Twintigste Boekenweek geopend Vlaamse avond in Vleeshal Opera, cabaret en schrijversbal Haarlemse huisvrouwen klagen over gasdruk Opruimen afdekking watermeter Expositie F. A. Mooy in Huis met de Kogel Heemstede •JOH. I. SI VKERBUYK U heeft er geen omkijken naar „De Spaarnestad" Intelligentie van school en leven ZATERDAG 26 MAART 1955 HAARLEMS DAGBLAD 3PRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 15 Op jaarvergadering van haar vereniging Examens Passiemuziek in de Grote Kerk Ingebruikneming kapel aan de Minahassastraat OPENING VICTORIOUS WALES SEVEN SISTERS WALES Geloof en Wetenschap Het terrein voor Nederland-België In de Amsterdamse stadsschouwburg heeft minister-president dr. W. Drees Vrijdag avond de officiële opening verricht van de Boekenweek. Een litterair cabaret en het traditionele schrijversbal waren er „het gevolg van". Op de foto dr. Drees, mevrouw Drees en de heer Chr. Leeflang, voorzitter van de commissie voor de propaganda van het Nederlandse boek. In de stampvolle Amsterdamse Stads schouwburg (er waren zoveel aanvragen van belangstellenden, dat een groot aantal kunstenaars pas tegen middernacht toe gang kon krijgen, toen het officiële gedeel te voorbij was) heeft dr. W. Drees gister avond de twintigste Boekenweek geopend. „Wij weten wel, dat de Boekenweek een commerciële instelling is, maar natuurlijk zouden de schrijvenrs hun culturele func tie niet kunnen uitoefenen als niemand zich ten doel stelde hun producten te ver spreiden", aldus de minister-president, die hiermede getuigde van de „sympathie en belangstelling" van de regering. De spre ker had tevoren het boek. met zijn moge lijke rijkdommen, taal en kennis, geschetst als hèt instrument om de uitingen der be schaving vast te leggen, te bewaren en te doen doordringen. Of men het lezen nu een luie bezigheid of een bezige luiheid noemt, zo merkte dr. Drees in de loop van zijn betoog nog op, er worden wonderlijke werelden door ontsloten, reden genoeg om het aan te moedigen en de verkoop van boeken te bevorderen. ADVERTENTIE Bel eens Nieuwe 5- en 7-pers. wagens Trouwauto's GARAGE: Twijnderslaan 55 De afdeling Haarlem van de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen hield Vrij dagmiddag in 't gebouw „Zang en Vriend schap aan de Jansstraat, haar jaarvergade ring. De presidente, mevrouw A. Hamaker- Willink, heette alle aanwezigen van harte welkom, in het bijzonder de pas benoemde be'scherm-vrouwe, mevrouw mr. J. A. Prinsen-De Jong, echtgenote van de Com missaris van de Koningin voor de provincie Noordholland. In vlot tempo werden de punten van de uitgebreide agenda afgehandeld. Na het voorlezen van de notulen en de mededelin gen over ingekomen stukken, volgden het jaarverslag van de secretaresse en de ver antwoording van de penningmeesteresse over de toe-tand der financiën. Er bleek een flink batig saldo te bestaan, waarvan een gedeelte gereserveerd zal worden voor de viering van het veertigjarig bestaan in 1956. De commissie tot het nazien van de boeken rapporteerde dat deze in orde wa ren bevonden en bij acclamatie werd een dergelijke commissie voor 1955 benoemd. Vervolgens gaf de penningmeesteres een overzicht van de begroting over het komen de verendgingsjaar, waarna de leids<ters van de diverse groepen (excursie, hand werken, boekencirkel, bridgen en zang koor) hun jaarverslagen uitbrachten. Het correspondentie Instituut werd eveneens bekend gemaakt. Uit een en ander bleek dat de gang van zaken in de afdeling Haarlem alleszins bevredigend genoemd kan worden en dat zij kan bogen op een bloeiend veremgio gsleven Mevrouw C. M. Vermeulen-Van Egmond, penningmeesteresse, die volgens het roos ier zou