Een film van liefde voor het ongerepte Vrees en huichelachtigheid door communisten-jacht Vijf vermiste personen nog niet gevonden Nederlandse ex-legion- nairs kregen toestemming voor Duitsland Begrafenis prof. dr. R. H. Woltjer HET GROTE A VONTUUR HOEZO lmp ressionn is ten Behoefte aan burgermoed in Amerika De aanvaring op de Schelde Macht over het stuur verloren bij het opsteken van sigaret Op 9 Mei begint koffie- termijnmarkt Prof. dr. Christine Mohrmann eredoctor Ierse Universiteit FRANSE PARAGRAAF DONDERDAG 28 APRIL 1955 o (Van onze correspondent in Washington) Voor het eerst sedert mensenheugenis is Amerika weer een kwetsbaar land gewor den. Het is een angstwekkend gevoel voor de Amerikanen, dat zij rechtstreeks en on verwacht aangevallen kunnen worden door dc Kussen. In het begin van de tweede wereldoorlog hebben de Duitsers met een duikboot acht saboteurs naar de Verenigde Staten gebracht. De Sovjet-Unie behoeft geen Russen in dit land binnen te smokkelen om te spionneren of sabotage te plegen. Communisten, die hun politieke gezindheid boven hun vaderland stellen, zijn cr overal ter wereld.Dat geeft de Ame rikanen een angstig gevoel, temeer daar sabotage thans zoveel ernstiger zou kunnen zijn, indien de saboteurs van atoomwapens waren voorzien. Amerikanen zijn echter geen mensen, die graag toegeven angstig of bezorgd te zijn. Zij pakken de dingen liever radicaal aan en gaan het kwaad energiek te lijf. Voor de menselijke samen leving houdt die energieke en radicale aan pak echter ernstige gevaren in. Wat kort geleden aan mevrouw Beatrice Murphy Campbell te Washington over komen is, kan men niet sensationeel noe men, maar geeft een uitstekend1 voorbeeld van zulke gevaren. Mevrouw Campbell heeft deze winter vier afschuwelijke maan den doorleefd, omdat zij tijdelijk uit 'haar baan was gezet, verdacht van communisme. Zij is negerin en was tot 22 November 1954 een der secretaressen van de „Veterans Administration", dat is het regeringsbureau waar men zich bezig houdt met de belan gen van Amerika's voormalige militairen. Mevrouw Campbell werkte daar al 12 jaar. Geen staatsgeheimen kreeg zij ooit onder ogen. De documenten, die zij behandelde, werden dagelijks per post aan een groot publiek toegezonden. Plotseling, op 22 November 1954, werd zij bij haar afdelingschef geroepen. In zijn kantoor trof ze de personeels-directeur aan en deze man deelde haar mede', dat zij oo staande voet voorlopig van haar functie ontheven was en onmiddellijk, onder ge leide, het gebouw moest verlaten. Op haar collega's maakte dit plotselinge ontslag ail was het dan voorlopig na tuurlijk diepe indruk. Dit leek een ernstige zaak. Wie had gedacht, dat deze mevrouw Campbell zo staatsgevaarlijk was? In 1941 In de brief, die mevrouw Campbell mee kreeg, werd haar ten laste gelegd.... dat zij „naar verluidt" in 1940-1941 lid was geweest van de „Washington Bookshop Association, dat zij lezingen van die litte raire club had bijgewoond en dat zij ande ren lid had proberen te maken. Genoemde vereniging is (later) op de lijst geplaatst, welke de minister van Justitie heeft doen aanleggen van revolu- tionnair geachte organisaties. Hoewel mevrouw Campbell niets op de spaarbank had, heeft zij toch besloten een advocaat te nemen. Zonder juridische bij stand is het namelijk uiterst moeilijk om zich te verdedigen in zulk een geval. Haar advocaat kon geen nadere inlichtingen krij gen en men kon hem bijvoorbeeld niet meo'edelen, welke „vriend" de ongunstige informaties over zijn cliënte verstrekt had. Mevrouw Campbell en hij besloten toen, van alle vrienden en kennissen een ver klaring te vragen, waarin zij mededeelden, dat mevrouw Campbell hen nooit lid had proberen te maken van bedoelde litteraire club. Hun