Verschillen van inzicht in gemeentelijke taak en beleid scherper afgetekend Overigens veel waardering voor Investeringsplan Socialistische critiek op subsidiepolitiek Modebladen Sensationeel optreden van wonderkind uit Israël B en W antwoorden raadsleden Algemene beschouwingen over Haarlemse begroting jf Vier uur voor Verbetering positie laagst-bezoldigden Boekhandel VEKO K.V.P. critisch jegens Haarlems Bloei Bloemendaal DONDERDAG 3 MAART 193 5 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT XI Niet provoceren maar richten t,Slappe reactie Critische instelling Verontrusting Subsidiebeleid mm Examens Raadslid Mensink: „Dienstreizen opvallend sober' Vier nieuwe bedrijfschappen Stijging spaartegoed bij Nutsspaarbank ococooo HET ZIET ER NAAR LIT, dat de behandeling van de Haarlemse begroting dit jaar minder tijd zal vergen dan in 1954 het geval was. De heer E. F. Albrecht (Arbeid) die als voorzitter van de grootste fractie in de gemeenteraad Woensdagmiddag de algemene beschouwingen opende, knoop te tenminste aan bij het sermoen, dat burgemeester Cremers bet vorige jaar over de breedsprakigheid na afloop van de begrotingsdebatten hield en hoopte dat de raadsleden de burgen aderlijke woorden ter harte zouden nemen. Er is nu ook minder aanleiding toe dan in 1954 toen men de eerste begroting in een nieuwe zittingsperiode van raad en college aansneed. Bovendien zijn er ook geen gemeenteraadsverkiezingen in zicht. De heer Albrecht riep aanstonds de vraag op of de bezetting van het huidige College wel voldoende geacht moet worden en of de huidige overbelasting van B. en W. op den duur wel te handhaven zal zijn. Principieel het belangrijkste punt dat door de heer Albrecht werd behandeld be trof het subsidiebeleid. Daarbij ging de socialistische fractievoorzitter ervan uit dat hij niet anders dan waardering kan hebben voor de wijze waarop het College op verzoeken om subsidie reageert. Maar zijns inziens is een andere basis voor het subsidiebeleid nodig:. De huidige, volgens spreker ietwat passieve methode past niet meer bij de tegenwoordige taak van de overheid. De tegenstelling tussen staat en maatschappij bestaat niet meer, nu de overheid niet langer tegenover de maatschappij staat, maar daar veeleer een facet van vormt. Er is niet zozeer iets meer, maar wel iets anders nodig en de heer Albrecht herhaalde zijn visie van vorige jaren, dat de overheid niet alleen zal moe ten stimuleren, maar ook provoceren en coördineren. De wethouders dienen de mogelijkheid te hebben een eigen beleid te voeren ten aanzien van de subsidiëring van de onder hun portefeuille ressorterende instellingen. De heer Albrecht brak voorts een lans voor verbetering van de lonen van de laagstbezoldigden in gemeentedienst, wel ke zeer zeker ten achterstaan bij overeen komstige posities in het particuliere be drijf. Hij wilde nagegaan zien, wat daar aan te doen valt. De heer Albrecht zou de heer Albrecht niet geweest zijn, indien hij ook dit jaar niet een pleidooi had gehouden voor een krachtige bevordering van de burgerzin. Uitreiking van een voorlichtend boekje aan de kiesgerechtigd geworden jonge bur gers achtte hij te weinig. Men zou dit enig relief kunnen geven door dit te doen in een feestelijke bijeenkomst met de nieuwe kiezers. Over de activiteit der wijkcomités was hij, evenals de heren Spek (A.R.) en Wenslng (C.H.U.) vol lof, evenals over de sportraad. De heer Schippers (K.V.P.) juichte het toe, dat de begroting deze keer staat in het teken van de uitgebreide schrifte lijke voorbereiding en bovendien zeide hij bijzonder verheugd te zijn over de ver schijning van het investeringsplan en het daarbij behorende toelichtende rapport. Dit is, aldus spreker, uitgegroeid boven de dorre cijfers, doch het heeft