smaakt dan shag Wegens moord 20 jaar geëist Het Concertgebouw-Orkest met Grumiaux als solist 39 Koning Oïdipoes" Openbaar lichaam voor de Zuidelijke IJselmeerpolders Ontslagen ex-stakers voor Amsterdams scheidsgerecht r TWEEDE KAMER VRIJDAG 17 JUNI 1955 7 HOLLAND FESTIVAL GARAGE DEN HOUT u HOLLAND zo dicht mogelijk „Gemeentebestuur kan niet met zich laten spotten' Examens Uit alle macht der liefde voor het to neel, die in mij brandt, protesteer ik te gen de volstrekt stijlloze opvoering, die de Nederlandse Comedie gemeend heeft te moeten bijdragen tot het Holland Fes tival 1955, van „Koning Oidipoes" van Sophokles, waarvan Donderdagavond in de matig bezette Stadsschouwburg te Am sterdam de première werd gegeven stijlloos in die zin, dat er sprake was van een mengeling van alle mogelijke (dal wil in dit geval zeggen: onmogelijke) stijlen, van renaissance tot naturalisme. Dat is mede een gevolg van de nogal Vondeliaan- se vertaling, nu en dan herinnerend aan de vaderlandse predikantentoon, die Jan En gelman in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen maakte. Laat deze dan „eenvoudiger en be ter voor het voetlicht komend" zijn dan die van Boutens, de dubieuze winst daar van woog niet op tegen de bezwaren van deze grotere gemeenzaamheid. De tekst van Boutens had stellig kunnen dwingen tot meer eerbied voor de vorm en mis schien tot het nemen van een ruimere af stand, waarvan ADVERTENTIE het resultaat in apollinische zin treffender van verre had kunnen zijn. En natuur lijk is ook de weinig doelbewuste regie van Johan de Meester verantwoordelijk voor wat in mijn ogen een mislukking was. Maar de ergste fout is dat een gezelschap, dat de beschikking heeft over een rascomediant van grootse allure als Ko van Dijk en een typische pathosspeler als Johan Schmitz, de titelrol toevertrouwde aan Han Bentz Han Bentz van den Berg en Ank van der Moer in „Koning Oidipoes" van Sophokles, welke tragedie door de Nederlandse Come die ook vertoond zal worden in het Internationale Theaterfestival te Parijs. van den Berg, een acteur voor wie ik in menig opzicht een zeer hartelijke bewon dering heb, maar die hiervoor totaal onge schikt geacht kon worden door iedereen die ooit zijn „Gysbreght" zag. Men ként de geschiedenis van Oidipoes die, onbekend met zijn afkomst, zijn va der vermoordde en met zijn moeder trouwde. Over de vraag naar de schuld voor deze onbewust begane misdaden zijn ADVERTENTIE WAGENWEG 166-168 - HAARLEM RENAULT D. K. W. STUDEBAKER De officier van justitie bij de rechtbank te 's Hertogenbosch heeft Donderdag tegen de 31-jarige stucadoor J. van S. uit St. Mi- chielgestel wegens moord op zijn 18-jarige stiefdochter J. de II. een gevangenisstraf van twintig jaar geëist met aftrek van het voorarrest en ter beschikkingsstelling van de regering. In de namiddag van 6 Februari werd in de afgelegen Tielse Hoeve onder de ge meente St. Michielsgestel een conflict be slecht, dat te groot bleek voor een amn, wiens intelligentie, volgens het psychia trisch rapport, gelijk te stellen is met de intelligentie van een 10-jarige. Tussen beide genoemden was een verhouding ont staan. die beëindigd werd toen een derde ten tonele verscheen. De genegenheid ver anderde in jaloezie en haat, aldus de offi cier, toen verdachte bleek, dat politie en reclassering op de hoogte waren gesteld van deze omstandigheden in het gezin van Van S. Naar de mening van de officier is alles volgens een bepaald plan verlopen. Op die Zondagmiddag is verdachte