Het is maar een kwestie van wennen franse paragraaf Met lectuur op avontuur SCHUDDEN VAN HET LACHEN Larousse Een tip voor de trip Litteraire Kanttekeningen Berlijns publiek bekroonde voor bet eerst Duitse films Zwarte" entréeprijzen voor zwarte „Carmen Festival in Luzern Onze Puzzle Kinderboek bekroond van een ex-Nederlander AMSTERDAM, Juli Wij wonen nu sinds een week in Holland en sindsdien doen wij hardnekkige pogingen om na een verblijf van enkele jaren in Parijs weer aan het oude vaderland te wennen. Het zal binnenkort wel lukken, voorlopig is het helaas nog wat moeilijk. Het moet ge zegd worden: zodra men zich in het ge drang der mensen in dit Amsterdam stort, is het ook een vrijwel ondoenlijke taak zich te realiseren, dat men uiteraard maar in Holland is. Als ik goed gelezen heb, moeten er nu ruim negenhonderdduizend Amsterdam mers zijn. Ik weet niet, waar zij zich ver borgen houden, maar zij hebben hun stra ten ,hun trams en bussen, hun bioscopen en restaurants blijkbaar met een breed ge baar overgelaten aan de toeristen. Kellners zijn ononderdrukbaar geneigd u in het Duits aan te spreken, hotelportiers even natuurlijk in het Engels en tijdens een wandeling ik moet het u bekennen voor een hernieuwde kennismaking met oud-Amsterdam ben ik in het Frans aan gesproken door een mij onbekende vrouw. Misschien is het voor haar een soort vak taal. Vorige week ben ik per trein naar Haar lem gegaan. Op de heenweg deelden mijn vrouw en ik (zij spreekt nog geen Hol lands) de coupé met twee Amerikaanse meisjes, een Frans echtpaar met een zeur derig kind en een kampeerder uit een van de Scandinavische landen. Tussen deze passagiers ontwikkelde zich een con versatie in een taal, die bij mijn weten nog geen naam heeft. Iedereen leek de an deren echter te begrijpen en het enthou siasme over Nederland was algemeen. Een nog veel tevredener reisgezelschap had den we trouwens op de weg terug. U zult het misschien overdreven achten ter wille van mijn verhaal, maar het is echt zo, dat er nu een Amerikaans echtpaar, een Zuid-Afrikaan en een verlopen Engels man in onze coupé zaten. Ik heb mijn echtgenote altijd voorge houden, dat Nederland wordt bevolkt door Nederlanders. Nu zij er woont, is zij maar matig geneigd deze en daardoor ook iedere andere verklaring van mij te ge loven. Overigens moet ik u vertellen, dat de aanbouw in Sloterdijk, het Nieuwe Westen van Amsterdam, waar ik door Ne derlanders nog geen goed woord over heb horen zeggen, een diepe indruk op het echtpaar uit Los Angelos maakte. „Het is haast Amerikaans", zeiden zij over deze stadsuitbreiding en dat moet voor hen bij na de hoogste bestaande lof zijn. Alleen in de winkels in onze buurt, worden nog wel Hollanders aangetroffen. In overvloed zelfs. Wat mijn vrouw het meest en het onaangenaamst opvalt, zijn de slui tingsuren. In Parijs gaan de kruidenier, de bakker, de slager en ook de meeste an dere dagelijks bezochte winkels om half zeven of uiterlijk zeven uur 's ochtends open. Zij blijven open tot één uur. Daarna is bijna alles gesloten tot ongeveer vier uur 's middags en van dat moment af kunt u weer overal terecht tot half acht tot acht uur 's avonds. Toegegeven dat dit voor het personeel van die winkels niet zo erg aangename uren zijn voor de huisvrouw is dit ideaal. Ik heb getracht mijn vrouw uit te leggen, waarom in Hol land voor tien uur 's ochtends geen vers brood mag worden verkocht: sinds zij echter heeft ontdekt, dat de bakker het brood tóch al om zeven uur kant en klaar heeft liggen, ontgaat haar de pointe van deze sociaal opgezette regeling. Dat