Het is maar een kwestie van wennen franse paragraaf
Met lectuur op avontuur
SCHUDDEN VAN HET LACHEN
Larousse
Een tip voor de trip
Litteraire
Kanttekeningen
Berlijns publiek bekroonde voor bet eerst Duitse films
Zwarte" entréeprijzen voor zwarte „Carmen
Festival in Luzern
Onze Puzzle
Kinderboek bekroond van
een ex-Nederlander
AMSTERDAM, Juli Wij wonen nu
sinds een week in Holland en sindsdien
doen wij hardnekkige pogingen om na een
verblijf van enkele jaren in Parijs weer
aan het oude vaderland te wennen. Het
zal binnenkort wel lukken, voorlopig is
het helaas nog wat moeilijk. Het moet ge
zegd worden: zodra men zich in het ge
drang der mensen in dit Amsterdam stort,
is het ook een vrijwel ondoenlijke taak
zich te realiseren, dat men uiteraard maar
in Holland is.
Als ik goed gelezen heb, moeten er nu
ruim negenhonderdduizend Amsterdam
mers zijn. Ik weet niet, waar zij zich ver
borgen houden, maar zij hebben hun stra
ten ,hun trams en bussen, hun bioscopen
en restaurants blijkbaar met een breed ge
baar overgelaten aan de toeristen. Kellners
zijn ononderdrukbaar geneigd u in het
Duits aan te spreken, hotelportiers even
natuurlijk in het Engels en tijdens een
wandeling ik moet het u bekennen
voor een hernieuwde kennismaking met
oud-Amsterdam ben ik in het Frans aan
gesproken door een mij onbekende vrouw.
Misschien is het voor haar een soort vak
taal.
Vorige week ben ik per trein naar Haar
lem gegaan. Op de heenweg deelden mijn
vrouw en ik (zij spreekt nog geen Hol
lands) de coupé met twee Amerikaanse
meisjes, een Frans echtpaar met een zeur
derig kind en een kampeerder uit een
van de Scandinavische landen. Tussen
deze passagiers ontwikkelde zich een con
versatie in een taal, die bij mijn weten
nog geen naam heeft. Iedereen leek de an
deren echter te begrijpen en het enthou
siasme over Nederland was algemeen. Een
nog veel tevredener reisgezelschap had
den we trouwens op de weg terug. U zult
het misschien overdreven achten ter wille
van mijn verhaal, maar het is echt zo, dat
er nu een Amerikaans echtpaar, een
Zuid-Afrikaan en een verlopen Engels
man in onze coupé zaten.
Ik heb mijn echtgenote altijd voorge
houden, dat Nederland wordt bevolkt door
Nederlanders. Nu zij er woont, is zij maar
matig geneigd deze en daardoor ook
iedere andere verklaring van mij te ge
loven. Overigens moet ik u vertellen, dat
de aanbouw in Sloterdijk, het Nieuwe
Westen van Amsterdam, waar ik door Ne
derlanders nog geen goed woord over heb
horen zeggen, een diepe indruk op het
echtpaar uit Los Angelos maakte. „Het is
haast Amerikaans", zeiden zij over deze
stadsuitbreiding en dat moet voor hen bij
na de hoogste bestaande lof zijn.
Alleen in de winkels in onze buurt,
worden nog wel Hollanders aangetroffen. In
overvloed zelfs. Wat mijn vrouw het meest
en het onaangenaamst opvalt, zijn de slui
tingsuren. In Parijs gaan de kruidenier,
de bakker, de slager en ook de meeste an
dere dagelijks bezochte winkels om half
zeven of uiterlijk zeven uur 's ochtends
open. Zij blijven open tot één uur. Daarna
is bijna alles gesloten tot ongeveer vier
uur 's middags en van dat moment af
kunt u weer overal terecht tot half acht
tot acht uur 's avonds. Toegegeven dat dit
voor het personeel van die winkels niet
zo erg aangename uren zijn voor de
huisvrouw is dit ideaal. Ik heb getracht
mijn vrouw uit te leggen, waarom in Hol
land voor tien uur 's ochtends geen vers
brood mag worden verkocht: sinds zij
echter heeft ontdekt, dat de bakker het
brood tóch al om zeven uur kant en klaar
heeft liggen, ontgaat haar de pointe van
deze sociaal opgezette regeling.
