Radio-rêverie
Tien Nederlandse WIJ LEGGEN HEN IN DE WATTEN
zeeschilders
feai en de, u-acanlie
Draaien, altijd maar draaien
Over de kansen van de Arabier
BEPERKTE POLITIEK
Veel minziek» maar
weinig leisching
politieke problemen
Dierbare vrienden
(Van onze correspondent in Londen)
ER ZIJN nog enkele bewoners van de
Verspronckweg, die hun Engelse woordjes
wel eens zouden kunnen repeteren en in
een paar gezinnen aan de Raamgracht kan
het zijn nut hebben om nog enig Duits
taaleigen door te nemen, maar verder is
IN HET Nationale Maritieme Museum in Haarlem klaar om zijn gasten te ontvan-
Greenwich (ten Oosten van Londen) een gen. Straks, wanneer de Deen en de Oos-
uniek monument ter verheerlijking van de tenrijker, de Duitser en de Luxemburger,
Britse macht ter zee door de eeuwen de Brit en de Fransoos nog duizelend van
houdt deze maande de Nederlandse Ver- de genoten bollênweelde om zich heen zien
eniging van Zeeschilders haar eerste bui- naar verder vertier, zullen wij hen naar
tenlandse expositie. Deze is tot stand ge- ons toelokken met ónze bollen, die welis-
komen op initiatief van de bekende kunst- waar geen wortels maar wel voedings
schilder Rienk Beider, voorzitter van de draden hebben en al het licht uitpersen,
vereniging, die bij de officiële opening zijn dat ons Energiebedrijf maar kan missen,
dankbaarheid uitsprak voor de wijze, Als zij met de trein komen, kunnen zij
waarop zijn idéé ontvangen is. De tentoon- eerst allemaal even op het Stationsplein
stelling zal later in zes andere Britse kijken of hun eigen dundoek erbij is. En
steden te -zien zijn. De nog jonge Vereni- zodra zij dan met vertedering hun banen
ging van Zeeschilders stelt zich ten doel de hebben begroet, zal het koper van gefu-
traditie van het zeeschilderen levend te seerde harmonieën hun uit de hoogte tege-
houden en belangstelling ervoor bij het moet schetteren. Deze harmonieën zitten
publiek te wekken. Elk jaar varen enige dank zij de ondernemende neringdoen-
reeschilders als gasten van de Koninklijke den van „Haarlems Entree" bovenop
Marine mee. Zij hebben zich onlangs ver- een arcade over de Kruisweg het devies
enigd. van zovele korpsen „Excelsior" steeds
De voorzitter van het lentoonstellings- hoger waar te maken. Serenades zijn
comité herinnerde eraan, dat de Engelsen lang genoeg van beneden naar boven ge-
het zeeschilderen van de Nederlanders ge- speeld en men heeft terecht ingezien, dat
ieerd hebben, namelijk van de beide Van het nu maar eens andersom moet.
de Velde's, de beroemde oorlogscorrespon- Maar niet alleen uit het Noorden ver-
denten met het penseel uit de zeventiende wachten wij onze gasten, ook langs de Zui-
eeuw, die tenslotte ons land verlieten om delijke toevoer wegen zullen zij komen op-
oan Engelse zijde hun kunstwerken te ver- zetten met opengeslagen folders in de hand
vaardigen. Vele van hun doeken hebben en nieuwe filmpjes in hun camera's. Het
eer. plaats gekregen in het Maritieme Mu- zal velen opgevallen zijn, dat er on het
6eum, waar overigens ook de portretten Houtplein een geheel nieuwe constructie
van Tromp en De Ruyter worden bewon- te zien valt, die sneller gebouwd dan ge
tierd, alsof zij Engelse zeehelden waren! definieerd is. De omschrijving „ruimtelijk
Beiden zijn voor de Engelsen - mede dank monument" laat nog teveel ruimte, maar
zij het onderwijs - onsterfelijke figuren in het Duits wordt het punctueler „ein
geworden, sinds De Ruyter de Medway for- üchtstrahlendes Fest-Wahrzeichen" ge-
ceerde en Tromp zijn bezem aan de mast heten. Voor de Fransen wil het weer meer
hees. De enige twee vlaggeschepen, die een „grandiose et moderne construction de
Engeland ooit verloor, moesten in de zee- fête" zijn, maar voor de Haarlemmers pre-
oorlog met ons land worden prijs gegeven tendeert het „alléén maar mooi" te zijn. dergelijk* monument in Malmö of in Bor-
in het tijdsbestek van drie dagen! De Engel- Dit zei de burgemeester van deze stad al- deaux zouden aantreffen, zouden wij er
bevestigen. Onze dochters zullen met dit
kostelijke kosteloze gebaar het belangrijk-
sen zijn altijd goede verliezers geweest en thans bij de in gebruikneming toen voor Maimö-S B!oei 0f Touring Bordeaux hoge- ste werk doen.