zijn een paar van de eerste din gen, die ons hier zijn opgevallen. Ik zal u er in de komende tijd zeker nog meer kunnen vertellen. A. S. H. LUZERN (Un. Press) De dirigenten Eugen Ormandy, Ernest Ansermet, Herbert von Kara jan, Ataulfo Argenta, Rafael Ku- belik en Otto Klemperer hebben hun mede werking toegezegd aan het internationale muziekfeest, dat hier op G Augustus begint. Zij zullen elk een symphonieconcert leiden. In het festival, dat duurt tot 30 Augus tus, treden ook instrumentale solisten op: de violisten Nathan Milstein, Arthur Gru- miaux, Wolfgang Schneiderhahn, de pianis ten Clara Haskil, Géza Anda, Robert Ca- sadesus en voorts de Spaanse guitarist Andres Segovia. DE LAATSTE jaren hoort men veel klachten over het schudden van de treinen. De geleerden staan hier, zoals steeds, voor een raadsel. Vroeger meende men name lijk in dergelijke gevallen met een slij tageproces te doen te hebben, doch dit blijkt slechts een bijkomende omstandig heid te zijn. Men kan rails, dwarsliggers en onderstellen vernieuwen, het helpt geen zier. Onlangs heb ik bij de Nederlandse Spoorwegen nogal dringend gevraagd of men verwacht had, dat al deze kostbare maatregelen wél een zier zouden helpen, doch men moest mij daarop het antwoord schuldig blijven. Dergelijke reparaties zijn een kwestie van gewoonte. Men denkt er eenvoudig niet bij na, men doet maar. Niemand wist mij trouwens te vertellen wat een zier is. Toch is de oplossing van het probleem heel eenvoudig: het schom melen van de treinen wordt veroorzaakt door het schudden van de buiken der rei zigers, speciaal van die der handelsreizigers. Vroeger immers plachten deze lieden een broodtrommeltje van huis mee te nemen en daaruit af en toe een hapje bij wijze van lunch te gebruiken. Het malen der kaken had geen noemenswaardige invloed op het rollen van de rijtuigen. Tegen woordig hebben zij echter moppentrom mel tj es bij zich en daaruit komt nu het euvel voort. Sinds het een algemeen bekende wijs heid is geworden, dat handelsreizigers hun klanten niet alleen artikelen maar ook montere verhaaltjes moeten aanpraten, hebben vooral de Amerikaanse uitgevers zich gehaast daarbij de helpende hand te bieden: zij brengen thans boekjes in de handel, waarin alle loslopende moppen keurig zijn geregistreerd. Nu van niemand meer enige warenkennis wordt verlangd, op hun uitwerking te toetsen. Daarvoor kiest men medereizigers en dit verklaart de hierboven gesignaleerde rampzaligheid. Het wil daaarbij wel eens gebeuren, dat de passagiers hun vervoermiddelen mee sleuren op het hellende vlak, maar erg schuin is het lachwerk toch zelden, on danks de vaak pikante verpakking. Dezer dagen heb ik bij een kiosk een paar van die zakboekjes gekocht en voor de grap zal ik daar eens te hooi en te gras wat uit overnemen. Misschien vindt u dat wel leuk. Dan kunt u ook eens lachen. Kent u bijvoorbeeld de volgende definitie van het beroep van staatslieden? „Politiek is de kunst om moeilijkheden te zoeken, die overal te vinden waar ze niet zijn, daarvan een verkeerde diagnose op te stellen en daarop de meest ongewenste geneesmiddelen toe te passen". Thomas R. Marshall, de plaatsvervanger van Wood- row Wilson, moet gezegd hebben: „Er wa ren eens twee broers. De één liep weg naar zee, de ander werd tot vice-president van de Verenigde Staten gekozen en van geen van beiden heeft men ooit meer iets gehoord". Hij is ook de vader van de politieke leuze: „Wat dit land nodig heeft, is een goede sigaar van vijf cent". Een tegenstander in de verkiezingsstrijd merkte op: „Goede si garen van vijf cent zijn