sinds de aan kondiging aanzienlijk aan actualiteit inge boet. Daarbij viel het de heer Sehiopers bovendien nog op, dat de belangrijke mening van het college van B. en W. over het plan niet bekend was. Spreker betreurde het voorts, dat de commissie die het plan heeft opgesteld kennelijk geen rekening heeft gehouden met het structuurplan en evenmin zou er een spoor over de ontwikkeling van het verkeersplan zijn te vinden. Bovendien zou het accent te weinig op de financiële consequenties zijn gelegd. Al deze critiek doet echter, aldus de heer Schippers, niets af aan het feit, dat men bijzonder tevreden is met de omstandig heid, dat men thans kan beschikken over een lijst met de in de toekomst uit te voe ren projecten, waarbij echter rekening dient te worden gehouden met de in het investeringsplan ontbrekende voorziening van het Stationsplein en de bestrating van de wegen wanneer de tram zal zijn opge heven. Vervolgens wees de heer Schippers nog nadrukkelijk op de te grote gemeentelijke taak cn op de noodzaak, dat er een hogere uitkering gegeven moest worden, mede met het oog op het steeds grotere tekort van de begroting. Mevrouw Scheltem a-C o n r a d i (V. V.D.) geloofde, dat zij ten aanzien van de subsidiepolitiek wel hetzelfde beoogde als de heer Albrecht, maar dat zij de door hem voorgestane techniek van toekenning en verdeling niet kon volgen: de huidige werkwijze in de subsidiecommissie voldeed haar. Provocering van subsidies vond zi.i minder nodig dan een goed richten van de subsidies. Intussen had zij critiek op dc late indiening van het subsidiebesluit, het geen zij weet aan ccn te grote lankmoe- dijiieid van de betrokken wethouder. (De heer Spek zou later op hetzelfde euvel wijzen.) Vooruitlopende op de algemene beschou wingen over de Volkshuisvesting poneerde mevrouw Scheltema dat de blijvende moei lijkheden in de woningbouw een gevolg zijn van het feit, dat nog nimmer aan een lonende bouw werd toegekomen, hetgeen zij toeschreef aan een verkeerd beleid van de landsregering. Mevrouw Scheltema memoreerde de aan hangig gemaakte annexatie van Zuid- Schalkwijk, welke zij weliswaar toejuichte, doch wat niet wegnam, dat zij de groei van de stad beangstigend vond. Zij zou er niet rouwig om zijn wanneer Haarlem het prae- dicaat „vijfde stad van het land' kwijt raakte. Uit de financiële beschouwingen van mevrouw Scheltema noteerden wij haar instemming met het investeringsplan. Bij de realisering daarvan achtte zij (evenals de heer Spek) inschakeling van parti culiere architectenbureaux noodzakelijk. Investering in gebouwen van culturele evenementen of in club- en buurthuizen gaf zij de voorkeur boven de subsidiëring van fazonderlijke objecten als uitvoerin gen cn salarissen, welke volgens spreek ster het gevaar van versnippering in zich bargt. Met de suggestie de straatbelasting te verlagen, omdat zij het onjuist vond dat de overheid van de jongste huurverhoging een graantje meepikte, besloot de woord voerster voor de V.V.D. haar beschouwing. De heer Proper (C.P.N.) was de enige die in deze debatten over de gemeente begroting het bisschoppelijk mandement ter sprake bracht. Hij bleek van oordeel, dat de fractie van de Partij van de Arbeid daarop te slap had gereageerd, bijvoorbeeld bij het voorstel tot stichting van een Rooms-Katholieke ambachtsschool. Evenals de voorgaande sprekers stelde hij de belangrijke overschotten van vorige jaren tegenover de toen en ook nu weer geraamde tekorten. Vandaar, dat het voor 1955 geraamde tekort van bijna twee mil- lioen gulden op hem geen grote indruk had gemaakt. De reserves in totaal twintig millioen zijn bereikt door uiterste beknibbeling op het gemeentelijk verzorgingspeil. Zij dienen gebruikt te worden om de achter stand in de