hun respect voor de „Dutch" is er alleen het eerst de bundels vloedlicht er overheen bjk om roemen.
maar door toegenomen. vielen. Maar de burgemeester begreep wel,
De meer dan zeventig schilderijen, welke dat hij daarmee toch weer een ietsje te EENMAAL in de stad aangekomen zal kamer "of achter'deTikk'ende "ruitenwissers
Want in de cabine van het lijntoestel
naar Frankfurt, in de stilte van een hótel-
de tentoonstelling omvat, geven een geva- veel in het ruimtelijke stond te spreken, de tourist het schoonste aantreffen, dat
rieerd beeld van de uiteenlopende talenten Degenen, die er tóch een symboliek in wjj hebben: onze dochters. Zij zullen twee
van deze groep schilders, die verbonden zouden willen zien, zo sprak hij, konden aan-twee door de straten gaan met een
van een auto zal een vreemdeling zitten,
die een kortgesteeld bloemetje om en om
draait, er aan snuift en zich iets herinnert,
zijn door hun liefde voor de schoonheid en dan de naald van het monument wel be- glimlach, met een rode klokrok en met een waarbij zijn ogen eventjes gaan glanzen',
de grootsheid van de zee. Bij het tentoon- schouwen als ..het teken van de omhoog- mandje bloemen. En niemand zal beschei-
gestelde bevinden zich ook enige expressio- strevende stad Haarlem, dat de wereld aan den achteruit behoeven te treden wanneer
nistische en naar het abstracte neigende zijn voeten vindt." Naast de naald bevindt
werken. Vertegenwoordigd zijn: Rienk Bel- zich namelijk een zeer grote bol, die men
der, C. Bolding, J. Dijker, J. H. Goedhart, inderdaad als een verkleind schaalmodel
F. Hamers, J. W. Heyting, J. Meine Jan- van de aarde zou kunnen zien.
sen, Oskar Mendlik, J. B. Lambert Simon Maar daarmee is wellicht toch weer de
hun arm zich uitstrekt om een bloem te
En dan zitten we binnen een paar jaar
met een menigte vreemdelingen, die zich
hier willen vestigen. KO BRUGBIER.
en D. Zwier.