er genoeg, maar de ramp is dat de fabrikanten ons daar een kwartje voor laten betalen". Kent u deze, uit hetzelfde boekje? Een zwerver had horen verluiden, dat ook Shakespeare al wist, dat goedhartigheid repliek van een schoffie aan een agent, die steeds klemmender aandrong op de be kentenis van een diefstal, die hij meende te hebben waargenomen: „U moet me niet zo haasten, het kost tijd om de waarheid te verzinnen DAT BRENGT MIJ meteen naar een ander boekje, waarin zonderlinge politie rapporten en rechtzaken worden onthuld. Tijdens de openbare behandeling van een geval van moord met voorbedachten rade stond een blonde schoonheid in de ge tuigenbank. De officier van Justitie begon zijn geduld te verliezen en vroeg nog drin gender dan de vier voorgaande keren: „Ik herhaal en nu voor het laatst waar was u op de avond van de vierde September van het vorig jaar?" De getuige boog het hoofd alsof zij op het punt was in snikken uit te barsten: „Vraagt u mij dat alstu blieft niet". Er ging een huivering door de zaal, want men voelde dat de climax nu bijna was bereikt. „U moet ons dat ver tellen!" donderde de officier van Justitie, die opnieuw begon: „Waar was u op de avond van de vierde September van het vorig jaar?" Het blondje bloosde. Ze zei: „Als u het dan met alle geweld wilt weten ik was thuis bezig een kruiswoord- puzzle op te lossen". De rechters werden nog rechter van verbazing. „Maar dat had u toch niet hoeven te verzwijgen, daar steekt toch niets schandelijks in?" merkte één van hen vriendelijk op. „Noemt u dat dan niet schandelijk, als een mooi meisje als ik haar tijd met een kruiswoordpuzzle moet verdoen?" hebben de vertegenwoordigers aldus toch iets gekregen om onderweg te bestuderen: de humor van alle eeuwen. Anecdotes zijn namelijk oude geschiedenissen, die altijd nieuw blijven. Zoals de Lorelei steeds heur gouden haren zat uit te kammen, behoeft men hierbij alleen maar de baarden af te scheren. Het is een vitaal onderdeel van de verkooptechniek om de grappen eerst in gezette lichamen huist. Toen hij daarom een zwaargebouwde dame tegen kwam, hield hij haar staande met de traditionele smeekbede: „Ach mevrouw, helpt u mij, ik ben uitgehongerd, ik heb al in vier dagen niets gegetenWaarop de aangespro kene antwoordde: „Nee maar, ik wou dat ik zoveel wilskracht had!" Behalve de openbare weg vormen café's een dank baar jachtterrein voor humoristen. Twee dames vroegen aan een passerende kellner: „Kunt u mij ook zeggen of het nog regent?" De ober mompelde: „Het spijt mij, maar ik help niet aan deze tafel. Mijn collega zal u inlichten!" Mooi is ook de Een Adonis kwam, zo lees ik op een andere bladzijde, voor het eerst in Londen en vroeg aan een kennis: „Welke straf staat er hier op bigamie?" Onmiddellijk repliceerde de aangesprokene: „Twee schoonmoeders". Voor hetzelfde misdrijf stond een man terecht, die echter na lange ondervragingen onschuldig werd bevonden. „U kunt naar huis gaan," zei de rechter minzaam. „Dank u zeer, edelachtbare," al dus de vrijgesprokene, die vervolgde: „Maar voor alle zekerheid zou ik graag willen weten of het nog verschil maakt naar welk huis ik terugkeer?" Sommige mensen denken, aldus de sa mensteller van deze juridische bloemle zing, dat alle advocaten schurken zijn, omdat zij zelf schurken zouden wezen als zij advocaten waren. En kent u deze defi nitie: „Een alibi is het leveren van het PARIJS, Juli - -. Toen André Cham- son, nu bekend als romancier en als direc teur van het Petit Palais, een jongetje was, kon hij nooit genoeg in de encyclopedie van Larousse de hoofdstukken