Dat zijn een paar van de eerste din
gen, die ons hier zijn opgevallen. Ik zal
u er in de komende tijd zeker nog meer
kunnen vertellen. A. S. H.
LUZERN (Un. Press) De dirigenten
Eugen Ormandy, Ernest Ansermet, Herbert
von Kara jan, Ataulfo Argenta, Rafael Ku-
belik en Otto Klemperer hebben hun mede
werking toegezegd aan het internationale
muziekfeest, dat hier op G Augustus begint.
Zij zullen elk een symphonieconcert leiden.
In het festival, dat duurt tot 30 Augus
tus, treden ook instrumentale solisten op:
de violisten Nathan Milstein, Arthur Gru-
miaux, Wolfgang Schneiderhahn, de pianis
ten Clara Haskil, Géza Anda, Robert Ca-
sadesus en voorts de Spaanse guitarist
Andres Segovia.
DE LAATSTE jaren hoort men veel
klachten over het schudden van de treinen.
De geleerden staan hier, zoals steeds, voor
een raadsel. Vroeger meende men name
lijk in dergelijke gevallen met een slij
tageproces te doen te hebben, doch dit
blijkt slechts een bijkomende omstandig
heid te zijn. Men kan rails, dwarsliggers
en onderstellen vernieuwen, het helpt geen
zier. Onlangs heb ik bij de Nederlandse
Spoorwegen nogal dringend gevraagd of
men verwacht had, dat al deze kostbare
maatregelen wél een zier zouden helpen,
doch men moest mij daarop het antwoord
schuldig blijven. Dergelijke reparaties zijn
een kwestie van gewoonte. Men denkt er
eenvoudig niet bij na, men doet maar.
Niemand wist mij trouwens te vertellen
wat een zier is. Toch is de oplossing van
het probleem heel eenvoudig: het schom
melen van de treinen wordt veroorzaakt
door het schudden van de buiken der rei
zigers, speciaal van die der handelsreizigers.
Vroeger immers plachten deze lieden een
broodtrommeltje van huis mee te nemen
en daaruit af en toe een hapje bij wijze
van lunch te gebruiken. Het malen der
kaken had geen noemenswaardige invloed
op het rollen van de rijtuigen. Tegen
woordig hebben zij echter moppentrom
mel tj es bij zich en daaruit komt nu het
euvel voort.
Sinds het een algemeen bekende wijs
heid is geworden, dat handelsreizigers hun
klanten niet alleen artikelen maar ook
montere verhaaltjes moeten aanpraten,
hebben vooral de Amerikaanse uitgevers
zich gehaast daarbij de helpende hand te
bieden: zij brengen thans boekjes in de
handel, waarin alle loslopende moppen
keurig zijn geregistreerd. Nu van niemand
meer enige warenkennis wordt verlangd,
op hun uitwerking te toetsen. Daarvoor
kiest men medereizigers en dit verklaart
de hierboven gesignaleerde rampzaligheid.
Het wil daaarbij wel eens gebeuren, dat
de passagiers hun vervoermiddelen mee
sleuren op het hellende vlak, maar erg
schuin is het lachwerk toch zelden, on
danks de vaak pikante verpakking.
Dezer dagen heb ik bij een kiosk een
paar van die zakboekjes gekocht en voor
de grap zal ik daar eens te hooi en te gras
wat uit overnemen. Misschien vindt u dat
wel leuk. Dan kunt u ook eens lachen.
Kent u bijvoorbeeld de volgende definitie
van het beroep van staatslieden? „Politiek
is de kunst om moeilijkheden te zoeken,
die overal te vinden waar ze niet zijn,
daarvan een verkeerde diagnose op te
stellen en daarop de meest ongewenste
geneesmiddelen toe te passen". Thomas R.
Marshall, de plaatsvervanger van Wood-
row Wilson, moet gezegd hebben: „Er wa
ren eens twee broers. De één liep weg
naar zee, de ander werd tot vice-president
van de Verenigde Staten gekozen en van
geen van beiden heeft men ooit meer iets
gehoord".
Hij is ook de vader van de politieke leuze:
„Wat dit land nodig heeft, is een goede
sigaar van vijf cent". Een tegenstander in
de verkiezingsstrijd merkte op: „Goede si
garen van vijf cent zijn er genoeg, maar
de ramp is dat de fabrikanten ons daar
een kwartje voor laten betalen".
