Principiële rede van prof. mr. Oud ter
opening van VVD-congres in Haarlem
Liberalisatie van Belgische
landbouwpolitiek gewenst
Verkwikkende tentoonstelling
door drie beeldhouwsters
Het liberalisme groeit met zijn tijd mee
Na crematiedebat ook in geestelijk
opzicht scheiding met Partij v. d. Arbeid
met melk meet mans!
Belgische stem op VVD-congres
SNEL EN ZEKER.
Nederlands jurist bij
verdedigers van
Roemenen
Benelux-commissie
voor de middenstand
Minister Donker opende
Van der Hoeven-kliniek
te Utrecht
3
Omroepbeleid en
Mandement
Economische en sociale
politiek
Oud en jong
Buitenland
Sappig commentaar op de schoolstrijd
Hoge Autoriteit voor
de Benelux
Bosbranden bij Putte
I Suede Golf jackets ƒ145.
Kerkelijk Nieuws
ZATERDAG 23 APRIL 1955
99
99
De liberalen staan in de Kamer bij herhaling alleen. Wij stonden alleen bij de
behandeling van de Zondagswet. Wij stonden alleen bij de crematie. Wij onder
vinden bitter weinig steun bij ons opkomen voor de openbare school. Ook hier
is het vroegere enthousiasme in de socialistische kring verflauwd. De doorbraak
veroorlooft het ook hier niet krachtig stelling te nemen.
Zeker, de communisten staan nu en dan naast ons, doch dat kan ons weinig
troost geven. Zij vragen de vrijheid daar, waar zij minderheid zijn, doch draaien
haar, als zij het voor het zeggen hebben, de nek om.
Wij hebben daarom tegenover de communisten doorlopend op onze hoede te
zijn, maar dit rechtvaardigt nog niet hen onder een uitzonderingsregiem te
plaatsen, dat in strijd is met het wezen der democratie en dat daarom alleen
geoorloofd is, wanneer de veiligheid van de Staat het vordert. Vandaar, dat wij
in de Kamer wel hebben willen medewerken om de communisten te weren uit
de commissies voor buitenlandse zaken en defensie, doch geweigerd hebben
hetzelfde te doen bij de instelling der commissie voor de watersnood. Ik heb met
voldoening gezien, dat onze Amsterdamse raadsleden hetzelfde principiële stand
punt hebben ingenomen toen zij niet wilden meedoen aan een uitsluiting der
communisten uit alle raadscommissies".
Aldus een passage uit het brede overzicht van de binnen- en buitenlandse poli
tieke situatie dat Vrijdagavond door de voorzitter van de Volkspartij voor Vrij
heid en Democratie, professor mr. P. J. Oud, in het Haarlemse Concertgebouw
werd gegeven ter gelegenheid van de jaarvergadering van de V.V.D. welke in
Haarlem wordt gehouden en die door meer dan duizend liberalen uit het gehele
land en vele vertegenwoordigers van geestverwante groeperingen in het buiten
land wordt bijgewoond.
Prof. Oud wijdde veel aandacht aan het
probleem van de bestrijding van het com
munisme, waarbij hij zich een tegenstander
toonde van hun uitsluiting uit de vertegen
woordigende lichamen.
„Die maatregel zou wel eens volkomen
averechts kunnen werken. Juist het op
treden der communisten in onze openbare
lichamen heeft geleid tot een voortdurende
teruggang van hun stemmenaantal. En men
loopt alle kans, dat men door het treffen
van uitzonderingsmaatregelen hun juist
de wind in de zeilen gaat blazen. Wie denkt,
dat hij wonder wat bereikt, als hij de com
munisten uit het openbare leven heeft ver
dreven, gedraagt zich als de struisvogel,
die gelooft, dat het- gevaar er niet meer is,
als hij het niet meer ziet."