lezen, die hem de bewijzen leverden van Frankrijks groot heid. Hij vertelt daarvan in een autobio grafisch boek: eerst waren er zijn vader en diens vrienden, die hem vertelden dat alle belangrijke nieuwe uitvindingen door Fran sen gedaan werden, dan was er Anna, de Italiaanse dienstbode, die het bevestigde: „Hoe is Italië, Anna?" - „Arm!" antwoord de zij. „En Frankrijk, is dat rijk?" - „Of dat rijk is! Millioenen en millioenen - mil- liarden en milliarden!" Tenslotte was er de Larousse, die acht pagina's kaarten van Frankrijk gaf en maar één van Duitsland en van Engeland, bovendien twee pagina's met uniformen van Franse soldaten en maar één met Duitse, waar er ook nog min der op stonden dan op een aan Frankrijk gewijde. Toen zijn amandelen gepeld wa ren, was het eerste waar hij Anna op zijn bed om vroeg het deel van de Larousse met de letter F - „om mij opnieuw te overtui gen dat Frankrijk het eerste land van de wereld was". In een latere editie van de Larousse, van na de eerste wereldoorlog, zijn de acht pa gina's kaarten nog te vinden, maar de twee pagina's soldaten niet meer. Bij „Unifor- mes" staat een enkele pagina met alleen Franse voorbeelden, half gevuld met die van vreedzame ambassadesecretarissen, hoogleraren aan de faculteit der letteren, rechters en kruiers. Voor verdere emoties moet men het hoofdstuk „France" gaan le zen, dat begint: „Frankrijk, de grootste staat van West-Europa en de tweede van Europa na Rusland, aan de Noordkant be grensd door de Noordzee, het Kanaal.... hoofdstad: Parijs". Een markant verschil al met de eerste regels van ons aardrijks kundeboek aan het begin van de lagere school, waar gezegd werd dat het van Ro- deschool naar Eysden niet minder dan drie honderd kilometer is, maar dat er nog veel grotere landen bestaan: „Wat moet de hele wereld dan wel verbazend groot zijn!" Wie daarmee begonnen is, zal niet gauw dezelf de voorstelling van Europa hebben als iemand, die zich gevoed heeft met de tekst van Larousse. De vergelijking is niet onberispelijk: de tekst van de Winkler Prins zal zeker an ders luiden. Maar het verschil tussen twee nationale uitgangspunten wordt er in ieder geval mee aangegeven. Blijft over te weten in hoeverre men onherroepelijk de slaaf is van zulke voorstellingen van zaken, ver kregen in zijn kinderjaren. Om iets te on derscheiden van hun invloed hoeft men al leen even op te zien na het „hoofdstad: Pa rijs" gelezen te hebben aan het eind van de elementaire beschrijving van Frankrijk: het klinkt als een zakelijke mededeling, maar haalt tegelijkertijd de herinnering op aan een voldoening die men als kind on dervond van zo'n veelbetekenende waar heid. Lezend in de Larousse komt men tel kens terug op de wens, dat men het eerder gedaan had, toen er nog tijd te over was en de besteding daarvan de kunst. De delen, zes in getal, zijn zo groot en zwaar dat men, eenmaal met een ervan voor zich gezeten, onwillig is om het na lezing van één ru briek alweer naar zijn plaats terug te dra gen. De teksten zijn dan ook zo beknopt dat men niet, zoals in de Encyclopedia Brittan- nica, al spoedig door een besef van onmacht bevrijd wordt van de dwang tot verder bla deren. Vandaar de wetenschap dat een guzzo een klein bootje is, zoals men ze vindt in de haven van Ajaccio, een nieuwe ontmoe ting sedert jaren met de gratte-dos, de rug krabber (stokje met, aan één der uiteinden, een handje van ivoor, been, enzovoorts) en de teleurstelling, ook hier te vinden, in de beschrijving van Den Haag: hoofdstad van het koninkrijk der Nederlanden (misschien is dat in nog recentere