met zijn vrouw en stiefdochter, die in 's-Herto- genbosch in betrekking was, naar huis ge- fiets. De man ging vooruit, en was reeds thuis toen de beide anderen arriveerden. Hij zat aan tafel en na binnenkomst van het meisje vroeg hij haar of zij verloofd was. Na haar bevestigend antwoord stond hij op, haalde uit zijn zak een automatisch pistool en na een korte achtervolging vuurde hij op het meisje, dat wegsnelde maar op het erf van de buren dodelijk ge wond in elkaar zakte. De officier was van oordeel, dat de bij de verdachte geconsta teerde bewustzijnsvernauwing en het ge bruiken van enkele borrels door verdachte geen beletsel vormen voor de voorbedachte rade. Verdachte verklaarde voor de rechtbank, zich niets meer van het gebeurde te herin neren, doch ontkende de tenlastelegging niet. De raadsman stelde, dat het conflict boven het intelligentievermogen van ver dachte is uitgegaan. Naar zijn mening had niet verdachte doch het slachtoffer de ver houding uitgelokt. De man zou op die Zon dag volkomen dronken zijn geweest en de mogelijkheid was volgens de raadsman niet uitgesloten, dat verdachte op het moment van zijn daad ontoerekenbaar was. Naar zijn mening behoort verdachte in een zie kenhuis thuis en niet in de gevangenis. Hij vroeg de rechtbank, verdachte alleen ter beschikking te willen stellen. Uitspraak op 23 Juni aanstaande. bibliotheken volgeschreven en de meest gangbare conclusie is deze, dat hij „de dupe werd van de slechte smaak van de goden". In ieder geval kan men niet zeg gen dat Oidipoes leed aan het naar hem genoemde complex. In dit opzicht vertoont dit ongewone treurspel overeenkomst met Ibsens drama van de erfelijke belasting, waarvan de volle zwaarte geleidelijk ge openbaard wordt. Maar veeleer heeft men hier te doen met de tragedie van het hoog moedige weten-willen. Oidipoes wordt het slachtoffer van een noodlottige catastro fe: het onontkoombare lot straft hem voor de fouten van zijn voorgeslacht. Hij is echter geen passief slachtoffer, integen deel: het lot werkt door zijn karakter. Zijn deugden (zijn vastberadenheid en zijn gevoel voor verantwoordelijkheid) en zijn slechte eigenschappen (zijn trots, zijn nieuwsgierigheid, zijn onbeheerstheid) spannen tegen hem samen. En zo vindt zijn noodlot een „tragische" rechtvaardi ging in zijn innerlijk. „Naturen zoals gij zijn meest zichzelf tot last", zegt Kreoon ergens. Daarom kan de schuldvraag ver der buiten beschouwing blijven, want Oidipoes overtreedt het voorschrift der mo raal, dat door het koor wordt vertolkt: niemand mag weten, wat de dag van mor gen brengen zal. Met zeldzaam meesterschap heeft So phokles het middel der dramatische ironie gehanteerd en dan te bedenken dat de trilogie, waarvan „Koning Oidipoes" deel uitmaakte, in de oudheid op een toneel wedstrijd de tweede prijs achter het werk van Philocles, een neef van Aeschylus, be haalde! Geweldig is de tekening van de grootheid van de titelheld, die zo'n onge lijke strijd moet voeren en die daarbij niet zwicht. Deze grandeur ontbrak in de hui dige vertoning ten enenmale. Men zou het psychologisch bestudeerde spel van Han Bentz van den Berg hebben moeten prijzen als het inderdaad een stuk van Ibsen was. Nu betekende zijn versobering tot het menselijke (waar het gaat om het boven menselijke) in feite een demonstratie van machteloosheid. Zoals in zijn „Gysbreght" de barokke dubbelnatuur ontbrak, zo ging hier het aangrijpende effect van de beke ring bij de ontdekking van zijn identiteit verloren. Er