Dit „alleen staan" in het principieel
liberale verzet, dat naar professor Oud
zeide, zeker geen reden voor ontmoediging
behoefde te zijn, omdat „in ons isolement
onze kracht ligt," was naar sprekers oor
deel het scherpst tot uiting gekomen bij
het debat over de crematiewet.
Stonden bij de gedachtenwisseling over
het mandement de Partij van de Arbeid en
de WD nog zij aan zij, bij de discussie
over de crematie werd „op ontstellende
wijze aan de dag gebracht, hoe grote ge
varen de doorbraak voor de geestelijke
vrijheid met zich brengt," aldus spreker.
„De vooroorlogse SDAP was in geeste
lijke zin liberaal. Er was, wanneer het om
geestelijke vragen ging, een aaneengesloten
linkerzijde. Die tijd is voorbij. De Partij
van de Arbeid zoekt het, terwille van haar
aanhang in het Rooms-Katholieke en het
Protestants-Christelijke kamp, ook op het
terrein van de vrijheid des geestes in het
compromis."
„De heer Burger heeft in de Tweede
Kamer de houding van zijn fractie geroemd
als het toppunt van verdraagzaamheid.
Hij draaide daarbij de rollen volkomen om.
Niet de tegenstanders van gelijk recht op
het stuk van begraven en cremeren waren
de onverdraagzamen, maar de voorstan
ders. Die voorstanders, zo heette het,
ergerden de tegenstanders. Dat die voor
standers zich geërgerd konden gevoelen,
doordat de tegenstandei's hun gelijkheid
van recht weigerden, kwam niet bij de
heer Burger op. Domela Nieuwenhuis en
Troelstra zijn in het oog van de heer Bur
ger de onverdraagzamen. Want er is niet
de minste twijfel aan, dat zij tienduizenden
hebben geërgerd," zo zei professor Oud in
het laatste gedeelte van zijn rede, dat in
hoofdzaak was gewijd aan het vraagstuk
van het behoud van de geestelijke vrijheid.
Op het beginsel van die vrijheid, die een
Erasmus had doen geloven in een warm,
sociaal gevoel, in een geest van vredelie
vende welwillendheid en verdraagzaamheid
en een Willem de Zwijger had doen uitzien
buiten de beperkingen van de godsdienst
haat, wenst de WD de nationale gemeen
schap op te bouwen, een gemeenschap van
eenheid in verscheidenheid. Dat was de
liberale gedachte geweest in de school
strijd, zij geldt nu nog voor het radio-
vraagstuk.
„Ook daar gaat ons verlangen naar een
oplossing van eenheid in verscheidenheid.
De. algemene omroep, die wij beogen, wil
aan alle richtingen recht doen wedervaren.
Waarom, zo vraag ik mij af, zijn de andere
partijen daar zo bang voor? Zij kunnen
toch moeilijk vrezen, dat wij met onze in
verhouding tot de omvang der andere
richtingen maar kleine groep de lakens
zullen kunnen gaan uitdelen? Hier kan ik
niet anders zien dan een uiting van de
vrees de eigen aanhangers in aanraking te
zien komen met de denkbeelden van
andersdenkenden. Waarom, zo vraag ik mij
af, zijn de anderen zo bang voor aanraking
met onze beginselen, terwijl wij die met de
hunne geenszins schuwen?
Het is dezelfde vrees, die de bisschoppen
lot hun mandement heeft gebracht. Ik heb
terstond, nadat het mandement verschenen
was, het standpunt ingenomen, dat deze
zaak ons als liberalen niet koud mocht
laten.. Het speelde daarbij voor mij niet de
minste rol, dat het mandement in het bij
zonder de Partij van de Arbeid zou moeten
treffen Het ging mij alleen om de zeer
principiële vraag der vrijheid. Daardoor is
ons het beschamende figuur bespaard ge
bleven van de Protestantse partijen der
rechterzijde, die een beginsel, dat ook bij
uitstek een Protestants beginsel mag wor
den genoemd, in de steek lieten. Dat die
houding ook in hun eigen kring niet alge
meen is gewaardeerd, is duidelijk genoeg
aan de dag getreden," zo vervolgde de
liberale partijvoorzitter.
