Puistjes mnm Luisterrijk diner in Rijks museum besloot drukke dag Witfe landen Frisse at Agenda voor Haarlem Instemming in Eerste Kamer met Parijse accoorden Amsterdams dagblad-journalist Pasquino voor rechter Krachtiger optreden gevraagd tegen behandeling van arrestanten in Indonesië Tweede dag van het hoge Zweedse bezoek: Delft, Den Haag, Rotterdam Twee jaar geëist tegen dienstweigeraar Twintig jaar geleden stierf Kruyder WRIGLEY Verklaring van het ministerie van buitenlandse zaken te Venezuela DONDERDAG 28 APRIL 1955 9 Dagvaarding: „Belediging van de Nederlandse politie' Zweedse kolonie Rijksmuseum Huidjes als satijn Marmeren beeld van prinses Wilhelmina op Aruba Vrouw en drie kinderen in de steek gelaten heerlijk - verfrissend De uitwijzing van de heer Vermeulen De Eerste Kamer heeft gisteren de be handeling van de begroting van Buiten landse Zaken en van het wetsontwerp tot goedkeuring der Parijse accoorden voortgezet. De heer Sassen (KVP) sprak woorden van dankbaarheid en sympathie jegens Zweden. Hij releveerde daarbij speciaal de hulp in 1945 en bij de watersnood in 1953 en hoopte de Zweden eerlang nog eens te kunnen begroeten in Europees verband- In de Parijse protocollen zag hij een aan wijzing, dat het Nederlandse grondgebied in zijn geheel zal worden verdedigd. Voorts zag hij in de protocollen een versterking van de NAVO. Uitvoerig ging hij in op de mogelijkheid tot hereniging van Oost- en West-Duitsland, waarbij hij stelde dat een geneutraliseerd Duitsland geen oplossing zal brengen. Zijn fractie zou stemmen voor de Parijse accoorden, al gebeurt dit niet van harte. Voor de Amerikaanse politiek in Azië had hij weinig goede woorden over. De V.S. kunnen niet in een deel van de wereld onze bondgenoten zijn en in een ander deel niet, zo was zijn mening. Hij drong er bij de regering op aan, dat men bij de V.S. zal opkomen tegen deze onaanvaardbare tegenstelling. Komende op de Benelux vroeg hij zich af of allen die bij het overleg in deze be trokken zijn wel voldoende doordrongen zijn van het Europese belang waarom het ook in de Benelux gaat. Ware dit wel zo, dan zou men vaak geen kleine moeilijk heden tot grote bezwaren laten uitgroeien. De volgende spreker was prof. Scher- merhorn (P. v. d. A.), die waardering had voor het beleid der ministers van Bui tenlandse Zaken. Hij achtte het min of meer tragisch dat Rusland zelf in de afge lopen paar maanden aanvaarding der Pa rijse accoorden aannemelijk heeft gemaakt door er krachtige argumenten voor aan te voeren. Het feit dat Rusland thans een vredesverdrag met Oostenrijk wenst, spreekt boekdelen, na de chicanes van de laatste jaren. Rusland houdt in zijn bui tenlandse politiek alleen maar rekening met feiten en niet met ficties. Rusland bedreigt de wereld nu wel niet met een directe aanvalsoorlog, maar be drijft een expansiepolitiek die overal pene treert en dit is in wezen veel gevaarlijker. Dit land wijkt slechts voor macht. Daarom hebben wij geen keuze tegenover Rusland, aldus prof. Schermerhorn. De herbewapening van West-Duitsland juichte hij zeker niet van harte toe, maar hij kon deze bewapening aanvaarden, zij het uit bittere noodzaak. Duitsland is thans niet meer dan een kleine provinciale macht vergeleken bij Rusland en Amerika en heeft weinig kans tot een wereldmacht uit te groeien. In de structurele wijziging van de samenleving der volken ligt zijns inziens een betere garantie tegen een herleving van het oude Duitsland dan in de Parijse accoorden. Een neutraal Duitsland zou met Oosten rijk, Zwitserland en Zweden een aantrek kelijk cordon voor Rusland vormen om daarachter een militaire macht op te bou wen. Bovendien brengt opgelegde neutra liteit het gevaar van een geestelijke labi liteit mee. Sterk waarschuwde hij tegen het „lok aas van een bewapend, neutraal Duits land", dat Rusland de wereld reeds eerder heeft voorgehouden. Hij achtte de Parijse accoorden een nieuwe stap op de weg naar Europese een heid. Dit is de weg om te voorkomen dat West-Duitsland zich verkoopt aan het Rus sische imperialisme. Prof. Schermerhorn toonde zich verder bezorgd over de gevolgen van proef nemingen met atoomwapens en hij be treurde het, dat de regering een onder zoek in deze in de zuiver wetenschap pelijke sfeer afwijst en het uitsluitend in de ambtelijke en militaire sfeer wil houden. Hij vroeg de minister of het ontkennend antwoord van 't ministerie in deze het resultaat is van een overleg tussen de regering en de Koninklijke Academie van Wetenschappen. Hij had goede redenen aan te nemen dat dit niet zo is. Het is thans van het groot ste belang de realiteitszin van de vol ken op te wekken en te stoppen met een struisvogelpolitiek, zo zei hij. Bandoeng Over de conferentie in Bandoeng zei prof. Schermerhorn, dat deze van de allergroot ste betekenis is en een nieuwe fase in de geschiedenis in Azië kan inleiden. Hij wees ADVERTENTIE op het grote belang van een neutraal India, dat deze positie overigens dankt aan het bestaande evenwicht tussen het Westen en de communistische landen. Daaraan zal zijns inziens een verzwakking van het Westen en van de NAVO Nehroe allerminst welgevallig zijn. Volgens hem kan ook de Nederlandse regering veel meer doen op het terrein der internationale technische hulp. Een Neder landse bijdrage van 100 millioen achtte hij dringend gewenst. De UNO schetste hij als een onvolmaakt instituut in een wereld van onvolmaakte mensen. Maar het volmaakte is nu eenmaal onbereikbaar en daarvan bewust te zijn kan ons behoeden voor overspannenver wachtingen. Indonesië Jhr. Ruys de Beerenbrouck (KVP) sprak in hoofdzaak over de ver houding tot Indonesië. Hij betoogde dat de Indonesiërs graag op twee paarden willen rijden en bestaande verdragen niet na leven. Daarom betreurde hij het dat de onderhandelingen vorig jaar zijn heropend. De behandeling van Nederlandse arres tanten in Indonesië achtte hij onmenselijk en hij protesteerde er krachtig tegen. Desnoods zal men een beroep moeten doen op het wei-eldgeweten. Ten aanzien van de republiek der Zuid- Molukken wilde hij niet meedoen aan de verwachtingen dat uit de actie een vrije zelfstandige republiek zal ontstaan. Aange wezen lijkt hem de weg van het streven naar autonomie binnen Indonesisch staats verband. Voor de Ambonezen hier te lande zag hij nog steeds heil in individuele op lossingen. „Drie ministers van Buitenlandse Zaken" Prof. Gerretson (C.H.) was van mening dat wij eigenlijk drie ministers van Buitenlandse Zaken hebben, daar hij de minister-president na Scarborough daar ook wel bij wilde noemen. Hij ontkende dat het tot de taak van deze bewindsman behoort de inzichten van onze buitenlandse politiek in het buitenland tot gelding te brengen. Bezwaren had hij ook tegen te grote ac tiviteit der ministers op het gebied der Europese integratie. Hij vroeg de regering voorts een nadere definiëring van het begrip „integratie", zulks „om ons uit de wolken van het illu sionisme terug te brengen naar de begane grond van de realiteit." De regering moet met plannen voor een Benelux-parlement haar eigen integratie- ideaal niet blokkeren. De grondslagen van de beginselen van de UNO zag hij als oorzaak van het mislukken dezer organisatie. Volgens de C.H.