Een film van liefde voor het ongerepte
Vrees en huichelachtigheid
door communisten-jacht
Vijf vermiste personen
nog niet gevonden
Nederlandse ex-legion-
nairs kregen toestemming
voor Duitsland
Begrafenis prof. dr.
R. H. Woltjer
HET GROTE A VONTUUR
HOEZO
lmp ressionn is ten
Behoefte aan burgermoed in Amerika
De aanvaring op de Schelde
Macht over het stuur
verloren bij het opsteken
van sigaret
Op 9 Mei begint koffie-
termijnmarkt
Prof. dr. Christine
Mohrmann eredoctor
Ierse Universiteit
FRANSE PARAGRAAF
DONDERDAG 28 APRIL 1955
o
(Van onze correspondent in Washington)
Voor het eerst sedert mensenheugenis is
Amerika weer een kwetsbaar land gewor
den. Het is een angstwekkend gevoel voor
de Amerikanen, dat zij rechtstreeks en on
verwacht aangevallen kunnen worden door
dc Kussen. In het begin van de tweede
wereldoorlog hebben de Duitsers met
een duikboot acht saboteurs naar de
Verenigde Staten gebracht. De Sovjet-Unie
behoeft geen Russen in dit land binnen te
smokkelen om te spionneren of sabotage te
plegen. Communisten, die hun politieke
gezindheid boven hun vaderland stellen,
zijn cr overal ter wereld.Dat geeft de Ame
rikanen een angstig gevoel, temeer daar
sabotage thans zoveel ernstiger zou kunnen
zijn, indien de saboteurs van atoomwapens
waren voorzien. Amerikanen zijn echter
geen mensen, die graag toegeven angstig
of bezorgd te zijn. Zij pakken de dingen
liever radicaal aan en gaan het kwaad
energiek te lijf. Voor de menselijke samen
leving houdt die energieke en radicale aan
pak echter ernstige gevaren in.
Wat kort geleden aan mevrouw Beatrice
Murphy Campbell te Washington over
komen is, kan men niet sensationeel noe
men, maar geeft een uitstekend1 voorbeeld
van zulke gevaren. Mevrouw Campbell
heeft deze winter vier afschuwelijke maan
den doorleefd, omdat zij tijdelijk uit 'haar
baan was gezet, verdacht van communisme.
Zij is negerin en was tot 22 November 1954
een der secretaressen van de „Veterans
Administration", dat is het regeringsbureau
waar men zich bezig houdt met de belan
gen van Amerika's voormalige militairen.
Mevrouw Campbell werkte daar al 12 jaar.
Geen staatsgeheimen kreeg zij ooit onder
ogen. De documenten, die zij behandelde,
werden dagelijks per post aan een groot
publiek toegezonden.
Plotseling, op 22 November 1954, werd
zij bij haar afdelingschef geroepen. In zijn
kantoor trof ze de personeels-directeur aan
en deze man deelde haar mede', dat zij oo
staande voet voorlopig van haar functie
ontheven was en onmiddellijk, onder ge
leide, het gebouw moest verlaten.
Op haar collega's maakte dit plotselinge
ontslag ail was het dan voorlopig na
tuurlijk diepe indruk. Dit leek een ernstige
zaak. Wie had gedacht, dat deze mevrouw
Campbell zo staatsgevaarlijk was?
In 1941
In de brief, die mevrouw Campbell mee
kreeg, werd haar ten laste gelegd.... dat
zij „naar verluidt" in 1940-1941 lid was
geweest van de „Washington Bookshop
Association, dat zij lezingen van die litte
raire club had bijgewoond en dat zij ande
ren lid had proberen te maken.
Genoemde vereniging is (later) op de
lijst geplaatst, welke de minister van
Justitie heeft doen aanleggen van revolu-
tionnair geachte organisaties.