Kent u deze, uit hetzelfde boekje? Een
zwerver had horen verluiden, dat ook
Shakespeare al wist, dat goedhartigheid
repliek van een schoffie aan een agent, die
steeds klemmender aandrong op de be
kentenis van een diefstal, die hij meende
te hebben waargenomen: „U moet me niet
zo haasten, het kost tijd om de waarheid
te verzinnen
DAT BRENGT MIJ meteen naar een
ander boekje, waarin zonderlinge politie
rapporten en rechtzaken worden onthuld.
Tijdens de openbare behandeling van een
geval van moord met voorbedachten rade
stond een blonde schoonheid in de ge
tuigenbank. De officier van Justitie begon
zijn geduld te verliezen en vroeg nog drin
gender dan de vier voorgaande keren: „Ik
herhaal en nu voor het laatst waar was
u op de avond van de vierde September
van het vorig jaar?" De getuige boog het
hoofd alsof zij op het punt was in snikken
uit te barsten: „Vraagt u mij dat alstu
blieft niet". Er ging een huivering door de
zaal, want men voelde dat de climax nu
bijna was bereikt. „U moet ons dat ver
tellen!" donderde de officier van Justitie,
die opnieuw begon: „Waar was u op de
avond van de vierde September van het
vorig jaar?" Het blondje bloosde. Ze zei:
„Als u het dan met alle geweld wilt weten
ik was thuis bezig een kruiswoord-
puzzle op te lossen". De rechters werden
nog rechter van verbazing. „Maar dat had
u toch niet hoeven te verzwijgen, daar
steekt toch niets schandelijks in?" merkte
één van hen vriendelijk op. „Noemt u dat
dan niet schandelijk, als een mooi meisje
als ik haar tijd met een kruiswoordpuzzle
moet verdoen?"
hebben de vertegenwoordigers aldus toch
iets gekregen om onderweg te bestuderen:
de humor van alle eeuwen. Anecdotes zijn
namelijk oude geschiedenissen, die altijd
nieuw blijven. Zoals de Lorelei steeds heur
gouden haren zat uit te kammen, behoeft
men hierbij alleen maar de baarden af te
scheren. Het is een vitaal onderdeel van
de verkooptechniek om de grappen eerst
in gezette lichamen huist. Toen hij daarom
een zwaargebouwde dame tegen kwam,
hield hij haar staande met de traditionele
smeekbede: „Ach mevrouw, helpt u mij, ik
ben uitgehongerd, ik heb al in vier dagen
niets gegetenWaarop de aangespro
kene antwoordde: „Nee maar, ik wou dat
ik zoveel wilskracht had!" Behalve de
openbare weg vormen café's een dank
baar jachtterrein voor humoristen. Twee
dames vroegen aan een passerende kellner:
„Kunt u mij ook zeggen of het nog
regent?" De ober mompelde: „Het spijt
mij, maar ik help niet aan deze tafel. Mijn
collega zal u inlichten!" Mooi is ook de
Een Adonis kwam, zo lees ik op een
andere bladzijde, voor het eerst in Londen
en vroeg aan een kennis: „Welke straf
staat er hier op bigamie?" Onmiddellijk
repliceerde de aangesprokene: „Twee
schoonmoeders". Voor hetzelfde misdrijf
stond een man terecht, die echter na lange
ondervragingen onschuldig werd bevonden.
„U kunt naar huis gaan," zei de rechter
minzaam. „Dank u zeer, edelachtbare," al
dus de vrijgesprokene, die vervolgde:
„Maar voor alle zekerheid zou ik graag
willen weten of het nog verschil maakt
naar welk huis ik terugkeer?"