PARIJS, April Vandaag, op het mo- En ze zullen elkaar ook allemaal terug
en tijdelijke doel van het monument dien- ment ongeveer dat u dit leest, is het vinden. Eerst daar dan weer hiér. Ik her
ontwerper zelf misverstaan, die immers
juist heeft willen afzien van een symme
trische hoofdvorm, omdat het feestelijke
de te prevaleren boven plechtigheid, mo- hoogtepunt weer voorbij in de eerste fase
numentaliteit of machtsuitdrukking. Ook Van het jaarlijkse transplantatieproces van
voor deze visie kan men iets voelen, maar deze stad. Het is in feite een bijzonder
met dit alles is de zaak er niet duidelijker eenvoudige manoeuvre: de Parijzenaars
of voor de gedragingen van het geluid ken- 0p geworden. Laat men er niet naar gaan verlaten hun stad, de provincialen en de
de, maar ook een „zielkundig ingenieur vorsen, maar blij zijn om wat zo spontaan buitenlanders komen binnen. En over een
anders gezegd: een psycholoog. Tot deze in ons midden is opgenomen. Is niet het week beöint de tweede fase: dan komen de
HET ZOU goed zijn, indien de radio niet
alleen ingenieurs voor de frequenttechniek
inner me dat nog van vorig jaar. In dat
dorpje in de Provence kwam ik op de eer
ste dag al de dokter van de vierde ver
dieping tegen, de tweede dag stoof de
kruidenier met zijn hele familie van om de
hoek in Parijs luid toeterend door de
hoofdstraat van het dorp, de derde dag
overtuiging kwam Gaston Bachelard enige verrichten van bezieheden, waarvan men eerste Parijzenaars terug van hun Paas- leit een bevriende Parijs politicus zich in
jaren geleden in een lezing, welke hij on- de betekenis nimmer zal weten, de essentie vacantie en gaan de vreemdelingen de stad ons kleine hotelletje inschrijven" Daarna
der de tite Radio-en droombeeld" hield van het fees vieren? verlaten. Maar helemaal zichzelf wordt heb ik maar tóefmTer op geiten ge-
voor het studiecentrum van de Franse Om dit teken heen ziet men een aantal Parijs loch niet meer voor October aan- aceeptfeerd dat het dorp een klein stukje
omroep. Daartoe stelde hij, dat wij allen stangen met blikken busjes er aan, die staande. De vreemdelingen blijven nu ko- Parijs was geworden De gemiddelde
hlirfïpr^ 71in van Hp lnr*n<;fppr Hp ^fppr van vopVHipc Vi (inn nn moor Kim rr/il on in rJ a xirir*^ J d O gCIIllUUClUL
burgers ziin van de logosfeer, de sfeer van zachtjes heen en weer bungelen in de wind. men> de Parijzenaars blijven weggaan. En
het woord en aat de c->J J
nnmminnn - „.-„„„J -j-jFransman, ook als hij het kan betalen,
Ï2 n^^fiLrï nü MftSn. het h0°gtePunt valt °p de das> nadat de heeft heel weinig belangstelling voor een
Si ni hPHnpL 7^ i vnïpHiS'ïn schoolvacanties zijn begonnen. Dan zal de vacantie in het buitenland. Waarom zou
kunnen bedoeld zijn om de vogeltjes van Figar0> zoals nu inmiddels een traditie lijkt
de perken af te houden. te 7ijn gewarden een foto op de voor_
Voor de technici zijn hier nog een paar pagina hebben
van een eenzame poes, of
constructie-gegevens: het teken is opge- - - -
bouwd uit buizen met klemmen en spieën.
Er zijn voel buizen voor nodig geweest en
radio daarin de dage- X x
lijkse, volledige ver-
wezenlijking van de Voor de
menselijke ziel vormt. microfoon
In de wereld immers,
welke door de radio Vs
wordt bezield, kan
iedereen elkaar horen en in vrede beluis
teren: kennelijk hield de spreker geen
hij ook, gezien het feit dat hij toch al in
te zijn gewarden, een foto op de voor- Frankrijk wóónt?
Dit jaar verwachten we hetzelfde. We
een verlaten vrijend paartje midden op de hebben een klein huisje gehuurd, op vijf-
Place de la Concorde. Die foto moet dan honderd meter van de zee, helemaal in het
ook veel klommen, maar vooral veel spieën.
Hoe dan ook, men kan aannemen, dat het
wel om vijf uur 's ochtends worden ge- alleruiterste Zuiden. Ik ben er nog nooit
nomen, maar goed het is toch een aar- eerder geweest. Maar de zakenman, die
dig beeld. Er zullen dan ongeveer twee hier op de derde verdieping woont, zegt
rekening met stoorzenders en andere, de - afgezien van die busjes - de vreem- pJ! Vu* °Pu 5 clerJci<? verdieping woont, zegt
radio-ontvangst vertroebelende verschijn- deling wel zal imponeren. Indien wij een n-j b 1 t 'J J J go en .er waarschlJnl,Jlc
J Dit land is gelukkig zo groot, dat niemand twee dagen na ons zal arriveren. En vrien-
zich grote zorgen maakt over kwesties als
selen.
