Twintigste Boekenweek geopend
Vlaamse avond
in Vleeshal
Opera, cabaret en schrijversbal
Haarlemse huisvrouwen
klagen over gasdruk
Opruimen afdekking
watermeter
Expositie F. A. Mooy
in Huis met de Kogel
Heemstede
•JOH. I. SI VKERBUYK
U heeft er geen
omkijken naar
„De Spaarnestad"
Intelligentie van
school en leven
ZATERDAG 26 MAART 1955
HAARLEMS DAGBLAD
3PRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
15
Op jaarvergadering van
haar vereniging
Examens
Passiemuziek in de
Grote Kerk
Ingebruikneming kapel
aan de Minahassastraat
OPENING
VICTORIOUS WALES
SEVEN SISTERS WALES
Geloof en Wetenschap
Het terrein voor
Nederland-België
In de Amsterdamse stadsschouwburg heeft minister-president dr. W. Drees Vrijdag
avond de officiële opening verricht van de Boekenweek. Een litterair cabaret en het
traditionele schrijversbal waren er „het gevolg van". Op de foto dr. Drees, mevrouw
Drees en de heer Chr. Leeflang, voorzitter van de commissie voor de propaganda
van het Nederlandse boek.
In de stampvolle Amsterdamse Stads
schouwburg (er waren zoveel aanvragen
van belangstellenden, dat een groot aantal
kunstenaars pas tegen middernacht toe
gang kon krijgen, toen het officiële gedeel
te voorbij was) heeft dr. W. Drees gister
avond de twintigste Boekenweek geopend.
„Wij weten wel, dat de Boekenweek een
commerciële instelling is, maar natuurlijk
zouden de schrijvenrs hun culturele func
tie niet kunnen uitoefenen als niemand
zich ten doel stelde hun producten te ver
spreiden", aldus de minister-president, die
hiermede getuigde van de „sympathie en
belangstelling" van de regering. De spre
ker had tevoren het boek. met zijn moge
lijke rijkdommen, taal en kennis, geschetst
als hèt instrument om de uitingen der be
schaving vast te leggen, te bewaren en te
doen doordringen. Of men het lezen nu
een luie bezigheid of een bezige luiheid
noemt, zo merkte dr. Drees in de loop van
zijn betoog nog op, er worden wonderlijke
werelden door ontsloten, reden genoeg om
het aan te moedigen en de verkoop van
boeken te bevorderen.
ADVERTENTIE
Bel eens
Nieuwe
5- en 7-pers.
wagens
Trouwauto's
GARAGE:
Twijnderslaan 55
De afdeling Haarlem van de Nederlandse
Vereniging van Huisvrouwen hield Vrij
dagmiddag in 't gebouw „Zang en Vriend
schap aan de Jansstraat, haar jaarvergade
ring. De presidente, mevrouw A. Hamaker-
Willink, heette alle aanwezigen van harte
welkom, in het bijzonder de pas benoemde
be'scherm-vrouwe, mevrouw mr. J. A.
Prinsen-De Jong, echtgenote van de Com
missaris van de Koningin voor de provincie
Noordholland.
In vlot tempo werden de punten van de
uitgebreide agenda afgehandeld. Na het
voorlezen van de notulen en de mededelin
gen over ingekomen stukken, volgden het
jaarverslag van de secretaresse en de ver
antwoording van de penningmeesteresse
over de toe-tand der financiën. Er bleek
een flink batig saldo te bestaan, waarvan
een gedeelte gereserveerd zal worden voor
de viering van het veertigjarig bestaan in
1956. De commissie tot het nazien van de
boeken rapporteerde dat deze in orde wa
ren bevonden en bij acclamatie werd een
dergelijke commissie voor 1955 benoemd.