uitvoering van grote openbare werken speciaal het verkeersfacet in te halen, temeer gezien de belangen van Haarlem als centrum van cultuur en in dustrie. Ook de heer Spek (A.R.) besprak de subsidiepolitiek: hij waarschuwde de heer Albrecht niet door de middelen het doel voorbij te willen streven: de overheid is volgens hem geen al-verzorger. Hij was het dus eens met het gevoerde subsidiebeleid. Deze spreker zag vooralsnog niet hoe het investeringsplan gerealiseerd zou moe ten worden, ook al zijn alle daarin genoem de werken ongetwijfeld nodig. Het woning bouwprogramma klopt al niet meer met de feiten, zoals ze thans bekend zijn. Ge zien enige verschillen van inzicht welke zich in het afgelopen jaar hebben voor gedaan, wees de heer Spek op de eigen taak van de gemeente enerzijds en van Gedeputeerde Staten anderzijds. Eveneens brak spreker de staf over de zienswijze van de regering, dat de financiering van het middelbaar onderwijs de gemeeriten geen zorgen zou baren. Spreker toonde aan, dat de kosten voor het middelbaar onderwijs sinds 1948 bijna verdubbeld zijn. In 1948 gaf de gemeente hiervoor 1.041.292 uit. In 1955 is dit 1.913.762. Ook had het de heer Spek teleurgesteld, dat in de gemeenteraden van Heemstede en Bloemendaal weinig begrip was gebleken voor Haarlems positie als centrumgemeen te voor allerhande voorzieningen, als on derwijs en energie. Ter bespreking van de juiste ontwikke ling van het Gemeentelijk Energiebedrijf zag spreker gaarne met spoed het thans bij B. en W. ingediende rapport van de direc tie tegemoet. Spreker betuigde in het algemeen de in stemming van de A.R.-fractie met het be leid van B. en W., dat enerzijds voorzichtig en weloverwogen is en toch anderzijds een open oog heeft voor de noden die er zijn en de voorzieningen welke getroffen moe ten worden. De heer Wensing (C.H.U.) meende bi.i de Partij van de Arbeid een enigszins critische instelling tegenover het beleid van B. en W. op te merken en een streven om de invloed van de uit haar fractie af komstige wethouders te vergroten. Hier tegen wilde de heer Wensing bij voorbaat opkomen. Actieve cultuurpolitiek achtte hij ongewenst. Een hoger percentage van het volksinkomen daarvoor door inkomen overdracht via de overheid besteden is fei telijk verkapte, door de overheid uitge oefende, bestedingsdwang van het parti culiere inkomen. Trouwens de cultuurbe oefening zelf vraagt vrije ontwikkelings mogelijkheid zonder overheidsbemoeiing. Indien ergens dan heerse hier souvereini- teit in eigen kring. Spreker had alle waardering voor hobby clubs in het raam van de vrije tijdsbeste ding van de initiatiefnemers, maar ver trouwde hen toch niet gaarne zonder meer de besteding van gemeenschapsgelden toe. Het perspectief van de gemeentelijke financiën is, aldus de heer Wensing, wei nig oowekkend nu zelfs in een periode van hoogconjunctuur de begroting met een zo groot tekort sluit. De C.H.U. Zal gaarne ge- Na de eerste begrotingsdag ligt de Haar- 8 5 lemse raad vier uur op het door B. en W. opgestelde tijdschema voor. Eigen lijk had men pas vanmiddag aan de replieken van de algemene beschouwin- r gen behoeven te beginnen. Het ziet er dus naar uit, dat de tendenz van de laatste jaren, dat de spreektijd toenam naarmate de begrotingstekorten stegen, 'j in 1955 wordt doorbroken. Gisteravond was de publieke tribune y bezet met geestverwanten van de heer Albrecht en zijn fractie. Wethouder 8 Bakker merkte schertsend op, dat 8 hem juist was toegefluisterd: „Dat is y zeker een anti-revolulionnaire kiesver- 8 eniging", waarop de heer G o ede e ad- viseerde: „Dan moet u ze maar eens goed aankijken!" Algemene hilariteit ontstond ook toen informeerd worden over de verwachtingen i de heer Schippers in het ur van bij B. en W. ten