Ook de binnenlandse financiële, econo
mische en sociale problemen wilde profes
sor Oud in het licht van een geestelijke
achtergrond zien.
heer Oud weinig bewondering. Een van de
voornaamste voorwaarden voor een duur
zame West-Europese eenheid acht hij een
behoorlijke economische grondslag. De
hervorming der West-Europese Unie wil
hij niet in de eerste plaats militair en niet
alleen economisch, maar vooral cultureel
zien. Resultaat van een gesprek met de
Russen verwacht hij pas als het Westen zo
sterk zal zijn als het kan en voor alles
één is.
De teleurstelling van de WD over de
breuk met Indonesië is nog steeds diep.
Het met de West gevormde „koninkrijk
nieuwe stijl" zouden de liberalen gaarne
groter hebben gezien.
Daarbij beschaamt het ons het meest,
dat Nederland niet in staat isgebleken
aan de bevolkingsgroepen van Indonesië
de vrijheden en de rechten te verzekeren,
die een der grondvoorwaarden van de
nieuwe rechtsorde zouden moeten zijn. Het
woord Ambon noemen is voldoende om in
volle klaarheid voor ogen te stellen, hoe
zeer de nieuwe rechtsorde hier te kort
geschoten is. Het blijft Nederlands plicht
om deze rechtvaardige zaak te steunen.
Prof. mr. Oud besloot zijn grote rede
met er zijn voldoening over uit te spreken,
dat het liberalisme veel weerklank vindt
bij jongeren. De grote zorg van de liberale
jongeren is, dat met het klimmen der jaren
de hervormingsgezindheid daalt. Een goed
contact tussen oud en jong kan dit gevaar
bezweren.
De ouderen zullen er wel eens naast zijn,
De voorzitter van de V.V.D., prof. mr. P. J. Oud, werd door de fotograaf „geschoten"
tijdens een ongedwongen kout met de vertegenwoordigers van de Belgische zuster
organisaties, de heren W. de Clercq (links), adjunct-secretaris-generaal van de
Belgische liberale partij en P. Lenain (rechts), adjunct-secretaris van het liberaal
Vlaams Verbond. Tussen hen in luistert mevrouw mr. J. M. Stoffels-Van Haaften,
lid van de Provinciale Staten van Noordholland, belangstellend toe.
Overheidsingrijpen is in het tegenwoor
dig maatschappelijk bestel daarvoor on
misbaar en wordt dan ook van liberale
kant allerminst afgewezen. Maar een over
heid, die zich beijvert, waar mogelijk de
ontwikkeling van zelfstandige kracht te
bevorderen, is een andere dan een over
heid, die wil optreden als een alverzorg-
ster, die iedere verantwoordelijkheid van
de individuële schouders afneemt. Hier
ligt het verschil tussen socialist en liberaal,
vond spreker. Daarom is het belas
tingprobleem allerminst een zaak, die
alleen voor bezitters van grote inkomens
van belang is. Een te zware belastingdruk
bedreigt allen. Hij zet een domper op
ieders particuliere werkzaamheid.
Bij de laatste loonronde werd vooropgesteld,
de laatste loonronde werd vooropgesteld,
dat ook aan de arbeiders een aandeel toe
kwam in de vermeerderde welvaart. Het
zou een grove onrechtvaardigheid zijn dit
te ontkennen, maar het is even onrecht
vaardig zich hier tot de arbeiders te be
perken. Er moet rechtvaardigheid zijn in
de verdeling over geheel het volk. Het is
onze grote grief, dat die rechtvaardigheid
niet tegenover alle groepen is betracht.
Onder de groepen tegenover welke de
betrachting der rechtvaarigheid volkomen
heeft ontbroken, nemen de huiseigenaren
een eerste plaats in.