succes met die actie was niet groot. Weliswaar gaf iedereen mondeling toe dat mevrouw Campbell hen nooit had geprobeerd aan te werven voor de club, maar velen waren bevreesd dit schriftelijk te verklaren. Zo diep zit de vrees er in bij vele regeringsambtenaren. ,.Je kunt nooit wetenals je het opneemt voor iemand, die men er van verdenkt communiste te ADVERTENTIE De havendiensten hebben het wrak van het Griekse stoomschip dat Maandag in de Schelde zonk, afgebakend door middel van boeien en hebben vastgesteld dat er nog een bevaarbare ruimte van 70 meter over bleef in de vaargeul. De scheepvaart is in vertraagd tempo en door middel van sleep boten hervat. Nader wordt vernomen, dat de „Belgion" 27 personen aan boord had en niet 19; 22 personen, onder wie een passagier van Griekse nationaliteit, zijn gered. zijn, kun je ook jezelf compromitteren Gelukkig waren er and'eren, die wèl durfden en die zelfs financieel bijsprongen in deze moeilijke maanden. Vier maanden leefde mevrouw Campbell in spanning. Zij probeerde zich zo goed mogelijk voor te bereiden op haar verboor. Zij trachtte de laatste 15 jaar van haar leven te reconstrueren en te ontdekken, waarom men haar verdacht. 'Dat was ze nuwslopend. De grootste schok gaf het haar echter, dat een aantal vrienden en beken den de omgang met haar vermeden. Het leek wel alsof zij besmet was. Alles viel tenslotte mee. Mevrouw Camp bell is nooit lid geweest van die club. Zij heeft er alleen twee openbare lezingen bij gewoond van twee alom bekende schrij vers. In de jaren 1940-1941 was zij ernstig ziek. Toen kón zij eenvoudig zo'n club niet bezoeken. Na vier maanden werd zij in haar oude functie hersteld. Wie echter zal de blaam wegnemen, dat zij verdacht van revolu- tionnaire activiteit tijdelijk ontslagen is geweest? Het is goed, dat deze verdachte zo ener giek heeft gereageerd. Het is goed, dat zij nu alles voorbij is haar ervaringen aan de grote klok hangt. Het is belachelijk en tegelijk uiterst triest dat men mensen zoiets aandoet. Vrees en huichelachtigheid wekt men aldus in de hand. Het was toch waarlijk wel mogelijk geweest om als men twijfelde aan mevrouw Campbell's gezindheid op een andere manier achter de waarheid te komen. Zulk een kennelijk „licht geval" had uitstekend door een per soneelschef behandeld kunnen worden. Een personeels-directeur, die zich leent tot practijken als hierboven vermeld, deugt niet voor zijn werk. Hij ondermijnt de sfeer in zijn bureau en kwetst zijn ambtenaren voor het leven. „Hij handelde in opdracht''', zal men mis schien zeggen. Er zijn echter opdrachten, die men verplicht is te weigeren. Amerika heeft behoefte aan burger moed. Mevrouw Campbell toonde die. Ge lukkig zijn er meer Amerikanen, die van zich af durven bijten. Men zal zich afvragen; „is dit nu Ame rika?" Het antwoord kan gelukkig zijn: neen. Buiten de regeringsbureaux zal zulk een geval slechts zeer sporadisch voor komen en zelfs te Washington behoort het gelukkig tot de uitzonderingen. Maar deze belachelijke maatregelen worden toch nu en dan getroffen en de demoraliserende uitwerking ervan is zeer groot.. Zij vergif tigen de atmosfeer. Het blijkt in de prac- tijk niet eenvoudig om communistisch bad water weg te gooien, en het kind, dat hu maniteit heet, te behouden. De 27-jarige Haagse vertegenwoordiger F. H. W. Overwater. die Dinsdagavond in zijn auto op de rijksweg AmsterdamDen Haag, nog voor de brug over de Ring vaart bij Schiphol een vuurtje voor zijn sigaret van zijn medepassagier kreeg, ver loor daarbij de macht over het stuur en reed met 70 a 80 km. per uur van de weg af tegen een paaltje, waardoor zijn auto vele malen kantelde. Zijn medepassagiere, de 31-jarige mej. H. T. Dijkstra uit de Van Alkemadelaan in Den Haag, werd