Hoewel mevrouw Campbell niets op de
spaarbank had, heeft zij toch besloten een
advocaat te nemen. Zonder juridische bij
stand is het namelijk uiterst moeilijk om
zich te verdedigen in zulk een geval. Haar
advocaat kon geen nadere inlichtingen krij
gen en men kon hem bijvoorbeeld niet
meo'edelen, welke „vriend" de ongunstige
informaties over zijn cliënte verstrekt had.
Mevrouw Campbell en hij besloten toen,
van alle vrienden en kennissen een ver
klaring te vragen, waarin zij mededeelden,
dat mevrouw Campbell hen nooit lid had
proberen te maken van bedoelde litteraire
club. Hun succes met die actie was niet
groot. Weliswaar gaf iedereen mondeling
toe dat mevrouw Campbell hen nooit had
geprobeerd aan te werven voor de club,
maar velen waren bevreesd dit schriftelijk
te verklaren. Zo diep zit de vrees er in bij
vele regeringsambtenaren. ,.Je kunt nooit
wetenals je het opneemt voor iemand,
die men er van verdenkt communiste te
ADVERTENTIE
De havendiensten hebben het wrak van
het Griekse stoomschip dat Maandag in de
Schelde zonk, afgebakend door middel van
boeien en hebben vastgesteld dat er nog
een bevaarbare ruimte van 70 meter over
bleef in de vaargeul. De scheepvaart is in
vertraagd tempo en door middel van sleep
boten hervat.
Nader wordt vernomen, dat de „Belgion"
27 personen aan boord had en niet 19; 22
personen, onder wie een passagier van
Griekse nationaliteit, zijn gered.
zijn, kun je ook jezelf compromitteren
Gelukkig waren er and'eren, die wèl
durfden en die zelfs financieel bijsprongen
in deze moeilijke maanden.
Vier maanden leefde mevrouw Campbell
in spanning. Zij probeerde zich zo goed
mogelijk voor te bereiden op haar verboor.
Zij trachtte de laatste 15 jaar van haar
leven te reconstrueren en te ontdekken,
waarom men haar verdacht. 'Dat was ze
nuwslopend. De grootste schok gaf het haar
echter, dat een aantal vrienden en beken
den de omgang met haar vermeden. Het
leek wel alsof zij besmet was.
Alles viel tenslotte mee. Mevrouw Camp
bell is nooit lid geweest van die club. Zij
heeft er alleen twee openbare lezingen bij
gewoond van twee alom bekende schrij
vers. In de jaren 1940-1941 was zij ernstig
ziek. Toen kón zij eenvoudig zo'n club niet
bezoeken.
Na vier maanden werd zij in haar oude
functie hersteld. Wie echter zal de blaam
wegnemen, dat zij verdacht van revolu-
tionnaire activiteit tijdelijk ontslagen is
geweest?
Het is goed, dat deze verdachte zo ener
giek heeft gereageerd. Het is goed, dat zij
nu alles voorbij is haar ervaringen
aan de grote klok hangt. Het is belachelijk
en tegelijk uiterst triest dat men mensen
zoiets aandoet. Vrees en huichelachtigheid
wekt men aldus in de hand. Het was toch
waarlijk wel mogelijk geweest om als
men twijfelde aan mevrouw Campbell's
gezindheid op een andere manier achter
de waarheid te komen. Zulk een kennelijk
„licht geval" had uitstekend door een per
soneelschef behandeld kunnen worden. Een
personeels-directeur, die zich leent tot
practijken als hierboven vermeld, deugt
niet voor zijn werk. Hij ondermijnt de sfeer
in zijn bureau en kwetst zijn ambtenaren
voor het leven.
„Hij handelde in opdracht''', zal men mis
schien zeggen. Er zijn echter opdrachten,
die men verplicht is te weigeren.
Amerika heeft behoefte aan burger
moed. Mevrouw Campbell toonde die. Ge
lukkig zijn er meer Amerikanen, die van
zich af durven bijten.