verscheen in het eerste toneel geen fiere zelfbewuste koning, maar reeds een gebogen smekeling zonder hovaardij in het aanroepen van de goden. De elemen taire dubbelzinnigheid van zijn woorden was zoek. Men schijnt bij de opzet van deze voor stelling vergeten te zijn, dat het een stuk ,avant la psychologie" is. De Grieken waren nog bezig de menselijke natuur in zijn hoogten en diepten te ontdekken. Er is geen plaats voor die achteraf bedachte nuances en subtiele suggesties van zoge naamde voorgevoelens, die wij thans voor gezet kregen. Goed van Bentz van den Berg waren dan ook alleen die scènes, waar vertrouwde emotionele ervaringen aan te pas kwamen, zoals het uitspelen van de argwaan jegens Kreoon, zijn zwager. Maar het tafereel met Jokaste werd weer zuiver Ibsen en zulke hartekreten als „Hoe duld ik dit?" of „Diepe angst kolkt door mijn ziel" werden holle phrasen, in tegenspraak met de physieke houding. Een bijna over slaande stem in vlagen van woede heeft met hartstocht van formaat even weinig te maken als de trillingen, die de strakke vorm van de zinsbouw aantasten. Het ver zoek om opheldering aan de blinde ziener Teiresias had als een bevel moeten klin ken van iemand die halfheid noch tegen spraak duldt. Met deze „Christelijke" held viel niets te beginnen. Jammer, maar men had het kunnen weten. Ank van der Moer was voortreffelijk in haar optimisme bij de komst van de her der, maar wist dit peil in de uiterst moei lijke rol van Jokaste niet te handhaven. Zeer indrukwekkend was de Teiresias van de als gast medewerkende Louis Saalborn, die direct de felle spanning tot stand bracht. Helder en zonder gewichtigdoenerij was de Kreoon van Johan Schmitz, met tot medelijden dwingende intensiteit het verslag van de dienaar door Guus Hermus. aanvaardbaar 't bodeverhaal van Henk Rig- ters, onaanvaardbaar de mannetjesmakerij van Dick Scheffer als de herder.Verder moe ten Philippe la Chapelle, Bob Goedhart en vooral André van den Heuvel worden ge noemd. Ton Lutz zei de verbindende reien met precieuze zorgvuldigheid, maar nogal gelaten, alsof de hele onderneming hem niet zo bijster interesseerde. Als regisseur had Johan de Meester tal rijke goede intenties. Mogelijk werd zijn weifelende aanpak mede ingegeven door twijfel aan de geschiktheid van de rol bezetting. Dat kan ik niet beoordelen. Veel zeggend is zijn opmerking in het program ma, dat Oidipoes een „misschien wat arro gante, maar goede en krachtige koning is". Dat is, zoals reeds werd uiteengezet, een door de omstandigheden opgedrongen, maar daarom niet minder fundamentele mis kenning. En aan het slot van de voorbe schouwing leest men: „Een Griekse trage die is meer dan een psychologisch spel van menselijke hartstochten, maar ook een religieus gemeenschapsspel". Zo gesteld is dit een gevaarlijke redenering, want het Omdat Shagretta bereid en gemêleerd is volgens het unieke Clark Procédé EQ7. Omdat het Clark Procédé EQ7 onder meer betekent dat bij het vervaardigen van Shagretta natuurgefermenteerde tabak wordt gebruikt, die aan Shagretta die uitzonderlijke rijpheid geeft. Omdat het Clark Procédé EQ7 een betere, gelijkmatiger tabaks- mélering garandeert en een mooier uiterlijk geeft. Koop en rook een pakje Shagretta en vergelijk het met shag. ZIET HET - U VOELT HET - U PROEFT HET Shagretta smaakt beter dan shag! Shagretta - de nieuwe, lekkere sigarettentabak kunt U roken in de soort die U gewoon bent. VIRGINIA - AMERICAN - HALF ZWAAR - ZWAAR Shagretta smaakt ook heerlijk