daarbij zo ernstig gewond, dat zij in het Wilhelmina Gasthuis moest worden opgenomen. De heer Overwater zelf kwam met de schrik vrij. Naar de vereniging voor de koffiehandel meedeelt, zijn de laatste beletselen voor de hervatting van de termijnhandel in koffie uit de weg geruimd. De begindatum voor deze handel is nu definitief vastgesteld op Maandag 9 Mei zowel voor Amsterdam als voor Rotterdam. Die dag zal in beide steden gelijktijdig des ochtends om 11 uur cle officiële opening plaats vinden, waarna terstond ook cle eer ste noteringen worden opgemaakt. Op Dinsdag 10 Mei begint de kof f ie termijn- markt dan op de daarvoor vastgestelde tijdstippen. ADVERTENTIE Zet V«»cM Wi j In maa' '<§5 Een uur voor het gedwongen vertrek zou plaatsvinden, heeft het gemeentebe stuur van Hamburg uit eigen beweging twee gewezen Nederlandse onderdanen en vluchtelingen uit het Franse vreemde lingenlegioen Dinsdagavond toestemming gegeven van boord te gaan. Met gelukkige gezichten verlieten de twee, de 29-jarige Andreas Lock uit Den Haag en de 31-jarige Herman de Haan uit Nijmegen het Duitse vrachtschip „Christian Schulte" dat bijna van „vrij- heidsschip' tot mensenval voor de beide statenlozen was geworden. Noch de Nederlandse, noch de West- Duitse regering had voor de aankondiging van het Hc-mburgse gemeentebestuur aan Lock en De Haan toegestaan Nederlandse respectievelijk Duitse bodem te betreden. Een tragisch lot bedreigde het tweetal, dat in de oorlog met de Duitsers heeft meegevochten, omdat het schip Dinsdag morgen reeds naar Noord-Afrika zou va ren. In dat geval zouden zij naar alle waarschijnlijkheid door de Franse autori teiten gearresteerd en zwaar gestraft wor den. Het schip werd echter in verband met enige reparaties opgehouden. Om half vijf kwam het besluit der Hamburgse autoriteiten af. De Hamburgse bladen maakten gisteren in grote opmaak van het geval melding. Tal van lezers boden de vluchtelingen woon- en werkgelegenheid aan. Leek en De Haan verklaarden echter dat zij ook nu nog willen trachten vergun ning te krijgen om naar hun vaderland terug te keren. Op Westerveld is Woensdagmiddag het stoffelijk overschot van prof. dr. R. H. Woltjer ter aarde besteld. Bij de velen die hem de laatste eer bewezen, waren onder rrieer minister. J. Zijlstra, prof. J. Helle- ma, hoogleraar aan de Vrije Universiteit en lid van de Eerste Kamer der Staten Generaal, staatsraad dr. Rutgers, prof. mr. M. C. Romme, H. W. Tilanus, A. in 't Veld, wethouder van Amsterdam, het college van curatoren, directeuren en hoogleraren van de Vrije Universiteit, leden van de onderwijsraad, als vertegenwoordiger van de Schoolraad in Den Haag en van de Unie van Scholen met de Bijbel in Geref. verband, mr. T. Versteeg, de heer J. Wild schut namens het centraal comité van de AR kiesverenigingen, dr. B. H. Knoppers uit Amsterdam en vele anderen. In de aula werd gesproken door prof. P. C. Berkouwer, die een gedeelte uit de brieven van Johannes las. Het typerende kenmerk van prof. Woltjer was zijn eer lijkheid, aldus spreker. Deze eerlijkheid betrachtte hij ook in de beoordeling van het eigen leven. Voor velen is zijn per soon van grote betekenis geweest. Hij was het, die ons waarschuwde voor intellec tuele hoogmoed. Hij was een strijdend mens en het verstaan van het woord Gods ging bij hem boven al. Namens de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en de onder wijsraad voerde prof. F. L. R. Sassen het woord. Deze noemde de overledene de beste kenner van de onderwijswetgeving en haar geschiedenis in Nederland. Prof. Woltjer had een begaafd juridisch gevoel. Zijn werk in het belang van de pacificatie van het onderwijs is waarlijk van natio nale betekenis. Prof. dr. J. Waterink sprak als rector magnificus