edities verbeterd). Men kan ook een vruchtbaarder werk doen, het ophelderen van straatnamen: waarom rue Botzaris bijvoorbeeld? Marcos Botzaris, 1788-1823, was een Griekse vrij heidsheld, gesneuveld bij Missolonghi, de zelfde plaats waar het volgende jaar Byron omkwam. De rue Jasmin is genoemd naar een dichter in de Gasconse taal, in de eer ste helft van de vorige eeuw. Maar na een kwartier daarvan is het al tijd nodig aan iets anders te beginnen. Het is te laat voor ander dan zakelijk gebruik van de Larousse en voor nabootsing van Cliamson, zelfs op kleine schaal. bewijs dat u in een kerk was, waar u niet was, om te bewijzen dat u niet in een brandkluis was, waar u wel was." Een vrouw vroeg echtscheiding aan wegens geestelijke wreedheid van haar man: „Hij eerbiedigt maar één wet, die van de zwaar tekracht". Zo zou ik nog een hele tijd kunnen doorgaan, maar ik ben bang dat u zich een spoorwegongeluk zult lachen, als u deze krant toevallig in de trein leest. KO BRUGBIER. „IN WEER EN WIND" is een boekje, dat om het nu eens oorspronkelijk te zeggen in geen koffer mag ontbreken. De titel is wel niet aanmoedigend, maar wie weet. En dan zijn er, mocht in deze vacantieweken eens een dag door een wolkje overschaduwd worden, tenminste die vierentwintig gedichten van Annie Schmidt, wat zoveel zeggen wil als vierentwintig maal een verrassing bij wind- weer. „Wat is waaien?", vraagt Rineke in „Houtje Touwtje" één van die argeloos heden, waardoor het voortreffelijke boekje van Jac. van der Ster (eveneens bij De Arbeiderspers verschenen) zo bekoorlijk is en „het waaien komt van de wind" en de wind-zelf zegt dat hij zo heet: wiiind. Enfin, misschien waaien warme winden wel alle wilde wolken weg je, kunt het niet weten en „Je kunt niet alles begrij pen", zoals de titel luidt van een door Paul Rodenko ingeleid wonderlijk boekje, zonder drukletters vrijwel, alleen maar om te kijken en te fantaseren. Wat Roede zijn kijkers voortovert is een poëzie in lijnen, een experimenteel spel der verbeelding, een visueel levenscommentaar, iets surrealistisch' in zwart en wit. Wie zich door dat werkelijk-bovenwerkelijke in Roëde's grafische associaties aangetrok ken voelt, zal door de lectuur van „Goede morgen, juffrouw Duif" niet teleurgesteld worden. Integendeel: deze roman van Frances Gray Patton (verschenen bij Ploegsma) geeft aan de verborgen verlan gens van een mensenhart vrij spel om daar te gaan en wel tijdens een narcose waar het leven steeds tussenbeide kwam een bevrijdende sensatie, litterair van eenzelfde kwaliteit als Hartley's roman „Postillon d'amour" (Sijthoff): de recon structie van een verleden, geschreven met de humor van een gerijpt man, die terug ziet op een dramatische episode uit zijn jeugd, luchtig en levendig van stijl. Ik- persoonlijk stel Hartley verre boven Cro- nin, wiens „Lady with Carnations" nu ook in een Nedei'landse vertaling is verschenen (Sijthoff) onder de voor zijn lezers aan trekkelijke, op Holbein's befaamd minia tuur geïnspireerde titel „De dame met de anjers". Cronin is onuitputtelijk in zijn va riaties op het thema „liefdesroman", even als Howard Spring bij voorkeur zijn ver haal borduurt op het stramien van een sociale achtergrond, die in „Dame, deerne, dominee" (spelend in Manchester ten tijde van het nog onbeknotte liberalisme) tot een markant tijdsbeeld van positief-gerich- te strekking is uitgewerkt. Historisch is ook de roman van Dahpne du Maurier „Mary Anne" (eveneens een uitgave van Sijthoff): de Napoleontische tijd. Heel wat hoger sla ik de beide vertalin gen aan, die de bijna vijftigjarige