Vervolgens gaf de penningmeesteres een
overzicht van de begroting over het komen
de verendgingsjaar, waarna de leids<ters
van de diverse groepen (excursie, hand
werken, boekencirkel, bridgen en zang
koor) hun jaarverslagen uitbrachten. Het
correspondentie Instituut werd eveneens
bekend gemaakt. Uit een en ander bleek
dat de gang van zaken in de afdeling
Haarlem alleszins bevredigend genoemd
kan worden en dat zij kan bogen op een
bloeiend veremgio gsleven
Mevrouw C. M. Vermeulen-Van Egmond,
penningmeesteresse, die volgens het roos
ier zou moeten aftreden, werd zonder meer
herkozen. Daar zowel de secretaresse als
de penningmeesteresse in de niet zeer verre
toekomst zuilen aftreden, werd het bestuur
nu reeds uitgebreid met één lid, mevrouw
C. van de Burg-Fortgens.
Na de pauze, waarin een demonstratie
Plaats had met een moderne handbreima
chine, was de bespreking van de voorstel
len van het hoofdbestuur voor de algemene
vergadering en de voorstellen van de af
delingen aan de orde. Hierbij kwam onder
andere het plan van het hoofdbestuur naar
voren om van het bedrag van 12.000 dat
door Rechtsherstel als laatste uitkering,
van het in de oorlog in beslag genomen
kapitaal, aan de vereniging was terugge
geven, een modelkeuken on één-vierde van
de ware grootte, langs alle afdelingen te
'aten circuleren. De vernadering voelde
hier niet veel voor, waar men bevreesd is
dat deze model-keuken toch te snel ver
ouderd zal zijn. Nadat ook de kwestie was
behandeld wie de afdeling gaat vertegen
woordigen op de algemene vergadering, die
in Noordwijk aan Zee zal plaats hebben,
werd tijdens de rondvraag onder meer de
klacht geuit dat vete huisvrouwen ge
durende de kpok-spitsuren last hebben van
de verminderde gasdruk.
Aan het eind van de middag werd een
kleine verloting gehouden.
Het eigenlijke feestprogramma onder
het gebruikelijke motto „Het Boek en de
Muzen" begon met een uitvoering door
de Nederlandse Opera van het door Mozart
op twaalfjarige leeftijd gecomponeerde
zangspel „Bastien und Bastienne" onder
muzikale leiding van Alexander Krann-
hals, waarbij regisseur Heinrich Altman
voor een sierlijk ratjetoe van stijlen ver
antwoordelijk was. Het décor van Hans
van Norden was plezierig voor het oog en
maakte een bewegelijke mise-en-scène
mogelijk. Maar de levende duif in de vo
gelkooi wekte hilariteit tijdens de voor
dracht van de in hun gevoeligheid char
mante liederen en zo was er wel meer scha
delijke overdaad. Want hoe aardig het
mocht zijn Bastienne met een echt lam
metje te laten opkomen, dat direct ver
tederend werkte, tenslotte werden zowel
de zangeres als het publiek er door afge
leid. Zo zou er meer te noemen zijn, maar
er stonden ook aardige vondsten tegen
over, met name het dansen tijdens de
vreugde der verzoening.
Hoe eenvoudiger men dit werkje aan
pakt, hoe onbevangener men er van ge
nieten kan. Vandaar dat een opvoering in
een marionettentheater nog de meeste vol
doening geeft. Ook nu beleefde men er
echter veel genoegen aan, vooral dank zij
de vocale prestaties, in de eerste plaats
van Guus Hoekman als de tovenaar Colas,
maar ook van Iiedda Heusser (die bij de
herhalingen door Corry van Beckum ver
vangen zal worden, als ik goed ben inge
licht) en Rudolf Kat, die naar middelen
zal moeten zoeken om zijn tnoeelverschij
ning te verbeteren. De medewerkenden
werden met een korte toespraak, kransen
en bloemen gehuldigd.
Na de pauze trad Wim Kan voor het
voetlicht, kennelijk nerveuzer dan gewoon
lijk bij deze ongewone ongelegenheid, maar
zijn conférence al heel gauw opwerkend
tot het hoogtepunt van de avond, mede
dank zij spitsvondige liedjes van Annie
Schmidt en hemzelf. Met hulp van Simon
Carmiggelt was een tekst tot stand geko
men, die wemelde van geestige toespelin
gen op actualiteiten in het litteraire leven.
Zelden heb ik hem op zijn bekende schijn
baar nonchalante wijze zulke ongezouten
waarheden horen uitdelen. Zijn antwoord
op de vraag, waarom boekhandelaren
meer verdienen dan de schrijvers „Dat
is toch logisch, zij moeten ervan leven!"
ontlokte applaus aan alle rangen. En ik
vond het jammer, dat ik het gezicht van
minister Cals niet kon zien bij de vele
grappen over prijzen en subsidies. De mi
nister van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen was er intussen wel, evenals zijn
ambtgenoten van Landbouw en Sociale
Zaken.