Men zal zich afvragen; „is dit nu Ame
rika?" Het antwoord kan gelukkig zijn:
neen. Buiten de regeringsbureaux zal zulk
een geval slechts zeer sporadisch voor
komen en zelfs te Washington behoort het
gelukkig tot de uitzonderingen. Maar deze
belachelijke maatregelen worden toch nu
en dan getroffen en de demoraliserende
uitwerking ervan is zeer groot.. Zij vergif
tigen de atmosfeer. Het blijkt in de prac-
tijk niet eenvoudig om communistisch bad
water weg te gooien, en het kind, dat hu
maniteit heet, te behouden.
De 27-jarige Haagse vertegenwoordiger
F. H. W. Overwater. die Dinsdagavond in
zijn auto op de rijksweg AmsterdamDen
Haag, nog voor de brug over de Ring
vaart bij Schiphol een vuurtje voor zijn
sigaret van zijn medepassagier kreeg, ver
loor daarbij de macht over het stuur en
reed met 70 a 80 km. per uur van de weg
af tegen een paaltje, waardoor zijn auto
vele malen kantelde.
Zijn medepassagiere, de 31-jarige mej.
H. T. Dijkstra uit de Van Alkemadelaan in
Den Haag, werd daarbij zo ernstig gewond,
dat zij in het Wilhelmina Gasthuis moest
worden opgenomen. De heer Overwater
zelf kwam met de schrik vrij.
Naar de vereniging voor de koffiehandel
meedeelt, zijn de laatste beletselen voor de
hervatting van de termijnhandel in koffie
uit de weg geruimd. De begindatum voor
deze handel is nu definitief vastgesteld op
Maandag 9 Mei zowel voor Amsterdam als
voor Rotterdam.
Die dag zal in beide steden gelijktijdig
des ochtends om 11 uur cle officiële opening
plaats vinden, waarna terstond ook cle eer
ste noteringen worden opgemaakt. Op
Dinsdag 10 Mei begint de kof f ie termijn-
markt dan op de daarvoor vastgestelde
tijdstippen.
ADVERTENTIE
Zet V«»cM Wi j
In maa'
'<§5
Een uur voor het gedwongen vertrek
zou plaatsvinden, heeft het gemeentebe
stuur van Hamburg uit eigen beweging
twee gewezen Nederlandse onderdanen en
vluchtelingen uit het Franse vreemde
lingenlegioen Dinsdagavond toestemming
gegeven van boord te gaan.
Met gelukkige gezichten verlieten de
twee, de 29-jarige Andreas Lock uit Den
Haag en de 31-jarige Herman de Haan
uit Nijmegen het Duitse vrachtschip
„Christian Schulte" dat bijna van „vrij-
heidsschip' tot mensenval voor de beide
statenlozen was geworden.
Noch de Nederlandse, noch de West-
Duitse regering had voor de aankondiging
van het Hc-mburgse gemeentebestuur aan
Lock en De Haan toegestaan Nederlandse
respectievelijk Duitse bodem te betreden.
Een tragisch lot bedreigde het tweetal,
dat in de oorlog met de Duitsers heeft
meegevochten, omdat het schip Dinsdag
morgen reeds naar Noord-Afrika zou va
ren. In dat geval zouden zij naar alle
waarschijnlijkheid door de Franse autori
teiten gearresteerd en zwaar gestraft wor
den. Het schip werd echter in verband
met enige reparaties opgehouden. Om half
vijf kwam het besluit der Hamburgse
autoriteiten af.
De Hamburgse bladen maakten gisteren
in grote opmaak van het geval melding.
Tal van lezers boden de vluchtelingen
woon- en werkgelegenheid aan.
Leek en De Haan verklaarden echter
dat zij ook nu nog willen trachten vergun
ning te krijgen om naar hun vaderland
terug te keren.
Op Westerveld is Woensdagmiddag het
stoffelijk overschot van prof. dr. R. H.
