Radio-rêverie Tien Nederlandse WIJ LEGGEN HEN IN DE WATTEN zeeschilders feai en de, u-acanlie Draaien, altijd maar draaien Over de kansen van de Arabier BEPERKTE POLITIEK Veel minziek» maar weinig leisching politieke problemen Dierbare vrienden (Van onze correspondent in Londen) ER ZIJN nog enkele bewoners van de Verspronckweg, die hun Engelse woordjes wel eens zouden kunnen repeteren en in een paar gezinnen aan de Raamgracht kan het zijn nut hebben om nog enig Duits taaleigen door te nemen, maar verder is IN HET Nationale Maritieme Museum in Haarlem klaar om zijn gasten te ontvan- Greenwich (ten Oosten van Londen) een gen. Straks, wanneer de Deen en de Oos- uniek monument ter verheerlijking van de tenrijker, de Duitser en de Luxemburger, Britse macht ter zee door de eeuwen de Brit en de Fransoos nog duizelend van houdt deze maande de Nederlandse Ver- de genoten bollênweelde om zich heen zien eniging van Zeeschilders haar eerste bui- naar verder vertier, zullen wij hen naar tenlandse expositie. Deze is tot stand ge- ons toelokken met ónze bollen, die welis- komen op initiatief van de bekende kunst- waar geen wortels maar wel voedings schilder Rienk Beider, voorzitter van de draden hebben en al het licht uitpersen, vereniging, die bij de officiële opening zijn dat ons Energiebedrijf maar kan missen, dankbaarheid uitsprak voor de wijze, Als zij met de trein komen, kunnen zij waarop zijn idéé ontvangen is. De tentoon- eerst allemaal even op het Stationsplein stelling zal later in zes andere Britse kijken of hun eigen dundoek erbij is. En steden te -zien zijn. De nog jonge Vereni- zodra zij dan met vertedering hun banen ging van Zeeschilders stelt zich ten doel de hebben begroet, zal het koper van gefu- traditie van het zeeschilderen levend te seerde harmonieën hun uit de hoogte tege- houden en belangstelling ervoor bij het moet schetteren. Deze harmonieën zitten publiek te wekken. Elk jaar varen enige dank zij de ondernemende neringdoen- reeschilders als gasten van de Koninklijke den van „Haarlems Entree" bovenop Marine mee. Zij hebben zich onlangs ver- een arcade over de Kruisweg het devies enigd. van zovele korpsen „Excelsior" steeds De voorzitter van het lentoonstellings- hoger waar te maken. Serenades zijn comité herinnerde eraan, dat de Engelsen lang genoeg van beneden naar boven ge- het zeeschilderen van de Nederlanders ge- speeld en men heeft terecht ingezien, dat ieerd hebben, namelijk van de beide Van het nu maar eens andersom moet. de Velde's, de beroemde oorlogscorrespon- Maar niet alleen uit het Noorden ver- denten met het penseel uit de zeventiende wachten wij onze gasten, ook langs de Zui- eeuw, die tenslotte ons land verlieten om delijke toevoer wegen zullen zij komen op- oan Engelse zijde hun kunstwerken te ver- zetten met opengeslagen folders in de hand vaardigen. Vele van hun doeken hebben en nieuwe filmpjes in hun camera's. Het eer. plaats gekregen in het Maritieme Mu- zal velen opgevallen zijn, dat er on het 6eum, waar overigens ook de portretten Houtplein een geheel nieuwe constructie van Tromp en De Ruyter worden bewon- te zien valt, die sneller gebouwd dan ge tierd, alsof zij Engelse zeehelden waren! definieerd is. De omschrijving „ruimtelijk Beiden zijn voor de Engelsen - mede dank monument" laat nog teveel ruimte, maar zij het onderwijs - onsterfelijke figuren in het Duits wordt het punctueler „ein geworden, sinds De Ruyter de Medway for- üchtstrahlendes Fest-Wahrzeichen" ge- ceerde en Tromp