in de pijp. LOUIS'.DOBBELMANN N. V. HO L L A N O' - (Van onze parlementaire redacteur) Het verslag van de vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken omtrent interparle mentair contact in het kader van de NAVO gaf aanleiding tot een slechts korte gc- dach ten wisseling. De heer Fens (KVP) stemde in met het voorstel van de commissie om uit te spre ken. dat de Kamer instelling van een Raad gevende Interparlementaire Vergadering in de Noord-Atlantische Verdragsorganisa tie wenselijk acht en om door de voorzitters der beide Kamers een aantal leden der Staten-Gcneraal te laten aanwijzen ter bij woning van de in Juli a.s. te Parijs te hou den samenkomst van Parlements-ledcn uit de NAVO-landen. Hierna bleef men steken in de verdere behandeling van het ontwerp tot wijziging van de artikelen 64 en 65 van het Besluit Herstel Rechtsverkeer. Minister Do n k e r moest namelijk nog nader met zijn ambtgenoot van Finan ciën overleggen over een alsnog in het wetsvoorstel aan te brengen wijziging, om enigermate tegemoet te komen aan bepaal de wensen die in een aanvankelijk door de minister zeer bezwaarlijk genoemd amen dement-V a n Rijckevorsel (KVP) belichaamd zijn. Dinsdag hoopt de minister van Justitie in staat te zijn de beoogde wijziging ter tafel te leggen; al met al be tekent dit een succesje voor mr. Van Rijckevorsel, die immers ten dele zijn zin zal krijgen. Mogelijk zal men onderwijl meteen nog eens moeten nagaan of het ontwerp niet een ontwerp-Rijkswet moet worden, gelijk prof. Lemaire (KNP), heeft betoogd. Na een korte gedachtenwisseling. waar aan de heren v. d. Zanden (KVP), R i t- m eest er (VVD) en m r. Beernink (C.H.) deelnamen, ging het door minister Beel verdedigde voorstel inzake verhoging met een tijdelijke toeslag van de pensioe nen krachtens de wet buitengewoon pen sioen 1940'45, er zonder stemming door. Het wetsontwerp met instelling van ene openbaar lichaam voor de Zuidelijke IJsel- meerpolder, dat ten doel heeft (nu de wer ken aan de dijken van Oostelijk Flevoland zeer ver zijn gevorderd) ten behoeve van de gemeentelijke overheidszorg op korte termijn voorzieningen te treffen, deed de heer Ritmeester (VVD) twee vragen behandelen: te weten: hoe men zo spoedig mogelijk tot exploitatie van de polder en verder hoe men zo spoedig mogelijk de zich daar vestigende bevolking in staat zal stellen het beheer van het land door eigen bestuursorganen uit te oefenen. Het moet mogelijk worden commissies in het leven te roepen, die zelfstandig zullen kunnen argeren, waartoe zeer zeker wetswijziging nodig zal zijn. De heer Engelbertink (KVP) be treurde met velen zijner politieke vrienden de nauwe aansluiting bij het ondemocra tisch statuut voor het openbaar lichaam Op de tweede dag van het Holland Festi val luisterden wij in het Concertgebouw te Amsterdam naar ons eerste orkest onder zijn eigen Nederlandse dirigent Eduard van Beinum, dus in de vertrouwde eigen stijl, die ook ons zo vertrouwd, zo eigen in de oren klinkt. De eisen van een zo interna tionaal gericht kunstfeest, als het Holland Festival nu eenmaal is, brengen mee dat het Concertgebouw-Orkest straks onder de impuls van anders geaarde temperamenten zijn slagvaardigheid en zijn aanpassings vermogen zal moeten tonen. Nu konden wij het nog eens horen zoals het naar aard en wezen is, spelend in een gebondenheid die toch de individuele musiceerzin niet doodt. Wat het geheim van zijn warm klankgehalte en zijn natuurlijke expressi viteit is en tevens dat