Woltjer ter aarde besteld. Bij de velen die
hem de laatste eer bewezen, waren onder
rrieer minister. J. Zijlstra, prof. J. Helle-
ma, hoogleraar aan de Vrije Universiteit
en lid van de Eerste Kamer der Staten
Generaal, staatsraad dr. Rutgers, prof. mr.
M. C. Romme, H. W. Tilanus, A. in 't Veld,
wethouder van Amsterdam, het college
van curatoren, directeuren en hoogleraren
van de Vrije Universiteit, leden van de
onderwijsraad, als vertegenwoordiger van
de Schoolraad in Den Haag en van de
Unie van Scholen met de Bijbel in Geref.
verband, mr. T. Versteeg, de heer J. Wild
schut namens het centraal comité van de
AR kiesverenigingen, dr. B. H. Knoppers
uit Amsterdam en vele anderen.
In de aula werd gesproken door prof.
P. C. Berkouwer, die een gedeelte uit de
brieven van Johannes las. Het typerende
kenmerk van prof. Woltjer was zijn eer
lijkheid, aldus spreker. Deze eerlijkheid
betrachtte hij ook in de beoordeling van
het eigen leven. Voor velen is zijn per
soon van grote betekenis geweest. Hij was
het, die ons waarschuwde voor intellec
tuele hoogmoed. Hij was een strijdend
mens en het verstaan van het woord Gods
ging bij hem boven al.
Namens de minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen en de onder
wijsraad voerde prof. F. L. R. Sassen het
woord. Deze noemde de overledene de
beste kenner van de onderwijswetgeving
en haar geschiedenis in Nederland. Prof.
Woltjer had een begaafd juridisch gevoel.
Zijn werk in het belang van de pacificatie
van het onderwijs is waarlijk van natio
nale betekenis.
Prof. dr. J. Waterink sprak als rector
magnificus van de Vrije Universiteit en
als vertegenwoordiger van de Vereniging
voor onderwijs op Gereformeerde Grond
slag. Hij gaf een karakterschets van de
overledene en zei daarin onder meer:
„Woltjer heeft de boog gespannen en de
lijn getrokken van de generatie, waartoe
zijn vader en dr. A. Kuiper behoorden, tot
onze generatie".
Onder orgelspel door Egbert Vos werd
de kist naar de geopende groeve gedragen,
waar prof. Berkouwer een gedeelte uit de
Openbaringen van Johannes las en het
Onze Vader bad. Een zoon van de over
ledene, mr. J. Woltjer heeft namens de
familie alle aanwezigen voor de belang
stelling gedankt.
ADVERTENTIE
De Nationale Universiteit van de Ierse
Vrijstaat heeft aan prof. dr. Christine
Mohrmann, hoogleraar te Nijmegen, het
eredoctoraat in de letteren verleend. De
erepromotie is vastgesteld op 6 Mei te
Dublin.
99
99
IN HET AMSTERDAMSE DU MIDI-THEATER zijn bij ge
legenheid van het Zweeds koninklijk bezoek de vertoningen
ingezet van de film „Het grote avontuur", gemaakt door Arne
Sucksdorf. Het is index-daad alles het wex-k van één man. Zoals
ten onzent Herman van der Horst schreef Suckdorf voor zijn
film zelf het scenario, hanteex-de hij alleen de camex-a en zorgde
hij voor de montage.
Hij koos zijn onderwex-p in en uit de natuur. Het resultaat
is een px-achtige film, die evenveel speelfilm is als documen
taire, want het is de natuur zelf, die in „Het grote avontuur"
de hoofdrol vervult. Otters, vossen, een wild,e kat, zij komen
u telkenmale onder ogen. En dan nog twee klgine jongens, die
in hun onbevangenheid en verbondenheid met het leven der
dieren evenmin een pose aannemen tegenover de camex-a.