Sommige mensen denken, aldus de sa
mensteller van deze juridische bloemle
zing, dat alle advocaten schurken zijn,
omdat zij zelf schurken zouden wezen als
zij advocaten waren. En kent u deze defi
nitie: „Een alibi is het leveren van het
PARIJS, Juli - -. Toen André Cham-
son, nu bekend als romancier en als direc
teur van het Petit Palais, een jongetje was,
kon hij nooit genoeg in de encyclopedie van
Larousse de hoofdstukken lezen, die hem
de bewijzen leverden van Frankrijks groot
heid. Hij vertelt daarvan in een autobio
grafisch boek: eerst waren er zijn vader en
diens vrienden, die hem vertelden dat alle
belangrijke nieuwe uitvindingen door Fran
sen gedaan werden, dan was er Anna, de
Italiaanse dienstbode, die het bevestigde:
„Hoe is Italië, Anna?" - „Arm!" antwoord
de zij. „En Frankrijk, is dat rijk?" - „Of
dat rijk is! Millioenen en millioenen - mil-
liarden en milliarden!" Tenslotte was er
de Larousse, die acht pagina's kaarten van
Frankrijk gaf en maar één van Duitsland
en van Engeland, bovendien twee pagina's
met uniformen van Franse soldaten en
maar één met Duitse, waar er ook nog min
der op stonden dan op een aan Frankrijk
gewijde. Toen zijn amandelen gepeld wa
ren, was het eerste waar hij Anna op zijn
bed om vroeg het deel van de Larousse met
de letter F - „om mij opnieuw te overtui
gen dat Frankrijk het eerste land van de
wereld was".
In een latere editie van de Larousse, van
na de eerste wereldoorlog, zijn de acht pa
gina's kaarten nog te vinden, maar de twee
pagina's soldaten niet meer. Bij „Unifor-
mes" staat een enkele pagina met alleen
Franse voorbeelden, half gevuld met die
van vreedzame ambassadesecretarissen,
hoogleraren aan de faculteit der letteren,
rechters en kruiers. Voor verdere emoties
moet men het hoofdstuk „France" gaan le
zen, dat begint: „Frankrijk, de grootste
staat van West-Europa en de tweede van
Europa na Rusland, aan de Noordkant be
grensd door de Noordzee, het Kanaal....
hoofdstad: Parijs". Een markant verschil
al met de eerste regels van ons aardrijks
kundeboek aan het begin van de lagere
school, waar gezegd werd dat het van Ro-
deschool naar Eysden niet minder dan drie
honderd kilometer is, maar dat er nog veel
grotere landen bestaan: „Wat moet de hele
wereld dan wel verbazend groot zijn!" Wie
daarmee begonnen is, zal niet gauw dezelf
de voorstelling van Europa hebben als
iemand, die zich gevoed heeft met de tekst
van Larousse.
De vergelijking is niet onberispelijk: de
tekst van de Winkler Prins zal zeker an
ders luiden. Maar het verschil tussen twee
nationale uitgangspunten wordt er in ieder
geval mee aangegeven. Blijft over te weten
in hoeverre men onherroepelijk de slaaf is
van zulke voorstellingen van zaken, ver
kregen in zijn kinderjaren. Om iets te on
derscheiden van hun invloed hoeft men al
leen even op te zien na het „hoofdstad: Pa
rijs" gelezen te hebben aan het eind van de
elementaire beschrijving van Frankrijk:
het klinkt als een zakelijke mededeling,
maar haalt tegelijkertijd de herinnering op
aan een voldoening die men als kind on
dervond van zo'n veelbetekenende waar
heid. Lezend in de Larousse komt men tel
kens terug op de wens, dat men het eerder
gedaan had, toen er nog tijd te over was en
de besteding daarvan de kunst. De delen,
zes in getal, zijn zo groot en zwaar dat men,
eenmaal met een ervan voor zich gezeten,
onwillig is om het na lezing van één ru
briek alweer naar zijn plaats terug te dra
gen. De teksten zijn dan ook zo beknopt dat
men niet, zoals in de Encyclopedia Brittan-
nica, al spoedig door een besef van onmacht
bevrijd wordt van de dwang tot verder bla
deren.
Vandaar de wetenschap dat een guzzo
een klein bootje is, zoals men ze vindt in
de haven van Ajaccio, een nieuwe ontmoe
ting sedert jaren met de gratte-dos, de rug
krabber (stokje met, aan één der uiteinden,
een handje van ivoor, been, enzovoorts) en
de teleurstelling, ook hier te vinden, in de
beschrijving van Den Haag: hoofdstad van
het koninkrijk der Nederlanden (misschien
is dat in nog recentere edities verbeterd).
Men kan ook een vruchtbaarder werk
doen, het ophelderen van straatnamen:
waarom rue Botzaris bijvoorbeeld? Marcos
Botzaris, 1788-1823, was een Griekse vrij
heidsheld, gesneuveld bij Missolonghi, de
zelfde plaats waar het volgende jaar Byron
omkwam. De rue Jasmin is genoemd naar
een dichter in de Gasconse taal, in de eer
ste helft van de vorige eeuw.