Lotte Goslar en haar door ziekte van
Albert Mol tot vier leden teruggebrachte
ensemble kwamen om elf uur een korte
bloemlezing vertonen uit hun répertoire,
dat zij tevoren in het Nieuwe de la Mar-
theater aan de overkant van de Marnix-
straat in zijn geheel hadden uitgevoerd.
De Deense conférencier droeg als zijn aan
deel aan de Boekenweek de gebroken
voordracht van een paar bladzijden uit
„Ot en Sien" bij en de dansparodiste Lotte
Goslar bracht als aangename verrassing
enkele nummers uit het litteraire cabaret
van Erika Mann, waar zij voor de oorlog
deel van uitmaakte. Het was wel een aar
dig, maar geen groots besluit van een hoog
gestemde inleiding tot het traditionele
schrijversbal, dat tot het ochtendgloren
duurde in de door Metten Koornstra met
de zonderlingste materialen en vooral veel
fantasie versierde ruimten van het theater.
D. K.
Amsterdam. (Vrije Universiteit). Gepromo
veerd tot doctor in de wis- en natuurkunde
de heer Ong Ping Hok, geboren te Soerabaja.
op proefschrift getiteld „The Beta-decay of
protactinium isotopes". Dit onderzoek is voor
een deel uitgevoerd onder auspiciën van de
stichting voor Fundamenteel Onderzoek der
Materie.
Leiden. Geslaagd voor het candidaats-
examen Nederlands recht mej. U. Rijnsdorp,
Rotterdam, C. J. Vogel, Leiden, P. J. P. Ver
loop, Amsterdam, P. J. Vogel, Den Haag,
Ch. W. Ie Rütte, Amsterdam, H. C. van Eek,
Rotterdam, C. B. Oudkerk, Voorburg, F. B.
Durksz, Hengelo, H. L. van Dijk, Den Haag,
L. Galenkamp, Den Haag, A. J. Hulst, Aer-
denhout, J. H. Visser, Den Haag, J. K. de
Vries, Den Haag, P. T. Fehmers, Leiden en
M. Th H. M. Jansen, Vught. Geslaagd voor
het anothekersexamen de dames E. J. Guit-
tart, Rotterdam en H. Huysse, 's Gravenhage.
Groningen. Doctoraal examen economische
wetenschappen: J. R. Kuperus, Leeuwarden;
candidaateexamen economische wetenschap
pen: E. Klei, Uithuizen en J. A. Steenmeyer,
Groningen; artsexamen eerste gedeelte J.
Vries, Peize; bevorderd tot arts mej. S. Y.
Hofstra, Haren (Gr.), P. Bregman, Honse-
lersdijk, D. van der Zee, Pingjum.
Amsterdam. Gemeente Universiteit: bevor
derd tot doctor in de economische weten
schappen op proefschrift getiteld: „De Twee
dehands Consumentenmarkt" de heer J. A.
Coltov, geboren te Den Helder. Voor het can-
didaatsexamen rechten F. J. Junius en B.
Schmidt, Amsterdam en voor het candidaats-
examen economie J. Pluim, Amsterdam en
J. Kleiterp, Beverwijk.
In de loop van de winter vestigden wij
op verzoek van de directeur van het Wa
terbedrijf Haarlem, de aandacht op de
maatregelen, welke toen genomen moesten
worden tegen het bevriezen van de water
meter.
Thans, nu geen vorst va.n betekenis
meer valt te verwachten, is de tijd aange
broken om de bedekking van de waterme
ter te verwijderen en de meterput schoon
te maken.
Alle zakken gevuld met stro en derge
lijke, dienen derhalve nu uit de meterput
te worden gehaald, opdat de meteropne-
mers behoorlijk hun werk kunnen doen.
Deze zijn geenszins verplicht de bedekking
van de watermeter te verwij deren, inte
gendeel zij kunnen vorderen, dat dit ter
stond door of vanwege de bewoner ge
schiedt.
Indien een en ander niet tijdig opge
ruimd wordt is er grote kans dat er door
rotting een vieze boel met ongedierte in de
watermeterput ontstaat, welke daar in
geen geval geduld kan worden.
Indien men overeenkomstig het advies
van het Waterbedrijf de watermeter tegen
vorst heeft beschermd door een houten
tusssndeksel met handvat op halve hoogte
in de meterput dan moet ook dit tussen-
deksel thans verwijderd en opgeborgen
worden.