Kon nu van deze politiek nog worden
getuigd, dat zij heeft geleid tot de oplos
sing van het brandende woningvraagstuk,
dan was er aan dit beleid ten minste nog
een lichtzijde. Zo echter het regerings
beleid op één punt volkomen heeft ge
faald, dan is het op dat van de volkshuis
vesting. Zonder enige overdrijving mag
worden gezegd, dat het overheidsingrijpen
op dit terrein tot een volkomen misluk
king heeft geleid. Tegenover dit alles voe
ren wij de strijd van een dynamisch libe
ralisme, zo stelde prof. Oud, die meende,
dat het echte liberalisme meegroeit met de
tijd, een stelling welke reeds door een
Adam Smith en een Van Houten werd
onderkend.
„Wat Sinilh ook niet heeft kunnen voor
zien, was, dat de ongebreidelde concurren
tie zou leiden tot misstanden op sociaal
terrein, die onverenigbaar waren met de
eisen der menselijke waardigheid. Hier
moest verbetering worden gezocht door het
ontwikkelen van nieuwe organisatievormen
in de vrije maatschappij, waar het kon,
door het rechtstreeks aanwenden van over
heidsmacht, waar het moest. Onze over
tuiging, dat vrije organisatievormen, waar
zij de oplossing kunnen brengen, de voor-
keurverdienen boven het ambtelijk ingrij
pen van de overheid, heeft ook onze hou
ding te bepalen tegenover het vraagstuk
der bedrijfsorganisatie. Niet. in een nega
tief verzet daartegen schuilt liberalisme,
doch in het streven in de nieuwe organisa
tievormen van onze tijd, het ware van het
valse te onderscheiden"
Professor Oud was zijn rede begonnen
met een uiteenzetting over de buitenlandse
politiek, waarin het probleem-Duitsland
en de verhouding tot de Sovjet-Unie cen
traal gesteld waren. Wie uit het optreden
van het f ationaal-socialisme niet heeft
geleerd, is veroordeeld het bolsjewisme te
ondergaan, zo merkte hij op. Voor de poli
tiek der Westduitse socialisten koestert de
maar dit kan de jongeren ook overkomen.
Zo waren er onder hen die er naar prof.
Ouds mening bepaald naast waren, toen
zij ook voor de VVD de oprichting van
rooms-katholieke, protestantse en huma
nistische werkgemeenschappen gingen be
pleiten.
Professor Oud stelde vast, dat de een
heid in eigen kring nooit zo groot is ge
weest als thans en riep zijn aanhangers
op enthousiasme te wekken door de be-
ginselvragen steeds voorop te stellen.
Na de rede van prof. Oud, die op vele
plaatsen door tekenen van instemming uit
het gehoor was onderbroken, bracht de
vergadering de grijze partijvoorzitter
staande een hartelijke ovatie.
Vervolgens werd een telegram van
trouw en aanhankelijkheid verzonden aan
de Koningin, welk besluit werd bekrach
tigd met het zingen van het volkslied. Ook
de zieke partijsecretaris Rutgers werd met
een telegram bedacht.
ADVERTENTIE
NEEM PER MAN
DRIEKWART KAN
Publlcotia Nodorlondt Zulvolburequ't Grovenhoqa
„De huidige liberaal-socialistische re
gering van België heeft van haar voor
gangster een angstwekkende nalatenschap
geërfd. Door een reeks van kunstgrepen
heeft de regering van de Christelijke
Volkspartij voor haar verkiezingsneder
laag van 11 April 1954 een desastreuze
financiële situatie geschapen, heimelijk
lachende bij de gedachte hoe de nieuwe
regering zich daaruit zou moeten redden.
Nooit hebben de Belgische rijksmiddelen
zo'n noodtoestand gekend, nimmer heeft
een regering blijk gegeven van zo'n grote
zorgeloosheid."