van de Vrije Universiteit en als vertegenwoordiger van de Vereniging voor onderwijs op Gereformeerde Grond slag. Hij gaf een karakterschets van de overledene en zei daarin onder meer: „Woltjer heeft de boog gespannen en de lijn getrokken van de generatie, waartoe zijn vader en dr. A. Kuiper behoorden, tot onze generatie". Onder orgelspel door Egbert Vos werd de kist naar de geopende groeve gedragen, waar prof. Berkouwer een gedeelte uit de Openbaringen van Johannes las en het Onze Vader bad. Een zoon van de over ledene, mr. J. Woltjer heeft namens de familie alle aanwezigen voor de belang stelling gedankt. ADVERTENTIE De Nationale Universiteit van de Ierse Vrijstaat heeft aan prof. dr. Christine Mohrmann, hoogleraar te Nijmegen, het eredoctoraat in de letteren verleend. De erepromotie is vastgesteld op 6 Mei te Dublin. 99 99 IN HET AMSTERDAMSE DU MIDI-THEATER zijn bij ge legenheid van het Zweeds koninklijk bezoek de vertoningen ingezet van de film „Het grote avontuur", gemaakt door Arne Sucksdorf. Het is index-daad alles het wex-k van één man. Zoals ten onzent Herman van der Horst schreef Suckdorf voor zijn film zelf het scenario, hanteex-de hij alleen de camex-a en zorgde hij voor de montage. Hij koos zijn onderwex-p in en uit de natuur. Het resultaat is een px-achtige film, die evenveel speelfilm is als documen taire, want het is de natuur zelf, die in „Het grote avontuur" de hoofdrol vervult. Otters, vossen, een wild,e kat, zij komen u telkenmale onder ogen. En dan nog twee klgine jongens, die in hun onbevangenheid en verbondenheid met het leven der dieren evenmin een pose aannemen tegenover de camex-a. Sucksdorf vertelt hun belevenissen in een boeiende en altijd mooie betoogtrant, die daarom zo bij u inslaat, omdat zij zo zuiver is. Het is allemaal x-echt naar het hart, open en eerlijk, het is fris en vermakelijk, het is vooral ongecompliceerd. Deze kwaliteiten zijn zeldzaam en ze hier te vermelden is tegelijk een erkenning van Sucksdorf's meesterschap over zijn stof. De vergelijking mei Van der Horst dx-ingt zich graag op bij het bespreken van zijn film, want de Zweed en de Neder lander hebben beide hun liefde voor het ongerepte, de dieren, de vogels, het landschap gemeen. Zij houden van het water en de luchten, zij kunnen urenlang geduldig het leven van dier en plant observeren en de verschillende brokstukken, die zij heb ben „geschoten" in de montage aaneenx-ijmen tot een vloeiend en x-hythmisch geheel. Van der Horst is bewogener, krachtiger, vol dynamiek maar dat ook maar in zoverre zijn onderwerp dat toestaat. Sucksdorf lijkt een rustiger man. In essentie is er eigenlijk weinig verschil. Ze worden beiden getroffen door cle schoonheid van de natuur en ze geven daaraan uiting in een vorm, die altijd met de inhoud correspondeert. De aard van hun onderwerp bepaalt hun rhythme. Ze zijn in ieder geval niet beperkt. Zo kan men bij hun films genieten van de eerlijke levenskracht, welke eruit spx-eekt en zo zal men wat „Het grote avontuur" betreft zichzelf losmaken van alle remmingen onzer vernuftige psychologische obsessies om, gedrukt met zijn neus bovenop de natuur, te verademen en de oorspx-onkelijkheid te herkennen van alle primaire levensvormen. In één woord: men De vos, op zoek naar voedsel, dwaalt over de besneeuwae vlakte voor het bos. is weer kind van moeder natuur en schat haar rijkdom op de hoogste waarde. IN SUCKSDORF'S FILM STOEIT DE VOS MET DE OTTER, jaagt de lynx achter de losgebroken waakhond, dwalen twee kereltjes rond in de nacht om een belaagd dierenleven te redden. De jaargetijden vinden hun weei-spiegeling in bomen en planten, in de wolken en het water. De natuur heerst als in de eerste dagen van de schepping in zuivere harmonie. Men moet het zien