Het tussendeksel kan het volgend jaar
wederom dienst doen en is op den duur niet
alleen veel goedkoper, doen vooral veel
zindelijker en gemakkelijker" dan allerlei
losse materialen, welke in de vochtige
meterput aan verrotting onderhevig zijn.
Op meterputten, welke niet zijn voorzien
van een goed sluitend bovendeksel dient
ten spoedigste een houten deksel te wor
den aangebracht.
In het eigen belang van de gebruikers
wordt aangeraden in percelen waar de me
terput buiten ligt tnans door een erkend
waterfitter, indien dit mogelijk is en nog
niet geschied, op een gemakkelijk toe
gankelijke en vorstvrije plaats, een stop
met aftapkraan binnenshuis in de leiding
te laten aanbrengen.
Hierdoor kan tijdens de winter de buitens
huis gelegen meterput tegen vorst bevei
ligd blijven, terwijl de binnenleiding bin
nenshuis kan worden afgesloten en gele
digd.
Op Woensdag 30 Maart zal in de Grote
Kerk te Haarlem door het Boeke-koor en
het Amsterdamse Kamerkoor onder lei
ding van Jan Boeke met aan het orgei
Klaas Bolt passiemuziek ten gehore wor
den gebracht. Uitgevoerd worden werken
van D. Buxtehude, J. H. Schein, Samuel
Scheidt, H. L. Hassler, L. Lechner, H.
Schütz en H. Scbeidemann. Aanv. 20.15 u.
Enige tijd geleden hebben wij meegedeeld,
dat de Doopsgezinde gemeente te Haarlem de
kapel aan de Minahassastraat in Haarlem-
Noord heeft aangekocht voor het houden
van godsdienstoefeningen en bijeenkomsten.
Het gebouw is opgeknapt en zal op Eerste
Paasdag voor het eerst gebruikt worden. We
gens de te verwachten grote belangstelling
zullen twee diensten worden gehouden.
ADVERTENTIE
Auberge BonVerre
FRANS RESTAURANT
Janswes 20 Tel. 17630
COTELETTE DE VEAU FORESTIèRE
De heer F. A. Mooy, die tot 2 April in
„Het Huis met de Kogel" exposeert, behoort
tot die Nederlandse schilders, die de, door
de Haagse impressionnisten aan het einde
der vorige eeuw ingeslagen weg blijven
volgen. Hun palet heeft weliswaar de
overgang van zware en gedragen kleur
naar een meer parelend grijs doorlopen,
maar zij zijn evenzeer tonalisten gebleven
als hun voorgangers waren, het is en
blijft hen om de atmosfeer te doen. Wan
neer er al eens. zoals in de Parijse stads
gezichten van de schilder Mooy, een fon
kelend kleurtje optreedt, dan is het daar
voornamelijk om de zorgvuldig afgestemde
tonaliteit van het gehele schilderij des te
sterker te doen uitkomen.
De Hollandse landschappen zijn even
eens geheel atmosferisch gezien: het verre
verschiet, water en lucht, alles in het ho
rizontale gehouden, zonder opgaande lij
nen deze typische eigenschappen dei-
Nederlandse landschapsschilderkunst treft
men er alle in aan en geven de beschouwer
een vertrouwd gevoel. Het zuiverst vindt
men dit alles in enkele kleine landschap
pen („Tussen Maas en Waal" bij voor
beeld). Hier stemmen groengrijs en blauw
grijs het mooiste samen, boompjes, lucht
en water zijn zonder weifelen maar niette
min met een grote gevoeligheid geseim-
derd. Iets levendiger in de voordracht is
de „Vijver in de winter". Als F. A. Mooy
in groter formaat gaat schilderen, weet hij
de warme voldragen tonaliteit niet meer
zo goed vol te houden. Dit is althans het
geval in het grote Hollandse waterland
schap, dat wel een centrale plaats aan de
wand inneemt, maar zeker niet het sterkste
stuk van de tentoonstelling is. In de Pa
rijse stadsgezichten valt vooral de mooie
patine en de glanzende „verfopdracht" te
waarderen. Het illustratieve karakter
maakt deze stukken echter een beetje
plaatjesachtig. Gelukkig zijn er altijd ge
noeg mensen, die dat nu juist zo graag zien.