Maar na een kwartier daarvan is het al
tijd nodig aan iets anders te beginnen. Het
is te laat voor ander dan zakelijk gebruik
van de Larousse en voor nabootsing van
Cliamson, zelfs op kleine schaal.
bewijs dat u in een kerk was, waar u niet
was, om te bewijzen dat u niet in een
brandkluis was, waar u wel was." Een
vrouw vroeg echtscheiding aan wegens
geestelijke wreedheid van haar man: „Hij
eerbiedigt maar één wet, die van de zwaar
tekracht". Zo zou ik nog een hele tijd
kunnen doorgaan, maar ik ben bang dat u
zich een spoorwegongeluk zult lachen, als
u deze krant toevallig in de trein leest.
KO BRUGBIER.
„IN WEER EN WIND" is een boekje, dat om het nu eens oorspronkelijk te
zeggen in geen koffer mag ontbreken. De titel is wel niet aanmoedigend, maar
wie weet. En dan zijn er, mocht in deze vacantieweken eens een dag door een
wolkje overschaduwd worden, tenminste die vierentwintig gedichten van Annie
Schmidt, wat zoveel zeggen wil als vierentwintig maal een verrassing bij wind-
weer. „Wat is waaien?", vraagt Rineke in „Houtje Touwtje" één van die argeloos
heden, waardoor het voortreffelijke boekje van Jac. van der Ster (eveneens bij De
Arbeiderspers verschenen) zo bekoorlijk is en „het waaien komt van de wind" en
de wind-zelf zegt dat hij zo heet: wiiind. Enfin, misschien waaien warme winden
wel alle wilde wolken weg je, kunt het niet weten en „Je kunt niet alles begrij
pen", zoals de titel luidt van een door Paul Rodenko ingeleid wonderlijk boekje,
zonder drukletters vrijwel, alleen maar om te kijken en te fantaseren.
Wat Roede zijn kijkers voortovert is een
poëzie in lijnen, een experimenteel spel der
verbeelding, een visueel levenscommentaar,
iets surrealistisch' in zwart en wit. Wie
zich door dat werkelijk-bovenwerkelijke
in Roëde's grafische associaties aangetrok
ken voelt, zal door de lectuur van „Goede
morgen, juffrouw Duif" niet teleurgesteld
worden. Integendeel: deze roman van
Frances Gray Patton (verschenen bij
Ploegsma) geeft aan de verborgen verlan
gens van een mensenhart vrij spel om
daar te gaan en wel tijdens een narcose
waar het leven steeds tussenbeide kwam
een bevrijdende sensatie, litterair van
eenzelfde kwaliteit als Hartley's roman
„Postillon d'amour" (Sijthoff): de recon
structie van een verleden, geschreven met
de humor van een gerijpt man, die terug
ziet op een dramatische episode uit zijn
jeugd, luchtig en levendig van stijl. Ik-
persoonlijk stel Hartley verre boven Cro-
nin, wiens „Lady with Carnations" nu ook
in een Nedei'landse vertaling is verschenen
(Sijthoff) onder de voor zijn lezers aan
trekkelijke, op Holbein's befaamd minia
tuur geïnspireerde titel „De dame met de
anjers". Cronin is onuitputtelijk in zijn va
riaties op het thema „liefdesroman", even
als Howard Spring bij voorkeur zijn ver
haal borduurt op het stramien van een
sociale achtergrond, die in „Dame, deerne,
dominee" (spelend in Manchester ten tijde
van het nog onbeknotte liberalisme) tot
een markant tijdsbeeld van positief-gerich-
te strekking is uitgewerkt. Historisch is
ook de roman van Dahpne du Maurier
„Mary Anne" (eveneens een uitgave van
Sijthoff): de Napoleontische tijd.