Ameri kaanse auteur James Ramsey Ullman in ons land introduceerden: te weten „De berg der verschrikking" en „Dokter Win- dom's keuze" (deze laatste van de hand van de dichter M. Mok, beide verschenen bij F. G. Kroonder). Ullman is niet de eer ste de beste. Deze globetrotter en bergbe klimmer, breed-ontwikkeld (hij studeerde af aan de Universiteit van Princeton), er varen in de journalistiek, even vertrouwd met „de groene hel van het Amazone gebied" als met de „eeuwige sneeuw" van het hooggebex-gte en het politiek-bonte co- loriet van Zuid-Oost Azië, schrijft een uit nemende avonturenroman, die zich dan ook, zoals „De berg der verschrikking" be wees, uitmuntend leent tot verfilming. Het politiek-actuele element verlevendigt zijn en haar werk", zoals de inleider, de Nij meegse commissaris van politie mr. F. Frick de strekking van dit curieuze boekje kenschetst. Ook in de „Corona"-serie van Kroonder zijn een paar aantrekkelijke boekjes ver schenen: de Franse politieroman „Sophie en de Misdaad" van Cécil Saint-Laurant, een verrassend speurdersboekje, voorts de roman van een berggids „De grote kloof" van de hand van de Franse schrijver R. Frison-Roche (die in Frankrijk onder de titel „La grande Crevasse" een ongemeen succes werd, niet alléén onder de toeristen die vertrouwd zijn met het berglandschap in de streek van Chamonix) en tenslotte een „aardig boekje", iets in rose en hemels blauw: een herdruk van „De appels bloeien" van Olof J. de Landell. C. J. E. DINAUX. Horizontaal: 1. lidwoord, 4. eb en vloed, 6. gemeente in Noord-Brabant, 10. reeds, 12. eer, 13. muzieknoot, 14 gras soort, 17. geluk, zegen, 18. loods ,19. schroeflijn, 21. geheel de uwe (afk.), 22. plechtige gelofte, 23. sint, 25. een winter sport, 27. de Griekse letter p, 28. bij woord. Verticaal: 2. landbouwwerktuig, 3. munt in Turkije, 4. voorzetsel, 5 foei, 7. tegenantwooi'd, 8. Nederl. toneelspeler, 9. ontkenning (Eng.), 11. schoenvorm, 13. ten dele, 15. verlegen, 16. thee (Eng.), 20. zui ver, 21. meisjesnaam, 24. zie 4 verticaal, 25. muzieknoot, 26. voorzetsel. Om in aanmerking te komen voor een van de drie geldprijzen ad f 7.50, f 5 en f 2.50, dient men uiterlijk Dinsdag 17 uur de oplossing in te zenden aan een van onze bureaux; in Haarlem: Grote Houtstraat 93 en Soedaplein; in IJmuiden: Kennemer- iaan 186. Oplossing van de vorige puzzle: Horizontaal: 1. non, 4. por, 6 arena, 7. ed., 9. ka, 10. Friesland, 15. adé, 16. era, 17. smeltbaar, 20. la, 21. Po, 22. enkel, 24. ton, 25 aam Verticaal: 1. neef, 2, na, 3 wees, 4. pa, 5. raad, 8. drama, 9. knaap, 11. Ide, 12. eel, 13. leb, 14, ara, 17. slot, 18. taks, 19. room, 22. en 23. la. De prijzen werden na loting als volgt toegekend: N. C. Leugtig, Vooruitgang straat 69, Haarlem 7,50); J. Otter, Leid- sestraat 8, Haarlem 5.en M. van Luntercn, Grahamstraat 124, IJmuiden 2.50). PHILADELPHIA (United Press) De 49-jarige schrijver Meindert de Jong, die in 1918 uit Wierum (Nederland) naar de V.S. emigreerde, heeft de eerste prijs ge kregen van de „American Library Associa tion" voor zijn kinderboek „The wheel on the s..chool" dat in een klein Nederlands vissersplaatsje speelt en gaat over zes schoolkinderen. De Jong woont in Grand Rapids, Michigan. Hij is een broer van de romanschrijver David Cornell de Jong, die al jaren lang een uitstekende naam in' de Verenigde Staten heeft. David Cornell de Jong heeft verschei dene ï'omans uitgegeven in Amerika. 