om het te kunnen genieten en Sucksdorf dank baar te kunnen zijn voor deze waarlijke oase in de vaak zo dorx-e filmwoestijn. P. W. FRANSE Voor vele mannen is de da gelijkse arbeid niets anders dan een goede vriendin, die hen van 's morgens tot het vroege avonduur zorgzaam in de ar men houdt en hen behoedt voor de verlokkingen des le vens. De moderne maatschappij heeft zowel voor het goed als voor het kwaad gezorgd: zij tracht de mensen te verleiden tot een onophoudelijke reeks genietingen van diverse allooi, die zij aanprijst in schreeu wende reclameplaten en sug gestieve advertenties; doch aan de andere kant sluit zij, door een systeem van onverbreek bare arbeidsbanden, de man nen op in een veilige kooi van wei-kuren, zodat zij niet in be koring kunnen komen. Wanneer ge, als man, gehoor zoudt moeten geven aan alle lokroepen en aanprijzingen die u in duizelingwekkende wir war worden voorgehouden zo dra ge des morgens uw oren en ogen openzet, zoudt ge diezelfde dag nog berooid en ellendig aan verpaupering en verachting zijn prijsgegeven. Ge zoudt in één adem een televisietoestel, een ijskast, een auto, een authentieke Perzische pers en een villa in het Gooi moeten kopen en dat niet alleen: ge zoudt een tiental verzeke ringen moeten sluiten, in Har- ris Tweed gekleed moeten gaan, véél minder water bij uw thee moeten doen, een ex tra-pakje roomboter moeten aanschaffen en naar Nice vlie gen (omdat dit alles goedkoper is dan u denkt). Ge zoudt een nóg beter electrisch scheer- appax-aat moeten kopen en kip pensoep nuttigen bij het avond eten; ge zoudt tien merken si garetten moeten proberen, om dat zij allemaal beter zijn dan de andere; ge zoudt uw lever moeten wakker schudden en een aantal tonica gebruiken om stralende energie op te doen; ge zoudt zelfs moeten maken dat ge (ook) bij de luchtmacht kwaamt en moe ten overstappen naar de gezon de helft van het bestaan, liefst onderweg snel de twee-hap- pen-px-oef nemend. Ge zoudt een andere sooi-t zeep moeten gebruiken, aangezien uw teint ook eens aandacht verdient. Ge zoudt meer fruit, meer bx-ood, meer groenten en meer van alles moeten eten en bij het bridgen eerlijke wijn schenken, inplaats van dat eeuwige kopje koffie. Dit alles zoudt ge kunnen doen en voorwaar, ge zóudt het doen, wanneer ge de hele dag tijd had om aan de ver leidingen te bezwijken. Doch de maatschappij heeft u een pantser gegeven. Uw pantser is de tram of de bus van zo- en-zo laat in de morgen, die ge halen móet en uw kantoor of atelier daar-en-daar, dat u omhult en koestert, bewaart en beschermt, en u niet loslaat vóór de winkels goed en wel gesloten zijn. Uw dagelijkse arbeid is een goede vriendin, die het oprecht met u meent en u het leven gemakkelijk maakt. Dankzij haar komt gij dagelijks weer thuis als een in teger-, onbezweken man, die wat op zijn spaarbankboekje heeft en houdt en de te ring naar de nering richt. Maar nu ge dat zijt gaan be- seffen, moet ge bij uw thuis komst niet meer wrevelig aan uw echtgenote vragen, als zij nederig om wat contanten ver zoekt: En wat hebt ge dan wel met die rijksdaalder van gisteren gedaan?? Want zij is in werkelijkheid de onbeschei-mde, argeloze prooi van het leven. Zij wan delt als een suikerpop in de regen blootgesteld aan de venijnige aanvallen der recla meleuzen en spitsvondigheden van een marchanderende maat schappij. Haar oren en ogen worden bestormd door goede doch dure raadgevingen. Zij wordt belaagd door slagzinnen en blikvangers, dag in dag uit, bij iedere stap. Zij moet blind en doof zijn om de vex-leidin- gen niet te zien of te horen, die in vex-lokkende tafex-elen aan haar worden voorgezet. Zij woi-dt door de vaardigheden der verkopers gesleept naar de kieren, waax-door heen zij blik ken kan wei-pen