Heel wat hoger sla ik de beide vertalin
gen aan, die de bijna vijftigjarige Ameri
kaanse auteur James Ramsey Ullman in
ons land introduceerden: te weten „De
berg der verschrikking" en „Dokter Win-
dom's keuze" (deze laatste van de hand
van de dichter M. Mok, beide verschenen
bij F. G. Kroonder). Ullman is niet de eer
ste de beste. Deze globetrotter en bergbe
klimmer, breed-ontwikkeld (hij studeerde
af aan de Universiteit van Princeton), er
varen in de journalistiek, even vertrouwd
met „de groene hel van het Amazone
gebied" als met de „eeuwige sneeuw" van
het hooggebex-gte en het politiek-bonte co-
loriet van Zuid-Oost Azië, schrijft een uit
nemende avonturenroman, die zich dan
ook, zoals „De berg der verschrikking" be
wees, uitmuntend leent tot verfilming. Het
politiek-actuele element verlevendigt zijn
en haar werk", zoals de inleider, de Nij
meegse commissaris van politie mr. F.
Frick de strekking van dit curieuze boekje
kenschetst.
Ook in de „Corona"-serie van Kroonder
zijn een paar aantrekkelijke boekjes ver
schenen: de Franse politieroman „Sophie
en de Misdaad" van Cécil Saint-Laurant,
een verrassend speurdersboekje, voorts de
roman van een berggids „De grote kloof"
van de hand van de Franse schrijver R.
Frison-Roche (die in Frankrijk onder de
titel „La grande Crevasse" een ongemeen
succes werd, niet alléén onder de toeristen
die vertrouwd zijn met het berglandschap
in de streek van Chamonix) en tenslotte
een „aardig boekje", iets in rose en hemels
blauw: een herdruk van „De appels
bloeien" van Olof J. de Landell.
C. J. E. DINAUX.
Horizontaal: 1. lidwoord, 4. eb en
vloed, 6. gemeente in Noord-Brabant, 10.
reeds, 12. eer, 13. muzieknoot, 14 gras
soort, 17. geluk, zegen, 18. loods ,19.
schroeflijn, 21. geheel de uwe (afk.), 22.
plechtige gelofte, 23. sint, 25. een winter
sport, 27. de Griekse letter p, 28. bij
woord.
Verticaal: 2. landbouwwerktuig, 3.
munt in Turkije, 4. voorzetsel, 5 foei, 7.
tegenantwooi'd, 8. Nederl. toneelspeler, 9.
ontkenning (Eng.), 11. schoenvorm, 13. ten
dele, 15. verlegen, 16. thee (Eng.), 20. zui
ver, 21. meisjesnaam, 24. zie 4 verticaal, 25.
muzieknoot, 26. voorzetsel.
Om in aanmerking te komen voor een
van de drie geldprijzen ad f 7.50, f 5 en
f 2.50, dient men uiterlijk Dinsdag 17 uur
de oplossing in te zenden aan een van onze
bureaux; in Haarlem: Grote Houtstraat 93
en Soedaplein; in IJmuiden: Kennemer-
iaan 186.
Oplossing van de vorige puzzle:
Horizontaal: 1. non, 4. por, 6 arena, 7.
ed., 9. ka, 10. Friesland, 15. adé, 16. era,
17. smeltbaar, 20. la, 21. Po, 22. enkel, 24.
ton, 25 aam
Verticaal: 1. neef, 2, na, 3 wees, 4. pa,
5. raad, 8. drama, 9. knaap, 11. Ide, 12. eel,
13. leb, 14, ara, 17. slot, 18. taks, 19. room,
22. en 23. la.
De prijzen werden na loting als volgt
toegekend: N. C. Leugtig, Vooruitgang
straat 69, Haarlem 7,50); J. Otter, Leid-
sestraat 8, Haarlem 5.en M. van
Luntercn, Grahamstraat 124, IJmuiden
2.50).
PHILADELPHIA (United Press) De
49-jarige schrijver Meindert de Jong, die
in 1918 uit Wierum (Nederland) naar de
V.S. emigreerde, heeft de eerste prijs ge
kregen van de „American Library Associa
tion" voor zijn kinderboek „The wheel on
the s..chool" dat in een klein Nederlands
vissersplaatsje speelt en gaat over zes
schoolkinderen. De Jong woont in Grand
Rapids, Michigan.
Hij is een broer van de romanschrijver
David Cornell de Jong, die al jaren lang
een uitstekende naam in' de Verenigde
Staten heeft.
David Cornell de Jong heeft verschei
dene ï'omans uitgegeven in Amerika.