Bachelard voert dan vervolgens het pleit
voor programma's welke afgestemd zijn
op de menselijke behoefte aan rust en
mijmeringen. Hij beveelt daartoe uitzen
dingen aan, welke uitgaan van woorden
en begrippen welke een algemeen aan
vaarde gevoelswaarde hebben, bijvoorbeeld
het begrip huis. De radio geeft de luiste
raar een indruk van absolute rust, hij
klampt zich geestelijk vast aan het beeld,
dat de stem voor de microfoon oproept.
Dat beeld zal hem van het onbewuste be
wust doen worden. Men vertolkt voor hem
duidelijke dingen in een duistere vorm. In
een tekst als „Ik zoek het beeld mijner
moeder en jij bent het, die ik vind, o huis"
is een sfeer van warmte en intimiteit. Het
is voor iedereen verstaanbaar.
En dit is nu juist wat de radio voor
heeft op de televisie: zij heeft geen ge
zicht. De luisteraar kan en mag bij de door
haar opgeroepen beelden denken wat hij
wil. Programma's welke die gedachte tot
uitgangspunt hebben zouden in de late
avonduren voortreffelijk passen.
De „ingenieurs-psychologen" van de
radio moeten dichters zijn die het mense
lijke welzijn op het oog hebben, de lief
lijkheid van het hart, de vreugde van het
beminnen: zo zullen ze vele luisteraars een
„goede re-hl" bereiden. T. H. B.
vacantiespreiding: we kunnen
Een nieuwe herder en een nieuw geluid
den, die op het hoofdkwartier van de
allemaal NATO werken, hebben me al verleid dat
ze bij ons zullen komen lunchen, op weg
naar hun huisje in het volgende dorp. Het
is misschien aardig om u er even bij te
vertellen, dat ons dorpje zo'n onbedorven
gehuchtje is waar volgens de berichten
zelden toeristen komen.
Kortom, wij zullen hier niet meer zijn,
als u hier met naar officiële Franse schat
ting z'n ongeveer tienduizend Hollanders
voor de Paasvacantie komt. We hadden u
natuurlijk graag even gezien, maar de
weersvoorspellingen zeggen dat het met
Pasen gloeiend warm zal zijn in Parijs. En
dan zitten we maar liever aan zee.
Eén ding nog, voor u die hier in een
hotelletje komt zitten. Zegt u niet: „Wat
is het hier toch druk in Parijs, hè, met dat
verkeer en zo". U zult, als altijd in de
Paasweek en in Augustus een relatief
gesproken doodstil en uitgestorven Pa
rijs vinden. Er zullen nog geen drie mil-
lioen Parijzenaars over zijn. Plus natuur
lijk die kat, die u misschien om vijf uur
's ochtends achteloos de Place de la Con
corde kunt zien oversteken. Bekijkt u hem
met ontzag. Hij is een instituut hier. En
waarschijnlijk eigendom van de Figaro.
A. S. H.
»ooooocoocc<
OOCXXXDOOCXXX
mmm&
G1JSBERT PERLEE, orgelbouwer,
zesenveertig jaar oud, is te vinden
achterin zijn werkplaats aan de Wes
terstraat 119 in het hart van de Jor-
daan. Hij staat er, met lachende brui
ne ogen en een heleboel grijs haar en
kijkt verliefd naar een nieuw draai-
wiel. Een prachtig wieltje", zegt hij.
„Het hoort bij het orgel van Jan, een
goede draaier, die verstaat zijn vak".
De heer Perlee denkt en doet alles in
draaiorgels. Wanneer hij over Amster
dam spreekt, dan vertelt hij over de
vreemde politieverordeningen, die het
onmogelijk maken voor de draaiers en
de mansers om een goede boterham
bij elkaar te spelen. Wanneer hij over
het land spreekt, dan vertelt hij over
Groningen, waar het draaiorgel op het
ogenblik zo in trek is en over Roller-
dam, waar ze er niet aan willen.