aanzien van een subjec tieve uitkering van het rijk, waarmede het tekort wellicht goeddeels zou worden ge delgd. Spreker begroette het investeringsplan als een welkome verheldering van inzicht in de situatie der gemeentelijke financiën. De omvangrijke kapitaalsinvesteringen van vijf jaren zullen echter een veel langere nawerking hebben. De heer Wensing vroeg zich daarbij af of het vaststaat dat voor het politiebureau en de wegenaanleg met het oog op de tunnelbouw van rijkswege doeluitkeringen zullen geschieden, bedrijf van de gemeente. Ten aanzien van de bedrijven waar schuwde spreker tegen tariefsverhoging die bezwaarlijk past in een bevordering van de industrialisatie door het aantrekken van nieuwe bedrijven. Moet men aanne men, dat door een minder juiste kostprijs berekening, immers niet gebaseerd op ver vangingswaarde, de winst van het Energie bedrijf is geflatteerd en teveel naar de ge wone dienst is overgeboekt? Gaarne zou spreker voorts worden ingelicht over de perspectieven voor het eigen opwekkings- b.edrijf van de gemeente. De heer M e n s i n k (Arbeid) bleek zich verontrust te hebben over een uitlating van mevrouw Scheltema, die zich veront rust had over de verhouding tussen de uitgaven voor onderwijs en maatschappe- 8 zijn betoog uitriep: „We staan niet zover van elkaar af!", waarop de heer Al- c brecht verschrikt reageerde: „Ben ik 8 dan zo weinig progressief?" >oxxx<>ooocoooocxxx«xx)ooooc<xxoocxxocxxxx<jocooccooc>ociooc> lijke zorg enerzijds en die voor kapitaals uitgaven anderzijds. Daarvoor zijn geen andere normen te geven dan het zichtbaar worden van gebreken in ons maatschappe lijk leven, maar er zijn evenzeer een groot aantal gebreken welke onzichtbaar blijven en die liggen nu eenmaal vaak op het ter rein van het onderwijs en de maatschap pelijke zorg. Deze reactie van de heer Mensink be helsde eveneens critiek op bepaalde op vattingen van de commissie voor het in vesteringsplan. De financiële expert van de Partij van de Arbeid richtte voorts zijn pijlen op de opvatting, dat de reserve ge bruikt moet worden om rente te sparen voor de gewone dienst. Hij vond het overigens niet overbodig, dat steeds weer erop ge wezen wordt, dat de gemeenten te weinig ontvangen uit het gemeentefonds. Evenals de heer Spek (die gewezen had op ons artikel daarover in ons blad van Maandag j.l.), scheen het de heer Mensink onrechtvaardig, dat de komende rijkssub sidiëring van het kleuteronderwijs geen recht doet wedervaren aan gemeenten, zo als Haarlem, die zich voor dat kleuter onderwijs al vele jaren grote offers heb ben getr-oost. In zijn beantwoording van de algemene beschouwing over de Haarlemse ontwerp begroting voor dit jaar heeft wethouder Pakker meegedeeld, dat B. en W. zich beraden hebben over de spanningen met betrekking tot de salariëring van de laagst bezoldigden. Het College heeft besloten de salariëring van allen, die in de loonschalen I en II voor weekloners zijn ingedeeld, te brengen op het maximum van loonschaal II, zodal zij met één periodieke verhoging in loon schaal III komen. Spanningen bestaan er ook ten aanzien van honorering en bezetting der topfunc ties. Hier bestaat ook het gevaar dat de gemeenten eikaars gewaardeerde ambte naren gaan wegkopen. De aanstelling van speciale deskundigen als adviseurs van B. en W. zou tevens de overbelasting van het College kunnen doen verdwijnen. Het is trouwens niet zo, dat het Coilege het werk niet meer aan kan. Bij de analyse van de begrotingssituatie -- uiteenzettingen welke na de uitvoerige beschouwingen weinig nieuws konden be helzen deelde de wethouder van Finan ciën mede, dat hij verwachtte over 1954 zonder tekort te zijn rondgekomen. Hij wees er daarbij op, dat de tijd van de grote saldi voorbij is. Wel gaf