zijn bezem aan de mast heten. Voor de Fransen wil het weer meer hees. De enige twee vlaggeschepen, die een „grandiose et moderne construction de Engeland ooit verloor, moesten in de zee- fête" zijn, maar voor de Haarlemmers pre- oorlog met ons land worden prijs gegeven tendeert het „alléén maar mooi" te zijn. dergelijk* monument in Malmö of in Bor- in het tijdsbestek van drie dagen! De Engel- Dit zei de burgemeester van deze stad al- deaux zouden aantreffen, zouden wij er bevestigen. Onze dochters zullen met dit kostelijke kosteloze gebaar het belangrijk- sen zijn altijd goede verliezers geweest en thans bij de in gebruikneming toen voor Maimö-S B!oei 0f Touring Bordeaux hoge- ste werk doen. hun respect voor de „Dutch" is er alleen het eerst de bundels vloedlicht er overheen bjk om roemen. maar door toegenomen. vielen. Maar de burgemeester begreep wel, De meer dan zeventig schilderijen, welke dat hij daarmee toch weer een ietsje te EENMAAL in de stad aangekomen zal kamer "of achter'deTikk'ende "ruitenwissers Want in de cabine van het lijntoestel naar Frankfurt, in de stilte van een hótel- de tentoonstelling omvat, geven een geva- veel in het ruimtelijke stond te spreken, de tourist het schoonste aantreffen, dat rieerd beeld van de uiteenlopende talenten Degenen, die er tóch een symboliek in wjj hebben: onze dochters. Zij zullen twee van deze groep schilders, die verbonden zouden willen zien, zo sprak hij, konden aan-twee door de straten gaan met een van een auto zal een vreemdeling zitten, die een kortgesteeld bloemetje om en om draait, er aan snuift en zich iets herinnert, zijn door hun liefde voor de schoonheid en dan de naald van het monument wel be- glimlach, met een rode klokrok en met een waarbij zijn ogen eventjes gaan glanzen', de grootsheid van de zee. Bij het tentoon- schouwen als ..het teken van de omhoog- mandje bloemen. En niemand zal beschei- gestelde bevinden zich ook enige expressio- strevende stad Haarlem, dat de wereld aan den achteruit behoeven te treden wanneer nistische en naar het abstracte neigende zijn voeten vindt." Naast de naald bevindt werken. Vertegenwoordigd zijn: Rienk Bel- zich namelijk een zeer grote bol, die men der, C. Bolding, J. Dijker, J. H. Goedhart, inderdaad als een verkleind schaalmodel F. Hamers, J. W. Heyting, J. Meine Jan- van de aarde zou kunnen zien. sen, Oskar Mendlik, J. B. Lambert Simon Maar daarmee is wellicht toch weer de hun arm zich uitstrekt om een bloem te En dan zitten we binnen een paar jaar met een menigte vreemdelingen, die zich hier willen vestigen. KO BRUGBIER. en D. Zwier. PARIJS, April Vandaag, op het mo- En ze zullen elkaar ook allemaal terug en tijdelijke doel van het monument dien- ment ongeveer dat u dit leest, is het vinden. Eerst daar dan weer hiér. Ik her ontwerper zelf misverstaan, die immers juist heeft willen afzien van een symme trische hoofdvorm, omdat het feestelijke de te prevaleren boven plechtigheid, mo- hoogtepunt weer voorbij in de eerste fase numentaliteit of machtsuitdrukking. Ook Van het jaarlijkse transplantatieproces van voor deze visie kan men iets voelen, maar deze stad. Het is in feite een bijzonder met dit alles is de zaak er niet duidelijker eenvoudige manoeuvre: de Parijzenaars of voor de gedragingen van het geluid ken- 0p geworden. Laat men er niet naar gaan verlaten hun stad, de provincialen en de de, maar ook een „zielkundig ingenieur vorsen, maar blij zijn om wat zo spontaan buitenlanders komen binnen. En over een anders