Aldus heeft de afgevaardigde van de
Belgische liberale partij, de adjunct-secre
taris-generaal W. de Clerq, Vrijdagavond
in een sappig betoog voor het VVD-con
gres in Haarlem verklaard.
De heer De Clercq wees erop, dat tot
1950 in België vrede had geheerst ten aan
zien van het delicate vraagstuk van het
confessioneel onderwijs, omdat de parle
mentaire meerderheden altijd uitgingen
van de gedachte, dat zij ook weer een
minderheid konden worden. Hadden de
liberalen de subsidies aan de Katholieke
vrije scholen aanvaard, zo hielden de
Katholieken die subsidies weer binnen de
perken: Na 1950 werd dat anders. De
liberale en socialistische minderheid heeft
de CVP bij herhaling gewaarschuwd, dat
de uitgavenlawine ten bate van het Katho
liek onderwijs voor haar niet te aanvaar
den zou zijn en dat zij zich verplicht zou
zien het evenwicht te herstellen. Dat mo
ment is nu aangebroken, waarop de Katho
lieke leiders, daarin door de geestelijkheid
gesteund, de strijd op straat zijn gaan
brengen. Nu kan het voorkomen, dat de
vertegenwoordigers van de Belgische re
gering op straat door een troep school
kinderen worden uitgejouwd, aldus de
monstrerende hoe de CVP het begrip
tolerantie opvat. Op initiatief van een uit
liberalen en socialisten bestaande parle
mentaire contactcommissie is het wets
ontwerp ontdaan van alle elementen, welke
door de CVP als een bedreiging van het
vrije Katholieke onderwijs zouden kunnen
worden opgevat.
Er zijn echter vier punten waarop geen
compromis met de liberalen mogelijk zal
zijn: de staat heeft het recht en de plicht
tot de stichting en instandhouding van
scholen, waarheen ook niet-Katholieken
hun kinderen kunnen sturen; de subsidies
moeten beperkt worden gezien 's lands
financiële toestand, de betrekkingen moe
ten in het openbaar onderwijs ook voor
aanhangers van het openbaar onderwijs in
verhouding tot het aanbod blijven open
staan en politieke activiteit moet in open
bare en door de staat gesubsidieerde scho
len achterwege blijven.
Tenslotte nog dient het technisch
onderwijs gerationaliseerd te worden,
hetgeen wel nodig blijkt nu door de
dreigende intrekking der subsidies
reeds vijftig tot zestig van die scholen
„gesloten" zijn, zonder dat dit het
onderwijs schade berokkent. Die
scholen bestonden blijkbaar alleen op
papier om op die wijze overheids
gelden binnen te slepen, welke ver
volgens voor andere doeleinden ge
bruikt zijn, aldus de heer De Clercq.
Ten aanzien van de samenwerking in
Beneluxverband heeft de heer De Clercq
een zeer positief geluid doen horen. Zoals
de Nederlandse regering zich twee jaar
geleden heeft aangepast bij de Belgische
wensen toen de Belgische markt door Ne
derlandse producten overstroomd dreigde
te worden, zo zal de Belgische regering
straks tegemoet moeten komen aan Ne
derlandse verlangens nu een omgekeerde
situatie is ontstaan.
Aangaande de landbouwpolitiek is de
huidige Belgische regering zeker bereid tot
een geleidelijke liberalisatie. Daarover zul
len binnenkort besprekingen worden ge
voerd, opdat men kan komen tot de vrij
making van een aantal producten. Men
zal in de Belgische landbouw naar soepeler
methoden moeten komen, onder meer
door de instelling van een egalisatiefonds.
Tevens wees de heer De Clercq op de
noodzaak van een coördinatie van de in
vesteringen ir< beide landen: beider in
dustrieel vermogen moet niet concurrerend
maar aanvullend werken. Spreker betreur
de het, dat de Benelux een Hoge Autoriteit
met bindende bevoegdheden, zoals de Ko
len- en Staalgemeenschap, ontbeert.