99
99
„Dokter Windom's keuze in een niet min
dere mate als de roman van een Tsjechi
sche auteur: J. Nemecek, die met de ver
taling van „Europese Cantilene" (Leopold)
zijn intree doet in ons land. Het is een be
klemmend boek, waarin de oorlógsdreiging
in het beruchte tijdsvak 1925-1940 vier
mensenlevens in haar destructieve ban
heeft.De catastrophe van deze oorlogsdoem
vond nauwelijks een monumentaler verant
woording dan in het oorlogsepos van de
onlangs overleden Theodor Plievier, waar
van het eerste deel „Moskou" nu ook in
vertaling (van M. Mok) werd gevolgd door
de slot-episode „Berlijn in de schaduw van
het Kremlin" (Kroonder).
Maar weer en wind (je kunt niet we
ten) nopen zou Oubol zeggen mis
schien tot een luchtiger greep in de boe-
kenkoffer. En daar is dan onder andere de
„Accolade"-serie met een assortiment van
ontspanningslectuur. Naast een drietal
nieuwe thrillers van Agatha Christie (wier
populaire speurder Hercule Poirot allengs
een historische figuur is geworden), te we
ten: Moord op de Nijl, Een handvol rogge
en Met onbekende Bestemming, verscheen
eveneens een drietal nieuwelingen van
Martin Mons, die na een moord in de Apol-
lokliniek de fluitketel laat gillen en ten
slotte op verhaal komt bij „een koffie ver
keerd". Als een niet alledaags boekje in
deze reeks moet ik „Inspecteur Fabian van
Scotland Yard, een ooggetuigeverslag door
ex-superintendant Robert Fabian" noemen:
„een stuk reële ervaring van een nuchter
politieman en als zodanig tevens een stuk
voortreffelijke voorlichting over de politie
HET PUBLIEK, dat op het
internationale filmfestival te
Berlijn zelf bepaalt, welke
films zullen worden bekroond,
heeft in de voorgaande jaren
nooit een Duitse film voor een
prijs in aanmerking laten ko
men. Ditmaal echter toonde
het terecht de hoogste
waardering voor een in zijn
eigen stad gemaakte film: „Die
Ratten" een bewerking van
Hauptmanns drama van die
naam. Deze film van Falk
Harnack verwierf dus de eer
ste prijs onder de speelfilms.
„Marcellino, Pan y Vino"
(Marcellino, brood en wijn)
van Spaanse herkomst en
„Carmen Jones" de Ameri
kaanse bewerking van de
opera Carmen verwierven
respectievelijk de tweede en
de derde prijs. Beide films wa
ren reeds op het internatio-
nale filmfestival te Cannes
uitbundig ontvangen. Bij „Car
men Jones" is het libretto van
de opera aanzienlijk veran
derd: het verhaal speelt nu
onder de negers in de Ver
enigde Staten in de moderne
tijd. Alle rollen worden dan
ook door negers vertolkt. De
muziekuitgever te Parijs, die
de rechten van deze opera be
zit, meent dat de wijzigingen
in het libretto het kunstwerk
schaden. „Het moet nu maar
eens uit zijn met dat gebrek
aan eerbied, dat men in de
Verenigde Staten voor Euro
pese kunstwerken toont", heeft
hij gezegd en hij verbood ver
dere vertoningen van de film
in Europa. Het zal dus voor
lopig blijven bij de twee festi
valvoorstellingen te Cannes en
Berlijn. Daarom was de be
langstelling voor de zwarte
Carmen te Berlijn extra-groot,
daarom hadden de opkopers
zich meester gemaakt van een
deel van de toegangsbewijzen
en daarom verkochten ze die
nu voor bedragen, die tot het
vijfvoudige van de normale
entréeprijs gingen. Zo kon men
nu dus zwart de zwarte Car
men gaan zien
ITALIë verwierf bij de
„Berlinale" alleen in de cate
gorie lange documentaiies een
prijs, maar het vertoonde in
de groep speelfilms enkele
werken, die er toch alleszins
mochten zijn. De Italiaanse
speelfilms waren alle humo
ristisch. Onder meer kwam „Le
Ragazze di Sanfrediano" (De
Meisjes van Sanfrediano) in
vertoning, een film van regis
seur Valerio Zurlini, die met
veel dialoog, maar toch in
meeslepende vaart een onder
houdende geschiedenis vertelt
van een meisjesgek en zijn
vele slachtoffers. Het verhaal
speelt zich af in die kringen
van luidruchtige, kinderlijke
en goedhartige mensen, die we
al in zovele vroegere Italiaan
se films leerden kennen.