gezegd: een psycholoog. Tot deze in ons midden is opgenomen. Is niet het week beöint de tweede fase: dan komen de HET ZOU goed zijn, indien de radio niet alleen ingenieurs voor de frequenttechniek inner me dat nog van vorig jaar. In dat dorpje in de Provence kwam ik op de eer ste dag al de dokter van de vierde ver dieping tegen, de tweede dag stoof de kruidenier met zijn hele familie van om de hoek in Parijs luid toeterend door de hoofdstraat van het dorp, de derde dag overtuiging kwam Gaston Bachelard enige verrichten van bezieheden, waarvan men eerste Parijzenaars terug van hun Paas- leit een bevriende Parijs politicus zich in jaren geleden in een lezing, welke hij on- de betekenis nimmer zal weten, de essentie vacantie en gaan de vreemdelingen de stad ons kleine hotelletje inschrijven" Daarna der de tite Radio-en droombeeld" hield van het fees vieren? verlaten. Maar helemaal zichzelf wordt heb ik maar tóefmTer op geiten ge- voor het studiecentrum van de Franse Om dit teken heen ziet men een aantal Parijs loch niet meer voor October aan- aceeptfeerd dat het dorp een klein stukje omroep. Daartoe stelde hij, dat wij allen stangen met blikken busjes er aan, die staande. De vreemdelingen blijven nu ko- Parijs was geworden De gemiddelde hlirfïpr^ 71in van Hp lnr*n<;fppr Hp ^fppr van vopVHipc Vi (inn nn moor Kim rr/il on in rJ a xirir*^ J d O gCIIllUUClUL burgers ziin van de logosfeer, de sfeer van zachtjes heen en weer bungelen in de wind. men> de Parijzenaars blijven weggaan. En het woord en aat de c->J J nnmminnn - „.-„„„J -j-jFransman, ook als hij het kan betalen, Ï2 n^^fiLrï nü MftSn. het h0°gtePunt valt °p de das> nadat de heeft heel weinig belangstelling voor een Si ni hPHnpL 7^ i vnïpHiS'ïn schoolvacanties zijn begonnen. Dan zal de vacantie in het buitenland. Waarom zou kunnen bedoeld zijn om de vogeltjes van Figar0> zoals nu inmiddels een traditie lijkt de perken af te houden. te 7ijn gewarden een foto op de voor_ Voor de technici zijn hier nog een paar pagina hebben van een eenzame poes, of constructie-gegevens: het teken is opge- - - - bouwd uit buizen met klemmen en spieën. Er zijn voel buizen voor nodig geweest en radio daarin de dage- X x lijkse, volledige ver- wezenlijking van de Voor de menselijke ziel vormt. microfoon In de wereld immers, welke door de radio Vs wordt bezield, kan iedereen elkaar horen en in vrede beluis teren: kennelijk hield de spreker geen hij ook, gezien het feit dat hij toch al in te zijn gewarden, een foto op de voor- Frankrijk wóónt? Dit jaar verwachten we hetzelfde. We een verlaten vrijend paartje midden op de hebben een klein huisje gehuurd, op vijf- Place de la Concorde. Die foto moet dan honderd meter van de zee, helemaal in het ook veel klommen, maar vooral veel spieën. Hoe dan ook, men kan aannemen, dat het wel om vijf uur 's ochtends worden ge- alleruiterste Zuiden. Ik ben er nog nooit nomen, maar goed het is toch een aar- eerder geweest. Maar de zakenman, die dig beeld. Er zullen dan ongeveer twee hier op de derde verdieping woont, zegt rekening met stoorzenders en andere, de - afgezien van die busjes - de vreem- pJ! Vu* °Pu 5 clerJci<? verdieping woont, zegt radio-ontvangst vertroebelende verschijn- deling wel zal imponeren. Indien wij een n-j b 1 t 'J J J go en .er waarschlJnl,Jlc J Dit land is gelukkig zo groot, dat niemand twee dagen na ons zal arriveren. En vrien- zich grote zorgen maakt over kwesties als selen. Bachelard voert dan vervolgens het pleit voor