Sucksdorf vertelt hun belevenissen in een boeiende en altijd
mooie betoogtrant, die daarom zo bij u inslaat, omdat zij zo
zuiver is. Het is allemaal x-echt naar het hart, open en eerlijk,
het is fris en vermakelijk, het is vooral ongecompliceerd.
Deze kwaliteiten zijn zeldzaam en ze hier te vermelden is
tegelijk een erkenning van Sucksdorf's meesterschap over zijn
stof. De vergelijking mei Van der Horst dx-ingt zich graag op
bij het bespreken van zijn film, want de Zweed en de Neder
lander hebben beide hun liefde voor het ongerepte, de dieren,
de vogels, het landschap gemeen. Zij houden van het water en
de luchten, zij kunnen urenlang geduldig het leven van dier en
plant observeren en de verschillende brokstukken, die zij heb
ben „geschoten" in de montage aaneenx-ijmen tot een vloeiend
en x-hythmisch geheel. Van der Horst is bewogener, krachtiger,
vol dynamiek maar dat ook maar in zoverre zijn onderwerp
dat toestaat. Sucksdorf lijkt een rustiger man. In essentie is er
eigenlijk weinig verschil. Ze worden beiden getroffen door cle
schoonheid van de natuur en ze geven daaraan uiting in een
vorm, die altijd met de inhoud correspondeert. De aard van
hun onderwerp bepaalt hun rhythme. Ze zijn in ieder geval
niet beperkt. Zo kan men bij hun films genieten van de eerlijke
levenskracht, welke eruit spx-eekt en zo zal men wat „Het grote
avontuur" betreft zichzelf losmaken van alle remmingen onzer
vernuftige psychologische obsessies om, gedrukt met zijn neus
bovenop de natuur, te verademen en de oorspx-onkelijkheid te
herkennen van alle primaire levensvormen. In één woord: men
De vos, op zoek naar voedsel, dwaalt over de besneeuwae
vlakte voor het bos.
is weer kind van moeder natuur en schat haar rijkdom op de
hoogste waarde.
IN SUCKSDORF'S FILM STOEIT DE VOS MET DE OTTER,
jaagt de lynx achter de losgebroken waakhond, dwalen twee
kereltjes rond in de nacht om een belaagd dierenleven te
redden. De jaargetijden vinden hun weei-spiegeling in bomen
en planten, in de wolken en het water. De natuur heerst als in
de eerste dagen van de schepping in zuivere harmonie. Men
moet het zien om het te kunnen genieten en Sucksdorf dank
baar te kunnen zijn voor deze waarlijke oase in de vaak zo
dorx-e filmwoestijn. P. W. FRANSE
Voor vele mannen is de da
gelijkse arbeid niets anders dan
een goede vriendin, die hen
van 's morgens tot het vroege
avonduur zorgzaam in de ar
men houdt en hen behoedt
voor de verlokkingen des le
vens. De moderne maatschappij
heeft zowel voor het goed als
voor het kwaad gezorgd: zij
tracht de mensen te verleiden
tot een onophoudelijke reeks
genietingen van diverse allooi,
die zij aanprijst in schreeu
wende reclameplaten en sug
gestieve advertenties; doch aan
de andere kant sluit zij, door
een systeem van onverbreek
bare arbeidsbanden, de man
nen op in een veilige kooi van
wei-kuren, zodat zij niet in be
koring kunnen komen.