OTTO B. DE KAT
„Les epfants du paradis'* (Studio)
Acht jaar na de eerste vertoning in ons
land blijkt Marcel Carné's meesterwerk
van na de oorlog nog niets aan overtui
gingskracht, charme en artistieke kwali
teiten te hebben ingeboet. Ook bij een her
haalde kennismaking en het is te ho
pen dat velen die gelegenheid zullen aan
grijpen komt men wederom onder de
indruk van de vele en veelzijdige aspecten
van dit werk, dat niet alleen het Parijs
uit de romantiek tot leven brengt, maar
daarin getuigt van Carné's liefde voor het
theater en in dit geval in het bijzonder
ook voor de pantomime. Op sublieme wij
ze werden de verfilmde toneel- en panto
mimescènes ingevlochten in de draad van
deze filmtragedie. Vooral in het eerste deel
vormen de toeschouwers „op het schel
linkje" (le paradis) een wezenlijk deel van
de bezetting en de kijkers in de zaal voe
len zich gedurende enige uren één met die
meelevende menigte, waarvan het leven
schamel is, maar de dromen rijk zijn.
Vermelden wij nog, dat de cast de na
men vermeldt van Arletti, Maria Casarès,
Jean-Louis Barrault, Pierre Brasseur,
Pierre Renoir, Louis Salou en Marcel Her-
rand als belangrijkste speelsters en spelers,
van Jacques Prévert als auteur van de
dialogen, Léon Barsacq als een der décor
ontwerpers en Maurice Thiriet als com
ponist van een partituur, waarvan de
glans onder leiding van de dirigent van
het Parijse Conservatoriumorkest, Charles
Munch, volledig tot zijn recht komt.
J. H. B.
„Odyssee" (Rembrandt) Kortge
leden schreven wij in „Erbij" over deze
Italiaanse filmbewerking van Homerus'
epos. Een vurig Italiaans drama, luidde
ons oordeel, zeker niet onverdienstelijk,
maar geen ideale weergave van het origi
neel. De classici onder de lezers oordelen
zelf. Fr.
„Berlijn.... Oost-zóne" (Minerva).
De knappe en adembenemende film van
Carol Reed over de controverse Oost- en
West-Berlijn moet men niet ongezien la
ten. Reeds hebben wij veel en prijzend
over deze film geschreven. Minder uitbun
dig, maar met een lach kan men „IJsco-
toeristen" begroetten als vooral een komi
sche verstrooiïngsfilm voor de jeugd.
„Wjj zoeken millionnairs" (Li do) Dit is
een vermakelijke geschiedenis van drie
meisjes, arm aan geld, maar rijk aan char
mes, die wel wat ongebruikelijke middelen
te baat nemen om tot de huwelijkse staat
te geraken. Het komt daarbij niet zozeer
op de huwelijkscandidaten zelf aan, maar
wel op de hoeveelheid dollarbiljetten in hun
portefeuille. Dat dit een onjuist uitgangs
punt is, ontdekken deze meisjes pas, als
ook haar hartjes een woordje gaan mee
spreken. Het resultaat na veel grappige
verwikkelingen is dan ook dat er een
trouwt met een arme, maar knappe bos
wachter, nummer twee met een man, die
door de justitie wegens belastingfraude
wordt gezocht en nummer driemet een
millionnair. Maar dat komt zij pas na het
huwelijk aan de weet.
De drie meisjes zijn Betty Grable, Mari
lyn Monroe en Lauren Bacall; wier per
soonlijkheden door Cinemascope breed uit
gemeten worden onder andere in een
modeshow en geaccentueerd door tech
nicolor.
In het voorprogramma een interessante
film eveneens op Cinemascope-breedte
- - over een reisje met het pronkjuweel der
Italiaanse Spoorwegen, de Vesuvius-expres
met fraaie landschapspanorama's en impo
sante kijkjes in Milaan, Florence, Rome en
Napels. S. K.
„Het Dodendal'' (Rox v) Waarom
cleze film „Het Dodendal" heet is onderge
tekende niet recht duidelijk geworden,
daar deze Indianen-kolonisten geschiede
nis zich voor een deel in een Amerikaanse
houten huizen stadje afspeelt en voor een
deel bijna uitsluitend „op de vlakte" blijft.