Spreker besloot met te zeggen, dat de
Benelux een eerste stap betekent op de
weg naar de Europese integratie, welke
hij van harte voorstaat. Daarnevens riep
hij de liberalen uit alle landen op tot een
gezamenlijke strijd tegen elk totalirisme.
Ook deze geestdriftige redevoering werd
door het congres met krachtig applaus
ontvangen.
Voor de vierde keer in één week heeft
een bosbrartd gewoed'in de gemeente Put
te (B.op 200 meter afstand van de
Belgisch-Nederlandse grens. Na twee uur
hard werken door de brandweren van Ka-
pelle en Kalmthout was men het vuur
meester. Zestien hectare bos en heide gin
gen in vlammen op. Dezelfde middag brak
400 meter ten Zuiden van de grens brand
uit. Hierbij werden 6 hectare heide en 5
hectare naaldhout door het vuur vernield.
ADVERTENTIE
De kunsthandel Plaats te 's-Gravenhage
exposeert sinds 9 April werk van de dames
Charlotte van Pallandt, T. Sondaar, Gerar-
da Rueter en Ro Mogendorff. De eerste
drie zijn beeldhouwsters en ik zou gaarne
over het werk van deze onvervaarde da
mes een enkel woord schrijven, omdat deze
tentoonstelling zo'n buitengewoon verfris
sende indruk maakt.
De ereplaats komt toe aan een voor
studie van het portret van Koningin
Juliana door Charlotte van Pallandt en
niet alleen om het onderwerp. Het is een
buitengewoon indringend en levendig por
tret, een gunstige uitzondering wanneer
men denkt aan de over het algemeen
flauwe, laffe schilderijen, die men van
onze vorstin in de meeste raadszalen in
den lande ziet prijken, altijd met een
lusteloze glimlach, altijd met een benauw
de hand en eindeloze verveling uitgevoerd.
Charlotte van Pallandt toont nu eindelijk
het portret van een vrouw met zeer door
leefde gelaatstrekken en zij vervaardigde
dit met de nerveuze, gepassionneerde
modeleerwijze, die zij zich in jaren van
geconcentreerde arbeid heeft eigen ge
maakt. Op forse wijze breekt Charlotte
van Pallandt hier met de onuitstaanbare
gewoonte een soort fondant-opvatting van
de Koningin te geven.
Charlotte van Pallandt, die in Parijs bij
Malfray werkte, toont voorts kleine plas
tieken, die een zeer persoonlijk karakter
hebben. Zij is tegelijk heftig en toch be
heerst. Het modelé van haar beeldjes is
levendig, gespannen en rank. Haar sterk
talent beleeft in de laatste jaren een op
vallende bloei. Ook op een tentoonstelling
te Zaandam zag ik werk van dezelfde
kwaliteiten van haar, onder meer een
vrouwenportret met grote plastische
kracht.
Vlak na haar mag genoemd worden het
frisse werk van mevrouw Sondaar-Dob-
belman, die in steen hakt (en taille directe)
dat het een lieve lust is. Met een onbe
kommerde zwier hanteert mevrouw Son
daar de beitel zonder zich blijkbaar over
vormproblemen het hoofd te breken. Op
hartveroverende wijze weet zij de steen te
behandelen met de verrassendste resul
taten. Men kan het groepje van de twee
kinderen niet zien zonder de onweer
staanbare charme van dit werk te onder
gaan. Dezelfde bekoring gaat uit van de
beide meisjesportretten. Benijdenswaardig
is de frisse onschuld die deze werken
ademen, onbezwaard door litteraire bij
gedachten. Vrij en ontspannen geven deze
werkjes een gevoel van verademing, nu
wij de laatste tijden zoveel kilometers ab
stract en non-figuratief ijzerdraad te kau
wen kregen en dat ook braaf en ge
duldig hebben gedaan.