in het maat schappelijke pai-adijs. Haar le ven davert van rollen textiel, stapels slagroomtaarten, mode snufjes, goud en zilver, gezond heid en vreugde, schoonheid en goede smaak, lekkernijen en heerlijke geuren. Zij moet met beide handen de goede dingen des levens afweren, die in steeds sterker wassende stroom over haar worden uit gestort; zij moet tegenstand bieden aan de xylofoon van beloften, die in alle tonen door de vakmensen der propaganda wordt bespeeld; zij wandelt de spitsroeden der voorspiegelin gen, zij ziet aan alle einders een fata morgana; zij kan alle vreugden van het bestaan krij gen voor geld. Maar des avonds moet zij evengoed naar behoren kun nen antwoorden op de netelige vraag: En wat hebt ge dan in vre desnaam met die rijksdaalder van gisteren gedaan?? Het is gemakkelijk, als een onaantastbaar man door het leven te gaan, wanneer vier muren de sirenen der verlei ding voor u tegenhouden. En het is gemakkelijk, te vragen waar het geld blijft, wanneer ge zelf geen gelegenheid noch bekoring hebt gehad om het te ruilen voor de surprises van een weelderige samenleving. Er is een vergelijking tussen man en vrouw, die hen beiden de eer van hun sekse geeft, doch tegelijk de eeuwige kloof tussen hen onder fel licht zet: Wanneer een man enkel nog geld heeft om een brood te ko pen, koopt hij het grootste bx-ood dat hij krijgen kan; wan neer een vi-ouw in deze situatie komt, koopt zij een klein brood in cellofaan met een rood lintje erom Zo is het voorzeker. De man zal dan een dag langer geen honger lijden, de vrouw zal die dag op haar cellofaan en haar rood lintje moeten knabbelen. Doch haar dag zal schoner zijn dan de zijne. En daarom is het een bijna bovenmenselijke kracht, die de hemel moet hebben geschon ken aan de vrouw: een kracht die haar in staat stelt iedere dag opnieuw weer het sobere brood te kopen, en weinig méér. Zij vliegt niet naar Nice en steekt zich niet in satijn; zij koopt het bx-ood, om des avonds te kunnen antwoorden op de vraag: Wat hebt ge met die rijks daalder van gisteren gedaan? Maar we kunnen begrip op brengen voor de vrouw, die na een dag van nieuwe en glan zende verleidingen te hebben doorstaan, in de avonduren op deze wrevelige vraag van haar integere man antwoordt: Met die rijksdaalder heb ik vanmorgen eerst een nieuwe wasmachine aangeschaft; daar na heb ik mij per taxi naar een schoonheidssalon laten rijden om een volledige behandeling te ondergaan; toen was het tijd gewox-den om de twintig jur ken te passen, die ik had aan gekocht; tenslotte ben ik naar Riche gegaan omdat ik mijn vriendinnen beloofd had, een champagnefuifje te geven; en van de rest heb ik een lief sport-cabrioletje voor zonnige dagen gekocht. Hoezo? Dat „hoezo" moet geklonken hebben als de slag van een guillotine. Een guillotine op de blanke, onschuldige nek van een braaf, integer man. J. L. PARIJS, April Het Musée du Jeu de Paume, waar de wei-ken van de impres- sionnisten hangen en dat daardoor waar schijnlijk het populairste museum van de stad is, heeft zijn deuren voor enige tijd gesloten. Er moeten herstelwerkzaamheden verricht worden aan het gebouw en er zijn dan ook dikwijls enkele mannen te zien, die in gemoede over het dak sjokken. In tussen zijn er andere impressionnisten aan gekomen in de pendant van dit museum, de Orangerie: honderd Franse schilderijen uit Amerikaans bezit, waarvan de verto ning in Parijs een zet is in eexi soort cul turele goodwill-campagne, die de Ameri kanen in deze maanden voeren. Er is niet alleen de tentoonstelling in de Orangerie „De David a Toulouse-Lautrec" genaamd maar ook een van moderne Amerikaan se schilders in het Musée de 1' Art Moderne. Behalve dat het New Yoi'k City Ballet en het orkest van Philadelphia komen, zal