programma's welke afgestemd zijn op de menselijke behoefte aan rust en mijmeringen. Hij beveelt daartoe uitzen dingen aan, welke uitgaan van woorden en begrippen welke een algemeen aan vaarde gevoelswaarde hebben, bijvoorbeeld het begrip huis. De radio geeft de luiste raar een indruk van absolute rust, hij klampt zich geestelijk vast aan het beeld, dat de stem voor de microfoon oproept. Dat beeld zal hem van het onbewuste be wust doen worden. Men vertolkt voor hem duidelijke dingen in een duistere vorm. In een tekst als „Ik zoek het beeld mijner moeder en jij bent het, die ik vind, o huis" is een sfeer van warmte en intimiteit. Het is voor iedereen verstaanbaar. En dit is nu juist wat de radio voor heeft op de televisie: zij heeft geen ge zicht. De luisteraar kan en mag bij de door haar opgeroepen beelden denken wat hij wil. Programma's welke die gedachte tot uitgangspunt hebben zouden in de late avonduren voortreffelijk passen. De „ingenieurs-psychologen" van de radio moeten dichters zijn die het mense lijke welzijn op het oog hebben, de lief lijkheid van het hart, de vreugde van het beminnen: zo zullen ze vele luisteraars een „goede re-hl" bereiden. T. H. B. vacantiespreiding: we kunnen Een nieuwe herder en een nieuw geluid den, die op het hoofdkwartier van de allemaal NATO werken, hebben me al verleid dat ze bij ons zullen komen lunchen, op weg naar hun huisje in het volgende dorp. Het is misschien aardig om u er even bij te vertellen, dat ons dorpje zo'n onbedorven gehuchtje is waar volgens de berichten zelden toeristen komen. Kortom, wij zullen hier niet meer zijn, als u hier met naar officiële Franse schat ting z'n ongeveer tienduizend Hollanders voor de Paasvacantie komt. We hadden u natuurlijk graag even gezien, maar de weersvoorspellingen zeggen dat het met Pasen gloeiend warm zal zijn in Parijs. En dan zitten we maar liever aan zee. Eén ding nog, voor u die hier in een hotelletje komt zitten. Zegt u niet: „Wat is het hier toch druk in Parijs, hè, met dat verkeer en zo". U zult, als altijd in de Paasweek en in Augustus een relatief gesproken doodstil en uitgestorven Pa rijs vinden. Er zullen nog geen drie mil- lioen Parijzenaars over zijn. Plus natuur lijk die kat, die u misschien om vijf uur 's ochtends achteloos de Place de la Con corde kunt zien oversteken. Bekijkt u hem met ontzag. Hij is een instituut hier. En waarschijnlijk eigendom van de Figaro. A. S. H. »ooooocoocc< OOCXXXDOOCXXX mmm& G1JSBERT PERLEE, orgelbouwer, zesenveertig jaar oud, is te vinden achterin zijn werkplaats aan de Wes terstraat 119 in het hart van de Jor- daan. Hij staat er, met lachende brui ne ogen en een heleboel grijs haar en kijkt verliefd naar een nieuw draai- wiel. Een prachtig wieltje", zegt hij. „Het hoort bij het orgel van Jan, een goede draaier, die verstaat zijn vak". De heer Perlee denkt en doet alles in draaiorgels. Wanneer hij over Amster dam spreekt, dan vertelt hij over de vreemde politieverordeningen, die het onmogelijk maken voor de draaiers en de mansers om een goede boterham bij elkaar te spelen. Wanneer hij over het land spreekt, dan vertelt hij over Groningen, waar het draaiorgel op het ogenblik zo in trek is en over Roller- dam, waar ze er niet aan willen. HET ORGELBOUWEN zit de Perlee's in het bloed. En niet zo'n beetje ook, want in 1875 begon Léon Warnies, van geboorte Belg, er al mee. In 1910 namen de ge broeders Warmes het werk van hun vader over en de schoonzoon van deze broers, Gijsbert Perlee, zag er ook