moeten aftreden, werd zonder meer herkozen. Daar zowel de secretaresse als de penningmeesteresse in de niet zeer verre toekomst zuilen aftreden, werd het bestuur nu reeds uitgebreid met één lid, mevrouw C. van de Burg-Fortgens. Na de pauze, waarin een demonstratie Plaats had met een moderne handbreima chine, was de bespreking van de voorstel len van het hoofdbestuur voor de algemene vergadering en de voorstellen van de af delingen aan de orde. Hierbij kwam onder andere het plan van het hoofdbestuur naar voren om van het bedrag van 12.000 dat door Rechtsherstel als laatste uitkering, van het in de oorlog in beslag genomen kapitaal, aan de vereniging was terugge geven, een modelkeuken on één-vierde van de ware grootte, langs alle afdelingen te 'aten circuleren. De vernadering voelde hier niet veel voor, waar men bevreesd is dat deze model-keuken toch te snel ver ouderd zal zijn. Nadat ook de kwestie was behandeld wie de afdeling gaat vertegen woordigen op de algemene vergadering, die in Noordwijk aan Zee zal plaats hebben, werd tijdens de rondvraag onder meer de klacht geuit dat vete huisvrouwen ge durende de kpok-spitsuren last hebben van de verminderde gasdruk. Aan het eind van de middag werd een kleine verloting gehouden. Het eigenlijke feestprogramma onder het gebruikelijke motto „Het Boek en de Muzen" begon met een uitvoering door de Nederlandse Opera van het door Mozart op twaalfjarige leeftijd gecomponeerde zangspel „Bastien und Bastienne" onder muzikale leiding van Alexander Krann- hals, waarbij regisseur Heinrich Altman voor een sierlijk ratjetoe van stijlen ver antwoordelijk was. Het décor van Hans van Norden was plezierig voor het oog en maakte een bewegelijke mise-en-scène mogelijk. Maar de levende duif in de vo gelkooi wekte hilariteit tijdens de voor dracht van de in hun gevoeligheid char mante liederen en zo was er wel meer scha delijke overdaad. Want hoe aardig het mocht zijn Bastienne met een echt lam metje te laten opkomen, dat direct ver tederend werkte, tenslotte werden zowel de zangeres als het publiek er door afge leid. Zo zou er meer te noemen zijn, maar er stonden ook aardige vondsten tegen over, met name het dansen tijdens de vreugde der verzoening. Hoe eenvoudiger men dit werkje aan pakt, hoe onbevangener men er van ge nieten kan. Vandaar dat een opvoering in een marionettentheater nog de meeste vol doening geeft. Ook nu beleefde men er echter veel genoegen aan, vooral dank zij de vocale prestaties, in de eerste plaats van Guus Hoekman als de tovenaar Colas, maar ook van Iiedda Heusser (die bij de herhalingen door Corry van Beckum ver vangen zal worden, als ik goed ben inge licht) en Rudolf Kat, die naar middelen zal moeten zoeken om zijn tnoeelverschij ning te verbeteren. De medewerkenden werden met een korte toespraak, kransen en bloemen gehuldigd. Na de pauze trad Wim Kan voor het voetlicht, kennelijk nerveuzer dan gewoon lijk bij deze ongewone ongelegenheid, maar zijn conférence al heel gauw opwerkend tot het hoogtepunt van de avond, mede dank zij spitsvondige liedjes van Annie Schmidt en hemzelf. Met hulp van Simon Carmiggelt was een tekst tot stand geko men, die wemelde van geestige toespelin gen op actualiteiten in het litteraire leven. Zelden heb ik hem op zijn bekende schijn baar nonchalante wijze zulke ongezouten waarheden horen uitdelen. Zijn antwoord op de vraag, waarom boekhandelaren meer verdienen dan de schrijvers „Dat is toch logisch, zij moeten ervan leven!" ontlokte applaus aan alle rangen. En ik vond het jammer, dat ik het gezicht van minister Cals niet kon zien bij de vele grappen over prijzen en subsidies. De mi nister