Ook het opgewekte, speelse groepje, als
tuinbeeld gedacht, is een verkwikking voor
het oog. Men lette voorts op het kloeke,
rake portret van de schrijfster Jeanne van
Schaik-Willing, een portretbuste die klinkt
als een klok, om het zo eens te zeggen,
snel en driftig in elkaar gezet. Charlotte
van Pallandt dringt wel dieper door in
haar portretten en het plastische land
schap van haar modelé doet interessanter
aan, maar dit portret door mevrouw Son
daar heeft niettemin een geheel eigen be
koring.
Dromeriger, dikwijls fijner en poëtischer,
is Gerarda Rueter, die evenals mevrouw
Sondaar een leerlinge van professor J.
Bronner was. Zij had, dunkt mij, met een
nog wat betere selectie van haar werk
voor de dag kunnen komen. Maar zij
weet zich toch met een paar zeer mooie
bronsjes, een gevoelig jongensportret en
vooral met het „zittende meisje" on
miskenbaar te handhaven naast haar
levenslustiger kunstzusters op deze Haagse
tentoonstelling, die met de exquise teke
ningen van Ro Mogendorff en tal van
krachtige bladen van Charlotte van Pal
landt wordt gecompleteerd. Als ik nu niet
veel zeg over het werk van Ro Mogen
dorff, dan is dat zeker niet omdat ik voor
deze mooie tekeningen minder waardering
„Twee kinderen" door mevr. T. Sondaar-
Dobbelman, te zien op de hierbij besproken
Haagse expositie.
zou hebben. Ik wilde mij nu echter liever
tot de beeldhouwsters bepalen.
Niet dikwijls komt men tegenwoordig zo
opgefrist van een tentoonstelling en daar
om moest ik deze gebeurtenis signaleren.
Deze vrouwen werken op de beste, dat is:
haar eigen manier, de natuurlijkste. Zij
zijn zichzelf en laten zich niet van de wijs
brengen. Laten wij hopen dat deze expo
sitie voor velen de verkwikking zal geven,
die ondergetekende ervan ondervond. Ik
moest denken aan het gebed van mevrouw
De Saint-Exupéry, die trouwens ook beeld
houwster was: „Heer, geef u geen moeite,
maak mij gewoon zoals ik ben". Dit zich
niet vertillen, dit niet op de tenen gaan
staan en zich verrekken, maar de vreugde
rijke en dankbare aanvaarding van de
eigen begaafdheid met alle beperkingen,
dat is de les die deze vrouwen ons geven.
MARI ANDRIESSEN
Naar het A.N.P. verneemt, zal mr. C.
Kousemaker te Zeist deel uitmaken van
een groep van twaalf Europese advocaten,
die in September te Bern (Zwitserland) de
destijds gearresteerde Roemenen zal ver
dedigen. Zoals bekend is, hebben in de
nacht van 15 op 16 Februari vier Roeme
nen in de Roemeense legatie te Bern inge
broken. Deze Roemenen zullen voor een
rechtbank te Bern terecht staan.
Op initiatief van de „Fédération Inter
nationale Latine des Juristes et Avocats"
zal de verdediging van deze vier Roemenen
door twaalf juristen worden gevoerd; uit
België, Spanje, Frankrijk, Griekenland,
Italië, Portugal, Zwitserland, Roemenië en
Nederland.
Mr. C. Kousemaker is advocaat en pro
cureur te Zeist. Hij heeft destijds deel uit
gemaakt van de tribunalen te Tilburg en
Utrecht. Hij is vice-president van de „Fé
dération Internationale Latine des Juris
tes et Avocats". Mr. Kousemaker zal reeds
in Augustus naar Zwitserland vertrekken.