Men ziet de avontuurlijke lotgevallen van
een jonge man (James Craig) die goed be
vriend is met een beruchte Indianenstam
en daardoor zelfs in de gevangenis terecht
komt. Hij ontvlucht echter en komt in
contact met een charmante Wild-West
dochter (Lucille Ball) die op het punt
staat met een (minder nobele) jonge rijk
aard van de stad in het huwelijksbootje
te stappen. Dit punt wordt telkens ver
schoven door allerhande vermakelijke oor
zaken en zelfs door een stoffige vecht
partij tussen de Indianen-vriend en de
aanstaande bruidegom.
Tenslotte trouwt de jongedochter toch,
maar dan met de held. Voordat het zover
komt is er intussen heel wat geschoten,
gegaloppeerd en door een stam woeste
Indianen-krijgers op schrikaanjagende
wijze gedanst en gegild. Een vaak even
komische als spannende film, waaraan men
genoegen kan beleven.
Vanaf Maandag speelt in hetzelfde the
ater de film „Moordende Bescherming"
met George Raft, William Bendix en Mari
lyn Maxwell. Een spannende film vol avon
turen voor een man die probeert de moord
op zijn vriend te wreken. H. S.
„Wij zondaren" (FransHals) Deze
Italiaanse zwart-wit film is een aaneen
schakeling van allerlei gebeurtenissen, die
het geluk van twee verliefde jonge mensen
in dit geval een verpleegster en een
naar zijn vaderland teruggekeerde krijgs
gevangene in de weg staan. Men maakt
kennis met haar moeder, die in de ge
vangenis zit beschuldigd van moord. Men
volgt de verbitterde strijd, die de gewezen
krijgsgevangene moet voeren tegen de
werkloosheid. Bij een brand redt hij zijn
vriend, doch wordt vrijwel geheel blind.
Het geld, om de dure operatie te bekos
tigen, is er niet
Bij een verkeersongeluk raakt de ver
pleegster aan beide benen verlamd. Een
opeenstapeling van rampen dus, maar ge
leidelijk worden alle obstakels uit de weg
geruimd. Het drakerige verhaaltje ten
spijt kan men toch nog het voortreffelijke
spel van de beide hoofdpersonen bewon
deren, van wie vooral Yvonne Sanson te
prijzen valt.
Van Maandag af vertoont Frans Hals
„Anna" met Silvana Mangano.
N. R. K.
Cinema Palace heeft de kjeurige
rolprent „Désirée" nog een week aange
houden waaruit blijkt dat velen in het ge
restaureerde theater hebben genoten van
deze beroemd geworden geschiedenis en de
belangstelling ervoor nog allerminst is ge
luwd.
„De Woestijn leeft" (Luxor) Weer
en terecht geprolongeerd!
DOKTERSDIENSTEN
De doktersdiensten voor Zondag worden
te Heemstede waargenomen door dr. O. D. Oé,
Heemsteedse Dreef 275, telefoon 34509 en dr.
J. L. Tombrock, Burgemeester van Lennep-
weg 1, telefoon 3S032.
Wijkverpleging: zr. Verduyn, Meer en Bos-
laan 23, telefoon 39509.
Apotheken: Aerdenhout Apotheek, Zand-
voortselaan 164, telefoon 26772 en Heem-
steedse Apotheek, Binnenweg 206, tel. 38320.
Voor de Haarlemse opening van de
Boekenweek werd Vrijdag in de Vleeshal
een avond gehouden, die geheel aan de
Vlaamse kunst was gewijd. Men had hier
voor Vlaamse uitvoerende kunstenaars
uitgenodigd. Hoewel er ook plaats was in
geruimd voor de muziek en (aan de wan
den) voor de beeldende kunst, moest het
accent uiteraard wel vallen op de letter
kunde. Gezien de belangrijke plaats; die
de Vlaamse schrijvers zich door hun war
me spontaneïteit naast hun Nederlandse
collega's hebben veroverd, was de opzet
van deze door de Boekverkopersvereni
ging voor Haarlem en omstreken georgani
seerde avond een uitstekend idee en een
grotere belangstelling was dan ook wel
verdiend geweest. Maar ach, het klimaat
van de Anegang is nu eenmaal anders
dan dat van de Keijzerlei.
Maurice Roelants, de bekende schrijver
en criticus, had op zich genomen, een in
leiding tot de recente Vlaamse litteratuur
te geven. Daar hij als geen ander op de
hoogte is van dit onderwerp, deed hij dit
op even lucide als persoonlijke manier.