van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen was er intussen wel, evenals zijn ambtgenoten van Landbouw en Sociale Zaken. Lotte Goslar en haar door ziekte van Albert Mol tot vier leden teruggebrachte ensemble kwamen om elf uur een korte bloemlezing vertonen uit hun répertoire, dat zij tevoren in het Nieuwe de la Mar- theater aan de overkant van de Marnix- straat in zijn geheel hadden uitgevoerd. De Deense conférencier droeg als zijn aan deel aan de Boekenweek de gebroken voordracht van een paar bladzijden uit „Ot en Sien" bij en de dansparodiste Lotte Goslar bracht als aangename verrassing enkele nummers uit het litteraire cabaret van Erika Mann, waar zij voor de oorlog deel van uitmaakte. Het was wel een aar dig, maar geen groots besluit van een hoog gestemde inleiding tot het traditionele schrijversbal, dat tot het ochtendgloren duurde in de door Metten Koornstra met de zonderlingste materialen en vooral veel fantasie versierde ruimten van het theater. D. K. Amsterdam. (Vrije Universiteit). Gepromo veerd tot doctor in de wis- en natuurkunde de heer Ong Ping Hok, geboren te Soerabaja. op proefschrift getiteld „The Beta-decay of protactinium isotopes". Dit onderzoek is voor een deel uitgevoerd onder auspiciën van de stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie. Leiden. Geslaagd voor het candidaats- examen Nederlands recht mej. U. Rijnsdorp, Rotterdam, C. J. Vogel, Leiden, P. J. P. Ver loop, Amsterdam, P. J. Vogel, Den Haag, Ch. W. Ie Rütte, Amsterdam, H. C. van Eek, Rotterdam, C. B. Oudkerk, Voorburg, F. B. Durksz, Hengelo, H. L. van Dijk, Den Haag, L. Galenkamp, Den Haag, A. J. Hulst, Aer- denhout, J. H. Visser, Den Haag, J. K. de Vries, Den Haag, P. T. Fehmers, Leiden en M. Th H. M. Jansen, Vught. Geslaagd voor het anothekersexamen de dames E. J. Guit- tart, Rotterdam en H. Huysse, 's Gravenhage. Groningen. Doctoraal examen economische wetenschappen: J. R. Kuperus, Leeuwarden; candidaateexamen economische wetenschap pen: E. Klei, Uithuizen en J. A. Steenmeyer, Groningen; artsexamen eerste gedeelte J. Vries, Peize; bevorderd tot arts mej. S. Y. Hofstra, Haren (Gr.), P. Bregman, Honse- lersdijk, D. van der Zee, Pingjum. Amsterdam. Gemeente Universiteit: bevor derd tot doctor in de economische weten schappen op proefschrift getiteld: „De Twee dehands Consumentenmarkt" de heer J. A. Coltov, geboren te Den Helder. Voor het can- didaatsexamen rechten F. J. Junius en B. Schmidt, Amsterdam en voor het candidaats- examen economie J. Pluim, Amsterdam en J. Kleiterp, Beverwijk. In de loop van de winter vestigden wij op verzoek van de directeur van het Wa terbedrijf Haarlem, de aandacht op de maatregelen, welke toen genomen moesten worden tegen het bevriezen van de water meter. Thans, nu geen vorst va.n betekenis meer valt te verwachten, is de tijd aange broken om de bedekking van de waterme ter te verwijderen en de meterput schoon te maken. Alle zakken gevuld met stro en derge lijke, dienen derhalve nu uit de meterput te worden gehaald, opdat de meteropne- mers behoorlijk hun werk kunnen doen. Deze zijn geenszins verplicht de bedekking van de watermeter te verwij deren, inte gendeel zij kunnen vorderen, dat dit ter stond door of vanwege de bewoner ge schiedt. Indien een en ander niet tijdig opge ruimd wordt is er grote kans dat er door rotting een vieze boel met ongedierte in de watermeterput ontstaat, welke daar in geen geval geduld kan worden. Indien men overeenkomstig het advies van het Waterbedrijf de watermeter tegen vorst heeft beschermd door een houten tusssndeksel met handvat op halve hoogte in de meterput dan moet ook dit tussen- deksel thans verwijderd en opgeborgen worden. Het