wel iets in. In 1925 begon hij, zoals alle grote mannen zijn begonnen: klein, in een werkplaatsje aan de Brouwersgracht, maar al spoedig werd het daar te benauwd en toen nam hij zijn intrek in de Wester straat, waar nu precies dertig jaar later de grote instrumenten orgeltje aan orgel tje staan en waar nauwelijks plaats genoeg is om al het gereedschap van vader Perlee en de twee zonen te bergen. Gijs (22 jaar) en Cor (19 jaar) zijn nu name lijk in de zaak opgenomen en zullen ongetwijfeld later de traditie voortzetten. Gijs schildert de pierementen, Cor verzorgt het binnenwerk, maar het stemmen moeten zij toch aan vader overlaten, want die laat zich dit voor het orgel belang rijkste werk voorlopig nog niet uit handen nemen. Overigens is het bouwen van orgels eigenlijk een beetje eemwassen neus geworden, want het is al geruime tijd geleden, dat bij Perlee een nieuw orgel naar buiten gereden werd. De oorzaken van deze slapte in het bedrijf vindt, men raadt het al, zijn oorzaak in het dure materiaal. Een nieuw orgel kost op het ogenblik namelijk ongeveer twaalfduizend gulden en geen enkele orgeldraaier kan een dergelijk groot bedrag uittrekken. Daarom vult de familie Perlee de dagen met het schoonhouden, repareren en dan verhuren van de orgels. Vooral in de lente branden de lichten in de werkplaats tot diep in de nacht, want op ,.De Pruikenkast" moet een nieuw beeldje gezet wor den, „Het Mondorgeltje" krijgt een streekje verf en van „Za Za" moet het binnen werk hoog nodig weer eens helemaal nagekeken worden. ALLE DRAAIORGELS hebben namelijk namen, die meestal op het uiterlijk be trekking hebben of de een of andere kenmerkende klank-eigenschap uitbeelden. De Waterdrinker: een orgel met een mooie serie beelden, Het Mondorgel: een enorm pierement met een lengte van ongeveer zes meter, dat echter alleen een bijzonder iel deuntje kan blazen en Het Snotneussie het „Lilliputtertje" onder de orgels dat in tegenstelling tot zijn omvang andere, veel grotere, bij de voortbrenging van de muziek verre de baas is. Dan zijn er nog De Pols, De Krans, De Gouw. De Mattenklopper en het Eierkastje, dat geel is. De orgels gaan naam loos de wereld in, maar de ploeg mannen, die tracht met zo'n instrument het brood te verdienen, spreekt al spoedig niet meer over het orgel van Perlee, maar over De Arabier en Het Witje. DE ORGET.MANNEN, meestal een draaier en twee geldophalers, doorgaans mansers geheten, moeten alle drie afgekeurd zijn om normaal werk te verrichten. Zij trekken er des morgens vroeg op uit en zoeken een geschikte plaats in de stad, voor zover de politieverordeningen dit overigens toelaten. De draaier zet zijn boek op en brengt het wiel in beweging. Nu is dat op het oog een vrij eenvoudige bezigheid, maar de heer Perlee verzekerde ons, dat er maar weinig goede tempo draaiers zijn. die bovendien nog over een behoorlijke dosis muzikaliteit beschikken. Daarbij komt nog, dat vooral in Amsterdam de politie de orgeldraaiers, figuurlijk althans, danig in de wielen rijdt. De grote straten in de gehele binnenstad zijn namelijk taboe voor alle pierementen en wanneer de draaier met zijn mansers eindelijk een geschikte plaats hebben gevonden dan moeten zij, volgens de heer Perlee althans, na een minuut of tien alweer verdwijnen. Dit alles heeft tot gevolg dat in Amsterdam aan het eind van de dag maar bitter weinig geld „leisching" zeggen de mannen zelf in het glimmend geel-kopercn bakje zit. In Groningen is dat anders. De draaiers hebben