99 99 „Dokter Windom's keuze in een niet min dere mate als de roman van een Tsjechi sche auteur: J. Nemecek, die met de ver taling van „Europese Cantilene" (Leopold) zijn intree doet in ons land. Het is een be klemmend boek, waarin de oorlógsdreiging in het beruchte tijdsvak 1925-1940 vier mensenlevens in haar destructieve ban heeft.De catastrophe van deze oorlogsdoem vond nauwelijks een monumentaler verant woording dan in het oorlogsepos van de onlangs overleden Theodor Plievier, waar van het eerste deel „Moskou" nu ook in vertaling (van M. Mok) werd gevolgd door de slot-episode „Berlijn in de schaduw van het Kremlin" (Kroonder). Maar weer en wind (je kunt niet we ten) nopen zou Oubol zeggen mis schien tot een luchtiger greep in de boe- kenkoffer. En daar is dan onder andere de „Accolade"-serie met een assortiment van ontspanningslectuur. Naast een drietal nieuwe thrillers van Agatha Christie (wier populaire speurder Hercule Poirot allengs een historische figuur is geworden), te we ten: Moord op de Nijl, Een handvol rogge en Met onbekende Bestemming, verscheen eveneens een drietal nieuwelingen van Martin Mons, die na een moord in de Apol- lokliniek de fluitketel laat gillen en ten slotte op verhaal komt bij „een koffie ver keerd". Als een niet alledaags boekje in deze reeks moet ik „Inspecteur Fabian van Scotland Yard, een ooggetuigeverslag door ex-superintendant Robert Fabian" noemen: „een stuk reële ervaring van een nuchter politieman en als zodanig tevens een stuk voortreffelijke voorlichting over de politie HET PUBLIEK, dat op het internationale filmfestival te Berlijn zelf bepaalt, welke films zullen worden bekroond, heeft in de voorgaande jaren nooit een Duitse film voor een prijs in aanmerking laten ko men. Ditmaal echter toonde het terecht de hoogste waardering voor een in zijn eigen stad gemaakte film: „Die Ratten" een bewerking van Hauptmanns drama van die naam. Deze film van Falk Harnack verwierf dus de eer ste prijs onder de speelfilms. „Marcellino, Pan y Vino" (Marcellino, brood en wijn) van Spaanse herkomst en „Carmen Jones" de Ameri kaanse bewerking van de opera Carmen verwierven respectievelijk de tweede en de derde prijs. Beide films wa ren reeds op het internatio- nale filmfestival te Cannes uitbundig ontvangen. Bij „Car men Jones" is het libretto van de opera aanzienlijk veran derd: het verhaal speelt nu onder de negers in de Ver enigde Staten in de moderne tijd. Alle rollen worden dan ook door negers vertolkt. De muziekuitgever te Parijs, die de rechten van deze opera be zit, meent dat de wijzigingen in het libretto het kunstwerk schaden. „Het moet nu maar eens uit zijn met dat gebrek aan eerbied, dat men in de Verenigde Staten voor Euro pese kunstwerken toont", heeft hij gezegd en hij verbood ver dere vertoningen van de film in Europa. Het zal dus voor lopig blijven bij de twee festi valvoorstellingen te Cannes en Berlijn. Daarom was de be langstelling voor de zwarte Carmen te Berlijn extra-groot, daarom hadden de opkopers zich meester gemaakt van een deel van de toegangsbewijzen en daarom verkochten ze die nu voor bedragen, die tot het vijfvoudige van de normale entréeprijs gingen. Zo kon men nu dus zwart de zwarte Car men gaan zien ITALIë verwierf bij de „Berlinale" alleen in de cate gorie lange documentaiies een prijs, maar het vertoonde in de groep speelfilms enkele werken, die er toch alleszins mochten zijn. De Italiaanse speelfilms waren alle humo ristisch. Onder meer kwam „Le Ragazze di Sanfrediano" (De Meisjes van Sanfrediano) in vertoning, een film van regis seur Valerio Zurlini, die met veel dialoog, maar toch in meeslepende vaart een onder houdende geschiedenis vertelt van een meisjesgek en zijn vele slachtoffers. Het