Als een der meest bestemmende factoren
in het wezen der Vlaamse schrijvers ziet
hij hun zin voor humor, die zich in de
middeleeuwen reeds openbaarde in wer
ken als „Reinaert de vos". En vooral nu
het nationale bewustzijn der Vlamingen in
de laatste honderd jaar weer rijpt, bloeit
de humor, soms verscherpt tot een bijten
de ironie, weer op. Sinds 1920 beleeft deze
zelfs een hoge vlucht. Hij noemde enkele
namen, bijvoorbeeld Staes en Gezelle van
de ouderen, om vervolgens de aandacht te
vestigen op de Gentenaar Richard Minne,
deze charmante „aanklager van de onge
rijmdheid" der dingen, die de weg heeft
gewezen aan velen na hem, zoals Karei
van de Woestijne, Jan Van Nijlen, Willem
Elsschot en Paul van Ostayen, bij welken
zich na de tweede wereldoorlog nog de
brillante Raymond Brulez en Marnix Gij-
sen hebben gevoegd.
Om deze causerie, die de „spotvogel
geest" der Vlaamse auteurs van verschil
lende zijden deed uitkomen, kleur en toon
bij te zetten, droeg Joost Noydens, die als
acteur en regisseur aan het Antwerpse
Jeugdtoneel, een der bolwerken van de
Vlaamse taalstrijd, is verbonden, frag
menten uit het werk der besproken schrij
vers voor. In aansluiting met Roelants
koos hij voor de pauze de poëzie, erna het
proza. Noydens is, zoals men van een me
dewerker van het Jeugdtoneel kan ver
wachten, een groot minnaar der Vlaamse
taal en dit gaf aan zijn voordracht het
stempel van overtuiging en echtheid. Hij
beperkte zich niet tot het benaderen der
expressie door middel van stembuigingen
alleen, maar ging soms ook over tot mi
miek. Omdat hij hierbij altijd de juiste
maat wist te houden, bleef het aanvaard
baar. Dit bleek vooral bij de Boerenehar-
leston van Paul van Ostayen en de proza
fragmenten van Elsschot en Bruley, waar
mee hij veel succes oogstte.
Vlaanderen was op deze avond ook door
drie Haarlemse musici van Vlaamsen bloe
de, te weten de zangeres Hélène Ludolph,
haar begeleider Albert de Klerk en de
componist Jos. de Klerk, vertegenwoor
digd. Hélène Ludolph zong met haar ge
makkelijk aansprekende stem liederen
van Vlaamse tekstdichters en componis
ten, over het algemeen aanhangers van
de romantische stijl. Moderner tonen wer
den alleen in „Melopee" van Aug. Baey-
ens, op tekst van Paul van Ostayen, aan
geslagen. Uitstekend gesteund door de be
geleiding van Albert de Klerk, die blijk
baar op de piano even goed thuis is als
op het orgel, hield zij met haar tedere, on
opgesmukte voordracht een goed pleidooi
voor de vertolkte liederen. Ook de guitig
heid van het alleraardigste lied „De Vink"
van Jos. de Klerk, op tekst van Lam-
brecht Lambrechts, de grote kenner van
de Limburgse folklore, bleek haar voor
treffelijk te liggen. Het applaus moet haar
hebben overtuigd hoe dankbaar men was
haar wederom te horen.
Na afloop dankte een der leden van de
H.B.V. de Vlaamse gasten voor de pretti
ge wijze, waarop zij ons door de littera
tuur van hun land hadden rondgeleid.
PIERRE VERDONCK
ADVERTENTIE
van onze salons
voor moderne
dameshaarverzorging
Produits
de haute
Coiffure-
creations
"ft.Siut
Thorbeckestraat li, Zandvoort
vis d ris Ho/el llouives
Telefoon 3382
ADVERTENTIE
Een kitje van onze niet te overtreffen
WALES-ANTHRACIET en de haard of
kachel suddert rustig door.
(Super kwaliteit)
Afm. 20/30 11.15 per H.L.
(le kwaliteit)
Afm. 20/30 10.65 per H.L.
Alleen-verkoop:
BRANDSTOFFENHANDEL
FR. VARKENMARKT 6—10
(Spaarne bij Viaduct)
Telefoon 1-4-1-6-4 en 1-3-9-0-4
Op de op een ha laatste bijeenkomst In
dit seizoen van „Geloof en Wetenschap"
heeft Vrijdagavond mevrouw dr. Sis Heys-
ter in de Haarlemse Stadsschouwburg ge
sproken over „De betekenis van de intelli
gentie voor school en leven" na ingeleid te
zijn door de voorzitter mr. F. Vorstman.