-senator zal België ADVERTENTIE Zuiver en ontsmet uw huid met de helder vloeibare D.D.D. De jeuk bedaart, de ziektekiemen worden gedood en de huid geneest. GENEESMIDDEL TEGEN HUIDAANDOENINGEN VLOEISTOF BALSEM ZEEP straks eisen gehoord te worden over de Nederlandse Delta-plannen en daartegen waarschuwde hij ten sterkste. Gebeurt dit, dan is dit het begin van grote ellende, zo was zijn mening. Nog eens kwam prof. Gerretson terug op de conferentie van Scarborough, die hij „een dramatisch keerpunt in de geschiede nis der sociaal-democratie" noemde. Deze zaak is volgens hem ook in het Zweedse parlement ter sprake gekomen en de han delingen daarover zou hij ter griffie depo neren. Zijn fractie is homogeen in de wens naar supra-nationale organisatie in Europa en hoopt, dat de Parijse protocollen daarvoor de oorsprong mogen vormen, zo zeide hij. Dat de regeringen daarin echter het recht krijgen geheime overeenkomsten af te slui ten betreurde hij echter, al vond hij het een winstpunt dat de mogelijkheid bestaat dat het bestaan van deze geheime accoor den gemeld wordt, waarbij echter de in houd geheim blijft. Hij zou zijn stem daar om aan de Parijse accoorden geven. De heer Algra (A.R.) sprak over Nieuw-Guinea. In feite ligt zijns inziens de zaak-Ambon op gelijk vlak als die van Nieuw-Guinea. Dezelfde argumentatie als die voor Nieuw-Guinea kan men ten aan zien van Ambon in de UNO ook gebruiken. Over het beleid van de regering ten aan zien van de Nederlandse gevangenen in Indonesië vroeg hij v/at de regering nu zo langzamerhand gaat doen buiten het zen den van nota's. Wat bedoelt de regering als zij zegt een beroep te willen doen op de wereldopinie? Zijn er geen andere moge lijkheden om aan deze onhoudbare toestand een einde te maken? De heer K a p t e y n (P. v. d. A.) wijdde aandacht aan het vraagstuk van de hulp aan de minder ontwikkelde gebieden van Zuid-Oost-Europa en bepleitte hulp aan Griekenland, waar de algemene situatie ten zeerste verbetering behoeft. Hij vroeg de minister of deze met zijn ambtgenoot van Landbouw deze materie zou willen bestuderen en binnenkort een plan tot hulpverlening aan Griekenland zou willen voorleggen. Prof. Rip (A.R.) vroeg of het mogelijk is dat de minister nadere inlichtingen geeft over het overleg in Benelux-verband over de economische integratie. Ook hij was van mening dat Griekenland moet worden geholpen. De heer Vixseboxse (C.H.) was van mening dat ondanks oppositie in de grote mogendheden de integratie onder de Wes terse landen vordert. Door versterking van de organisatie van het verdrag van Brussel bezit de West-Europese Unie een supra nationaal oi-gaan, al mist zij dan een par lementair orgaan. Zij kan een leidraad zijn bij de uitbouw van de NAVO. De vergadering werd hierna verdaagd tot heden. ADVERTENTIE Verrukkelijke pepermuntsmaak COLGATE - DE MEEST VERKOCHTE TANDPASTA TER WERELD De 68-jarige journalist J. H. J. L. uit vangenisstraf eisen. Tot slot requireerde RUDGE vanaf 178.— DONDERDAG 28 APRIL Zuiderkapel, Zuiderstraat: ds. J. Visser, 8 uur. Concertgebouw: Bazar ten bate van de ontheemden, 10—17.30 en 19—23 uur. Frans Halsmuseum: Bijzondere avondopenstelling; vèrlichting met kaarsen, 20—22.30 uur. Roxy: „Kinderen der liefde", 18 jaar, 8 uur. Luxor: „De baas in huis", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „De misstap van een moeder", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Van meisje tot vrouw". 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Palace: „Paniek in het circus", 18 jaai\ 7 en 9.15 uur. Lido: „Magnificent obsession", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Studio: „Magnificent obsession", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. VRIJDAG 29 APRIL Minerva: „Doctor in the house", alle leeft., 8.15 uur. Studio: „Bastogne", 14 jaar, 2, 6.45 en 9.15 uur. Roxy: „Op glad ijs", alle leeft., 2.30 uur; „Door liefde onteerd", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Happy ever after", alle leeft., 2, 7 en 9.15 uur. Rem brandt: „The true and the brave", 14 jaar, 2, 4.15. 