meer bewegingsvrijheid en de mensen geven „schokken" zeggen de mannen alweer veel guller. Elderman, die met „De Arabier" onder de Martinitoren werkt, kan er van meepraten. Ook over Den Haag was hij meer dan tevreden. „De Arabier" het pronkstuk van de Nederlandse orgelbouwers, door Perlee zelf in elkaar gezet gaat namelijk van tijd tot tijd op tournée. Overal neemt dit reusachtige pierement aan concour sen deel en vrijwel altijd vallen de drie eerste prijzen (voor versiering, binnen werk en geluidsweergave), ten deel aan dit instrument. Ook in het buitenland heeft dit orgel de aandacht getrokken en op het ogenblik liggen er bij bouwer Perlee aanvragen uit Engeland en Duitsland te wachten. Eerst is Haarlem echter aan de beurt, want dank zij het actieve Centrumcomité „Koninginnedag" zal de Spaarnestad. zoals wij reeds meldden, op de avond van de vijfde Mei in de ban van het draaiorgel zijn. Van acht tot elf uur heeft er dan namelijk, in samenwerking met de Kring van Draaiorgel vrienden, een monsterwedstrijd plaats tussen vijftien van Nederlands mooiste en grootste orgels. En zonder op de beslissing van de ongetwijfeld zeer bekwame jury te willen vooruit lopen, geven wij „De Arabier" een beste kans op de eerste prijs. Gijsbert DE ideeën over realisme in de politiek de werkelijke normale toestand zou ad-n. van de vooraanstaande Amerikaanse Pro- De ongeldighedi van de systemen wordt testantse theoloog Reinho;d Niebuhr laten ZOwel door de zelfzucht als door de nc- zich niet makkelijk onderbrengen in een blesse van de menselijke natuur veroor- verzameling artikelen en essays zoals het bij zaakt. Door die te miskennen vervalt men Faber Faber te Londen verschenen boek- altijd in illusies met eer, geovlg van ge- je, dst qg titel „Cnristian Realism and Po— vveld en dwang, litical Problems" draagt. Niet dat er iets aan hun samenhang ontbreekt: integendeel, MEN ZOU HIER kunnen sputteren dat zij verwijzen juist alle naar hun gemeen- dit oud nieuws is, des te meer als het in schappelijk land van herkomst, Niebuhr's een samenvatting zijn persoonlijke nadruk Christelijke opvatting van de menselijke verliest, of dat de argumenten precies de- situatie. Daardoor zijn zij van nature ge- gene zijn die opvattingen van meer onder- neigd zich te verwijderen van de over- nemingslust in de laatste tweehonderd jaar wegingen die men als typisch politiek zou opzij gezet hebben. Dat is ook wel zo, maar beschouwen. Hun toepasselijkheid op de Niebuhr's politieke ideeën vinden, zoals practijk kan wel gering voorkomen aan reeds gezegd werd, hun oorsprong elders hen die van hun realisme klare en bruik- en zijn bescheiden van voorkomen op een bare resultaten verwachten. zware grondslag van Christelijke gedach- Dat zijn dan ook juist degenen die pro- ten. In.de laatste drie artikelen, de minst fessor Niebuhr als zijn tegenstanders ziet. „populaire" van deze verzameling, gaat hij In een zogenaamde wetenschappelijke cul- daar nader op in. Een daarvan handelt over tuur, zegt hij, worden theorieën over de het politieke realisme van Augustinus, die menselijke natuur of de menselijke ge- hij tussen de klassieken en Thomas van meenschap als on- Aquinas omhoog geldig beschouwd, - haalt als de staat- wanneer er Christe- Amerikaanse lltteratUUT kundige denker met lijke vooronderstel- het beste inzicht in lingen in te vinden de mensélijke onvat- zijn. Ongelukkiger- Christelijk reallSIIie en baarheid voor sche- vuÜ7P cfaat Hip Pill- mo'c T wijze gaat die cul tuur dan