de wethouder de verzekering dat het College zich bij zijn beleid niet zou laten afremmen door be grotingstekorten. Deze begroting is scherp geraamd. Wat. betreft het aandeel van onderwijs en sociale zaken daarin, merkte spreker op, dat de in 1948 vastgestelde uitkeringen van het rijk daarvoor als basisbedragen zijn bedoeld. Dit blijkt onder meer uit de thans voorge stelde aftrek van de uitgaven voor het kleuteronderwijs van de rijksuitkeringen nu dit onderwijs geheel voor rekening van het rijk komt. Spreker bevestigde de in ons artikel in ons blad van Maandag j.l. geuite vrees, dat deze regeling ,.een premie op de laksheid" vormt. „Maar daar zal nog een ADVERTENTIE voor voorjaar- en zomerseizoen. Keus uit circa 40 soorten. Zijlstraat 98 Telefoon 11706 De voorzitter, burgemeester mr. P. O. F. M. Cremers, meende, dat hij ten aan zien van de wijkraden moest waarschuwen voor een te veel van dergelijke instellin gen. Haarlem moet niet te verdeeld wor den, maar een eenheid blijven, aldus spre ker. Wel ging hij van de stelling uit dat elke wijkraad de beschikking moet krijgen over een wijkcentrum.. Voorts deelde hij mede, dat het college van B. en W. een plan in petto heeft om over te gaan tot het pu bliceren van beeldgrafieken met betrek king tot de besteding van de gemeente- financiën. Ook stelde hij zich bijzonder veel voor van een zogenaamde „burgerzin- week" waaraan talrijke organisaties zoals de UW en de brandweer eventueel hun medewerking zouden willen verlenen. B. en W. voelen er daarentegen weinig voor om de voorlichtingsboekjes, die de jonge Haarlemmers op hun 23ste verjaardag ont vangen, uit te reiken op een openbare bij eenkomst, aangezien aan een dergelijke vergadering, aldus spreker, te veel organi satorisch werk vastzit en omdat bovendien het succes in twijfel valt te trekken. Het antwoord van de wethouder van On derwijs, Kunst-, Jeugd- en Sportzaken en Vreemdelingenverkeer, de heer D. J. A. Geluk, ging in op een aantal critische op merkingen van de heer W e n s i n g (C.H. U.) over de bevordering van kunst en cul tuur door de overheid. Wethouder Geluk wees erop, dat de overheid in dit opzicht niet alleen een sub sidiërende, maar ook een voorlichtende taak heeft. Daarnaast kan het gemeentebe stuur maatregelen treffen om kunst en cul tuur ook financieel bereikbaar te maken voor grote groepen van de bevolking. Door de instelling van adviserende raden, zoals de Sportraad, wordt bereikt, dat de grote groep van direct bij de sportbeoefening be trokkenen, sterk in alles wat daarmee samenhangt, wordt geïnteresseerd, hetgeen de gemeenschap slechts ten goede kan ko men. De wethouder bleek het eens met de verlangens van mevrouw Scheltema ten aanzien van Schouwburg en kamermuziek zaal. Maar hij wilde zeker niet zover gaan, dat investeringen de plaats van subsidies zouden gaan innemen. Naar aanleiding van enkele vragen deel de wethouder Angenent mede, dat een ruime investering in het energiebedrijf vrijwel niet mogelijk was aangezien de directeur-generaal voor de Energievoorzie ning hierop een bijzonder grote invloed kan uitoefenen. Wethouder H a p p zette in een uit voerig betoog nogmaals de richtlijnen voor het investeringsplan uiteen, een toelich ting welke ook de raadsleden in de Haar lemse bladen van Zaterdag 19 Februari hadden kunnen vinden. hartig woordje over gesproken worden," aldus wethouder Bakker. Verlaging: van de Straatbelasting, zo kreeg mevrouw Scheltema te horen- zou gepaard gaan met de invoering van een opgelegde reinigingsrechten. Gezien alle onzekerheden over de uitein delijke hoogte van de rijksuitkeringen achtte spreker het niet gewenst nu reeds over te gaan tot het opnemen van net citr- tigste deel der reserves om de begroting 1 sluitend te maken. Liever