van Van Beinum's kunst van dirigeren. Het begon met de „Hebriden"-ouverture van Mendelssohn, dat meesterwerk van is voor en boven alles grootse en mee slepende mythologie. In de décorbouw (van Eppo Doeve) zijn dienovereenkomstig al taar en paleis tegenover elkaar geplaatst, de polen van het duel tussen goddelijke en menselijke autoriteit. Daar zou veel voor te zeggen zijn, mits men Oidipoes niet als een Elckerlyc had voorgesteld en het nood lot niet als een hemels gerecht in middel eeuwse trant. Wat mij betreft hadden die décors trouwens helemaal weg mogen blij ven, want ze dienden in de eerste plaats als opzuigers van het licht, dat de mepsen gestalte had moeten geven. DAVID KONING romantisch classicisme, vormschoon beel dend en sfeerwekkend tegelijk. Daarna kwam de Belgische violist Arthur Gru miaux het Concert in A van Mozart ver tolken. Hii deed dit in alle correcte be scheidenheid van een interpretatiekunst, die er in de eerste plaats op bedacht is de stijl en het gemoed "N van de componist PrOTTV A T 16 benaderen- ln r Do II VAL cke zin klonken ook de eigen ca- denzen van Gru miaux. Tezamen met het orkest werd het een puur musiceren, eenheidscheppend in het bonte plan der juveniele compositie. Voor het éclante succes dankte Grumiaux met het „Largo" uit de vijfde Sclosonate van Bach en dit werd een juweel van no bele klank en diepe bezinning. De Symphonische Suite, samengesteld door Eduard Reeser uit Diepenbrock's muziek bij „Elektra" van Sophokles, ver tegenwoordigde met ere de Nederlandse scheppende toonkunst in het programma. Deze illustratieve muziek, in hoofdzaak geschreven om de spreekstem te onder steunen, komt wellicht in deze concert- vorm het gunstigst tot haar recht. Zij ieidt een te zelfstandig leven om niet hinderlijk te zijn bij een gesproken tekst. En boven dien is er het dualisme van de stijl der muziek tegenover die van de antieke tra gedie. De laat-romantische stijl van Die- penbrock met zijn effectrijke orchestratie, vooral in de kopergroepen, maakt de Elek- tra-suite echter tot een buitengewoon dankbaar orkestwerk. Tenslotte werd me', buitengewoon or- chestraal raffinement de muziek voor snaarinstrumenten, slagwerk en celesta van Béla Bar tok uitgevoerd en hebben wij de wonderlijke suggestie ondergaan van het Adagio, het derde dee! de geheimzinnigs nocturne, die het geruis als essentieel ele ment gebruikt. Het is alsof Bartók hier een nieuwe ader aanboorde voor de muziek der toekomst. JOS. DE KLERK. „de Noordoostelijke polder". Beter ware nauwere aansluiting geweest bij de wet van 31 Mei 1937 met instelling van een open baar lichaam voor de Wieringermeer. Spreker vroeg nadere inlichtingen over de verhouding tussen de Landdrost en de com missies van advies waardoor hij wordt bij gestaan, alsook over de bevoegdheid, de samenstelling en de werkwijze dezer com missies. Het geheel van de gemeentelijke en Rijksvoorzieningen zal in het gebied in kwestie door één man moeten worden ver zorgd; telkens schijnt hij echter in een andere functie op te treden. Uit de stukken blijkt dat de regering overwegend bezwaar koestert de Rijksvoorzieningen over te la ten aan een openbaar lichaam. Onjuist is dat één man, de Landdrost, (tevens belast met de Directie, welke een grote overeen komst met een Rijksdienst vertoont), zon der college, zulk een machtige invloed kan uitoefenen, als het ontwerp mogelijk maakt. Daarom voerde spr. een pleidooi voor het scheppen van een Raad van overleg. Hij hoopte, dat de minister zijn