd (bejaarden) en dergelijke. Bij dit al
les gaat het om de veelheid van verschijn
selen: één alcoholist is een zaak voor het
medisch adviesbureau tegen het alcoholis
me, tien alcoholisten in dezelfde buurt of
in dezelfde sociale omstandigheden vormen
een probleem voor de adviseur voor het
maatschappelijk opbouwwerk.
Het ligt voor de hand, dat deze zijn werk
slechts kan verrichten in samenwerking
niet alleen met de overige op dit terrein
werkzame particuliere en overheidsinstel
lingen waarbij hij zich, zoals gezegd,
nimmer begeeft op het terrein van de di
recte uitvoering maar ook met de pro
vinciale stichting maatschappelijk opbouw
werk, de planologische dienst, de Econo
misch technische dienst, de stedebouwkun-
dige afdeling en de sociograaf.
Samenwerking met laatstgenoemde dien
sten is vooral belangrijk voor het stellen
van prognoses: de siciograaf „kwantifi
ceert", de adviseur maatschappelijk werk
„kwalificeert", al is het natuurlijk zo, dat
een sociograaf voldoende maatschappelijke
belangstelling kan hebben om het bij zijn
werk niet uitsluitend bij het verzamelen en
verwerken van statistisch materiaal te
laten.
In de loop van de vorige week maakten
wij reeds melding van de enquête welke
binnenkort wordt gehouden onder de
Haarlemse bejaarden. Binnen enkele we
ken begint een tweede enquête op grote
schaal, nu onder de Haarlemse alleenwo-
nenden tussen 21 en 65 jaar. Er zijn in
Haarlem ongeveer twaalfduizend alleenwo.
nenden. Verdeeld over de 110 stemdistrie-
tein der stad zullen ongeveer vierduizend
alleenstaanden geënquêteerd worden.
Het verschil met elders reeds gehouden
enquêtes onder alleenstaanden is vooral,
dat in Haarlem het onderzoek niet beperkt
blijft tot het huisvestingsprobleem en ook
hiet tot, wat elders wel gebeurd is, vrouwe
lijke alleenstaanden. Men vraagt zich in
Haarlem namelijk af, of de zorg voor de
alleenstaande man niet urgenter moet wor
den geacht dan voor de alleenstaande vrouw.
Uiteraard richt de enquête zich wel op
een groot aantal met de huisvesting samen
hangende vragen, omdat dit van eminent
belang is voor de bepaling van het toekom
stige woningbouwprogramma. Vandaar dat
geïnformeerd wordt naar de aard van de
tegenwoordige behuizing (alleen wonend
in zelfstandige woning, of in deel daarvan,
flatbewoner of pensiongast etc.), waarbij
tevens de betrokkenen gevraagd wordt of
- en waarom - hij met dit onderdak al dan
niet tevreden is. Ook wordt gevraagd naar
het aandeel van zijn of haar huur ten op
zichte van het iifkomen.
Met betrekking tot deze subtiele vraag
is het belangrijk, dat de enquêteformulieren
anoniem kunnen worden ingevuld, zodat de
ondervraagde de grootst mogelijke zeker
heid heeft, dat zjjn gegevens discreet be
handeld worden. Ook hieruit blykt, dat het
de adviseur maatschappelijk opbouwwerk in
de eerste plaats om de groepsverschijnselen
gaat, niet om individuele gevallen.
Daarnaast is het van groot gewicht, dat
de enquête zich ook uitstrekt tot het ver
zorgingsniveau van de alleenwonende. Het
betreft hier vragen over de huishouding:
wie deze voert, hoe er gezorgd wordt voor
zijn of haar voeding en bewassing. Vragen
die slechts op dit ene doel gericht zijn: de
toekomstige voorziening in een bevredigen
de woon- en verzorgingsgelegenheid voor
de Haarlemse alleenstaanden. Daarbij wordt
ook niet in de eerste plaats gedacht aan de
bouw van tehuizen voor deze groepen, het
zij mannen of vrouwen. Want het is zeer
goed mogelijk, dat de enquête een veld win
nende opvatting bevestigt, dat men de al
leenstaanden het best kan huisvesten te
midden van de „normale" woonplexen. Op
dat zij niet als een aparte, enigszins geïso
leerde groep bestempeld zullen worden.
Uit het bovenstaande kan men con
cluderen dat het maatschappelijk opbouw
werk in Haarlem na enige maanden reeds
tot een opmerkelijke reikwijdte is ge
groeid en tevens, dat het zeer vele facet
ten kent. Bovenal springt de delicatesse
waarmee de vraagstukken moeten worden
aangeroerd in het oog. Ongetwijfeld is het
ook daarom, dat burgemeester Cremers
het maatschappelijk opbouwwerk niet als
een „portefeuille" beschouwd wil zien. De
wethouders hebben portefeuilles en de
door het maatschappelijk opbouwwerk
bestreken sectoren van sociale activiteit
blijven ressorteren onder de portefeuilles
van de wethouders. De burgemeester ech
ter praat mee in die zaken welke een raak
vlak tussen twee of meer portefeuilles be
treffen. Dan treedt hij op als coördinator
van de verschillende gezichtspunten waar
uit een bepaald vraagstuk wordt bena
derd. En wordt door dat optreden ook niet
het wezen van de taak van een burge
meester gekenmerkt?