laat hij de reser ves onaangetast om een appeltje voor de dorst te hebben bij een omslag van de con junctuur. Wethouder Bakker deelde de mening van de heer Mensink niet, dat het ach terstallig onderhoudswerk op de kapitaal- dienst zou moeten worden gebracht. De wethouder toonde zich gevoelig voor de door de raad aan de investeringscom missie toegezwaaide lof. Inzonderheid noemde hij de heren Cornet en Merks van de financiële afdeling, „die als paarden ge werkt hebben." De waarnemend directeur van Openbare Werken, ir. D. N. de Lange, verstrekte waardevolle adviezen. Spreker geloofde niet, dat B. en W. zich mogen binden aan het investeringsplan, doch vormt een serieus werkschema. Vervolgens ging de wethouder in op de critiek, welke door de heer Albrecht was geleverd op het subsidiebeleid. ,,De Subsidie-Commissie heeft zicli in de loop der jaren geweldig goed ingewerkt in deze vraagstukken en zij heeft deze heus niet beschouwd als een commissie van financiën. Zij voert wel degelijk een actieve politiek, zij het dan niet in de zin als de heer Albrecht bedoelt," aldus wethouder Bakker. B. en W. hebben een weg gevonden en daarbij de wethouder, die met de betrokken portefeuille is belast, in te schakelen. Zoals wel te verwachten viel, is de heer Albrecht (Arbeid) 's avonds bij de replieken op deze opmerkelijke bondige beantwoording door de wethouder van Financiën en subsidies ingegaan. De heer Albrecht corrigeerde aller eerst de opmerking van de heer W e n- s i n g. dal hij met zijn critiek op het sub sidiebeleid een andere portefeuillever deling der wethouders op het oog zou heb ben: als dat zo was, had hij het ook wel duidelijk gezegd. In elk geval is er wel sprake van een lijnrechte tegenstelling tussen de socialistische opvatting en die van de heren Wensing en Schippers. Medeverantwoordelijkheid voor het geeste lijk welzijn is net zo belangrijk als de zorg voor de openbare veiligheid, aldus de heer Albrecht. Het moet er naar toe, dat er een cultureel en sociaal beleid wordt gevoerd, de sub sidiëring is daarvan slechts een onderdeel. Men moet daarnaast ook voor ontplooiing van sociaal en cultureel werk de gunstige voorwaarden scheppen. De heer Spek (A.R.) meende, dat zowel de raad als B. en W. voldoende aandacht hadden voor het culturele leven en vol doende contacten heeft met de organisaties op dit gebied. Hij had bezwaar tegen te grote overheidsbemoeiing. Wethouder Bakker geloofde, dat in feite de heer A 1 b r e c h t en hij niet zover van elkaar verwijderd waren. Hij bleef van mening dat het niet doenlijk zou zijn om aan alle wensen tegemoet te komen en dat de voorwaarden aanwezig zijn, dat elke wethouder toch een eigen beleid kan voeren. In panische angst vluchten twee vrouwen in een straat van Maitland. (Nieuw Zuid Wales) voor het water, dat een inderhaast opgeworpen dijk van zandzakken heeft doorbroken en nu de straat instroomt. Ten bate van het „Joods Nationaal Fonds" en de „Jeugd-Alijah" had Woens dagavond in het Amsterdams Concert gebouw een galaconcert plaats, waarop de twaalfjarige pianist Daniël Barenboim uit Israël als solist optrad met het Concert in d van Bach en het Concert in A van Mo zart, en hiermee en misschien meer nog met een paar bisnummers voor piano solo het talrijke publiek in verrukking bracht. Medewerking werd voorts door het Am sterdams Kunstmaand-Orkest, onder lei ding van Anton Kersjes, verleend. Dit en semble demonstreerde apart de verdien- Leiden. Doctoraal examen natuurkunde M. Durieux te Katwijk aan de Rijn; caniidaats- examen wis- en natuurkunde a G. A. van Erk te Leiden. Candidaatsexamen d wis- en natuurkunde L. J. Bongers te Leiden; can didaatsexamen f wis- en natuurkunde mej E. W. M. Kculemans te Leiden: candidaats examen 1 wis- en