in de Memorie van Antwoord te dien opzichte nog inge nomen afwijzend standpunt zal laten varen. Zo niet, dan dreigde spr. er mee een uit spraak van de Kamer uit te lokken. Ir. Vondeling (Arb.), die hetgeen de Ka mer thans voor zich heeft, een „ondoor zichtig geheel" vond. vestigde o.a. nog eens de aandacht op het destijds door dr. W. H u y g e n s (tegenwoordig burgemeester van Bergen N.H.) in zijn studie over het bestuur en het beheer van de IJselmeer polders „De Wieringermeer" uitgewerkte voorstel, dat zijn inziens van grote beteke nis te achten viel om tot een bevredigende bestuursvorm te kunnen komen. Bedenke lijk acht ir. Vondeling, dat verordenende bevoegdheden in de handen van één man worden gelegd, kennelijk overblijfsel uit de bezettingstijd! Toen spr zeide zich be wust te zijn, dat zulks niet vriendelijk klonk, interrumpeerde minister Beel: ..ik zal u wel antwoorden". Minister Beel zette uiteen, dat en waar om in de huidige phrase van de opbouw van de polder alles aankomt op eenheid van beleid en samenwerking met de di rectie. Daarom wees hij het denkbeeld van een bestuurscommissie af. Thans is nog niet het ogenblik aangebroken om een be slissing inzake de provinciale indeling te nemen al is zij ook niet van zins zulks no deloos lang uit te stellen. In de eerste phase zullen het voorname lijk algemene zaken zijn, die de Landrost aan haar voor zal leggen, waarna hij ten slotte toch zelfstandig beslist. Met betrek king tot de werkwijk van de commissie(s) van advies zal men zich vooral richten naar de in de N.O. nolder opgedane er varing. Het grondwettelijk bezwaar van ir. Von deling tegen het in het leven roepen van 'n éénmans-orgaan was volgens de minis ter niet gezond. Onjuist noemde hij het hem voor de voeten te werpen, dat hij, zoals onder de Duitse verordeningen in de bezettingstijd gebeurde, een bestaand col lege door één man wilde vervangen. Hier van is geen sprake. Het gaat ef sléchts om een vorm te kiezen, die bij de huidige stand van zaken past en deze vereist het hu eerst te doen met één man, doch zodra de omstandigheden dit zullen toestaan, zal het tot het scheppen van een werkelijk demo cratisch aangewezen en samengesteld col lege dienen te komen. Een bestuurscom missie waarin naast deskundigen, na en kele jaren ook mensen uit de polder zitting zouden kunnen krijgen, zou door het over wicht van de deskundige leden toch on bevredigend zijn. Nadat minister Algera hierna nog enige puntjes had behandeld, wees hij er op, dat de verantwoordelijk heid voor het grote werk, dat in de polder wordt ondernomen, dus voor de Rijksvoor zieningen, in de eerste plaats bij de Re gering moet liggen, evenzeer als dat met betrekking tot een gewone Rijksdienst het geval is. Tegen een Raad van Overleg, welke zou moeten dienen om de Directie bij te staan, gelijk de heer Engelberting voorstond, had de minister geen pricipieel bezwaar, maar o.m. in verband met de taak van de Zuiderzeeraad zouden er zich nog wel problemen voordoen. Intussen was de regering bereid om het denkbeeld van die afgevaardigde in overweging te nemen en eventueel ook om het voor te leggen aan de Zuiderzeeraad. Vrijdag voortzetting van dit debat. Vanavond en Zaterdagavond na zonsondergang zal er ook nog - na de training voor de Grote Prijs van Nederland - geronk zijn van automotoren op het circuit van Zandvoort. Dan zal namelijk een openlucht-voorstelling worden gegeven van „De Overmoedigen" (The Racers). De film is gebaseerd op de roman van de