In haar inleiding merkte mevrouw Heys-
ter op, dat een ieder een menselijke denk
wijze meekrijgt, als afstraling van een God
delijke reden. De mensen zijn er mee begif
tigd, de een in meerdere, de andere in min
dere mate. Heeft de toeneming van de ken
nis en het vernuft de prestaties van het
menselijk denkvermogen groter gemaakt?
Dat kan niet onder alle omstandigheden
worden gezegd, omdat de angst en de on
rust belangrijke factoren vervullen in deze
tijd. Daarbij komt ook, dat niet ieder in
staat is zijn eigen denkvermogen te hante
ren.
Alvorens aan haar onderwerp te begin
nen oriënteerde mevrouw Heyster haar ge
hoor over het begrip intelligentie en verge
leek daarbij ook de begrippen wijsheid, ge
aardheid, geheugen, geschiktheid en genia
liteit. Zij noemde de verschillen en zette uit
een, dat intelligentie iets anders is.
Sprekende over de morele waardering
van de intelligentie zeide mevrouw Heyster,
dat intelligentie gewaardeerd wordt, als zij
gebruikt wordt voor doeleinden, die ze
waard zijn. Iemand met een matige intelli
gentie, die een goed mens is, is meer te
respecteren dan iemand mét bijzondere in
telligentie en bijv. schijver van vele boeken,
als hij geen goed mens is.
De plicht van de opvoeder is goede men
sen te maken en hij moet trachten het kind
te brengen op de plaats, waar het kans van
slagen heeft. Een eigen voorbeeld is van
groot belang. Graag willen de ouders hun
kinderen een betere scholing geven dan zfl
hebben gehad; dat kan tot mislukking lei
den. Met voorbeelden uit haar praktijk,
waarbij zij aandacht besteedde aan het quo
tiënt van het verstand, lichtte mevrouw
Heyster dit toe. Vaak zeggen de ouders:
„ons kind kan wel, maar het wil niet".
Spreekster heeft nog nooit gehoord: „ons
kind doet het niet goed, maar het kan het
ook niet beter".
Na gesproken te hebben over de betekenis
van de intelligentie voor de school sprak
mevrouw Heyster over de betekenis er van
voor het leven en noemde enkele voorbeel
den uit haar praktijk. Vele malen komen
mislukkingen voor, omdat een man ot
vrouw zijn of haar intelligentie te veel ge
bruikt; dan worden slachtoffers in de om
geving gemaakt. Ook gaf zij een uiteenzet
ting van de practische en de theoretische
intelligentie en daarbij aanslutend besprak
mevrouw Heyster het verschil tussen het
manlijk en vrouwelijk denken. Het gevoel
(om van het denken af te zijn) en de intuï
tie spelen bij de vrouw belangrijke rollen,
omdat zij er een beter en handiger gebruik
van maakt dan de man,
Tenslotte sprak mevrouw Heyster over
de voorlichting, die van belang kan zyn,
maar die ook gevaren inhoudt. Intelligentie
is voor de opvoeders van grote betekenis,
maar voorop dienen toch te staan liefde,
hart en genegenheid; hiermee kan de intel
ligentie goed werken.
Naar wij van de heer Bessem, directeur
van het Olympisch stadion in Amsterdam,
vernemen is de vorst thans geheel uit de
grond. Het terrein wordt door zacht rollen
volkomen gelijk gehouden. Als de tempera
tuur stijgt hoopt men dat het gras weer boven
de grond komt. Wanneer de weersomstan
digheden zo blijven, zal het veld op 3 April
voor de wedstrijd NederlandBelgië zeer
behoorlijk bespeelbaar zijn en zeker niet
slechter d_n onder andere omstandigheden
het geval is geweest.
De nieuwste uitrusting voor de jacht op onderzeeboten ziet men hier gedemonstreerd
door een vliegtuig van de Amerikaanse Marine. De twee meest in het oog lopende
hulpmiddelen zijn wel het radoom (op deze foto midden onder het toestel), dat de
aan de oppervlakte varende duikboten opspoort, aan de staart van het toestel zit
een lange staaf, welke ivordt gebruikt voor de opsporing van die onderzeeboten,
welke zich onder het water bevinden.