Oostenrijk zorgde ook voor
humor: dat vertoonde een ver
filming van Erich Kastners
toneelstuk „Drei Manner im
sneeuw) onder regie van Kurt
sneuw) onder regie van Kurt
Hoffmann, met Paul Dahlke
als de excentrieke millionnair
die in een duur wintersport-
hotel voor een arme drommel
wordt aangezien. Klaus Bie-
derstaedt is de arme drommel,
die men voor de excentrieke
Claus Biederstaedt speelt één der hoofdrollen in de komische
Oostenrijkse film „Drie mannen in de sneeuw" van Kastner.
De laatste week zijn er steeds meer bekende film
figuren naar Berlijn gekomen. Maria Schell was stellig
de populairste, maar ook Ann Miller, zo uit Hollywood,
werd bestormd om handtekeningen. Die handtekeningen
rage is te Berlijn tot een soort ziekte uitgegroeid. Vol
wassen mensen nemen er niet of vrijwel niet aan deel,
maar kinderen tussen vijf of zes(!) en zeventien of acht
tien jaar zorgen ervoor dat de „sterren" geen rustig ogen
blik hebben. „Wat dat betreft, zal ik dolblij zijn, als het
afgelopen is", verklaarde een van haar, maar daarbij zal
wél wat pose zijn geweest, want er is één ding, dat de
filmsterren erger vinden, dan dat er aandacht aan hen
wordt besteed. Dat is, als er géén aandacht aan hen
wordt besteedl Óf aan haar uiteraard
OCOOOCCXXOCCCCOCOOCXXOCOC)CCCCOC«C!OOOCCCOOOCOOOCOOCXXXCCOCCCOCCCCCOOCCOOCCCCCXXCCOCtO
millionnair houdt. Kastner
schreef zelf het draaiboek voor
deze film, welke de humor van
het stuk in aanvaardbare
filmische vorm wist te vangen.
„Drei Miinner im Schnee"
waarin de dochter van Johan
Heesters de voornaamste vrou
wenrol speelt kwam als
nummer vijf op de ranglijst
der publieke waardering. Vier
werd „Pane, Amore e Gelosia"
(Brood, liefde en jalouzie), die
ik in mijn vorige artikel
noemde.
IN DE LAATSTE dagen van
het festival zagen we voorts
nog een knappe Duitse docu
mentaire: „lm Schatten des
Karakorum" (In de schaduw
van de Karakorum) het gefilm
de relaas van een Duits-Oos-
tenrijkse expeditie naar 't Ka-
rakorumgebied, waarin de na
druk nu eens niet viel op de
beklimming van een der top
pen al vormt die een waar
dige afsluiting van de film
maar op het leven van de
Hunza's, een der bergvolken.
Dit volk heeft een merkwaar
dig Europees uiterlijk en men
neemt aan, dat het afstamt
van soldaten uit het leger van
Alexander de Grote, die in dit
gebied zijn achtergebleven. De
film vertelt het verhaal van
de expeditie zonder opsmuk,
sober en eerlijk, in prachtige
kleuren. In de groep lange do
cumentaires verwierf zij de
derde prijs, na Disney's prach
tige natuurfilm „The Vanish
ing Prairy" (De verdwijnende
prairie) en de te Cannes reeds
bekroonde Italiaanse docu
mentaire „Continente Perduto"
(Het verloren continent). Een
wrede scène uit die laatste
film, een deel van het verhaal,
dat te Cannes heftig was be-
critiseerd, bleek nu te zijn
weggesneden.
Onder de korte documen
taires werd eveneens (en weer
terecht) een Duitse film met
de eerste prijs bekroond: „Zim-
merleute des Waldes" (Tim
merlieden van het bos) over
het leven van de spechten.
Nederland, dat de knappe film
„Railplan" 68 van Louis A. van
Gasteren Jr. vertoonde, mocht
zich niet in een bekroning ver
heugen. Gezien het uitzonder
lijk grote aantal documentaires
dat te Berlijn werd vertoond,
is er geen reden tot ontevre
denheid daarover tenslotte
moest ongeveer 97% van de
documentaires buiten de prij
zen vallenJAN KOOMEN