ex-coureur Hans Ruesch. De coureur Graaf de Graffenried verleende zijn medewerking aan deze Cinemascope-film. Zoals te begrijpen valt waren er nogal wat technische J' Lf I, Wo 1 nirf Qr\rolf or- problemen op te lossen voor wat betreft het stereophonisch geluid, de luidspreker groepen en de lichtsterkte. De voorstellingen op het circuit beginnen om half tien. Op de foto ziet men het projectiedoek van 160 vierkante meter voor de pits van het circuit. Donderdag heeft het Amsterdamse ge meentelijk scheidsgerecht onder voorzit terschap van prof. mr. W. G. Vegting, be noemd door de gemeenteraad, een aanvang gemaakt met de eerste vier zaken van de 64 stakers, die door het gemeentebestuur naar aanleiding van de stakingen van het trampersoneel, het personeel van publieke werken en van het gasbedrijf zijn ontslagen. Tegen dit ontslag was o.a. de eerste kla ger, wiens zaak Donderdag behandeld werd. de 60-jarige pontschipper M. Huisman, die een 28-jarige staat van dienst heeft, bij het scheidsgerecht in beroep gegaan. Dit scheidsgerecht telt behalve de voorzitter nog vier leden, twee aangewezen door de ambtenarenorganisaties de heer G. van der Houve en mr. G. Baas en twee door B. en W. van Amsterdam de heer A. de Bruyn en ir. D. W. Gerritsen. Aan een aparte tafel zat de gemachtigde voor B. en W., mr. C. Ensing. De verdachte werd bij gestaan door de voorzitter van de A.B.V.A. (Algemene Bond van Ambtenaren, aange sloten bij het N.V.V.), de heer S. Bonn, die eveneens aan een aparte tafel zijn plaats had. In de eerste zaak werd van beide zijden, dus zowel door de verdediger van de klager ais door de gemachtigde van B. cn W., uit voerig over de achtergronden van de sta king gesproken. In dat opzicht zal deze eerste behandeling dus afwijken van de 63 volgende, want naar verwacht mag wor- den', zullen partijen zich dan beperken tot I de persoonlijke détails. De heer Bonn betoogde, dat iemand die doorwerkte geen „maffer", maar „kerel" was bij deze staking. Voor doorwerken tegen de wil van de vele collega-ambtena ren in, was naar zijn mening moed nodig. „Die moed heeft Huisman echter niet op kunnen brengen," vervolgde hij. „Hij is meegesleurd in de golf van zg. solidariteit van vals sentiment. Een paar uren, waarin hij zichzelf verloor, dreigen hem nu nood lottig te worden. Hij is met ontslag te zwaar gestraft." Hij verzocht het scheids gerecht niét om Huisman geheel vrij te pleiten, doch om B. en W. te adviseren straf, echter een andere dan ontslag, even tueel met voorwaardelijk ontslag en dan met de maximum proeftijd van drie jaren. De belangen en het standpun: van B. en W. werden vervolgens uiteengezet door de gemachtigde van het gemeentebestuur, mr. C. Ensing. Deze sprak over de tragiek van de staking. De beslissing om '54 der .-ta kers te ontslaan, is dan ook de gemeente raad zeer aan het hart gegaan, doch zij was volstrekt onvermijdelijk ter wille van de toekomstige gang van zaken, terwille van het algemeen belang. Mr. Ensing me moreerde alle waarschuwingen, die B. en W. tijdens de stakingsdagen bekend heb ben gemaakt, waaruit duidelijk te verstaan was, dat het gemeentebestuur deze zaak ernstig opnam, en niet met zich wilde U ten spotten. De ontslagen thans weer intrekken zou ernstig afbreuk doen aan het gevoerd beleid. De stakers zijn tenslotte ambtena ren, die geheel uit eigen vrije wil in dienst van de gemeente zijn gaan werken. Niette min zijn zij met hun catastrophale actie begonnen. Daarmede hebben zij volgons mr. Ensing hun plicht