tussendeksel kan het volgend jaar wederom dienst doen en is op den duur niet alleen veel goedkoper, doen vooral veel zindelijker en gemakkelijker" dan allerlei losse materialen, welke in de vochtige meterput aan verrotting onderhevig zijn. Op meterputten, welke niet zijn voorzien van een goed sluitend bovendeksel dient ten spoedigste een houten deksel te wor den aangebracht. In het eigen belang van de gebruikers wordt aangeraden in percelen waar de me terput buiten ligt tnans door een erkend waterfitter, indien dit mogelijk is en nog niet geschied, op een gemakkelijk toe gankelijke en vorstvrije plaats, een stop met aftapkraan binnenshuis in de leiding te laten aanbrengen. Hierdoor kan tijdens de winter de buitens huis gelegen meterput tegen vorst bevei ligd blijven, terwijl de binnenleiding bin nenshuis kan worden afgesloten en gele digd. Op Woensdag 30 Maart zal in de Grote Kerk te Haarlem door het Boeke-koor en het Amsterdamse Kamerkoor onder lei ding van Jan Boeke met aan het orgei Klaas Bolt passiemuziek ten gehore wor den gebracht. Uitgevoerd worden werken van D. Buxtehude, J. H. Schein, Samuel Scheidt, H. L. Hassler, L. Lechner, H. Schütz en H. Scbeidemann. Aanv. 20.15 u. Enige tijd geleden hebben wij meegedeeld, dat de Doopsgezinde gemeente te Haarlem de kapel aan de Minahassastraat in Haarlem- Noord heeft aangekocht voor het houden van godsdienstoefeningen en bijeenkomsten. Het gebouw is opgeknapt en zal op Eerste Paasdag voor het eerst gebruikt worden. We gens de te verwachten grote belangstelling zullen twee diensten worden gehouden. ADVERTENTIE Auberge BonVerre FRANS RESTAURANT Janswes 20 Tel. 17630 COTELETTE DE VEAU FORESTIèRE De heer F. A. Mooy, die tot 2 April in „Het Huis met de Kogel" exposeert, behoort tot die Nederlandse schilders, die de, door de Haagse impressionnisten aan het einde der vorige eeuw ingeslagen weg blijven volgen. Hun palet heeft weliswaar de overgang van zware en gedragen kleur naar een meer parelend grijs doorlopen, maar zij zijn evenzeer tonalisten gebleven als hun voorgangers waren, het is en blijft hen om de atmosfeer te doen. Wan neer er al eens. zoals in de Parijse stads gezichten van de schilder Mooy, een fon kelend kleurtje optreedt, dan is het daar voornamelijk om de zorgvuldig afgestemde tonaliteit van het gehele schilderij des te sterker te doen uitkomen. De Hollandse landschappen zijn even eens geheel atmosferisch gezien: het verre verschiet, water en lucht, alles in het ho rizontale gehouden, zonder opgaande lij nen deze typische eigenschappen dei- Nederlandse landschapsschilderkunst treft men er alle in aan en geven de beschouwer een vertrouwd gevoel. Het zuiverst vindt men dit alles in enkele kleine landschap pen („Tussen Maas en Waal" bij voor beeld). Hier stemmen groengrijs en blauw grijs het mooiste samen, boompjes, lucht en water zijn zonder weifelen maar niette min met een grote gevoeligheid geseim- derd. Iets levendiger in de voordracht is de „Vijver in de winter". Als F. A. Mooy in groter formaat gaat schilderen, weet hij de warme voldragen tonaliteit niet meer zo goed vol te houden. Dit is althans het geval in het grote Hollandse waterland schap, dat wel een centrale plaats aan de wand inneemt, maar zeker niet het sterkste stuk van de tentoonstelling is. In de Pa rijse stadsgezichten valt vooral de mooie patine en de glanzende „verfopdracht" te waarderen. Het illustratieve karakter maakt deze stukken echter een beetje plaatjesachtig. Gelukkig zijn er altijd ge noeg mensen, die dat nu juist zo graag zien. OTTO B. DE KAT „Les epfants du paradis'* (Studio) Acht jaar na de eerste vertoning in ons land blijkt Marcel Carné's meesterwerk