verhaal speelt zich af in die kringen van luidruchtige, kinderlijke en goedhartige mensen, die we al in zovele vroegere Italiaan se films leerden kennen. Oostenrijk zorgde ook voor humor: dat vertoonde een ver filming van Erich Kastners toneelstuk „Drei Manner im sneeuw) onder regie van Kurt sneuw) onder regie van Kurt Hoffmann, met Paul Dahlke als de excentrieke millionnair die in een duur wintersport- hotel voor een arme drommel wordt aangezien. Klaus Bie- derstaedt is de arme drommel, die men voor de excentrieke Claus Biederstaedt speelt één der hoofdrollen in de komische Oostenrijkse film „Drie mannen in de sneeuw" van Kastner. De laatste week zijn er steeds meer bekende film figuren naar Berlijn gekomen. Maria Schell was stellig de populairste, maar ook Ann Miller, zo uit Hollywood, werd bestormd om handtekeningen. Die handtekeningen rage is te Berlijn tot een soort ziekte uitgegroeid. Vol wassen mensen nemen er niet of vrijwel niet aan deel, maar kinderen tussen vijf of zes(!) en zeventien of acht tien jaar zorgen ervoor dat de „sterren" geen rustig ogen blik hebben. „Wat dat betreft, zal ik dolblij zijn, als het afgelopen is", verklaarde een van haar, maar daarbij zal wél wat pose zijn geweest, want er is één ding, dat de filmsterren erger vinden, dan dat er aandacht aan hen wordt besteed. Dat is, als er géén aandacht aan hen wordt besteedl Óf aan haar uiteraard OCOOOCCXXOCCCCOCOOCXXOCOC)CCCCOC«C!OOOCCCOOOCOOOCOOCXXXCCOCCCOCCCCCOOCCOOCCCCCXXCCOCtO millionnair houdt. Kastner schreef zelf het draaiboek voor deze film, welke de humor van het stuk in aanvaardbare filmische vorm wist te vangen. „Drei Miinner im Schnee" waarin de dochter van Johan Heesters de voornaamste vrou wenrol speelt kwam als nummer vijf op de ranglijst der publieke waardering. Vier werd „Pane, Amore e Gelosia" (Brood, liefde en jalouzie), die ik in mijn vorige artikel noemde. IN DE LAATSTE dagen van het festival zagen we voorts nog een knappe Duitse docu mentaire: „lm Schatten des Karakorum" (In de schaduw van de Karakorum) het gefilm de relaas van een Duits-Oos- tenrijkse expeditie naar 't Ka- rakorumgebied, waarin de na druk nu eens niet viel op de beklimming van een der top pen al vormt die een waar dige afsluiting van de film maar op het leven van de Hunza's, een der bergvolken. Dit volk heeft een merkwaar dig Europees uiterlijk en men neemt aan, dat het afstamt van soldaten uit het leger van Alexander de Grote, die in dit gebied zijn achtergebleven. De film vertelt het verhaal van de expeditie zonder opsmuk, sober en eerlijk, in prachtige kleuren. In de groep lange do cumentaires verwierf zij de derde prijs, na Disney's prach tige natuurfilm „The Vanish ing Prairy" (De verdwijnende prairie) en de te Cannes reeds bekroonde Italiaanse docu mentaire „Continente Perduto" (Het verloren continent). Een wrede scène uit die laatste film, een deel van het verhaal, dat te Cannes heftig was be- critiseerd, bleek nu te zijn weggesneden. Onder de korte documen taires werd eveneens (en weer terecht) een Duitse film met de eerste prijs bekroond: „Zim- merleute des Waldes" (Tim merlieden van het bos) over het leven van de spechten. Nederland, dat de knappe film „Railplan" 68 van Louis A. van Gasteren Jr. vertoonde, mocht zich niet in een bekroning ver heugen. Gezien het uitzonder lijk grote aantal documentaires dat te Berlijn werd vertoond, is er geen reden tot ontevre denheid daarover tenslotte moest ongeveer 97% van de documentaires buiten de prij zen vallenJAN KOOMEN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1955 | | pagina 14