7 en 9.15 uur. Frans Ilals: „Gevaarlijke liefde", 18 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur. Palace: „De prins student", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 915 uur. Lido: „Het bed", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Amsterdam, die dagelijks in het dagblad „De Telegraaf" een kroniek schrijft on der het pseudoniem „Pasquino", heeft zich Woensdag voor de rechtbank te Amster dam moeten verantwoorden voor een arti kel getiteld „De Schietdiender", dat in dit dagblad van 2 Februari 1955 van zijn hand was opgenomen. De officier van Justitie, mr. A. W. Hol- steijn, die de heer L. ten laste had gelegd het zich opzettelijk in beledigende vorm uitlaten over de Nederlandse politie, al thans over het openbaar gezag, achtte dit bewezen en eiste 600 gulden boete, subsi diair 30 dagen hechtenis. In het gewraakte stuk kantte de schrij ver zich tegen ambtenaren van de politie, indien die van hun vuurwapenen gebruik zouden maken, wanneer dat niet ter be veiliging van eigen of andermans leven of goed geschiedt, doch slechts dient om te verhinderen, dat een vluchtende misdadi ger ontkomt. Het artikel was van A tot Z in de dagvaarding ongenomen. „Pasquino" voerde als verweer aan, dat naar zijn mening het stuk niet beledigend voor de gehele Nederlandse politie was en dat mocht iemand dit met hem oneens zijn hij zeker niet de opzet had gehad het gehele politiecorps te beledigen. „Ik heb slechts mijn afkeuring willen uitspre ken over bepaalde ambtenaren van de po litie, die een te snel gebruik van hun vuurwapenen maken", zei hij. Als getuigen a decharge werden de hoofdredacteur van het dagblad De Tele graaf, de heer J. J. F. Stokvis, en de chef van de zetterij gehoord. Beiden bevestig den, dat de artikelen van „Pasquino" op de derde pagina volgens voorschrift van de hoofdredactie slechts dan door de zetterij mogen worden gezet, wanneer zij het fiat hebben van de hoodfredacteur. Ook het gewraakte artikel was voor accoord ge parafeerd door de hoofdredacteur. De officier van Justitie achtte in zijn re quisitoir het opzettelijk schriftelijk bele- ligen van het openbaar gezag en de politie bewezen. Mr. Holsteijn zeide te menen, dat het verweer van „Pasquino" niet opgaat. Hij citeerde enkele zinnen uit het artikel, doch voegde er aan toe, dat naar zijn me ning de strekking van het gehele artikel beledigend was. Voorts waarschuwde hij de journalist niet op dezelfde weg voort te gaan. Hij was reeds eerder voor een arti kel tot een geldboete veroordeeld. De vol gende maal zou de officier beslist een ge- hij een geldboete van f 600,of 30 dagen. Als raadsman betoogde mr. W. Broer tjes, dat het Openbaar Ministerie uiterst voorzichtig diende te zijn met zaken als de onderhavige, waarbij de persvrijheid is betrokken en waarbij ditmaal een kundig journalist van 68 jaar voor de rechter is gedagvaard en waarbij subjectieve beoor deling van de vraag of hier nu werkelijk het openbaar gezag in zijn geheel beledigd is zich gemakkelijk kan voordoen. Volgens pleiter waren er van de zijde van de po litie geen kjachten bij de officier binnen gekomen, dóch is het de procureur-gene raal geweest, die opdracht gegeven heeft om na te gaan of men de schrijver in ver band met het stuk wegens belediging kon vervolgen. Mr. Broertjes zeide voorts: „De zaak is voor de officier dubbel moeilijk ge weest, omdat hij geen steun kreeg van een der hoogste politiefunctionnarissen in Am sterdam: commissaris Posthuma. Toen de officier deze commissaris vroeg wat hij van het artikel dacht, antwoordde deze, dat hij tegen vervolging was, dat hij er geen aan leiding in kon zien tot bestraffing en zelfs niet tot ergernis". Pleiter betoogde, dat nu dus een vooraanstaand commissaris van politie zelf zegt, dat het stuk niet beledi gend is voor