HET ORGELBOUWEN zit de Perlee's in het bloed. En niet zo'n beetje ook, want
in 1875 begon Léon Warnies, van geboorte Belg, er al mee. In 1910 namen de ge
broeders Warmes het werk van hun vader over en de schoonzoon van deze
broers, Gijsbert Perlee, zag er ook wel iets in. In 1925 begon hij, zoals alle grote
mannen zijn begonnen: klein, in een werkplaatsje aan de Brouwersgracht, maar
al spoedig werd het daar te benauwd en toen nam hij zijn intrek in de Wester
straat, waar nu precies dertig jaar later de grote instrumenten orgeltje aan orgel
tje staan en waar nauwelijks plaats genoeg is om al het gereedschap van vader
Perlee en de twee zonen te bergen. Gijs (22 jaar) en Cor (19 jaar) zijn nu name
lijk in de zaak opgenomen en zullen ongetwijfeld later de traditie voortzetten.
Gijs schildert de pierementen, Cor verzorgt het binnenwerk, maar het stemmen
moeten zij toch aan vader overlaten, want die laat zich dit voor het orgel belang
rijkste werk voorlopig nog niet uit handen nemen. Overigens is het bouwen van
orgels eigenlijk een beetje eemwassen neus geworden, want het is al geruime tijd
geleden, dat bij Perlee een nieuw orgel naar buiten gereden werd. De oorzaken
van deze slapte in het bedrijf vindt, men raadt het al, zijn oorzaak in het dure
materiaal. Een nieuw orgel kost op het ogenblik namelijk ongeveer twaalfduizend
gulden en geen enkele orgeldraaier kan een dergelijk groot bedrag uittrekken.
Daarom vult de familie Perlee de dagen met het schoonhouden, repareren en dan
verhuren van de orgels. Vooral in de lente branden de lichten in de werkplaats tot
diep in de nacht, want op ,.De Pruikenkast" moet een nieuw beeldje gezet wor
den, „Het Mondorgeltje" krijgt een streekje verf en van „Za Za" moet het binnen
werk hoog nodig weer eens helemaal nagekeken worden.
ALLE DRAAIORGELS hebben namelijk namen, die meestal op het uiterlijk be
trekking hebben of de een of andere kenmerkende klank-eigenschap uitbeelden.
De Waterdrinker: een orgel met een mooie serie beelden, Het Mondorgel: een
enorm pierement met een lengte van ongeveer zes meter, dat echter alleen een
bijzonder iel deuntje kan blazen en Het Snotneussie het „Lilliputtertje" onder
de orgels dat in tegenstelling tot zijn omvang andere, veel grotere, bij de
voortbrenging van de muziek verre de baas is. Dan zijn er nog De Pols, De Krans,
De Gouw. De Mattenklopper en het Eierkastje, dat geel is. De orgels gaan naam
loos de wereld in, maar de ploeg mannen, die tracht met zo'n instrument het
brood te verdienen, spreekt al spoedig niet meer over het orgel van Perlee, maar
over De Arabier en Het Witje.
DE ORGET.MANNEN, meestal een draaier en twee geldophalers, doorgaans
mansers geheten, moeten alle drie afgekeurd zijn om normaal werk te verrichten.
Zij trekken er des morgens vroeg op uit en zoeken een geschikte plaats in de
stad, voor zover de politieverordeningen dit overigens toelaten. De draaier zet zijn
boek op en brengt het wiel in beweging. Nu is dat op het oog een vrij eenvoudige
bezigheid, maar de heer Perlee verzekerde ons, dat er maar weinig goede tempo
draaiers zijn. die bovendien nog over een behoorlijke dosis muzikaliteit beschikken.
Daarbij komt nog, dat vooral in Amsterdam de politie de orgeldraaiers, figuurlijk
althans, danig in de wielen rijdt. De grote straten in de gehele binnenstad zijn
namelijk taboe voor alle pierementen en wanneer de draaier met zijn mansers
eindelijk een geschikte plaats hebben gevonden dan moeten zij, volgens de heer
Perlee althans, na een minuut of tien alweer verdwijnen. Dit alles heeft tot gevolg
dat in Amsterdam aan het eind van de dag maar bitter weinig geld „leisching"
zeggen de mannen zelf in het glimmend geel-kopercn bakje zit.