van na de oorlog nog niets aan overtui gingskracht, charme en artistieke kwali teiten te hebben ingeboet. Ook bij een her haalde kennismaking en het is te ho pen dat velen die gelegenheid zullen aan grijpen komt men wederom onder de indruk van de vele en veelzijdige aspecten van dit werk, dat niet alleen het Parijs uit de romantiek tot leven brengt, maar daarin getuigt van Carné's liefde voor het theater en in dit geval in het bijzonder ook voor de pantomime. Op sublieme wij ze werden de verfilmde toneel- en panto mimescènes ingevlochten in de draad van deze filmtragedie. Vooral in het eerste deel vormen de toeschouwers „op het schel linkje" (le paradis) een wezenlijk deel van de bezetting en de kijkers in de zaal voe len zich gedurende enige uren één met die meelevende menigte, waarvan het leven schamel is, maar de dromen rijk zijn. Vermelden wij nog, dat de cast de na men vermeldt van Arletti, Maria Casarès, Jean-Louis Barrault, Pierre Brasseur, Pierre Renoir, Louis Salou en Marcel Her- rand als belangrijkste speelsters en spelers, van Jacques Prévert als auteur van de dialogen, Léon Barsacq als een der décor ontwerpers en Maurice Thiriet als com ponist van een partituur, waarvan de glans onder leiding van de dirigent van het Parijse Conservatoriumorkest, Charles Munch, volledig tot zijn recht komt. J. H. B. „Odyssee" (Rembrandt) Kortge leden schreven wij in „Erbij" over deze Italiaanse filmbewerking van Homerus' epos. Een vurig Italiaans drama, luidde ons oordeel, zeker niet onverdienstelijk, maar geen ideale weergave van het origi neel. De classici onder de lezers oordelen zelf. Fr. „Berlijn.... Oost-zóne" (Minerva). De knappe en adembenemende film van Carol Reed over de controverse Oost- en West-Berlijn moet men niet ongezien la ten. Reeds hebben wij veel en prijzend over deze film geschreven. Minder uitbun dig, maar met een lach kan men „IJsco- toeristen" begroetten als vooral een komi sche verstrooiïngsfilm voor de jeugd. „Wjj zoeken millionnairs" (Li do) Dit is een vermakelijke geschiedenis van drie meisjes, arm aan geld, maar rijk aan char mes, die wel wat ongebruikelijke middelen te baat nemen om tot de huwelijkse staat te geraken. Het komt daarbij niet zozeer op de huwelijkscandidaten zelf aan, maar wel op de hoeveelheid dollarbiljetten in hun portefeuille. Dat dit een onjuist uitgangs punt is, ontdekken deze meisjes pas, als ook haar hartjes een woordje gaan mee spreken. Het resultaat na veel grappige verwikkelingen is dan ook dat er een trouwt met een arme, maar knappe bos wachter, nummer twee met een man, die door de justitie wegens belastingfraude wordt gezocht en nummer driemet een millionnair. Maar dat komt zij pas na het huwelijk aan de weet. De drie meisjes zijn Betty Grable, Mari lyn Monroe en Lauren Bacall; wier per soonlijkheden door Cinemascope breed uit gemeten worden onder andere in een modeshow en geaccentueerd door tech nicolor. In het voorprogramma een interessante film eveneens op Cinemascope-breedte - - over een reisje met het pronkjuweel der Italiaanse Spoorwegen, de Vesuvius-expres met fraaie landschapspanorama's en impo sante kijkjes in Milaan, Florence, Rome en Napels. S. K. „Het Dodendal'' (Rox v) Waarom cleze film „Het Dodendal" heet is onderge tekende niet recht duidelijk geworden, daar deze Indianen-kolonisten geschiede nis zich voor een deel in een Amerikaanse houten huizen stadje afspeelt en voor een deel bijna uitsluitend „op de vlakte" blijft. Men ziet de avontuurlijke lotgevallen van een jonge man (James Craig) die goed be vriend is met een beruchte Indianenstam en daardoor zelfs in de gevangenis terecht komt. Hij ontvlucht echter en komt in contact