natuurkunde D. Sonnenga te Leiden; candidaatsexamen j wis- en na tuurkunde A. L. G. Collee te Leiden. De heer Sehiopers (KVP) sprak tij dens zijn rede zijn ongerustheid uit over de doelstelling van de Stichting Haarlems Bloei, die volgens hem te ver gaat. Hij wilde de stichting blijven zien als een niet-ambtelijke instelling. Overigens was de heer Schippers ook ten aanzien van de reizen van wethouders en ambtenaren naar het buitenland niet zui nig met zijn critiek. „De kosten zijn te hoog", riep hij uit, „trouwens alle andere landen kunnen veel meer van ons land le ren dan omgekeerd. Ik zou nergens an ders willen wonen". Spreker was van oor deel, dat er ten hoogste een techniscn ambtenaar naar het buitenland zon moeten reizen en dan bovendien nog op kosten van de leveranciers. Ook het bijwonen van congressen kon de fractieleider niet van harte toejuichen om dat hi] vain mening was, dat er van deze buitenlandse congressen bijzonder goede verslagen verschijnen. Hij vroeg het col lege dan ook een beperking van de dienst reizen in het vooruitzicht te stellen. De voorzitter was het met dit be toog in het geheel niet eens en sprak als zijn mening uit, dat de reizen van wet houders en ambtenaren zeer zeker nuttig zijn voor de gemeente, te meer daar de be treffende reizigers als het ware gedwon gen worden steeds over het doel van de reis te spreken, waarbij men in staat ge steld wordt van eikaars mening kennis te nemen. Ook van het bijwonen van con gressen gaat, aldus soreker, een grote waarde uit, omdat het als vaststaand kan worden aangenomen, dat lezen in geen ge val hetzelfde effect sorteert als luiste ren. Ook de heer Spek (A.R.) wees bij de replieken op het nuttige effect van oriëntering ter plaatse. Tenslotte moest de voorzitter ook nu weer het verzoek om de bron van een pu blicatie in ons blad te zoeken als niet uit voerbaar kenschetsen. Immers de raads leden behoeven geen verantwoording af te leggen en ook bij de ondervraging van de ambtenaren zou het succes miniem zijn. Bij de replieken merkte de heer M e n- sink (Arbeid) nog op, dat hem bij het controleren der gemeenterekening de so berheid tijdens de dienstreizen was opge vallen. Wethouder Geluk nodigde de heer Schippers uit met voorbeelden te komen, die er op wezen dat Haarlems Bloei zijn taak en bevoegdheden overschreed. Bij de replieken antwooi*dde de fractie voor zitter van -de KVP, dat hem zo dadelijk geen concrete gevallen voor ogen ston den. Uit de verdere discussie bleek wel, dat de heer Schippers het stukje „Vragen staat vrij" nogal hoog zit, hij kwam er tenminste bij herhaling op terug, nadat hij al had gezegd, dat hij een uitspraak van de raad zou kunnen uitlokken over de weigering van B. en W. een onderzoek naai de bron van deze publicatie in te stellen. Wethouder Geluk poogde duidelijk te ma ken, dat publicatie van plannen van Haar lems Bloei voordat de raad er kennis van kan nemen voor het welslagen van die plannen dikwijls onontbeerlijk is. In het Staatsblad van 1 Maart 1955 zijn opgenomen Koninklijke Besluiten van 31 Januari 1955, houdende de instellingen van bedrijfsschappen voor de groothandel en bedrijf van cotmnissionnair of van tussen persoon in groenten en fruit; voor de bloembollenhandel; voor de groothandel in vis en aanverwante bedrijven en voor dc groothandel in eieren. stelijke kwaliteiten van zijn beperkte strij kersbezetting met een Concerto Grosso van Handel en de „Holbergsuite" van Grieg. Maar dit was slechts ter aanvul ling van het programma, want men was in hoofdzaak gekomen om de jeugdige virtuoos uit Israël te horen, de muzikale knaap waarover men zulke wonderlijke verhalen gehoord had. Diens vertolking van het Concert van Bach was een ware verrassing. Het werd het tegenovergestelde van