de Nederlandse politie, de officier noch de rechtbank de mening kun nen huldigen als zou hier belediging on omstotelijk bewezen zijn. Pleiter betoogde, dat de hoofdredactie (en niet „Pasquino" zelf) gezien het speciale voorschrift van de parafering zij ner stukken verantwoordelijk is voor de publicatie en verspreiding, waarvoor dus „Pasquino" niet veroordeeld kan wor den, al is hem dit in de dagvaardiging ten laste gelegd. Aangezien tegen de journalist geen bepaald feit in deze dagvaarding wordt omschreven, achtte hij haar nietig. De verdediger vroeg vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging. „Pasquino is niet gedisculpeerd door de paraferings-bepaling", zei de officier in zijn repliek, „hij blijft aansprakelijk voor het geschrevene. Ik geloof, dat door een bestraffing de persvrijheid niet wordt aangetast. Daarmede wordt slechts bereikt, dat de toestand verbetert, dat de artikelen een juistere vorm zullen krijgen". De rechtbank zal oo 11 Mei a.s. uitspraak doen. liet was iedereen, die Woensdagmid dag het koninklijk bezoek aan het wa terloopkundig laboratorium te Delft bij woonde, wei duidelijk dat koning Gu- staaf VI Adolf van Zweden een bij zondere belangstelling heeft voor de proeven, welke in het laboratorium wor den genomen. Hij liet zich door de directeur, prof. ir. J. Thijsse, uitvoerig inlichten en stelde tal van vragen. Daar uit bleek, dat bij de met het waterloop kundig laboratorium overeenkomende instelling in Zweden, het „Vattenbvg- gnadsinstitutionen" van de Koninklijke Technische Hogeschool te Stockholm goed kent. Hij trok dan ook verschei dene malen een vergelijking. Precies overeenkomstig het tijd schema, om tien minuten voor half drie, arriveerde de koning, koningin Juliana en prins Bernhard bij het laboratorium, waar zij werden ontvangen door de burgemeester van Delft, de heer D. de Loor, en prof. Thijsse. De koningin was gekleed in een petrolkleurige zijden ja pon, bruine bontstola en droeg daarbij een lichtblauw toque. De koning van Zweden en prins Bernhard waren beide in generaalsuniform. Tijdens het bezoek aan het laboratorium dat op de inleidende voordracht van prof. Thijsse in de bestuurskamer volgde, werd in het bijzonder de aandacht van de hoge bezoekers gevraagd voor de proeven, welke betrekking hebben op het Delta-plan. Met het grote model weden enige demonstraties gegeven. Eerst werden twee normale eb- en vloedgetijden nagebootst en daarna een stormvloed, waarbij de Biesboseh geheel onder water liep. Wat in werkelijkheid in een etmaal gebeurt, geschiedt in dit model in vijf minuten, zodat de hele demon stratie slechts een kwartier duurde. Het gehele bezoek duurde ruim een uur. Om half vier precies nam het hoge gezel schap afscheid en begaf zich, hartelijk na gewuifd door de belangstellenden, die zich in de omgeving van het laboratorium had den verzameld, naar Den Haag. De koninklijke auto en do vier volg auto's arriveerden des middags om 4 uur voor het gebouw van de Zweedse legatie aan het Lange Voorhout. Koningin Louise, die de tocht naar Delft niet had meege maakt, was reeds vertrokken naar de Zweedse legatie, na de luisterrijke lunch ten stadhuize en de ontvangst door het Haags stadsbestuur. Koningin Juliana en prins Bernhard namen aan de Zweedse legatie afscheid van de Zweedse gasten, om vervolgens naar Amsterdam te ver trekken. Reeds om half vier hadden zich vele honderden in de grote versierde zalen van „De Witte" verzameld. Alle in Nederland v/oonachtige Zweden met hun echtgenoten, alsmede een beperkt aantal Nederlanders, die een bijzonder aandeel hebben gehad in de bevordering van de betrekkingen tussen Zweden en ons land, waren voor deze samenkomst uitgenodigd. Het Zweedse vorstenpaar verliet des middags om kwart over vier de Zweedse