met een charmante Wild-West dochter (Lucille Ball) die op het punt staat met een (minder nobele) jonge rijk aard van de stad in het huwelijksbootje te stappen. Dit punt wordt telkens ver schoven door allerhande vermakelijke oor zaken en zelfs door een stoffige vecht partij tussen de Indianen-vriend en de aanstaande bruidegom. Tenslotte trouwt de jongedochter toch, maar dan met de held. Voordat het zover komt is er intussen heel wat geschoten, gegaloppeerd en door een stam woeste Indianen-krijgers op schrikaanjagende wijze gedanst en gegild. Een vaak even komische als spannende film, waaraan men genoegen kan beleven. Vanaf Maandag speelt in hetzelfde the ater de film „Moordende Bescherming" met George Raft, William Bendix en Mari lyn Maxwell. Een spannende film vol avon turen voor een man die probeert de moord op zijn vriend te wreken. H. S. „Wij zondaren" (FransHals) Deze Italiaanse zwart-wit film is een aaneen schakeling van allerlei gebeurtenissen, die het geluk van twee verliefde jonge mensen in dit geval een verpleegster en een naar zijn vaderland teruggekeerde krijgs gevangene in de weg staan. Men maakt kennis met haar moeder, die in de ge vangenis zit beschuldigd van moord. Men volgt de verbitterde strijd, die de gewezen krijgsgevangene moet voeren tegen de werkloosheid. Bij een brand redt hij zijn vriend, doch wordt vrijwel geheel blind. Het geld, om de dure operatie te bekos tigen, is er niet Bij een verkeersongeluk raakt de ver pleegster aan beide benen verlamd. Een opeenstapeling van rampen dus, maar ge leidelijk worden alle obstakels uit de weg geruimd. Het drakerige verhaaltje ten spijt kan men toch nog het voortreffelijke spel van de beide hoofdpersonen bewon deren, van wie vooral Yvonne Sanson te prijzen valt. Van Maandag af vertoont Frans Hals „Anna" met Silvana Mangano. N. R. K. Cinema Palace heeft de kjeurige rolprent „Désirée" nog een week aange houden waaruit blijkt dat velen in het ge restaureerde theater hebben genoten van deze beroemd geworden geschiedenis en de belangstelling ervoor nog allerminst is ge luwd. „De Woestijn leeft" (Luxor) Weer en terecht geprolongeerd! DOKTERSDIENSTEN De doktersdiensten voor Zondag worden te Heemstede waargenomen door dr. O. D. Oé, Heemsteedse Dreef 275, telefoon 34509 en dr. J. L. Tombrock, Burgemeester van Lennep- weg 1, telefoon 3S032. Wijkverpleging: zr. Verduyn, Meer en Bos- laan 23, telefoon 39509. Apotheken: Aerdenhout Apotheek, Zand- voortselaan 164, telefoon 26772 en Heem- steedse Apotheek, Binnenweg 206, tel. 38320. Voor de Haarlemse opening van de Boekenweek werd Vrijdag in de Vleeshal een avond gehouden, die geheel aan de Vlaamse kunst was gewijd. Men had hier voor Vlaamse uitvoerende kunstenaars uitgenodigd. Hoewel er ook plaats was in geruimd voor de muziek en (aan de wan den) voor de beeldende kunst, moest het accent uiteraard wel vallen op de letter kunde. Gezien de belangrijke plaats; die de Vlaamse schrijvers zich door hun war me spontaneïteit naast hun Nederlandse collega's hebben veroverd, was de opzet van deze door de Boekverkopersvereni ging voor Haarlem en omstreken georgani seerde avond een uitstekend idee en een grotere belangstelling was dan ook wel verdiend geweest. Maar ach, het klimaat van de Anegang is nu eenmaal anders dan dat van de Keijzerlei. Maurice Roelants, de bekende schrijver en criticus, had op zich genomen, een in leiding tot de recente Vlaamse litteratuur te geven. Daar hij als geen ander op de hoogte is van dit onderwerp, deed hij dit op even lucide als persoonlijke manier. Als een der meest bestemmende factoren in het wezen der Vlaamse schrijvers ziet hij hun zin voor humor, die zich in