hetgeen men in normale gevallen van een begaafde knaap van twaalf jaar verwachten kan. De ver rassing resulteerde vooral uit de onver zettelijk positieve tempi, waarin de jonge Daniël het notenbeeld correct gestalte gaf, r ar tevens ook uit de zingende toon, die zonder opvallende opzettelijkheid smaak voor mooie melodievorming te kennen gaf. Uit alles sprak een rustige beheersing van een zeer ontwikkeld klavierspel en een intuïtief beleven van deze geconcentreer de barokmuziek. Het genoemde concert van Mozart, met zijn smartelijke middenmoot tussen twee juveniele boekdelen, is eigenlijk een zwaardere opgave, maar het was in ieder geval merkwaardig hoe brillant en quasi expressief het wonderkind want zo mag men terecht deze knaap uit Israël be titelen deze heerlijke, diepmenselijke muziek tot klinken bracht. Gezegd dient te worden, dat hij in Anton Kersjes en zijn orkest een zeer te waarderen steun had, vooral bij het Andante, waarin de houtblazers een heerlijke concerterende rol te vervullen hebben, die de stemming van dit stuk niet weinig verhoogt. Het opgetogen publiek kreeg dus ook nog twee toegiften, waaronder een Etude van Chopin, waarvan de vertolking feno menaal mocht heten. En daarna huppelde de stevige boy voor de zoveelste keer de trappen van het podium op met een ge baar van ,,'t is nu welletjes". Dat was het trouwens ook, want wat die knaap deze avond gepresteerd had, alleen aan geeste lijke concentratie hij speelt, als een bewuste podiumheid, alles uit het hoofd is op zichzelf al een wonder. Hij heeft verdiend dat men hem nu eens onbekom merd een paar dagen laat knikkeren en ravotten. De avond was geopend door de voor zitter van de Nederlandse Zionistenbond, mr. J. S. de Vries, die na een korte be groeting het woord gaf aan de gezant van Israël in ons land, die in een Engelse toe spraak de betekenis van dit galaconcert uiteenzette: het verwerven van de nodige fondsen om de actie van de Jeugd-Alijah blijvend mogelijk te maken. Deze beoogt de emigratie van ouderloze Joodse kin deren naar Israël, waar zij opgenomen worden in kinderdorpen en instituten. Spreker vermeldde als voorbeeld het naar Koningin Juliana genoemde Kjar Juliana, speciaal ingericht voor moeilijk opvoed bare kinderen. Reeds zijn zestigduizend kinderen uit zeventig landen opgenomen. Thans heeft de Jeugd-Alijah er veertien duizend onder haar hoede, verdeeld over tweehonderdzestig centra. Zij komen later over het algemeen terecht in de ontgin ningswerken, waarvoor het Joods Natio naal Fonds de zorgen op zich neemt. Het liet zich aanzien dat deze goed ge organiseerde avond aan het doel beant woordde. Wie er geweest zijn, zullen niet licht het sensationele optreden van de jeugdige pianist Daniël Barenboim ver geten. JOS DE KLERK Het spaaroverschot bij de Nutsspaarbank te Haarlem was gedurende de afgelopen maand hoger dan ooit bij de spaarbank is voorgekomen. De inleggingen bedroegen f 1.907 059 n d- terugbetalingen f 1.003.268, zodat het -paartegoed groeide met een bedrag van niet minc'er dan f903.791. Het totaal spaartegoed bedroeg per ultimo Februari f36.450.440. In Februari werden 714 nieuwe spaarders ingeschreven, waardoor het totaal aantal inleggers steeg tot 73.505. Het aantal in om loop zijnde snaarbusjes steeg met 163 tot een totaal van 9576. BURGERLIJKE STAND GEBOORTEN: C. G. Bakker—van der Wolff; E, BaarbéKomin, d.; M. Th. A. Ph. Alessie—Slrijbosch, z.; G, Vos van der Werff, d.; G. Visservan Zijp, d. ONDERTROUWD: D. Goedkoop en L W. Wiirdemann. GETROUWD: A. van Bokhoven en J. D. Brans; H. M Veldhoen en A. M. van Rooij. OVERLEDEN: Wed. M. C. L. Mulic— Oomen, 81 j,; Wed. M. C. P. Liebe—Delis- sen, 93 j.; G. A. Stam, 70 j.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1955 | | pagina 13