Wanneer ge, als man, gehoor
zoudt moeten geven aan alle
lokroepen en aanprijzingen die
u in duizelingwekkende wir
war worden voorgehouden zo
dra ge des morgens uw oren en
ogen openzet, zoudt ge diezelfde
dag nog berooid en ellendig aan
verpaupering en verachting
zijn prijsgegeven. Ge zoudt in
één adem een televisietoestel,
een ijskast, een auto, een
authentieke Perzische pers en
een villa in het Gooi moeten
kopen en dat niet alleen:
ge zoudt een tiental verzeke
ringen moeten sluiten, in Har-
ris Tweed gekleed moeten
gaan, véél minder water bij
uw thee moeten doen, een ex
tra-pakje roomboter moeten
aanschaffen en naar Nice vlie
gen (omdat dit alles goedkoper
is dan u denkt). Ge zoudt een
nóg beter electrisch scheer-
appax-aat moeten kopen en kip
pensoep nuttigen bij het avond
eten; ge zoudt tien merken si
garetten moeten proberen, om
dat zij allemaal beter zijn dan
de andere; ge zoudt uw lever
moeten wakker schudden en
een aantal tonica gebruiken
om stralende energie op te
doen; ge zoudt zelfs moeten
maken dat ge (ook) bij de
luchtmacht kwaamt en moe
ten overstappen naar de gezon
de helft van het bestaan, liefst
onderweg snel de twee-hap-
pen-px-oef nemend. Ge zoudt
een andere sooi-t zeep moeten
gebruiken, aangezien uw teint
ook eens aandacht verdient. Ge
zoudt meer fruit, meer bx-ood,
meer groenten en meer van
alles moeten eten en bij het
bridgen eerlijke wijn schenken,
inplaats van dat eeuwige kopje
koffie.
Dit alles zoudt ge kunnen
doen en voorwaar, ge zóudt
het doen, wanneer ge de hele
dag tijd had om aan de ver
leidingen te bezwijken. Doch
de maatschappij heeft u een
pantser gegeven. Uw pantser
is de tram of de bus van zo-
en-zo laat in de morgen, die ge
halen móet en uw kantoor of
atelier daar-en-daar, dat u
omhult en koestert, bewaart
en beschermt, en u niet loslaat
vóór de winkels goed en wel
gesloten zijn. Uw dagelijkse
arbeid is een goede vriendin,
die het oprecht met u meent
en u het leven gemakkelijk
maakt. Dankzij haar komt gij
dagelijks weer thuis als een in
teger-, onbezweken man, die
wat op zijn spaarbankboekje
heeft en houdt en de te
ring naar de nering richt.
Maar nu ge dat zijt gaan be-
seffen, moet ge bij uw thuis
komst niet meer wrevelig aan
uw echtgenote vragen, als zij
nederig om wat contanten ver
zoekt:
En wat hebt ge dan wel met
die rijksdaalder van gisteren
gedaan??
Want zij is in werkelijkheid
de onbeschei-mde, argeloze
prooi van het leven. Zij wan
delt als een suikerpop in de
regen blootgesteld aan de
venijnige aanvallen der recla
meleuzen en spitsvondigheden
van een marchanderende maat
schappij. Haar oren en ogen
worden bestormd door goede
doch dure raadgevingen. Zij
wordt belaagd door slagzinnen
en blikvangers, dag in dag uit,
bij iedere stap. Zij moet blind
en doof zijn om de vex-leidin-
gen niet te zien of te horen,
die in vex-lokkende tafex-elen
aan haar worden voorgezet. Zij
woi-dt door de vaardigheden
der verkopers gesleept naar de
kieren, waax-door heen zij blik
ken kan wei-pen in het maat
schappelijke pai-adijs. Haar le
ven davert van rollen textiel,
stapels slagroomtaarten, mode
snufjes, goud en zilver, gezond
heid en vreugde, schoonheid
en goede smaak, lekkernijen
en heerlijke geuren. Zij moet
met beide handen de goede
dingen des levens afweren, die
in steeds sterker wassende
stroom over haar worden uit
gestort; zij moet tegenstand
bieden aan de xylofoon van
beloften, die in alle tonen door
de vakmensen der propaganda
wordt bespeeld; zij wandelt de
spitsroeden der voorspiegelin
gen, zij ziet aan alle einders
een fata morgana; zij kan alle
vreugden van het bestaan krij
gen voor geld.
Maar des avonds moet zij
evengoed naar behoren kun
nen antwoorden op de netelige
vraag:
En wat hebt ge dan in vre
desnaam met die rijksdaalder
van gisteren gedaan??