ADVERTENTIE
BARïELJORISSTR. HAARLEM TEL. 13439
FERD.'BÖISTR. 48 A DAM - TEL;> 7,17162
Prof. G. Brouwers, secretaris-generaal
van het ministerie van Economische Zaken
en voorzitter van de Nederlandse afvaar
diging voor het ambtelijk Benelux-over-
leg, heeft tijdens een bijeenkomst op het
ministerie van Economische Zaken Vrijdag
de Beneluxcommissie voor de middenstand
officieel geïnstalleerd.
De commissie, die evenals een aantal
andere commissies onder andere voor han
del en nijverheid, ressorteert onder de Raad
van Presidenten van de Benelux-Douane-
Unie, bestaat uit ambtenaren van de Ne
derlandse, Belgische en Luxemburgse mi
nisteries tot wier ressort de middenstands
aangelegenheden behoren. Voorzitter van
de Nederlandse afvaardiging is dr. Groe-
neveld Meyer.
Tijdens een in de gehoorzaal van de Wil
lem Amtzstichting hedenmorgen gehou
den bijeenkomst heeft de minister van
Justitie, mr. L. A. Donker, de Van der
Hoevenkliniek officieel geopend.
Het ministerie van Justitie beschikte bij
lange na niet over voldoende mogelijkhe
den tot observatie, verpleging en behande
ling van recidivisten. De centraal gelegen
Inrichting voor Geestelijk Gestoorden te
Utrecht, het Willem Amtzhuis in de Ag-
nietenstraat, is nu betrokken in de uitvoe
ring van de tot de departementen van
Justitie en Onderwijs, Kunsten en We
tenschappen behorende taken op het ter
rein van de zorg voor geestelijk gestoor
den. De accommodatie van de uit 1461 da
terende inrichting was al in de loop der
jaren aanzienlijk verbeterd, maar door een
nieuwe verbouwing is in een afzonderlijke
vleugel nu een behandeling- en verple-
gingscentrum ingericht, dat aan alle mo
derne wetenschappelijke en sociaal thera
peutische eisen zal voldoen.
Dit modernste psychiatrisch centrum van
Nederland is in zijn opzet volgens de mo
derne groepstherapie, tevens het eerste
ter wereld. Er is ook rekening gehouden
met de daarvoor nodige laboratorium
ruimten en onderzoekkamers, werkplaat
sen, gymnastiek en ontspanningslokalen.
In het buitenland bestaat voor de deels tot
nu toe ongekende mogelijkheden ten aan
zien van de nieuwe kliniek en de werk
wijze grote belangstelling.
De leiding van het centrum is in handen
gegeven van prof. Baan en zijn medewer
kers. De kliniek is genoemd naar dr. H.
van der Hoeven, vroeger geneesheer aan
de Willem Amtzstichting.
Door verdere restauratie en verbouwing
van de Stichting zal binnen enkele jaren
de practische uitvoerbaarheid verkregen
zijn van samenwerking tussen psychia
trische kliniek en verpieegruimte. Ér zal
dan een observatiekliniek zijn ingericht
teii behoeve van prof. dr. II. C. Riimke,
hoogleraar in de Klinische Psychiatrie. Bo
vendien wordt een laboratorium gebouwd
ten behoeve van prof. jhr. dr. D. J. van
Lennep, buitengewoon hoogleraar in de
Klinische en Industriële Psychologie. Hier
kan onderwijs worden gegeven aan psy
chologen, die zich bekwamen om later in
een psychiatrische kliniek of inrichting te
kunnen worden tewerkgesteld.
Ned. Herv. Kerk
Aangenomen naar Frederiksoord P. C.
Schoonenboom, cand. te Zutphen, die be
dankte voor St. Jacobiparochie.
Beroepbaarstelling. De heer J. den
Draak, vic. te Makkum, stelt zich beroep
baar.
Geref. Gemeenten
Tweetal te Gouda A. de Blois te Rotter
dam-Zuid en A. Verhagen te Kampen.
Geref. Kerken art. 31 K.O.
Aangenomen naar Launceston (Austr.)
G. v. Rongen te Leiden.