legatie aan het Lange Voorhout, teneinde zich naar „De Witte" te begeven. De Zweedse gezant, de heer S. W. Dahl- man, hield daar een korte welkomstrede, waarna een driewerf hoera werd aange heven, dat werd gevolgd door het zingen van het koningslied. Koning Gustaaf VI Adolf sprak daarop kort zijn landgenoten en Nederalndse genodigden toe, waarna het Zweedse volkslied werd gezongen. De Zweedse koning en koningin begaven zich toen onder hun landgenoten. Zij onderhielden zich met velen op onge dwongen wijze, belangstellend informe rend naar hun werkzaamheden in Neder land, naar hun gezinnen en hun plaatsen van afkomst in Zweden. Om 5 uur erlieten de koning en ko ningin de sociëteit De Witte, op hartelijke en enthousiaste wijze nagewuifd door de Zweedse kolonie. Zij arriveerden om kwart voor zes in Amsterdam aan het paleis op de Dam. De voorgevel van het Rijksmuseum te Amsterdam baadde Donderdagavond in het felle witte licht van een batterij schijn werpers en terzijde van de linker-hoofd- ingang, toaar een brede loper was uitge legd, stonden twee maréchaussées in cere monieel tenue met getrokken sabel. Voor de tweede maal in de geschiedenis van het museum gaf de regering er een diner aan gasten van ons koninklijk paar. Het eerste was ter ere van het bezoek van president en mevrouw Coty in 1954. In de imposante eregalerij met aan zveers- zijden vier kabinetten met Italiaanse, ADVERTENTIE De krijgsraad te velde West heeft de 21- jarige dienstweigeraar D. B. uit Texel ver oordeeld tot 18 maanden gevangenisstraf en ontslag uit de militaire dienst. Beklaag de had voordat hij onder de wapenen moest komen èen verzoek ingediend om vrijstel ling. Dit was echter na het voorgeschreven onderzoek afgewezen. Hij had zich daarna wel aangemeld, doch geweigerd het uniform en de uitrusting in ontvangst te nemen. De auditeur-militair was van oordeel, dat het hierdoor een kwestie van opzettelijke ongehoorzaam heid was geworden en requireerde twee jaar gevangenisstraf en ontslag uit de mi litaire dienst. De verdediger voerde aan, dat duidelijk was gebleken, dat beklaagde niet voor de militaire dienst geschikt was en pleitte clementie. Franse, Spaanse en Vlaamse meesters, was een twintig meter lange tafel gedekt met 18e eeuws damast, serviesgoed (Meissner porselein) ruim 40 zilveren kandelaars, voor 62 gasten. De tafel was versierd met lila voorjaarsbloemen en zeventiende- eeuwse pronkstukken, drinkbekers van de gilden. De glimmend gewreven parket vloer was met antieke Oosterse tapijten belegd. Bij het couvert der koninklijke gasten stonden bijzonder fraaie 17e eeuws'e kel ken. Het glas van de Zweedse monarch draagt de inscriptie „De Wellecomst van onse vrinde" en de afbeelding van een zeil- glas waaruit onze vorstin dronk draagt tot de spreuk „Pax Optima Rerum" en een allegorische voorstelling van Holland. Het glas waaruit onze Vorstin dronk draagt tot opschrift „Salus Patriae" en eveneens een afbeelding van een zeilschip. Op het glas bij het bord van de Prins staat een steige rend paard afgebeeld met de woorden „Aurea Libertas". Drie grote geelkoperen Hollandse kaar senkronen met tientallen kaarsen ver spreidden een zacht en warm licht in de een vorstelijke aanblik biedende eregalerij. Gemaskeerd achter groene heesters, tus sen de beide toegangspoorten aan het eind van de galerij naar de Nachtwachtzaal, zat een strijkje van de Marinierskapel, dat dinermuziek ten gehore bracht. Kort na acht uur reden de zwart glan zende hofauto's met de koninklijke stand- daarden voorop bij de hoofdingang voor. Een talrijk publiek had zich opgesteld om de aankomst der gasten gade te slaan. De andere gasten, leden van het kabinet en van het corps diplomatique waren reeds eerder gearriveerd. De koninklijke gasten werden ontvangen