ook „Oklahoma" hier opgevoerd worden. En op het internationale toneelfestival komen Amerikaanse gezelschappen, die er vcrig jaar nog niet waren, met een „Medea" van Robinson Jeffers en met het welbekende „By the Skin of our Teeth" van Thornton Wilder, in Nederland als „Met onze hakken over de sloot" gespeeld. Dit is het seizoen der feestelijkheden. Op drukke kruispunten overal in de stad staan blauwe palen met blauw-en-gele affiches aan de top, uitgegeven door het Comité des Fêtes de Paris: wekenlang zal het bal hier, bal daar zijn. De schijnwerpers be stralen avond aan avond het Panthéon, de Nótre Dam. en de Are de Triomphe en tot middernacht slingert een koude wind het water van de fonteinen als regen over de trottoirs aan de lijzijde. Overdag worden wandelaars, bierdrinkers en politieagenten met zoveel zonlicht overstelpt, dat hun moeizame persoonlijkheden verluchtigd worden tot een trui, een haardos of een ceintuur. Geronk van auto's, kreten van kinderen en stemmen van de caféterrassen wapperen als wimpels op de tent van het voorjaax-. Zulke dingen zijn mogelijk door dat men niet goed meer uit zijn ogen kijkt in het scherpe licht. Ineens doemt er iets op, iets roods of van blikkerend blik: in het laatste geval was het het blad van een kellner die het buitenwerk doet, met twee glazen bier, een waterkaraf en tal van schoteltjes op elkaar. Aan de overkant van de straat, in de schaduw van de huizen, is het onbehaaglijk fris. En in duizenden oude kantoren noteren onderbetaalde ad ministratieve ki-achten transacties van het hoogste belang voor de zekerheid in drie voud. Dit alles om te laten zien dat er geen betex-e tijd van het jaar kan zijn voor het bekijken van impressionnisten, tenminste voor de meest dierbaar kleurlustigen onder hen. Er is in de Ox-angerie een vroege Mo net, bezit van een dominee in Pennsylva nia: La Terx-asse au Bord de la Mer prés du Havre, uit de tijd toen hij zijn kleuren nog niet liet verdampen de zee, met zeil scheepjes en stoomscheepjes, kabbelt ach ter een hekje van gekruiste latten, twee vlaggemasten steken tricolores in de blauwe lucht, op de voorgrond tussen de bloemenperken zit een heer met een witte hoed naast een dame met een witte parasol exi in gesprek bij het hekje staat nog zo'n paar. Niets is hartiger dan deze vertolking van wind en zon en het goede gemak. Nog lustiger is Le Déjeuner des Canotiers, een Renoir uit Washington, mannen in stro hoed en witte baadjes, meisjes met roze- wangen en ruime halzen. De druiven, de glazen en de flessen wijn op het tafeltje glinsteren meer uit eigen kracht dan door de zon en buiten de waranda, die met een gestreept zeil beschut is, steken de groene bossen riet van de rivieroever hoog op. Niettemin is het een ander soort schil derijen dan deze, die het hart van de ten toonstelling zijn: de Cézannes, maar ook de oudex-en, die meer moeite hebben met het geluk. Enige Daumiers, een man die aan zijn handen aan een touw hangt, Corot aan het tekenen op een bank tussen de bomen. Verder een prachtige Coui-bet, een rots aan de Middellandse Zee met op de voox-grond enige vissersscheepjes op het stx-and. Maar vooral een paar meesterstukken van Géri- cault, die in 1824, toen hij stierf, pas 33 was. Ten eerste een portret van „Le fou, voleur d'enfants" de dorpsgek die kin deren steelt. Dan een portret van een dode oude man en een tekening van een hoef smid in de weer met een geërgerd paard. Maar het onderscheid van waardering wordt misschien in de hand gewerkt door dat dit seizoen zichzelf in Parijs vol doende is. B. en W. van 's Gravenhage stellen de raad voor, aan de Stichting 19401945 een eenmalige subsidie toe te kennen van 30.000 gulden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1955 | | pagina 5