zelf toch ook weer van voor onderstellingen uit, die door hun pretentie van wetenschap pelijkheid geenszins onbetwist worden, na melijk de idéé van de vervolmaaktheid van de mens en de idéé van de vooruit gang. Er is wel een belangrijk verschil tussen de zachte utopieën van het liberale denken en de harde van het communisti- i S sche: maar er zijn veelbetekenende over eenkomsten en de liberale wereld is alleen gered, doordat het aan een politiek pro gramma ontbrak, waarin zijn illusies wor den uitgewerkt. Dank zij een verwa'rring van doelstellingen heeft men het leven dragelijk kunnen maken. Er zullen democraten genoeg zijn die, wat Niebuhr hier de verwarring van doel stellingen noemt, beschouwen als het red dende element in een niet-totalitaire staats vorm, vooral degenen voor wie de vrij- voor ma's. Een tweede heeft Liefde en Wet in Protestantisme en Katholicisme tot on derwerp. Daarin onderzoekt hij de ge breken van de traditionele verhoudingen in beide en zegt als conclusie: „Tenslotte moet het bolwerk tegen het relativisme gevonden worden in de wet van de liefde zelf, niet in de vastgelegde interpretaties ervan". Het derde gaat over samenhang en onsamenhangendheid in het Christelijk geloof. Daarin redeneert hij naar een on misbaarheid van het geloof om de tegen stellingen in de menselijke geschiedenis aannemelijk te maken. Men zou uiteraard niet tot instemming met de opvattingen in deze drie artikelen overreed kunnen worden alleen door wat hier staat. Zij bepalen niettemin onmis kenbaar de waarde van Niebuhr's politieke ideeën. Dat de menselijke beperkingen de organisatie van een gelijkmatige en vreed- heid van meningsuiting voornamelijk het zame wereldgemeenschap onmogelijk ma ken, is niet zo moeilijk in te zien; de moei lijkheid ontstaat pas als men aan de in tensiteit van een irrationeel (desnoods ter onderscheiding wetenschappelijk genoemd) geloof dat het toch mogelijk is, de voor keur gaat geven boven het sceptische be grip van een mensheid zonder vergoelij kende vooruitzichten. Daarom is dit Chris telijke realisme inderdaad geen bruikbare denkwijze als er geen Christelijk geloof achter staat, behalve dan voor sceptici, die er hun eigen beeld van de geschiedenis in herkennen en voor onverschilligen, die zich de moeite van tegenwerpen niet gunnen. Maar dat is dan ook zeker niet in strijd met de bedoelingen van de auteur, die geenszins de bedoeling heeft een Christe lijke politiek zonder Christendom mogelijk te maken. Als men er een gebrek aan over redingskracht in aanwijst, is dat ook geen verwijt, behalve voorzover men zou kun nen zegen dat de beperkte mens er in een minder stroeve schrijftrant aantrekkelijker zou kunnen uitzien. Ook in de losse vorm van een verzameling artikelen laten de eruditie en de betoogtrant van professor Niebuhr zich uitstekend zien. En zijn groot ste verdienste is dat hij de twee meest es sentiële tegengestelde politieke inzichten losmaakt uit de overgangsvormen, die het beeld vervagen. S. M. recht op juist deze verwarring betekent, dat alleen vervangen zou kunnen worden door de morele plicht tot meewerken aan een beter sluitend systeem. Niebuhr's werk zaamheid is nu grotendeels het ondermijnen van de beter sluitende systemen: niet al leen op de meest voor de hand liggende manier, in een artikel over het kwaad van het communisme, maar ook in weerleg gingen van voorlopig naïevere, weten schappelijke verwachtingen van sociologen en psychologen zoals die van de Ameri kaanse