In Groningen is dat anders. De draaiers hebben meer bewegingsvrijheid en de
mensen geven „schokken" zeggen de mannen alweer veel guller. Elderman,
die met „De Arabier" onder de Martinitoren werkt, kan er van meepraten. Ook
over Den Haag was hij meer dan tevreden. „De Arabier" het pronkstuk van
de Nederlandse orgelbouwers, door Perlee zelf in elkaar gezet gaat namelijk
van tijd tot tijd op tournée. Overal neemt dit reusachtige pierement aan concour
sen deel en vrijwel altijd vallen de drie eerste prijzen (voor versiering, binnen
werk en geluidsweergave), ten deel aan dit instrument. Ook in het buitenland
heeft dit orgel de aandacht getrokken en op het ogenblik liggen er bij bouwer
Perlee aanvragen uit Engeland en Duitsland te wachten. Eerst is Haarlem echter
aan de beurt, want dank zij het actieve Centrumcomité „Koninginnedag" zal de
Spaarnestad. zoals wij reeds meldden, op de avond van de vijfde Mei in de ban van
het draaiorgel zijn. Van acht tot elf uur heeft er dan namelijk, in samenwerking
met de Kring van Draaiorgel vrienden, een monsterwedstrijd plaats tussen vijftien
van Nederlands mooiste en grootste orgels.
En zonder op de beslissing van de ongetwijfeld zeer bekwame jury te willen
vooruit lopen, geven wij „De Arabier" een beste kans op de eerste prijs. Gijsbert
DE ideeën over realisme in de politiek de werkelijke normale toestand zou ad-n.
van de vooraanstaande Amerikaanse Pro- De ongeldighedi van de systemen wordt
testantse theoloog Reinho;d Niebuhr laten ZOwel door de zelfzucht als door de nc-
zich niet makkelijk onderbrengen in een blesse van de menselijke natuur veroor-
verzameling artikelen en essays zoals het bij zaakt. Door die te miskennen vervalt men
Faber Faber te Londen verschenen boek- altijd in illusies met eer, geovlg van ge-
je, dst qg titel „Cnristian Realism and Po— vveld en dwang,
litical Problems" draagt. Niet dat er iets
aan hun samenhang ontbreekt: integendeel, MEN ZOU HIER kunnen sputteren dat
zij verwijzen juist alle naar hun gemeen- dit oud nieuws is, des te meer als het in
schappelijk land van herkomst, Niebuhr's een samenvatting zijn persoonlijke nadruk
Christelijke opvatting van de menselijke verliest, of dat de argumenten precies de-
situatie. Daardoor zijn zij van nature ge- gene zijn die opvattingen van meer onder-
neigd zich te verwijderen van de over- nemingslust in de laatste tweehonderd jaar
wegingen die men als typisch politiek zou opzij gezet hebben. Dat is ook wel zo, maar
beschouwen. Hun toepasselijkheid op de Niebuhr's politieke ideeën vinden, zoals
practijk kan wel gering voorkomen aan reeds gezegd werd, hun oorsprong elders
hen die van hun realisme klare en bruik- en zijn bescheiden van voorkomen op een
bare resultaten verwachten. zware grondslag van Christelijke gedach-
Dat zijn dan ook juist degenen die pro- ten. In.de laatste drie artikelen, de minst
fessor Niebuhr als zijn tegenstanders ziet. „populaire" van deze verzameling, gaat hij
In een zogenaamde wetenschappelijke cul- daar nader op in. Een daarvan handelt over
tuur, zegt hij, worden theorieën over de het politieke realisme van Augustinus, die
menselijke natuur of de menselijke ge- hij tussen de klassieken en Thomas van
meenschap als on- Aquinas omhoog
geldig beschouwd, - haalt als de staat-
wanneer er Christe- Amerikaanse lltteratUUT kundige denker met
lijke vooronderstel- het beste inzicht in
lingen in te vinden de mensélijke onvat-
zijn. Ongelukkiger- Christelijk reallSIIie en baarheid voor sche-
vuÜ7P cfaat Hip Pill- mo'c T
wijze gaat die cul
tuur dan zelf toch
ook weer van voor
onderstellingen uit,
die door hun pretentie van wetenschap
pelijkheid geenszins onbetwist worden, na
melijk de idéé van de vervolmaaktheid
van de mens en de idéé van de vooruit
gang. Er is wel een belangrijk verschil
tussen de zachte utopieën van het liberale
denken en de harde van het communisti-
i S sche: maar er zijn veelbetekenende over
eenkomsten en de liberale wereld is alleen
gered, doordat het aan een politiek pro
gramma ontbrak, waarin zijn illusies wor
den uitgewerkt. Dank zij een verwa'rring
van doelstellingen heeft men het leven
dragelijk kunnen maken.