door minister-president Drees en minister Cals. Voor men aan tafel ging vertoefde het hoge gezelschap nog korte tijd in een salon, waar 17e eeuwse gobelins waren opgehangen en een 18e eeuws Frans ameublement was geplaatst. Ook hier hingen fraaie koperen kroonluch ters. In de speciaal ingerichte ontvangstsalon gebruikten de koninklijke gasten met hun gastheren een aperitif, waarna men zich naar de eregalerij begaf. Direct aan het begin van het diner bracht minister-pre sident dr. Drees een heildronk uit op het Zweedse vorstenpaar en daarna een toast op H.M. de Koningin en Z.K.H. de Prins der Nederlanden. Het strijkje van de mari nierskapel opende daarop het dinerconcert met een wals. Aan tafel werden verder geen toespraken gehouden. Omstreeks kwart over tien was het diner ten einde en begaf het Zweedse konings paar zich naar de schilderijenafdeling, waar zij werden rondgeleid door jhr. Roëll. De andere gasten gingen naar de voorgalerij, die door gordijnen van de ere galerij was afgescheiden. Wanneer koningin Juliana in October een bezoek aan Aruba zal brengen, zahhaar daar de taak wachten een drie meter hoog witmarmeren beeld, voorstellende H.K.H. prinses Wilhelmina, te onthullen. Het beeld is vervaardigd in Florence door prof. Arnoldo Lualdi. Het park rond het beeld, dat aan de boulevard langs de zeekant komt, zal de naam Wilhelminapark dragen. Haarlemse koopman veroordeeld De Haarlemse rechtbank heeft vanmor gen een Haarlemse koopman, die zijn ge wezen vrouw en drie kinderen het nood zakelijk levensonderhoud had onthouden, waardoor deze in een hulpeloze toestand kwamen te verkeren, veroordeeld tot zes maanden gevangensstraf, waarvan de helft voorwaardelijk met drie jaar toezicht van de R.K. reclassering en de andere helft onvoorwaardelijk. Op Vrijdag 29 April zal het twintig jaar geleden zijn dat Herman Kruyder op 54- jarige leeftijd te Amsterdam overleed. Dat de naam van deze veelzijdige kunstenaar voor de Haarlemmers nog te weinig klank heeft, bewijst het feit dat de onlangs ge opende tentoonstelling van zijn werken in het museum „Het Huis Van Looy" de eer ste week ternauwernood honderd bezoekers trok. Dit is zeer te betreuren, omdat deze expositie vóór alles werd georganiseerd ten behoeve van de Haarlemmers en hen die in Haarlems omgeving wonen, om dezen te doen realiseren dat een kunstenaar van uitzonderlijk formaat ten nauwste verbon den is met de Spaarnestad en haar Zuide lijke contreien. In Haarlem was Kruyder omstreeks 1900 leerling aan de Kunstnij verheidschool. Van omstreeks 1910 tot 1919 woonde hij hier, daarna domicilie kiezend in Heemstede (tot 1923) en Bennebroek (tot 1927). Reeds thans wordt Kruyder algemeen erkend als een der grootste kunstenaars van de moderne tijd. De hevige spannin gen van zijn geest zijn navoelbaar tot in de kleinste studies en schetsen, die steeds groot werden onder zijn nerveuze maar va_ste hand. Navoelbaar ook in zijn snel wijzigende visie zoals deze tot uiting komt in de onderscheidene perioden van zijn scheppen. De erkenning van een groot kun stenaar is in haar eerste stadium vaak af hankelijk van tijdelijk geldende inzichten, die bepaalde onderdelen van het bewon derde oeuvre tot een algemeen gangbare voorkeur dwingen. Dit was onder meer het geval met het levenswerk van Vincent van Gogh, door hevige spanningen eveneens evoluerend in diverse perioden, die samen vattend plegen te. worden ondergebracht in diens Hollandse en Franse tijd. Parijs en Arles zijn begrippen geworden voor perio den die soms hartstochtelijk boven die van Don Haag en Nuenen werden verkozen. En toch: hoe volledig en indrukwekkend is Van Gogh aanwezig in zijn scheppingen uit deze perioden! Zó volledig en indruk- wekkend dat denkbeeldige eliminatie van het werk uit deze vruchtbare tijd zijn ar tistieke gestalte onherstelbaar zou aant?