schromelijk verzaakt Ten aanzien van de heer Huisman was mr. Ensing geneigd aan te nemen, dat hi.i niet zo zeer voor de druk van zijn mede-stakers was gezwicht, doch eerder zich daaraan gaarne blootgesteld. Mr. Ensing verzocht dan ook het scheidsgerecht het door Huis man tegen zijn ontslag ingestelde beroep ongegrond te verklaren. Na re- en dupliek deelde de voorzitter tot besluit van deze eerste zaak mede. dat de uitspraak op een later tijdstip zal wor den gedaan. Daarna volgde de behande ling van nog drie zaken, die tegen de kraandxijver-electricien A. A. Stegenga van Haven- en Handelsinrichtingen, de 37- jarige dekknecht der veerponten T. Twigt en de 27-jarige dekknecht G. W. van der Meer. De eerste werd verdedigd door de heer L. Mok, de twee laatsten beiden door de heer C. Baatenburg de Jong. De behan deling dezer zaken zal nog lange tijd vor deren. Tegen de beslissing van het scheids gerecht bestaat zoals bekend moge lijkheid van hoger beroep bij de Centrale hem te'straffen met een onvoorwaardelijke Raad van Beroep te Utrecht. 's-Grnvenhao-e: Notarieel examen: A. J. Stalpers. Haarlem (2e gedeelte): C. F. J. van de- Va!k. "s Gravenhaee (le gedeelte); R. J. Slaopen. Groningen (2e gedeelte). leiden: cand'daafsexamen psychologie: '""ei. M. van Es te Den Haag: mej. S. C. M. Beentaran te Leiden en de heren mr. A. van Vpure te Wassenaar en F. C. van der Werff te Den Haag. Gepromoveerd is tot doctor in de 'et-eren en wijsbegeerte op nfWsehr'ft ..Remnants of Han law" de heer A. F P. Hnlsewe. geboren te Ber- 'iin-Ghar'nttenburg en thans wonende te Leiden. De nhbmotie geschiedde cum lande. Rotterdam: Nederlandse Economische Ho geschool. candidaafsexamen: mei. H. J. Go- ris. Den Haag en de heren P. Th. M. Geul, Schiedam: P. Kiewie' de Jonge, Rotterdam: Hendrobudianto. Rotterdam; H. G. Snijder, Rotterdam: R. Tisnn Soenranto. Rotterdam: W. A Erath. Den Haag: So^kandar, Rotter dam en N vnn Unef, Rotterdam. A**»5*»rdam: Gemeente Universiteit: be vorderd mot lof tot doctor in de wis- en natuurkunde op proefschrift getiteld: ..Het speetp'm van neodvnium, structuur. Zee- man-eféfet -n isotooieverschuiving" de heer P. F A. K'inkenberg. geboren te Amster dam Bevorderd tot doctor in de wis- en natuurkunde op nroefsebrift getiteld: Nu- elear snectroseooic investigations of some isotonec of caesium, lead and mercury" do heer G T T,,::"h. v->n in Amsterdam, en nn r>r.-„fCf,t-,.:?( r-r,n ood"i"7ick vail dp i-itnsn-rrm.r I-, 'n •ar.-nzn" de heer C. Ke'dpr iTo'im-pp te sterdam. Doctoraalexamen F.n"?'s: -T. W. G van Alphcn iGouda) cn T. C. van Meurs 'Heem stede). Doeforaal-examen scheikunde: W. G. Gel'ing. Amsterdam. Doctoraal examen aardkunde: P.. van Os. Amsterdam. Docto raalexamen biologic- W. Companion. Am sterdam. wis- en na tuurkunde: -T F J. K'"'g-rs en W. .1 Ols- man, Amsterdam. Amsterdam: Gemeente Universiteit" Be vorderd tot doctor in de geneeskunde op proefschrift getiteld: „Het voorkomen van pleuropneumonie-achtige organismen bij de mens" mevrouw A. G. M. Huysmans-Evers, geboren te Amsterdam. Doctoraalexamen rechten: K. F. Scholten van Aschat. P. Kremer en N J. P. Giltav Veth. Amster dam. Doctoraalexamen ns,-'*h'Un«*;p" H van Saane. Zaandam. <?n voor hp' candidaats- examen usychologie: mej. F.. Leendertz. mej. G. Schenk, mej. W. A. Ninaber. me.i. E. Veltman, mej. C. E. J. Bertling, mej. E. H. M. Cijfer, mej. C. van Gelder en de heer J. Th. Bonnema, Amsterdam.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1955 | | pagina 13