Er zullen democraten genoeg zijn die,
wat Niebuhr hier de verwarring van doel
stellingen noemt, beschouwen als het red
dende element in een niet-totalitaire staats
vorm, vooral degenen voor wie de vrij-
voor
ma's. Een tweede
heeft Liefde en Wet
in Protestantisme en
Katholicisme tot on
derwerp. Daarin onderzoekt hij de ge
breken van de traditionele verhoudingen
in beide en zegt als conclusie: „Tenslotte
moet het bolwerk tegen het relativisme
gevonden worden in de wet van de liefde
zelf, niet in de vastgelegde interpretaties
ervan". Het derde gaat over samenhang
en onsamenhangendheid in het Christelijk
geloof. Daarin redeneert hij naar een on
misbaarheid van het geloof om de tegen
stellingen in de menselijke geschiedenis
aannemelijk te maken.
Men zou uiteraard niet tot instemming
met de opvattingen in deze drie artikelen
overreed kunnen worden alleen door wat
hier staat. Zij bepalen niettemin onmis
kenbaar de waarde van Niebuhr's politieke
ideeën. Dat de menselijke beperkingen de
organisatie van een gelijkmatige en vreed-
heid van meningsuiting voornamelijk het zame wereldgemeenschap onmogelijk ma
ken, is niet zo moeilijk in te zien; de moei
lijkheid ontstaat pas als men aan de in
tensiteit van een irrationeel (desnoods ter
onderscheiding wetenschappelijk genoemd)
geloof dat het toch mogelijk is, de voor
keur gaat geven boven het sceptische be
grip van een mensheid zonder vergoelij
kende vooruitzichten. Daarom is dit Chris
telijke realisme inderdaad geen bruikbare
denkwijze als er geen Christelijk geloof
achter staat, behalve dan voor sceptici, die
er hun eigen beeld van de geschiedenis in
herkennen en voor onverschilligen, die zich
de moeite van tegenwerpen niet gunnen.
Maar dat is dan ook zeker niet in strijd
met de bedoelingen van de auteur, die
geenszins de bedoeling heeft een Christe
lijke politiek zonder Christendom mogelijk
te maken. Als men er een gebrek aan over
redingskracht in aanwijst, is dat ook geen
verwijt, behalve voorzover men zou kun
nen zegen dat de beperkte mens er in een
minder stroeve schrijftrant aantrekkelijker
zou kunnen uitzien. Ook in de losse vorm
van een verzameling artikelen laten de
eruditie en de betoogtrant van professor
Niebuhr zich uitstekend zien. En zijn groot
ste verdienste is dat hij de twee meest es
sentiële tegengestelde politieke inzichten
losmaakt uit de overgangsvormen, die het
beeld vervagen. S. M.
recht op juist deze verwarring betekent,
dat alleen vervangen zou kunnen worden
door de morele plicht tot meewerken aan
een beter sluitend systeem. Niebuhr's werk
zaamheid is nu grotendeels het ondermijnen
van de beter sluitende systemen: niet al
leen op de meest voor de hand liggende
manier, in een artikel over het kwaad van
het communisme, maar ook in weerleg
gingen van voorlopig naïevere, weten
schappelijke verwachtingen van sociologen
en psychologen zoals die van de Ameri
kaanse professor, die bij Churchill's be
zoek in Fulton in 1948 zei, dat het mogelijk
zou worden de menselijke gedachten even
nauwkeurig te controleren als de bewegin
gen van de natuur (waarop Churchill ant
woordde dat hij zich gelukkig zou prijzen
voor die tijd te sterven).