Het is gemakkelijk, als een
onaantastbaar man door het
leven te gaan, wanneer vier
muren de sirenen der verlei
ding voor u tegenhouden. En
het is gemakkelijk, te vragen
waar het geld blijft, wanneer
ge zelf geen gelegenheid noch
bekoring hebt gehad om het te
ruilen voor de surprises van
een weelderige samenleving.
Er is een vergelijking tussen
man en vrouw, die hen beiden
de eer van hun sekse geeft,
doch tegelijk de eeuwige kloof
tussen hen onder fel licht zet:
Wanneer een man enkel nog
geld heeft om een brood te ko
pen, koopt hij het grootste
bx-ood dat hij krijgen kan; wan
neer een vi-ouw in deze situatie
komt, koopt zij een klein brood
in cellofaan met een rood lintje
erom
Zo is het voorzeker. De man
zal dan een dag langer geen
honger lijden, de vrouw zal die
dag op haar cellofaan en haar
rood lintje moeten knabbelen.
Doch haar dag zal schoner zijn
dan de zijne.
En daarom is het een bijna
bovenmenselijke kracht, die de
hemel moet hebben geschon
ken aan de vrouw: een kracht
die haar in staat stelt iedere
dag opnieuw weer het sobere
brood te kopen, en weinig
méér. Zij vliegt niet naar Nice
en steekt zich niet in satijn; zij
koopt het bx-ood, om des avonds
te kunnen antwoorden op de
vraag:
Wat hebt ge met die rijks
daalder van gisteren gedaan?
Maar we kunnen begrip op
brengen voor de vrouw, die na
een dag van nieuwe en glan
zende verleidingen te hebben
doorstaan, in de avonduren op
deze wrevelige vraag van haar
integere man antwoordt:
Met die rijksdaalder heb
ik vanmorgen eerst een nieuwe
wasmachine aangeschaft; daar
na heb ik mij per taxi naar een
schoonheidssalon laten rijden
om een volledige behandeling
te ondergaan; toen was het tijd
gewox-den om de twintig jur
ken te passen, die ik had aan
gekocht; tenslotte ben ik naar
Riche gegaan omdat ik mijn
vriendinnen beloofd had, een
champagnefuifje te geven; en
van de rest heb ik een lief
sport-cabrioletje voor zonnige
dagen gekocht. Hoezo?
Dat „hoezo" moet geklonken
hebben als de slag van een
guillotine. Een guillotine op de
blanke, onschuldige nek van
een braaf, integer man. J. L.
PARIJS, April Het Musée du Jeu
de Paume, waar de wei-ken van de impres-
sionnisten hangen en dat daardoor waar
schijnlijk het populairste museum van de
stad is, heeft zijn deuren voor enige tijd
gesloten. Er moeten herstelwerkzaamheden
verricht worden aan het gebouw en er zijn
dan ook dikwijls enkele mannen te zien,
die in gemoede over het dak sjokken. In
tussen zijn er andere impressionnisten aan
gekomen in de pendant van dit museum,
de Orangerie: honderd Franse schilderijen
uit Amerikaans bezit, waarvan de verto
ning in Parijs een zet is in eexi soort cul
turele goodwill-campagne, die de Ameri
kanen in deze maanden voeren. Er is niet
alleen de tentoonstelling in de Orangerie
„De David a Toulouse-Lautrec" genaamd
maar ook een van moderne Amerikaan
se schilders in het Musée de 1' Art Moderne.
Behalve dat het New Yoi'k City Ballet en
het orkest van Philadelphia komen, zal
ook „Oklahoma" hier opgevoerd worden.
En op het internationale toneelfestival
komen Amerikaanse gezelschappen, die er
vcrig jaar nog niet waren, met een
„Medea" van Robinson Jeffers en met het
welbekende „By the Skin of our Teeth" van
Thornton Wilder, in Nederland als „Met
onze hakken over de sloot" gespeeld.