~- ten. Al te- nadrukkelijke voorkeur voerde tot miskenning van zijn totale productie en daarmee onherroepelijk van zijn eigen lijke grootheid. Soortgelijke voorkeur, in dit geval afhan kelijk van extremistische tijdverschijnse len, doet zich ook voor bij de waardering van Kruyders nalatenschap. Ten aanzien van diens oeuvre zijn Haarlem, Heemstede en Bennebroek begrippen geworden, doch nimmer kwamen deze perioden in de ex positiezalen tot hun volle recht. De expo sitie in „Het Huis Van Looy" werd samen gesteld om de grootheid te tonen, welke °°k de werken uit dié periode bezitten. Wij vinden daarin „de volledige Kruyder" die ons in dit stadium van zijn scheppen evenzeer boeit en imponeert als in de latere werken, waaruit als bij Van Gogh de kreet der wanhoop ons tegenk'WV. De tentoonstelling, die volleö?"'-->fdsfci$lve werd aangevuld met karakteristieke voor beelden uit allervroegste en allerlaatste perioden, is geopend tot 16 Mei. H. P. BAARD. ADVERTENTIE K&yW zuivert mond en keel verhoogt uw werklust De ambassade van Venezuela in ons land heeft de volgende verklaring van het mi nisterie van Buitenlandfee Zaken in Vene zuela uitgegeven: „In verband met de situatie, die werd uit gelokt door de heer A. Vermeulen, lid van de raad van beheer van het „International Labour Office" (ILO), die de vijfde bij eenkomst van de petroleumcommissie in Caracas bijwoonde, deelt het ministerie van Buitenlandse Zaken van Venezuela het volgende mede: 1. De door de heer A. Vermeulen ge lezen red'evoering in de openingszitting van de vijfde bijeenkomst der petroleumcom missie is een vooropgezette d'aad van open lijke belediging en inmenging in de ooli- tiek en interne aangelegenheden van Vene zuela. 2. Het optreden van de heer Vermeulen maakt deel uit van een plan van groter draagwijdte, dat er op gericht was de bij eenkomst der petroleumcommissie te on dermijnen en ernstige onrust onder de Venezolaanse vakverbonden te scheppen, „dit in overleg met verschillende organi saties. voornamelijk de „Regional Inter- American Organisation of Workers""(ORIT) en de „American Federation of Labour" (AFL). 3. Internationale doctrines en praktij ken kennen aan iedere redering het recht toe een buitenlands ambtenaar, d'ie zich aan handelingen van genoemde aard schul dig maakt, als ongewenst te beschouwen en maatregelen te nemen, die wenselijk wor den geacht, zoals o.a. het stellen van een termijn voor het verlaten van het betref fende grondgebied. 4. Gebruikmakende van deze bevoegd heden heeft de regering van Venezuela aan de heer A. Vermeulen medegedeeld, dat hij tot persona non grata was verklaard en zijn onmiddellijk vertrek van Venezolaanse bodem werd geëist. 5. De heer Vermeulen vertrok 26 dezer om half tien des avonds vanuit Maiquetia, een normale vlucht van een toestel van de luchthaven van Caracas naar Curacao met Pan American Airways. David Morse, de directeur-generaal van de Internationale Arbeidsorganisatie, heeft vanuit Genève inlichtingen ingewonnen naar aanleiding van de uitwijzing van de heer Vermeulen. De permanente vertegen woordiger van het Internationaal Verbond van Vrije Vakverenigingen in Genève, Hermann Patteet, gaf als z\jn mening te kennen dat het enige, wat de autoriteiten van de raad van bestuur van de Interna tionale Arbeidsorganisatie nu kunnen doen, is te besluiten dat de conferentie in Cara cas niet zal worden voortgezet. De Inter-Amerikaanse Arbeidersorgani satie te Mexico heeft, naar aanleiding van de uitwijzing van de heer Vermeulen, alge hele stopzetting geëist van de plenaire ver gadering van de petroleumconfei -•tie t* Caracas, aldus de laatste berichtei

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1955 | | pagina 9