professor, die bij Churchill's be zoek in Fulton in 1948 zei, dat het mogelijk zou worden de menselijke gedachten even nauwkeurig te controleren als de bewegin gen van de natuur (waarop Churchill ant woordde dat hij zich gelukkig zou prijzen voor die tijd te sterven). Daar tegenover stelt hij de menselijke vrijheid, in de zin van onberekenbaarheid: van de mens die altijd in staat is aan de door hemzelf geschapen systemen te ont snappen en daardoor nooit als bewijs ge bruikt kan worden voor het ene of het andere geformuleerde determinisme. Op geruime afstand van wat hij als de zoet sappige richting in de moderne theologie verfoeit, betoogt hij geenszins dat de men selijke eigenaardigheiten altijd in gunstige zin zullen uitvallen, of dat dat tenminste ^x>ociooocooooooocxxxxxx»oaxx<xx*DoocxDoc«>30oooc»ooocoooo!>DOOooocx>^c>N<>^a53Coo3Dooooco3oc«xx30ooooooo3ooo33ocQoocx»» Perlee weet dat nog zo net niet. Althans, hij haalt de schouders op wanneer men hem naar de afloop van dit concours vraagt. „Je weet niet waarmee do anderen naar Haarlem komen", zegt hij. „Maar de beste zeven orgels van de twintig, die er van ons in Nederland rondrijden, zullen per auto of per schip in de Spaarnestad verschijnen". En meer is er wat betreft het concours niet uit Perlee te krijgen. OVER DE FILM „Het wonderlijke leven van Willem Parel" is de Amsterdamse orgelbouwer echter veel uitvoeriger en hij staat meteen klaar met een tamelijk krasse uitspraak. Zijn mening is namelijk, dat de Parelfilm. met Wim Sonneveld in de hoofdrol, zo'n mislukking is geworden omdat er veel te weinig aandacht wordt besteed aan de orgelmuziek en omdat de draaiers en mansers vrijwel hele maal niet in het stuk voorkomen. En ook over de verdere kwaliteiten van deze Nederlandse rolprent kan Perlee weinig goeds laten horen. Toch is hij een grote vriend van Wim Sonneveld. die toen hij voor het eerst als Willem Parel oo de planken verscheen in gezelschap was van het kleine draai orgeltje, Het Geitje, dat hoe kan het ook anders uit de werkplaats van Perlee afkomstig was. Ook de naam van Parel is niet zo maar gekozen, want als tegenprestatie voor het lenen van het orgeltje schonk Sonneveld zijn toneelfiguur de enigszins verbasterde naam van Perlee. „Het heeft ons goed gedaan, dat programma voor de radio", vertelt Perlee, „de mensen gaven veel guller wanneer Sonneveld weer voor de radio was geweest". UITERAARD moeten de orgeldraaiers altijd rekening houden met de vaak gril lige luimen van het publiek. De mensen willen altijd de nieuwste deuntjes horen en sinds enkele jaren voe't men, vooral in Amsterdam, weer bijzonder veel voor de enigszins pompeuze beeldengroepen. In 1910 verdwenen de beeldhouwwerkjes, een erfenis uit de Franse tijd, van de pierementen, maar ongeveer veertig jaar later wilde het publiek opeens weer de elegant geklede muzikantjes op de orgels En uiteraard brengt dit voor Perlee en zijn zonen weer extra werk met zich mee. Zij doen dat echter graag, want zij drieën ziin er met vele anderen van over tuigd, dat het draaiorgel deze aandacht verdient. En bovendien verdienen zij weer aan het draaiorgel. Een wisselwerking dus, welke omlijst wordt met loopjes en rollerties uit het binnenste van het nierement. dat in Nederland zo'n belang rijke plaats inneemt. Ook in Haarlem. Komt u 5 Mei maar kijken op de Grote g Markt. H.de G. g ooooooooooooocx OCOXO^XOMXOOOOOOOOCÖODCXXXXXXXXOOXXXWroOOOOOOCWOCOa^^

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1955 | | pagina 19