Dit is het seizoen der feestelijkheden. Op
drukke kruispunten overal in de stad staan
blauwe palen met blauw-en-gele affiches
aan de top, uitgegeven door het Comité
des Fêtes de Paris: wekenlang zal het bal
hier, bal daar zijn. De schijnwerpers be
stralen avond aan avond het Panthéon, de
Nótre Dam. en de Are de Triomphe en tot
middernacht slingert een koude wind het
water van de fonteinen als regen over de
trottoirs aan de lijzijde. Overdag worden
wandelaars, bierdrinkers en politieagenten
met zoveel zonlicht overstelpt, dat hun
moeizame persoonlijkheden verluchtigd
worden tot een trui, een haardos of een
ceintuur. Geronk van auto's, kreten van
kinderen en stemmen van de caféterrassen
wapperen als wimpels op de tent van het
voorjaax-. Zulke dingen zijn mogelijk door
dat men niet goed meer uit zijn ogen kijkt
in het scherpe licht. Ineens doemt er iets
op, iets roods of van blikkerend blik: in
het laatste geval was het het blad van een
kellner die het buitenwerk doet, met twee
glazen bier, een waterkaraf en tal van
schoteltjes op elkaar. Aan de overkant van
de straat, in de schaduw van de huizen, is
het onbehaaglijk fris. En in duizenden
oude kantoren noteren onderbetaalde ad
ministratieve ki-achten transacties van het
hoogste belang voor de zekerheid in drie
voud.
Dit alles om te laten zien dat er geen
betex-e tijd van het jaar kan zijn voor het
bekijken van impressionnisten, tenminste
voor de meest dierbaar kleurlustigen onder
hen. Er is in de Ox-angerie een vroege Mo
net, bezit van een dominee in Pennsylva
nia: La Terx-asse au Bord de la Mer prés
du Havre, uit de tijd toen hij zijn kleuren
nog niet liet verdampen de zee, met zeil
scheepjes en stoomscheepjes, kabbelt ach
ter een hekje van gekruiste latten, twee
vlaggemasten steken tricolores in de
blauwe lucht, op de voorgrond tussen de
bloemenperken zit een heer met een witte
hoed naast een dame met een witte parasol
exi in gesprek bij het hekje staat nog zo'n
paar. Niets is hartiger dan deze vertolking
van wind en zon en het goede gemak. Nog
lustiger is Le Déjeuner des Canotiers, een
Renoir uit Washington, mannen in stro
hoed en witte baadjes, meisjes met roze-
wangen en ruime halzen. De druiven, de
glazen en de flessen wijn op het tafeltje
glinsteren meer uit eigen kracht dan door
de zon en buiten de waranda, die met een
gestreept zeil beschut is, steken de groene
bossen riet van de rivieroever hoog op.
Niettemin is het een ander soort schil
derijen dan deze, die het hart van de ten
toonstelling zijn: de Cézannes, maar ook de
oudex-en, die meer moeite hebben met het
geluk. Enige Daumiers, een man die aan
zijn handen aan een touw hangt, Corot aan
het tekenen op een bank tussen de bomen.
Verder een prachtige Coui-bet, een rots aan
de Middellandse Zee met op de voox-grond
enige vissersscheepjes op het stx-and. Maar
vooral een paar meesterstukken van Géri-
cault, die in 1824, toen hij stierf, pas 33
was. Ten eerste een portret van „Le fou,
voleur d'enfants" de dorpsgek die kin
deren steelt. Dan een portret van een dode
oude man en een tekening van een hoef
smid in de weer met een geërgerd paard.
Maar het onderscheid van waardering
wordt misschien in de hand gewerkt door
dat dit seizoen zichzelf in Parijs vol
doende is.
B. en W. van 's Gravenhage stellen de
raad voor, aan de Stichting 19401945 een
eenmalige subsidie toe te kennen van
30.000 gulden.