Niet zodra dalen de zachte, witte vlokken neer op huizen, straten en in tuinen, of
allerwege verrijzen weer sneeuwmannen en forten. Een bijzonder fraaie en grote
vesting hebben een stel knapen gebouwd aan de Zaanenlaan in Haarlem-Noord,
waarin zes tot zeven kinderen een „schuilplaats" kunnen vinden. Of iemand op de
royale aankondiging: Te Huur, zal ingaan, waar het een woonr.uimte betreft die in
evenredigheid met de toenemende zonnewarmte als waterdamp in de atmosfeer
verdwijnt, is wel aan enige twijfel onderhevig.
Een voorbeeld van de samenwerking met.
de provincia.le planologische- dienst doet
zich voor bij de thans ondernomen struc
tuuranalyse van de stadswijk tussen Raaks
en Botermarktwaar 194 gezinnen 'n andere
huisvesting zullen moeten vinden ten ge
volge van de sanering ten dienste van de
bouw van het nieuwe politiebureau. Een
deel van deze gezinnen zal om redenen van
economische of wel van sentimentele
aard in de binnenstad moeten blijven wo
nen. Welke dat zijn wordt nagegaan aan de
hand van een onderzoek bij gemeentedien
sten, bij scholen en bij de Kamer van
Koophandel. Daarna volgt nog een enquête
bij de betrokken bewoners zelf als een
soort proef op de som. Een sociograaf van
de provinciale planologische dienst, welke
bij deze structuuranalyse zeer geïnteres
seerd is omdat het Haarlemse experiment
het eerste van deze aard en omvang in de
provincie is, heeft daartoe enquêteformu
lieren opgesteld, welke speciaal getoetst
zijn op hun begrijpelijkheid.
Deze moeite doet de gemeente omdat
men de aanstaande ontruiming van de ge
noemde stadswijk met zo weinig mogelijk
menselijk leed wil doen verlopen, daarbij
gewaarschuwd door het voorbeeld van de
sanering van Oud-Scheveningen, waarvan
de kwade kanten nu nog voelbaar zijn.
Vanmorgen heeft de Haarlemse bloemist de heer K. B. Lamfers ter gelegenheid van
Valentijndag 1955 aan een groep oud-diaconessen in het rusthuis aan de Wilhelmina-
laan 16 met een vriendelijk toespraakje een prachtige mand bloemen aangeboden.
Hij deed dit uit naam van de vereniging De Nederlandse Bloemisterij, die met dit
gebaar alle diaconessen wil eren voor de vele daden van liefde en opoffering, welke
zij aan de gemeenschap bewijzen. Overigens waren deze oud-verpleegsters niet de
enigen, die vanmorgen een bloemhulde in ontvangst mochten nemen, want een
deskundige jury had 82 personen, die zich buitengewoon verdienstelijk hadden
gemaakt voor hun medemensen, uitgekozen voor een bloemrijk geschenk. In Haar
lem en omstreken waren dit de burgemeester, mr. P. O. F. M. Cremers, wegens diens
stuwende arbeid ten bate van de stichting „De Zonnebloem" en in het bijzonder
wegens het welfare-werk in sanatoria en ziekenhuizen. Voorts mevrouw L. van
Cleef in Heemstede, die reeds sinds drie jaar de schildertherapie verzorgt voor de
patiënten van het sanatorium „Eykengaerde"; de heer P. van der Laan, die geheel
belangeloos postzaken behandeld heeft voor de inwoners van hetzelfde sanatorium;
mevrouw N. Habben-Jansen in Overveen, die tezamen met een groepje andere
dames borduur- en naaiwerk vervaardigde voor bazars; mevrouw School uit Haar
lem, die na het overlijden van haar buurvrouw de zorg voor drie kinderen op zich
nam; mevrouvj H. G Hessen-Heek in Haarlem, die zich reeds gedurende talrijke
jaren heeft ingezet om honderden ouden van dagen wat fleur in het leven te bren
gen en mevrouw B. Kortekaas-Den Haan, presidente van de Nederlandse Huis-
h07idraad in Velsen-Driehuis, die zich in dienst stelt voor alle vrouwen in Nederland.
Een bekende oud-Haarlemmer behoorde ook tot de gehuldigden: de heer M. A.
Reinalda, aan wie dank werd gebracht voor zijn werk ten bate van de
vluchtelingenhulp.