de middeleeuwen reeds openbaarde in wer ken als „Reinaert de vos". En vooral nu het nationale bewustzijn der Vlamingen in de laatste honderd jaar weer rijpt, bloeit de humor, soms verscherpt tot een bijten de ironie, weer op. Sinds 1920 beleeft deze zelfs een hoge vlucht. Hij noemde enkele namen, bijvoorbeeld Staes en Gezelle van de ouderen, om vervolgens de aandacht te vestigen op de Gentenaar Richard Minne, deze charmante „aanklager van de onge rijmdheid" der dingen, die de weg heeft gewezen aan velen na hem, zoals Karei van de Woestijne, Jan Van Nijlen, Willem Elsschot en Paul van Ostayen, bij welken zich na de tweede wereldoorlog nog de brillante Raymond Brulez en Marnix Gij- sen hebben gevoegd. Om deze causerie, die de „spotvogel geest" der Vlaamse auteurs van verschil lende zijden deed uitkomen, kleur en toon bij te zetten, droeg Joost Noydens, die als acteur en regisseur aan het Antwerpse Jeugdtoneel, een der bolwerken van de Vlaamse taalstrijd, is verbonden, frag menten uit het werk der besproken schrij vers voor. In aansluiting met Roelants koos hij voor de pauze de poëzie, erna het proza. Noydens is, zoals men van een me dewerker van het Jeugdtoneel kan ver wachten, een groot minnaar der Vlaamse taal en dit gaf aan zijn voordracht het stempel van overtuiging en echtheid. Hij beperkte zich niet tot het benaderen der expressie door middel van stembuigingen alleen, maar ging soms ook over tot mi miek. Omdat hij hierbij altijd de juiste maat wist te houden, bleef het aanvaard baar. Dit bleek vooral bij de Boerenehar- leston van Paul van Ostayen en de proza fragmenten van Elsschot en Bruley, waar mee hij veel succes oogstte. Vlaanderen was op deze avond ook door drie Haarlemse musici van Vlaamsen bloe de, te weten de zangeres Hélène Ludolph, haar begeleider Albert de Klerk en de componist Jos. de Klerk, vertegenwoor digd. Hélène Ludolph zong met haar ge makkelijk aansprekende stem liederen van Vlaamse tekstdichters en componis ten, over het algemeen aanhangers van de romantische stijl. Moderner tonen wer den alleen in „Melopee" van Aug. Baey- ens, op tekst van Paul van Ostayen, aan geslagen. Uitstekend gesteund door de be geleiding van Albert de Klerk, die blijk baar op de piano even goed thuis is als op het orgel, hield zij met haar tedere, on opgesmukte voordracht een goed pleidooi voor de vertolkte liederen. Ook de guitig heid van het alleraardigste lied „De Vink" van Jos. de Klerk, op tekst van Lam- brecht Lambrechts, de grote kenner van de Limburgse folklore, bleek haar voor treffelijk te liggen. Het applaus moet haar hebben overtuigd hoe dankbaar men was haar wederom te horen. Na afloop dankte een der leden van de H.B.V. de Vlaamse gasten voor de pretti ge wijze, waarop zij ons door de littera tuur van hun land hadden rondgeleid. PIERRE VERDONCK ADVERTENTIE van onze salons voor moderne dameshaarverzorging Produits de haute Coiffure- creations "ft.Siut Thorbeckestraat li, Zandvoort vis d ris Ho/el llouives Telefoon 3382 ADVERTENTIE Een kitje van onze niet te overtreffen WALES-ANTHRACIET en de haard of kachel suddert rustig door. (Super kwaliteit) Afm. 20/30 11.15 per H.L. (le kwaliteit) Afm. 20/30 10.65 per H.L. Alleen-verkoop: BRANDSTOFFENHANDEL FR. VARKENMARKT 6—10 (Spaarne bij Viaduct) Telefoon 1-4-1-6-4 en 1-3-9-0-4 Op de op een ha laatste bijeenkomst In dit seizoen van „Geloof en Wetenschap" heeft Vrijdagavond mevrouw dr. Sis Heys- ter in de Haarlemse Stadsschouwburg ge sproken over „De betekenis van de intelli gentie voor school en leven" na ingeleid te zijn door de voorzitter mr. F. Vorstman. In haar inleiding merkte mevrouw Heys- ter op, dat een ieder een menselijke denk