Daar tegenover stelt hij de menselijke
vrijheid, in de zin van onberekenbaarheid:
van de mens die altijd in staat is aan de
door hemzelf geschapen systemen te ont
snappen en daardoor nooit als bewijs ge
bruikt kan worden voor het ene of het
andere geformuleerde determinisme. Op
geruime afstand van wat hij als de zoet
sappige richting in de moderne theologie
verfoeit, betoogt hij geenszins dat de men
selijke eigenaardigheiten altijd in gunstige
zin zullen uitvallen, of dat dat tenminste
^x>ociooocooooooocxxxxxx»oaxx<xx*DoocxDoc«>30oooc»ooocoooo!>DOOooocx>^c>N<>^a53Coo3Dooooco3oc«xx30ooooooo3ooo33ocQoocx»»
Perlee weet dat nog zo net niet. Althans, hij haalt de schouders op wanneer men
hem naar de afloop van dit concours vraagt. „Je weet niet waarmee do anderen
naar Haarlem komen", zegt hij. „Maar de beste zeven orgels van de twintig, die er
van ons in Nederland rondrijden, zullen per auto of per schip in de Spaarnestad
verschijnen". En meer is er wat betreft het concours niet uit Perlee te krijgen.
OVER DE FILM „Het wonderlijke leven van Willem Parel" is de Amsterdamse
orgelbouwer echter veel uitvoeriger en hij staat meteen klaar met een tamelijk
krasse uitspraak. Zijn mening is namelijk, dat de Parelfilm. met Wim Sonneveld
in de hoofdrol, zo'n mislukking is geworden omdat er veel te weinig aandacht
wordt besteed aan de orgelmuziek en omdat de draaiers en mansers vrijwel hele
maal niet in het stuk voorkomen. En ook over de verdere kwaliteiten van deze
Nederlandse rolprent kan Perlee weinig goeds laten horen.
Toch is hij een grote vriend van Wim Sonneveld. die toen hij voor het eerst als
Willem Parel oo de planken verscheen in gezelschap was van het kleine draai
orgeltje, Het Geitje, dat hoe kan het ook anders uit de werkplaats van
Perlee afkomstig was. Ook de naam van Parel is niet zo maar gekozen, want als
tegenprestatie voor het lenen van het orgeltje schonk Sonneveld zijn toneelfiguur
de enigszins verbasterde naam van Perlee.
„Het heeft ons goed gedaan, dat programma voor de radio", vertelt Perlee, „de
mensen gaven veel guller wanneer Sonneveld weer voor de radio was geweest".
UITERAARD moeten de orgeldraaiers altijd rekening houden met de vaak gril
lige luimen van het publiek. De mensen willen altijd de nieuwste deuntjes horen
en sinds enkele jaren voe't men, vooral in Amsterdam, weer bijzonder veel voor
de enigszins pompeuze beeldengroepen. In 1910 verdwenen de beeldhouwwerkjes,
een erfenis uit de Franse tijd, van de pierementen, maar ongeveer veertig jaar
later wilde het publiek opeens weer de elegant geklede muzikantjes op de orgels
En uiteraard brengt dit voor Perlee en zijn zonen weer extra werk met zich mee.
Zij doen dat echter graag, want zij drieën ziin er met vele anderen van over
tuigd, dat het draaiorgel deze aandacht verdient. En bovendien verdienen zij
weer aan het draaiorgel. Een wisselwerking dus, welke omlijst wordt met loopjes
en rollerties uit het binnenste van het nierement. dat in Nederland zo'n belang
rijke plaats inneemt. Ook in Haarlem. Komt u 5 Mei maar kijken op de Grote g
Markt. H.de G. g
ooooooooooooocx
OCOXO^XOMXOOOOOOOOCÖODCXXXXXXXXOOXXXWroOOOOOOCWOCOa^^