wijze meekrijgt, als afstraling van een God delijke reden. De mensen zijn er mee begif tigd, de een in meerdere, de andere in min dere mate. Heeft de toeneming van de ken nis en het vernuft de prestaties van het menselijk denkvermogen groter gemaakt? Dat kan niet onder alle omstandigheden worden gezegd, omdat de angst en de on rust belangrijke factoren vervullen in deze tijd. Daarbij komt ook, dat niet ieder in staat is zijn eigen denkvermogen te hante ren. Alvorens aan haar onderwerp te begin nen oriënteerde mevrouw Heyster haar ge hoor over het begrip intelligentie en verge leek daarbij ook de begrippen wijsheid, ge aardheid, geheugen, geschiktheid en genia liteit. Zij noemde de verschillen en zette uit een, dat intelligentie iets anders is. Sprekende over de morele waardering van de intelligentie zeide mevrouw Heyster, dat intelligentie gewaardeerd wordt, als zij gebruikt wordt voor doeleinden, die ze waard zijn. Iemand met een matige intelli gentie, die een goed mens is, is meer te respecteren dan iemand mét bijzondere in telligentie en bijv. schijver van vele boeken, als hij geen goed mens is. De plicht van de opvoeder is goede men sen te maken en hij moet trachten het kind te brengen op de plaats, waar het kans van slagen heeft. Een eigen voorbeeld is van groot belang. Graag willen de ouders hun kinderen een betere scholing geven dan zfl hebben gehad; dat kan tot mislukking lei den. Met voorbeelden uit haar praktijk, waarbij zij aandacht besteedde aan het quo tiënt van het verstand, lichtte mevrouw Heyster dit toe. Vaak zeggen de ouders: „ons kind kan wel, maar het wil niet". Spreekster heeft nog nooit gehoord: „ons kind doet het niet goed, maar het kan het ook niet beter". Na gesproken te hebben over de betekenis van de intelligentie voor de school sprak mevrouw Heyster over de betekenis er van voor het leven en noemde enkele voorbeel den uit haar praktijk. Vele malen komen mislukkingen voor, omdat een man ot vrouw zijn of haar intelligentie te veel ge bruikt; dan worden slachtoffers in de om geving gemaakt. Ook gaf zij een uiteenzet ting van de practische en de theoretische intelligentie en daarbij aanslutend besprak mevrouw Heyster het verschil tussen het manlijk en vrouwelijk denken. Het gevoel (om van het denken af te zijn) en de intuï tie spelen bij de vrouw belangrijke rollen, omdat zij er een beter en handiger gebruik van maakt dan de man, Tenslotte sprak mevrouw Heyster over de voorlichting, die van belang kan zyn, maar die ook gevaren inhoudt. Intelligentie is voor de opvoeders van grote betekenis, maar voorop dienen toch te staan liefde, hart en genegenheid; hiermee kan de intel ligentie goed werken. Naar wij van de heer Bessem, directeur van het Olympisch stadion in Amsterdam, vernemen is de vorst thans geheel uit de grond. Het terrein wordt door zacht rollen volkomen gelijk gehouden. Als de tempera tuur stijgt hoopt men dat het gras weer boven de grond komt. Wanneer de weersomstan digheden zo blijven, zal het veld op 3 April voor de wedstrijd NederlandBelgië zeer behoorlijk bespeelbaar zijn en zeker niet slechter d_n onder andere omstandigheden het geval is geweest. De nieuwste uitrusting voor de jacht op onderzeeboten ziet men hier gedemonstreerd door een vliegtuig van de Amerikaanse Marine. De twee meest in het oog lopende hulpmiddelen zijn wel het radoom (op deze foto midden onder het toestel), dat de aan de oppervlakte varende duikboten opspoort, aan de staart van het toestel zit een lange staaf, welke ivordt gebruikt voor de opsporing van die onderzeeboten, welke zich onder het water bevinden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1955 | | pagina 11